BRIEVENBUS.
AAN ALLEN!
MIJN NEEFJE...!
Knipperdolletje.
Brieven aan de Redactie van de
Kinder-A deeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Marnixstraat 20.
W. v. d. L. Je hebt zelf nu wel
een les gehad en je zult voortaan
dergelijke geldzaakjes wel zelf op
knappen. Heb je er nog iets naders
van gehoord.'k Vind het aardig van
je, dat het sommetje dan bestemd
wordt voor den. Sint-Nicolaaswed-
strijd. Hoe vonden vader en moeder
de schilderijententoonstelling?
POPPEKIND. Die kruisraadsels
zijn he us oh niet moeilijk. Misschien
willen vader of moeder je wel een
beetje helpen. Heb je een raadsel
laten zitten, kijk dan eens goed naar
de oplossing. Ik denk, dat je het dan
wel snapt. Kom maar eens bij me
voor dat versje. Je behoeft voor je
schildpad geen nestje te maken. Daï
doet hij zeil wel. Mijn voorraad raad
sels is op. Stuur me er nog maar wat.
MOEDERS GROOTSTE HULP.
Prettig, dat je al weer zoo'n zin hebt
In den St. Nicolaas-weastrijd. Wat
leuk, dat dat patientje in de Mana-
Sichting de zakdoekjes kreeg, die jij
gemaakt had. Ik heb tot mijn spijt
de Fioralia-tentoonstelling niet ge
zien. Hebben jullie je plantjes terug
gekregen?
DROOMKONINKJE. Wel jam
mer, dat je voor je plantje geen
prijs kreeg. Maar er is altijd baas bo
ven baas. Weet je al, wat je maken
zult voor den St. Nic. wedstrijd? Wat
kun je al zoo? Ik kan je Ruil-aan-
vraag niet plaatsen, omdat je geen
adres vermeldt.
NATUURVRIEND mag zijn schuil
naam houden.
POESEND OKTERESJE. Waar
had je het toch zoo druk mee? En
kun je niet nog een beetje netter
schrijven?
DE KLEINE VIOLIST. Als je al
die ongelukken in de krant leest,
moet Je tegen je zelf zeggen: Laat
ik altijd maar goed uit mijn oogen
kijken. Hoe gaat het toch met het
vioolspelen. Wordt de kleine Violist
een groote violist?
NANNA. Houden jullie de radio?
Ik denk, dat jij dan dikwijls naar 't
kinderuurtje zult luisteren. Krabt
Mimi Kootje nooit? Katjesspel loopt
vaak op tranen uit. Aan welk land
zijn jullie nu begonnen in de Aard-
rljkskunde-les? Gymnastiek vind je
zeker wel een fijn vak. Dat wande
lingetje lijkt me ook niet onaardig.
Hoeveel weegt Elsje nu?
OPPESOM mag haar schuilnaam
houden.
HUNKERHARTJE. Leuk, dat jij
er ook weer bent. Je hebt wel een
drukken tijd gehad maar gelukkig,
dat je succes hebt gehad. Heb je alle
dagen veel huiswerk? Ik vind 't hee-
lemaal niet erg, als Je in den druk
ken tijd niet meedoet. Plicht moet
altijd voor genot gaan. Je schuilnaam
zal ik trouw voor je bewaren. Ik vind
het aardig, dat Je voor den St. Nico-
laaswedstrijd een pop aankleedt.
Poppen krijg ik nooit genoeg. Zoo'n
aanstaande onderwijzeres zal wel
keurige babykleertjes kunnen ma-
k'n. Dat Volendammertje zal ook
heel welkom zijn.
ZUSJES G. Ik vind het aller
aardigst, dat de heele familie Zon
dagavond al aan 't knutselen was
voor de zieke kinderen. Een pop-
pekamer is altijd zoo'n heerlijk ca
deau voor de zaaL De patientjes, die
uit bed mogen, spelen daar dan met
elkaar mee.
KERSTROOSJE. Beginnen de
Fransche lessen in de 5de klas? Pret
tig, dat Je kiekjes zoo goed zijn ge
lukt. Heb je het boek van Rangeer-
dertje al gelezen? 't Is echt een ver
haal om te lachen.
