(Jit Haarlem's Gemeenteraad. HAARLEM'S DAGBLAD r ZITTING VAN WOENSDAGMIDDAG 23 JULI (Vervolg) PUNT 13 De voormalige Buiten-S ocieteit. B. en W. stelen voor, hen te machtigen de Buiten-Societeit van „Trou moet Blycken" in den Hout, met het daarbij bohoorende terrein en de daarop aanwezige muziektent, na afloop van de thans loopende huur (30 April 1931», met ingang van 1 Mei 1931 voor voor den tijd van vijf jaren alzoo eindigende 30 April 1936, te verhuren aan H. Th. van Looij, te Haardem, en zulks tegen een huur prijs van f 3500 per jaar. PUNT 14. Overdracht von voor straat bestemden grond nabij de Pyislaan. PUNT 15. Aankoop van perceelen aan den Vergierde- weg. PUNT 16. Aankoop van grond nabij de Prins Maurlts- laan. In behandeling komt het agenda-punt 17. PUNT 17, Uitbreiding St. Elisa- beth's-Gasthuis. B. en W. stellen voor te besluiten: I. Aan Regenten van het St.-Elisabeth's of Groote Gasthuis machtiging te verleenen tot het doen verbouwen van tien Gasthuis huisjes en aanbouwen van vier zalen bene vens tot het doen verbouwen van het per ceel Kleine Houtstraat 116 en het vernieu wen van de brandleiding. II. B. en W. te machtigen om in afwach ting van een definitieve financieele regeling ter betaling van de sub I genoemde werken aan Regenten van het St.-Elisabeth's of Groote Gasthuis een voorschot uit de ge meentekas te geven ten bedrage van ten hoogste f 238.000 tegen een rente van 4 1/4 pet. 's jaars en zoo noodig onder nader te stellen voorwaarden. De heer Peper bepleit spoediger werken Idan bij vroegere verbouwingen. Wethouder G e r r i t s z antwoordt, dat de verbouwings-werkzaamheden altijd spoedig geschieden. Van eenige nalatigheid is geen sprake. Er moet met verschillend» omstan digheden rekening worden gehouden. Het voorstel van B. en W. wordt goedge keurd. PUNT 18. Verlaging maximum aantal leerlingen per klasse. B. en W. stellen voor. afwijzend te besohlk- ken op een verzoekschrift van de afd. Haar lem van den Bond van Ned. Onderwijzers tot verlaging van het maximum-aantal leerlin gen per klasse bij het gewoon en bij het uit gebreid lager onderwijs. De heer Schoil zou gaarne willen, dat. B. fen W. naar een maximum aantal leerlingen van 36 zullen streven, teneinde te komen tot de Tegeling van vóór 1924. De heer Boes zegt, dat er maar enkele klassen in Haarlem zijn, die meex dan 36 leerlingen hebben. Dat is belangrijk minder dan een half jaar geleden. Er is dus eerder sprake van lage aantallen, dan van hooge. Er is daarom volgens hem geen reden, om aan het verzoek van den adressant te voldoen. Tenminste op dit oogentolik niet. De heer Klein merkt op. dat een hooger aantal alleen gevonden is in scholen In de buitenwijken en die vroeger dubbele scholen geweest zijn. Ook moet men niet te licht over den financieelen kaait van de zaak denken. De heer Peper meent, dat velen het blijk baar als van zelf sprekend vinden, dat het aantal leerlingen te hoog moet zijn. Spreker vindt dat niet. Hij wil het verzoek van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers in willigen, want het gaat hier om het onder wijs aan arbeiderskinderen, die alleen maar de lagere scholen kunnen bezoeken. Het on derwijs moet dus zoo goed mogelijk zijn. Te groote klassen kunnen daar niet bevorderlijk voor zijn. Arbeiderskinderen komen toch al zooveel te kort, vooral tegenover de kinderen die middelbaar en hooger onderwijs kunnen genieten. Naar verhouding wordt voor het onderwijs aan laatstgenoemde kinderen im mers oneindig veel meer geld uitgegeven, dan voor de arbeiderskinderen. Spreker stelt een inotie voor, waarin de raad als zijn verlangen kenbaar maakt, om het maximum