H.D. VERTELLINGEN DE STRIJD OP DE AUTO-MARKT. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL Tijdschriften. Apex Klop-Veeg-Stofzuigers f 175.— HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 11 AUGUSTUS 1930 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). B»> tn 1*1 door JAROSLAV HASÈK. „Gered. Het doet er volstrekt niet toe, waarom Paral zou worden opgehangen. Welk misdrijf hij ook mag hebben begaan, een glimlach kon hij toch niet onderdrukken, toen de gevan* genbewaarder hem den avond voor den mor gen, waarop hij in alle orde zou worden op gehangen, een flesch wijn en een flink portie gebraden kalfsvleesch in de cel bracht. „Is dat voor mij?" „Jawel, voor u". zeide de bewaarder som ber, „laat het u voor het laatst nog eens goed smaken. Ik breng u straks nog komkommer* sla, ik kon niet alles in één keer dragen. Dadelijk ben ik weer hier. Ook heb ik de •harde broodjes nog vergeten, maar ik kom direct terug". Patal nam gelaten aan de tafel plaats en begon met smaak het kalfsvleesch te eten. Men ziet het: hij was een cynicus, maar voor het overige een zeer verstandig mensch, die op de wereld trachtte te genieten, wat er in de paar uren nog te genieten viel, die het gerechtshof hem nog over liet. Alleen bedierf de gedachte zijn genot een weinig, dat al deze lieden, die hem vanochtend voor lazen, dat zijn verzoek om gratie was af gewezen en dat met de voltrekking van het vonnis 24 uur gewacht behoorde te worden, opdat de delinquent zich op uitvoering van de straf kon voorbereiden en zijn rechts- aangelegenheden ordenen, dat al deze lieden, die hem zouden ophangen en bij ziln ster ven tegenwoordig zijn, dat al deze lieden mor gen, overmorgen enzoovoort zouden voort leven en samen zijn met hun families, terwijl hij niet meer zou bestaan. Deze wijsgeerige gedachten vergezelden hem, terwijl hij de kalfscarbonade at, en toen hem daarna de sla en de broodjes werden gebracht, zuchtte hij en gaf den wensch te kennen, een pijp en tabak te ontvangen Derhalve werden er een steenen pijp en een mengsel van driekoningen-tabak en ge wone knaster voor hem gekocht, zoodat hij zich aan het rooken kon tegoed doen. Ds bewaker stak de pijp zelfs voor hem aan De delinquent Patal verzocht daarop een portie ham en nog een liter wijn. „U zult krijgen, wat u wenscht", zeide de bewaarder, „lieden van uw aard moet men tegemoetkomen". „Brengt u mij ook twee stukken leverworst en een portie hoofdkaas. En dan zou ik nog een liter donker bier willen hebben". „Dat krijgt u allemaal; ik zal het onmid* dcllijk laten halen", zeide de gevangenbe waarder beleefd, „waarom zou ik u geen ge* noegen doen? Het leven is veel te kort, men moet genieten, wat er maar to genieten valt". Nadat hij de gevraagde dingen had ge bracht, ging hij voort, met Patal te filoso- feeren; die verklaarde, dat hij volmaakt te* vreden was. „Drommels", zeide hij, toen hij alles ge geten had, „nu zou ik nog trek hebben in Dsbrecziner gebraad, gorgonzola en andere goede dingen". „U zult dat allemaal hebben, wanneer u het wilt; het doet mij genoegen, dat het u zoo smaakt. Ik hoop, dat u zich niet voor morgen zelfstandig zult ophangen. Maar ik zie, dat u een fatsoenlijke kerel bent. Wat zoudt u er van denken, mijnheer Patal, wanneer u zich zoudt ophangen, voor het u ambtshalve overkomt? Ik zeg u als man van eer, dat u het er niet zoo goed zoudt afbrengen, lang niet! Wilt u niet nog een glas bier of twee? Het is vandaag uitstekend. De gorgonzola zal u dorstig maken. Laat ik u liever twee glazen bier brengen. En op de sardines en het De- brecziner gebraad drinkt u wijn. Dat past beter bij elkaar". De geur van al