HET GEDENKRAAM IN HET PROVINCIEHUIS. Plechtigheid in het Vredespaleis. UIT DE PERS UIT DE OMSTREKEN HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1930 Zooals wij meldden bestaat het geschenk-van de gemeente Haarlem aan het nieuwe Provin ciehuis aan de Paviljoen slaan uit een gedenkraam, dat dezer dageti in het Trappenhuis van het nieuw gebouwde gedeelte vari het Gouvernementsgebouw, waar de bureaux ge vestigd zijn, is geplaats. Donderdag is te s-Gravenhage in het vredes paleis aan het Permanente Hof van Inter- nationale Justitie door de Honourable Society of The Middle Temple te Londen dangéboden 't portret van den overleden Viscount Finlay, lid van het Hof van 19221929. Een over zicht der zitting tijdens de aanbieding van het portret. Wijlen Viscount Finlay. EXAMENS HOOFDAKTE. Haarlem, 31 Juli. Geëxamineerd 8 mnl. candidaten, Afgewezen 4. Geslaagd de hee- ren: J. A. Keepers. Amsterdam. W. Koning stem, IJmuiden; Th. N. A. v. d. Maat, Bever wijk, J. Roosen, Haarlem. EXAMENS HANDENARBEID. Haarlem 30 en 31 Juli. Geëxamineerd 12 ml. candidaten. Afgewezen 5, Geslaagd de heeren F. Hensbergen. R. Rejding, H. J. Kael- man, allen te Amsterdam; W. Kars en A. R. van Pavel. Utrecht: G. D. Lukkln, Bilthoven; J. E. Westering, Helder. UIT DE STAATSCOURANT. Onderscheidingen. Aan Tli. G. H. Stibbe, directeur der Intern. Crediet- en Handelsvereen. „Rotterdam" te Rotterdam is verlof verleend tot het aanne men van zijn benoeming tot ridder in de orde van het Legioen van Eer van Frankrijk. Burgemeesters. Op verzoek met l Aug. is met dank voor langdurigen dienst, eervol ontslagen J. P. van Dijk, als burgemeester van Lieorop en be noemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau. Departement van Defensie. Met ingang van 1 November is op verzoek met dank voor de aan den Lande bewezen diensten eervol ontslagen J. F. Graadt van Roggen als administrateur bij het Departe ment van Defensie. Audiënties. Geen audiënties: door den minister van Waterstaat op 6, 13 en 20 Augustus a.s.; door den minister van Financiën tot nader be richt. SPOEDIGE WETTELIJKE VACANTIE* REGELING VOOR ARBEIDERS? Het Tweede Kamerlid de (heer Drop heeft den minister van Arbeid, Handel en Nijver heid de volgende vragen gesteld. Kan de minister mededeelen, hoever liet onderzoek omtrent een wettelijke regeling de rvacantie van arbeiders, minstens met het. behoud van het gewone loon. toegezegd bij Mem. van Antwoord op hoofdstuk X der Rijksbegrooting voor 1930, is gevorderd? Indien dit onderzoek nog niet is beëindigd tegen welk tijdstip is dan de afloop te ver wachten; indien het onderzoek wel is be ëindigd. kan dan de indiening van een wets ontwerp spoedig tegemoet worden gezien? INDIë EN DE JONGENSBOEKEN. TWEE INDISCHE JONGENSBOEKEN. Dr. A. B. Korff. Een Vacantiereisje naar Java. (Uitg. Van Hoikema en Warendorf, Amsterdam). N. K. Bieger. Flip's Indische Lotge vallen luitg. Gebr. Kluitman, Alk maar). Het is wel opmerkelijk, dat wij zoo goed als geen Indische jongensboeken bezitten. Indië is in onze jongensliteratuur al zeer stiefmoederlijk bedeeld. .Eh toch zal zeker wel niemand het groote belang van eenige kennis van Indië ook voor onze jeugd willen tegenspreken. De toekomst van duizenden jongens en meisjes ligt in Indië. er is bijna geen HolLandsche familie, die niet betrek kingen of belangen in onze koloniën