aantal leerlingen voor de klassen der lagere scholen te brengen op 30 en 25 en waarin B. en W. worden uitgenoodigd, om spoedig desbetref» fende voorstellen in te dienen. Deze motie wordt alleen door den heer Oversteegen ondersteund. Zij karn dus niet in behandeling worden genomen. Wethouder Rood en burg verdedigt he., voorstel van B. en W. Hij bestrijdt de rede- van den heer Peper en merkt op, dat de arbeiderskinderen ln Haarlem absoluut niet verwaarloosd worden. Ook van deze kinderen genieten velen middelbaar onderwijs. Wan neer men het aantal leerlingen zoo belang- rijk ging verlagen, dan zou dit ook op de bijzondere scholen moeten gebeuren. Het. ge, volg zou zijn, dat weer een aantal bijzondere scholen gebouwd zou moeten worden. Spreker geeft de verzekering, dat verlaging van het aantal leerlingen aan de gemeente Haarlem een paar ton zou kosten. Hij gelooft, dat de onderwijzers veel liever les geven aan klassen van veertig, dan van twintig of achttien leerlingen De heer Joos ten: „Nou, nou! Wethouder Roodenburg zegt tenslot-e dat- B en W. er voor zullen zorgen, dat het aantal leerlingen niet hooger dan 36 wordt. Als het mogelijk is, zullen zij trachten het aantal lager te houden. ZIJ willen ztóh echter niet laten dwingen, als zij weten, dat het te voel lasten en kosten zou meebrengen. Na cenige replieken wordt het afwijzend voorstel van B. en W. aangenomen met de stommen van den lieeren Peper en Oversteegen tegen. PUNT 19. Opheffing openbare scholen voor gewoon lager onderwijs no. 6 en no. 31 en overplaat sing van onderwijzend personeel. DONDERDAG 24 JULI 1930 zDe heer Schol 1 vraagt of B. en W. zijn afgeweken van de gewoonte, om advies van de commissie van toezicht op het lager onder wijs te vragen. Het is niet voldoende, dat al leen het bestuur van die commissie advies geeft. Ook is hij er tegen, dat scholen wor den opgeheven: liever ziet hij het afstemdngs- systeem toegepast. De heer Boes spreekt in denzelfden geest. De heer Peper bestrijdt het voorstel van B. en W., omdat daardoor de andere klassen weer -groot er zullen worden. Mej. Berdenis van Berlekom vindt het wel jammer, dat eenige klassen moeten worden opgeheven. Maar zij steunt toch het voorstel van B. en W., zij het ock met leed wezen. Spreekster acht het niet goed, dat een onderwijzer les geeft aan een te kleine klas. Zij heeft af en toe geconstateerd, dat er wel eens onderwijzers staan voor een klas met acht en minder leerlingen. Het spijt haar intusschen dat B. en W. niet voorge steld hebben om de derde klasse van school 19 te splitsen. Mocht het na de vacantie blijken, dat veel leerlingen worden ingeschre ven, dan hoopt zij, dat daar nog een klasse zal worden gesticht. Het spijt spreekster ook ten zeerste, dat B. en W. de stukken zoo laat naar de commissie van toezicht op het lager onderwijs om advies sturen, vooral wanneer daar nog een bestuursvergadering aan vooraf moet gaan. Op die manier kunnen de zaken niet goed besproken worden. Wethouder Roodenburg verdedigt het standpunt van B. en W. Wegens gebrek aan tijd is het college van den gewonen regel afgeweken. De stukken konden niet eerder naar de commissie worden gezonden. En bo vendien moesten die weer spoedig naar B. en W. terug worden gestuurd. Spreker zou gaarne tot splitsing van school 38 willen over gaan, maar daarvoor zijn de bezwaren te groot. Men mag de ouders niet <Jiwingen, hun kinderen een verren afstand te laten loopen. De derde klasse van school 19 behoeft niet gesplitst te worden omdat het aantal leer lingen intusschen weer van 42 tot 38 gedaald is. In die klasse komen en gaan vele kinde* ren. De heer S c h o 11 dient een