IN HET LAND VAN DEN DOLLAR.
Biographieein in
een notedop
De vroolijke kant
Tien jaren drooglegging. Cocktails in plaats van
thee. - „Vuurwaters" in plaats van bier en wyn.
Toeneming van het aantal straf delicten. Volle ge*
vangenissen. Smokkelhandel. Een volslagen mis
lukking. Wetswijziging gewenscht.
(Bijzondere correspondentie).
(Dienst van de United Telegraph).
Tien jaren drooglegging tien mil
liard onkosten voor de uitvoering er
van tien jaren bootleggers. In het
jaar 1920 kreeg de prohibitie-
wet rechtskracht en daarmede be
gon op dit gedeelte van den aardbol een pe
riode, die ondanks alle groote politieke ge
beurtenissen, ondanks den Volkenbond en
het verdrag van Versailles, ondanks Dawes-
overeenkomst en wereldontwapening werke
lijk maar één groot probleem kende: name
lijk de prohibition. Desniettemin is dit pro
bleem nog steeds niet opgelost. De strijd tus-
schen de „drogen" en de „natten" wordt van
Jaar tot jaar verbitterder.
De door velen zoo liefderijk gekoesterde
prohibition lijdt nog voortdurend aan haar
kinderziekten, Nog steeds ls zij zwak ter been
en heeft-, gelijk nog nooit te voren, steun
noodig door het ruwste geweld. Het gaat om
een wet, die in tien jaren meer haat en onte
vredenheid bij de bevolking wekte dan het
slavenvraagstuk in het midden van de vorige
eeuw. Zelfs wie in staat is, deze wet met de
grootst mogelijke welwillendheid te beoor-
deelen, tracht vergeefs haar weldadige uit
werking te bespeuren. Dronkenschap en
drankzucht heerschen meer dan ooit te vo
ren. In families, in wier huis vroeger geen
druppel whisky was te vinden, heeft de ge
vaarlijke Jenever zijn intocht gehouden, De
vroeger zoo gewilde five o'clock tea heeft
plaats gemaakt voor de thans nog meer ge
liefde cocktail-party. Het ontstellends*. ls
echter het alcoholgebruik door jongelieden
en jonge meisjes. De hip-pocket gentleman,
die in zijn achter-broekzak steeds de whisky -
flesch bij zich draagt, is thans een dagelijk-
sche Amerikaansche verschijning Wel is het
gebruik van licht alcoholische dranken gelijk
bier en wijn in het algemeen iets verminderd.
Maar in plaats daarvan is de consumptie van
„vuurwaters", van whisky en gin, in ruime
mate toegenomen.
Het Amerikaansche volk werd tien jaren
geleden tot aanneming van de prohibitiewet
overgehaald. In groote patriottische geest
drift geloofden de thuisgeb'evenen destijds
een offer op het altaar van het vaderland te
brengen. Het offer werd nog verzoet door de
beloften van de Anti-Saloon-League, die
sprak van het aanbreken van een nieuwen
tijd. Bladeren wij een oogenbllk in de oude
prohibitiecatechismus uit de jaren 1919-192-0,
dan vinden wij de volgende prachtige belof
ten: De misdrijven worden ten minste tot.
de helft teruggebracht; de dronkenschap zal
fiet eerste jaar reeds met 65 pet, dalen: wan
neer de Saloons verdwijnen, dan worden de
Verenigde Staten veilig voor de democratie,
want de Saloons zijn de grafdragers en ver
nietigers van het patriottisme, de democra
tie en het stataswezen; Amerika zal daar
door het meest vooruitstrevende land ter we
reld worden en de leiding nemen op de ge
bieden van wetenschap en filosofie".