WATERROTJE. Leuk hè om zoo
voor 't eerst Je naam In de krant
gedrukt le zien. 't Is wel verstandig
van je. dat Je maar dadelijk met de
raadsels begonnen bent. Wat je van
daag niet ziet, zie Je wellicht mor
gen. Annie en Gerrit mogen best
meehelpen Wat aardig dat je nu al
iets gemaakt hebt voor den St. Nico-
laaswedstrijd. Ik vind. het een heer
lijk vooruitzicht, dat er nog veel
meer bij komt. Heb Je je diploma
zwemmen gehaald? Ik dacht, dat
-zoo'n waterrotje al lang een diploma
had. Je ingezonden raadsel is goed.
HET ZAANDAMMERTJE. Ik
dacht wel, dat je in Je schik zoudt
zijn met Je raadselprijs. Heb je het
verhaal al uitgelezen? Wat zielig,
dat de kleine konijntjes zijn dood
gegaan. Hebben jullie de konijnen al
van je buurtje gekregen?
HET EPEN AART JE. Ik zal in
de St. Nicolaas-Rubriek om een pop
je voor je vragen. Natuurlijk vind ik
het ook prettig, als jij aan den St.
Nic. wedstrijd meedoet.
GOUDHAANTJE. Nu maar
trouw meedoen, dan ga je het hoe
langer hoe prettiger aan de Rubriek
vinden. Zus mag je net zoo lang
heipen, tot je op eigen beenen kunt
staan.
JUFFERTJE SCHRIJFGRAAG.
Alle prijzen heb ik zelf eerst gele
zen. Ik kan me begrijpen, dat het
je op de Huishoudschool best be
valt. Mochten jullie de boontjes en
de Havermout zelf opeten? Kook je
thals nu ook wel? Ja, ik vind het op
perbest, dat je voor den Sint-Nico-
laaswedstrijd een kruipschortje
maakt. Je raadsel vind ik niet zoo
erg duidelijk.
KORSTJESKNAGER. Dat was
deze week geen goed bericht. Wat
scheelt moeder? Is de operatie al ge
schied? Je moet me maar gauw
schrijven, hoe alles is afgeloopen. Ik
hoop van harte, dat moeder weer
spoedig gezond en flink bij jullie
terug mag keeren. 't Is voor moeder
een heele rust, dat vader en jij zoo
handig zijn.
NEVADA. Jan leest zeker wel
aardige versjes. Kan hij ze ook goed
onthouden? 'k Ben blij voor je, dat
't huiswerk meevalt. Dan heb je des
avonds nog eens een uurtje voor je
zelf en misschien kan je dan ook ge
legenheid vinden om wat voor een
ziek kindje te maken.
MOEDERS GROOTSTE HULP.
Wil je vooral niet dunner gaan
schrijven? Hoe kwam je zoo in den
kweektuin? 't Is er prachtig, hè? Je
moest er geregeld een kijkje mogen
nemen. Het vliegenvangertje heb ik
niet gezien maar wel het kruidjeroer-
meniet. Wat is die teergevoelig, hè?
't Spijt me, dat je nog geen ledikan-
tje hebt gekregen. Kun je er geen
maken van een kist?
DROOMKONINKJE. 13 de
zandbak klaar gekomen? Als 't nu
maar een mooie nazomer wordt, kan
poppie er lekker in spelen. Ik denk.
dat Jopie straks verdwijnen zal. Het
wordt voor schildpadden tijd om een
wlnterslaapje te doen. Jij behoeft er
heusch niets voor klaar te maken,
dat doet hij zelf wel. Voor voedsel
behoef je ook niet te zorgen.
POPPENKIND. Jij most ook niet
dunner gaan schrijven, hoor. Wat
fijn, dat jij ook mee mocht naar den
kweektuin. Ik ben toch zoo benieuwd
hoe je daar in kwam. Waterrotje
vond het zeker wel gezellig dat ze
daarna nog een poosje bij jullie
mocht spelen.
WIPNEUSJE. Je raadsels zijn
goed.
GOUDELSJE. Al waren de raad
sels dan niet zoo gemakkelijk. Je
hebt het er toch goed afgebracht, 't
Is niet noodig, dat je ze allemaal
hebt. Nog wel gefeliciteerd met den
verjaardag van kieine zus. Hoe oud
is ze nu geworden?