voorstel ln, oan klassen niet op te heffen, maar ze als pa rallel-klassen naar nadere scholen over te brengen. Wethouder Roodenburg adviseert het voorstel van den heer Scholl af te wijzen, omdat daardoor weer te kleine klassen ge* handhaafd zullen worden Het voorstel van den heer Scholl wordt met 17 tegen 15 stemmen verworpen. Het voorstel van B. en W. wordt daarop goedgekeurd. Filiaal van het Gemeente lijk Lyceum aan de T empeliersstraat. Wethouder Roodenburg deelt vreemd aan de orde van den dag mede, dat de heeren lr. Van Mourik Broekman en Dr. Spoelder gevraagd hebben, een paar klassen van het Gemeentelijk Lyceum tedelijk onder te brengen in het schoolgebouw aan de Tempe liersstraat wegens plaatsgebrek in hun ge bouw. Spreker stelt voor, aan dit verzoek te voldoen. Hierdoor zal het ook noodzakelijk zijn om een paar klassen van de school aan de Tempeliersstraat naar andere scholen tijdelijk te verplaatsen, namelijk één naar de school aan de Botermarkt en één naar de school aan het Leidscheplein. De raad vereenigt zich hiermede. PUNT 20. De terreinen van „Haarlem" Onteigening van perceelen ten -Zuiden van de Jan Gijzenvaart, waarbij o.a. zijn be grepen de terreinen van de voetbalvereni ging „Haarlem". Hierbij het bekende bezwaarschrift van het bestuur van „Haarlem". De heer Castrlcum vraagt of het alleen de bedoeling is om tot onteigening over te gaan en nog niet de sportterreinen aldaar te doen verdwijnen. Spreker geeft B. en W. in overweging, om met het bestuur van „Haar* lem" ln nader overleg te treden. De heer Visser spreekt in denzelfden geest. Wethouder G e r r i t s z antwoordt, dat over leg reeds heeft plaats gehad en dat B. en W. natuurlijk genegen zijn, om ook in de toe komst overleg te plegen. Hij merkt intus schen op, dat het bestuur van „Haarlem" wel den weg naar de raadsleden en naar ver schillende commissies heeft kunnen vinden, maar niet naar den wethouder van Open bare Werken, hoewel deze een paar weken geleden door den voorzitter van „Haarlem" zeer voorkomend is behandeld bij de laatste atletiekwedstrijden; spreker is zelfs door hem per auto thuis gebracht. Daarom vindt hij het vreemd dat het bestuur nu dezen weg gevolgd heeft. Hij stelt voor, het voor stel aan te nemen in het belang van den te stichten Noorder-Hout, waar ook nog wat an* ders dan voetbalvelden moet komen. Spreker zou een prijsvraag willen uitschrijven voor een goede uitvoering van de plannen ten op zichte van de stichting van den Noorder- Hout. Daarvoor is een jury benoemd. Intus.- schen zal met alle vereenigingen overleg worden gepleegd. De heer Klein Schiphorst zegt, dat. met de belangen van de veertigjarige voet balclub „Haarlem" terdege rekening moet worden gehouden. Spreker deelt mede, dat het bestuur van „Haarlem" ook bij hem is ge weest, omdat het blijkbaar van dezen wet houder niet veel heeft te verwachten. Hij vraagt inlichtingeen over eenige loopende geruchten ten aanzien van den koopprijs. De heer R e i n a 1 d a stelt het volste ver trouwen in den wethouder van Openbare Werken, nu deze gezegd heeft, dat nog met alle belanghebbende vereenigingen overleg zal worden gepleegd. Wethouder G e r r 11 s z deelt mede. dat een vooraanstaand sportman in Haarlem als tusschenpersoon is opgetreden en ge vraagd heeft of de gemeente het „Haarlem"- terrein zou willen koopen. Hiervoor werd een hooge prijs genoemd. Deze vereeniging zou dan de terreinen voor een langen ter mijn willen huren. B. en W. hebben dit voorstel afgewezen. Nu hebben zij dit voor stel tot onteigening ingediend in het belang van verschillende takken van sport; er is na melijk al lang behoefte aan een slntelbaan. Spreker zegt, dat de teekencn er op wezen, dat het „Haarlem"-bestuur alleen gehandeld heeft uit bouwspeculatief oogpunt en niet alleen om de sport te bevorderen. Daarom heeft het, alsof die grond reeds bouwrijp INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN a 60 Cts. per regel FOTOGRAFISCH ATELIER „RICHE" Gr. Houtstr. 