Maar de gouden beloften werden niet ver
wezenlijkt. Het' kind, dat in 1920 werd gebo
ren en met zooveel verwachtingen werd op
gekweekt, heeft teleurgesteld. Laten wij de
nuchtere feiten spreken, d*e op ambtelijke
getallen zijn gebaseerd: 1. door prohibitie-
beambten en kustwachten werden in de af-
goloopen tien jaren 1380 personen doodge
schoten, waaronder vele vredige burgers. 2.
de uitvoering van de prohibition kostte tot
dusver ongeveer tien milliard dollar. 3. zelfs
president Hoover moest in een rede toegeven,
dat sedert het bestaan van de prohibition
leven en eigendom in de Vereenigde Staten
onveiliger zijn geworden dan in eenig ander
land ter wereld. 4. de Amerikaansche gevan
genissen zijn tengevolge van de drooglegging
stampvol. 5. In het jaar 1921 werden wegens
overtredingen van de drankwetten 34,175
personen gearresteerd, in 1928 echter 75.307..
Tn 385 plaat-en werden in 1920 wegens dron
kenschap 201.229 personen gearresteerd, in
1927 daarentegen 466.806; dat bcteekent op
Iedere 10.000 inwoners 71, resp. 146 arresta
ties. 6. in het afgeloopen jaar behandelden
de bondsrechtbanken 77.789 drankwetover
tredingen, tegen 21,297 in het jaar 1921. 7.
In 1920 werden 615.000 L. alcohol in beslag
genomen, in 1929 daartegen 130 millioen.
Zoo ziet In nuchtere woorden na tien jaren
de balans van de prohibition er uit. Dat is
echter nog niet alles. In 1920 werden tevens
de bootleggers geboren, die later plaats maak
ten voor de racketeers, misdadigers, die een
gevaar voor de geheele gemeenschap vor
men. Door aanwending van enorme bedra
gen voor om'kooping slaagden zij er in, vele
rechters en ambtenaren op hun hand te krij
gen en zoo ongestoord hun obscuurbedrijf uit
te oefenen. De fabricage van alcohol is thans
niet meer in handen van behoorlijke burgers
gelijk vroeger. Misdadige en half-misdadige
elementen zijn alcoholfabrikanten geworden.
In New-York zijn thans volgens een opgave
van de politie 32.000 kroegen, die min of meer
openlijk hun zaken drijven en wekelijks een
bepaald bedrag voor omkooping van de poli
tie aanwenden. In Detroit zijn honderd doua
ne-ambtenaren aangeklaagd, omdat zij in
een jaar tijds niet minder dan twee millioen
dollar hebben ontvangen, waarmede zij zijn
omgekocht, in strijd met hun plicht te han
delen. In Moscow in Indiana, het land van
den „drogen" senator Borah, zijn onlangs
alle stedelijke ambtenaren, mitsgaders de
commissaris van politie en de burgemeester
wegens overtreding van de drankwetten ge
arresteerd.
Nu beweren vele vrienden van de droog
legging, dat eerst door haar de enorme wel
vaart van de Vereenigde Staten mogelijk is
gemaakt. Vele fabrikanten prediken thans
voor hun arbeiders geheelonthouding, terwijl
zij zelf in hun eigen huis de wet overtreden.
Velen zijn van oordeel, dat de werkkracht en
de koopkracht van de bevolking met de
sluiting van de kroegen in ruime mate is
toegenomen. Maar zelfs dit argument raakt
allengs aan het. wankelen De vereeniging
tegen de prohibition heeft kort geleden een
onderzoek ingesteld, waarvan het resultaat
tot dusver niet, kon worden weerlegd. Volgens
haar rapport bedraagt in de V. S. het ge
bruik van bier op het oogenblik 2520, van
wijn 600 en van jenever 720 millioen Liter.
De waarde van deze reusachtige hoeveelhe
den beloopt ongeveer twee milliard dollar.
Daar komt nog de alcohol bij. die uit het bui
tenland wordt cresmokkeld. In het jaar 1927
werd volgens officieel* gegevens uit Canada
voor 24 million dollar alcohol gesmokkeld.
