VefiAad&A tffoit&se£&kmmlé STADSNIEUWS Het verdwenen Huis HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1930 TEGEN DE VLOOTWET. OPENBARE PROTESTVERGADERING. Vo#r dè Haarlemsche Vredesbeweging te gen Vlootuitbreiding traden Donderdag avond in het gebouw van den Ned. Protes tantenbond als spreker op de heeren Fedde Schurer van De Lemmer. Albert de Jong uit Den Haag en Garmt Stuiveling uit Buiten post. De belangstelling voor deze vergadering was zeer groot. Onder de aanwezigen waren vooral veel jongelieden. De zaal en de galerij waren geheel gevuld. Vóór het begin van de vergadering werd ijverig met anti-oorlogslectuur gecolporteerd. Te acht uur werd de bijeenkomst geopend door den heer L. v. d. Putten, die een woord van welkom uitsprak. Hij deelde mede, dat het Comité van Actie verschillende organi saties, die voor den vrede werken, voor .leze vergadering had uitgenoodigd. Hij wekte de aanwezigen op om te teekenen op de lijsten van de Vereeniging Kerk en Vrede, de S. D. A. P. en den Vrouwen-Vredebond voor het petitionnement tegen de Vlootplannen. Hij verleende hierop het woord aan den heer Fedde Schurer. Rede van den heer F. Schurer. Deze vroeg of de beweging tegen de hui dige vlootplannen, zooals de voorstanders van het milltairi&me zoo gaarne zeggen, een relletje ia. Integendeel, het is den anti-mili tairen ernst, om het heilig Ideaal van zoovele v red es vrienden „nooit meer oorlog" te ver wezenlijken. Na den grooten wereldoorlog gingen van alle kanten stemmen op, om zulk een gruwel voortaan te voorkomen. Die stemmen klinken tegenwoordig helaas niet meer zoo luidt. Er is weer in vele landen een streven merkbaar, om de bewapening te ver sterken. Men is bezig om zich tot de tanden te wapenen. En het heet, om hiermede den vrede te bevorderen. Dit noemde spreker een groote leugen. Laten we opletten, wat we doen, zei hij, laten we opletten welke rich ting we uitgaan. Want de volkeren zijn den laatsten tijd goed gewaarschuwd. Als verte genwoordiger van de Christelijke vredesbe- beweging is ook hij tegen elke uitbreiding van bewapening. „Gij zult God lief hebben en uw naasten als u zelf". Dat lijken versle ten woorden, maar dat is niet zoo. God moet nog altijd het middelpunt van alles zijn Wij zijn gemeenschapsmenschen, die allen kinde ren van God zijn. Allen, die tegen Gods ver ordeningen ingaan, zondigen ernstig. Voor den staat geldt niet de moraal van de Chris telijke naastenliefde. Neen, voor den Staat gelden de woorden: „Recht of geen recht, het Is mijn land!" Op die manier kunnen noodlottige botsingen niet uitblijven. Oorlog kan zijn een middel om het recht te verde digen. Toch moeten de menischen zich met ernst afvragen hoe hun houding moet zijn, als inderdaad een moderne oorlog mocht uit breken. Het middel van deze verschrikkelijke gruwelen mag niet gebruikt worden voor de leuze: „het doel heiligt de middelen". Toch verwerpt spreker den Staat niet, maar het moet een rechtsstaat zijn, waar Gods wetten worden geëerbiedigd. Het is onze dure en heilige plicht, om onze regeering te waar- sohuwen, dat zij een verkeerde richting uit gaat, als zij voort blijft gaan om de bewa pening uit te breiden. Ook hier moet komen een nationale ontwapening. Wat baat het, of in Den Haag een protocol onderteekend wordt om nooit een gasoorlog te voeren, als het in de practijk hierop neerkomt: „ik zal er geen gebruik van maken als een ander het óók niet doet!" Voor den grooten wereld oorlog zijn wij mede