ZONDAGSKIND. Je moogt de
zen schuilnaam houden. Je vergat
je adres op te geven
GOUDSBLOEM. Als je dan geen
tijd hebt, voor groote handwerken,
kun je misschien een klein, eenvou
dig werkje maken. Schiet je op met
je borstrok? Die nieuwe mouwen in
je vest is ook nog een heel werk.
BLOEMENFEE. 't Doet me ge
noegen, aat je zoo In je schik was
met 't boek. Heb jc het voor de twee
de keer gelezen? Dat Is een heel
werk geweest 22 boeken kaften. Dat
gebreid-1 broekje zal heel welkom
zijn voor den Sint-Nicolaaswedstrijd.
Die doos met zakdoeken is ook een
mooi cadeau. Ik heb geen cartonnen
ringen, maar wil er wel In de Sint-
Nicolaas-Rubriek om vragen. Ser
vetringen en doosjes zijn welkom. Je
raadsels zijn goed. Nu voortaan goed
op je blaadje passen.
"DE KLEINE ZEEMAN. Jongens
kunnen ook prachtige dingen-maken.
Zoo'n boerderij met een boerin,
ganzen, pauwen en een geit lijkt me
schitterend. Ik vind het knap, dat je
dat allemaal kan maken
ZINNIA. Dan zal het du$ met
je Handelsrekenen wel gaan. Wat
gezellig, dat de heele klas Dinsdag
naar IJmulden gaat. Mogen jullie
het groote schip dan ook van bin
nen bekijken?
ZWARTKLTKERTJE. Kijk JU
je speelgoedkast maar eens goed na.
Ik denk vast, dat er wel Iets bij zal
zijn voor een ziek kind. Je mag nu
met Af deeling I meedoen. Heb je nog
groote vellen gekregen voor je ver
jaardag. Je moogt ook best schrift
velletjes gebruiken.
RANGEERDERTJE. Hoe heb
ben vader en moeder het in den
Haag gehad? Ben jij dien dag een
brave jongen geweest? Prettig, dat
je je prijs zoo mooi vond. Wat zul jij
op zolder prettig kunnen spelen.
Gaat je trein fijn over de brug en
door het viaduct? Heb je al andijvie
uit je eigen tuin gegeten?
TEEKENAARSTER. Dus dat is
gelukkig een goede keuze geweest. Ik
hoop, dat je er voor je later leven
nog veel aan hebben zult. 't Zwem
men ïh de open lucht is nu wel een
beetje al te frisch. Zwem je ock wel
bij Stoop? 'k Heb goede verwachting
dat jij ook wel iets zult afzonderen
voor den Sint-Nicolaaswedstrijd. Zoo
lang je meedoet, heb je ook nooit
overgeslagen, hè? Gaat het weer
naar je zin op school?
ZEVENSTER. Zoo, kom jij daar
ook weer aanzetten. Dat is leuk. Ik
kan me best begrijpen, dat je nu
heel weinig vrije uurtjes hebt. Gaat
het goed op school? Wat fijn, dat je
Zaterdag en Zondag naar Utrecht
bent geweest. Waren vader en moe
der er bij?
SNEEUWKLOKJE. Kind, wat
doet het me plezier, dat jij het nu
ook zoo naar je zin hebt. Ik vind
het lief van je, dat je voortdurend
denkt: wat kan me te pas komen
voor den Sint-Nicolaaswedstrijd?
Hoe is 't nu met broer? Wat scheel
de hem eigenlijk? Vast hartelijk ge
feliciteerd met moeders verjaardag.
Ik hoop, dat er thuis dan geen zie
ken zijn.
EIKELTJE. Nu is het tijd voor
de eikeltjes. Jij hebt je maar flink
geweerd met zwemmen. Gefelici
teerd met je diploma. Dat heb je cr
maar kranig afgebracht. De reisjes
naar Zandvoort zullen nu wel min
deren. Maar als 't buiten kouder
wordt, lijkt 't wel of 't binnen des
te gezelliger is. Ook nog hartelijk
gefeliciteerd met je verjaardag. Zijn
de nieuwe schoenen al gekocht?
Wat heb je al veel gemaakt voor
den Sint-Nicolaaswedstrijd. De pop
met den klokrok zal wel een deftige
moderne dame lijken. Weet je wat
ook nog een aardig werkje is? Van
blikken busjes spaarpotjes maken.
