H.D. VERTELLINGEN
BINNENLAND
Nieuws uit ledië.
Het verdwenen Huis
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 18 SEPTEMBER 1930
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door
WILLY VAN DER TAK.
Hoe het groeide
dat eeuwige gezanik van Jullie
Trouwen, die niets beters te doen hebben dan
Je in een paar onzinnige kwaaltjes te ver
diepen", besloot meneer Lespinasse met een
minachtend gezicht een lange tirade over de
minderwaardigheid van de vrouw in het al
gemeen en de superioriteit van hemzelf in
het bijzonder.
Mevrouw Lespinasse zuchtte, en bracht met
een vermoeid gebaar een hand naar haar
voorhoofd, „Die eeuwige hoofdpijn ook", zei ze
klagelijk. „Maar dat 'kan een man als jij zich
toch niet indenken. Heusch Jules, jij weet niet
wat het is je altijd half ziek te voelen, ner
gens tegen te kunnen, op te moeten zien
tegen elke vermoeienis. Ik ga even een uurtje
op de divan liggen, misschien, dat het dan
overgaat".
Toen zo de kamer uitstapte was zelfs haar
loop klagelijk, en meneer Lespinasse bleef
achter in het ietwat hinderlijke besef, dat
ze hem eigenlijk een hardvochtig en onge
voelig echtgenoot vond, hoewel hij zichzelf
altijd voorgehouden had, dat hij bijzonder
gemakkelijk en toegeeflijk was. En hij liet
zich achterover in zijn stoel vallen en peins
de. In zijn hart geloofde hij niet aan al die
kwaaltjes van mevrouw Lespinasse, was hij er
zelfs van overtuigd, dat ze ze zich grooten-
deels inbeeldde. Waar ledigheid vrouwen al
niet toe brengt!
En meneer Lespinasse nam een kloek be=
«luit, en viel met een glimlach op zijn gezicht
in zijn stoel in slaap. Toen mevrouw weer
beneden kwam, werd hij wakker en wilde
met belangstelling naar haar hoofdpijn in-
formeeren, toen hij zich bezon, kreunend uit
zijn stoel opstond, en zei, dat hij naar bed
ging, want dat hij duizelig was.
Mevrouw staarde hem verbaasd na, maar
ging dien avond ook vroeg naar bed. Haar
hoofdpijn was teruggekomen.
Twee dagen later had meneer te veel kies
pijn om mee naar den schouwburg te gaan,
toen mevrouw verklaarde, dat zij zichzelf
dien dag speciaal ontzien had om 's avonds
met Jules uit te kunnen gaan. En of zij hoog
of laag sprong, mevrouw moest berusten. Jules
verging van de kiespijn en dacht er een
voudig niet aan. Het was al erg genoeg, dat
hij 'tot motgen zou moeten wachten met naar
den tandarts te gaan. Had zij wel eens kies
pijn gehad? Het was de grootste marteling
die er bestond. En meneer Lespinasse reti
reerde zich dien avond naar zijn werkkamer,
legde zich in een gemakkelijkenn stoel en
glimlachte. Maar den volgenden ochtend
glimlachte hij minder, want toen stond me
vrouw er op om hem persoonlijk weg te
brengen en toen hij om tien uur bij den
tandarts zat, in een stoel, die hem het gevoel
gaf, of hij op een gecapitonneerde pijnbank
lag, en met zijn mond wijd open, verwonder
de het hem niets, toen er heel wat meer
aan zijn gebit scheen te haperen, dan hij
gedacht had en de tandarts hem verzocht
voorloopig twee keer in de week terug te
komen.
Drie dagen later lag mevrouw ziek ln bed,
toen meneer 's middags van zijn kantoor had
opgebeld, dat zij 's avonds met zijn com
pagnon en diens vrouw in de stad zouden
gaan eten, met het uitdrukkelijk verzoek er=
bij, of zij klaar wilde zijn als hij thuis kwam.
Toen glimlachte meneer weer, en ging toch.
Maar den volgenden dag voelde hij zich al
lesbehalve lekker en ging twee dagen lïmg
vlak na het eten naar bed. Het was lang
geleden sinds hij zonder mevrouw Lespinasse
was uit geweest, zei hij malicieus. Mevrouw
was een beetje nijdig en verklaarde, dat zc
hoofdpijn kreeg van de honderdduizend
kwaaltjes, die hij tegenwoordig had.