deze gerechten vulde weldra de cel en in het midden zat Patal. naarstig toetastend, hier een stuk kaas, daar een sardine genietend, nu eens bier, dan weer wijn erna drinkend, zooals het hem voor ds hand kwam. Hij was juist in de vredige her innering aan een avond verdiept, die hij in dergelijke omstandigheden in vrijheid op de veranda van een buitenrestaurant had door gebracht, waar de bladeren en de twijgen voor de ramen in den zonneschijn glansden en tegenover hem een dikke man zat, onge veer zooals de bewaker; het was de restau ranthouder in dat paradijs en voortdurend praatte hij, steeds noodigde hij je uit tot eten en drinken, niet anders dan deze be waker hier. „Vertelt u mij toch wat anecdoten" ver* zocht Patal den bewaker en die begon hem onmiddellijk de nieuwste geestigheden vertellen. Hierop gaf Patal het verlangen te kennen naar wat fruit en suikerwerk of fijn gebak en een kop sterke koffie. Aan zijn wensch werd voldaan. Toen hij ook dit tot zich had genomen, verscheen de gevangenis dominee om Patal troost in te spreken. De dominee was een vroolijk man, zoo heelemaal niet stijf, integendeel, aangenaam, zooals alle menschen in zijn omgeving die zich zooveel moeite voor hem gaven, hem ter dood veroor: deelden en hem morgen zouden hangen, zich vroolijk gedroegen en in maatschappelijk opzicht bepaald aangenaam waren. „God zij met u, jongeman", zeide de gevangenis- dominé en klopte hem op den schouder, „morgenochtend zal alles voorbij zijn, maar wanhopen moet u niet. Geef uw gemoed lucht en vertrouw op God, want God ver heugt zich in den zondaar, die berouw heeft Er zijn menschen, die, omdat zij hun ge* moed geen lucht hebben gegeven, den ge- heelen nacht rondloopen en jammeren! Ik weet het, het is niet aangenaam, het hoofd kan je barsten, mara wie zijn gemoed lucht geeft, slaapt ook den laatsten nacht den slaap des rechtvaardigen. Het is het goed! Nogmaals zeg ik u, wel zal het u zijn, wanneer ge uw ziel reinigt van de zon de". Op dit oogenblik werd Patal doodsbleek In zijn maag kronkelde iets, hij kreeg het vreeselijk bénauwd, alsof hij moest sterven. Maar het ging niet, want hij kreeg maag krampen, op zijn voorhoofd stond het koude zweet. De gevangenisdominé schrok. Nieuwe krampgolven kwamen. Patal kronkelde in een hoek van pijn. Bewakers kwamen en droegen hem naar het gevangenishospitaal. De gevangenisdoktoren schudden het hoofd, tegen.den avond kreeg hij hooge koorts en om middernacht verklaarden de doktoren, dat zijn toestand zeer bedenkelijk was en constateer den eensgezind, dat men met bloedvergifti ging te maken had. Ernstig zieke delinquen ten worden niet opgehangen, daarom bleef de opstelling van de galg dien nacht achter wege. In plaats daarvan werd Patal de maag leeggepompt en door analyse van de on* verteerde spijsresten de aanwezigheid van worstvergiftiging geconstateerd. Het rapport luidde aldus, dat de leverworst tengevolge van het warme weer in staat van ontbinding was overgegaan en dat de ontbindingsstof- fen, die daarbij waren ontstaan de vergif, tiging van Patal hadden veroorzaakt. On verwijld werd bij den slager, van wien de leverworst was gekocht, een onderzoek inge steld en geconstateerd, dat deze slager de voorschiften inzake de hygiëne had over. treden, doordat hij de leverworst zonder ijs had gelaten. De zaak werd in handen gesteld van de justitie, die tegen den slager een aan klacht indiende wegens misdrijf tegen de lichamelijke veiligheid. Onder de doktoren die Patal behandelden, bevond zich een jonge brave dokter, die het geheele ziektegeval van Patal met belangstelling bestudeerde en al het mogelijke ondernam om hem in het leven