Je verft ze b.v rood en maakt een
gleuf in het deksel. Of glazen mos
terdpotjes beplakken met rondjes,
sigaren-plaatjes of plakplaatjes.
Dan kunnen ze dienen voor bloem-
vaasjes.
W. L. Dat was een prachtig cij
fer, dat Je voor je opstel kreeg. Je
was zeker in je knollentuin. Er zul
len in Meer en Bosch dezen winter
zeker meer concerten gegeven wor
den. Ik hoop om 27 September te
denken, 't Lijkt me echter wel goed,
dat je vraagt, of alle lezers om 1
uur present zijn om bij de opening
tegenwoordig te zijn. 'k Ben heel
benieuwd, hoe je bezoek van Don
derdag is afgeloopen.
EGMONDERTJE. Als 't kouder
gaat worden denk Jij: nu is het
Rubriektijd. Ik neem het je heeie-
maal niet kwalijk, dat je met het
mooie weer niet aan de raadsels
toekwam. Ik ben blij, dat je me nog
niet vergeten bent. Denk je ook aan
den Sint-Nicolaaswedstrijd?
BABBELKOUSJE. Als Je een
enkel keertje de raadsels overslaat,
kun je toch nog Je vereischte aan
tal behalen om mee te mogen loten.
Heb je alle avonden zooveel huis
werk? Dan maar niet babbelen.
PAPAVERTJE. Dat kan mooi
worden, zoo'n zakdoeken sachet in
twee kleuren. Wordt het van zijde?
Heb je volgens dat patroon ook al
een jurk mogen knippen? En hoe
was het lingerie-naaien? Je zult
dezen winter heel wat mooie en
nuttige dingen leeren maken.
KLETSKOUS JE. 't Lijkt wel
een scheldnaam, maar je hebt hem
toch zelf gekozen. Heb je geen
vriendinnetje, die je met de raad
sels wat helpen wil? Eerst most Je
wel een steuntje hebben. Breng mij
Je briefje ook maar 's Woensdags
middags. Dan komt het vast op tijd.
Je kunt het aan mijn huis bezor
gen of aan 't bureau van Haarlem's
Dagblad. Doe nu Je best om dien
schuilnaam kwijt te raken.
WENDA. Je raadsels zijn good.
ROBBEDOES Je verlangt na
tuurlijk heel erg naar 24 Septem
ber. Je moet me maar gauw schrij
ven, waaruit je prijs bestond. Wat
prettig voor jullie, dat er een speel
tuin op het Brouwersplein komt.
Dit Jaar zal het zeker nog niet ge
beuren. Dan maar 1931 hè!
ZONNEROOSJE. Toen ik in
Lochem logeerde, was ik 5 minuten
van den Lochemschen berg af. Het
lijkt me een heksentoer oni met een
hittenwagen den berg af te rijden.
Maar 't is ook maar een legende,
't Was ik ieder geval een zeldzaam
kranige ruiter, 'k Wensch je succes
met je ruil-aanvraag. Jullie hebben
't zsker nog dikwijls over het
Zeeuwsche reisje. Aardig hoor, dat
jullie weer wat gaan maken voor
den Sint-Nicolaaswedstrijd. Ik denk
nog wel eens aan die mooie wieg.
KRIELKIP. Wat kun jij al ver
fietsen. En wat gezellig, dat je zoo
met moeder samen naar Amster
dam ging. Heb je prettig met het
kleine nichtje gespeeld? Was je
's morgens niet erg moe, toen je zoo
laat naar bed was gegaan?
KONINGIN LENTE. Hoe gaat
't ermee? Krijg ik de volgende week
een grooteren brief?
DE KLEINE KOOPMAN. Je
bent weer hartelijk welkom. Weet
pe al, wat je maken zult voor den
St. Nicolaaswedstrijd? Of moet ik
wat voor je bedenken? Dan moet je
me maar eens schrijven wat voor
liefhebberijen je er op na houdt.
ANNEKE. Al dat speelgoed
komt van pas. Wat er netjes uitziet
kun je natuurlijk zoo inzenden. Als
je zelf geen tijd hebt om die pop
In nieuwe kleertjes te steken, dan
heb ik er wel meisjes voor, die dat
graag klaar willen spelen.
