De proefvaart van een Zeekasteel.
De aardas.
INGEZONDEN
Muziek in den Aether.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1930
VIERDE BLAD
Met de Mamix van St. Aldegonde" naar zee.
(Van een bijzonderen medewerker).
Rechts een verlichte huizenzee met spre
kend relief, links ontelbare lichten, wit,
groen en rood, even zoovele waarschuwingen
voor de scheepvaart, boven ons een donkere
lucht waarin zich vaag wolkenstrepen af-
teekenen, rondom ons dartelend en flonke
rend water dat ieder lichtpunt, als een on
noembaar aantal facetten, duizendmaal
weerkaatsten daar tusschen door varen
wij naar de nieuwe aanwinst van de Maat
schappij Nederland, de „Marnix van St. Al
degonde", die nóg als een groote lichtdemon
in het nachtelijk duister, rotsvast en toren
hoog, in slaap verzonken ligt. Maar slechts
schijnbaar, want ondanks het late uur de
klok heeft zoo juist elf geslagen is het op
de Sumatrakade nog één leven en bewege
lijkheid: voortdurend komen bootjes met
genoodigden voor dezen technischen proef
tocht, heen en weer worden bevelen gegeven,
inlichtingen verstrekt.
We schepen ons in, dat wil zeggen, betre
den zware loopers in luxueus©, gangen, ach
tervolgd door koffers-zeulende Javaantjes
met hun vrouwelijk uiterlijk en sluipenden
tred, en zoeken onze hutten op, combinatie's
van practisch comfort en behagelijke weel
de. Lang duurt het dan ook niet of Morpheus
ontfermt zich onzer en een verkwikkende
slaap sterkt ons voor de komende gebeurte
nissen.
Het is Woensdag èri omstreeks vijf uur als
wij, ongewoon aan de gedragingen van een
mailschip, door een vreemde trilling gewekt
worden. Eén blik uit de patrijspoort en we
wéten: wij varen. Langzaam glijden we door
het Noordzeekanaal op IJmuiden af, voortge
stuwd door de 14.000 paardekracht van twee
geweldige motoren, terwijl een tweetal sleep-
booten, een vóór en een achter, als nietige
stuurlieden voor de goede richting zorg dra
gen. Kapitein en stuurlieden, die elkaar in
stilte gelukwenschen met het aan hunne zor
gen toevertrouwde paleis, bevinden zich op
de brug, waar, nog enkele uren maar, de
loods zijn scepter zwaait. Iets als trots be
kruipt ons als wij er aan denken tot de ge
lukkigen te behooren die dezen eersten tocht
medemakentrotsch op hetgeen hier door de
Nederlandsche industrie werd bereikt, trotsch
op het aandeel dat dit schip hebben zal in
den roep dien onze Nederlandsche scheep
vaart over de geheele wereld heeft.
We begeven ons naar beneden, naar de
salons de rookzaal, de eetzaal en de groote
hall der eerste klasse, waarvan de artistieke
hand van den heer Lion Cochet, den Mozart
onzer sierkunstenaars, onuitputtelijk in
ideeën en motieven, zoo een stemmig en
hoogst artistiek geheel van heeft weten te
maken. Gezeten in zuiver Coromandel-ebben-
houten fauteuils met echte Marokkaansche
kussens, laten wij onzen blik gaan over smet
teloos Arebescato marmer, verlevendigd door
Friezen van den beeldhouwer Zijl, prinsessen
van Solo, danseressen van hoog-edel bloed,
wier houding één gratie en bevalligheid is.
Dan weer treft ons het prachtig beeldhouw
werk in de schotten, die de zijkanten der za
len in gezellige zitjes transformeeren, met
aluminiuum ingelegd en des avonds sprook
jesachtig verlicht door lampen van de glas
fabriek Leerdam, in den vorm van een onzer
meest gevreesde zeediertjesde kwal.
Vrijwel in ieder der genoemde zalen is een
groot stuk aanwezig dat in het bijzonder de
aandacht trekt. In de eetzaal is dit een go
belin van respectable afmetingen, een ge
zicht op Antwerpen aan de Schelde-zijde, -uit
den tijd van even vóór Marnix van St. Alde
gonde, die, zooals bekend, burgemeester de
zer stad is geweest. Op een van zijn speur
tochten vond de heer Cochet deze voorstel
ling als houtsnede in het stadhuis te Antwer
pen, nam ze over, voorzag ze van kleuren, en
een kunstwerk was geboren. In de rookzaal
zingt een groot marmer-relief den lof van
den burgemeester-dichter, terwijl in de mu
ziekzaal een groote Coromandel-houten boe
kenkast, bezet met de wapens der groote Hol-
landsche. Fransche en Italiaansche uitgevers,
de aandacht trekt.