Ter best-rijding van den smokkelhandel is
een enorme organisatie noodig. die haar op
drachten krijgt van de bondshoofdstad. In
volle zee moet de kustwacht de wet tenult-
voer brengen. Zij heeft de beschikking over
21 kruisers van de eerste, 151 van de tweede
klasse, 24 destroyers en 285 groote en kleine,
met machinegeweren en kanonnen toegerus
te booten. Toch staat de moraal en disci
pline van de beambten van de kustwacht, ge
lijk verscheidene gebeurtenissen van de laat
ste maanden hebben aangetoond, niet zeer
hoog. In New-London, Connecticut staan niet
minder dan 39 beambten wegens diefstal van
alcohol en dronkenschap terecht. Daaren
boven zijn er in alle deelen van het land tien
duizenden door Washington aangestelde be
ambten, die overtredingen van de drank
wetten moeten naspeuren.
Met alle mogelijke wettelijke middelen
werd de laatste jaren gepoogd, de wet op
de drooglegging ten uitvoer te brengen. Aan
vankelijk heeft het aan eerlijke medewer
king van groote groepen der bevolking niet
ontbroken. Maar men kan desniettemin niet
ontkennen, dat de prohibition een misluk
king Ls. Overal in de Vereenigde Staten
met uitzondering van de plaatsen, die voor
de drooglegging al droog waren kan men
tegenwoordig evenals vroeger zijn glas bier.
wijn of jenever krijgen. -Dikwijls zijn niet
eens speciale introducties noodig. Millioenen
families hebben haar eigen particuliere dis-
tjlleerderijen thuis en stoken min of meer
vaardig het vocht. Uit de groote opslagplaat
sen. waar onder staatstoezicht voor medische
en industrieele doeleinden alcohol is opge
slagen, worden met behulp van vervalschte
stukken en met hulp van beambten geheele
wagonladingen ontvreemd.
De prohibition is gedurende de eerste tien
jaren volkomen mislukt. Maar de vraag doet
zich voor. of er toch niet een mogelijkheid
is. een dereelijke wet. die stellig haar goede
zijden heeft, ten uitvoer te brengen? Er
schijnt, een oplossing mogelijk, die reeds ja
ren wordt nagestreefd door de tegenstanders
van de drooglegging, maar de fanatieke „dro
gen" willen van een compromis niet weten.
Zij wijzen het verlangen van de matigen naar
lichten wijn en bier ten sche roste af. Voor
hen Ls er geen andere mogelijkheid, dan een
radicale uitvoering, die niet terugdeinst voor
het gebruik van vuurwapenen De „drogen"
hebben voor de eerstvolgende jaren de over
hand, daar 'opheffing van een wetsbepaling
bijna onmogelijk Ls. Wordt de wet echter de
volgende jaren niet veranderd, dan moet en
zal zij doodloopen op den tegenstand van de
openbare meening.
EEN KLEUR DIE DE HUISVLIEG
AFSCHRIKT.
(Van onzen Londenschen correspondent).
De huisvlieg wordt als een der grootste
vijanden van de menschheid beschouwd.
Naar mate de wetenschap voortschreed is
deze vlieg beruchter geworden en thans
wordt zij fel achtervolgd met dichtgevouwen
kranten en kleverig papier en zelfs met spe
ciaal vervaardigde vliegendooders, omdat zij
met haar erkend ongelikte manieren en haar
brutalen aanvalslust, gericht op het brood
onzes levens, ons geestelijk evenwicht ver
stoort en onze ingewanden bederft.
Wanneer men dan verneemt van een nieuw
middel dat dit gehate en verontrustende in
sect uit onze huizen kan houden dan luistert
men aandachtig. In het juist uitgekomen
rapport van de Britsche arbeidsinspectie
komt de volgende interessante aanteekening
voor: „Men had in een groote jamfabriek,
waar de ramen van het magazijn van geel
glas waren, teneinde het verkleuren van de
jam door het daglicht te voorkomen, opge
merkt dat de huisvlieg nimmer in dat ma
gazijn kwam, hoewel de omringende gangen
vol vliegen waren. De fabrikantenvan het
glas schreven hierover aan het weekblad
„Nature" en veegden er aan toe dat zij ver
dere proeven hadden genomen onder leiding
van een geleerde, professor Nevvstead, en
hadden ontdekt dat de huisvlieg de voorkeur
geeft aan wit glas of wit licht en dat rood
en geel de beste afschrikwekkende middelen
waren. Blauw en groen waren lang niet zoo
doeltreffend. Het verlies aan licht bij gebruik
van rood glas is aanzienlijk, zoodat geel glas
voor het doel, vliegen buiten interieurs te
houden, het beste schijnt.