En het werd steeds erger. Als mevrouw
hoofdpijn had en zin om thuis te blijven, ging
meneer uit en had den volgenden dag, als
mevrouw zich niet erg prettig gevoelde, maag
pijn; als mevrouw klaagde over duizelingen
en zuchtend in een stoel lag, had meneer nog
veel ergere duizelingen, en een beetje rheu-
matiek ook nog. Ze gingen er allebei slecht
uitzien en het dienstmeisje klaagde tegen
haar vriendin, dat het geen leven meer was
in huis, omdat meneer en mevrouw voortdu
rend ziek waren en haar tegelijkertijd af
snauwden, als ze het waagde in de keuken
een deuntje te zingen.
En op een Zondagmiddag, vroeger hun ge-
ijkten wandelmiddag, die er nu al sinds weken
bij ingeschoten was, vielen ze allebei kribbig
uit tegen de poes, die spinnend en miauwend
door de kamer liep en tegen alle boenen en
t-afelpooten streek, die hij vinden kon en
legden zich zuchtend in de diepe stoelen in de
voorkamer, de ééne met een fleschje eau de
cologne, de ander met drie extra kussens
vanwege de rheumathiek en een glas water
met een doosje aspirines. Zoo goed als tege
lijkertijd vielen ze in slaap. Iets na meneer
werd mevrouw wakker, rekte zich uit, geeuwde
keek naar haar echtgenoot, die schijnbaar
nog in diepe rust verzonken was, en zuchtte:
„Wat had ik ook al weer?"
Tot haar schrik kwam er dadelijk beweging
in de gestalte van haar man. Zijn rechter
hand dook in zijn jaszak en haalde er een
boekje uit, dat hij zorgvuldig raadpleegde.
Toen kwam zijn antwoord.
„Sedert gisterenavond zes uur heb jij
hoofdpijn en vanochtend om tien uur 'kreeg je
er een licht gevoel in je hoofd bij; en ik
heb, o nee, dat is van eergisteren, o ja,
rheumatiek en oorpijn".
Dien middag werden, tot vreugde van vele
kennissen, meneer en mevrouw Lespinasse
voor het eerst sinds lang weer aan den
wandel gezien. Zij zagen er bijzonder opge
wekt uit, en liepen gearmd, wat niet meer ge»
bourd was sinds hun koperen bruiloft.
DE MOORDZAAK-LANS VOOR
HET HOF.
Verdachte blijft den moord
ontkennen.
Tijdens het verhoor van verdachte, geeft
deze toe, dat hij voortdurend in geldnood zat.
Door middel van giro-overschrijvingen heeft
verdachte verschillende bedragen der N.V. te
eigen bate aangewend. Ook door middel van
clièques heeft verdachte zich gelden toege-
eigend.
Wij ontleenen aan het verslag in het Hbld.:
Op 29 November 1928 is verdachte op het
kantoor der N.V. geweest. Dit kantoor heeft
hij omstreeks half zeven verlaten. De heer
Lans zat toen nog aan de schrijfmachine. Ver
dachte had toen het voornemen naar het
station D.P. te gaan, om den trein van 7.02
te nemen. Deze heeft hij echter niet kunnen
halen. Toen Is hij om 7.15 van het Hofplein
vertrokken. In den regel verliet verdachte
het kantoor tusschen zes en half zeven.
Op vragen van den president antwoordt
verdachte, dat altijd op het kantoor eet en
daarbij steeds een mesje met een beenen
heft gebruikt. Ook op den dag-van den moord
is dit geschied. Toen verdachte 's avonds In
Den Haag thuis was, heeft de politie hem
laten weten, dat hij onmiddellijk naar Rot
terdam moest, komen, Waarvoor dit noodig
was, kon men hem niet mededeelen. Verdach
te heeft toen bij zijn zuster opgebeld, om te
vernemen wat er eigenlijk aan de hand was.
Hij heeft toen verbomen, dat de heer Lans
vermoord was en In een zeiiliwachtigen toe
stand heeft hij zich daarna naar Rotterdam
begeven.
Ais eerste getuige wordt gehoord de maga
zijnbediende A. C. v. d Most, die mededeelt,
op den bewusten dag ongeveer zeven minu
ten voor zes naar huis te zijn gegaan. Hij
had toen de deur naar het balenpakhuis ge
sloten. Om deze deur van binnen te openen,
heeft men echter geen sleutel noodig.