heeft, Indië is voor zeer vele Hollanders het tweede vaderland. En toch weten zij er zoo bitter weinig van af. Sir Henry Deterding voelde het gewicht van een grootere kennis omtrent Indië voor onze Hollandsche jeugd en hij stelde daar om een fonds ter beschikking om eenige flinke jongens een reis naar Indië te laten maken en ook de wetenschappelijke tocht door Java en Sumatra van enkele Holland sche leeraren had een zelfde doel. "Maar aan de lectuur voor onze jeugd heeft men blijkbaar nooit gedacht. Hoe veel meer jongens en meisjes kan men niet bereiken met een goed geschreven, friseh boek, dat in Indië speelt en den jeugdigen lezers een hel der inzicht geeft van het leven in den Oost! Indische jongensboeken bestonden tot voor kort zoo goed als niet. Het totaal gebrek aan kennis van het leven in Indië bij de schrij vers van boeken voor de jeugd zal hiervan wel de voornaamste oorzaak zijn. Marie van Zeggelen schreef haar fijn verhaal „De Gou den Kris", maar dat is toch niet, wat ik be doel met het Indische jongensboek, dat het leven in Indië beschrijft. In mijn .Katjangs" heb ik althans in de eerste vijf hoofdstukken een poging hier toe gewaagd en tot mijn voldoening heb ik herhaaldelijk mogen ondervinden, hoe veel waardeering dat juist in Indische kringen heeft gewekt. Maar „Indisch" kan men De Katjangs toch onmogelijk noemen. Het In dische jongensboek moest nog altijd geschre ven worden. En zie, daar werden mij nu in één week twee boeken ter beoordeeling toegezonden, die juist dat geven, wat ik bedoel, boeken, waarin Hollandsche jongens de hoofdperso nen zijn en die den jeugdigen lezers een rui mere kennis van Indië willen bijbrengen. In het eerste boek „Een Vacantiereisje naar Java" kan ik alleen maar de goede bedoeling waardeeren. Dr. A. B. Korff be schrijft daarin een vacantiereis van drie maanden, die Piet van Huizen, een jongen van 15 jaar, met zijn vader naar Java maakt. Het boek is niet uitgegroeid tot een verhaal, doch enkel een reisbeschrijving gebleven. Was de reis van Piet van Huizen levendig, kleurrijk en boeiend beschreven, dan zou het boek waarschijnlijk door de jeugd gretig wor den gelezen, maar ik kan mij moeilijk voor stellen, dat jongens dit boek zullen „verslin den". De saaie titel zegt eigenlijk al genoeg. Dr. Korff mist de noodige fantasie als schrij ver voor een jongensboek. Hij heeft blijkbaar in zijn reisbeschrijving voornamelijk instruc tief willen zijn en de Hollandsche jeugd wat van Indië willen leeren, maar hij doet dat op zoo'n droge, dorre manier, dat hij niet veel belangstelling bij zijn lezers zal wekken. Op een reis naar Indië ziet een jongen natuurlijk altijd meer dan wanneer hij alleen maar naar de Veluwe of naar Friesland gaat, maar het boeiende en het belangrijke van een ver haal zit niet in het vele, dat er in beschre ven wordt, maar in de wijze, waarop het be schreven wordt. Zelfs de enkele avonturen, die Piet beleeft zopals de val met een paard in een ravijn en de Ketjoe-partij maken deze reisbeschrijving niet tot een le vendig, boeiend verhaal. Het is ook in zijn stijl een onper soonlijk, vrij duf boek geworden, waarin de onderwijzer telkens om den hoek komt kijken. Met een „toen ging Piet met zijn -vader hierheen en zag hij dit en daarna ging Piet met zijn vader daarheen en zag hij dat", pak je de jeugd niet, ook al is het nog zoo