te houden, want het geval was buiten gewoon ernstig en gecompliceerd. Dag en nacht gaf hij zich moeite voor Patal en in ongeveer veertien dagen tijds had hij hem zoo ver. dat hij hem een vroolijken slag op den rug gaf. kon zeggen: „U is gered!" Den volgenden dag werd Patal volgens de rege len opgehangen, want zijn lijfelijke constitutie kon den strop al verdragen. De slager evenwei die door zijn leverworst Patal's leven met veertien dagen had verlengd, werd wegens misdrijf tegen de lichamelijke veiligheid tot drie weken gevangenisstraf veroordeeld. Den arts, die Patal het leven had gered, viel van de zijde van het gerechtshof een loffelijke vermelding ten deel. JUBILEUMSVIERING VAN MEVR. DE LA MAR-KLEY. DAAD VAN PIëTEIT JEGENS NAP. Naar men aan het Hbld. mededeelt lag het in de bedoeling van Nap de la Mar om met zijn gezelschap een jubileumtournée te or- ganiseeren voor het zestigjarig jubileum van zijn moeder mevr. R. de Ia MarKley. Het onder den naam „De Flierefluiters" gereorganiseerde gezelschap heeft gemeend, uit piëteit voor den overledene, zoowel als uit eerbied voor de bekwame actrice mevrouw De la MarKley, dit jubileum alsnog te doen plaats hebtyn. De actrice zal jubileeren in haar rol als Jans, de Pastoormeid in „Fliere fluiters Oponthoud", waarvan de jubileums voorstelling waarschijnlijk begin September te Amsterdam zal plaats hebben. Wethouder dr. F. M. Wibaut van Amster dam heeft zich bereid verklaard het eere voorzitterschap van het huldigingscomité te aanvaarden. De heer Th. M. Ketelaar zal als voorzitter fungeeren en de heer A. M. de Jong, als secretaris-penningmeester. COR RUTS VOOR DE VT.TFDE MAAL NAAR INDIë. Men meldt aan de N. R. C.: Het Nederlandsch-Indisch-Tooneel, direc teur Cor Ruys, dat 20 Augustus per s.s. Sla mat van den Rotterdamschen Lloyd naar Indië vertrekt, is samengesteld als volgt: Cor Ruys. Piet Bron. Jeanne van Rijn, Co Bal- foort. Anton Ruys. Eline Pisuisse. Pierre Myin. Louis Borel. Mary Bouwens, Jan Dui- reman en Harry Bierman. De openingsvoorstelling is bepaald op 24 September in den Stadsschouwburg te Wel tevreden met de vertooning van „Mijnheer Topaze", satyre in 4 bedrijven naar het Fransch van Marcel Pagnol in de vertaling van Cor Ruys. Als eerstvolgende stukken heeft Cor Ruys die hiermede zijn 5e Indi sche Tournée inzet, bepaald: „Vader-Vrijge zel". „Elias weet het beter", met dei leider in de titelrol. WEDEROPTREDEN VAN BAREND BARENDSE. De bekende oud-acteur Barend Barendse, stelt zich voor na eenigen tijd nog eenige gastvoorstellingen te geven. Sedert zijn op treden in Den Haag, als „De Gebochelde", een rol, welke ongewone inspanning van het lichaam vereischt, lijdt hij aan een ge- wrichtsaandoening, waarin thans verbetering is gekomen. ONTVANGEN BOEKEN „De ontwikkeling van den beton- wegenbouw", door P. W. Scharroo. Alleen al om zijn aantrekkelijken omslag zoudt ge dit boekje van P. W. Scharroo, ma joor der genie, ter hand nemen. Maar bo vendien is het in hooge mate actueel en be langwekkend om het onderwerp, dat het be handelt, „De ontwikkeling van den Beton- wogenbouw". Het is ingedeeld in twee be stekken. ..Voordeelen en toepassing" en „Ver vaardiging en Onderhoud". Het moet be schouwd worden als een tweede uitgave van „Betonwegen", dat in 1927 verscheen, sinds welk jaar de betonwegenbouw een groote ontwikkeling heeft doorgemaakt. In het voorwoord zegt de schrijver, dat de betonweg bewezen heeft dat hij voor het moderne ver keer de beste en meest economische wegver harding is. De schrijver behandelt achtereenvolgens de constructie van den weg en het moderne verkeer in het algemeen, beschouwd in ver band met de