Begeven we ons thans weder aan dek. Vrij
wel zonder stagnatie werden de beide brug
gen gepasseerd, hebben zich de zware sluis
deuren geopend en weder gesloten en .^too
rnen" wij het zeegat uit. De beide sleepboo-
ten, die thans hun plicht gedaan hebben,
nemen afscheid van den scheepsromp, de
loods verlaat het schip, de motoren, die tot
nog toe „zeer langzaam" werkten wordt door
het signaal „halve kracht" meer activiteit
ingeblazen en langzaam maar zeker zinkt de
kust achter ons weg in den nevel en rest ons
als laatste herinnering nog slechts een lange
baan van schuimend en bruisend kielzog
G-edachtig aan het spreekwoord „Gezellig
heid kent geen tijd" begeven wij ons naar
binnen, naar de salons, waar het „leven",
al is het dan ook maar voor een paar dagen,
afgewisseld door een verkenningstocht door 't
schip, een zwempartijtje in het zwembad, de
maaltijden en, zoo ge het wilt, een glaasje en
©en sigaartje, genoeglijk heenvlledt. Want er
is veel te zien en meermalen gebeurt het dat
men op al die dekken, in al die gangen en
verscheidenheid van zalen en vertrekken
verdwaald raakt, en slechts het dekplan met
plaatsaanwijzer redding brengen kan.
Het zal drie uur in den middag zijn als
we, steeds naar het Zuiden afzakkend, het
lichtschip „Maas" praaien en de kapitein
door de megaphoon den bevelhebber van de
dr ij venden vuurtoren verzoekt gedurende
eenigen tijd radiopeilingen te willen geven.
De telegraaf op de brug wordt nu op volle
kracht gezet, het schip antwoordt bijna on
middellijk door een sterke trilling, het boeg
water spat hooger op en de snelheidsproeven
staan te beginnen, mogelijk gemaakt door de
peilingen van de „Maas".
Nieuwsgierig begluren we de log, een touw
dat buiten boord hangt en de draaiende be
weging van een zich aan het einde bevin
dende propeller op een toerenteller over*
brengt. Snel maken wij berekeningen, maar
daar ons niet bekend is hoe groot het per
centage van de fout is die het instrument
aankleeft, kunnen wij slechts schatten. Als
de kapitein echter even later op de brug
verschijnt en ons boven het gieren van den
wind toeroept dat wij achttien mijl maken,
kijken wij van onze hooge standplaats af met
des te meer bewondering naar de vele dekken
met him helder wit hekwerk, waarboven de
twee reusachtige schoorsteenen dreigend uit
steken en krijgen wij een machtige impres
sie van snelheid en kracht.
Even later slaat een der „djongos"
Javaansche bediende de gong, ten teeken
dat het tijd wordt aan tafel te gaan....
Donderdag en „koud weer met heldere
tusschenpoozen en waarschijnlijk regenvla
gen", zooals het weerbericht van het mi
nisterie voor luchtvaart te Londen luidt. Het
niet-aan-de-windzijde gelegen dek, of in zee
manstaal gesproken: leidek, is dan ook onbe»
gaanbaar door het vele water dat overslaat.
Verschillende passagiers 'krijgen het te kwaad
door de voortdurende deining overdwars en
moeten hun hutten of niet nader te noemen
plaatsen opzoeken.
