BRIEVENBUS. AAN ALLEN! MIJN NEEFJE...! Knipperdolletje. Brieven aan de Redactie van de Kinder-A deeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Marnixstraat 20. W. v. d. L. Je hebt zelf nu wel een les gehad en je zult voortaan dergelijke geldzaakjes wel zelf op knappen. Heb je er nog iets naders van gehoord.'k Vind het aardig van je, dat het sommetje dan bestemd wordt voor den. Sint-Nicolaaswed- strijd. Hoe vonden vader en moeder de schilderijententoonstelling? POPPEKIND. Die kruisraadsels zijn he us oh niet moeilijk. Misschien willen vader of moeder je wel een beetje helpen. Heb je een raadsel laten zitten, kijk dan eens goed naar de oplossing. Ik denk, dat je het dan wel snapt. Kom maar eens bij me voor dat versje. Je behoeft voor je schildpad geen nestje te maken. Daï doet hij zeil wel. Mijn voorraad raad sels is op. Stuur me er nog maar wat. MOEDERS GROOTSTE HULP. Prettig, dat je al weer zoo'n zin hebt In den St. Nicolaas-weastrijd. Wat leuk, dat dat patientje in de Mana- Sichting de zakdoekjes kreeg, die jij gemaakt had. Ik heb tot mijn spijt de Fioralia-tentoonstelling niet ge zien. Hebben jullie je plantjes terug gekregen? DROOMKONINKJE. Wel jam mer, dat je voor je plantje geen prijs kreeg. Maar er is altijd baas bo ven baas. Weet je al, wat je maken zult voor den St. Nic. wedstrijd? Wat kun je al zoo? Ik kan je Ruil-aan- vraag niet plaatsen, omdat je geen adres vermeldt. NATUURVRIEND mag zijn schuil naam houden. POESEND OKTERESJE. Waar had je het toch zoo druk mee? En kun je niet nog een beetje netter schrijven? DE KLEINE VIOLIST. Als je al die ongelukken in de krant leest, moet Je tegen je zelf zeggen: Laat ik altijd maar goed uit mijn oogen kijken. Hoe gaat het toch met het vioolspelen. Wordt de kleine Violist een groote violist? NANNA. Houden jullie de radio? Ik denk, dat jij dan dikwijls naar 't kinderuurtje zult luisteren. Krabt Mimi Kootje nooit? Katjesspel loopt vaak op tranen uit. Aan welk land zijn jullie nu begonnen in de Aard- rljkskunde-les? Gymnastiek vind je zeker wel een fijn vak. Dat wande lingetje lijkt me ook niet onaardig. Hoeveel weegt Elsje nu? OPPESOM mag haar schuilnaam houden. HUNKERHARTJE. Leuk, dat jij er ook weer bent. Je hebt wel een drukken tijd gehad maar gelukkig, dat je succes hebt gehad. Heb je alle dagen veel huiswerk? Ik vind 't hee- lemaal niet erg, als Je in den druk ken tijd niet meedoet. Plicht moet altijd voor genot gaan. Je schuilnaam zal ik trouw voor je bewaren. Ik vind het aardig, dat Je voor den St. Nico- laaswedstrijd een pop aankleedt. Poppen krijg ik nooit genoeg. Zoo'n aanstaande onderwijzeres zal wel keurige babykleertjes kunnen ma- k'n. Dat Volendammertje zal ook heel welkom zijn. ZUSJES G. Ik vind het aller aardigst, dat de heele familie Zon dagavond al aan 't knutselen was voor de zieke kinderen. Een pop- pekamer is altijd zoo'n heerlijk ca deau voor de zaaL De patientjes, die uit bed mogen, spelen daar dan met elkaar mee. KERSTROOSJE. Beginnen de Fransche lessen in de 5de klas? Pret tig, dat Je kiekjes zoo goed zijn ge lukt. Heb je het boek van Rangeer- dertje al gelezen? 't Is echt een ver haal om te lachen. WATERROTJE. Leuk hè om zoo voor 't eerst Je naam In de krant gedrukt le zien. 