KLAAS VAN W. 'k Vind het
een aardig Idee, dat jij van een
klomp een schip gaat maken. Ik
weet bij ondervinding, dat het heel
fijn varen kan. Al kan een jongen
er dan niet mee spelen in het Zie
kenhuis, hij zal het wat heerlijk
vinden het straks mee te mogen
nemen naar huis.
MEVR. J. v. d. H.—S. Mijn
dank voor uw vriendelijk aanbod.
Lapjes, wol, zijde, band, koord, alles
kan gebruikt worden. Die ouderwet-
sche kleertjes worden wel gemoder
niseerd.
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
Marnixstraat 20.
19 September 1930.
Onze Bibliotheek.
Beste rubriekers,
Op Zaterdag 27 September a.s.
zal het uitleenen van boeken weer
een aanvang nemen. Deze opening
zal een feestelijk karakter dragen,
zoodat we zeer zeker een aangena
me herinnering aan dezen dag zul
len behouden.
De opening begint al met een
aanwinst van 22 nieuwe boeken. De
titels zal ik in een der volgende ru
brieken bekend maken.
Degenen, die mij boeken schon
ken, dank ik hierbij nogmaals har
telijk.
De voorwaarden voor de vroegere
lezers, die zeker allen weer zullen
terugkomen, zijn de volgende:
Iedere deelnemer is verplicht zich
tegen de bescherming der boeken
aan te schaffen een opbergmap a 2
ets. Hierin bevindt zich reglemcn'.
en loeskaart. Deze laatste ontvang
Je 'om het lange wachten te voo. -
komen) de week na de opening. E n
catalogus is verkrijgbaar a 10 eer.*.
Nieuwelingen ontvangen voor
hun lnleggeld van 10 ets. per lid a".
de benoodlgdheden. Bij geen van
deze dingen is het lecsgeld Inbegre
pen.
De leesprijs is weer gesteld op 3
ets. per deel en per week. Er wor
den ten hoogste 2 boeken uitge
leend voor den tijdduur van 3 we
ken.
De voorwaarden vermelden Je
verder alle mogelijke inlichtingen,
voor deelname. Ik hoop, dat de tor-
loop nog grooter is, dan verleden
jaar.
Opening dus: Zaterdag 27 Sep
tember a.s. van 1 tot 3 uur n.m.,
Klein Heiligland 66.
Inlichtingen lederen Donderdag
avond na 8 uur: W. Lasschult, Gr.
Houtstraat 155 zw.
BIJVOEGSEL
VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1930
No. 196
digde tante Greet zich, toen ze de
dame zag binnenkomen. Het kindje
had ze voorzichtig in 't wiegje ge
legd. 't Scheen nu toch heusch te
slapen. Vlug maakte ze een stoel leeg
dien ze haar bezoekster aanbood.
„En nu is er een plaatsje voor
Maartje," begon de bezoekster dade-
UJK.
„Voor Maartje!" riep tante Greet
uit.
„Voor mij?" zei Maartje.
„Ja kind voor jou. En wel in t
weeshuls, waarvan ik regentes ben.
Je zult het daar uitstekend hebben
en kunt waarschijnlijk nog een Jaar
tje schoolgaan. Je leert er bovendien
naaien wasschen en strijken, zoodat
Je later een flinke huisvrouw kunt
worden."
Tante Greet hield zich met de
eene hand aan tafel vast, alsof ze
steun zocht. En Maartje keok maar
naar tante, alsof ze hoopte, dat deze
er zich tegen verzetten zou.
„Wanneer moet 't wezen?" vroeg
tante eindelijk. De droefheid in tan
tes stem maakte ook haar bedroefd.
„Me dunkt morgen maar," vervolg
de de dame.
„Morgen al?" vroeg Maartje. Ze
voelde zich zoo angstig.
„Wel ja kind. Hoe gauwer hoe he
ter. Hier kun Je Immers niet blij
ven!"
De dame keek eens in de wanorde
lijke kamer rond, waar geen blind
kind scha kon doen.
,,'t Washier.heerlijk," snik
te Maartje nu.
Daar stond tante Greet naast haar
Ze sloeg haar arm om Maartje heen
en zei flink: „Mevrouw heeft gelijk
kind. Hier kom je niet vooruit. Daar
kan er wat goeds uit Je groeien. Kom
Maart, 't hoofd omhoog. Tante Greet
blijft altijd tante Greet voor Je."