bevolkingsdichtheid en de in tensiteit van het verkeer. Onder het motto: „Een slechte weg ver nielt meer dan de betonweg kost" bespreekt majoor Scharroo de voordeelen van den be tonweg. Deze zijn o.a. lage onderhoudskos ten, wegvallen van de tonrondte, die lastig is bij het sturen en bandenslijtage veroor zaakt, lange levensduur. Uit statistiekjes blijkt, dat van alle plaveisels beton het goed koopste in onderhoud is gebleken. Bovendien is de stroefheid van betonwe gen een groote waarborg voor de veiligheid, vooral in vergelijking met asfaltwegen. De nadeelen schuilen vooral in de hooge eischen, die aan de vervaardigers worden gesteld. Openbare aanbesteding moet bijvoor beeld' uitgesloten worden geacht. Bovendien duurt de uitvoering lang. De ruimste toepassing hebben betonwe gen gevonden in de Vereenigde Staten, de schrijver geeft een overzicht van de andere landen, waar veel betonwegen aangelegd zijn. In Nederland doet zich na 1927 een da ling In het toch al niet groote aantal aan gelegde betonwegen voor. Op Rijkswegen is de betonweg veel meer toegepast dan op ge meentewegen. In het tweede gedeelte van zijn boek geeft de schrijver mededeelingen over constructie en uitvoering. Het weinige onderhoud, dat de betonweg vereischt, moet met zorg wor den uitgevoerd. Het boek besluit met aanwijzingen voor het maken en onderhouden van betonwegen. De archictect Jan Wils heeft de door so berheid duidelijke en suggestieve omslaglee- kening vervoardigd. Het boek is met foto's en teekeningen goed geïllustreerd en uitge geven bij Moorman's Periodieke Pers, Den Haag. „Eigen Haard". Op een der pagina's van „Eigen Haard" van 2 Augustus komt een groot portret voor van de Koningin-Moeder, ter gelegenheid van haar verjaardag. Het is een foto naar een teekening van P. P. Koster. Pieter Koomen wijdt een woord ter nage dachtenis aan Vincent van Gogh, die één de zer dagen voor 40 jaar geleden te Nuenen in Noord-Brabant overleed. De schrijver geeft een overzicht van het leven, den strijd en het werk van Vincent in Holland en Frank rijk. Het bekende zelfportret van den schil der is er o.a. bij afgebeeld. Willem Landré geeft een beschouwing over Willem Pijper, die onlangs benoemd werd tot leider van 't nieuwe Conservatorium te Rot terdam. Voorts komt in dit nummer voor het portret van dr. Arturo H. Massa, den nieuw benoemden buitengewonen gezant en gevol machtigden minister van Argentinië te Den Haag. Tenslotte vermelden we de bespreking van Edmond Visser over den Hollanaschen Schouwburg. „Heidelbcrgcr Fremdenblatt". Van het Heldelberger Fremdenblatt. het officieele orgaan van de stad Heidelberg, is een speciaal nummer voor Nederland ver schenen. dat ook in het Nederlandsch ge steld is. De bezienswaardigheden en het na tuurschoon van de stad worden hierin be sproken aan de hand van vele foto's. Zoo vertelt dr. Rudolf Grossmann het een en ander over de bergwouden van Heidelberg, terwijl in een volgend artikel de belangrijk ste stadsgedeelten, gebouwen, monumenten, enz. behandeld worden. Bovendien wordt ook een woord gewijd aan eenige plaatsen, die men van Heidelberg uit gemakkelijk kan be reiken, zooals Mannheim, Ludwigshafen, Heilbronn, enz. Voor hen, die het plan hebben hun va- cantie in Heidelberg en omgeving door te brengen, zal dit boekwerk een goede inlei ding op hun aanstaand bezoek vormen. „Bouwbedrijf". .Bouwbedrijf" van 1 Augustus wordt ge opend met de rede, die door prof C. P Schoenmaker in Juni van dit jaar uitgespro ken werd in de aula der Technische Hooge- school te Bandoeng ter gelegenheid van den tienden verjaardag dezer school. De rede is getiteld „De aesthetiek der architectuur