UIT VERGEELDE PAPERASSEN. EEN RONDGANG DOOR TEYLER'S MUSEUM. UIT DE KRONIEK VAN POETOES SIBAU. Uit de geschiedenis van Nederlandsch-Indië) door P. J. ZüRCHER. XXXV. Hoe de naam Meester Cornells ontstond. Wie hij was. -Het vlek Mr. Cornells en hoe het zich ontwikkelde. Ten tijde van de eerste Hollanders op Java werd de zielezorg voor de In landsche Christenen toevertrouwd aan inlandsche meesters. Volgens het oude plan van Heurnius diende het Evangelie in ieders taal te worden verkondigd. En zoo vinden wij reeds in 1629 in het slavenkwartier van de Compagnie vier Malabaarsche meesters werkzaam. Hun arbeid stond onder controle van de predikanten en omvatte het onder wijzen van het Onze Vader, het Geloof en de Tien Geboden. Bij een huwelijksvoornemen tusschen sla ven kreeg het candidaat-echtpaar twee weken vacantie, ten einde zich grondig in godsdienstzaken te bekwamen, alvorens doop en huwelijk plaats hadden. Hunne latere •kinderen leerden diezelfde geloofsbeginselen, maar dan natuurlijk veel vroeger, op een schooltje, waarzij gelijktijdig lezen en spellen en de Hollandsche taal leerden, zonder daar evenwel natuurlijk een syllabe van te vatten. Toen bleek, dat dit systeem mank ging, werd het godsdienstonderwijs in het Portugeesch gegeven, daar deze taal meer de algemeene voertaal der gedachte was en ook de preek er in werd gehouden. Van dat tijdstip af komen er, behalve de aan de Compagniesinrichtingen verbonden inlandsche meesters, nu ook ,mèstèr koeli- ling", of wel rondtrekkende meesters in aan merking, die de particuliere slaven bezoch ten om dezen in het Geloof te onderwijzen, Aanvankelijk werden zij door den Kerkeraad bezoldigd, maar later nam de regeering dat over. In 1638 waren er zoo reeds tien, een elk had zijn bepaalde wijk en er waren er onder die geen Hollandsch verstonden. Soms deed een enkele zijn dienstwerk in het Maleisch. Aan deze Inlandsche meesters en bovenal aan den Invloed van den geboren Portugeesch engewezen Jezuiet-, den Predikant Joan Ferreira A. d'Almeida, is de toeneming der Her vormde Gemeente onder de Por tugeesch sprekende Aziaten toe te schrijven. Waar deze Inlandsche meesters over het al gemeen geen spoor van persoonlijke herinne ring hebben achter gelaten, moet ten opzich te van een hunner te dien opzichte een uit zondering worden gemaakt. Deze was Corne- lis Senèn, de man die later Meester Cornells zou heeten. Hij was de zoon van een Orang Kaya van Selamon op Lontor U herinnert U nog wel, dat arme Lontor, Ay en Banda in verband met de tuchtlgings-expedlties en hongi- tochten die, nadat zijn geboorteplaats onderworpen lees verwoest was in 1621 te Batavia kwam. In 1635 hield hij er een (kleine school op na, dat hem pm. tien realen per maand opbracht, terwijl hij des morgens en 's avonds onder de Inlandsche Christenen in het gebed voorging en Zondags een Maleische preek voorlas. De Kerkeraad, wien dit werk welgevallig was, verleende hem 5 jaren later, een "maandelijksche toelage van 4 Realen en ongetwijfeld zal Meester Comelis wel stichtelijk gearbeid hebben onder zijn naar Batavia overgebrachte landgenoo- ten, die reeds in 1641 een eigen kerkje had den. Want hij was wijkmeester in het Banda- neesch kwartier, waar hij tot zijn dood toe, met het „opsicht" over hen belast was. Heurnius, die 't beoordeelen kon, hij was van 1624-1632 predikant op Batavia, t 1651 scheen zeer tevreden over hem; hij prees hem als „verstandich ende godtvruchtich". Dit heeft hem geen windeieren gelegd, want na tien jaar voorlezer in het Maleisch en het Portugeesch en ondermeester in het Wees huis te zijn geweest, werd hij in 1642 provi sioneel Proponent op een salaris van 20 Realen per maand. Onder leiding van den Portugeeschen Predikant Rogerius mocht hij nu ook in die talen preeken. 