be/iAaotaó CteamOwbcAeM Finaneieele Kroniek. STADSNIEUWS N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING HOUTPLEIN 8, TELEFOON 13829UEN) VREEMD GELD DE MYSTERIEUSE VERDWIJNING. HAARLEM'S DAGBLADMAANDAG 22 SEPTEMBER 1930 De Duitsche verkiezingen en de finaneieele toestand van Duitschland. Pogingen tot ka- pitaalsvoonciening in Duitsch land en Oostenrijk. Hoopvolle aanwijzingen voor het econo misch leven. Het eindpunt der rubbercrisis. Iets hoogere koersen op de Amsterdamsche beurs, maar geen zaken, De milliocnnota een deceptie. Wat staat ons te wachten? Niet op de beurs zelf, maar daarbuiten, Schoon wel met de beurs in verband staande, zijn er enkele belangrijke dingen, welke in deze kroniek even moeten worden bespro ken. In de eerste plaats moeten we een enkel woord aan de verkiezingen en den toestand in Duitschland wijden. De beurzen, die overigens uiterst gevoelig zijn. hebben ge toond meer evenwicht te bezitten dan vele dagbladschrijvers, welke laatste in den uit slag der Duitsche verkiezingen zoo ongeveer het einde van den vrede in Europa meen den te moeten zien. Terwijl dio' uitslag niet anders is dan een natuurlijke weerslag op den zwaren economisdhen druk, waaronder het Duitsche volk gebukt gaat en de onte vredenheid over de lasten, welke het bij de regeling der oorlogsschulden zijn opgelegd. In het ergste geval zal er na het Dawes- en 't Youngplan nog eens een ander plan moe ten worden gemaakt, waarbij de oorlogslas ten van Duitschland opnieuw worden ver licht. Maar dat behoeft nog geen oorlog te brengen. In het Youngplan is de mogelijk heid voorzien, dat Duitschland de jaarlijk- sohe annuïteiten niet kan betalen; ze kun nen twee jaar worden uitgesteld en in dien tijd kan men opnieuw gaan delibereeren. Dat een groot deel van het Duitsche volk met het socialistisch nationalisme meegaat, is in dezen tijd psychologisch alleszins ver klaarbaar, heeft ongetwijfeld ook zijn goede zijde en is dan ook in de leidende finaneieele kringen te New-York en te Londen niet als een bedreiging van den wereldvrede gezien. Het belang van Amerika en Engeland is fi nancieel te zeer met dat van Duitschland sa- mengeweven, dan dat men het tot een nieu wen oorlog zou laten komen. Men is er vol doende van overtuigd, dat de wereldvrede niet beter kan worden gediend dan door al les in het werk te stellen om den economi- schen en flnancieelen toestand in Duitsch land te verbeteren. Opmerkelijk Is dan ook, dat na de verkiezingen op de Berlijnsche beurs buitenlandsch kapitaal werd aange boden en dat de koersen van Duitsche fond sen sedert eer gestegen dan gedaald zijn. De nivelleering van den rentestand in Europa is thans het doel van de internatio nale bankierswereld. Daaraan wordt de Bank voor Internationale Betalingen te Ba zel dienstbaar gemaakt. Daarvoor is onlangs te Amsterdam opgericht de Compagnie Cen trale de Prêts Fonciers, een internationale grondcredietbank, die op groote schaal pand brieven van Duitsche en Oostenrijksche hy potheekbanken Wil. koopen en daartegen eigen schuldbrieven zal afgeven. Op deze wijze zal dus het Europecsche, met name het Fransche kapitaal, dat in eigen land geen voldoende emplooy kan vinden, naar de Oost-Europeesche landen worden overgehe veld, waar het dienen kan tot verlaging van de nog altijd te zware rentelasten, waaron der industrieel- en landbouwbedrijfsleven gebukt gaat. Het feit dat in Duitschland. meest 7 en 8 pet. pandbrieven worden uit gegeven, wijst er wel op. hoe hoog de rente is welke daar van hypotheken moet worden betaald. Het is te hopen dat de Internatio nale Grondcredietbank in haar pogingen slaagt en dat de economische toestand in Duitschland zich zoo mag ontwikkelen dat langzamerhand de credietwaardigheid van dit land weer 'stijgt. Voor de nieuwe regec- ring ligt er op financieel en economisch ge bied een zware taak. Zij zal de belastingen op de bedrijfswinsten moeten verlagen. Zij zal de loonen en salarissen bij de publieke bedrijven moeten verlagen. Zij zal maatre gelen moeten nemen, welke de trusts en kar tels nopen om de prijzen in den kleinhan del te verlagen. En zij zal tenslotte de groote uitgaven voor socialen steun moeten veria gen, om op die wijze mogelijk te maken dat de bedrijven weer met winst kunnen produ- ceeren. Als een veelbelovend symptoom is door de Duitsche pers gewezen op de alge- meene prijsverlaging, waartoe de firma Her mann Tietz, het grootste warenhuisconcern van Europa, is overgegaan. Dat maakt het den werkman gemakkelijker om den strijd om het bestaan vol te houden en is een eer ste stap op den weg naar nieuwe welvaart. Dat Siemens en Halske 1000 arbeiders heb