en de kunst der modernen". Van de overige artikelen vermelden we een bespreking over het nieuwe landhuis „Klein Naaldenveld" te Aerdenhout. en de artikels over Groot-garagebouw. over lichte bouw constructies (door E. Heuvaux uit Brussel) en over een nieuw systeem steiger, dat den Iaatsten tijd in Engeland veel wordt toege past. Ook bevat het nummer naar aanleiding van een ingezonden stuk in een der vorige afleveringen, een beschouwing over de be scherming van den architectentitel. „De Middenstand". „De Middenstand", het maandblad, gewijd aan de belangen van den middenstand van Haarlem en Omstreken, heeft in haar ko lommen opgenomen het adres, dat de Sme- destraatvereeniging aan het college van B. en W. heeft gezonden naar aanleiding van de bestaande verkeersregeling, waarbij de Jansstraat als hoofdverkeersweg is aange wezen. De voorzitter dezer vereeniging. de heer Adr. Kurvers, heeft, met betrekking op dit verzoekschrift, een artikel geschreven, waarin hij het standpunt der vereeniging nader uiteenzet. Voorts bevat deze aflevering het verslag van de door de winkeliersvereeniging „IJmui- den Oost" gehouden vergadering, het jaar verslag over 1929 van de N.V. Haarlemsche Brandverzekerings Maatschappij, van ae vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat", e.a. Jhr. J. C. Mollerus bespreekt de kruideniers warendistributie in Amerika en de beteeke- nis van den kleinhandel in Duitschland. Het artikel over den bedrijfsauto wordt in dit nummer besloten. De Gramophoonrevue Het Julinummer van de Gramophoonrevue is een Tauber-nummer geworden. Op de eerste pagina zien wij den grooten Richard afgebeeld met het beroemde ..eyeglass". Ver der wordt verhaald hoe hij tezamen met Ti- no Pattiera zijn carrière aan de Staatsopera te Dresden begon. Max Tak heeft een bio grafie over den populairen zanger geschre ven, terwijl Hans Martin van Tauber's op treden vertelt in „Das Land des Lachelns", dat hier te lande met zoo'n groot succes ten tooneele is gebracht. Voorts treft men foto's aan uit de operette „Friederike" van Lehar, van Tauber temidden van enkele leden van het Fritz Hirsch ensemble, een geleekend portret van den zanger ea. Aan het eind van de aflevering bevindt zich een uitgebreide lijst van de nieuwste platen. „Favoriet". In de aflevering van Augustus bespreekt mevrouw Anna van Gogh-Kaulbach in de tooneelrubriek de actrice Marie Hcltrop, met wie zij een interview heeft gehad. In het bijzonder wijdt de schrijfster een woord aan haar beteekenis voor het radiotooneel. Een aantal afbeeldingen toonen ons de actrice in eenige barer beste rollen. Van de vele korte verhalen, die het num mer ook thans weer bevat, noemen we „Emo tie" door Bep Otten, „Hitte en overhemden", van Hermien Manger en „Stranden en men schen" door Willy Corsari. Voor de dames in het bUzonder is er een causerie van Willy Schemelé over de mode aan het strand, met illustraties van de schrijfster. Zooals gewoonlijk treffen de tusschen de verhalen verscheidene foto's van filmsterren aan, o.a. zijn er afbeeldingen van Evelyn Brent en Leila Hyams. EDDYSTONE. De beroemde vuurtoren 50 jaar. DE VOORCANGERS. De vuurtoren van Eddystone, een 20 K.M. ten zuiden van Plymouth, bestaat juist vijftig jaar. Dit jubileum is voor de Engelsche pers aanleiding de geschiedenis van dit vermaar de kustlicht weer eens op te halen. De tegen woordige toren is de vierde, die op die plek in zee is verrezen. Van vroege tijden af heeft men het gevaar van Eddystone, een groepje rotsen, gedeeltelijk onder water en gelegen in de route van schepen, die het Kanaal in en uitgaan, onderkend. En in 1639 kwam een zekere Winstanley