169 I Familie- en Tel. 13472 - Heerlen I Bruidsgroepen was, een bedrag genoemd, dat twee en een half maal te hoog is. Ook in het belang van „Haarlem" geeft spreker in overweging, het voorstel van B. en W. aan te nemen. De on derhandelingen zullen in begin September worden hervat. De heer Van Llemt keurt de wijze af, waarop tot nu toe onderhandeld is. Wethouder Gerritsz zegt, dat het be stuur van „Haarlem" niet goed gedaan heeft, door zich tot den raad te wenden. De lieer Mie zé rus: „Geef ze een ander veld!" Wethouder Gerritsz antwoordt dat dit niet noodig is, want er kan misschien een ruiling tot stand komen. De heer M i e z r u s merkt op, dat de heer Hin, zij het ook niet rechtstreeks, toegege ven heeft, wel Ce weten dat het verzoek tot verkoop der „Haarlem"-terreinen van de ge meente Haarlem was uitgegaan. Geroep: „Ha!" Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. PUNT 21. Het Plein. B. en W. vragen een bedrag van f 102.000 voor de reorganisatie van het Plein. De bij zonderheden van dit agenda-punt werden in ons nummer van Maandag gepubliceerd. De heer Van Santé vraagt welk plan het is, waarmee B. en W. gekomen zijn. Is het nu van Openbare Werken, van den heer Tenckinck of van een ander? Wethouder Gerritsz antwoordt, dat het plan van Openbare Werken gekozen is, nadat overleg is gepleegd met de politie en met den hoofdinspecteur van het verkeers wezen in Amsterdam. Het is onjuist om hier te spreken van een Amsterdamsch plan. Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. PUNT 22. B. en W. stellen voor, niet aan te nemen het voorstel van den heer Joh. Visser, om over te gaan tot onmiddellijke aanschaffing van een nieuwe reserve-pont ten gebruike voor het Noorder Buitenspaarne. De heer Visser zegt, dat men wel een groot optimist moet zijn om te gelooven dat over twee jaar de nieuwe brug over het Zui- der Buitenspaarne gereed zal zijn. Een nieu we pont zal over twee jaar nog wel de volle waarde hebben, maar over twee jaar zullen de ponten, die nu op het Zuider Buiten spaarne dienst doen, „verjaard" blijken te zijn. (Gelach). Het pontje, dat nu op het Noorder Buitenspaarne gebruikt wordt, is een gebrekkig communicatiemiddal, dat geen twee jaar gehandhaafd mag worden. Spreker handhaaft zijn voorstel. De raad moet weten wat hij doet; spreker heeft gewaarschuwd. De heer Koppen bepleit een zoodanige verbetering van het pontje, dat er meer ruim te op komt, opdat ook kleine wagens over gezet kunnen worden. De heer Re in al da merkt op,-dat in het nieuwste rapport aan B. en W. niet is geble ken, dat het pontje gevaarlijk is. Het is heel logisch.dat de ponten af en toe grondig worden nagekeken.Dat wil daarom niet zeggen, dat ze gevaarlijk zijn. Spreker geeft met groote gerustheid den raad 'Tri 'overweging, het voor stel van den heer Visser'af te wijzen. Wethouder G e r r i t s z verdedigt het af wijzend voorstel yan B. en W. Spreker heeft van den directeur van den Havendienst ver nomen, dat het pontje nog heel goed twee jaar dienst kan doen. Het voorstel van den heer Visser wordt verworpen met 24 tegen 10 stemmen. PUNT 23. Benoemingen. Benoemd wordt tot onderwijzer aan de school voor U.L.O. letter A aan de Jacobstraat de heer H. Schuurman, te Sliedrecht, en tot onderwijzer aan school no. 23 aan de Ka.ro- lingenstraat de