't Is wel verstandig van je. dat Je maar dadelijk met de raadsels begonnen bent. Wat je van daag niet ziet, zie Je wellicht mor gen. Annie en Gerrit mogen best meehelpen Wat aardig dat je nu al iets gemaakt hebt voor den St. Nico- laaswedstrijd. Ik vind. het een heer lijk vooruitzicht, dat er nog veel meer bij komt. Heb Je je diploma zwemmen gehaald? Ik dacht, dat -zoo'n waterrotje al lang een diploma had. Je ingezonden raadsel is goed. HET ZAANDAMMERTJE. Ik dacht wel, dat je in Je schik zoudt zijn met Je raadselprijs. Heb je het verhaal al uitgelezen? Wat zielig, dat de kleine konijntjes zijn dood gegaan. Hebben jullie de konijnen al van je buurtje gekregen? HET EPEN AART JE. Ik zal in de St. Nicolaas-Rubriek om een pop je voor je vragen. Natuurlijk vind ik het ook prettig, als jij aan den St. Nic. wedstrijd meedoet. GOUDHAANTJE. Nu maar trouw meedoen, dan ga je het hoe langer hoe prettiger aan de Rubriek vinden. Zus mag je net zoo lang heipen, tot je op eigen beenen kunt staan. JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG. Alle prijzen heb ik zelf eerst gele zen. Ik kan me begrijpen, dat het je op de Huishoudschool best be valt. Mochten jullie de boontjes en de Havermout zelf opeten? Kook je thals nu ook wel? Ja, ik vind het op perbest, dat je voor den Sint-Nico- laaswedstrijd een kruipschortje maakt. Je raadsel vind ik niet zoo erg duidelijk. KORSTJESKNAGER. Dat was deze week geen goed bericht. Wat scheelt moeder? Is de operatie al ge schied? Je moet me maar gauw schrijven, hoe alles is afgeloopen. Ik hoop van harte, dat moeder weer spoedig gezond en flink bij jullie terug mag keeren. 't Is voor moeder een heele rust, dat vader en jij zoo handig zijn. NEVADA. Jan leest zeker wel aardige versjes. Kan hij ze ook goed onthouden? 'k Ben blij voor je, dat 't huiswerk meevalt. Dan heb je des avonds nog eens een uurtje voor je zelf en misschien kan je dan ook ge legenheid vinden om wat voor een ziek kindje te maken. MOEDERS GROOTSTE HULP. Wil je vooral niet dunner gaan schrijven? Hoe kwam je zoo in den kweektuin? 't Is er prachtig, hè? Je moest er geregeld een kijkje mogen nemen. Het vliegenvangertje heb ik niet gezien maar wel het kruidjeroer- meniet. Wat is die teergevoelig, hè? 't Spijt me, dat je nog geen ledikan- tje hebt gekregen. Kun je er geen maken van een kist? DROOMKONINKJE. 13 de zandbak klaar gekomen? Als 't nu maar een mooie nazomer wordt, kan poppie er lekker in spelen. Ik denk. dat Jopie straks verdwijnen zal. Het wordt voor schildpadden tijd om een wlnterslaapje te doen. Jij behoeft er heusch niets voor klaar te maken, dat doet hij zelf wel. Voor voedsel behoef je ook niet te zorgen. POPPENKIND. Jij most ook niet dunner gaan schrijven, hoor. Wat fijn, dat jij ook mee mocht naar den kweektuin. Ik ben toch zoo benieuwd hoe je daar in kwam. Waterrotje vond het zeker wel gezellig dat ze daarna nog een poosje bij jullie mocht spelen. WIPNEUSJE. Je raadsels zijn goed. GOUDELSJE. Al waren de raad sels dan niet zoo gemakkelijk. Je hebt het er toch goed afgebracht, 't Is niet noodig, dat je ze allemaal hebt. Nog wel gefeliciteerd met den verjaardag van kieine zus. Hoe oud is ze nu geworden? ZONDAGSKIND. Je moogt de zen schuilnaam houden. Je vergat je adres op te geven GOUDSBLOEM. Als je dan geen tijd hebt, voor groote handwerken, kun je misschien een klein, eenvou dig werkje maken. Schiet je op met je borstrok? Die nieuwe mouwen in je vest is ook nog een heel werk. BLOEMENFEE. 