verantwoordelijk, omdat wij in dezelfde richting zijn gegaan. Wij zijn niet beter dan Belgen, Franschen en Duit- schers. Wij moeten allen te zamen streven naar een betere, een waarlijk Christelijke samenleving. Nederland mag niet meedoen aan den Internationalen doodendans. De Ne derlandsche financiën staan er heel slecht voor. Er Is geen geld voor sociale doeleinden; wel voor versterking van de vloot voor Ne derland en zijn koloniën. (Teekenen van af keuring). Spreker critiseerde op scherpe wij ze de nieuwe vlootplannen van den Minister van Defensie. Onze landgenooten mosten hiertegen onverzwakt blijven protesteeren. Vrede geeft licht en geluk; oorlog daaren tegen slavernij en onnoemelijk lijden. Het recht is nooit méér vertrapt, dan in de oor logsjaren. Nu nog liggen in de Fransche, Engelsche en Duitsche hospitalen duizenden ongelukkige verminkten, die den oorlog nooit zullen vergeten. In naam van hen, die voor een leugen gestorven zijn, moet met kracht tegen de nieuwe vlootplannen geprotesteerd worden. „Weg met den oorlog, weg met het militairisme en weg met deze nieuwe vloot- 1 plannen!", aldus eindigde de heer Schurer zijn rede, die met luid applaus beloond werd- Redc van den heer A. de Jong. Als tweede spreker trad de heer Albert de Jong op. Deze zei, dat er in dezen tijd heel veel over ontwapening gesproken wordt. De oorlogsvoorbereiding wordt echter niet meer alleen beperkt tot kazernes en vloot; zij richt zich ook steeds meer tot de chemische industrie. Wij strijden hier tegen nieuwe vlootplannen, die over een aantat jaren 120 millioen zullen kosten. Ook in alle andere landen hebben de vredesrvrienden veel te doen, watn overal constateert men een uit breiding van bewapning. Onze strijd gaat echter niet alleen tegen de nieuwe vlootplan nen, maar ook tegen de 100 millioen, die elk jaar voor oorlogsdoeleinden wordt besteed; onze strijd gaat tegen elk militairisme. De Nederlandsche regeering bereidt zich helaas óók voor op een gifgassen-oorlog, zonder dat het Parlement er verantwoordelijk voor kan zijn; de arbeiders in de chemische fabrieken worden onkundig gehouden, voor welk doel zij werken. Onze regeering heeft zelfs een gasschool opgericht. Gelukkig ontwaakt on der ons volk steeds meer en krachtiger de ontwapeningsgedachte. Angst voor een nieu wen oorlog brengt de regeeringen er toe, de bewapening uit te breiden. Zij, die de uit breiding van de bewapening bewerken, blij ven evenwel achter de schermen. We leven op ht oogenblik niet in een tijd van vrede. Er is een groote strijd om behoud en ver overing van koloniën. Daarom wil de Neder landsche regeering de vloot uitbreiden, want zij is bang voor haar koloniën. Wilt gij de vloot niet, dan moeten wij zeggen: „Indo nesië los van Nederland!" Want het bezit van koloniën is de grootste oorlogsbedretging. De economische oorlog is in vollen gang; dit komt tot uiting in de tarievenpolitiek van alle landen. Dag in, dag uit zien we den grooten petroleumoorlog, omdat olie een groote macht in oorlogstijd beteekent. „Als men aan den economischen oorlog geen ein de kan maken, dan gaat de wereld naar den afgrond!" Met deze woorden, door minister Beelaerts van Blokland in een vergadering van den Volkenbond gesproken, kan spreker zich vereenigen. Want. een economische oor log beteekent een militairlstische oorlog, die de bewapening opvoert tot het waanzinnige. In ons land roept men overal om ontwape ning; maar toch gaat men rustig met de uitbreiding van de bewapening