het eerst op de gedachte er een lichtbaken voor het heil van de zee varenden op te richten. Winstanley was een zonderlinge rijkaard, die zijn liefde voor de zeevaart verbond aan een stokpaardje voor exotische architectuur. Zijn toren werd in hout opgetrokken. Op verschillende hoogten waren galerijen aangebracht, afgedekt met puntige daken, versierd met windwijzers en beschilderd met zonnen. Het geheel deed denken aan een Chineesche pagode. Op 14 November 1689 werden de vetkaarsen in de houten lantaarn, die het bouwwerk bekroon de. aangestoken. En van dat oogenblik af heeft het licht van Eddystone. behoudens een paar kortere of langere tusschenpoozen. over het kanaal geschenen als waarschuwing tegen het gevaar dat de mannen van de zee daar bedreigde. De eerste toren bood, naar zich laat begrijpen, niet lang weerstand aan de woede der elementen. Maar Winstanley en de mannen, die den toren bedienden, hadden toen hun werk het een paar jaren had uitgehouden het grootste vertrouwen in zijn stevigheid. Om dit te bewijzen over nachtten zij er vaak in gezelschap in zware stormen. Maar in November 1702, kort na INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regeL STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJOR IS STRAAT 16 - TEL. No. 10756 den vierden verjaardag, werd zulk een storm den toren, zijn ontwerper en diens helpers noodlottig. Toen de bewoners van Plymouth na een vreesdij ken stormnacht in den vroe gen ochtend van 26 November van het ge noemde jaar uitkeken naar hun lichttoren, ontwaarden zij tot hun ontzetting dat hij verdwenen wasmet man en muis. Zoo kwam Winstanley met zijn vuurtoren en zoo kwamen zijn helpers aan hun einde. De tweede toren, waarvoor de bouwkosten werden gedragen door een zijde-koopman uit Londen, was wat steviger van bouw. Tot 20 M. hoogte was hij opgetrokken van steen, afge wisseld door lagen eikenhout- De vier volgen de verdiepingen waren echter uitsluitend an eikenhout gemaakt. De achthoekige lantaarn had een middenlijn van 312 M. Deze toren hield het 46 jaar uit. Er. een brand, die in de lantaarn uitbrak en die werd ontdekt door een der wachters toen hij de kaarsen ging snuiten, maakt een einde aan zijn bestaan. De bemanning maakte hachelijke oogenblik- ken door maar wist aan de vlammen te ont komen door zich aan overhangende rotsen even boven den zeespiegel vast te klampen. Zoo stortten de brandende balken en het ge smolten metaal neer zonder hen ernstig te treffen. Een der mannen werd echter deerlijk door gesmolten metaal gebrand, voordat hij de schuilplaats had kunnen bereiken. Een boot redde de bemanning tenslotte uit haar benarde positie. De wachter, die de ernstige brandwonden had opgeloopen. stierf eenige dagen later in Plymouth en het verhaal wil dat hij voor zijn dood had verklaard dat hij gesmolten metaal had ingeslikt en dat men, bij sectie van het lijk, een groot stuk lood in zijn maag ontdekte. De derde toren werd geheel van steen op getrokken. Hij kwam in 1759 gereed. De lan taarn bevond zich 21 M. boven de rotsen. Hij heeft tot 1897 dienst gedaan en is op natuurlij ke wijze, door slijtage van de jaren aan zijn einde gekomen. De tegenwoordige vuurtoren is een ontwerp van deh bekenden ingenieur Sir James Douglas. Hij staat thans 50 jaar. Het voetstuk van den derden toren is nog in tact. Een lange ijzeren staaf is in het midden er van opgericht. Het stuk rots. waarop hij was gebouwd, is door de zee ondermijnd. De superioriteit der Europeesche auto's. Geen tariefmuren meer! Door LOUIS DELAGE, den vermaarden Franschen automobielfabrikant. Tot voor weinige jaren was het onmogelijk een vergelijking te trekken