't Doet me ge noegen, aat je zoo In je schik was met 't boek. Heb jc het voor de twee de keer gelezen? Dat Is een heel werk geweest 22 boeken kaften. Dat gebreid-1 broekje zal heel welkom zijn voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. Die doos met zakdoeken is ook een mooi cadeau. Ik heb geen cartonnen ringen, maar wil er wel In de Sint- Nicolaas-Rubriek om vragen. Ser vetringen en doosjes zijn welkom. Je raadsels zijn goed. Nu voortaan goed op je blaadje passen. "DE KLEINE ZEEMAN. Jongens kunnen ook prachtige dingen-maken. Zoo'n boerderij met een boerin, ganzen, pauwen en een geit lijkt me schitterend. Ik vind het knap, dat je dat allemaal kan maken ZINNIA. Dan zal het du$ met je Handelsrekenen wel gaan. Wat gezellig, dat de heele klas Dinsdag naar IJmulden gaat. Mogen jullie het groote schip dan ook van bin nen bekijken? ZWARTKLTKERTJE. Kijk JU je speelgoedkast maar eens goed na. Ik denk vast, dat er wel Iets bij zal zijn voor een ziek kind. Je mag nu met Af deeling I meedoen. Heb je nog groote vellen gekregen voor je ver jaardag. Je moogt ook best schrift velletjes gebruiken. RANGEERDERTJE. Hoe heb ben vader en moeder het in den Haag gehad? Ben jij dien dag een brave jongen geweest? Prettig, dat je je prijs zoo mooi vond. Wat zul jij op zolder prettig kunnen spelen. Gaat je trein fijn over de brug en door het viaduct? Heb je al andijvie uit je eigen tuin gegeten? TEEKENAARSTER. Dus dat is gelukkig een goede keuze geweest. Ik hoop, dat je er voor je later leven nog veel aan hebben zult. 't Zwem men ïh de open lucht is nu wel een beetje al te frisch. Zwem je ock wel bij Stoop? 'k Heb goede verwachting dat jij ook wel iets zult afzonderen voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. Zoo lang je meedoet, heb je ook nooit overgeslagen, hè? Gaat het weer naar je zin op school? ZEVENSTER. Zoo, kom jij daar ook weer aanzetten. Dat is leuk. Ik kan me best begrijpen, dat je nu heel weinig vrije uurtjes hebt. Gaat het goed op school? Wat fijn, dat je Zaterdag en Zondag naar Utrecht bent geweest. Waren vader en moe der er bij? SNEEUWKLOKJE. Kind, wat doet het me plezier, dat jij het nu ook zoo naar je zin hebt. Ik vind het lief van je, dat je voortdurend denkt: wat kan me te pas komen voor den Sint-Nicolaaswedstrijd? Hoe is 't nu met broer? Wat scheel de hem eigenlijk? Vast hartelijk ge feliciteerd met moeders verjaardag. Ik hoop, dat er thuis dan geen zie ken zijn. EIKELTJE. Nu is het tijd voor de eikeltjes. Jij hebt je maar flink geweerd met zwemmen. Gefelici teerd met je diploma. Dat heb je cr maar kranig afgebracht. De reisjes naar Zandvoort zullen nu wel min deren. Maar als 't buiten kouder wordt, lijkt 't wel of 't binnen des te gezelliger is. Ook nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Zijn de nieuwe schoenen al gekocht? Wat heb je al veel gemaakt voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. De pop met den klokrok zal wel een deftige moderne dame lijken. Weet je wat ook nog een aardig werkje is? Van blikken busjes spaarpotjes maken. Je verft ze b.v rood en maakt een gleuf in het deksel. Of glazen mos terdpotjes beplakken met rondjes, sigaren-plaatjes of plakplaatjes. Dan kunnen ze dienen voor bloem- vaasjes. W. L. Dat was een prachtig cij fer, dat Je voor je opstel kreeg. Je was zeker in je knollentuin. Er zul len in Meer en Bosch dezen winter zeker meer concerten gegeven wor den. Ik hoop om 27 September te denken, 't Lijkt me echter wel goed, dat je vraagt, of alle lezers om 1 uur present zijn om bij de opening tegenwoordig te zijn. 