voort. De strijd tegen de vlootplannen is geen politiek vraagstuk, maar een economisch. De econo mische politiek van den heer Colijn betee- kende niets anders dan een voorbereiding tot den oorlog. Wij strijden tegen de vlQofcplan- nen, omdat wij tegen den oorlog zijn. Als het den arbeiders ernst is met hun verzet tegen deze vlootplannen, dan moeten zij, zei spreker, niet aarzelen om daartegen in pro teststaking te gaan, al Is het maar voor een uur. wanneer de regeering niet van haar heilloos voornemen terug wil komen. (Ap plaus). Er moet vooral staking komen op de oorlogswerven. De arbeiders moeten wei geren schepen te bouwen, waarop zij in de wateren van den Stillen Oceaan zullen ver gaan. Aan de regeering moet het geld voor uitbreiding van bewapening worden onthou den. Toen de heer De Jong er aan herinnerde, dat ook de socialisten in Engeland hebben meegedaan om nieuwe kruisers te bouwen, weerklonken heftige interrupties, waarbij men den heer De Jong het spreken van on waarheid verweet. De heer De Jong deelde hierop mede, dat zijn organisatie al herhaaldelijk sociaal-de mocraten had uitgenoodigd om in Haarlem, hierover een debatvergadering te beleggen, maar dit was steeds geweigerd. Toch ver klaarde spreker zich bereid, om eventueel als debater op te treden, als hij daartoe ge vraagd wordt. Met een opwekking om ernstig tegen de vlootplannen te blijven protesteeren, eindig de spreker zijn rede, die eveneens luide toe juichingen verwierf Rede van den heer G. Stuiveling. De heer Garmt Stuiveling trad als derde spreker op.. Het gaat hem aan het hart, dat de sociaal-democraten in Engeland hebben meegedaan tot versteiiklng van de .bewape ning voor de koloniën. De heer Stuiveling meende dit als Jong sociaal-democraat naar aanleiding van de laatste interrupties eerst even te moeten op merken. Daarna ging hij tot zijn onderwerp over. Het Is een groot misverstand om te zeggen, dat de vijand niet aan den rechter- of den linkerkant staat, maar over de grens. Dit noodlottige misverstand heeft 14 millioen dooden in Europa gebracht; kreeg de Euro- peesche cultuur den nekslag en werd Europa overgeleverd aan de hebzucht van het Ame- rikaansche grootkapitaal. De bewering, dat de vijand aan den anderen kant van de grens staat, is een verschrikkelijk bewijs van wan trouwen, dat onnoemelijk veel ellende over de wereld heeft gebracht. Een defensieve zoowel als een offensieve oorlog is altijd een psychologisch offensief. Dat valt niet te ont kennen. Bij den zeeslag In de Dardanellen zijn Engelsche soldaten beschoten door in Engeland vervaardigd oorlogsmateriaal. Het is onze Nederlandsche regeering blijkbaar ook geen ernst met haar vredelievendheid, omdat zij den vorigen Zaterdag aan de par tij, die het meest den vrede propageert, den mond snoerde, door de V.A.R.A.-uitzending te verbieden. Er zijn ook nog andere bewij zen, dat het onze regeering niet ernst is, ge tuige de stichting van de gasschool, de ge heime gascirculaire enz. Onze vloot kan bij een groot conflict in het Oosten niets uit richten; zij is slechts speelgoed voor een kwa jongen, zei spreker, die daarna de sterkte van de buitenlandsohe vloten met die van de onze vergeleek om dit te bewijzen. Indone sië, dat door onze democratische en Christe lijke regeering bestuurd wordt, heeft niet de minste vrijheid. En de Indonesiërs hebben daar toch evenveel recht op, als wij. Toch worden hun allerlei rechten, als recht van vergaderen, vrijheid van pers enz., door de