H.D. VERTELLINGEN
DE STRIJD OP DE AUTO-MARKT.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL
Tijdschriften.
Apex Klop-Veeg-Stofzuigers f 175.—
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 11 AUGUSTUS 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
B»> tn 1*1
door
JAROSLAV HASÈK.
„Gered.
Het doet er volstrekt niet toe, waarom
Paral zou worden opgehangen. Welk misdrijf
hij ook mag hebben begaan, een glimlach kon
hij toch niet onderdrukken, toen de gevan*
genbewaarder hem den avond voor den mor
gen, waarop hij in alle orde zou worden op
gehangen, een flesch wijn en een flink
portie gebraden kalfsvleesch in de cel bracht.
„Is dat voor mij?"
„Jawel, voor u". zeide de bewaarder som
ber, „laat het u voor het laatst nog eens goed
smaken. Ik breng u straks nog komkommer*
sla, ik kon niet alles in één keer dragen.
Dadelijk ben ik weer hier. Ook heb ik de
•harde broodjes nog vergeten, maar ik kom
direct terug".
Patal nam gelaten aan de tafel plaats en
begon met smaak het kalfsvleesch te eten.
Men ziet het: hij was een cynicus, maar voor
het overige een zeer verstandig mensch, die
op de wereld trachtte te genieten, wat er
in de paar uren nog te genieten viel, die
het gerechtshof hem nog over liet. Alleen
bedierf de gedachte zijn genot een weinig,
dat al deze lieden, die hem vanochtend voor
lazen, dat zijn verzoek om gratie was af
gewezen en dat met de voltrekking van het
vonnis 24 uur gewacht behoorde te worden,
opdat de delinquent zich op uitvoering van
de straf kon voorbereiden en zijn rechts-
aangelegenheden ordenen, dat al deze lieden,
die hem zouden ophangen en bij ziln ster
ven tegenwoordig zijn, dat al deze lieden mor
gen, overmorgen enzoovoort zouden voort
leven en samen zijn met hun families, terwijl
hij niet meer zou bestaan. Deze wijsgeerige
gedachten vergezelden hem, terwijl hij de
kalfscarbonade at, en toen hem daarna de
sla en de broodjes werden gebracht, zuchtte
hij en gaf den wensch te kennen, een pijp
en tabak te ontvangen
Derhalve werden er een steenen pijp en
een mengsel van driekoningen-tabak en ge
wone knaster voor hem gekocht, zoodat hij
zich aan het rooken kon tegoed doen. Ds
bewaker stak de pijp zelfs voor hem aan
De delinquent Patal verzocht daarop een
portie ham en nog een liter wijn.
„U zult krijgen, wat u wenscht", zeide de
bewaarder, „lieden van uw aard moet men
tegemoetkomen".
„Brengt u mij ook twee stukken leverworst
en een portie hoofdkaas. En dan zou ik nog
een liter donker bier willen hebben".
„Dat krijgt u allemaal; ik zal het onmid*
dcllijk laten halen", zeide de gevangenbe
waarder beleefd, „waarom zou ik u geen ge*
noegen doen? Het leven is veel te kort, men
moet genieten, wat er maar to genieten
valt".
Nadat hij de gevraagde dingen had ge
bracht, ging hij voort, met Patal te filoso-
feeren; die verklaarde, dat hij volmaakt te*
vreden was.
„Drommels", zeide hij, toen hij alles ge
geten had, „nu zou ik nog trek hebben in
Dsbrecziner gebraad, gorgonzola en andere
goede dingen".
„U zult dat allemaal hebben, wanneer u het
wilt; het doet mij genoegen, dat het u zoo
smaakt. Ik hoop, dat u zich niet voor morgen
zelfstandig zult ophangen. Maar ik zie, dat
u een fatsoenlijke kerel bent. Wat zoudt u
er van denken, mijnheer Patal, wanneer u
zich zoudt ophangen, voor het u ambtshalve
overkomt? Ik zeg u als man van eer, dat u
het er niet zoo goed zoudt afbrengen, lang
niet! Wilt u niet nog een glas bier of twee?
Het is vandaag uitstekend. De gorgonzola zal
u dorstig maken. Laat ik u liever twee glazen
bier brengen. En op de sardines en het De-
brecziner gebraad drinkt u wijn. Dat past
beter bij elkaar".
