VefiAad&A tffoit&se£&kmmlé
STADSNIEUWS
Het verdwenen Huis
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1930
TEGEN DE VLOOTWET.
OPENBARE PROTESTVERGADERING.
Vo#r dè Haarlemsche Vredesbeweging te
gen Vlootuitbreiding traden Donderdag
avond in het gebouw van den Ned. Protes
tantenbond als spreker op de heeren Fedde
Schurer van De Lemmer. Albert de Jong uit
Den Haag en Garmt Stuiveling uit Buiten
post. De belangstelling voor deze vergadering
was zeer groot. Onder de aanwezigen waren
vooral veel jongelieden. De zaal en de galerij
waren geheel gevuld.
Vóór het begin van de vergadering werd
ijverig met anti-oorlogslectuur gecolporteerd.
Te acht uur werd de bijeenkomst geopend
door den heer L. v. d. Putten, die een woord
van welkom uitsprak. Hij deelde mede, dat
het Comité van Actie verschillende organi
saties, die voor den vrede werken, voor .leze
vergadering had uitgenoodigd. Hij wekte de
aanwezigen op om te teekenen op de lijsten
van de Vereeniging Kerk en Vrede, de S. D.
A. P. en den Vrouwen-Vredebond voor het
petitionnement tegen de Vlootplannen. Hij
verleende hierop het woord aan den heer
Fedde Schurer.
Rede van den heer F. Schurer.
Deze vroeg of de beweging tegen de hui
dige vlootplannen, zooals de voorstanders
van het milltairi&me zoo gaarne zeggen, een
relletje ia. Integendeel, het is den anti-mili
tairen ernst, om het heilig Ideaal van zoovele
v red es vrienden „nooit meer oorlog" te ver
wezenlijken. Na den grooten wereldoorlog
gingen van alle kanten stemmen op, om zulk
een gruwel voortaan te voorkomen. Die
stemmen klinken tegenwoordig helaas niet
meer zoo luidt. Er is weer in vele landen een
streven merkbaar, om de bewapening te ver
sterken. Men is bezig om zich tot de tanden
te wapenen. En het heet, om hiermede den
vrede te bevorderen. Dit noemde spreker
een groote leugen. Laten we opletten, wat we
doen, zei hij, laten we opletten welke rich
ting we uitgaan. Want de volkeren zijn den
laatsten tijd goed gewaarschuwd. Als verte
genwoordiger van de Christelijke vredesbe-
beweging is ook hij tegen elke uitbreiding
van bewapening. „Gij zult God lief hebben
en uw naasten als u zelf". Dat lijken versle
ten woorden, maar dat is niet zoo. God moet
nog altijd het middelpunt van alles zijn Wij
zijn gemeenschapsmenschen, die allen kinde
ren van God zijn. Allen, die tegen Gods ver
ordeningen ingaan, zondigen ernstig. Voor
den staat geldt niet de moraal van de Chris
telijke naastenliefde. Neen, voor den Staat
gelden de woorden: „Recht of geen recht,
het Is mijn land!" Op die manier kunnen
noodlottige botsingen niet uitblijven. Oorlog
kan zijn een middel om het recht te verde
digen. Toch moeten de menischen zich met
ernst afvragen hoe hun houding moet zijn,
als inderdaad een moderne oorlog mocht uit
breken. Het middel van deze verschrikkelijke
gruwelen mag niet gebruikt worden voor de
leuze: „het doel heiligt de middelen". Toch
verwerpt spreker den Staat niet, maar het
moet een rechtsstaat zijn, waar Gods wetten
worden geëerbiedigd. Het is onze dure en
heilige plicht, om onze regeering te waar-
sohuwen, dat zij een verkeerde richting uit
gaat, als zij voort blijft gaan om de bewa
pening uit te breiden. Ook hier moet komen
een nationale ontwapening. Wat baat het, of
in Den Haag een protocol onderteekend
wordt om nooit een gasoorlog te voeren, als
het in de practijk hierop neerkomt: „ik zal
er geen gebruik van maken als een ander
het óók niet doet!" Voor den grooten wereld
oorlog zijn wij mede verantwoordelijk, omdat
wij in dezelfde richting zijn gegaan. Wij zijn
niet beter dan Belgen, Franschen en Duit-
schers. Wij moeten allen te zamen streven
naar een betere, een waarlijk Christelijke
samenleving. Nederland mag niet meedoen
aan den Internationalen doodendans. De Ne
derlandsche financiën staan er heel slecht
voor. Er Is geen geld voor sociale doeleinden;
wel voor versterking van de vloot voor Ne
derland en zijn koloniën. (Teekenen van af
keuring). Spreker critiseerde op scherpe wij
ze de nieuwe vlootplannen van den Minister
van Defensie. Onze landgenooten mosten
hiertegen onverzwakt blijven protesteeren.