De conclusie ls dat geel glas, hoewel het
in zijn vliegen-verjagende eigenschappen
niet voor 100 percent doeltreffend is, noch
tans beschouwd kan worden als een zeer
krachtdadig voorbehoedmiddel, dat als zoo
danig zeer nuttig is voor aanwending in pro
visiekasten en in het algemeen ln al die
ruimten, waar voedsel wordt bewaard. Er
moet aan worden toegevoegd dat de aan
wending van geel glas geen aanbeveling ver
dient voor interieurs waar menschen voort
durend verblijven omdat men heeft ontdekt
dat geel licht slecht is voor de oogen en
voor de gezondheid in het algemeen.
JACOB VAN MAERLANT.
Malaise in New-York.
Inbreker betreedt paleis van vermaard
beursmakelaar.
(„Life"-) I
(1235—1299).
Dicht bij het 700-jarige Den Briel ligt de
plaats, waar Maerlant gestaan moet hebben.
Niet onmogelijk is, dat het plaatsje op Oost-
Voorne later met de stad Den Briel vergroeid
is, en in haar muren begrepen. Hier heeft de
eerste belangrijke Nederlandsche dichter ge
leefd. Het mag verwondering baren, dat hij
zijn naam aan dit plaatsje ontleent, want hij
is er niet geboren. Uit zijn werken kan men
opmaken, dat hij in Brugsambacht in het
Vrije van Brugge geboren is, men neemt aan
omstreeks 1235. Te Maerlant was hij koster.
Hij behoorde dus niet tot den geestelijken
stand en men mag zich alweer verwonderen,
dat hij als leek een zoo hooge trap van ge
leerdheid heeft bereikt. Het begrip leek werd
immers ongeveer gedekt door dat van anal-
phabeet. Van Maerlant onderscheidde zich
dus al heel gunstig, Later heeft hij te Damme
gewoond, waar hij volgens de overlevering de
betrekking van schepen heeft vervuld. Waar
schijnlijk is hij daar overleden in het jaar
1299 en er begraven. In I860, toen de belang
stelling voor Van Maerlant herleefd was is
er te Damme een standbeeld voor hem opge
richt. Meer dan een eeuw na zijn dood heeft
men onder den klokketoren een zerk met een
latijnsch grafschrift dat verschillende maar
geen betrouwbare bijzonderheden over zijn
leven bevat, geplaatst.
Maerlant moet, hoewel leek zijnde, uit
hoofde van zijn kostersambt toch min of
meer tot den lagen geestelijken stand ge
rekend zijn en zoo komt het, dat hij in be
trekking stond tot verschillende aanzienlijke
personen, o.a. met Heer Albrecht van Voorne,
burggraaf van Zeeland, met Nicolaas van
Cats van Noord-Beveland en met graaf
Floris V. Van betrekkingen met Zuid-Neder
landers is niets bekend. Hij stond op beteren
voet met Floris V, dan met Gwy van Vlaan
deren.
Overigens ls er uit zijn leven niet veel meer
bekend. Zijn eerste werken zijn ons niet alle
bewaard gebleven. Dat ze bestaan hebben
weten wij uit mededeelingen van hemzelf.
Voor de Historie van Troje moet hij, naar hij
in dit werk opgeeft, geschreven hebben Mer-
11]n, Alexander, Torec, Sompniarys en Lapi-
darys, de laatste werken, vermoedelijk han
delende over droomen en steenen, zijn ver
loren gegaan. „Alexander" wordt aangeno
men het eerste werk van den dichter te zijn.
Uit enkele regels stelt men vast, dat het
tusschen 1257 en 1260 ontstaan is, de schrij
ver heeft er een half jaar over gewerkt. Mer-
lijn is geschreven na Alexander, het is opge
dragen aan Albrecht, heer van Voorne, het
moet ontstaan zijn omstreeks 1261, voor
Torec neemt men het jaar 1262 aan, voor de
Historie van Troje 1264.