De geur van al deze gerechten vulde weldra
de cel en in het midden zat Patal. naarstig
toetastend, hier een stuk kaas, daar een
sardine genietend, nu eens bier, dan weer
wijn erna drinkend, zooals het hem voor ds
hand kwam. Hij was juist in de vredige her
innering aan een avond verdiept, die hij in
dergelijke omstandigheden in vrijheid op de
veranda van een buitenrestaurant had door
gebracht, waar de bladeren en de twijgen
voor de ramen in den zonneschijn glansden
en tegenover hem een dikke man zat, onge
veer zooals de bewaker; het was de restau
ranthouder in dat paradijs en voortdurend
praatte hij, steeds noodigde hij je uit tot
eten en drinken, niet anders dan deze be
waker hier.
„Vertelt u mij toch wat anecdoten" ver*
zocht Patal den bewaker en die begon hem
onmiddellijk de nieuwste geestigheden
vertellen. Hierop gaf Patal het verlangen te
kennen naar wat fruit en suikerwerk of
fijn gebak en een kop sterke koffie. Aan zijn
wensch werd voldaan. Toen hij ook dit tot
zich had genomen, verscheen de gevangenis
dominee om Patal troost in te spreken. De
dominee was een vroolijk man, zoo heelemaal
niet stijf, integendeel, aangenaam, zooals alle
menschen in zijn omgeving die zich zooveel
moeite voor hem gaven, hem ter dood veroor:
deelden en hem morgen zouden hangen, zich
vroolijk gedroegen en in maatschappelijk
opzicht bepaald aangenaam waren. „God zij
met u, jongeman", zeide de gevangenis-
dominé en klopte hem op den schouder,
„morgenochtend zal alles voorbij zijn, maar
wanhopen moet u niet. Geef uw gemoed
lucht en vertrouw op God, want God ver
heugt zich in den zondaar, die berouw heeft
Er zijn menschen, die, omdat zij hun ge*
moed geen lucht hebben gegeven, den ge-
heelen nacht rondloopen en jammeren! Ik
weet het, het is niet aangenaam, het hoofd
kan je barsten, mara wie zijn gemoed
lucht geeft, slaapt ook den laatsten nacht
den slaap des rechtvaardigen. Het is het
goed! Nogmaals zeg ik u, wel zal het u zijn,
wanneer ge uw ziel reinigt van de zon
de".
Op dit oogenblik werd Patal doodsbleek
In zijn maag kronkelde iets, hij kreeg het
vreeselijk bénauwd, alsof hij moest sterven.
Maar het ging niet, want hij kreeg maag
krampen, op zijn voorhoofd stond het koude
zweet. De gevangenisdominé schrok. Nieuwe
krampgolven kwamen. Patal kronkelde in
een hoek van pijn. Bewakers kwamen en
droegen hem naar het gevangenishospitaal.
De gevangenisdoktoren schudden het hoofd,
tegen.den avond kreeg hij hooge koorts en om
middernacht verklaarden de doktoren, dat zijn
toestand zeer bedenkelijk was en constateer
den eensgezind, dat men met bloedvergifti
ging te maken had. Ernstig zieke delinquen
ten worden niet opgehangen, daarom bleef
de opstelling van de galg dien nacht achter
wege. In plaats daarvan werd Patal de maag
leeggepompt en door analyse van de on*
verteerde spijsresten de aanwezigheid van
worstvergiftiging geconstateerd. Het rapport
luidde aldus, dat de leverworst tengevolge
van het warme weer in staat van ontbinding
was overgegaan en dat de ontbindingsstof-
fen, die daarbij waren ontstaan de vergif,
tiging van Patal hadden veroorzaakt. On
verwijld werd bij den slager, van wien de
leverworst was gekocht, een onderzoek inge
steld en geconstateerd, dat deze slager de
voorschiften inzake de hygiëne had over.