Vrede geeft licht en geluk; oorlog daaren
tegen slavernij en onnoemelijk lijden. Het
recht is nooit méér vertrapt, dan in de oor
logsjaren. Nu nog liggen in de Fransche,
Engelsche en Duitsche hospitalen duizenden
ongelukkige verminkten, die den oorlog nooit
zullen vergeten. In naam van hen, die voor
een leugen gestorven zijn, moet met kracht
tegen de nieuwe vlootplannen geprotesteerd
worden. „Weg met den oorlog, weg met het
militairisme en weg met deze nieuwe vloot- 1
plannen!", aldus eindigde de heer Schurer
zijn rede, die met luid applaus beloond werd-
Redc van den heer A.
de Jong.
Als tweede spreker trad de heer Albert de
Jong op. Deze zei, dat er in dezen tijd heel
veel over ontwapening gesproken wordt. De
oorlogsvoorbereiding wordt echter niet meer
alleen beperkt tot kazernes en vloot; zij
richt zich ook steeds meer tot de chemische
industrie. Wij strijden hier tegen nieuwe
vlootplannen, die over een aantat jaren 120
millioen zullen kosten. Ook in alle andere
landen hebben de vredesrvrienden veel te
doen, watn overal constateert men een uit
breiding van bewapning. Onze strijd gaat
echter niet alleen tegen de nieuwe vlootplan
nen, maar ook tegen de 100 millioen, die elk
jaar voor oorlogsdoeleinden wordt besteed;
onze strijd gaat tegen elk militairisme. De
Nederlandsche regeering bereidt zich helaas
óók voor op een gifgassen-oorlog, zonder dat
het Parlement er verantwoordelijk voor kan
zijn; de arbeiders in de chemische fabrieken
worden onkundig gehouden, voor welk doel
zij werken. Onze regeering heeft zelfs een
gasschool opgericht. Gelukkig ontwaakt on
der ons volk steeds meer en krachtiger de
ontwapeningsgedachte. Angst voor een nieu
wen oorlog brengt de regeeringen er toe, de
bewapening uit te breiden. Zij, die de uit
breiding van de bewapening bewerken, blij
ven evenwel achter de schermen. We leven
op ht oogenblik niet in een tijd van vrede.
Er is een groote strijd om behoud en ver
overing van koloniën. Daarom wil de Neder
landsche regeering de vloot uitbreiden, want
zij is bang voor haar koloniën. Wilt gij de
vloot niet, dan moeten wij zeggen: „Indo
nesië los van Nederland!" Want het bezit
van koloniën is de grootste oorlogsbedretging.
De economische oorlog is in vollen gang; dit
komt tot uiting in de tarievenpolitiek van
alle landen. Dag in, dag uit zien we den
grooten petroleumoorlog, omdat olie een
groote macht in oorlogstijd beteekent. „Als
men aan den economischen oorlog geen ein
de kan maken, dan gaat de wereld naar den
afgrond!" Met deze woorden, door minister
Beelaerts van Blokland in een vergadering
van den Volkenbond gesproken, kan spreker
zich vereenigen. Want. een economische oor
log beteekent een militairlstische oorlog, die
de bewapening opvoert tot het waanzinnige.