Nederlandsche regeering onthouden. Spreker voorspelde, dat de Roomsch-Ka- tholieken in de Kamer den minister van Defensie wel zullen steunen. En in de Chris telijke afgevaardigden stelt spreker ook geen vertrouwen. Zelfs nu nog, spreker heeft dit geconstateerd, propageert men in het noor den van Friesland de woorden: „De Overheid is geroepen om het zwaard te dragen". Spre ker zou daar een ander Bijbelwoord tegen over willen stellen, namelijk: „Steekt uw zwaard in de scheede!" Nergens in den bijbel heeft spreker gevonden, dat de Overheid ook gebruik moet maken van vergiftige gassen, van duikbooten en vliegmachines. Het kapi talisme is in wezen niets anders dan oorlog. Dat heeft volgens spreker de tragedie van 1914 bewezen. Geen enkel volk wil den oor log; geen enkel volk wil bloed en tranen. Te gen hun zin werden de volkeren in 1914 in den oorlog geslingerd, omdat ze door leugen achtige vredesleuzen daartoe gebracht wer den. „Een komenden oorlog zullen wij met alle voor ons geoorloofde en als het moet zelfs met onwettige middelen te lijf gaan!", aldus eindigde de heer Stuiveling. Ook hij ontving een luid applaus. De voorzitter bracrit aan de sprekers een woord van dank, waarna de vergadering rus tig uiteen ging. HEROPENING NUTSBIBLIOTHEEK. Het gaat met de Nutsbibliotheek nog steeds crescendo, hetgeen uit de onder staande cijfers moge blijken- Werden In 1928- 1929 aan 1403 volwassenen 23468 boeken ter lezing uitgereikt, dfeze aantallen bedroe gen in het leesseizoen 1929-1930 resp. 1420 lezers en 24514 boeken. De jeugd toonde, in verhouding nog groo- tere belangstelling. In het tijdvak October 1928-April 1929 werden aan 390 kinderen 6589 boeken uitgereikt, in hetzelfde tijdvak 1929-1930 aan 484 kinderen 7785 boeken. Deze resultaten stemmen -tot vreugde en hebben het bestuur van de Bibliotheek aangespoord om niet stil te zitten en de bibliotheek voor het aanstaande seizoen wederom te verrijken met een belangrijk aantal nieuwe werken, 'zoowel voor kinderen als volwassenen. Nieuwe supplementen op de bestaande catalogi zijn ter perse. Men verzuime dan ook vooral niet van de gelegenheid gebruik te maken om zich eerst daags als lezer te laten inschrijven. Het mag thans als genoegzaam bekend worden geacht, dat de geringe kosten voor niemand een be zwaar behoeven te zijn. De toeloop op de middagen en avonden waarop inschrijving zal plaats vinden kan voor het bestuur niet groot genoeg zijn. Ieder lezer van het vorig seizoen neme minstens een nieuwen lezer mede. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct*. per regel. •A.'JT'PCfL./UC* CA?0/V//VC£T /V DE VOLKSUNIVERSITEIT. HET NIEUWE PROGRAMMA. Men schrijft ons: Verschillende van ouds bekende namen van ervaren docenten treffen ons, wanneer we het pas verschenen programmaboekje der V. U. inkijken. De Leidsche Hoogleeraar Prof. Dr. G. J. Thierry, die het vorige jaar een in teressanten cursus over Het Oude Testa ment gegeven heeft, zal dit jaar spreken over „Voorstellingen over het leven na den dood". Dit zal zonder twijfel de aandacht trekken, niét alleen van het clubje trouwe luisteraars, dat in 1929 aan 's Hoogleeraars lippen hing, doch stellig tal van nieuwe belangstellenden opwekken deze lessen te volgen. Het belang rijke van dezen leergang bestaat hierin, dat hij analogieën zal aanwijzen in het gemoeds leven van tegenwoordig nog bestaande pri mitieve volkeren èn dat van de volkeren der oudheid, waaraan ook wij zoo tal van voor stellingen ontleend hebben. De heer D. van Staveren, bij schier alle cursisten van de V. U. goed bekend, zal natuurlijk zijn aantrekke lijke aardrijkskundige filmavonden voortzet ten. Ditmaal zullen films over N. O.