Getuige C. J. Bruinaars, magazijnbediende,
zegt, dat, verdachte een sleutel had van het
achterhek. Dit hek werd Zaterdags door ver
dachte gesloten. Dan verliet hij de zaak door
dit hek, omdat, naar hij zeide, de weg, welken
hij dan volgde, rustiger was.
Verdachte zegt, dat hij wel een sleutel van
het achterhek had. Deze had hij niet in zijn
zak. maar hij lag steeds in zijn lessenaar.
Wanneer getuige zegt, dat verdachte den
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct#. per regel.
MEUBELEN
Levering direct aan particulieren, Dressoir, tafel. 2 fauteuils, 4 stoelen moquette, theemeubel, spiegel
2 schilderijen, samen f118.—. Q. A. Buffet met bolle deuren f62.50
Huis-, Salon-, Slaapkamermeubelen, Bedden, Dekens, enz.
Alles MET DRIE JAAR SCHRIFTELIJKE GARANTIE. PRIMA AFWERKING,
NED. MEUBEL-INDUSTRIE „NEMl". Modelkamer, voor Haarlem: KONINGINNEWEG 18
sleutel wèl uit zijn zak haalde, roept ver
dachte heftig uit: „Dat is niet waar, Brui-
naars, je staat te liegen".
Getuige handhaafde echter zijn mededee-
ling.
Getuige W. J. Tollig, koopman te Rotter
dam zegt, dat hij op 30 November, den dag
na den moord, door verdachte is opgebeld.
Verdachte heeft toen ook aan getuige ver
teld, dat hij Donderdags altijd vroeger weg
ging en dat hij het ook gisteren had gedaan.
De president merkt verdachte op, dat dit
niet klopt met zijn verklaringen.
Verdachte; „Dat ligt er maar aan hoe men
dat opvat".
Dr. E. C. van Rysseï, die als deskundige
wordt gehoord, heeft op het lijk geen sporen
van een worsteling kunnen ontdekken.
De wond aan het hoofd maakte op hem
den indruk, dat de vermoorde zich niet heeft
kunnen verweren. De schedelwonden zijn toe
gebracht met een vijl, niet met een hamer
of een beitel. De andere wonden zijn veroor
zaakt met een scherp voorwerp bijv. als het
mesje, dat aan getuige is vertoond.
Getuige Hermans wordt opnieuw naar voren
geroepen, om verklaringen te geven over den
toestand in het kantoor, toen de moord was
ontdekt. De deur van de brandkast in het
privékantoor stond open, terwijl op den grond
een portefeuille lag, waarin nog geld zat.
Ook in de brandkast bevond zich nog geld.
Verdachte heeft aan getuige gezegd, dat hij
nooit een sleutel van het achterhek heeft
gehad. Ook heeft hij gezegd, dat hij nooit het
achterhek uitging.
President: „Verdachte, hoe zit dat?'
Verdachte: „Ik zal daarbij bedoeld heb
ben: geen privésleutel. De sleutel lag altijd in
de lessenaar, alleen Zaterdag ging ik door
het achterhek."
Pres.: „En vroeger heeft u verklaard, dat
u er nooit doorging".
Mr. Kokosky: „Die quaestie had alleen be
lang in verband met een pakje, dat door
verdachte weggeworpen zou zijn en ls ter
sprake gekomen, nadat de politiehond had
aangewezen, dat iemand het achterhek had
verlaten."
Hierna ontspint zich een vrij heftige woor
denwisseling tusschen mr. Kokosky en den ge
tuige, waarbij mr. Kokosky den inspecteur
o.a. verwijt, dat hij den mat in het voor
portaal niet in beslag genomen heeft. Voorts
merkt de verdediger op, dat bij het onderzoek
tal van fouten zijn gemaakt.
Mr. De Visser, de procureur-generaal:
„Heeft u aan verdachte nog schoenen ver
toond?"
Getuige: „Ja, ik heb hem de schoenen ge
toond, die in Den Haag in beslag genomen
zijn. Deze schoenen had verdachte op den
avond gedragen en er zaten bloedsporen aan".
Hierna wordt de zitting geschorst tot
twee uur.
VADER WONDT ZIJN ZOONS.