7 Zelfs gaf hij zich over aan Theologisch ver taalwerk en ongetwijfeld zou liij tot Predi- 'kant zijn benoemd, indien hij niet te kampen had gehad met den bekrompen tegenzin van de Bataviasche Predikanten, die geen kleur ling in hun kerkelijke vergadering duldden. Dit schijnt zijn studie z i n te hebben aange tast, want toen hij eindelijk in 1657 tot het examen werd toegelaten, werd hij afgewezen. Onder al deze bedrijven door had hij zijn andere particuliere belangen niet ver geten. Hij had zich weten op te werken tot eigenaar van een huis aan de (bekende) Tijgersgracht en in 1656 vinden wij hem als eigenaar van een „thuijn" heel hoog aan de Tjiliwoen, waar hij zich, op Compagnies grond, met hout-aankap bezighield. Vijr jaren later werd hem de eigendom van dit perceel grond, dat zijn naam vereeuwigde (het huidige Meester Cornelis), gegund, in het einde van 1661 overleed hij. Met waar deering getuigde de Kerkeraad van het feit, dat hij met den geleerden Ds. J. M. Mohr, de eenige is geweest, die „de gemee:nte in beyde talen bediende", dus in het Maleisch en Portugeesch predikte. Deze eenvoudige Lontorsche Inlander, uit zijn land verjaagd door den terreur der Hol landers In den Archioel en een der weinige gelukkigen, die aan den dood ontkwam, deze Meester cornelis heeft dus wel bovenmate uitgeblonken in kennis te midden zijner landgenooten en andere meesters van Wat J'dit bezit, waar Meester Cornelis ..ruyg bosch" kapte, betreft, lezen wij, dat hem het eigendomsbewijs gratis weid .^gereikt. Het moet aanvankelijk een oppervlakte van pl.m. vijf vierkante K.M. hebben grad en 't strekte zich uit van TJlpinang tot de Tjili- woeng. Het gedeelte, dat lag binTei?j! bocht van den TjiUwoeng en als afscheep- plaats, of „pangkalan dienst deed van het gekapte hout, werd genoemd Meester Corne lis Eylandt, wat dan feitelijk oeteekent. schiereiland, hetgeen het eigenlijk was. Later kwam de vereenvoudiging tot: Meester coi- nelis. In 1672, dus elf jaren na zijn dood, had het gratis verworven, particuliere bezit waar de verkregen. Bij een verkoop in dat jnai bracht het de som van 215 Rijksdaalders op. Dat was voor dien tijd een belangrijk bediag. Het land werd gerekend tot de rimboe (wildernis), die Batavia omgordde en heet.e zeer ver van Batavia te liggem Tegenwoor dig loopen Weltevreden (Batavia) en Mees ter Cornelis ongemerkt in elkaar over; een tram verbindt beide plaatsen. Niemand waag de zich er en er kwam ook nooit een men- schelijk wezen. Men huiverde er voor de een zaamheid. Zelfs onze goede Vader Valentijn is en dit is zeer teekenend nooit zoo diep het land in geweest, maar de schilder Cornelis de Bruin, die Azië dwars was door getrokken. durfde deze „expeditie" aan en bezocht Meester Cornelis Eylandt. In 1706 stichtte men er een buffelmarkt. Men deed dit om te voorkomen dat de kar bouwen, vooral in den regentijd, langs on begaanbare en onherbergzame wegen naar de stad moesten worden geleid. Deze stad was Batavia. Voornamelijk voor hen, onaer onze lezers, die den tegenwoordigen toestand daar kennen, is deze „wetenschap" wel in teressant. Uit deze buffelmarkt is toen van lieverlede een geregelde Donderdagspasar (markt) voortgekomen, waarvan in een num mer van de Javasche Courant van 22 Sept. 1849 (ónze „Staatscourant) wordt vastge steld, dat Donderdag de eenige marktdag al daar is. Een gevolg hiervan was, dat vele Chineezen er zich toen kwamen vestigen. In 1734 kreeg de „vlek" een fortje (met een t!) en werd dit ommuurd. Het was een fort „van niks", het had wèl een kruitkamer, maar deze was niet ondergrondsch aange bracht, doch naar de vaak gemoedelijke oq- vatting van onze voorzaten, werd dit „ge houden" op zolder bij den commandant. Daar deze militair eenige bijverdiensten kon gebruiken, specialiseerde hij zich in zijn „vrije" uren de geschiedvorscher heeft nimmer een onderzoek naar die „vrijheid" ingesteld, evenmin als zijn superieuren in restaurateurs-aangelegenheden, want al spoedig werd „Meester" nu