-Indië, het Noordpoolgebied, de Amazone-rivier enz. gedraald worden. Ook de heer Otto van Tussenbroek ls voor de Haarlemmers geen onbekende. In het op richtingsjaar van de V. U. gaf deze docent een cursus over „Inleiding tot de schoon heid", die bij velen nog lang in dankbare herinnering gebleven zal zijn. Ditmaal be handelt de bekende aesthetlcus een onder werp, dat voor velen, vooral vrouwen, aan trekkelijk moet wezen om de groote actuali teit ervan: „Moderne woninginrichting". Ieder, die bedenkt, hoe de practische en smaakvolle arrangeering van onze naaste omgeving dagelijks mee kan werken tot ons geluk, want: tot onze innerlijke beschaving, zal ieder beamen, dat de V. U. met dit onder werp en met dezen spreker een zeer goede greep gedaan heeft. De letterkunde-cursus bestaat ditmaal uit drie gedeelten: twee avonden, te geven door Dr. P. H. Ritter Jr. over representatieve fi guren uit de XlXe eeuw: Beets en Pierson, twee avonden door Mr. R. Houwink over de twee groote tachtigers: Jac. van Looy en P. C. Boutens, en twee avonden van Mr. H. Marsman over hedendaagsche dichters. In dezen cursus wordt dus naar tweeërlei gestreefd: het aangeven van de groote stroo- mingen en het ten voeten uitteekenen van eenige typeerende hoofdpersonen. Moet er nog iets gezegd worden over een wijsgeerigen leergang als van Dr. J. D. Bie- rens de Haan over de „Cultuur en hare werk krachten"? Gelukkig is het aantal diergenen .niet. zoo klein voor wie het een groote vol doening is, te luisteren naar de glasheldere en immer in sierlijken vorm gegoten uiteen zettingen van dezen denker. Des te opmerke lijker zijn deze avonden ditmaal, omdat het te bespreken onderwerp op de grens der zuivere wijsbegeerte staat en ook het terrein der beschavingsgeschiedenis raakt/Vermelden wij tenslotte nog, dat de heer Huib Luns zijn onderwerp van het vorige jaar „Kunstste den in Italië" uitdiept door nu te gaan spreken over „Wandelingen door Rome", waarbij het immer belangwekkende kunst leven van de „Eeuwige stad", in de oudheid, gedurende de Middeleeuwen, in den Renais sancetijd en daarna ter sprake zullen komen. Als werkcursussen prijken weder de ge wone Engelsche en Fransche taalcursussen van de H. H. v. d. Voorde en v. d. Laan en een Natuurkunde-leergang van Dr. J. J. Haak op het programma. SUBSIDIES AAN LYCEA. In de toelichtende staat op de Rijksbegroo- ting wordt medegedeeld, dat voor subsidie in aanmerking komen over 1930 het Chr. Lyceum te Haarlem, het R.K. Lyceum te Haarlem, het Kennemer Lyceum te Bloemendaal. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. HAARLEMSCHE BACH- VEREENIGING. HET A.S. SEIZOEN. De Haarlemsche Bachvereeniging heeft voor het a.s. seizoen de volgende concerten georganiseerd: 11 November 1930: Concert van het Con certgebouw-Orkest, dirigent Pierre Monteux, solisten: Enkele leden der „Société des in struments anciens". 25 November 1930: Concert van het Re sidentie-Orkest, dirigent Dr. P. van Anrooy; soliste: Noëla Cousin, viool. 23 December 1930: Concert van het Con certgebouw-Orkest, dirigent Dr. Willem Men gelberg; geen solist. 6 Januari 1931: Concert van het Concert gebouw-Orkest, dirigent Pierre Monteux, so list: P. Denayer, alt-viool. 