ZIJ HADDEN DE DEUR INGETRAPT.
Maandagavond omstreeks halfnegen heeft
in een huis aan de v. d. Duynstraat te 's-Gra-
venhage een familietwist plaats gehad tus
schen een man en zijn beide zoons, meldt het
Corr. Bureau. De zoons, 27 en 29 jaar oud,
waren de ouderlijke woning binnengedrongen
en hadden daarbij de deur ingetrapt. De va
der meende zich hiertegen te moeten verzet
ten en greep een beitel, waarmee hij zijn
zoons vrij ernstige verwondingen toebracht,
zoodat beiden in het ziekenhuis moesten
worden ongenomen. De vader is door de po
litie gearresteerd.
DEMONSTRATIE VAN ZUIDERZEE-
VISSCHERS.
In verband met de herziening van de
Zuiderzeesteunwet in de Tweede Kamer zal
door de vereenigingen van Zuiderzeevisschers
en nevenbedrijven op Woensdag 15 October
te 'sGravenhage een groote demonstratieve
vergadering worden gehouden, meldt de Tel.
DE GUNSTIGE VERKLARINGEN
OVER „MATAFTO".
ZIJ KWAMEN VAN BELANGHEBBENDE
ZIJDE.
Blijkens de 'verdere mededeelingen in „Het
Volk" over den uitvinder van „Matafto", het
middel tegen mond- en klauwzeer is in 1925
een Duitsche maatschappij gevormd, om het
middel te exploitêerên. De heer Van den
Berg is niet in de, te Dresden gevestigde,
combinatie opgenomen. Het middel heette
„Collignon".
Uit het vervolg van het artikel blijkt voorts,
dat de gunstige verklaringen over „Matafto"
werden afgelegd door vroegere belanghebben
den in de zaak. de heeren Van Voorst tot
Voorst, en de Duitsche doctoren dr. Poeppel
en dr. Windisch. Deze doctoren deelden in
de winst. Bovendien hadden zij zich verbon
den om zich niet met de fabricatie van een
ander middel tegen mond- en klauwzeer dan
dat van den heer Van der Toom in te laten.
DE MARINE-MANOEUVRES.
SLECHT WEER.
Uit Hellevoetsl-uis wordt gemeld, d.d.
September:
De weersgesteldheid, ook al is deze ver
beterend, is ditmaal de manoeuvres, welke
de Koninklijke Marine in de zeegaten van
Osterschelae en in de omgeving van Helle-
voetsluis, houden, niet guntsig gezind. Dit
maakt het bevaren van de nauwe vaarwaters
tusschen de vele banken, zeer moeilijk ten
gevolge van de hooge grondzeeën.
Een eventueele poging van de roode strijd
machten, om de zeegaten met groote schepen
binnen te dringen, wordt hierdoor zeer be
moeilijkt.
Dinsdagmiddag om 12 uur hadden de
schepen hunne vastgestelde posten ingeno
men behalve Hr. Ms. „Nautilus", G 2, en Z 7,
welke tengevolge van het droevig ongeval van
gisteren eenige vertraging ondervinden.
In den loop van den middag kreeg de
blauwe partij van zijn k.ystwachtposten be
richt, dat -ie vijandelijke partij troepen had
geland op -de Zuidehlandsche Dijk bij Oude
Tonge, onder bescherming van kanonneer-
booten.
Roode watervliegtuigen maakten verken
ningsvluchten boven het door Blauw bezette
gebied, bij welke gelegenheid een van deze
groepen vliegtuigen door blauwe jachtvlieg
tuigen werd verrast.
Verliezen werden evenwel niet aange»
bracht.
De blauwe mijnenleggers, welke de mobi
lisatie-versperringen hadden gelegd, vulden
te Hellevoetsluis hun voorraad weer aan.
Later op den middag, rapporteerde de
blauwe kustwachtposten nog dat een vijan
delijke torpedoboot in het slijkgat werd ge
zien, die aldaar op ondiep water was ten-
anker gegaan en dat roode kanonneerbooten
waren verkend in de Hellegaten en het Vol
kenrak. De roode partij tracht blijkbaar het
eiland Goeree en Overflakkee in handen te
krijgen, welke poging veel kans op slagen
heeft, tengevolge van de zwakke bezetting
door Blauw.
De blauwe troepen trekken langzaam
terug op Stellendam.