leerrijk, wat Piet overal ziet. Ook is het niet altijd juist, wat de schrijver vertelt. Zoo is de geschiedenis van Pieter Elberfeld, den verrader, eenigszins anders dan Dr. Korff haar in zijn boek weergeeft. En de „ketjoe* partij", waarbij Inlandsche roovers een ad ministrateurswoning binnendringen en in het gevecht ettelijke dooden en gewonden vallen, past meer in een ouderwetsch Indianen-ver haal, dan in beschijving van een reis op Java, waar zulke vreeselijkheden toch waar lijk niet voorkomen. Zoo weinig geslaagd als „Een Vacantiereisje naar Java" mij voorkomt, zoo voortreffelijk vind ik „Flip's Indische Lotgevallen", door N. K. Bieger. De naam van den heer Bieger was mij tot nu toe geheel onbekend en daar* om te meer bracht mij zijn boek zoo'n ver rassing. Flip's Indische Lotgevallen behoort tot de beide boeken, die in Holland voor jongens geschreven zijn Bieger herinnert mij in zijn wijze van schrijven nu en dan aan Dean Farrar, die nu ongeveer 80 jaar ge leden zijn prachtige boeken „Little bij Little" en „Winifred of The World of School" voor de jeugd schreef. Flip's Indische Lot gevallen is een boek voor oudere jongens. Van uitgelaten jongenspret is in dit boek geen sprake. Ik mis er ook en dat vind ik wel jammer humor in. Maar er is een ernstige, nu en dan zelfs min of meer godsdienstige kern in dit boek,_ doch zoodanig, dat ook de meest luchthartige lezers er door getroffen zullen worden. Van vooropgezette braafheid is in Boeger's boek nooit zelfs eenige sprake, van een spreektoon nog minder. Flip Philipsen, de jonge sinjo, die het huis van zijn zure tante Marrigje te Harderwijk ontvlucht en als „djongos" op een mailboot naar Indië trekt om er zijn Javaansche moe der op te zoeken en op Java carrière maakt, is een jongen, die onmiddellijk sympathie van zijn jeugdige lezers zal hebben. Een flinke jongen met deugden en gebreken. De schrijver weet bij zijn lezers voor dezen lm dischen jongen belangstelling te wekken, zoodat zij Flip's lotgevallen met groeiende interesse zullen volgen. Deze lotgevallen zijn voor Jonge Holland sche lezers boeiend en pakkend, zonder dat Bieger ooit in het hyper-romantische ver valt. Ja dit boek zullen zelfs anderen met genoegen lezen, wanneer zij Flip eenmaal tot op Java gevolgd hebben en het zal hun waar schijnlijk niet meer loslaten, omdat het In dische leven en de Indische sfeer er zoo voor treffelijk in beschreven zijn. Met Flip's Indische Lotgevallen hebben wij dan eindelijk het Indische jongensboek, waarop wij zoo lang gewacht hebben. In dit boek is leering, zonder dat de schrijver ook maar één oogenblik van zijn bedoeling om te leeren blijk geeft. Al het wetenswaardige komt geleidelijk, als vanzelf uit het, steeds boeiende verhaal voort. Het is er een on misbaar element van. De Indische sfeer, zij is prachtig in dit boek getroffen. Het Indische leven, de verhouding van den Indo-Euro peaan tot de Inlanders en de volbloed Euro peanen, de Indische dessa, ze worden er in beschreven op een voor jonge lezers zoo levendige, natuurlijke en kleurrijke wijze, dat zij er nader tot ons Indië toe zullen wor den gebracht. En nooit, geen moment ook, wordt dit boek vervelend; want Bieger weet de spanning er in te houden, zonder dat hij toch ooit zijn toevlucht neemt tot onmoge lijke romantiek. Welk een verschil bijvoor beeld in de zeer knappe