heer C. Kooiman, te Bree- zand. Tot hoofd der school voor voorbereidend lager onderwijs No. 7 aan de Marnixstraat wordt benoemd mej. R. H. J. Folmer, te Zandvoort." Rondvraag. De heer Klein vraagt toezegging, dat af- giften van bouwvergunningen zooveel moge lijk bespoedigd zullen worden. De heer Oversteegen vraagt antwoord op zijn vragen over den toestand van eenige woningen in het Gemeentelijk Woningbedrijf staande aan den Heerensingel, Schrevelius- straat, Schotersingel, enz. Wethouder Gerritsz leest het rapport voor van den directeur van het Gemeentelijk Woningbedrijf., waaruit blijkt, dat aan die woningen evenveel zorg wordt besteed als aan andere woningen van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Het verf werk is op het oogen- blik slecht; het schilderen zal dit.jaar nog plaats hebben. Ook zijn sommige huizen van ongedierte gezuiverd. De conclusie van hes rapport is, dat die woningen niet in een haveloozen toestand verkeeren. De heer Oversteegen is met dit ant woord niet tevreden. Hij zegt, dat die wo ningen, als ze aan particulieren toebehoor den, zeker oiibewoonbaar verklaard zouden worden. De heer Peper bestrijdt eveneens 't rap port. Er wordt volgens hem niet voldoende aan gerepareerd. Spreker somt eenige gebre ken op en zegt dat de huren vrij hoog zijn. Er moet heel veel aan gedaan worden, willen de huizen weer bewoonbaar worden. Wethouder Gerritsz merkt nog op, dat aan het slot van het rapport staat, dat wan neer het noodig blijkt dat er nog wat aan gedaan moet worden, dit ook zal geschieden. Niet ingewilligd kan worden het verzoek om de ruitjes van de woningen aan de Schreve- liusstraat door grootere te vervangen. De heer Oversteegen wil dan nog een gedachtenwisseling over zijn vragen be treffende het auto-ongeluk van Maandag morgen op de Amsterdamsche Brug. De Voorzitter kan dit niet toestaan, omdat de heer Oversteegen in zijn vragen aan B. en W. verzocht heeft, met voorstel len tot verbetering van het verkeer te willen komen. Met vacantie. De Voorzitter sluit te kwart vóór vijf de vergadering. Hij deelt mede, dat het zijn bedoeling is om den raad eerst over vier we ken weer bijeen te roepen. Hij wenscht den I raad een prettige vacantie toe. KANTONGERECHT. Van getuige tot verdachte „il n' y a qu' un pas". Een timmerman uit IJmulden had in een andere zaak als getuige moeten verschijnen en omdat hij dat niet gedaan had verscheen hij nu als verdachte in zijn eigen zaak. Wis kundig uitgedrukt is het maar een verschil van enkele meters, want of men al verschijnt aan het groene tafeltje, waaraan de getuigen de geheele waarheid en niets dan de waar* heid zeggen of achter het hekje, waarachter de verdachten hetzelfde pretendeeren te zeg gen, hoewel het meestal in flagranten tegen spraak is met wat de getuigen in het mid den brengen; het scheelt altijd slechts de helft van den afstand, die er bestaat tus* schen den griffier en den vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie en die is oij het Kantongerecht niet groot. Rekenkundig is het verschil echter belangrijk» want de timmerman heeft nu een boete van tien gul den te betalen, terwijl in de zaak, die niet zijn zaak was, hij er drie gulden op toe ge kregen zou hebben voor het tijdsverzuiim, dat hij nu ook lijdt, tenminste in het gunstigste geval. Aangezien getuigen zoo goed als altijd meenen, dat het gunstigste igeval op hen van toepassing is. strijken zij doorgaans de maximum-vergoeding op. Wij mogen dus aannemen, dat het voor den timmerman een verschil maakt van 13 gulden, ongerekend wat hij betaalt voor een retour naar Umul- den. Dertien gulden is veel voor iets, dat men alleen