In ons land roept men overal om ontwape
ning; maar toch gaat men rustig met de
uitbreiding van de bewapening voort. De
strijd tegen de vlootplannen is geen politiek
vraagstuk, maar een economisch. De econo
mische politiek van den heer Colijn betee-
kende niets anders dan een voorbereiding tot
den oorlog. Wij strijden tegen de vlQofcplan-
nen, omdat wij tegen den oorlog zijn. Als
het den arbeiders ernst is met hun verzet
tegen deze vlootplannen, dan moeten zij, zei
spreker, niet aarzelen om daartegen in pro
teststaking te gaan, al Is het maar voor een
uur. wanneer de regeering niet van haar
heilloos voornemen terug wil komen. (Ap
plaus). Er moet vooral staking komen op
de oorlogswerven. De arbeiders moeten wei
geren schepen te bouwen, waarop zij in de
wateren van den Stillen Oceaan zullen ver
gaan. Aan de regeering moet het geld voor
uitbreiding van bewapening worden onthou
den.
Toen de heer De Jong er aan herinnerde,
dat ook de socialisten in Engeland hebben
meegedaan om nieuwe kruisers te bouwen,
weerklonken heftige interrupties, waarbij
men den heer De Jong het spreken van on
waarheid verweet.
De heer De Jong deelde hierop mede, dat
zijn organisatie al herhaaldelijk sociaal-de
mocraten had uitgenoodigd om in Haarlem,
hierover een debatvergadering te beleggen,
maar dit was steeds geweigerd. Toch ver
klaarde spreker zich bereid, om eventueel als
debater op te treden, als hij daartoe ge
vraagd wordt.
Met een opwekking om ernstig tegen de
vlootplannen te blijven protesteeren, eindig
de spreker zijn rede, die eveneens luide toe
juichingen verwierf
Rede van den heer G.
Stuiveling.
De heer Garmt Stuiveling trad als derde
spreker op.. Het gaat hem aan het hart, dat
de sociaal-democraten in Engeland hebben
meegedaan tot versteiiklng van de .bewape
ning voor de koloniën.
De heer Stuiveling meende dit als Jong
sociaal-democraat naar aanleiding van de
laatste interrupties eerst even te moeten op
merken. Daarna ging hij tot zijn onderwerp
over.
Het Is een groot misverstand om te zeggen,
dat de vijand niet aan den rechter- of den
linkerkant staat, maar over de grens. Dit
noodlottige misverstand heeft 14 millioen
dooden in Europa gebracht; kreeg de Euro-
peesche cultuur den nekslag en werd Europa
overgeleverd aan de hebzucht van het Ame-
rikaansche grootkapitaal. De bewering, dat
de vijand aan den anderen kant van de grens
staat, is een verschrikkelijk bewijs van wan
trouwen, dat onnoemelijk veel ellende over
de wereld heeft gebracht. Een defensieve
zoowel als een offensieve oorlog is altijd een
psychologisch offensief. Dat valt niet te ont
kennen. Bij den zeeslag In de Dardanellen
zijn Engelsche soldaten beschoten door in
Engeland vervaardigd oorlogsmateriaal. Het
is onze Nederlandsche regeering blijkbaar
ook geen ernst met haar vredelievendheid,
omdat zij den vorigen Zaterdag aan de par
tij, die het meest den vrede propageert, den
mond snoerde, door de V.A.R.A.-uitzending
te verbieden. Er zijn ook nog andere bewij
zen, dat het onze regeering niet ernst is, ge
tuige de stichting van de gasschool, de ge
heime gascirculaire enz. Onze vloot kan bij
een groot conflict in het Oosten niets uit
richten; zij is slechts speelgoed voor een kwa
jongen, zei spreker, die daarna de sterkte
van de buitenlandsohe vloten met die van de
onze vergeleek om dit te bewijzen. Indone
sië, dat door onze democratische en Christe
lijke regeering bestuurd wordt, heeft niet de
minste vrijheid. En de Indonesiërs hebben
daar toch evenveel recht op, als wij. Toch
worden hun allerlei rechten, als recht van
vergaderen, vrijheid van pers enz., door de
Nederlandsche regeering onthouden.
Spreker voorspelde, dat de Roomsch-Ka-
tholieken in de Kamer den minister van
Defensie wel zullen steunen. En in de Chris
telijke afgevaardigden stelt spreker ook geen
vertrouwen. Zelfs nu nog, spreker heeft dit
geconstateerd, propageert men in het noor
den van Friesland de woorden: „De Overheid
is geroepen om het zwaard te dragen". Spre
ker zou daar een ander Bijbelwoord tegen
over willen stellen, namelijk: „Steekt uw
zwaard in de scheede!" Nergens in den bijbel
heeft spreker gevonden, dat de Overheid ook
gebruik moet maken van vergiftige gassen,
van duikbooten en vliegmachines. Het kapi
talisme is in wezen niets anders dan oorlog.