'k Ben heel benieuwd, hoe je bezoek van Don derdag is afgeloopen. EGMONDERTJE. Als 't kouder gaat worden denk Jij: nu is het Rubriektijd. Ik neem het je heeie- maal niet kwalijk, dat je met het mooie weer niet aan de raadsels toekwam. Ik ben blij, dat je me nog niet vergeten bent. Denk je ook aan den Sint-Nicolaaswedstrijd? BABBELKOUSJE. Als Je een enkel keertje de raadsels overslaat, kun je toch nog Je vereischte aan tal behalen om mee te mogen loten. Heb je alle avonden zooveel huis werk? Dan maar niet babbelen. PAPAVERTJE. Dat kan mooi worden, zoo'n zakdoeken sachet in twee kleuren. Wordt het van zijde? Heb je volgens dat patroon ook al een jurk mogen knippen? En hoe was het lingerie-naaien? Je zult dezen winter heel wat mooie en nuttige dingen leeren maken. KLETSKOUS JE. 't Lijkt wel een scheldnaam, maar je hebt hem toch zelf gekozen. Heb je geen vriendinnetje, die je met de raad sels wat helpen wil? Eerst most Je wel een steuntje hebben. Breng mij Je briefje ook maar 's Woensdags middags. Dan komt het vast op tijd. Je kunt het aan mijn huis bezor gen of aan 't bureau van Haarlem's Dagblad. Doe nu Je best om dien schuilnaam kwijt te raken. WENDA. Je raadsels zijn good. ROBBEDOES Je verlangt na tuurlijk heel erg naar 24 Septem ber. Je moet me maar gauw schrij ven, waaruit je prijs bestond. Wat prettig voor jullie, dat er een speel tuin op het Brouwersplein komt. Dit Jaar zal het zeker nog niet ge beuren. Dan maar 1931 hè! ZONNEROOSJE. Toen ik in Lochem logeerde, was ik 5 minuten van den Lochemschen berg af. Het lijkt me een heksentoer oni met een hittenwagen den berg af te rijden. Maar 't is ook maar een legende, 't Was ik ieder geval een zeldzaam kranige ruiter, 'k Wensch je succes met je ruil-aanvraag. Jullie hebben 't zsker nog dikwijls over het Zeeuwsche reisje. Aardig hoor, dat jullie weer wat gaan maken voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. Ik denk nog wel eens aan die mooie wieg. KRIELKIP. Wat kun jij al ver fietsen. En wat gezellig, dat je zoo met moeder samen naar Amster dam ging. Heb je prettig met het kleine nichtje gespeeld? Was je 's morgens niet erg moe, toen je zoo laat naar bed was gegaan? KONINGIN LENTE. Hoe gaat 't ermee? Krijg ik de volgende week een grooteren brief? DE KLEINE KOOPMAN. Je bent weer hartelijk welkom. Weet pe al, wat je maken zult voor den St. Nicolaaswedstrijd? Of moet ik wat voor je bedenken? Dan moet je me maar eens schrijven wat voor liefhebberijen je er op na houdt. ANNEKE. Al dat speelgoed komt van pas. Wat er netjes uitziet kun je natuurlijk zoo inzenden. Als je zelf geen tijd hebt om die pop In nieuwe kleertjes te steken, dan heb ik er wel meisjes voor, die dat graag klaar willen spelen. KLAAS VAN W. 'k Vind het een aardig Idee, dat jij van een klomp een schip gaat maken. Ik weet bij ondervinding, dat het heel fijn varen kan. Al kan een jongen er dan niet mee spelen in het Zie kenhuis, hij zal het wat heerlijk vinden het straks mee te mogen nemen naar huis. MEVR. J. v. d. H.