gedaan heeft door het achterwege te laten, maar in het laatste zit het 'm juist, want de kantonrechter zei, dat het wegblijven van getuigen een meer en meer toenemend euvel is, dat den kop moet worden ingedrukt, en zoo beschouwd draagt de timmerman op een alleszins billijke wijze bij tot de bevorde ring der Openbare Rechtspleging. Vuilstorting. Er was op den Koudenhorn een hoopje vuil, bij dagvaarding nader omschreven als „voorwerpen en stoffen, bestaande uit een kist, een teil, een mand en modder". En er was ook een koopman. Om der wille van het causaal verband zult u veronderstellen, dat de koopman een voddenkoopman was. Als het causaal verband der dingen altijd zoo evident was zouden er echter geen lange zit* tingen van het Kantongerecht zijn, dus was er geen verband tusschen den koopman en het hoopje vuil. Het kwam pas, toen er óók een agent op den Koudenhorn verscheen. De agent bezag het hoopje stoffen en voorwerpen in verband met den koopman en hij zei tegen den koop man: „Ruim dien rommel maar eens op". De koopman heeft toen tegen den agent gezegd: „Raap het zelf op". De koopman had daarbij moeten begrij pen, dat men zooiets niet zegt tegen agent. Hoezeer er ook voor hem geen reden was om zich bezig te houden met de kist, de teil, de mand en de modder, had hij een vriendelijke houding tegen den agent moe ten aannemen en hem hetzelfde vertellen, wat hij nu aan den Kantonrechter verhaal* de. Namelijk, dat hij ,bij het vullas niet ver tegenwoordigd was geweest", hebbende het zijn acht-jarig zoontje op den Koudenhorn gedeponeerd. En wat een 8-jarig zoontje van een koopman neerlegt, behoeft een koopman niet op te rapen. Zelfs niet op last van en net zoo min als een agent. De koopman had echter iedere explicatie tegenover den agent overbodig gevonden en deze had het raad» zaam geacht om proces-verbaal op te ma ken. En nu stond de koopman voor het hekje om te betoogen, dat hij getuigen wilde mee brengen, die gezien hadden, dat zijn kleine jongen de „stoffen en voorwerpen" op de Koudenhorn gebracht had en niet hij. De kantonrechter achtte het noodzakelijk om behalve den getuige, den agent te hooren en te dien einde werd de zaak een week uitgesteld. Het „Freibad" IJmuiden. Wanneer wij in de bioscoop leven en Charlie Chaplin zien, verheugen wij er ons in, dat hij in de Dicky-seat kruipt van politie auto's die hem achtervolgen en dat hij zo-s heerlijk brutaal doet, als wij het nooit zou* den durven. Maar wat doen de jongens in IJmuiden? Zij hangen hun jas op de borden, waarop staat, dat het verboden is daar te verwijlen, En dan gaan zij zwemmen. En na hen komen er vele argelooze wandelaars, die er zich over verblijden dat er kleeren over het bord gehangen zijn en daarin de vrijheid vinden om ook in de duinen van de zeereep te verwijlen. Wanneer er dan een koddebeier langs komt beroepen zij zich op de jassen van de jongens en de koddebeier maakt niettemin proces* verbaal op en de gedupeerde wandelaars zoe ken verhaal op de jongens, waarop practisch niet veel te verhalen valt omdat zij in zee liggen en er in blijven tot de koddebeier den menschen met zachten drang verwijderd heeft. Zoo zijn er blijkbaar duizenden, maar dan moet het weer een beetje meewerken en aan gezien het dat al heel lang niet meer doet was er maar een op de duizend, die voor den magistraat verscheen. De boete was twee gulden, hetgeen een alleszins mooi begin is, gezien de atmosferische omstandigheden. Het kan een bedrag aan boeten worden, waarvan het Rijk een stuk duin zou kunnen laten inrichten tot „Freibad", wat een zeer dank* bare bestemming van de op deze wijze ver gaarde gelden zou