Dat heeft volgens spreker de tragedie van
1914 bewezen. Geen enkel volk wil den oor
log; geen enkel volk wil bloed en tranen. Te
gen hun zin werden de volkeren in 1914 in
den oorlog geslingerd, omdat ze door leugen
achtige vredesleuzen daartoe gebracht wer
den.
„Een komenden oorlog zullen wij met alle
voor ons geoorloofde en als het moet zelfs
met onwettige middelen te lijf gaan!", aldus
eindigde de heer Stuiveling.
Ook hij ontving een luid applaus.
De voorzitter bracrit aan de sprekers een
woord van dank, waarna de vergadering rus
tig uiteen ging.
HEROPENING NUTSBIBLIOTHEEK.
Het gaat met de Nutsbibliotheek nog
steeds crescendo, hetgeen uit de onder
staande cijfers moge blijken- Werden In 1928-
1929 aan 1403 volwassenen 23468 boeken ter
lezing uitgereikt, dfeze aantallen bedroe
gen in het leesseizoen 1929-1930 resp. 1420
lezers en 24514 boeken.
De jeugd toonde, in verhouding nog groo-
tere belangstelling. In het tijdvak October
1928-April 1929 werden aan 390 kinderen
6589 boeken uitgereikt, in hetzelfde tijdvak
1929-1930 aan 484 kinderen 7785 boeken. Deze
resultaten stemmen -tot vreugde en hebben
het bestuur van de Bibliotheek aangespoord
om niet stil te zitten en de bibliotheek voor
het aanstaande seizoen wederom te verrijken
met een belangrijk aantal nieuwe werken,
'zoowel voor kinderen als volwassenen.
Nieuwe supplementen op de bestaande
catalogi zijn ter perse.
Men verzuime dan ook vooral niet van de
gelegenheid gebruik te maken om zich eerst
daags als lezer te laten inschrijven. Het mag
thans als genoegzaam bekend worden geacht,
dat de geringe kosten voor niemand een be
zwaar behoeven te zijn. De toeloop op de
middagen en avonden waarop inschrijving
zal plaats vinden kan voor het bestuur niet
groot genoeg zijn. Ieder lezer van het vorig
seizoen neme minstens een nieuwen lezer
mede.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per regel.
•A.'JT'PCfL./UC* CA?0/V//VC£T /V
DE VOLKSUNIVERSITEIT.
HET NIEUWE PROGRAMMA.
Men schrijft ons:
Verschillende van ouds bekende namen
van ervaren docenten treffen ons, wanneer
we het pas verschenen programmaboekje der
V. U. inkijken. De Leidsche Hoogleeraar Prof.
Dr. G. J. Thierry, die het vorige jaar een in
teressanten cursus over Het Oude Testa
ment gegeven heeft, zal dit jaar spreken over
„Voorstellingen over het leven na den dood".
Dit zal zonder twijfel de aandacht trekken,
niét alleen van het clubje trouwe luisteraars,
dat in 1929 aan 's Hoogleeraars lippen hing,
doch stellig tal van nieuwe belangstellenden
opwekken deze lessen te volgen. Het belang
rijke van dezen leergang bestaat hierin, dat
hij analogieën zal aanwijzen in het gemoeds
leven van tegenwoordig nog bestaande pri
mitieve volkeren èn dat van de volkeren der
oudheid, waaraan ook wij zoo tal van voor
stellingen ontleend hebben. De heer D. van
Staveren, bij schier alle cursisten van de V. U.
goed bekend, zal natuurlijk zijn aantrekke
lijke aardrijkskundige filmavonden voortzet
ten. Ditmaal zullen films over N. O.-Indië,
het Noordpoolgebied, de Amazone-rivier enz.
gedraald worden.