•De niet tot de geestelijkheid behoorende
Maerlant is de typLsche dichter van den der
den stand, de democraat in de eeuw van
adel en geestelijkheid. Hij ls de Dletsche
dichter,wars van den Franschen of Waalschen
geest, die, althans na zijn komst in Damme
geen ridderromans meer vertaalt, maar de
burgerij leering en waarheid verschaft. Ner
gens treedt dit duidelijker aan d£n dag dan
in zijn „Martynzangeb", die te Maerlant be
gonnen zijn en te Damme voltooid. Het zijn
de uit kunstige strofen bestaande samen
spraken tusschen den dichter en den denk-
beeldigen Martyn, over maatschappelijke,
godsdienstige en zedelijke vraagstukken. De
vier Martyn-zangen zijn de bekendste ge
schriften van den dichter geworden.
Het leerdicht „Der naturen bloeme" is een
vertaling van „De naturis rerum" van Tho
mas van Cantimpré. Het dateert uit de jaren
tusschen 1264 en 1269. Het is een samenvat
ting van alles, wat men ln dien tijd van de
natuur wist, niet alleen van natuurlijke his
torie, doch ook van geologie en andere weten
schappen in opkomst. Het is een typisch
voorbeeld van Maerlant's vertrouwen in alles,
wat in het Latijn geschreven is, tegenover
zijn achterdocht jegens „die scone Walsche
valsche poëten". Op verzoek van broeder
Alaerd te Utrecht vertaalde hij het Leven
van Franciscus van Asslsië uit het Latijn,
van pater Bonaventura. Reeds eerder had hij
het leven van Sinte Clara vertaald, wel):
werk niet tot ons gekomen is. De Rijmbijbel,
die 25 Maart 1271 voltooid is, ls waarschijn
lijk aan dit werk voorafgegaan. Het is een
vertaling van de Historica Scolastica van
Petrus Trecensls, waarin de schrijver den in
houd der geschiedkundige boeken van het
Oude Testament van de Apocriefe Boeken en
van de Evangeliën met korte verklaringen en
toevoegsels weergeeft. Van den Rijmbijbel
heeft hij niet veel genoegen beleefd, de pries
ters namen hem de mededeelingen kwalijk,
en volgens de overleveringen zou hij zich zelfs
voor den Paus hebben moeten verantwoorden.
Het werk was echter zeer verspreid.
Het belangrijkste werk is de „Spieghel His-
toriael", de „Speculum Historiale" van den
Franschen Dominicaan Vincentius van Beau-
vais, geschreven op verzoek van Floris V.
Het behandelt de wereldgeschiedenis van het
begin der schepping tot het jaar 1250. HIJ
begon het werk 13 jaren na den Rijmbijbel,
vermoedelijk in 1282 of 1283. Het is door an
deren aangevuld en voltooid.
Dichterlijker dan al deze didactische wer
ken zijn de laatste twee, de lyrische „Der
Kerken Claghe", een gedicht, gloeiend van
Liefde voor de Moederkerk, en zijn zwane-
zang „Van den Lande van Oversee", geschre
ven na de Inneming van het laatste bolwerk
der Christenen tegen de voortdringende Tur
ken, Akko, op 18 Mei 1291.
De dichters na Maerlant hebben, aange
lokt door zijn populariteit en geïnspireerd
door zijn didactischen trant hem dermate
nagevolgd, dat men van een School van
Maerlant kan spreken. Jan van Boendaele,
Gielys van Molhem, Jan Praet en Jan de
Weert zijn als de voornaamste vertegenwoor
digers er van te rekenen, maar zij hebben
geen van allen zijn hoogte bereikt. Na de
15e eeuw zijn Maerlant's werken tot het
midden van de 19e in het vergeetboek ge
raakt. Dr. J. te Winkel en vele anderen heb
ben daarna een uitvoerige studie van den
sympathieken Middeleeuwschen dichter „der
Dietschen dichteren vader", gemaakt, die
hem in eere herstelde.