Laat in den achtermiddag werd een roode
transportvloot gemeld in het Brouwershaven-
sche Gat, koersend om de Oost.
KAPITEIN BORREN VOOR
HET GERECHT.
2 OCTOBER DE CURA$AO-ZAAK.
Naar gemeld wordt, zal de behandeling voor
het Hoog Militair Gerechtshof van de straf
zaak tegen kapitein A. F. Borren, destijds
commandant van de troepen op Curacao, wel
ke naar het Hof werd verwezen, in verband
met den overval op Curacao op 8 Juni 1929,
een aanvang nemen op 2 October a.s., des
ochtends te tien uur en zoo noodig den vol
genden dag worden voortgezet.
Er zullen acht getuigen worden gehoord,
ten deele op verzoek van de verdediging.
EEN ADRES VAN P. T. T.-
PERSONEEL AAN DE KAMER.
MET PLAATJES VAN TON VAN TAST.
De Centrale Bond van Nederlandsche Post-
Telegraaf en Telefoonpersoneel heeft bij de
opening van de Staten Generaal een adres
ingezonden, dat geïllustreerd was door Ton
van Tast!
In het adres wordt de aandacht gevestigd
op een toeneming van de werkzaamheden bij
de posterijen sinds 1923 met 30 pCt. en een
vermindering van het personeel met 20 pCt.
Gereleveerd wordt, dat de werktijden langer
zijn dan voor ander Rijkspersoneel, en dat
het werk hooge eischen stelt, waarom ge
vraagd wordt de werktijden van voor 1923 of
zelfs een kórteren arbeidstijd in te voeren.
EEN OFFICIER NIET GEGROET.
In de Reg u 1 ie rsbr ee str a a t te Amsterdam
heeft een officier, geassisteerd door een
agent, een 26-jarigen dienstplichtige aange
houden, die wordt verdacht van insubordi
natie. Het Hbld. verneemt, dat de dienst
plichtige den officier niet had gegroet.
HET VOORZITTERSCHAP DER
TWEEDE KAMER.
De koningin heeft Woensdagochtend elf uur
ln het paleis Huis Ten Bosch de commissie
uit de Tweede Kamer ontvangen, welke haar
kwam aanbieden de nominatie voor het voor
zitterschap.
De commissie bestond uit de heeren Mar-
chant, Krijger, Bierema. J. Vos, Ch. L. v. d.
Bilt, Zijlstra. Severijn en mevrouw Van Itallie
Van Embden.
De koningin verklaarde aan de commissie,
dat zij zich onverwijld met de keuze zal bezig
houden.
FEUILLETON
HET PROCES TEGEN DE
P. N. I.
BESTUURSAMBTENAREN VOOR DE
RECHTBANK.
Bij de voortzetting van de behandeling der
P.N.I.-zaak voor den landraad te Bandoeng
vraagt de verdediging aan getuige Albreghs
of ook onder de militairen propaganda werd
gevoerd, aldus meldt Aneta. Getuige merkt
op, dat hij hieromtrent reeds eerder heeft
verklaard dat zulks alleen onder het burger
lijk personeel van de militaire inrichtingen,
geschiedde. Vuurwapens, zijn bij de huis
zoekingen niet gevonden'noch een stuk waar
uit zou blijken dat de P. N. I. als zoodanig of
eenig lid van de P. N. I. zich met het buiten
land in verbinding had gesteld voor de leve
ring van vuurwapens.
Dinsdag, den l7den dag, werd verhoord
Raden Somawirja, wedana van Lembang, die
meedeelde, dat in Juni of Juli 1929 onrust
wekkende berichten door de dessa's de ronde,
deden omtrent een komenden oorlog in 1930.
In dien tijd zou geen belasting meer betaald
worden, de steer, en huizen zouden worden
verdeeld onder de leden der P. N. I. enz. Na
toespraken van den regent van Bandoeng en
getuige zelf liep de opkomst op de cursussen
der P. N. I. terug evenals de toeneming van
het ledenaantal. Het grootste deel der in
leveringen van lidmaatschapskaarten had
plaats na de huiszoekingen. Dit laatste om-
vate wel 400 tot 500 leden. Het was getuige
opgevallen dat zij, die tot de P. N. I. toetra
den een hoovaardige houding aannamen en
vijandig optraden tegen hen, die niet
waren toegetreden. Bij het grootste deel der
dessalieden was de P. N. I. niet populair,
juist wegens de in uitricht gestelde verdee-
ling van goederen. Op plaatsen waar vroeger
de Sarekat Rajat krachtigen invloed had ge
had, was ook de invloed van de P. N. I. groot.