zijn. De Rijksverdedigingswerken als wandelplaats. Er was ook een slager, die geloopen nad. waar hij niet mocht gaan. Ter verontschul* diging dient echter gezegd te worden, dat de slager er niet liep als slager, maar met zijn meisje. Het was op de Rijksverdedigings werken bij Spaarndam en als de slager er alleen geloopen had, zou hij misschien ver volgd zijn wegens militaire spionnage. Nu werd dit zelfs niet ter sprake gebracht. Men spionneert niet met z'n tweeën. De slager, noch het meisje hadden gemerkt, dat zij op het terrein van de Rijksverdedigingswerken waren, vóór iemand in uniform het hun was komen vertellen, maar toen was het t-e laat. In het algemeen zijn de Rijksverdedigings» werken een rustiger wandelplaats dan andere terreinen, maar wat zou er van worden, in dien er de hand niet aan gehouden werd, dat het er rustig blijft? (V De eisch was voor ieder drie gulden, maar de kantonrechter was mild gestemd en maak te er een gulden voor ieder van. DE REIS VAN DE KONIGIN. Volgens de Tel. blijft Koningin Wilhelmina nog een week tc Bygdin in Noorwegen. De Koningin schildert er veel. De volgende week zou zij naar Oslo vertrekken, om dan over Zweden en Denemarken de terugreis te maken. Stockholm zou niet bezocht worden. RICHTINGAANWIJZERS OP TRAMS? In antwoord op het verzoek van den A. y, W. B. en de K N. A. C- aan de directies vaa tramondernemingen om ook op tramrijtuj. gen richting aanwijzers te doen aanbrengen hebben verschillende directies bericht "dat deze aangelegenheid haar volle belangstel, ling heeft. De Nederlandsche Vereeniging van Locaalspoor- en Tramwegen heeft een com. missie benoemd, die over deze zaak advies zal uitbrengen. VICE-PRESIDENT DER RECHTBANK Thans is definitief benoemd tot vice-pre. sident van de Arrondissement^ Rechtbank te Haarlem mr, G. Sluis, titans rechter. SECRETARIS RAAD VAN BEROEP DIRECTE BELASTINGEN Tot secretaris van den Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Haarlem benoemd mr, p. F. Westerling, hoofdcommiei ter provinciale griffie. „DER BLAUE VOGEL" KOMT WEER. Het Russische Theater „Der Blaue Vogel" komt in October voor de zevende maal naat Nederland. (Onderstaande berichten zijn reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen.) OPMERKINGEN VAN LEZERS, DE ALGEMEENE BEGRAAFPLAATS TE HEEMSTEDE Een lezer zendt ons eenige opmerkingen over de openstelling van de Alg. Begraaf, plaats te Heemstede. Hij zou in de eerste plaats wensóhen dat bij den ingang een bord werd geplaatst, den tijd vermeldende gedurende welken de begraafplaats voor het publiek geopend is. En dan vindt inzender dat sluiting te 4 uur wel wat vroeg is; hij zou de begraafplaats tot 8 uur geopend willen zien. Tot zoover deze inzender. Bij informatie bleek ons dat een bord, zoo. als onze lezer dat wenscht, wel spoedig ge. plaatst zal worden: het is reeds „in de maak'' De tijd, gedurende welken de begraafplaat geopend is, is pas onlangs (20 Februari 1930) bij gemeentelijke verordening vastgesteld, Het is niet te verwachten dat hierin na vijf maanden alweer verandering zal worden ge bracht. POSTDUIVEN. „DE ZWALUW" TE HELLEGOM. De wedvlucht met jonge duiven van Vil voorde (België) had een best verloop. Gelost om 8 uur, bereikte de eerste duif haar hok om 10.2.42 met een snelheid van 1242.8 meter per minuut. De 20e prijswinnaar werd ge toond om 10.13.17 met een snelheid van 1144.2 meter per minuut. De volledige uitslag luidt als volgt: 1 2 4 10 20 Gebr. Zwaneveld; 3 5 6 8 16 W. Beyersbergen; 7. 