treden, doordat hij de leverworst zonder ijs
had gelaten. De zaak werd in handen gesteld
van de justitie, die tegen den slager een aan
klacht indiende wegens misdrijf tegen de
lichamelijke veiligheid. Onder de doktoren
die Patal behandelden, bevond zich een jonge
brave dokter, die het geheele ziektegeval van
Patal met belangstelling bestudeerde en al
het mogelijke ondernam om hem in het
leven te houden, want het geval was buiten
gewoon ernstig en gecompliceerd. Dag en
nacht gaf hij zich moeite voor Patal en in
ongeveer veertien dagen tijds had hij hem
zoo ver. dat hij hem een vroolijken slag op
den rug gaf. kon zeggen: „U is gered!" Den
volgenden dag werd Patal volgens de rege
len opgehangen, want zijn lijfelijke constitutie
kon den strop al verdragen. De slager evenwei
die door zijn leverworst Patal's leven met
veertien dagen had verlengd, werd wegens
misdrijf tegen de lichamelijke veiligheid tot
drie weken gevangenisstraf veroordeeld. Den
arts, die Patal het leven had gered, viel van
de zijde van het gerechtshof een loffelijke
vermelding ten deel.
JUBILEUMSVIERING VAN
MEVR. DE LA MAR-KLEY.
DAAD VAN PIëTEIT JEGENS NAP.
Naar men aan het Hbld. mededeelt lag het
in de bedoeling van Nap de la Mar om met
zijn gezelschap een jubileumtournée te or-
ganiseeren voor het zestigjarig jubileum van
zijn moeder mevr. R. de Ia MarKley.
Het onder den naam „De Flierefluiters"
gereorganiseerde gezelschap heeft gemeend,
uit piëteit voor den overledene, zoowel als uit
eerbied voor de bekwame actrice mevrouw
De la MarKley, dit jubileum alsnog te doen
plaats hebtyn. De actrice zal jubileeren in
haar rol als Jans, de Pastoormeid in „Fliere
fluiters Oponthoud", waarvan de jubileums
voorstelling waarschijnlijk begin September
te Amsterdam zal plaats hebben.
Wethouder dr. F. M. Wibaut van Amster
dam heeft zich bereid verklaard het eere
voorzitterschap van het huldigingscomité te
aanvaarden. De heer Th. M. Ketelaar zal als
voorzitter fungeeren en de heer A. M. de
Jong, als secretaris-penningmeester.
COR RUTS VOOR DE VT.TFDE MAAL NAAR
INDIë.
Men meldt aan de N. R. C.:
Het Nederlandsch-Indisch-Tooneel, direc
teur Cor Ruys, dat 20 Augustus per s.s. Sla
mat van den Rotterdamschen Lloyd naar
Indië vertrekt, is samengesteld als volgt: Cor
Ruys. Piet Bron. Jeanne van Rijn, Co Bal-
foort. Anton Ruys. Eline Pisuisse. Pierre
Myin. Louis Borel. Mary Bouwens, Jan Dui-
reman en Harry Bierman.
De openingsvoorstelling is bepaald op 24
September in den Stadsschouwburg te Wel
tevreden met de vertooning van „Mijnheer
Topaze", satyre in 4 bedrijven naar het
Fransch van Marcel Pagnol in de vertaling
van Cor Ruys. Als eerstvolgende stukken
heeft Cor Ruys die hiermede zijn 5e Indi
sche Tournée inzet, bepaald: „Vader-Vrijge
zel". „Elias weet het beter", met dei leider in
de titelrol.
WEDEROPTREDEN VAN BAREND
BARENDSE.
De bekende oud-acteur Barend Barendse,
stelt zich voor na eenigen tijd nog eenige
gastvoorstellingen te geven. Sedert zijn op
treden in Den Haag, als „De Gebochelde",
een rol, welke ongewone inspanning van het
lichaam vereischt, lijdt hij aan een ge-
wrichtsaandoening, waarin thans verbetering
is gekomen.
ONTVANGEN BOEKEN
„De ontwikkeling van den beton-
wegenbouw", door P. W. Scharroo.
Alleen al om zijn aantrekkelijken omslag
zoudt ge dit boekje van P. W. Scharroo, ma
joor der genie, ter hand nemen. Maar bo
vendien is het in hooge mate actueel en be
langwekkend om het onderwerp, dat het be
handelt, „De ontwikkeling van den Beton-
wogenbouw". Het is ingedeeld in twee be
stekken. ..Voordeelen en toepassing" en „Ver
vaardiging en Onderhoud". Het moet be
schouwd worden als een tweede uitgave van
„Betonwegen", dat in 1927 verscheen, sinds
welk jaar de betonwegenbouw een groote
ontwikkeling heeft doorgemaakt. In het
voorwoord zegt de schrijver, dat de betonweg
bewezen heeft dat hij voor het moderne ver
keer de beste en meest economische wegver
harding is.