tusschen Ameri- kaansche en Europeesche auto's. De Ameri kaansche, met uitzondering van de Fords, werden gemaakt voor groote wegen en de toestand van die wegen liet geen groote snel heid toe, terwijl de Europeesche wagens be stemd waren voor het rijden in de stad en voor pleziertochten. Elk van de beide soorten had haar voor- en nadeelen. De Amerikaan- sche wagens waren soepeler en konden spoe diger een groote snelheid bereiken, maar niet zulk een groote snelheid al de concurreerende Europeesche wagens en het trillen der mo toren werd ondraaglijk, wanneer zij ongeveer 50 mijl per uur reden. Bovendien waren zij niet heel sterk, daar de Amerikanen hun wagens niet graag lang hebben. De Amerikaansche auto veerde uitstekend, maar zoodra een tamelijke snelheid was be reikt, werd dit voordeel een groot nadeel. Want de beweging veroorzaakte zooiets als zee- of wagenziekte en gaf den inzittenden een gevoel van onveiligheid, dat volstrekt niet geheel denkbeeldig was, daar de auto van den eenen naar den anderen kant zwaai de wanneer zij op een oneffen gedeelte van den weg kwam. In tegenstelling met de stuur inrichting der Europeesche wagens was die der Amerikaansche onzeker. Toen de Amerikaansche automobielfabri kanten Europa gingen veroveren, ontdekten zij als spoedig de gebreken in hun eigen systeem, gebreken die de verbetering van hun eigen wegen hun trouwens al had duidelijk gemaakt. Zij waren dus verplicht Europee sche denkbeelden betreffende het bouwen van auto's over te nemen. Terself dertij d brachten ook wij verschillende verbeteringen aan. Onze afnemers, geleerd door de Ameri kanen die ons misschien in dit opzicht een dienst bewezen, grooter dan het nadeel dat zy ons toebrachten spoorden ons aan, grootere wagens te bouwen Zij zeiden en terecht dat het comfort, dat deze wagens zouden geven, wel opwoog tegen een paar honderd francs belasting per jaar méér. WIJ, Europeesche fabrikanten, geprikkeld door concurrentie-zucht en bovendien zonder twij fel beschikkend over betere technische methoden, behouden op deze wijze onzen aanvankelljken voorsprong. De Europeesche auto's, liggen, In weerwil van de vorderingen die ook de mededingers maken, vaster op den weg, zijn veiliger, ster ker en duurzamer dan de Amerikaansche. Het kan zijn dat het koetswerk der Amerikaan sche wagens, die in groote hoeveelheden aan de markt worden gebracht, er beter uitziet dan het onze, maar dit is hoofdzakelijk een quaestie van vernis en dat verschil verdwijnt, als de wagen eenigen tijd gebruikt is. De Amerikaansche wagon heeft één kenmerkend nadeel: hem ontbreekt karakter. ..persoon lijkheid". De Europeesche automobilist heeft graag een eigen ..huls voor den weg" en niet een, dat er uitziet alsof het eigenlijk van zijn buurman is. Wat dit persoonlijk cachet aan gaat, kunnen de Duitsche en Ttaliaansche en vooral de Engelsche en de Fransche auto's niet overtroffen worden. Ik ben absoluut overtuigd dat de Ameri kaansche luxe=wagen niet beter is dan de Europeesche auto van dezelfde klasse. Ge* durende de laatste twee jaren hebben mis schien ae Amerikaansche half-luxe wagens iets op de onze gewonnen, omdat wij ons niet meer zco op de middelsoort*motoren hadden toegelegd. Dit is nu evenwel niet meer het geval en er zijn tal van Europeesche auto- v.obielbouwers. wier producten de vergelijking met die hunner Amerikaansche concurren ten kunnen doorstaan. En in de allerhoogste klasse hebben de Amerikanen nooit iets ge maakt dat gelijk staat met dat wonder van nauwkeurigheid en duurzaamheid: de Rolls- Royce en de Amerikanen zijn nog niet ver geten hoe een van hun kampioenen op zijn eigen terrein verslagen