9 11 14 M. Koek; 12 13 15 P. Seholte; 17 L. A. Warmerdam; 18 19 P. Witteman. In concours waren 54 duiven, Zondag 27 Juli houdt de Zwaluw een wed vlucht met jonge diuven (broed 1930) van Soignies (België) afstand 195 KJM. HET KIESRECHT IN ONZE WATER- SCHAPPEN. De heer A. W. Michels, lid van Gedepu teerde Staten, schrijft in De Gemeente over bovenstaand onderwerp o.m. het volgewte: Het doel van het waterschap, de oudst* J publiekrechtelijke vorm, welke bekend is, b* j staat n.l. in het keeren van het buitenwafc i en het beheerschen van den waterstand bin- nen zijn grenzen. De belanghebbenden, da; zijn dus allereerst de eigenaren dier gronden, hebben daartoe als 't ware gezamenlijk een lichaam gesticht, teneinde dat doel op ds beste wijze te bereiken. Behoudend het toezicht van hooger gezag, is het ook vpj, dit te doen op de wijze, all deze belanghebbenden het beste achten. De ontwikkeling der maatschappij, ook op het platteland, heeft er reeds toe geleid, dat dit inzicht hoe langer hoe scherper is go- worden. De overheid heeft daarmee erkend, dat de belangen, die de waterschappen be hartigen, verder reiken dan die der grond eigenaren alleen. Maar het Waterschap is gebleven de ver eeniging van gronden en de eigenaren daar van brengen de lasten op, die voor het be reiken van het doel noodig zijn. In dit systeem past dus al geen kiesrecht van bijvoorbeeld alle rn^-erd "Harige Inwoners von het Waterschap. Een Waterschap kent geen inwoners, maar alleen ingelanden, n.l. menchen, die,"•"""naar zijn van land binnen zijn grenzen. Evenmin als een georganiseerde bakker dus stemrecht kan uitoefenen in den bond van typografen, evenmin zou een stem recht van alle inwoner- van een Waterschap passend of doelmatig zijn. Maar als dit 7X>o is. dan kan men ook niet zonder meer de beginselen en normen van het gewone kiesrecht overbrengen op dat in de waterschappen. Elke grondeigenaar vertegenwoordigt een zekere hoeveelheid grond, waarvan hij in de vergadering van ingelanden de vertegen woordiger is. Hier is een belang dat verder strekt dan den persoon des eigenaars, en ik zou zijn positie het beste kunnen vergelijken met die der afgevaardigden naar Congres of jaarvergadering, erveneens vertegenwoordi gers van ongelijke groepen en belangen, hetgeen dan ook tot nu toe steeds tot ge volg heeft gehad: een aantal stemmen naar de grootte der afdeeling, die men vertegen woordigt. Het politieke stemrecht regelt machts verhoudingen, het is een persoonlijk recht, teneinde door het aantal drang te kunnen uitoefenen. Zoodra dit element in de water schappen zijn intrede doet, is het belang, dat door deze lichamen behoort te worden gediend, niet meer veilig. Zoo ooit, dan is hier zorgvuldige keuze der bestuurders noo dig. omdat een slecht of verkeerd samen- gestold bestuur groote schade kan aanrichten, hetzij door nalatigheid, hetzij door onoordeel kundigheid. De vitale belangen, die hiermee gemoeid zijn, mogen daaraan niet worden gewaagd. Hooger inzicht moge veel kunnen keeren. het kan nooit zelf besturen. Het kar. uitsluitend negatief optreden, doch is nooit op tijd in staat, te doen wat een waterschaps- bc-tuur, door welke omstandigheid ook, na laat. Men kan aanvoeren dat het belang, door de waterschappen behartigd, zich toch wel degelijk over alle inwoners, ongeacht of zij eigenaars zijn of niet, uitstrekt, omdat bii dijkbreuk en overstrooming het water zich niet bepaalt tot de erven der grondeigenaren alleen, doch dit verandert aan het feit niets, dat ons waterschapswezen, zooals dit histo risch is gegroeid, de behartiging van dat be lang aan deze doelcorporaties opdraagt, een belang zoo groot voor de grondeigenaren, dat de behartiging daarvan in het algemeen daar wel veilig wordt geacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10