eenuitspan ning. Er werd (natuurlijk) een speelhuis ge bouwd om bezoekers uit het verre Bata via te trekken. Dit lukte zoowaar. En om het feestelijk karakter daarvan beter tot zijn recht te doen komen, luidde de schildwacht dan de klok, die anders alleen alle heele en half-uren werd geluid. En door „de bezet ting", voornamelijk invalieden, viel er dan gewoonlijk wel een stevige borrel af. Een ze kere Robberts is daar niet minder dan drie endertig jaar commandant geweest. Wat zal diè man een plant geworden zijn. om niet van een „rimboe-gewas" te spreken. Toen van Tmhoff's poging om het garni zoen van Batavia te later, exerceeren, tot een buitengewone sterfte onder het krijgs volk had geleid, besloot hij om de man schappen, om beurten, naar „Meester" te evacueeren. Meester was een malariavrij oord en als de betere lucht de mannen dan weer wat op hun verhaal had gebracht, to gen zij, na eenigen tijd, weer op weg naar de oude stad, die een hunner, die dit heeft medegemaakt, met galgenhumor doet ver klaren, dat hij weer „stadwaarts ter slagt- banke" werd geleid. Van Meester uit, den weg naar Buitenzorg opgaande, vindt men bij Tjilititan een brug getje over de Slokan (Kali Baroe), op het punt waar deze weg voor auto's een nogal gevaarlijke bocht maakt. Dit bruggetje heeft historische beteekenls verkregen, wijl het den rechtschapen, maar onbenulligen gou verneur-generaal Janssens, bij een aanval der Engelschen, het leven redde. De Engel- sche cavalerie, die hem op de hielen zat. hol den het ongemerkt, in haar wilde ren, voor bij en eerst, toen zij meende den G.-G. te hebben ingehaald, drong het tot haar door, dat zij aan de andere zijde van een ravijn reed. Ongeveer ter zelfder hoogte werd Ba ron Nahuys van Burgst, door koning Lode- wijk naar Indië gezonden om depêches aan Daendels te overhandigen door een En gelschen dragonder gevangen genomen, die hem, toen hij zich verdedigde, in den arm schoot. De geschiedenis verhaalt, dat hij daarna tot den baron zei: „And what do you say now?" Dat deze achtervolging overigens zoo gemoedelijk niet was, blijkt wel uit het feit, dat Nahuys de vluchtelingen bij honder den zag neersabelen. Historische beteekenls kreeg Meester even wel eerst door Maarschalk Daendels, die bij besluit van 29 Mei 1810 decreteerde om er het centrum te vestigen van verdediging te gen den dagelijks te verwachten aanval der Engelschen, waarvan hierboven dan sprake was. Er werden toen in allerijl eenige van baksteen opgetrokken, onbeduidende redou tes aangelegd. Voor enkele jaren stond een ervan er nog en dit deed dienst als kruithuis. Nu is er het officiers-kampement gevestigd. Jammer genoeg beging Napoleon de groote fout, op het zeer kritieke moment Daendels terug te roepen en te doen vervangen door Jan Willem Janssens (zie boven), die na dappere tegenweer bij capitulatie van 17 Sept. 1914, de bezitting aan de Engelschen moest overgeven. Hij overleed in 1838. Dat „Meester", zooals het in Indië, tout court, wordt genoemd, thans een bloelende en zich steeds uitbreidende plaats is gewor den dit in tegenstelling met de talrijke, andere fortjes rondom de stad is geheel te danken aan zijn ligging. Het ligt hoog en droog, ver van de zee en het is een pleister plaats geworden op den weg naar de boven landen. De plaats is thans een bloeiende gemeente, welker belangen sterk analoog gaan aan die van Weltevreden, met het welk het één ge heel vormt. Een belangengemeenschap brengt mede. dat het eens, administratief, met Wel tevreden vereenigd zal moeten worden. Of dit intusschen reeds geschied is, kan ik op het oogenblik niet nagaan. HET 5de INTERNATIONALE LUCHTVAARTCONGRES. INTERNATIONAAL GEZELSCHAP NAAR DEN HAAG. Zooals reeds eerder met een kort woord werd gemeld, zal van 1 tot 6 September te 's Gravenhage het Vijfde Internationale Luchtvaartcongres worden gehouden onder de auspiciën van de