Gaan we thans een 'kijkje in de machine
kamer nemen, het hart van het schip, waar
machtige machines dag en nacht, zonder op
onthoud, zonder rust de zware schroeven door
het water doen tollen. Imposant is de aan
blik der twee hoofdmotoren, naar schatting
een veertien tot vijftien meter hoog, die met
hun twee maal tien cylinders de zware
schroefassen in beweging brengen. Slechts
door hard te schreeuwen kan men zich ver*
staanbaar maken. Als de machinisten, stevige
boys, ons de werking uitleggen en de zuigers
en krukassen laten zien, vragen wij ons af
wat het einde der techniek zal zijn en of
dit alles toch niet een ramp voor de mensch-
heid beteekent. Een antwoord vermogen we
echter niet te vinden. Vol van indrukken en
onwillekeurig nog tegen elkaar schreeuwend
stijgen we weer naar boven, waar men er
ons opmerkzaam op maakt dat we inmiddels
het roer omgegooid hebben en ons nu waar
schijnlijk ter hoogte van Helgoland moeten
bevinden. Het is echter slechts zee wat we
zien, woelige, witgekopte zee
Als we Vrijdagmorgen door onzen glim
lachenden hutjongen, Ismail, gewekt worden,
hebben we alreeds de haven van IJmuiden
achter ons gelaten en bevinden ons op de
hoogte van Zandvoort, welks villa's en hotels
wij goed kunnen onderscheiden. Het is druk
op den voorsteven en niet zonder reden. De
beide ankers, die het respectabele gewicht
van vijf ton bezitten en aan onmogelijk
zware gesmeed-ijzeren kettingen bevestigd
zijn, zullen „getest" worden. Een reusachtige
electrische lier van meer dan manshoogte,
•die bij ruw weer tevens als golfbreker dienst
doet, laat-beide kolossen zakken en trekt ze,
trillend van bedwongen energie, weer naar
boven. Als ook deze proef bevredigend resul
taat heeft afgeworpen wenden we den steven
en stoomen we linea recta op de haven van
IJmuiden af, welks hoofden ons met om
armend gebaar reeds een welkom schijnen
toe te roepen.
Slechts weinige oogenblikken later heeft
de sluisdeur ons trotsche zeekasteel, vóór de
reis nog eigendom der Nederlandsche
Scheepsbouw Maatschappij, thans overgeno*
men door de Maatschappij „Nederland", door
gelaten en liggen kij naar den wal ge
meerd.
In de electrische naar Haariem gezeten en
nog een laatsten blik op onze trouwen gast
heer werpend, hopen wij in stilte dat deze
reis. niet de laatste zal zijn geweest,/
(Onder leiding van den Japan-
schen professor Kimura zullen
gedurende 10 jaar in Neder-
landsch-Indië waarnemingen wor
den verricht in verband met de
verandering van den aardas-
stand.),
Is de aardasstand veranderd?
Nou ik neem het gaarne aan,
Alles op deez' aard verandert.
Zou de as dan blijven staan?
Was haar stand dan vroeger hooger,
Is ze lager nu in stand,
Wat is er, wou ik wel weten,
Met die aardas aan de hand?
Ik weet nog wel uit mijn schooltijd,
Dat de aardas scheef moet staan,
Is men bang dat in de toekomst
Dit volkomen scheef zal gaan?
Wil professor nu probeeren,
Dat hij die beweging stuit,
Gaat hij aan het demonteeren,
Haalt hij heel die as eruit?
Als een mensch zich alle dagen
Wijden moet aan poëzie,
Raakt hij achter in de studie
Van de aardas-tronomie.
Ach vereerde hooggeleerde
Prof. Kimura uit Japan,
Wilt gij ons een dienst bewijzen,
Als zoo iets tenminste kan;
Draai de aardas dan een pietsie
Recht of scheef naar onzen kant,
Geef ons wat meer tropenwarmte
In ons straks weer wintersch land.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
iimmiiimwiinnmminiiiimmininiiiiiiMiiiininnfflfflinHniiinïïiiinMiniinnniiïïinniïïini
Morgen, ZONDAGAVOND, 8 nur 15
Openbare Uitvoering
in het GEM. CONCERTGEBOUW, van
„DIE SCHöPFUNG"
door het R.-K Oratorium van Haarlem,
onder Directie van den Heer
HUBERT CUYPERS.
Met medewerking der solisten: SOPHIE
BOTH-HAAS, JAC. CARO. JACQ. VAN
KEMPEN en der versterkte Haarl. Orkest
vereniging.
Van heden, Zaterdag 12 uur af zijn toe
gangskaarten ad ƒ1.00 plus rechten, ver
krijgbaar uitsluitend bij het Alg. Secreta
riaat: VAN TETERING, Groote Markt 4
tot Zondagavond 7 uur.
Daarna, voor zoover nog voorradig, aan
de loketten van 't Gem. Concertgebouw,
Lange Begijnestraat, 's av. van 7 uur af.