GEORGE EASTMAN.
Weggescholen in een werkkamertje van een
huisje van Rochester. New-York, liet 52 jaar
geleden een jonge man zijn onderzoekenden
geest werken, denkend over de mogelijkhe
den, die de toekomst zou kunnen opleveren,
lederen nacht, na over dag zijn werk als
bankbediende verricht te hebben, deed hij
zijn proeven en zijn tekort aan nachtrust
haalde hij meestal des Zondags in.
De fotografie was toen in haar opkomst
en de jonge man begreep dat voor hem, d'.e
haar in het bereik van dé massa zou kunnen
brengen, een fortuin zou zijn weggelegd-
George Eastman zoo heette de jonge man
slaagde er met groote moeite en opoffe
ringen in, in eenige jaren 1000 pond sterling
over te sparen. Dat was zijn werkkapitaal.
Thans bezit hij een enorm fortuin.
Na talrijke proefnemingen slaagde hij er
in, een klein, handig fototoestel te vervaar
digen, waaraan hij den thans algemeen be
kenden naam van „Kodak" gaf en dat de
toen in gebruik zijnde geweldige toestellen
spoedig verving. In 1889 vond Edison een
camera uit voor het maken- van „levende
foto's" en Eastman had reeds de transparant
film uitgevonden. De beide mannen hadden
hun uitvindingen geheel los van elkaar gedaan
maar binnen een paar maanden leidde hun
samenwerking tot de eerste groote film en
in 1895 en 1896 werden voor het eerst leven
de beelden ln het openbaar vertoond. De
vraag naar films opende een nieuwe markt
voor de Kodak Company en zij ging enorme
winsten maken. Verleden jaar bedroeg de
winst het verbazingwekkend, bedrag van
4.500.000 pond sterling.
George Eastman maakt een uitstekend ge
bruik van zijn rijkdommen. Hij heeft reeds
voor 15 millioen pond sterling gegeven voor
de stichting van instellingen van onderwijs
en van openbaar nut. Nog in 1929 legde de
Prins van Wales den eersten steen voor ee~>
tandheelkundige kliniek in Londen, ge
bouwd met geld dat door Eastman verschaft
was.
VERBORGEN SCHATTEN.
In Engeland zitten heel wat verborgen
schatten in den grond. Dikwijls hebben, zoo
vertelt ons de geschiedenis, in vroeger eeuwen
vorsten en andere rijke lieden kostbaarheden
en geld in den grond verborgen, uit vrees
dat overwinnende vijanden zich er van
meester zouden maken.
Zoo nu en dan worden bij het verrichten
van graafwerk oude munten en kostbaar
heden gevonden. Niet lang geleden werd een
prachtige vondst gedaan in een grot in
Peakland. Het was een verzameling Sak
sische munten en vele andere gouden en zil
veren voorwerpen, die daar meer dan duizend
jaar geleden begraven waren. De jaartallen
op de munten varieerden tusschen 837 en
940.
Onlangs werd op een veiling bij Christie
in Londen een prachtig zilveren servies ver
kocht voor 11.500 pond sterling. Dit had
oorspronkelijk behoord aan Sir Christopher
Harris, een ridder die leefde onder de re
geering van James I. Uit vrees voor een
Spaansche invasie begroef hij zijn zilver in
een grot, waar het meer dan 200 jaren ver
borgen bleef en eindelijk door eenige dag-
looners werd gevonden, die van plan waren
aardappelen te kullen.
Natuurlijk bestaan er ook verschillende
legenden waarin schatten voorkomen. Zoo
wordt er gezegd dat onder het kasteel
Stokesay, in Shropshire, een schat van groot?
waarde verborgen ligt, in een eikenhuiten
kist, onder een gewelf. Maar niemand is er
ooit in geslaagd hem te vinden.