Nederlandsche Regeering, die de organisatie hiervan opdroeg aan de Koninklijke Nederlandsche Vereenlging voor Luchtvaart. Zooals de zaken nu staan, be looft dit Congres een der belangrijkste ge beurtenissen op aviat-Lsch-wetenschappelijk gebied van 't jaar 1930 te woraen en daarom stemt het tot voldoening, dat juist de Neder landsche Luchtvaart de eer te beurt is ge vallen in deze als gastvrouwe te mogen op treden. Acht en twintig landen (hebben reeds hun medewerking toegezegd en zullen hun meest vooraanstaande luohtvaarttechnici en medici, benevens autoriteiten naar Den Haag zenden, die een keur van onderwerpen zullen behandelen, welke verband houden met de belangrijkste vraagstukken op luchtvaartge bied, zoowel van commercieeien, technlschen, juridisohen, als van medischen en sportieven aard. Zoo komen er afgevaardigden uit vrij wel alle landen van Europa, waaronder depu taties van het Fransche Luchtvaartminis- terie, het Italiaansche Luchtvaartministerie, het Engelsche Air Ministery, verder nog van de „Royal Aeronautical Society of Great Britain", De toonaangevende „Deutsche Versuchsar.. stalt für Luftfahrt" stuurt eenige harer be- kwaamste experts. Ook vertegenwoordigers van het lAmeri- kaansche Departement van Handel, waar onder de luchtvaart ressorteert en van het Aërodynamische Instituut <te Tokio zullen naar de Residentie komen om voordrachten te houden over de laatste onderzoekingen op luchtvaart-technisch gebied in hun land. Het aërodynamisch Instituut van Moskou heeft reeds een aantal hoogst belangwek kende voordrachten ingezonden. Op technisch gebied kunnen allerhande voordrachten tegemoet worden gezien, welke betrekking hebben op de laatste vorderingen en verbeteringen in der. vliegtuig- en motoren bouw. als daar zijn: de toepassing van Diesel motoren voor vliegtuigen, een onderwerp, dat allerwegen met de grootste belangstelling ge. volgd wordt; eenige Engelsche experts zullen spreken over de toepassing van staal in den vliegtuigbouw, terwijl de Duitschers over hun laatste ondervindingen op het gebied van den duralumin-bouwstof en de corrosie van lichte metalen zeker veel nieuws zullen hebben te vertellen. Zeer groot is verder het aantal voor drachten op medisch gebied, vooral van Italiaansche zijde, waaruit men zal kunnen zien, welke groote vorderingen er de laatste jaren zijn gemaakt met de studies op vlieg- medisch gebied. Met belangstelling worden voorts de verhandelingen over luchtverkeer vliegvelden en radio van het Amerikaansche Luchtvaart-Departement, tegemoet gezien, aangezien hieruit voor Europeesche luchtver- keenexperts vele nuttige aanwijzingen zullen zijn te putten. De Instrumenten-verzameling. (Slot) Gaan we nu het trapje op. dan komen we in het oudste gedeete van het museum. Het midden van deze ovale zaal wordt ingenomen door vitrines met allerlei mineralen. Deze behooren niet tot de instrumentenverzame ling en we zullen ze daarom met stilzwijgen voorbijgaan. Beginnen we weer onze rondwandeling met het bekijken van de voor de kasten op gestelde voorwerpen. Vlak bij den ingang staan eenige perma nente magneten in hoefvorm, die uitmunten door hun groot draagvermogen. De magneet no. 663 is een electromagneet. d.w.z het Ijzer wordt pas magnetisch, wanneer er een elec- trische stroom door de draadwindingen gaat. De kracht, die op den grooten zuiger van de nu volgende hydraulische pers uitgeoefend wordt, is bijna 800 maal zoo groot als do kracht, waarmede men den hefboom neer drukt. Het stoomketeltje. dat onder het portret van Pieter Teyler van der Hulst staat, ls ge maakt naar aanleiding van de proeven van Armstrong. In October 1840 ontdekte een werkman te Seyhill ibij Newcastle), dat zijn stoomketel lekte In de buurt van de veiligheidsklep. De ketel stond op baksteen. Toen hij de veilig heidsklep aanraakte, bemerkte hij, dat hij een heftigen schok kreeg. Aanvankelijk