Tekstboekjes a 0.25, Gr. Markt 4.
li
DE LEGEROEFENINGEN.
WORDEN GEHOUDEN BIJ VENRAY EN
VENLO.
Tengevolge van bijzondere omstandigheden
wordt de oefening onder leiding van de Com
mandant Veldleger niet gehouden op de
Veluwe, maar in de omgeving van Venraij en
Venlo en wel van 23 September (concentratie)
tot en met 26 September (terugmarsch en
terugvervoer) 24 en 25 September zijn de
eigenlijke oefendagen.
HET WINKEL WERKTIJDENBESLUIT.
In verband met het wederom in behande
ling nemende der motie Bijvoet c.s. omtrent
de eventueele al-dan niet verplichte winkel
sluiting in de as. Raadsvergadering, belegt
de afdeeling „Haarlem" der Nederlandsche
Vereenïging van Christelijke Kantoor- en
Handelsbedienden, een spoed-vergadering op
Dinsdag, 16 September a.s. in het Gebouw
van den HrL Chr. Besturenbond, a. d. Bake-
nessergracht, waar als spreker zal optreden
een der Hoofdbestuurders dier vereeniging, de
heer H. J. Vermeulen, met als onderwerp:
„Onze actie voor den vrijen middag!".
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
zich niet verantwoordelijk-
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug»
gegeven.
DE RAMP TE SANTO DOMINGO.
Landgenooten!
Een geweldige natuurramp heeft dezer
dagen de oudste Spaansche stad van de
Nieuwe Wereld, Santo Domingo, bijna totaal
verwoest. Het aantal dooden bedraagt meer
dan drie duizend, ruim vijf duizend personen,
zijn gewond en vrijwel de totale bevolking is
dakloos.
Door gebrek aan water, levensmiddelen en
medicamenten, en door het dientengevolge
uitbreken van besmettelijke ziekten, heerscht
er op het oogenblik in de geteisterde stad een
geweldige chaos en paniek, waardoor de ont
zettende ellende nog wordt vergroot.
Ondergeteekenden, onder den indruk van
de ramp die dit kleine land getroffen heeft,
veroorlooven zich daarom een beroep te doen
op Uw milddadigheid. Zoo ooit, geldt thans
dat wie spoedig geeft, dubbel geeft.
Steunt ons met Uw bijdrage, klein of grooj*
Het postgironummer is 57259.
Eere-oomité:
ZJEx. de Graaf de Pradère, Buiten
gewoon Gezant en Gevolmachtigd
Minister van Spanje te 's-Graven-
hage.
Emilio Garcia Godoy, Zaakgelastigde
van de Dominicaansche Republiek te
Parijs.
W. de Vlugt, Burgemeester van. Am
sterdam.
Uitvoerend comité:
S. M. D. Valstar, Voorzitter, Directeur
van de Kon. Ned. Stoomboot Mij.
J. C. H. Heldring, Vlce-voorzitter,
Directeur van de Cura$aosche Han
delmaatschappij.
Prof. Dr. C. F. A. van Dam. Secretaris.
M. Lam Jr., Penningmeester, Post
gironummer 57259.
Mevrouw B. Mendes da Costa
Henrlquez de Castro
Mr. C. P. M. Romme.
E. A. van Ameringen, Consul van de
Dominicaansche Republiek.
Aan alle Luister-vogels-van-dlverse-plui-
mage mijn radio-actie ven groet!
Van onze hoofdredactie ontving ik het
verzoek, om geregeld op enkele belangrijke
muzikale nummers van het Radio-program-
ma der aanstaande week in het bijzonder
de aandacht der luisteraars te vestigen en er
een beknopte toelichting bij te geven. Ik ont
veins me volstrekt niet de moeilijkheid, ja de
onmogelijkheid om aan dit verzoek te vol
doen op een wijze die allen bevredigt. De
hoeveelheid muziek, in één enkel weekpro-
gramma vervat, is overstelpend, de keuze
moeilijk. Wat den één belangrijk schijnt, zal
den ander onverschillig laten. Ik zal dus
trachten naar mijn beste weten en met in
achtneming der meest strikte onpartijdig
heid, dit laatste zoowel ten opzichte van
aard en stijl der werken als ten opzichte van
de uitzendende vereeniglngen een keuze te
doen voor het wekelijksche overzicht. Mocht
ik naar de meening van deze of gene onjuist
kiezen of te kort schieten: ik roep bij voor
baat de clementie in.