beschrijving van de uitbarsting van den Kloet in dit boek en die van de Ketjoe-partij in de reisbeschrijving van Dr. Korff. Maar wat ik het mooist in dit boek van Bieger vind, dat is de milde, ernstige geest. Er gaat van dit boek iets uit, dat zijn invloed, op de jonge lezers niet zal missen. Het is kern-gezonde, boeiende, tot het goede opwek kende lectuur. En het is daarenboven ook voortreffelijk geschreven. Hoe zelden kunnen wij dat van jongensboeken zeggen! Juist in deze uitmuntende eigenschappen herinnert Bieger ons aan Farrar. Dit Indische jongensboek zou ik in handen wenschen van alle Hollandsche jongens van 14 tot 16 jaar. Het zal hun niet alleen nader tot Indië brengen, zij zullen er ook onbewust den goeden invloed van ondergaan. J. B. SCHUIL. DE COÖPERATIEVE SUIKER RAFFINADERIJ. Het „Alg. Ncd. Landbouwblad", orgaan van het Kon. Ned. Landbouw Comité, bespreekt, de te Rotterdam gehouden besprekingen van suiker-verwerkende industrieelen, die van het Suikerwetje nadeel verwachten en daarom overwegen, gezamenlijk een coöp, raffinan- derij op te richten, die dan buitenlandsche ruwe suiker, die dan buiten het wetje valt, zou gaan raffineeren. Het blad wijst er op dat daardoor de in voer van suiker zou stijgen, waardoor weel de afzet van de Nederlandsche suiker ba moeilijkt zou worden, zoodat het plan zeer zeker niet in het belang van den landbouw is. volgende weken voor uitverkochte zalen i geven. Voor kinderen zal van Maandagmiddag af, iederen middag een voorstelling worden ge. geven van Dickey en Jackie in den Toover- Dierentuin", groote kinder Revue met licht effecten en schitterende costumes. HET CIRCUS VAN KAPITEIN SCHNEIDER. TE HEEMSTEDE. Naar wij vernemen komt van Maandag 11 Augustus af het circus van „Kapitein Schnei der", dat het mooiste en modernste circus van Europa genoemd wordt, ook in Heem stede eenige voorstellingen geven. Deze on derneming, die gedurende de wintermaan den in Engeland en Spanje voorstellingen gaf, heeft een uitvoerig programma. Wereldberoemd zijn de honderd „Quo va- dis"-leeuwen, die in het filmwerk „Quo va- dis?" en in vele andere films hebben mede gewerkt. Uit de overige nummers zij nog aangestipt het schouwspel van het „circus onder wa ter". Vijfhonderdduizend liter water storten bruisend van een hoogen waterval in de ma nege. Een sterrenhemel welft zich over den circuskoepel, schijnwerpers doopen de ma nege-zee in lichtgolven. TUINFEEST TE VELSEREND. Op het terras van Hotel „Velserend" vond Donderdagavond een tuinfeest plaats. Vol gens het programma zouden optreden het mannenkoor „Caecilia", „Haarlem's Klein a Capella Koor" en het mannenkwartet „Inter Nos", alle uit Haarlem. Het Klein a Capella Koor" bleek echter verhinderd; hier voor trad nu op het kwartet „Euphonia". De belangstelling voor dit tuinfeest was, dank zij ook de medewerking van het weer, vrij groot. Zoowel op het terras als daarvoor bevonden zich tientallen belangstellenden. Het geduld van dezen werd danig op de proef gesteld, want pas om kwart over negen stelde „Caecilia" zich op om „Choeur des Montagnards" Koor der Bergbewoners uit de opera „La Dame Blanche", van Boieldieu ten gehoore te brengen. Ondanks het feit, dat dit nummer niet geheel aan onze verwachtingen beantwoordde, valt er van de uitvoering toch veel goeds te vertel* len. Het tweede nummer „Le Ménestrel" ook