De schrijver behandelt achtereenvolgens
de constructie van den weg en het moderne
verkeer in het algemeen, beschouwd in ver
band met de bevolkingsdichtheid en de in
tensiteit van het verkeer.
Onder het motto: „Een slechte weg ver
nielt meer dan de betonweg kost" bespreekt
majoor Scharroo de voordeelen van den be
tonweg. Deze zijn o.a. lage onderhoudskos
ten, wegvallen van de tonrondte, die lastig
is bij het sturen en bandenslijtage veroor
zaakt, lange levensduur. Uit statistiekjes
blijkt, dat van alle plaveisels beton het goed
koopste in onderhoud is gebleken.
Bovendien is de stroefheid van betonwe
gen een groote waarborg voor de veiligheid,
vooral in vergelijking met asfaltwegen.
De nadeelen schuilen vooral in de hooge
eischen, die aan de vervaardigers worden
gesteld. Openbare aanbesteding moet bijvoor
beeld' uitgesloten worden geacht. Bovendien
duurt de uitvoering lang.
De ruimste toepassing hebben betonwe
gen gevonden in de Vereenigde Staten, de
schrijver geeft een overzicht van de andere
landen, waar veel betonwegen aangelegd
zijn. In Nederland doet zich na 1927 een da
ling In het toch al niet groote aantal aan
gelegde betonwegen voor. Op Rijkswegen is
de betonweg veel meer toegepast dan op ge
meentewegen.
In het tweede gedeelte van zijn boek geeft
de schrijver mededeelingen over constructie
en uitvoering. Het weinige onderhoud, dat
de betonweg vereischt, moet met zorg wor
den uitgevoerd.
Het boek besluit met aanwijzingen voor
het maken en onderhouden van betonwegen.
De archictect Jan Wils heeft de door so
berheid duidelijke en suggestieve omslaglee-
kening vervoardigd. Het boek is met foto's
en teekeningen goed geïllustreerd en uitge
geven bij Moorman's Periodieke Pers, Den
Haag.
„Eigen Haard".
Op een der pagina's van „Eigen Haard"
van 2 Augustus komt een groot portret voor
van de Koningin-Moeder, ter gelegenheid
van haar verjaardag. Het is een foto naar
een teekening van P. P. Koster.
Pieter Koomen wijdt een woord ter nage
dachtenis aan Vincent van Gogh, die één de
zer dagen voor 40 jaar geleden te Nuenen in
Noord-Brabant overleed. De schrijver geeft
een overzicht van het leven, den strijd en
het werk van Vincent in Holland en Frank
rijk. Het bekende zelfportret van den schil
der is er o.a. bij afgebeeld.
Willem Landré geeft een beschouwing over
Willem Pijper, die onlangs benoemd werd tot
leider van 't nieuwe Conservatorium te Rot
terdam. Voorts komt in dit nummer voor het
portret van dr. Arturo H. Massa, den nieuw
benoemden buitengewonen gezant en gevol
machtigden minister van Argentinië te Den
Haag. Tenslotte vermelden we de bespreking
van Edmond Visser over den Hollanaschen
Schouwburg.
„Heidelbcrgcr Fremdenblatt".
Van het Heldelberger Fremdenblatt. het
officieele orgaan van de stad Heidelberg, is
een speciaal nummer voor Nederland ver
schenen. dat ook in het Nederlandsch ge
steld is. De bezienswaardigheden en het na
tuurschoon van de stad worden hierin be
sproken aan de hand van vele foto's. Zoo
vertelt dr. Rudolf Grossmann het een en
ander over de bergwouden van Heidelberg,
terwijl in een volgend artikel de belangrijk
ste stadsgedeelten, gebouwen, monumenten,
enz. behandeld worden. Bovendien wordt ook
een woord gewijd aan eenige plaatsen, die
men van Heidelberg uit gemakkelijk kan be
reiken, zooals Mannheim, Ludwigshafen,
Heilbronn, enz.
Voor hen, die het plan hebben hun va-
cantie in Heidelberg en omgeving door te
brengen, zal dit boekwerk een goede inlei
ding op hun aanstaand bezoek vormen.