Beklaagde Soekarno stelt hier zijn meening
tegenover.
Voorgeroepen wordt dan Raden Hardjakoe-
soema, wedana van Tjimahi. Getuige deelt
o.a. mede dat de P. N. I. in zijn ressort in
1929 het hoofd opstak. De P. N. I. telde daar
289 leden. Tot dit ledental behoorden 20 oud
leden der P. K. I. waarvan 14 ontslagen ver
oordeelden.
Vervolgens komt voor Raden Djoekardi.
assistent.-wedana van Padalarang die sedert
Juni 1928 als zoodanig optreedt. Getuige
deelt mede hoe de P. N. I. zich in zijn onder
district ontwikkelde. Getuige verklaart, ln
strijd met Soekamo, dat deze, evenals Gatot
en Maskoen herhaalde malen de cursus
bijeenkomsten bijwoonden.
TWEE GROOTE BRANDEN.
Aneta seint uit Menado d.d. 16 Sept.; Een
zware brand heeft de negorij Woewoek in het
Amangsche geteisterd. Tachtig inlandsche
woningen werden in de asch gelegd. De oor
zaak van den brand ls onvoldoende voor
zichtigheid. De schade, welke niet door ver
zekering wordt gedekt, wordt geraamd op
18.000.
En uit Medan: Een brand, welke ln Tand
jong Morawakiri woedde verwoestte twintig
kedehs, bestaande uit twee blokken, terwijl
de school ternauwernood kon worden gered.
Hpt opgeslagen vuurwerk veroorzaakte her
haalde ontploffingen. De schade is nog niet
te ramen, doch de goederen waren voor
35.000 verzekerd. Een onderzoek naar de
oorzaak van den brand wordt ingesteld. Er
waren geen slachtoffers te betreuren.
GRATIEVERZOEK AFGEWEZEN.
Het verzoek van de drie zelfbestuurders
van de Sangihe-eilanden, om gratie van de
hun opgelegde straffen terzake van verduis
tering van landschapsgelden, is naar Aneta
uit Buitenzorg meldt, afgewezen.
DE MALAISE IN DE CULTURES.
Aneta seint uit Malang, dat Dinsdagochtend
een buitengewone vergadering plaats gehad
heeft van de Malangsche Landbouwvereeni-
glng. De voorzitter, de heer G. J. Zuyderhoff,
leidde de besprekingen in omtrent de maat
regelen, in verband met de malaise te nemen.
En uit Soekaboemi: Sinds eenige dagen Is
de rubbertap geheel stopgezet op de in het
Tjandjoersche (Preanger) gelegen onder
nemingen Tjimatis, van de N.V. Belg.-Ned.
Cult. Mij., te Amsterdam, Sindanlaja van de
Cult. Mij., te Amsterdam, Sindanglaja van de
Pasir Bogor van de N V. Pasir Bogor Cult.-
Mij. Louisiana te Breda; 5070 procent van
het Inlandsch personeel dier ondernemingen
is ontslagen. De tuinwerkzaamheden worden
tot het uiterst noodzakelijke beperkt.
En uit Batavia: Op de gouvernements-rub-
beronderneming Serpong, in het Tangerang-
sche, zal de volgende maand een derde van
het aantal tappers worden ontslagen.
door
THOMAS MR. MORROW.
Vertaling van Christine Kamp.
4)
„Pardon
„O...."
„Miss Holllns?"
„Kom binnen, Mr. Davigne. Niet waar, dat
is van u? Kom binnen!"
„Dank u," zei Billy, zich afvragend, hoe
hij dat zou kunnen doen.
„Wilt u den stoel nemen?" vroeg.Ruth.
„Ik denk er niet aan," antwoordde Billy,
zich wringend tusschen den lessenaar en
den muur. „Hier sta ik erg gemakkelijk. Ik
zit gewoonlijk den heelen dag. Miss Holllns,
ongeveer twee maanden geleden had u een
bod op mijn eigendom in de 93ste straat van
vijf en twintig duizend dollars."
„Ja, dat herinner ik mij."
„Ik neem nu dat bod aan."