uit „La Dame Blanche", won het echter verre. Hier kwam goed in uit over welke mooie tenoren en bassen „Caecilia" beschikt. Een woord van hulde is hier dan ook zeker op zijn plaats. Dat ook het auditorium de prestatie van „Caecilia" waardeerde, bleek op over duidelijke wijze. Caecilia's leider had verder de gelukkige gedachte gehad in de nabijheid van de Ruïne van Brederode ten gehoore te brengen de compositie van Brandts Buys; „De Ruïne". En door de prachtige weergave èn door de omgeving werd dat een waar succesnum mer. Van „Euphonia" hoorden we „Een Zondag in Mei" van C. de Rooy en „Berüfhmtes Wiegelied" van Mozart. Mooie stemmen heb ben de leden van „Euhopnia". Voor het zin* gen in de openlucht lijkt ons voor een solo kwartet Mozart's compositie echter niet het geschiktste nummer. Nu konden alleen zij die di:htbij zaten, van de mooie uitvoering genieten. „Inter Nos" bevestigde in alle opzichten den goeden roep, welke van haar uitgaat. Dood* stil was het onder het zingen door dit acht tal. „Fremdenlegionnar" en „Soldatenkoor uit Faust" werden schitterend gezongen. Buitengewoon groot was de indruk welken het zingen van „Inter Nos" op alle toehoorders maakte, wat bleek uit het krachtige ap plaus. Nico Hoogerwerf liet zijn zangers nog een „toegift" zingen, welke zeer in den smaak viel. R.-K. PSYCHOPATHENASYL GEOPEND. Donderdagmiddag is te Heilo de nieuwe in richting voor R.-K. Crimineele psychopaten officieel door Minister Donner geopend. SCHOUWBURG JANSWEG. Van Zondag 3 Augustus af zal door het Revue- en operettegezelschap, directeur Re- nee de Vos, dat hier met zooveel succes „Rose Marie" opvoerde, in bovengenoemden schouwburg een serie voorstellingen worden gegeven van de groote succes-revue „Laat Waaien" in 1 proloog en 16 tafereelen, 3 groote finales. De hoofdrollen zijn weder in handen van de dames Truus Inpijn, Emmy Emerantz, Ans Poppes en de heeren George du Bree, Silvain Poons, Ferry de Rooy c.a. De revue is te Amsterdam vier achtereen HEEMSTEDE EXAMEN TUINBOUWSCHOOL. Voor het eindexamen van de Tuinbouw school te Frederiksoord (G. A. van Swieten- Tuinbouwschool) slaagde de heer D. van Os, te Heemstede. DE VERJAARDAG VAN DE KONINGIN MOEDER. Ter gelegenheid van den verjaardag van de Koningin-Moeder zal op Zaterdag 2 Augustus а.s. des namiddags van 810 uur op het Raadhuisplein alhier, een concert worden ge geven door het Heemsteedsch Fanfarecorps „Excelsior" in samenwerking met de Heem- steedsche Christelijke Zangvereeniging „Sur- sum-Corda". Het programma luidt als volgt: Fanfarecorps Excelsior: 1. Wilhelmus 2. Souvenir de Namur (marsch) A. L. Doyea 3. Mercédes, Ouverture M. J. H. Kessels Zangver. Sursum-Corda. 4. Wilhelmus 5. Zondagmorgen Jac. Bonset Idealen Th. v. Zutphen Fanfarecorps Excelsior: 7. Une Soireé d'Automne aux Ardennes, fantasie A. .Govaert 8. Voix Roumaines, valse de Concert M. J. H. Kessels 9. Salut a Louveigné, marsch D. D. Belleflammb Zangver. Sursum-Corda. 