27 Januari 1931: Concert van het Residen tie-Orkest, dirigent Dr. P. van Anrooy; so list: Alexandra Trianti, zang. 10 Februari 1931: Concert van het Resi dentie-Orkest, dirigent Dr. P. van Anrooy, solist: A. Brailowski, piano. 3 Maart 1931: Concert van het Concertge bouw-Orkest, dirigent Dr. Willem Mengel berg, solist: zal t.z.t. bekend worden ge maakt. 14 April 1931: Concert van het Concertge bouw-Orkest, dirigent Dr. Willem Mengel berg, solist, zal bekend worden gemaakt. DEUTSCHE EVANGELISCHE GEMEINDE. De „Deutsche Evangelische Gemeinde" die in Juni alhier werd opgericht zal a.s. Zon dag te 10.30 uur in de kerk van de Broeder gemeente, Parklaan 32 hare eerste gods dienstoefening onder leiding van Ds. Kon rad Barner uit Duisburg-Hamborn houden. Zoolang in de gemeente nog geen eigen voor ganger is benoemd, zullen om de 14 dagen predikanten uit Duitschland deze vacature beurten waarnemen. Bij voorkeur zullen daartoe heeren worden uitgenoodigd, die voor een benoeming te Haarlem in aanmer king koirso. OPERA „MARTHA". De Nederlandsche Opera Vereeniging Am sterdam geeft op Maandag 22 September een opvoering van de opera „Martha" van von Flotow in den Stadsschouwburg. Solisten zijn de dames Rieki de Visser, Annie Tuilenaar, en de heeren Yoan Penners, Ed. van der Ploeg Frits Meyerse. Het koor van de N.O.V.A. en het orkest van den Nederl. Toonkunste naars bestaat uit 75 medewerkenden. Het geheel staat onder leiding van den dirigent A. C. M. Klijnman. De tooneelleiding berust bij den bekenden zanger en opera-regisseur Jules Moes. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Reigersman, Oranjeplein 5, broche, Garage Tempeliersstraat 54, ceintuur: Zandstra, Scheepmakersdijk 41, getuigschriften; Van Gen nip, Z. Brouwersstraat 37, Iersche setter, Ruiter, Ruychaverstraat 10, handschoen; Smit, Z. B. Spaarne 19, jas: Bemhout, Ged. Oudegracht 79, kaart (Invaliditeitswet), Schoenmaker, Velserstraat 6, halsketting; Steenkist, Dorreboomstraat 13, lantaarn; Beukers. Verspronckweg 25, portemonnaie met inhoud; v. d. Meij, Schermerstraat 28, idem; Kort, Lange Veerstraat 27, idem; Bur. van Politie, Smedestraat, portefeuille met inhoud; Roosen, Hyacinthenlaan 3, pakje met inhoud; Van Leuven, Voorzorgstraat 16, hondenpenning; Schmits, Pijlslaan 2, behan gersgereedschap Hoenderdos, Zomervaart 12 B, schorten; Schouten, Schouwtjeslaan 21, kinderparapluieKracht, K. v. Manderstraat 33, rijwielbelastingmerk; Marchant, Vooruit gangstraat 17, idem; Nagtegaal Merwede- straat 11 sigarenpijpjes; Schornagel, Pepijn- straat 24, sajet; Bur. van Politie, Smede straat, kindertaschje; Bösker, Jan Steen straat 41, tompouce; Appelboom, 't Krom 29, actetasch; Bijster, Warmoesstraat 9, idem; W. J. Molier, Lindestraat 27, 's-Gravenhage, rij wielbelastingmerk. FEUILLETON door THOMAS MR. MORROW. Vertaling van Christine Kamp. 5) Twee weken later hoorde hij weer iets van den slooper. Gedurende die veertien dagen was de toorn van Billy tegen den man, die zijn huls verkocht had, steeds grooter gewor den. Hij had den tijd om daarover na te denken, waht hij was van plan zijn betrek king als reiziger van hydraulische pompen op te geven. Die pompen waren het geld niet waard en het stiet Billy tegen de borst om aan vrienden een slecht artikel te ver- koopen. Al zijn klanten waren vrienden, als hij met hen sprak, dan zat hij dicht bij hen en keek hen in de oogen. Sorasek belde dus op en zei: „Mijnheer Davigne, de kerel is hier in de buurt, zal ik een agent roepen?" „Janeen, toch niet. Alleen maar als hij tracht te ontsnappen. Ik