dacht hij met zijn hand tegen de klep gc- stooten te hebben, daar hij door de ontsnap pende stoom niet voldoende zien kon. Spoe dig echter bleek, dat de schokken van elec- trischen aard waren. Men waarschuwde Armstrong, die de zaak onderzocht. Het bleek dat de geheele ketel een sterke electrische lading had: een voorwerp, dat geïsoleerd in den stoomstraal gehouden werd, kreeg de te gengestelde lading. Om verdere proeven te doen, stelde Armstrong (evenals Pattinson) een locomotief geïsoleerd op. Ten slotte con strueerde Armstrong een speciaal keteltje voor zijn onderzoek. Hij meende, dat de con densatie van den stoom de electrlciteit ver oorzaakte. Faraday nam, met gelukkig gevolg, het verdere onderzoek ter hand. Hij vond. dat de' lading ontstond door wrijving van de wa terdruppels, die door den stoom meegesleept werden. Al naar de stoffen, die hij aan het water toevoegde, werd de ketel positief of ne gatief. Een nauwe, bochtige uitstroomlngs- openlng voor den stoom verhoogde he>t ef fect. daar dan de wrijving vergroot werd Het verschijnsel is dus niet ontdekt aan een toevallig geïsoleerd staande locomotief, zoo als men wel eens vermeld vindt. Bij de trap is opgesteld een stuk natuurlijk magneetsteen. Dit is een ijzererts, dat uit zichzelf reeds magnetisch ls. De magneet is voorzien van een ijzeren poolstuk en sluit stuk. De groote spiegel, die nu volgt, dient ter demonstratie van de terugkaatsing van het geluid, tezamen met den spiegel aan den overkant van de zaal. Aan het toestel hangt een uitvoerige beschrijving. Aan het einde van de zaal vindt men een rijke verzameling kijkers van Dollond en van Van Deyl. die alle van bijschriften voorzien zijn, zoodat het niet noodig ls hier verder daarop in te gaan. Het toestel, dat voor kast VI staat ls een luchtpomp volgens Getssler. Deze berust op het luchtledige van Torrlcelll boven het kwik in een barometer. Verbindt men het leeg te pompen reservoir met die ruimte, dan wordt de lucht in het reservoir verdund. Door dit vele malen .te herhalen, kan de lucht bijna geheel weggepompt worden. Gelssler richtte het toestel zoó in, dat dit op een gemakke lijke manier uitgevoerd kan worden. Van de twee opgestelde luchtpompen Is no. 835 de belangrijkste. Met deze pomp ls voor het eerst een gas door samenpersing vloei baar gemaakt Deze proef van Van Ma rum leidde een lange reeks van onderzoekingen in omtrent het gedrag van gassen onder invloed van hoogen druk en groote temperatuursver schillen. Het Jongste resultaat op dat gebied is het vast maken van het helium door Keesom te Leiden. De beide fraaie globes van Adams zijn van verklarende bijschriften voorzien Door een B. B.-ambtenaar. Hoe men te vroeg of te laat kan leven. Hcrtenmaal. Succesvol optreden als heksen meester. Onthullingen voor den rechter. Met de autoriteiten in de fuif-kampong. Het slaat acht uur. U weet, geloof Ik, nog niet hoe dat op Poetoes gaat. Een kerkklok hebben we natuurlijk niet maar die wordt toch zoo veel mogelijk benaderd. Op de voor galerij van de kazerne hangt een klok en als die een vol of half uur aanwijst slaat de schildwacht het uur met een stuk ijzer op een schop: dat hoort de politiewacht naast mijn huis, die dan ook slaat: zoo weet je dan hoe laat het is. Ik controleer den tijd met mijn klok thuis en soms met de zon. Je komt dan wel eens tot de ontdekking dat je een half uur te vroeg of te laat hebt geleefd, als er een boot met een goede klok uit Pontianak komt; maar op een half uurtje kijk je hier niet. Vandaag had ik het buitenkansje dat een hert zoo ongelukkig was om zich dood telaten schieten door een Maleier, zoodat ik een koningsmaal had ter afwisseling van de eeuwige rijsttafel. Luister slechts naar het menu: Eerste gang: hertensoep. Tweede gang: herten salé (geroosterd vleesoh in dobbel steentjes aan stokjes). Derde gang croquette b la cerf. Vierde gang: Hertonbiefstuk met pommes de terre en uien. Vijfde gang: chocoladepudding met suikersaus. Zes:le gang: vruchten, pisang; en dat alles begoten met een heerlijk glas gekookt en gefiltreerd regenwater. U begrijpt dat ik smulde. En behalve dat pracht-diner heb ik het vooruitzicht op een verrukkelijk ontbijt en souper daar in den hertenperiode de eerste boterham belegd kan worden met hertenlever, de tweede met hertentong en de derde en vierde met hoofd kaas van het hert. Mijn eenige vrees na zoo'n lucullische her ten-periode is, dat ik bang ben dat mijn beroemde kuif geschonden zal worden door een uitbottend hertengewei. Na afloop hoop ik echter weer met een gerust hart aan een rijsttafel-serie te be= ginnen en mijn boterhammetjes belegd met spiegelei of kaas Onlangs ben ik als heksenmeester moeten optreden. Een kampong in de buurt. Kepala Poclau en bewoond door Kantoep Dajaks, was behekst en de niensch.cn wilden v©muizen. Daar de kampong nog heel goed is en ik venhuizen zonde vond, besloot ik de geesten er uit te jagen; de kampong vond dat fijn. Ik stapte er dus op een goeden dag heen; juist was ik onderweg of er stak een felle storm uit het Westen op, iets dat hier haast nooit voorkomt. Dat kwam prachtig uit om te ge= bruiken als deus ex machina. Ik vond de kampong diep in de put en kreeg allemaal venhalen over geesten die de luitjes gehoord en slechte droom en die ze ge droomd hadden. Ik zei ze toen met veel overtuiging, dat ik den geest had ontmoet en weggejaagd en dat die als een stroom was vertrokken. Eerst wil den ze dat niet geiooven, maar toen ik er hen aan herinnerde dat ik toch ook de zons verduistering vooruit had geweten, waren ze geheel overtuigd. Ik gaf ze nog wat planten en poppetjes, die zoogenaamde geesten weren, ilct ze een oelamatan geven met zang. dans en muziek en Het hun geheel gerustge steld achter; ik was voldaan, dat het mij gelukt was; het is wel gemeen om de men- schen zoo grof voor den gek te houden, maar dat hebben ze nu eenmaal graag, dat jc ze zoo behandelt; het is voor hun bestwil en Je moet hier nu eenmaal anders doen dan ergens anders. Ik kreeg deze week veel bezoek van allerlei Dajakschc hoofden; die komen graag een praatje maken als het kantoor al ge< sloten is en dat ls altijd heel amusant. Je hoort dan allerlei nieuws en amuseert Je met hun eigenaardige opvattingen. Je krijgt dan ook heel wat zaakjes te berechten, meestal de chronoque scandaleuse. Alles wordt Je dan nauwkeurig en uitvoerig omschreven tot. in de intimate finessen, wat er gezegd en wat er gedaan werd tot achter de klamboes; als je niet een beetje remt, zouden ze je alles voor doen op de voorgalerij, zoo laat een Dajak of Dajaksche zich meeslecpen In ihet vuur van de zaak; als ik het blozen langzamer hand niet had afgeleerd, zou het er treurig met mij uitzien. Met dat al heb ik hier over de eenzaam heid niet te klagen en brengt de Gouverne mentsboot mij nog al eens bezoek, zoo o.a. Zaterdagavond t-oen plots het loeien van een boot mijn rust verstoorde en bij verder onderzoek bleek hc: de Kantoc te zijn, dus verwachtte ik hoog bezoek: dus schoot ik als een haas in een hagelwit,:e uniform en schoof mijn dienstpet op naar boord en vind dsar de resident, assistent-residen niiiitair.-oyerste en twee kapiteins, het w dus een heele overval op den laten avond. Onmiddellijk ging ik met den resident en assistentresident naar kantoor en wij deden dienst tot liefst 12 uur; alles ging gelukkig van een leien dakje. Wij maakten toen het plan om den vol genden morgen om 5 uur met de aanhang motorboot naar een Dajakkampong in de buurt te gaan, waar juist het oogstfeest werd gevierd en waar ik toch al van plan was heen te gaan. Ik was 's morgens al om 4 uur present om alles voor het vroege vertrek te regelen; om 5 uur vertrokken wij naar Tandjong Karang, de beroemde en beruchtte fuif-kampong van heel Borneo. Ik had