Ook de heer Otto van Tussenbroek ls voor
de Haarlemmers geen onbekende. In het op
richtingsjaar van de V. U. gaf deze docent
een cursus over „Inleiding tot de schoon
heid", die bij velen nog lang in dankbare
herinnering gebleven zal zijn. Ditmaal be
handelt de bekende aesthetlcus een onder
werp, dat voor velen, vooral vrouwen, aan
trekkelijk moet wezen om de groote actuali
teit ervan: „Moderne woninginrichting".
Ieder, die bedenkt, hoe de practische en
smaakvolle arrangeering van onze naaste
omgeving dagelijks mee kan werken tot ons
geluk, want: tot onze innerlijke beschaving,
zal ieder beamen, dat de V. U. met dit onder
werp en met dezen spreker een zeer goede
greep gedaan heeft.
De letterkunde-cursus bestaat ditmaal uit
drie gedeelten: twee avonden, te geven door
Dr. P. H. Ritter Jr. over representatieve fi
guren uit de XlXe eeuw: Beets en Pierson,
twee avonden door Mr. R. Houwink over de
twee groote tachtigers: Jac. van Looy en P.
C. Boutens, en twee avonden van Mr. H.
Marsman over hedendaagsche dichters.
In dezen cursus wordt dus naar tweeërlei
gestreefd: het aangeven van de groote stroo-
mingen en het ten voeten uitteekenen van
eenige typeerende hoofdpersonen.
Moet er nog iets gezegd worden over een
wijsgeerigen leergang als van Dr. J. D. Bie-
rens de Haan over de „Cultuur en hare werk
krachten"? Gelukkig is het aantal diergenen
.niet. zoo klein voor wie het een groote vol
doening is, te luisteren naar de glasheldere
en immer in sierlijken vorm gegoten uiteen
zettingen van dezen denker. Des te opmerke
lijker zijn deze avonden ditmaal, omdat het
te bespreken onderwerp op de grens der
zuivere wijsbegeerte staat en ook het terrein
der beschavingsgeschiedenis raakt/Vermelden
wij tenslotte nog, dat de heer Huib Luns zijn
onderwerp van het vorige jaar „Kunstste
den in Italië" uitdiept door nu te gaan
spreken over „Wandelingen door Rome",
waarbij het immer belangwekkende kunst
leven van de „Eeuwige stad", in de oudheid,
gedurende de Middeleeuwen, in den Renais
sancetijd en daarna ter sprake zullen komen.
Als werkcursussen prijken weder de ge
wone Engelsche en Fransche taalcursussen
van de H. H. v. d. Voorde en v. d. Laan en
een Natuurkunde-leergang van Dr. J. J.
Haak op het programma.
SUBSIDIES AAN LYCEA.
In de toelichtende staat op de Rijksbegroo-
ting wordt medegedeeld, dat voor subsidie in
aanmerking komen over 1930 het Chr. Lyceum
te Haarlem, het R.K. Lyceum te Haarlem, het
Kennemer Lyceum te Bloemendaal.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
HAARLEMSCHE BACH-
VEREENIGING.
HET A.S. SEIZOEN.
De Haarlemsche Bachvereeniging heeft
voor het a.s. seizoen de volgende concerten
georganiseerd:
11 November 1930: Concert van het Con
certgebouw-Orkest, dirigent Pierre Monteux,
solisten: Enkele leden der „Société des in
struments anciens".
25 November 1930: Concert van het Re
sidentie-Orkest, dirigent Dr. P. van Anrooy;
soliste: Noëla Cousin, viool.
23 December 1930: Concert van het Con
certgebouw-Orkest, dirigent Dr. Willem Men
gelberg; geen solist.
6 Januari 1931: Concert van het Concert
gebouw-Orkest, dirigent Pierre Monteux, so
list: P. Denayer, alt-viool.
27 Januari 1931: Concert van het Residen
tie-Orkest, dirigent Dr. P. van Anrooy; so
list: Alexandra Trianti, zang.
10 Februari 1931: Concert van het Resi
dentie-Orkest, dirigent Dr. P. van Anrooy,
solist: A. Brailowski, piano.
3 Maart 1931: Concert van het Concertge
bouw-Orkest, dirigent Dr. Willem Mengel
berg, solist: zal t.z.t. bekend worden ge
maakt.