kan van hier een taxie nemen en binnen tien minuten ben ik bij je. Maar Sorasek, laat hem niet ontsnap pen. Ik zou hem heel graag spreken". Billy riep een taxie aan en gaf het adres: „145ste straat hoek Lenox Avenue; vlug wat!" Zij reden weg en kwamen ten noorden door de buurt, door negers bewoond waar nog menige open plek was, ook bars en vierde- rangs restaurants. Sorasek stond hem op het trottoir op to wachten. „Gauw", zei hij, zoodra hij Billy zag, „ginds loopt hij, naar den kant van de rivier. Maar zouden wij niet een agent van politie aanroepen, want hij ziet eruit als iemand, die niet gemakkelijk te overmeester ren is". „Het zal niet noodig zijn", zei Billy. Dan voegde hij den chauffeur toe: „Wacht hier op ons". Hij liep de straat door achter den man en greep zijn arm beet, juist toen deze den hoek wilde omslaan. „Wacht even, ik heb u noodig". „Mij noodig?" De man was groot en gespierd, gekleed in goedkoope kleeren, die er verwaarloosd uit zagen, maar toch nog een idee gaven van elegantie. Zijn haar was gekruld en had een gekke tint van blauwachtig rood; zijn oogen waren blauw en op zijn verweerde wangen zat een smerige baard van een week. Het was duidelijk, dat hij boos was, omdat hij zoo onverwachts werd aangehouden. „Is dit de bedoelde persoon, Sorasek?" „Ja, mijnheer Davigne, dat is hij", zei de slooper, „dat is de man, die mij uw huis ver kocht". „Ja, dat deed ik!" zei de man onvriende lijk. Hij trok zijn schouders op en keek de twee aan. die voor hem stonden. „Wat be teekent dat?" Zoeken julie ruzie?" „Gaat het je iets aan?" bromde Billy woe dend. Zijn toorn, half wanhoop laaide in hem op. De man was slechts een havelooze die nooit hem de schade zou kunnen ver goeden, die hij hem berokkend had. „Loop naar den drommel", snauwde de kerel, met een aanvallende beweging van zijn hoofd. „Ik zal jelui allebei neer slaan!" „Probeer het maar eens" noodlgde Billy hem uit, naar hem toegaande, zoodat de man tegen een schutting kwam te staan. „Blijf uit den weg, Sorasek!" „Pas op, dat hij niet zijn mes gebruikt", riep de slooper. Billy ging een stap achteruit om ruimte te krijgen, maar zijn voet raakte verward in een hoop touw en hij viel bijna achter over. Op dat oogenblik stortte de kerel zich op hem met zijn vuisten voor zich uit. Als Billy tijd had gehad om op zijn hoede te zijn, zou hij hem gemakkelijk hebben kunnen afweren, maar door zijn val moest hij de handen voor zich uit houden om zijn gezicht te beschermen. De vuist trof hem vlak op zijn voorhoofd. Hij rolde over zijn schouder heen en kwam overeind, toen de kerel een tweeden aanval wilde doen. Die eerste slag had Billy een beetje be dwelmd, hoewel de kracht er van gebroken was door zijn val. Een oogenblik flikkerden duizend sterren voor zijn oogen, maar hij herstelde zich spoedig en bij den tweeden aanval gaf hij hem een vuistslag van on deren naar boven tegen zijn kin. Zooals hij te voren gezegd had: „Ik moet hem eerst op mijn hoogte brengen". De kerel was gewoon op straat te vech ten en zijn techniek was heel eenvoudig, hoewel zeker doeltreffend. Op straat te vechten is geen sport; de man, die neerge slagen wordt, is natuurlijk de overwonnene. Alles hangt af van den eersten slag. Billy zou den strijd verloren hebben, als zijn training op het college hem niet gered had. De kerel richtte zich op, maakte een bewe ging als een stier, die denl toreador gaat aanvallen en stortte zich op nieuw op Billy. Hij bukte opeens, met het doel Billy's