—S. Mijn dank voor uw vriendelijk aanbod. Lapjes, wol, zijde, band, koord, alles kan gebruikt worden. Die ouderwet- sche kleertjes worden wel gemoder niseerd. W. BLOMBERG—ZEEMAN, Marnixstraat 20. 19 September 1930. Onze Bibliotheek. Beste rubriekers, Op Zaterdag 27 September a.s. zal het uitleenen van boeken weer een aanvang nemen. Deze opening zal een feestelijk karakter dragen, zoodat we zeer zeker een aangena me herinnering aan dezen dag zul len behouden. De opening begint al met een aanwinst van 22 nieuwe boeken. De titels zal ik in een der volgende ru brieken bekend maken. Degenen, die mij boeken schon ken, dank ik hierbij nogmaals har telijk. De voorwaarden voor de vroegere lezers, die zeker allen weer zullen terugkomen, zijn de volgende: Iedere deelnemer is verplicht zich tegen de bescherming der boeken aan te schaffen een opbergmap a 2 ets. Hierin bevindt zich reglemcn'. en loeskaart. Deze laatste ontvang Je 'om het lange wachten te voo. - komen) de week na de opening. E n catalogus is verkrijgbaar a 10 eer.*. Nieuwelingen ontvangen voor hun lnleggeld van 10 ets. per lid a". de benoodlgdheden. Bij geen van deze dingen is het lecsgeld Inbegre pen. De leesprijs is weer gesteld op 3 ets. per deel en per week. Er wor den ten hoogste 2 boeken uitge leend voor den tijdduur van 3 we ken. De voorwaarden vermelden Je verder alle mogelijke inlichtingen, voor deelname. Ik hoop, dat de tor- loop nog grooter is, dan verleden jaar. Opening dus: Zaterdag 27 Sep tember a.s. van 1 tot 3 uur n.m., Klein Heiligland 66. Inlichtingen lederen Donderdag avond na 8 uur: W. Lasschult, Gr. Houtstraat 155 zw. BIJVOEGSEL VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1930 No. 196 digde tante Greet zich, toen ze de dame zag binnenkomen. Het kindje had ze voorzichtig in 't wiegje ge legd. 't Scheen nu toch heusch te slapen. Vlug maakte ze een stoel leeg dien ze haar bezoekster aanbood. „En nu is er een plaatsje voor Maartje," begon de bezoekster dade- UJK. „Voor Maartje!" riep tante Greet uit. „Voor mij?" zei Maartje. „Ja kind voor jou. En wel in t weeshuls, waarvan ik regentes ben. Je zult het daar uitstekend hebben en kunt waarschijnlijk nog een Jaar tje schoolgaan. Je leert er bovendien naaien wasschen en strijken, zoodat Je later een flinke huisvrouw kunt worden." Tante Greet hield zich met de eene hand aan tafel vast, alsof ze steun zocht. En Maartje keok maar naar tante, alsof ze hoopte, dat deze er zich tegen verzetten zou. „Wanneer moet 't wezen?" vroeg tante eindelijk. De droefheid in tan tes stem maakte ook haar bedroefd. „Me dunkt morgen maar," vervolg de de dame. „Morgen al?" vroeg Maartje. Ze voelde zich zoo angstig. „Wel ja kind. Hoe gauwer hoe he ter. Hier kun Je Immers niet blij ven!" De dame keek eens in de wanorde lijke kamer rond, waar geen blind kind scha kon doen. ,,'t Washier.heerlijk," snik te Maartje nu. Daar stond tante Greet naast haar Ze sloeg haar arm om Maartje heen en zei flink: „Mevrouw heeft gelijk kind. Hier kom je niet vooruit. Daar kan er wat goeds uit Je groeien. Kom Maart, 't hoofd omhoog. Tante Greet blijft altijd tante Greet voor Je." De fluitketel liet een sdhel gefluit hooren en Maartje sprong op om haar waschgoed een versoh sop te geven. In dien tijd besprak de dame nog een en ander met tante Oreet. Toen liep ze naar 't plaatsje, waar Greet de lijnen in orde maakte. „Er komen zulke goede berichten van je broertje!" vertelde de dame. Maartje hief haar betraand ge zichtje op. „Zouden die mcnschen het hem voor willen lezen, als ik eens sohreof?" „Natuurlijk willen ze dat. 