Intusschen aenke men niet dat wie in
Engeland een schat vindt, dien ook behouden
mag. Er is een wet, die den vinder een bs*
hoorlijk aandeel in de waarde van de vondst
ontzegt. Daarom geschiedt het zoeken naar
kostbaarheden in den bodem altijd in 't ge*
helm en de op deze wijze gevonden gouden
en zilveren voorwerpen worden dadelijk ver
smolten, waardoor zij onnoemelijk veel aan
waarde verliezen. Ook is het verboden naar
schatten te graven op aan anderen behooren
de terreinen, zonder verlof van den eigenaar.
MEER STILTE IN DE LUCHT.
(Van onzen Londenschen correspondent).
Iedereen die in een vliegtuig heeft ge
reisd weet hoe hinderlijk het oorverdoovend
geraas is dat hem op zulk een tocht ver=
gezelt. Zoo men aan het einde van een lucht
reis van een p.aar uren al niet doof is, ver
keert men toch gedurende eenigen tijd in
een staat van verdooving, gewekt door de.
hevige geluidsroffels van een sterken motor
op de trommelvliezen. Vliegtuigbouwers heb*
ben veel beproefd dit euvel te verhelpen, o.a.
door cabines meer geluiddicht te maken en
door de motoren zoodanig te plaatsen dat hun
geraas minder krachtig het passagiers verblijf
indringt en zich meer in de wijde lucht ver
spreidt.
Imperial Airways laat thans vliegtuigen
bouwen, waarvan wordt verklaard, dat ze
aan passagiers aanzienlijk minder geraas
geven dan de bestaande en dan vorige mo
dellen. Het zijn machines voor 40 personen,
die in twee cabines of salons zitten. De eene
salon is niet luidruchtiger, zeggen de ont
werpers, dan een spoorwegcoupé; en de
tweede heeft niet meer lawaai dan een wagen
van een ondergrondschen trein in Londen.
In dezen tweedekker hangt de fuselage ons
der den benedenvleugel, in tegenstelling met-
de gebruikelijke constructie voor tweedekkers,
waarbij de romp met de passagiersverblijven
zich tusschen de twee vleugels bevindt. Van
de vier motoren komen er twee op het boven-
vliegvlak dat is dus een goed eind ver
wijderd van den romp, en twee op het onder-
vliegvlak, zoodanig dat ze niet in het zelfde
vlak staan als de romp.
Bovendien tracht men nog op andere wijze
het geluid te bestrijden, n.l. door de salons
dubbele wanden te geven, met geluiddem
pend vulsel er tusschen.
Deze machines zullen den reizegers ook
het voordeel verschaffen dat de machines
van de K-L.M. reeds sinds jaren hebben van
een ononderbroken uitzicht op het land- of
zeeschap beneden. Het heet dat dit ook be
vorderlijk is voor het welzijn der reizigers,
daar het opkomen van luchtziekte niet zei-
den kan worden toegeschreven aan het ge- I
zicht op het slingerende en zwenkende toe:
steL 1
Men zegt dat de luchtvaart den aardbol
kleiner heeft gemaakt. Dat is waar, maar
toch kun je nog niet, als je met een vliegtuig
omlaagtuimelt, er langs vallen. (Life).
De gevangene (een pas ontvangen brief
openend en hardop lezend): ...Wat is
dat?".... „als gij dezen tooverketen ver
breekt, zal uw huidig geluk een einde nemen,
en onmiddellijk gevolgd worden door tegen
slag en groote beproevingen".... Wat voor
den d.
Is radio niet wonderbaarlijk? Denk eens
aan de jazzbands, de sopranen, de kinder
uurtjes, de redevoeringen, de poëzie en de
1001 andere dingen die u tot zwijgen kunt
brengen door eenvoudig een knop om te
draaien.
Een vrouwelijke Eskimo, zegt een ontdek
kingsreiziger, is oud op haar veertigste.
Een Engelsche vrouw, zegt The Humorist,
is dan natuurlijk nog maar zoowat acht
entwintig.