werd door een His- pano. De kleine auto voor algemeen gebruik wordt in Europa beter gemaakt dan in Amerika. Zij verbruikt minder benzine hetgeen voor ons van groot belang is. In verband met den prijs, en geeft minder banden-slijtage dan dezelfde soort wagen in Amerika. Ik ben niet zoo goed op ae hoogte met de namen der voornaamste automobielfabrlkanten in andere landen maar ik weet dat de drie voornaam» steste Fransche firma's: Citroen, Peugeot en Renault, om ze in alphabetische volgorde te noemen en vele anderen, evenzeer kleine wagens maken zooals ze in Amerika niet ge» vonden worden. Als men mij vraagt: „Is er een Amerl- kaansch gevaar?" beantwoord ik die vraag zonder aarzelen bevestigend, aangenomen dat de Amerikanen hun massa-productie en dus hun lage productiekosten kunnen handhaven. Zal dit mogelijk zijn en kan Europa het ver mijden? Ook hierop kan ik zonder aar zelen „ja!" antwoorden, op voorwaarde, dat wij onmiddellijk, zonder één dag uitstel, overgaan tot afschaffing van onze Invoer rechten en dat onze regeeringen in de ver schillende landeai voortdurend hun aandacht wijden aan de stichting der Vereenigde Staten van Europa, in ieder geval in econo misch opzicht. Indien dit niet geschiedt zal het aantal koopers In elk land beperkt blijven, massaproductie zal onmogelijk zijn en de productiekosten zullen te hoog blijven. Wij moeten deze zaken beschouwen van een minder bekrompen standpunt dan tot nu toe het geval was. Het omverwerpen der tarief muren zal zonder twijfel aan zekere in dustrieën in zekere landen schade berokke nen, maar daar is niets aan te doen. Wij moe ten de algemeene belangen van Europa in het oog houden en die van de groote massa ver. bruikers. Ieder land moet de bevordering van zijn eigen belangen zóó zien dat het voldoening vindt in de bevordering van het algemeen belang. Elk land in Europa moet doen wat het in zijn positie het beste doen kan en moet zijn buren hetzelfde laten doen. Als de tarief» muren die om de verschillende landen van Europa zijn opgetrokken worden neergehaald Is er geen reden waarom Europa, dat, een driemaal zoo groote bevolking heeft als Amerika en daarom een veel grooter aantal afnemers, niet in staat-zou zijn evenveel en oven goedkoop te fabriceeren als Amerika en dit heeft niet alleen betrekking op auto's maar op alle andere industrieën. Het zou dan mogelijk zijn fabrieken op te richten evep groot als. zoo niet grooter dan die in Amerika en de Amerikanen zouden dan tegenover dezelfde moeilijkheden komen te staan als waartegenover het oude Europa zich thans geplaatst ziet. Laat ons hopen dat de Euro peesche regeeringen de dingen zuilen zien zooals zij Rijn, de politiek terzijde zullen zetten en tot daden zullen overgaan. Kan dit nog gebeurdn vóór het te laat Is? Zeer zeker wanneer de menschen slechts hun oogen en hun verstand willen gebruiken. Ais de oude Europeesche volken hun zwakheden hebben ,die de jonge Amerikaansche natie niet heeft, zij hebben ook hulpbronnen cn beschikken over middelen die Amerika niet kent. Laten zij hun onderlinge twisten ver geten en laat, zooals ik al zeide, de politiek plaats maken voor de gezonde Amerikaansche productiemethoden, dan zullen wij evenmin de Amerikaansche concurrentie behoeven te vreczen als Amerika de onze. Het zal dan mogelijk zijn de laatste tarief- muren tusschen de oude en de nieuwe wereld te slechten cn Europa en Amerika zullen in staat zijn, ieder op zijn eigen manier te werken met het doel. producten af te leveren van de beste qualiteit en tegen de laagst mo gelijke prijzen, tot heil van de geheele wereld,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 7