„Bouwbedrijf".
.Bouwbedrijf" van 1 Augustus wordt ge
opend met de rede, die door prof C. P
Schoenmaker in Juni van dit jaar uitgespro
ken werd in de aula der Technische Hooge-
school te Bandoeng ter gelegenheid van den
tienden verjaardag dezer school. De rede is
getiteld „De aesthetiek der architectuur en
de kunst der modernen".
Van de overige artikelen vermelden we een
bespreking over het nieuwe landhuis „Klein
Naaldenveld" te Aerdenhout. en de artikels
over Groot-garagebouw. over lichte bouw
constructies (door E. Heuvaux uit Brussel)
en over een nieuw systeem steiger, dat den
Iaatsten tijd in Engeland veel wordt toege
past. Ook bevat het nummer naar aanleiding
van een ingezonden stuk in een der vorige
afleveringen, een beschouwing over de be
scherming van den architectentitel.
„De Middenstand".
„De Middenstand", het maandblad, gewijd
aan de belangen van den middenstand van
Haarlem en Omstreken, heeft in haar ko
lommen opgenomen het adres, dat de Sme-
destraatvereeniging aan het college van B.
en W. heeft gezonden naar aanleiding van
de bestaande verkeersregeling, waarbij de
Jansstraat als hoofdverkeersweg is aange
wezen. De voorzitter dezer vereeniging. de
heer Adr. Kurvers, heeft, met betrekking op
dit verzoekschrift, een artikel geschreven,
waarin hij het standpunt der vereeniging
nader uiteenzet.
Voorts bevat deze aflevering het verslag
van de door de winkeliersvereeniging „IJmui-
den Oost" gehouden vergadering, het jaar
verslag over 1929 van de N.V. Haarlemsche
Brandverzekerings Maatschappij, van ae
vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat", e.a.
Jhr. J. C. Mollerus bespreekt de kruideniers
warendistributie in Amerika en de beteeke-
nis van den kleinhandel in Duitschland.
Het artikel over den bedrijfsauto wordt in
dit nummer besloten.
De Gramophoonrevue
Het Julinummer van de Gramophoonrevue
is een Tauber-nummer geworden. Op de
eerste pagina zien wij den grooten Richard
afgebeeld met het beroemde ..eyeglass". Ver
der wordt verhaald hoe hij tezamen met Ti-
no Pattiera zijn carrière aan de Staatsopera
te Dresden begon. Max Tak heeft een bio
grafie over den populairen zanger geschre
ven, terwijl Hans Martin van Tauber's op
treden vertelt in „Das Land des Lachelns",
dat hier te lande met zoo'n groot succes ten
tooneele is gebracht. Voorts treft men foto's
aan uit de operette „Friederike" van Lehar,
van Tauber temidden van enkele leden van
het Fritz Hirsch ensemble, een geleekend
portret van den zanger ea.
Aan het eind van de aflevering bevindt
zich een uitgebreide lijst van de nieuwste
platen.
„Favoriet".
In de aflevering van Augustus bespreekt
mevrouw Anna van Gogh-Kaulbach in de
tooneelrubriek de actrice Marie Hcltrop, met
wie zij een interview heeft gehad. In het
bijzonder wijdt de schrijfster een woord aan
haar beteekenis voor het radiotooneel. Een
aantal afbeeldingen toonen ons de actrice in
eenige barer beste rollen.
Van de vele korte verhalen, die het num
mer ook thans weer bevat, noemen we „Emo
tie" door Bep Otten, „Hitte en overhemden",
van Hermien Manger en „Stranden en men
schen" door Willy Corsari. Voor de dames
in het bUzonder is er een causerie van Willy
Schemelé over de mode aan het strand, met
illustraties van de schrijfster.
Zooals gewoonlijk treffen de tusschen de
verhalen verscheidene foto's van filmsterren
aan, o.a. zijn er afbeeldingen van Evelyn
Brent en Leila Hyams.
EDDYSTONE.
De beroemde vuurtoren
50 jaar.
DE VOORCANGERS.