De fluitketel liet een sdhel gefluit
hooren en Maartje sprong op om
haar waschgoed een versoh sop te
geven. In dien tijd besprak de dame
nog een en ander met tante Oreet.
Toen liep ze naar 't plaatsje, waar
Greet de lijnen in orde maakte.
„Er komen zulke goede berichten
van je broertje!" vertelde de dame.
Maartje hief haar betraand ge
zichtje op.
„Zouden die mcnschen het hem
voor willen lezen, als ik eens
sohreof?"
„Natuurlijk willen ze dat. 'k Ont
moette zelden zulke beste, brave lui
als die boer Veris en zijn vrouw."
„Mag ik 't adres even opsohrij-
ven?"vroeg tante Greet nu.
„Welzeker, 'k Zal 't u nog eens
voorzeggen," zei de vriendelijke be
zoekster, terwijl tante Greet uit de
tafella papier en potlood nam.
„Dan schrijven wij vanavond aan
Knipperdolletje," zei tante tegen
Maartje.
„Waarom noemen Jullie hem
Knipperdolletje?" vroeg de dame
„Zoo heeft moeder hem gedoopt,",
vertelde Maartje
..Moeder moest altijd een versje
voor hem opzeggen van Knipperdol
letje. 't Is zoo gek, omdat hij zoo
weinig woorden goed kan zeggen."
„Ja, dat Is zeker merkwaardig," zei
'de dame
Toen stond ze op om heen te gaan.
Ze gaf tante Greet reisgeld voor
Maartje, besprak een trein. ZU zelve
zou Maartje van 't station halen.
„Mag ze nog wel hier komen?*
vroeg tante Greet,
(Wordt vervolgd).
Wij allen lezen graag in een boek
wat over groote helden en heldinnen.
En dan denken we onwillekeurig: 'k
wou, dat ik eens iemand ontmoette,
die zoo was. Iemand met zoo'n moed
zoo'n durf, zoo'n edel karakter. Mis
schien hebben jullie wel eens ge
dacht: dat zijn maar boekenmen-
schen die bestaan toch niet. Maar er
zijn helden en heldinnen, die wel
nooit vereeuwigd zijn in een boek en
die toch bestaan hebben. Er zijn er
ook, die eenvoudig hun levensgeschie
denis hebben opgeteekend. Ik denk
aan een Albert Schweitzer, waarover
ik jullie al eens schreef. Je weet wel
dien knappen dokter, die alles ver
liet om daar in Zuid-Afrika, ver van
de bewoonde wereld, genezing te
brengen aan wilde volksstammen.
Nu wil ik jullie wat vertellen van
een held uit 't Noorden, wiens le
vensgeschiedenis je voor een groot
deel lezen kunt in zijn boek: In
nacht en ijs. Ik bedoel Fridtjof Nan-
sen. Hij is pas heengegaan. Hij was
een Noor, die in 1861 in Oslo geboren
werd. Reeds als jongen vond hij 't
een genot buiten te zwerven. Skiloo-
pen kon hij als de beste en des zo
mers was zwemmen zijn liefste sport.
In 1880 werd hij student en hoewel
't woord kampeeren nog niet be
stond, bracht hij met enkele vrien
den menig nacht in de bosschen
door. Hij studeerde in zijn lievelings
vak, Dierkunde. Als student maakte
hij reeds een reis mee aan boord van
een robbenvanger, die de Noordelijke
IJszee bevoer, vijf maanden bleef hij
in den poolstreek en reeds toen kwam
een groot verlangen in hem boven
om dieper in het hooge Noorden te
kunnen doordringen.
Hij kreeg een betrekking aan een
Museum, die hij 7 jaar lang waar
nam. Toen besloot hij met 5 vrien
den een tocht naar Groenland te
ondernemen. Zoo gezegd zoo gedaan
Hij beschrijft dezen tocht a!s een
zegetocht. Op de kust van Groenland
ontdekten ze drijfhout en vroegen
zich af: welke golfstroom dit kon
hebben meegevoerd? Nansen rustte
niet voor hij met een sterk gebouwd
schip zich naar het Westen had laten
drijven. Dit schip heette de Fram
(dc Voorwaarts). Op 20 Juni 1893
werd de reis naar Siberië aanvaard
met 12 man aan boord. In September
werd 't vastgemaakt aan een Ijsschots
waarvan het pas in Juli 1896 vrij
kwam. Er werden voortdurend aller
lei onderzoekingen gedaan omtrent
de zee en haar bewoners. Om in 't
onderhoud te kunnen voorzien,
moest er natuurlijk gejaagd worden.