'k Ont moette zelden zulke beste, brave lui als die boer Veris en zijn vrouw." „Mag ik 't adres even opsohrij- ven?"vroeg tante Greet nu. „Welzeker, 'k Zal 't u nog eens voorzeggen," zei de vriendelijke be zoekster, terwijl tante Greet uit de tafella papier en potlood nam. „Dan schrijven wij vanavond aan Knipperdolletje," zei tante tegen Maartje. „Waarom noemen Jullie hem Knipperdolletje?" vroeg de dame „Zoo heeft moeder hem gedoopt,", vertelde Maartje ..Moeder moest altijd een versje voor hem opzeggen van Knipperdol letje. 't Is zoo gek, omdat hij zoo weinig woorden goed kan zeggen." „Ja, dat Is zeker merkwaardig," zei 'de dame Toen stond ze op om heen te gaan. Ze gaf tante Greet reisgeld voor Maartje, besprak een trein. ZU zelve zou Maartje van 't station halen. „Mag ze nog wel hier komen?* vroeg tante Greet, (Wordt vervolgd). Wij allen lezen graag in een boek wat over groote helden en heldinnen. En dan denken we onwillekeurig: 'k wou, dat ik eens iemand ontmoette, die zoo was. Iemand met zoo'n moed zoo'n durf, zoo'n edel karakter. Mis schien hebben jullie wel eens ge dacht: dat zijn maar boekenmen- schen die bestaan toch niet. Maar er zijn helden en heldinnen, die wel nooit vereeuwigd zijn in een boek en die toch bestaan hebben. Er zijn er ook, die eenvoudig hun levensgeschie denis hebben opgeteekend. Ik denk aan een Albert Schweitzer, waarover ik jullie al eens schreef. Je weet wel dien knappen dokter, die alles ver liet om daar in Zuid-Afrika, ver van de bewoonde wereld, genezing te brengen aan wilde volksstammen. Nu wil ik jullie wat vertellen van een held uit 't Noorden, wiens le vensgeschiedenis je voor een groot deel lezen kunt in zijn boek: In nacht en ijs. Ik bedoel Fridtjof Nan- sen. Hij is pas heengegaan. Hij was een Noor, die in 1861 in Oslo geboren werd. Reeds als jongen vond hij 't een genot buiten te zwerven. Skiloo- pen kon hij als de beste en des zo mers was zwemmen zijn liefste sport. In 1880 werd hij student en hoewel 't woord kampeeren nog niet be stond, bracht hij met enkele vrien den menig nacht in de bosschen door. Hij studeerde in zijn lievelings vak, Dierkunde. Als student maakte hij reeds een reis mee aan boord van een robbenvanger, die de Noordelijke IJszee bevoer, vijf maanden bleef hij in den poolstreek en reeds toen kwam een groot verlangen in hem boven om dieper in het hooge Noorden te kunnen doordringen. Hij kreeg een betrekking aan een Museum, die hij 7 jaar lang waar nam. Toen besloot hij met 5 vrien den een tocht naar Groenland te ondernemen. Zoo gezegd zoo gedaan Hij beschrijft dezen tocht a!s een zegetocht. Op de kust van Groenland ontdekten ze drijfhout en vroegen zich af: welke golfstroom dit kon hebben meegevoerd? Nansen rustte niet voor hij met een sterk gebouwd schip zich naar het Westen had laten drijven. Dit schip heette de Fram (dc Voorwaarts). Op 20 Juni 1893 werd de reis naar Siberië aanvaard met 12 man aan boord. In September werd 't vastgemaakt aan een Ijsschots waarvan het pas in Juli 1896 vrij kwam. Er werden voortdurend aller lei onderzoekingen gedaan omtrent de zee en haar bewoners. Om in 't onderhoud te kunnen voorzien, moest er natuurlijk gejaagd worden. In Maart 1895 verliet Nansen met Luitenant Johannsen, 28 honden. 