10. Kerstlied Bern. Diamant 11. Lentezang Fred. J. Roeske 12. Wien Neerlandsch Bloed. Geboorten: J. M. v. d. Aar-Teeuwen, z. A. A. v. Gelder-Schouten, z. M. C. de Groot-Burgmeijer, d. Gehuwd: H. Heitlager en E. A. Vring. Overleden: G. Bonn, 79 j. wed. W. H. Bleck- mann. W. Borrenberg, 70 j. ongeh. BLOEMENDAAL CONCERT ARB. MANDOLINECLUB „APOLLO". Op Maandag 11 Augustus zal de Haarlem- sche Mandolineclub „Apollo" weder een con cert geven in de muziektent van het Bloe- mendaalsche Bosch. Dit is reeds de derde maal dat deze club daar optreedt, en zij die deze concerten reeds meer bijgewoond heb ben, weten hoe mooi de zachte mandoline- muziek tot haar recht komt in die prachtige omgeving. Dank zij het bijzonder tactisch optreden! van de Bloemendaalsche politie komen hin derlijke storingen daar zoo goed als niet voor. Mevrouw van Dam-Hilderink, sopraanzan geres, die reeds meermalen haar medewer king verleende aan „Apollo", zal ook dezen keer zich weder doen hooren. VEEL EN NIET VEEL. Naar we vernemen, hebben zich voor de betrekking van onderwijzer aan school C alhier omstreeks 30 sollicitanten aangemeld. Vergelijkt men dit aantal bij dat van vroe gere vacatures, dan is 't niet groot. Dan wa ren er soms 100 en meer. Maar vergelijkt men 't, met dat in andere dorpen, waar men soms na herhaalde op roeping slechts met moeite een voordracht kan samenstellen, dan is 't opvallend groot en kan 't alleen maar hieraan worden toe geschreven, dat Bloemendaal „zoo mooi is". Want om de gunstige financieele regeling heeft Bloemendaal geen aantrekkelijks meer. PADENMISèRE. Als P. W. van Bloemendaal nog nooit ge handicapt waren bij 't uitvoeren van verbe teringen, dan zouden ze 't nu zijn. Daar zit ten ze nu met een mooi voetpad en een rij wielpad langs den Bloemendaalscheweg en deze paden worden totaal bedorven, om niet te spreken van levensgevaarlijk gemaakt, door eenige boomen, die maar niet mogen opgeruimd worden. Er hebben al eenige, nog onschuldige botsingen, plaats gehad. We ho pen, dat 't daarbij blijft, maar we vreezen, Pas is de topeca koud, of men is al weer aan 't veranderen gegaan, 't Zal echter misère blijven. En met 't verlies van enkele boomen zou de toestand al veel verbeterd kunnen worden. HAARLEMMERMEER GRAANBEURS. Op de Donderdag te Hoofddorp gehouden graanbeurs was de aanvoer als volgt: Tarwe (witte) f 12 a f 13; Tarwe (nieuw) f 10 a f 10.50; wintergerst f 5.25 a f 5.75; Gerst (chevalier) f 6.50 a f 7; Haver f 6.25 a f 6.75; Duiveboonen f 14 a f 15; Groene erwten f 11 a f 13;,Karwij f 34 a f 35; Blauw- maanzaad f 38 a f 39. Alles pert *00 K.G, PERSONALIA. De heer J. P. van der Maarefl uit Hoofd dorp is met ingang van 1 Augustus 1930 be noemd tot technisch ambtenaar bij het Pro* vinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-HoL land te Bloemendaal. DE SCHADE IN DEN LANDBOUW. Door den zwaren regenval is er in den landbouw in den Haarlemmermeerpolder reeds veel schade geleden, zoodat niet ten onrechte wordt gevreesd, dat bij verdere natte weersgesteldheid de oogst van verschil lende graangewassen grootendeels mislukken zal. De droge, frissche wind der laatste dagen heeft echter op de op ruiters4- staande erwten en het koren z'n gunstigen invloed doen gel den, zoodat de hoop van den landman dat er bij aanhoudende droogte nog veel van de gewassen zal kunnen terecht komen, nog niet geheel vervlogen is. Er werd hier en daar reeds „schot" in de erwten, haver, enz. geconstateerd, waardoor een waardevermindering van deze gewassen niet valt weg te cijferen, maar bij enkele weken droog weder zal het met de resultaten van den oogst, zoo niet van alle dan toch wel van enkele gewassen misschien nog wel kunuen meevallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 12