Zij zuchtte diep en hoorbaar. „En geloof
mij, dat ik het graag voor u zou aannèmen
Toen zei u mij. dat u twee en vijftigduizend
wenschte. Ik heb dat aan mijn klant mede
gedeeld, maar hij zei, daar was geen sprake
van. Ik gaf het niet dadelijk op, Mr. Davigne,
en probeerde meer te krijgen.
Maar ten laatste verloor ik hem als klant
Hij nam zijn bod terug en wilde er heclemaal
niet meer op ingaan. Ik zal u zijn naam
zeggen, hoewel dat eigenlijk niet volgens de
gewoonten is. want dan zou een kooper direct
zich tot den verkoper kunnen wenden zon
der tusschenpersoon. Het is advokaat Lan-
Jiam",
„Ja, dan ben ik u zeer dankbaar voor de
moeite, jufrouw Hollins. Ik heb geprobeerd
het terrein te verkoopen aan een bouwer Rose,
die op den hoek een werk heeft. Weet u, dat
mijn huis verdwenen is?"
Hij vertelde de geschiedenis, dat zijn huis
was afgebroken gedurende de reis, die hij
had moeten doen.
„Rose zou geen belang stellen in enkel het
terrein," zei hij beslist. „Geen bouwer zóu dat.
Maar weet u, wie Rose is? De firma is Rose
en Flannery, de voormalige dranksmokke
laars".
„Zoo, zoo! Was het niet drie jaar geleden,
dat die zaak voor het gerecht kwam? Ik
dacht, dat zij naar Atlanta waren overge
bracht".
„Ja, dat is ook zoo. Maar toen zij tiit de
gevangenis kwamen, zijn zij in het bouwvak
gegaan. Zij hebben hoopen geld, Mr. Davigne
honderdduizendenWallstreet man
nen, spelers, speculanten, smokkelaars
steken ten slotte altijd hun gewonnen geld
in vaste goederen. Dat Ts de basis van fortuin,
weet u? Heeft u daar nooit over nagedacht?
Het diepste instinct van een mensch is een
stuk land in eigendom te bezitten en meestal
is dat het begin van een groot fortuin."
„Ja, ja. ik bezit ook zoo iets, maar Ik ben
er niet meer op gesteld, Denkt u, dat u een
kooper voor mijn terrein zult kunnen vin
den?"
„Laat mij het probeeren, Mr. Davigne. Ik
heb ontdekt, dat de bouwers stukken grond
vragen, die meer dan vijftig voet breed zijn
en het uwe is maar achttien. Als er aan
weerszijden een huls te koop was. zou dat
een mooi terrein geven. U zei, dat er een
huisbewaarder in het aangrenzende huis is,
niet waar? Dat zou men moeten koopen en
ook dat aan den anderen kant. De drie per-
ccclen te zamen zouden gemakkelijk en goed
verkocht worden. Me dunkt, ik zou voor de
drie zeker vijf en zeventig dollar of meer
kunnen krijgen. Is u in slaat, mijnheer, om
die huizen aan w^rszijden te koopen? Dat
zou een goede speculatie zijn
„Dat geloof ik wel. Spreek er eens over met
die eigenaars of ze niet mijn grond willen
koopen."
„Wacht even!Zij legde haar potlood
tegen haar neus en keek hem strak aan.
„Heb ik niet den eigenaar van dat huis naast
het uwe gezien? Ja, zeker, ik ken hem. Ik
ging toen eens een kijkje nemen in dat hui
zenblok en kennis maken met iederen eige
naar, van wien ik kon veronderstellen, dat
hij koopen of verkoopen wilde. Ja, maar dat
is nu spijtig: hij vertelde, dat op al de eigen
dommen aan die zijde der straat de bepaling
rustte, dat er enkel privé woningen mochten
worden gebouwd".
„Dat begrijp ik niet", antwoordde Billy.
„Kijk, hier is mijn eigendomsbewijs. Die be-
bepaling rust niet op mijn huls. Daar staat
geen woord in van voorbehoud. Maar nu u
erover spreekt, herinner ik mij, dat ik vader
eens heb hooren zeggen, dat er aan die zijde
slechts woonhuizen mochten gebouwd wor
den voor een enkele familie."