kans gezien om het kamponghoofd van te voren te waarschuwen, zoodat wij feestelijk met een krijgsdans werden ontvangen. Toen gingen we het lange huis (voor 45 gezinnen) binnen en werden op een soort stoelen neergeplant. Mijn gasten keken zich de oogen uit, daar ze nog nooit een Dajaksche kampong hadden gezien De Dajak vat zoo'n gebeuren van hoog be zoek kalmer op, hij trekt er zich namelijk niets van aan en viert kalm verder feest, gebruikt daarbij de hooge gasten als mik punt. Nadat er wat dansen waren uitgevoerd, kwamen er een twintigtal jonge meisjes dansende op ons af. Zij gaven toewak (sterke drank) te drinken. De resident en overste wilden eerst weigeren maar daar kwam niet' van: zonder complimenten werd hun hoofd in een paar slanke armen gekneld en hot glas voor hun mond geduwd. Toen was het: „drinken of gesmoord worden" en drinken werd het. U begrijpt dat die stedelingen wat gek opkeken van die verregaande vrijmoedig heid. Voor mij is zoo'n bezoek van Europeanen altijd wat lastig: de bevolking vindt het gek dat die hooge oomes zoo onwennig en dus onhandig doen, terwijl die hooge oomes mij een beetje gek aankeken dat lk al zoo Joviaal met allen omga. Na een poosje, toen het wat al te rumoerig ging worden, gaf ik het tecken van opstappen en met het aan- hangmotortje ging het weer terug naar Poe toes; onderweg waren de heeren niet uit gepraat over het gemaakte kampongbeaook en ze waren eenparig van oordcel, dat je zoo iets maar eens beleeft. Dat klonk mij, die nu als eenig Europeaan vier Jaar bij de Dajaks zit, wel eigenaardLg, maar toch hebben ze gelijk. Ik zal nog lang aan de hier bijgewoonde toestanden met plezier terugdenken en steeds blij zijn, dat ik hier die mooie en interessante jaren heb en heb gehao, Na ons zelf de hand gereikt, te hebben voor spiegel no. 325 en de verklaring bij no. 636 gelezen te hebben, zijn wc gereed voor onzen tweeden rondgang door deze zaal. Kast I ls grootendeels gevuld met toestel len van Van Marum. Met deze flesschen en buizen heeft hU de verbrandinsstheorie van Lavoisier in Holland Ingang doen vinden. In kast II staan allerlei toestellen voor electrische proeven. We treffen er verschil lende elementen aan. waaronder merkwaar dig zijn het standaard-element van Daniell no. 1083 Rechts daarvan ziet men een de monstratietoestel voor thermo-electrlciteit (no. 352'. Als men twee verschillende met a len aan elkander soldeert tot een gesloten rir.g en dan één soldeerplaats verwarmt, ontstaat een electrische stroom. Dit is toegepast in no. 651. Dit bakje be vat vele van dergelijke combinaties van twee metalen. De eene reeks soldeerplaatsen ligt bovenaan. Het stuk ijzer, dat er voor ligt, wordt in een vlam heet gemaakt en daarna op het bakje gezet. Het resultaat, ls een vrij sterke electrische stroom. Links in de kast staan eenige aardige toe stelletjes om de werking van magneten cn electrische stroomen op elkaar te demon- streeren. De kasten IV en V zijn gevuld met model len van werktuigen en met toestellen voor het mechanica-onderwijs. Ze hebben groote historische beteekenls, daar ze grootendeels ontworpen zijn door 's-Gravezande, die om streeks 1700 te Leiden hoogleeraar was. Zijn „Elemearon der natuurkunde", waarin ze uitvoerig behandeld worden, is beroemd. Ook kast V bevat vele oude Instrumenten. 