14 April 1931: Concert van het Concertge
bouw-Orkest, dirigent Dr. Willem Mengel
berg, solist, zal bekend worden gemaakt.
DEUTSCHE EVANGELISCHE GEMEINDE.
De „Deutsche Evangelische Gemeinde" die
in Juni alhier werd opgericht zal a.s. Zon
dag te 10.30 uur in de kerk van de Broeder
gemeente, Parklaan 32 hare eerste gods
dienstoefening onder leiding van Ds. Kon
rad Barner uit Duisburg-Hamborn houden.
Zoolang in de gemeente nog geen eigen voor
ganger is benoemd, zullen om de 14 dagen
predikanten uit Duitschland deze vacature
beurten waarnemen. Bij voorkeur zullen
daartoe heeren worden uitgenoodigd, die
voor een benoeming te Haarlem in aanmer
king koirso.
OPERA „MARTHA".
De Nederlandsche Opera Vereeniging Am
sterdam geeft op Maandag 22 September een
opvoering van de opera „Martha" van von
Flotow in den Stadsschouwburg. Solisten zijn
de dames Rieki de Visser, Annie Tuilenaar,
en de heeren Yoan Penners, Ed. van der Ploeg
Frits Meyerse. Het koor van de N.O.V.A.
en het orkest van den Nederl. Toonkunste
naars bestaat uit 75 medewerkenden. Het
geheel staat onder leiding van den dirigent
A. C. M. Klijnman. De tooneelleiding berust
bij den bekenden zanger en opera-regisseur
Jules Moes.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Reigersman, Oranjeplein 5, broche, Garage
Tempeliersstraat 54, ceintuur: Zandstra,
Scheepmakersdijk 41, getuigschriften; Van
Gen nip, Z. Brouwersstraat 37, Iersche setter,
Ruiter, Ruychaverstraat 10, handschoen;
Smit, Z. B. Spaarne 19, jas: Bemhout, Ged.
Oudegracht 79, kaart (Invaliditeitswet),
Schoenmaker, Velserstraat 6, halsketting;
Steenkist, Dorreboomstraat 13, lantaarn;
Beukers. Verspronckweg 25, portemonnaie
met inhoud; v. d. Meij, Schermerstraat 28,
idem; Kort, Lange Veerstraat 27, idem; Bur.
van Politie, Smedestraat, portefeuille met
inhoud; Roosen, Hyacinthenlaan 3, pakje
met inhoud; Van Leuven, Voorzorgstraat 16,
hondenpenning; Schmits, Pijlslaan 2, behan
gersgereedschap Hoenderdos, Zomervaart
12 B, schorten; Schouten, Schouwtjeslaan 21,
kinderparapluieKracht, K. v. Manderstraat
33, rijwielbelastingmerk; Marchant, Vooruit
gangstraat 17, idem; Nagtegaal Merwede-
straat 11 sigarenpijpjes; Schornagel, Pepijn-
straat 24, sajet; Bur. van Politie, Smede
straat, kindertaschje; Bösker, Jan Steen
straat 41, tompouce; Appelboom, 't Krom 29,
actetasch; Bijster, Warmoesstraat 9, idem; W.
J. Molier, Lindestraat 27, 's-Gravenhage, rij
wielbelastingmerk.
FEUILLETON
door
THOMAS MR. MORROW.
Vertaling van Christine Kamp.
5)
Twee weken later hoorde hij weer iets van
den slooper. Gedurende die veertien dagen
was de toorn van Billy tegen den man, die
zijn huls verkocht had, steeds grooter gewor
den. Hij had den tijd om daarover na te
denken, waht hij was van plan zijn betrek
king als reiziger van hydraulische pompen
op te geven. Die pompen waren het geld
niet waard en het stiet Billy tegen de borst
om aan vrienden een slecht artikel te ver-
koopen. Al zijn klanten waren vrienden, als
hij met hen sprak, dan zat hij dicht bij
hen en keek hen in de oogen.
Sorasek belde dus op en zei: „Mijnheer
Davigne, de kerel is hier in de buurt, zal ik
een agent roepen?"