Het spreekt van zelf dat aan de program
ma's onzer Nederlandsche omroeporganisa
ties in het bijzonder aandacht zal worden
geschonken. De praestaties onzer landgenoo-
ten verdienen in de eerste plaats onze be
langstelling. Doch waar' de buitenlandsche
stations voor vele luisteraars even gemak
kelijk bereikbaar zijn zullen ook hun pro
gramma's in aanmerking komen, indien ze
belangrijke werken bevatten.
Zoo moge dit overzicht als radio-ausculto-
risch voer in gelijke mate geschikt blijken
voor luistervinken, luistergeelgorzen, luister
roodborstjes, luistermerels en verdere bewo
ners van de wereld-omspannende radio-vo
gelkooi!
Zondag 14 September geeft de A.VR.O. te
Hilversum van 8.019.10 n.m. aansluiting
op het Concertgebouw te Amsterdam. De
Ouverture „King Lear" van den Franschen
romanticus en muzikalen revolutionair Hector
Berlioz (18031869), opent het programma
In Berlioz' muziek interesseeren gewoonlijk
de geniale, voor zijn tijd volkomen nieuwe
orkestbehandeling (B. schreef ook een werk
over de kunst der instaumentatie) en de
scherpte der muzikale illustratie meer dan de
melodische kracht, die niet zeer groot is.
B.'s melodiek klinkt veelal wrang en gewron
gen.
De Ouverture „King Lear" behoort niet tot
een gelijknamige opera, maar is gedacht ais
karakterbeeld van de hoofdfiguur uit
Shakespeare's treurspel. In de Inleiding
schildert het recitatiefachtige hoofdthema der
strijkers het karakter van den ongelukkigen
koning, het tegen thema der hobo dat van zijn
dochter Cordelia in schril contrast. Het
daarop volgende Allegro disperato ed agitato
assai kan als een meesterstuk van klank-
realistiek beschouwd worden: het beschrijft
de ontwikeling van een toestand van waan
zin, onderbroken door ontroerende klachten
over eigen hulpeloosheid.
Het voor solo=viool en orkest geschreven
„Poème" van Ernest Chausson (18551899)
een der begaafde leerlingen van César Franck
en het geniale orkeststuk ,L' Apprenti Sor-
cier" van Paul Dukas (geb. 1865) zijn op de
concerten der H. O. V. herhaaldelijk uitge
voerd.
De liefhebbers van kamermuziek wil Ik
wijzen op het concert van het Kolisch-
kwartet (Kolisch, Kuhner, Lehner en Heifetz)
eveneens op Zondag as. om 7.10 n.m. te Ber
lijn.
He pianokwartet in A oj. 26 van Joh.
Brahms is in 1856 geschreven (eerst 7 jaar
later in druk verschenen) en een der be
langrijkste zonnigste werken van den toen
23-jarigen meester. Zijn vriend, de beroemde
violist Joseph Joachim schreef daarover aan
den componist o.a. „Mit dem A-dur-Quartett
tabe ich mich immer mehr befreundet. Der
Ton innigster Zartheit wechselt schön mit
frischer LebenslustHerrlich 1st das
Adagio!(Das Scherzo) gemahnit manch-
mal an letzten Beethoven
Het hoofdthema van het eerste Allegro non
troppo is gekenmerkt door een triolenfiguur,
die in een groot gedeelte van dit stuk zich,
nu eens als hoofd-, dan weer als bij-zaak doet
hooren. De z.g. „thematische bewerking" is,
als in alle latere werken van Brahms, ook in
dit kwartet belangrijk. Het Poco Adagio
vangt aan met een mooie klaviermelodie,
door arabesken der strijkinstrumenten om
speeld en versterkt. Geheimzinnig rollende
arpeggios, een hartstochtelijk tweede thema,
een expressief terzet der strijkinstrumenten
geven de noodige tegenstellingen. Het begin
van het Scherzo (Poco AllegTo) mag even aan
dat uit Beethoven's strijkkwartet op. 132 her
inneren: spoedig toont de jongere meester
zijn eigen physionomle; de harmoniseering
van het tweede thema is echt-Brahms! Het
Trio is een canon (nabootsing) tusschen het
in dubbeloctaven spelende klavier en da
strijkers. Ook de finale is rijk aan composi-
torisch-techRische kunsten, doch over het
geheel heerscht in dit deel een vroolijke,
eenigszins Hongaarsch getinte geest-, die zich
hier ongebondener uit dan we van den „ge
sloten" Brahms gewend zijn. Het werk is voor
de tegen woord ise opvattingen wat uitvoerig
doch blijft tot het eind frlsch. Rijkdom van
thematische bewerking Is ook in de final©
van Beethoven's op. 18 no. 3 te bewonderen.