De Pulitzer Prijs voor diplomatie in de
journalistiek behoort, naar de meening van
„Life", te worden toegekend aan den redac
teur in Arkansas die het volgende heeft ge
publiceerd: „Miss Beulah Blank, een twintig
jarige schoone uit Batesville, brengt een be
zoek aan haar tweelingbroeder, die twee-
endertig is
Juffrouw Laps (sprekend over de schut
ting, tot haar buurvrouw)
„Wij gaan binnenkort in een beter soort
buurt wonen".
„Wij ook", zei de buurvrouw, met groote
zekerheid.
„Wat? Gaat u ook verhuizen?" vroeg juf
frouw Laps ontsteld.
„Nee", zei de buurvrouw. „Wij blijven nu
juist hfer".
Een Engelsch blad maakt, volgens het
vaste Engelsche recept, de opmerking dat
Engelsche aviateurs „de besten ter wereld"
zijn in het schrijven va.t luchtreclames.
Wat anders nooit gebeurt bij het vaste
recept, een ander Engelsch blad is het er
niet geheel mee eens. Het doet er althans
iets af. „The Humorist" merkt namelijk op
dat men rekening moet houden met de groo-
tere moeilijkheden, die de Chineesche avia
teurs hebben te overwinnen. Zij moeten im
mers achterwaarts en ondersteboven vliegen!
„Wat zou er gebeuren", vraagt een geleerd
man, „als de menschen een ons meer herse
nen hadden?"
The Humorist antwoordt hierop: „Velen
zouden dan een ons hersenen hebben".
„Wie hebben nu behoefte aan jam bij
picnics?" vraagt de auteur van een vacantie-
verhaal.
Wespen.
De Man aan de Telefoon: „Brand! Brand!"
De Man van de Brandweer: „Waar? Waar?"
De Man aan de Telefoon; „Hier! Hier na
tuurlijk, stommeling!"
Door besturen van Amerikaansche golf
clubs wordt tegenwoordig herhaaldelijk ge
klaagd over de vele vliegtuigen, die op hun
terreinen landen. Er wordt nu aanbevolen
een opgezet vliegtuig aan een paal te laten
bungelen, bij wijze van fokkerverschrikker.
LITERAIRE BEDRIEGERIJ.
(Van onzen Londenschen correspondent).
Het geval van den prins Antoine Bibesco,
die dezer dagen te Parijs een copie van Mo-
liere's George Dandin aan een schouwburg
directeur zond, met de bedoeling te bewijzen
dat zulke heeren weinig -of geen notitie
nemen van de hun toegezonden manuscrip
ten, staat niet alleen. Bibesco kreeg zijn
Molière-copie (natuurlijk onder een anderen
schrijversnaam ingezonden) terug met de
gebruikelijke „complimenten". Iets dergelijks
geschiedde ook in het geval van een Engelsch
auteur eenige jaren geleden. Troosteloos ge
worden omdat dozijnen manuscripten van
zijn hand door de uitgevers „in dank" terug
waren gestuurd, zocht hij bevestiging voor
zijn verdenking dat de uitgevers zich nauwe
lijks de moeite getroostten het werk door te
lezen of anders niet in staat waren goed
werk te onderkennen. Hij schreef daarom
Milton's Samson Agonistes over, gaf het een
nieuwen titel (Als een verfrischte reus) en
zond het onder zijn eigen naam naar de uit
gevers. De brieven, die hij met- het
manuscript terug ontving, amuseerden
hem zoo zeer dat hij ze ter publicatie gaf
aan de thans overleden St. James'
Gazette. Geen der uitgevers had ontdekt dat
zij een werk van Milton onder de oogen had
den gehad. Een der uitgevers, die het werk
blijkbaar niet eens had ingezien, noemde
het „een sensationeelen roman". Een andere
uitgever vond het „verhaal niet onverdienste
lijk" maar vond dat de dichtvorm werd be
dorven door Schotsohe eigenaardigheden. Een
derde uitgever „zag er wel wat in" en bood
aan het werk uit te geven indien de schrijver
bereid was 50 bij te dragen aan de kosten
voor het drukken en publlceeren.
Willem Jansen! Na je werk kom jij dade
lijk naar huis en ruimt me die rommel in den
tuin op!"
(„Life").