„Janeen, toch niet. Alleen maar als
hij tracht te ontsnappen. Ik kan van hier een
taxie nemen en binnen tien minuten ben ik
bij je. Maar Sorasek, laat hem niet ontsnap
pen. Ik zou hem heel graag spreken".
Billy riep een taxie aan en gaf het adres:
„145ste straat hoek Lenox Avenue; vlug
wat!"
Zij reden weg en kwamen ten noorden door
de buurt, door negers bewoond waar nog
menige open plek was, ook bars en vierde-
rangs restaurants.
Sorasek stond hem op het trottoir op to
wachten. „Gauw", zei hij, zoodra hij Billy
zag, „ginds loopt hij, naar den kant van
de rivier. Maar zouden wij niet een agent
van politie aanroepen, want hij ziet eruit als
iemand, die niet gemakkelijk te overmeester
ren is".
„Het zal niet noodig zijn", zei Billy. Dan
voegde hij den chauffeur toe: „Wacht hier op
ons".
Hij liep de straat door achter den man en
greep zijn arm beet, juist toen deze den hoek
wilde omslaan. „Wacht even, ik heb u noodig".
„Mij noodig?"
De man was groot en gespierd, gekleed in
goedkoope kleeren, die er verwaarloosd uit
zagen, maar toch nog een idee gaven van
elegantie. Zijn haar was gekruld en had een
gekke tint van blauwachtig rood; zijn oogen
waren blauw en op zijn verweerde wangen zat
een smerige baard van een week. Het was
duidelijk, dat hij boos was, omdat hij zoo
onverwachts werd aangehouden.
„Is dit de bedoelde persoon, Sorasek?"
„Ja, mijnheer Davigne, dat is hij", zei de
slooper, „dat is de man, die mij uw huis ver
kocht".
„Ja, dat deed ik!" zei de man onvriende
lijk. Hij trok zijn schouders op en keek de
twee aan. die voor hem stonden. „Wat be
teekent dat?" Zoeken julie ruzie?"
„Gaat het je iets aan?" bromde Billy woe
dend. Zijn toorn, half wanhoop laaide in
hem op. De man was slechts een havelooze
die nooit hem de schade zou kunnen ver
goeden, die hij hem berokkend had.
„Loop naar den drommel", snauwde de
kerel, met een aanvallende beweging van
zijn hoofd. „Ik zal jelui allebei neer
slaan!"
„Probeer het maar eens" noodlgde Billy
hem uit, naar hem toegaande, zoodat de
man tegen een schutting kwam te staan.
„Blijf uit den weg, Sorasek!"
„Pas op, dat hij niet zijn mes gebruikt",
riep de slooper.
Billy ging een stap achteruit om ruimte
te krijgen, maar zijn voet raakte verward in
een hoop touw en hij viel bijna achter
over. Op dat oogenblik stortte de kerel
zich op hem met zijn vuisten voor zich uit.
Als Billy tijd had gehad om op zijn hoede
te zijn, zou hij hem gemakkelijk hebben
kunnen afweren, maar door zijn val moest
hij de handen voor zich uit houden om
zijn gezicht te beschermen. De vuist trof
hem vlak op zijn voorhoofd. Hij rolde over
zijn schouder heen en kwam overeind, toen
de kerel een tweeden aanval wilde doen.
Die eerste slag had Billy een beetje be
dwelmd, hoewel de kracht er van gebroken
was door zijn val. Een oogenblik flikkerden
duizend sterren voor zijn oogen, maar hij
herstelde zich spoedig en bij den tweeden
aanval gaf hij hem een vuistslag van on
deren naar boven tegen zijn kin. Zooals hij
te voren gezegd had: „Ik moet hem eerst op
mijn hoogte brengen".
De kerel was gewoon op straat te vech
ten en zijn techniek was heel eenvoudig,
hoewel zeker doeltreffend. Op straat te
vechten is geen sport; de man, die neerge
slagen wordt, is natuurlijk de overwonnene.
Alles hangt af van den eersten slag. Billy
zou den strijd verloren hebben, als zijn
training op het college hem niet gered had.
De kerel richtte zich op, maakte een bewe
ging als een stier, die denl toreador gaat
aanvallen en stortte zich op nieuw op Billy.
Hij bukte opeens, met het doel Billy's been
te grijpen en hem op den grond te trekken.