In Maart 1895 verliet Nansen met
Luitenant Johannsen, 28 honden. 3
si eden en 2 booten van zeildoek het
schip, om te trachten zoo dicht mo
gelijk de Pool te naderen. Dit is hem
bijna gelukt. In Augustus zetten zij
voet aan wal op Frans Jozef land.
Daar overwinterden zij. In Juli 1896
werden zij daar door een andere
Pool-expeditie gevonden en in triomf
naar Noorwegen terug gebracht. Een
maand na aankomst van Nansen
liep de Fram de Noorsche haven
binnen.
W. B Z.
(Wordt vervolgd.)
Ik heb een neef, die Jantje heet,
En altijd als een walvisch eet!
Nog is hij slechts een jaar of twee,
Maar dapper eet hij met ons mee....!
Daar sta je werk'lijk van versteld,
Als iemand je dat eens vertelt
Des och tends, vroeg begint het al,
Steeds is zijn portie hem te smal!
Het praten kan hij nog niet goed,
Maar door een schopje met zijn voet,
Of door het slaken van een gil....
Laat hij ons weten wat hij wil!
door
W. B.Z.
HOOFDSTUK 9.
18)
Maartje in 't Weeshuis.
't Kleintje was dien morgen wel
heel lastig. Tante Greet kon maar
niet aan 't werk komen. Gelukkig
maar. dat Maartje er nog was. Er was
zooveel waschgoed en 't moest van
daag kant en klaar zUn, want de kin
deren wachtten op 'n verschooning.
Op 't kleine plaatsje was Maartje
bezig met de waschmachine. Het
draaien viel niet mee en Maartjes
wangen waren dan ook purperrood
van inspanning. Ze deed het zoo
graag voor tante Greet. Tante
Greet was als een moedertje voor
haar. En Maartje wLst nog best hoe
veel haar moeder van Greet, haar
jongste zuster hield.
Moeder had 't ook niet gemakke
lijk gehad. Moeder had 't vaak aan
Maartje verteld, hoe goed ze het vroe
ger hadden gehad, toen ze bulten
woonden.
Maartje wist niet, hoe dat eigen-
Soms zegt zijn moes: „Neen, hoor
eens, Jan,
Er zit nu niets meer in den pan!"
Maar denk je dat hij dat gelooft?
Hij gaat wat schudden met zijn
hoofdI
En maakt er wat geluiden bij,
Tot moeder, puur uit medelij
Hem nog wat op zijn bordje doet!
Dan ls hij weer een poosje zoet!
„Ach, zegt zij dan, 't kan toch geen
kwaad,
Jan is nu eenmaal groot van maat....!
En wil hij worden een flinke man,
Dan moet hij eten wat hij kan!
lijk allemaal zoo veranderd was. Moe
der was al Jaren weduwe, want Maar
tje had haar vader nooit gekend. Den
afgeloopen winter was moeder gaan
sukkelen. Toen de eerste mooie voor
jaarsdag kwam, liepen Maarten en
zij achter moeders kist. Maarten
knikte alle menschcn toe, 't leed ging
langs hem heen. Maar Maartje hui
verde nog als ze aan die donkere da
gen dacht Toen had tante Groet ze
meegenomen en 't leven was weer
dragelijker geworden
Terwijl Maartje dit alles bedacht,
hoorde ze de bel overgaan. Vlug liep
ze het keukentje door naar voren.
.JU bent Maartje Groen, is 't niet?"
klonk een vriendelijke stem. En
Maartje stond tegenover een dame,
die ze nog één keer in haar leven ge
zien had.
„Mag 'k binnenkomen? Je tante ls
zeker thuis?"
Maartje weifelde even. 't Was bin
nen nog een Janboel. Had ze de ka
mer maar eerst op orde gemaakt.
Weigeren was ook onmogelijk. Maar
tje herinnerde zich dadelUk wanneer
die dame gezien had. Ook hier bU
tante Greet met mevrouw Repelaar,
toen ze over Maarten kwamen spre
ken.
,,'t Kleintje was zoo lastig, we zit
ten nog in den rommel.' verontschul-