Het eenvoudige motiefje d-cis-d gaat door
bijna het geheele stuk, tot kunstvolle ketens
gerijd, en met een enkele schakel eindi
gend.
K. DE JONG.
NIEUWE LEENING VAN 'S-GRAVENÜAGE.
B. en W. van 's-Gravenhage stellen den
raad voor een 4 pet leening, groot f 10.000.000
aan te gaan, af te lossen in 40 jaar.
(Onderstaande berichten zijn reeds in een
deel van de vorige oplaag opgenomen.)
VERGADERING VAN TUIN
BOUWERS VOORBEREID.
ALLE STATEN- EN VELE KAMERLEDEN
UITGENOODICD.
Te Broek op Langend ijk is Donderdag een
vergadering gehouden van de besturen van
veertien tuin bouw vereen igingen tot het
houden van besprekingen over den noodtoe
stand in den tuinbouw en het treffen van
maatregelen, die dezen toestand zouden kun
nen verbeteren. Na uitvoerige discussies werd
besloten, de actie niet te beperken tot Lan-
gendijk en omstreken, doch ook de tuinbouw
organisaties in andere streken uit te noodi-
gen tot het houden van gezamenlijke be
spreking en actie, opdat deze meer den ge-
heelen tuinbouw vertegenwoordigt, aldus
meldt de NR.C.
De Langendijksche Groentencentrale heeft
besloten, een vergadering van tuinbouwor
ganisaties te beleggen, waarin de noodtoestand
in den tuinbouw in het licht zal worden
gesteld en waartoe alle Statenleden en Tweede
Kamerleden van Noord-Holland zullen wor
den uitgenoodlgd. Als noodzakelijke verbete»
ringen voor de noodlijdende tuinders zullen
worden bepleit: a. Verlaging van vracht
tarieven, b. verkrijgen van rentelooze voor
schotten, c. spoedige invoering van de Pacht
wet, d. vrijstelling van de kosten, ontstaan
door sociale wetten, als invaliditeitswet, onge
vallenwet, ziektewet vor hen die een inkomen
beneden f 1500 hebben en deze kosten door
het rijk te laten dragen.
DE VERBETERING VAN DEN
OPRIT DER MANEGEBRUG.
AFSLUITING DER ROLSTEEG?
Wij hebben reeds medegedeeld, dat B. en
W. aan den gemeenteraad hebben voorge
steld om een ruiling van grond aan te
gaan met den heer J. S. Groen, voor
de verbetering van den oprit van de Ma-
negebrug aan den kant van het Kcnaupavk.
Eenigen tijd geleden heeft de gemeente
grond geruild met enkele andere eigenaars
van perceelen in het Kenaupark. Het ge
volg daarvan was, dat de Noordelijke uit
gang van de Rolsteeg, uitkomende in het
Kenaupark kwam te vervallen. Als nu het
voorstel van B. en W. zou worden aange
nomen komt ook de uitgang aan den kant
der Nieuwe Gracht te vervallen. De Rol
steeg zou dan doodloopen en alleen een
ingang hebben aan de Zijhuizen.
De heer J. W. van Santé heeft reeds op 2
September zijn adres tegen dit voorstel bij
den raad ingediend.
Thans hebben de meeste andere eige
naars van perceelen die aan de Rolsteeg
grenzen ook een adres aan den gemeente
raad gericht met bezwaren tegen de voorge
stelde onttrekking van een gedeelte van de
Rolsteeg aan den openbaren dienst. Zij ge
ven in overweging om een gedeelte van do
gemeente-eigendommen die aan de Rol
steeg liggen op te offeren om weer een
nieuwe uitgang van de Rolsteeg op de Nieu
we Gracht te verkrijgen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cl». per regel.
Importeurs: N.V. HANDELMAATSCHAPPIJ RECKITTS, ROTTERDAM.