De vuurtoren van Eddystone, een 20 K.M.
ten zuiden van Plymouth, bestaat juist vijftig
jaar. Dit jubileum is voor de Engelsche pers
aanleiding de geschiedenis van dit vermaar
de kustlicht weer eens op te halen. De tegen
woordige toren is de vierde, die op die plek
in zee is verrezen. Van vroege tijden af heeft
men het gevaar van Eddystone, een groepje
rotsen, gedeeltelijk onder water en gelegen in
de route van schepen, die het Kanaal in en
uitgaan, onderkend. En in 1639 kwam een
zekere Winstanley het eerst op de gedachte
er een lichtbaken voor het heil van de zee
varenden op te richten. Winstanley was een
zonderlinge rijkaard, die zijn liefde voor de
zeevaart verbond aan een stokpaardje voor
exotische architectuur. Zijn toren werd in
hout opgetrokken. Op verschillende hoogten
waren galerijen aangebracht, afgedekt met
puntige daken, versierd met windwijzers en
beschilderd met zonnen. Het geheel deed
denken aan een Chineesche pagode. Op 14
November 1689 werden de vetkaarsen in de
houten lantaarn, die het bouwwerk bekroon
de. aangestoken. En van dat oogenblik af
heeft het licht van Eddystone. behoudens een
paar kortere of langere tusschenpoozen.
over het kanaal geschenen als waarschuwing
tegen het gevaar dat de mannen van de zee
daar bedreigde. De eerste toren bood, naar
zich laat begrijpen, niet lang weerstand aan
de woede der elementen. Maar Winstanley en
de mannen, die den toren bedienden, hadden
toen hun werk het een paar jaren had
uitgehouden het grootste vertrouwen in
zijn stevigheid. Om dit te bewijzen over
nachtten zij er vaak in gezelschap in zware
stormen. Maar in November 1702, kort na
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Ct». per regeL
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJOR IS STRAAT 16 - TEL. No. 10756
den vierden verjaardag, werd zulk een storm
den toren, zijn ontwerper en diens helpers
noodlottig. Toen de bewoners van Plymouth
na een vreesdij ken stormnacht in den vroe
gen ochtend van 26 November van het ge
noemde jaar uitkeken naar hun lichttoren,
ontwaarden zij tot hun ontzetting dat hij
verdwenen wasmet man en muis. Zoo
kwam Winstanley met zijn vuurtoren en zoo
kwamen zijn helpers aan hun einde.
De tweede toren, waarvoor de bouwkosten
werden gedragen door een zijde-koopman uit
Londen, was wat steviger van bouw. Tot 20 M.
hoogte was hij opgetrokken van steen, afge
wisseld door lagen eikenhout- De vier volgen
de verdiepingen waren echter uitsluitend an
eikenhout gemaakt. De achthoekige lantaarn
had een middenlijn van 312 M. Deze toren
hield het 46 jaar uit. Er. een brand, die in
de lantaarn uitbrak en die werd ontdekt door
een der wachters toen hij de kaarsen ging
snuiten, maakt een einde aan zijn bestaan.
De bemanning maakte hachelijke oogenblik-
ken door maar wist aan de vlammen te ont
komen door zich aan overhangende rotsen
even boven den zeespiegel vast te klampen.
Zoo stortten de brandende balken en het ge
smolten metaal neer zonder hen ernstig te
treffen. Een der mannen werd echter deerlijk
door gesmolten metaal gebrand, voordat hij
de schuilplaats had kunnen bereiken. Een
boot redde de bemanning tenslotte uit haar
benarde positie. De wachter, die de ernstige
brandwonden had opgeloopen. stierf eenige
dagen later in Plymouth en het verhaal wil
dat hij voor zijn dood had verklaard dat hij
gesmolten metaal had ingeslikt en dat men,
bij sectie van het lijk, een groot stuk lood in
zijn maag ontdekte.
De derde toren werd geheel van steen op
getrokken. Hij kwam in 1759 gereed. De lan
taarn bevond zich 21 M. boven de rotsen. Hij
heeft tot 1897 dienst gedaan en is op natuurlij
ke wijze, door slijtage van de jaren aan zijn
einde gekomen. De tegenwoordige vuurtoren
is een ontwerp van deh bekenden ingenieur
Sir James Douglas. Hij staat thans 50 jaar.
Het voetstuk van den derden toren is nog in
tact. Een lange ijzeren staaf is in het midden
er van opgericht. Het stuk rots. waarop hij
was gebouwd, is door de zee ondermijnd.
De superioriteit der Europeesche auto's.