Ja, hij kende zijn zaakjes goed.
Maar Billy was geen beginneling bij liet-
worstelen en boksen. Gedurende de twee
semesters had hij onderricht in die edele
kunst genoten. Hij wist wat hij te doen had.
Hij bracht opeens zijn knie op de hoogte
van het gezicht van zijn tegenstander, dat
maakte, dat deze onverwachts in zittende
houding kwam en verbijsterd rond zich
heen keek.
Billy had hem bij de schouders te pak
ken. „Vooruit, sta op en vecht", schreeuwde
hij hem toe, hem op de been sleurend. Toen
hij hem overeind had, sloeg hij hem tus-
schen de oogen.
„Ransel hem af", roep de chauffeur, die
met enthousiasme den strijd bijwoonde.
En Billy deed het. De man kreeg van
rechts naar links en van links naar rechts,
van boven naar beneden tot de kerel een
wrak was, zonder stuur of roer. Hij stond
weer tegen de schutting met de armen ver
dedigend voor het gezicht, toen Billy hem
weer een klap gaf. Toen viel hij neer.
„Neen, neen, sta op," scheeuwde Billy,
hem grijpend. „Je moet er nu eens van
langs krijgen! Mijn huis verkoopen, hè? Het
verkoopen voor afbraak, hè? Mij vijf en
twintigduizend dollars schade berokkenen,
hé?"
Iedere vraag werd onderstreept met een
doeltreffende mep.
„Vermoordt mij niet!" roep de kerel, die
tegen de schutting lag met de armen over
het hoofd. „Ik zal u zeggen, wie het deed,
als u ophoudt. Ik zal Lanham verraden."
„Sta op!".
„Ik was het niet, meneertje. Heusch, ik
heb het niet gedaan. Het was Lanham. Hij
heeft er mij voorgeschoven."
„Lanham, de advocaat?" Billy was ver
wonderd.
,.Ja, de advocaat, hij heeft mij gezegd wat
ik doen moest en hoe."
„Mooi zoo! Vooruit, ik zal niet meer
slaan."
De man richtte zich ou, maar telkens als
Billy een gebaar met de handen maakte,
stak hij de zijneuit ter bescherming. Hij
was volkomen overwonnen.
„Nu ga je mee naar de stad en wij zullen
dien advocaat eens te spreken vragen. Je
bedoelt toch dien man in.... Broadway? Als
je soms van gedachten verandert, zeg het
maar, dan gaan wij direct naar de politie.
Er is nog plaats in Sing-Sing. (gevangenis
in New-York). En wat nog het beste Ls, je
zou daar op een baar naar toe moeten ge
bracht worden."
Zij stapten allen in de taxi en reden
naar de 42ste straat. Onderweg beval Billy
den chauffeur te stoppen bij een publieke
leeszaal, want hij had een idee gekregen.
Daar stapte hij uit. „Wacht hier met hem",
zei hij tot Sorasek, „en als hij kwestie
maakt, roep dan maar gauw een agent."
„Niet noodig, baas" zei de kerel, „ik ga
niet op den loop".
Billy ging in de leeszaal en vroeg naar
oude kranten, minstens drie jaar geleden.
Daar vond hij een verslag van een gerechts
zaak tegen dranksmokkelaars, dat eindigde
met de veroordeeling van Pincus Rose en
John Flannery. Daar stond ook de naam van
hun advocaat, die hen niet had kunnen vrij
pleiten; Merle Lanham van New-York,
Broadway.
Billy sloot een oogenblik zijn oogen en
figuurlijk gesproken begon hij nu daglicht
te zien. Hij ging terug naar de taxi en zei
tot den chauffeur: „Het Franklin Gebouw,
42ste straat.
Vijf minuten later hoorde Ruth, in haar
minuscule kantoor gezeten, de deur van de
lift dichtslaan en zag zij Billy, vergezeld
van twee vreemde mannen, waarvan er een
nog al haveloos uit zag, rechtdoor naar haar
kantoor komen. Zij sprong op en riep: „O,
Billyzij noemde hem al bij zijn voor
naam „ik heb een copie van die bepa
ling op het eigendom naast je huis".
.(Wordt vervolgd.).