„Niet de hoek, mijnheer Davige. Daar is
dat groote flatgebouw in wording. Rose
Flannery zouden zulk een voorbehoud niet
over het hoofd zien. Zij bouwen daar met
geleend geld en de maatschappij, die hun dat
heeft verschaft, zou het niet gedaan hebben,
als die bepaling er was geweest."
„Toch geloof Ik. dat mijn vader wel wist
wat hij zei. Hij heeft eerst geheel dat terrein
gekocht en hij bouwde ons huls in het mid
den en verkocht de rest. Misschien maakte
hij die bepaling om zijn eigen huis te be
schermen, dunkt u dat ook niet?"
„Ja, dat zal wel zoo zijn, maar de hoek was
er niet bij. Rose Flannery zouden geen acht
honderd duizend dollars te leen kunnen krij
gen, als dat servituut op het terrein rustte. U
heeft er geen idee van, hoe nauwkeurig die
maatschappijen en banken te werk gaan;
dat heb ik ook al ondervonden."
„U schijnt goed op de hoogte van het bouw
vak te zijn, miss Hollins?"
„O, ik ben nu niet bepaald een beginneling,"
zei Ruth bescheiden.
„Hoe lang bent u al in zaken, als ik dat
vragen mag?"
„Ik vestigde dit kantoor, zoodra ik
eindexamen had gedaan aan het college."
„Zijn er. veel dames zooals u in het vak?"
,Niet veel, maar, ziet u, mijn vader was
indei-tijd bouw-ondernemer, zoodat ik er van
jongs af aan over heb hooren spreken en de
trucs leerde kennen. En dan. ik had een
speciaal oogmerk om in zaken te gaan. Ik
moest geld zien te verdienen om een jongen
naar het college te kunnen sturen."
„Zoo! En mag ik vragen hoe oud uw jon
gen ls?"
„Zestien jaar, mijnheer Davigne, juist zes
Jaar jonger dan ik."
..Zes jaar jonger?" Billy keek verwonderd.
„Het is mijn broer", zei Ruth.
„O, zoo! Ik ga nu maar heen. Houd het
papier hier, zie het terrein te verkoopen voor
een milioen; u bent er toe in staat. Goeden
dag, miss Hollins. Ik zal eens nadenken over
alles, wat u mij verteld heeft".
HOOFDSTUK 4.
Gedurende de volgende maand had Billy
menige conferentie met zijn agente in vast£
goederen. Er werd over niets dan zaken ge
sproken, alles was nog in denzelfdcn toe
stand, maar de zaak vertoonde z<#>vecl facet
ten ais een diamant. Ais het geheeie fortuin
van een man bestaat in een open terrein,
kan het verkoopen daarvan niet zorgvuldig
genoeg geschieden. Er kwamen ideeën in
Billy's hoofd op. als hij 's morgens wakker
werd, ook in het midden van den dag en
tegen den avond. Alle agenten kun je niet
op elk uur van den dag opbellen of be»
zoeken; zooaLs de meeste menschen die
zaken drijven, hebben zij hun vaste kantoor
uren, waarop men hen spreken kan. Dan
moeten zij hun tijd vrij houden voor ge
noegens, voor ontspanning en afleiding, in
het streven naar vooruitgang te midden van
den vreeselijken stroom van zaken, die New
York maken tot een Pandemonium.
Maar Ruth had altijd tijd voor Billy. Soms
ontmoette zij hem bij het ontbijt, soms bij
de lunch en als hij nog met haar wilde con-
fereeren als de straten baadden in een stroom
van licht, offerde zij zich op om met hem
naar een tweede rangs restauratie te ga.an
of zelfs naar een bioscoop. Zaken, aldoor
zaken; werken en bespreken nies anders; dat
ls de weg om succes te behalen. Ruth zag,
dat zij slagen zou en zij was blij.
Billy werd op zekeren dag opgebeld door
den slooper Sorasek. „Mijnheer Davigne, ik
herinner mij nu, dat ik eens den man heb ge-,
zien in 145ste straat".
„Welke man?"
„De man, die mij uw huis verkocht".
„Sorasek, je moet goed je oogen open
houden en probeeren hem te vinden. No
teer goed hetgeen ik ga zeggen: Als je dien
man niet voor mij ontdekt, zal ik naar de
politie gaan en je aanklagen, dan kan je
jaren achtereen in de gevangenis touw plui
zen en er zijden dassen van maken".
(Wordt vervolgd.)