Geen tariefmuren meer!
Door LOUIS DELAGE, den vermaarden Franschen automobielfabrikant.
Tot voor weinige jaren was het onmogelijk
een vergelijking te trekken tusschen Ameri-
kaansche en Europeesche auto's. De Ameri
kaansche, met uitzondering van de Fords,
werden gemaakt voor groote wegen en de
toestand van die wegen liet geen groote snel
heid toe, terwijl de Europeesche wagens be
stemd waren voor het rijden in de stad en
voor pleziertochten. Elk van de beide soorten
had haar voor- en nadeelen. De Amerikaan-
sche wagens waren soepeler en konden spoe
diger een groote snelheid bereiken, maar niet
zulk een groote snelheid al de concurreerende
Europeesche wagens en het trillen der mo
toren werd ondraaglijk, wanneer zij ongeveer
50 mijl per uur reden. Bovendien waren zij
niet heel sterk, daar de Amerikanen hun
wagens niet graag lang hebben.
De Amerikaansche auto veerde uitstekend,
maar zoodra een tamelijke snelheid was be
reikt, werd dit voordeel een groot nadeel.
Want de beweging veroorzaakte zooiets als
zee- of wagenziekte en gaf den inzittenden
een gevoel van onveiligheid, dat volstrekt
niet geheel denkbeeldig was, daar de auto
van den eenen naar den anderen kant zwaai
de wanneer zij op een oneffen gedeelte van
den weg kwam. In tegenstelling met de stuur
inrichting der Europeesche wagens was die
der Amerikaansche onzeker.
Toen de Amerikaansche automobielfabri
kanten Europa gingen veroveren, ontdekten
zij als spoedig de gebreken in hun eigen
systeem, gebreken die de verbetering van hun
eigen wegen hun trouwens al had duidelijk
gemaakt. Zij waren dus verplicht Europee
sche denkbeelden betreffende het bouwen
van auto's over te nemen. Terself dertij d
brachten ook wij verschillende verbeteringen
aan. Onze afnemers, geleerd door de Ameri
kanen die ons misschien in dit opzicht een
dienst bewezen, grooter dan het nadeel dat
zy ons toebrachten spoorden ons aan,
grootere wagens te bouwen Zij zeiden en
terecht dat het comfort, dat deze wagens
zouden geven, wel opwoog tegen een paar
honderd francs belasting per jaar méér. WIJ,
Europeesche fabrikanten, geprikkeld door
concurrentie-zucht en bovendien zonder twij
fel beschikkend over betere technische
methoden, behouden op deze wijze onzen
aanvankelljken voorsprong.
De Europeesche auto's, liggen, In weerwil
van de vorderingen die ook de mededingers
maken, vaster op den weg, zijn veiliger, ster
ker en duurzamer dan de Amerikaansche. Het
kan zijn dat het koetswerk der Amerikaan
sche wagens, die in groote hoeveelheden aan
de markt worden gebracht, er beter uitziet
dan het onze, maar dit is hoofdzakelijk een
quaestie van vernis en dat verschil verdwijnt,
als de wagen eenigen tijd gebruikt is. De
Amerikaansche wagon heeft één kenmerkend
nadeel: hem ontbreekt karakter. ..persoon
lijkheid". De Europeesche automobilist heeft
graag een eigen ..huls voor den weg" en niet
een, dat er uitziet alsof het eigenlijk van zijn
buurman is. Wat dit persoonlijk cachet aan
gaat, kunnen de Duitsche en Ttaliaansche en
vooral de Engelsche en de Fransche auto's
niet overtroffen worden.
Ik ben absoluut overtuigd dat de Ameri
kaansche luxe=wagen niet beter is dan de
Europeesche auto van dezelfde klasse. Ge*
durende de laatste twee jaren hebben mis
schien ae Amerikaansche half-luxe wagens
iets op de onze gewonnen, omdat wij ons niet
meer zco op de middelsoort*motoren hadden
toegelegd. Dit is nu evenwel niet meer het
geval en er zijn tal van Europeesche auto-
v.obielbouwers. wier producten de vergelijking
met die hunner Amerikaansche concurren
ten kunnen doorstaan. En in de allerhoogste
klasse hebben de Amerikanen nooit iets ge
maakt dat gelijk staat met dat wonder van
nauwkeurigheid en duurzaamheid: de Rolls-
Royce en de Amerikanen zijn nog niet ver
geten hoe een van hun kampioenen op zijn
eigen terrein verslagen werd door een His-
pano.