3 si eden en 2 booten van zeildoek het schip, om te trachten zoo dicht mo gelijk de Pool te naderen. Dit is hem bijna gelukt. In Augustus zetten zij voet aan wal op Frans Jozef land. Daar overwinterden zij. In Juli 1896 werden zij daar door een andere Pool-expeditie gevonden en in triomf naar Noorwegen terug gebracht. Een maand na aankomst van Nansen liep de Fram de Noorsche haven binnen. W. B Z. (Wordt vervolgd.) Ik heb een neef, die Jantje heet, En altijd als een walvisch eet! Nog is hij slechts een jaar of twee, Maar dapper eet hij met ons mee....! Daar sta je werk'lijk van versteld, Als iemand je dat eens vertelt Des och tends, vroeg begint het al, Steeds is zijn portie hem te smal! Het praten kan hij nog niet goed, Maar door een schopje met zijn voet, Of door het slaken van een gil.... Laat hij ons weten wat hij wil! door W. B.Z. HOOFDSTUK 9. 18) Maartje in 't Weeshuis. 't Kleintje was dien morgen wel heel lastig. Tante Greet kon maar niet aan 't werk komen. Gelukkig maar. dat Maartje er nog was. Er was zooveel waschgoed en 't moest van daag kant en klaar zUn, want de kin deren wachtten op 'n verschooning. Op 't kleine plaatsje was Maartje bezig met de waschmachine. Het draaien viel niet mee en Maartjes wangen waren dan ook purperrood van inspanning. Ze deed het zoo graag voor tante Greet. Tante Greet was als een moedertje voor haar. En Maartje wLst nog best hoe veel haar moeder van Greet, haar jongste zuster hield. Moeder had 't ook niet gemakke lijk gehad. Moeder had 't vaak aan Maartje verteld, hoe goed ze het vroe ger hadden gehad, toen ze bulten woonden. Maartje wist niet, hoe dat eigen- Soms zegt zijn moes: „Neen, hoor eens, Jan, Er zit nu niets meer in den pan!" Maar denk je dat hij dat gelooft? Hij gaat wat schudden met zijn hoofdI En maakt er wat geluiden bij, Tot moeder, puur uit medelij Hem nog wat op zijn bordje doet! Dan ls hij weer een poosje zoet! „Ach, zegt zij dan, 't kan toch geen kwaad, Jan is nu eenmaal groot van maat....! En wil hij worden een flinke man, Dan moet hij eten wat hij kan! lijk allemaal zoo veranderd was. Moe der was al Jaren weduwe, want Maar tje had haar vader nooit gekend. Den afgeloopen winter was moeder gaan sukkelen. Toen de eerste mooie voor jaarsdag kwam, liepen Maarten en zij achter moeders kist. Maarten knikte alle menschcn toe, 't leed ging langs hem heen. Maar Maartje hui verde nog als ze aan die donkere da gen dacht Toen had tante Groet ze meegenomen en 't leven was weer dragelijker geworden Terwijl Maartje dit alles bedacht, hoorde ze de bel overgaan. Vlug liep ze het keukentje door naar voren. .JU bent Maartje Groen, is 't niet?" klonk een vriendelijke stem. En Maartje stond tegenover een dame, die ze nog één keer in haar leven ge zien had. „Mag 'k binnenkomen? Je tante ls zeker thuis?" Maartje weifelde even. 't Was bin nen nog een Janboel. Had ze de ka mer maar eerst op orde gemaakt. Weigeren was ook onmogelijk. Maar tje herinnerde zich dadelUk wanneer die dame gezien had. Ook hier bU tante Greet met mevrouw Repelaar, toen ze over Maarten kwamen spre ken. ,,'t Kleintje was zoo lastig, we zit ten nog in den rommel.' verontschul-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 15