been te grijpen en hem op den grond te trekken. Ja, hij kende zijn zaakjes goed. Maar Billy was geen beginneling bij liet- worstelen en boksen. Gedurende de twee semesters had hij onderricht in die edele kunst genoten. Hij wist wat hij te doen had. Hij bracht opeens zijn knie op de hoogte van het gezicht van zijn tegenstander, dat maakte, dat deze onverwachts in zittende houding kwam en verbijsterd rond zich heen keek. Billy had hem bij de schouders te pak ken. „Vooruit, sta op en vecht", schreeuwde hij hem toe, hem op de been sleurend. Toen hij hem overeind had, sloeg hij hem tus- schen de oogen. „Ransel hem af", roep de chauffeur, die met enthousiasme den strijd bijwoonde. En Billy deed het. De man kreeg van rechts naar links en van links naar rechts, van boven naar beneden tot de kerel een wrak was, zonder stuur of roer. Hij stond weer tegen de schutting met de armen ver dedigend voor het gezicht, toen Billy hem weer een klap gaf. Toen viel hij neer. „Neen, neen, sta op," scheeuwde Billy, hem grijpend. „Je moet er nu eens van langs krijgen! Mijn huis verkoopen, hè? Het verkoopen voor afbraak, hè? Mij vijf en twintigduizend dollars schade berokkenen, hé?" Iedere vraag werd onderstreept met een doeltreffende mep. „Vermoordt mij niet!" roep de kerel, die tegen de schutting lag met de armen over het hoofd. „Ik zal u zeggen, wie het deed, als u ophoudt. Ik zal Lanham verraden." „Sta op!". „Ik was het niet, meneertje. Heusch, ik heb het niet gedaan. Het was Lanham. Hij heeft er mij voorgeschoven." „Lanham, de advocaat?" Billy was ver wonderd. ,.Ja, de advocaat, hij heeft mij gezegd wat ik doen moest en hoe." „Mooi zoo! Vooruit, ik zal niet meer slaan." De man richtte zich ou, maar telkens als Billy een gebaar met de handen maakte, stak hij de zijneuit ter bescherming. Hij was volkomen overwonnen. „Nu ga je mee naar de stad en wij zullen dien advocaat eens te spreken vragen. Je bedoelt toch dien man in.... Broadway? Als je soms van gedachten verandert, zeg het maar, dan gaan wij direct naar de politie. Er is nog plaats in Sing-Sing. (gevangenis in New-York). En wat nog het beste Ls, je zou daar op een baar naar toe moeten ge bracht worden." Zij stapten allen in de taxi en reden naar de 42ste straat. Onderweg beval Billy den chauffeur te stoppen bij een publieke leeszaal, want hij had een idee gekregen. Daar stapte hij uit. „Wacht hier met hem", zei hij tot Sorasek, „en als hij kwestie maakt, roep dan maar gauw een agent." „Niet noodig, baas" zei de kerel, „ik ga niet op den loop". Billy ging in de leeszaal en vroeg naar oude kranten, minstens drie jaar geleden. Daar vond hij een verslag van een gerechts zaak tegen dranksmokkelaars, dat eindigde met de veroordeeling van Pincus Rose en John Flannery. Daar stond ook de naam van hun advocaat, die hen niet had kunnen vrij pleiten; Merle Lanham van New-York, Broadway. Billy sloot een oogenblik zijn oogen en figuurlijk gesproken begon hij nu daglicht te zien. Hij ging terug naar de taxi en zei tot den chauffeur: „Het Franklin Gebouw, 42ste straat. Vijf minuten later hoorde Ruth, in haar minuscule kantoor gezeten, de deur van de lift dichtslaan en zag zij Billy, vergezeld van twee vreemde mannen, waarvan er een nog al haveloos uit zag, rechtdoor naar haar kantoor komen. Zij sprong op en riep: „O, Billyzij noemde hem al bij zijn voor naam „ik heb een copie van die bepa ling op het eigendom naast je huis". .(Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6