55e hebben grootendeels betrekking op warm- tevcrschijnselen en het soortelijk gewicht van vloeistoffen. De belangrijkste zijn van toelichtingen voorzien. Kast VI wordt in beslag genomen door hulpmiddelen die van Marum bij proeven met zijn elect-riseermachines gebruikte. Er liggen ook vele onderdeelen van de groote machine in de andere zaal. In kast- VII treffen wij een rijke verzame ling luchtpompen, pompen, brandspuiten en dergelijke aan. Kast VIII bevat planetaria, kijkers, sex tanten. die van verklaringen zijn voorzien. In kast IX vinden we allerlei merkwaardige optische Instrumenten. Ook deze behoeven we hier niet nader te omschrijven, daar de bijschriften alle noodtge inlichtingen &even. Kast X tenslotte bevat een uitgebreide ver zameling magneten (meest ln kisten gebor gen) electrische klokken en kompassen. Hiermede zijn we aan het einde van onzen rondgang gekomen Uit den aard der zaak ls bovenstaande beschrijving slechts vluchtig. Een grondige verklaring van alle merkwaar digheden zou te veel ruimte Innemen. Zooals gewoonlijk ls Teyler's Museum aan staanden Zondag tot 4 uur geopend. Dr. N. W. DOORN. HET LOT VAN EEN NIEUWEN SCHOUWBURG. (Van onzen Lopdenschen correspondent) Alle ondernemingen zijn volgens de voor stellingen der Engelsche pers ln verval. De eenige uitzondering is de radio-omroep, die steeds meer klanten krijgt. Het verbaast dus niemand te lezen dat ook het tooneel ln het bijzonder en de vermakelijkheidswereld in het algemeen een slechten tijd doormaakt. De gewone burger ziet wel geen verschil met vroeger. Het theater schijnt op dezelfde wij ze ln stand te blijver, als het altijd ln stand gebleven is, met wat verval hier en wat op bloei daar, maar tenzij het meer en meer mode wordt alarmistische voorstellingen te geven de kranten hebben klaarblijkelijk „inside Information", waarop zij hun zwarte beelden van theaterverval baseeren. De voor stellingen krijgen bevestiging ln het lot van het Piccadilly Theater, een van do nieuwste, fraaiste en meest modern ingerichte plaat sen van ontspanning in de stad. Dit theater verkeert reeds nu in financleele moeilijkhe den. De bestuurders hebben een circulaire uitgestuurd waarin wordt verklaard dat hun onderneming het afgeloopen jaar meer dan 9000 pond sterling heeft verloren. Zij widen echter den moed niet opgeven en stellen voor nieuwe obligaties uit te geven tot een bedrag van 40.000 pond sterling. Deze schouwburg, twee Jaar geleden ge reed gekomen, heeft 200.000 gekost. Sinds de opening ln de L^nte van 1928 hebben de programma's bestaan uit musical comedy (Engelsche operette) entalkies. Op het oogenblik gaan er spreekjjlms, maar de huur loopt binnen een paar weken ten eir.de en dan is er geen huurder. In dit fraaie ge bouw is plaats voor 1400 menschen. Er is een hypermodern ventilatiesysteem, dat de lucht er altijd heerlijk frlsch houdt. Aan het theater Js een garage verbonden, waar een 200 auto's in verdiepngen kunnen worden gestald. Maar al dit gerief heeft dan toch niet kunnen verhoeden, dat het Piccadilly Theater op springen staat. Het merkwaar digste is dat het gebouw aan den eenen kant steeds de lichte muze heeft gediend en aan den anderen kant het modernste ver maak der talkies heeft gegeven. De nood van den schouwburg is niet te rijmen mot de beweerde aantrekkingskracht van talkies. Een feit ls dat het met die talkies ook al zoo'n vaart niet loopt. Tenslotte schijnen althans ln Londen de feiten te bevestigen dat het normale tooneel, het zuivere tco- neelspel ln deze stad nog het meest gewaar deerd wordt. In dien besten tak van den boom des amusements hoort men nog genoeg opgewekt gekwinkeleer. En or ls reden te vermoeden dat het tooneel puur en simpel waarlijk zou kunnen bloeien, ondanks de bruifilms, Indien het ln zijn ontwikkeling niet zoo hevig werd belemmerd door de .sohouwburgspeculantcn. die zulke ongehoor de prijzen bedingen (en kunnen bedingen) voor het huren van hun schouwburgen. INTERNATIONAAL MEETKUNDIG CONGRES TE ZÜRICII. Aan de Zwltsersche associatie van meer- kundigen valt de eer te beurt het 4o inter nationale meetkundige congres te organiseeron dat van 11 tot 14 September te Zurich plaats zal vinden. Het ccrr-voorzitterschap valt toe aan het bondsraadlid den heer Haeberlin, cn het „Conseil fédéral" heeft dc regeeringen van 58 landen uttgenoodigd zich door de bc. kendstc deskundigen te laten vertegenwoordig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 17