De kleine auto voor algemeen gebruik wordt
in Europa beter gemaakt dan in Amerika.
Zij verbruikt minder benzine hetgeen voor
ons van groot belang is. In verband met den
prijs, en geeft minder banden-slijtage dan
dezelfde soort wagen in Amerika. Ik ben niet
zoo goed op ae hoogte met de namen der
voornaamste automobielfabrlkanten in andere
landen maar ik weet dat de drie voornaam»
steste Fransche firma's: Citroen, Peugeot en
Renault, om ze in alphabetische volgorde te
noemen en vele anderen, evenzeer kleine
wagens maken zooals ze in Amerika niet ge»
vonden worden.
Als men mij vraagt: „Is er een Amerl-
kaansch gevaar?" beantwoord ik die vraag
zonder aarzelen bevestigend, aangenomen dat
de Amerikanen hun massa-productie en dus
hun lage productiekosten kunnen handhaven.
Zal dit mogelijk zijn en kan Europa het ver
mijden? Ook hierop kan ik zonder aar
zelen „ja!" antwoorden, op voorwaarde, dat
wij onmiddellijk, zonder één dag uitstel,
overgaan tot afschaffing van onze Invoer
rechten en dat onze regeeringen in de ver
schillende landeai voortdurend hun aandacht
wijden aan de stichting der Vereenigde
Staten van Europa, in ieder geval in econo
misch opzicht. Indien dit niet geschiedt zal
het aantal koopers In elk land beperkt blijven,
massaproductie zal onmogelijk zijn en de
productiekosten zullen te hoog blijven.
Wij moeten deze zaken beschouwen van een
minder bekrompen standpunt dan tot nu toe
het geval was. Het omverwerpen der tarief
muren zal zonder twijfel aan zekere in
dustrieën in zekere landen schade berokke
nen, maar daar is niets aan te doen. Wij moe
ten de algemeene belangen van Europa in het
oog houden en die van de groote massa ver.
bruikers. Ieder land moet de bevordering
van zijn eigen belangen zóó zien dat het
voldoening vindt in de bevordering van het
algemeen belang.
Elk land in Europa moet doen wat het in
zijn positie het beste doen kan en moet zijn
buren hetzelfde laten doen. Als de tarief»
muren die om de verschillende landen van
Europa zijn opgetrokken worden neergehaald
Is er geen reden waarom Europa, dat, een
driemaal zoo groote bevolking heeft als
Amerika en daarom een veel grooter aantal
afnemers, niet in staat-zou zijn evenveel en
oven goedkoop te fabriceeren als Amerika en
dit heeft niet alleen betrekking op auto's
maar op alle andere industrieën. Het zou dan
mogelijk zijn fabrieken op te richten evep
groot als. zoo niet grooter dan die in Amerika
en de Amerikanen zouden dan tegenover
dezelfde moeilijkheden komen te staan als
waartegenover het oude Europa zich thans
geplaatst ziet. Laat ons hopen dat de Euro
peesche regeeringen de dingen zuilen zien
zooals zij Rijn, de politiek terzijde zullen
zetten en tot daden zullen overgaan.
Kan dit nog gebeurdn vóór het te laat Is?
Zeer zeker wanneer de menschen slechts hun
oogen en hun verstand willen gebruiken. Ais
de oude Europeesche volken hun zwakheden
hebben ,die de jonge Amerikaansche natie
niet heeft, zij hebben ook hulpbronnen cn
beschikken over middelen die Amerika niet
kent. Laten zij hun onderlinge twisten ver
geten en laat, zooals ik al zeide, de politiek
plaats maken voor de gezonde Amerikaansche
productiemethoden, dan zullen wij evenmin
de Amerikaansche concurrentie behoeven te
vreczen als Amerika de onze.
Het zal dan mogelijk zijn de laatste tarief-
muren tusschen de oude en de nieuwe wereld
te slechten cn Europa en Amerika zullen in
staat zijn, ieder op zijn eigen manier te
werken met het doel. producten af te leveren
van de beste qualiteit en tegen de laagst mo
gelijke prijzen, tot heil van de geheele
wereld,