ben aangenomen en de werktijden weer heb ben verlengd, wegens de verkrijging van bui- tenlandsche opdrachten, heeft ook als een sterke stimulans de beurs voor een nieuwe ineenstorting behoed. De werkelijkheid valt vaak mee. Dit blijkt ook ten aanzien van de Rubber cultuur, welker slechte vooruitzichten door ons meer dan eens in het licht zijn gesteld. Thans is het zoo ver, dat het weinig slech ter kan. De prijs is tot ca. 4 d. gedaald, dat is ruim 20 ct. voor een pond, dat aan de meeste ondernemingen 35 a 40 ct. kost. Maar nu schijnt dan ook de „rock bottem" vaxi de cri sis bereikt te zijn, waarbij, gelijk we eenige weken geleden reeds in uitzicht stelden, ver schillende ondernemingen gedwongen wor den de productie stop te zetten. De Java Caoutchouc is de eerste geweest. Feitelijk wordt ze er niet toe gedwongen, want ze heeft nog twee ton in kas. Maar om verdere verliezen zooveel mogelijk te beperken en het liedje der malaise zoo lang mogelijk te kun- uitzingen, heeft ze de productie gestaakt. Meerdere ondernemingen zijn reeds gevolgd en er komen natuurlijk nog meer. Van veel belang is, dat, naar een mededeeling van Sir Eric Geddes, den president der Dunlop Rub ber Co., thans door de inlandsche planters niet meer wordt getapt. Het kan dus niet an ders, of de productie moet langzamerhand, dalen. De rubbermarkt is de laatste dagen dan ook reeds iets vaster. Men gelooft dat de voorraden hun hoogtepunt hebben be reikt. De financieel sterke ondernemingen zullen nu den kostprijs verder moeten ver lagen. De Engelsche Dunlop Co. komt dit jaar op 4 1/2 d een volgend jaar allicht op 3 d.. zcodat bij een marktprijs van 7 en 8 d. reeds een behoorlijke winst wordt ge maakt. Voor de inlandsche rubber, welke van veel mindere qualiteit is, blijft ex dan geen winst over. Ook op de Amsterdamsche beurs was de stemming voor Rubberaandee- len iets gunstiger. Op de meeste afdeelingen is de tenden tie ietwat verbeterd, hoewel de omvang van zaken nog altijd bedroevend klein blijft. Maar de „ondertoon" der markt is moedgevend. Er behoeft weinig goeds in de wereld te gebeu ren om op de beurzen hoogere koersen te zien. Wij zijn gewoon in onze kroniek ook iets over de millioenennota.te zeggen, maar kun nen daarmede ditmaal zeer kort zijn. We achten haar een teleurstelling, niet om de enkele millioenen, welke de minister tekort kemt, maar om, gelijk minister De Geer dat vroeger zelf eens uitdrukte, het. „gemis aan perspectief". Wij bedoelen hiermede, dat het totaal der staatsuitgaven nog altijd blijft stij gen, terwijl het zeker is dat de inkomsten zij het dan nog niet aanstonds in 1931, dan toch in 1932 zeer belangrijk zullen dalen. Reeds nu hadden daartegen maatregelen moeten worden getroffen. Deze blijven achterwege. Zelfs worden de sociale lasten van den staat verhoogd. Hoe de minister een volgend jaar de begrooting zonder belasting verhoog ing zal kunnen sluitend maken, is een vraag waar van men zich in regeer ingskr in gen wel ter dege rekenschap mag geven. Of zal men, als het probleem onoplosbaar blijkt, opnieuw Colijn te hulp roepen om den knoop door te hakken? Dat Is voor de tegenwoordige regearing misschien wel de gemakkelijkste weg. Maar niet de beste. LETTINGA. PERSONALIA. De heer J. A. Bouvy te Haarlem is aan de Technische Hoogeschool te Delft geslaagd voor het propaedeutisch examen werktuig kundig ingenieur. RADIO-DISTRIBUTIE DOOR DE GEMEENTE? B. EN W. VINDEN HET RISICO TE GROOT. In het nummer van Vrijdag deelden wij reeds mede, dat van B. en W. een prae- advies te verwachten was om niet over te gaan tot radio-distributie van gemeente wege. Thans is dit praeadvles van B. en W. ver-, schenen. Daaraan ontleenen wij, dat het college advies heeft ingewonnen van Ir. A. J. Th. Hofman, te 's-Hertogenbosoh, die ge acht kan worden, specialist op het gebied van het bouwen van radio-distributienetten te zijn. In dit rapport is uitgegaan van de ge dachte, dat als voedingsnet voor het boven grondsche verdeelnet een onasrgrondsch kabelnet zal worden aangelegd. Verder is de opzet gemaakt voor de uitzending van vier programma's, terwijl nog op eene reserve voor één programma is gerekend. De bouwkosten van het net hangen, zoo als van zelf spreekt, gedeeltelijk af van het aantal aansluitingen. Vandaar dat een kos- tenbegrooting is opgezet naar onderschei denlijk 6000, 7000, 8000 en 9000 aansluitingen. De bouwsom daarvoor is geraamd op resp. 523.800.—; 553.500,—; 582.300,— en 613.000,—. Een gedeelte van de bouwsom wordt ech ter reeds gedurende den aanleg van het net terug ontvangen, door de betaling van de aansluitingskosten door de aangeslotenen. Vermindert men de bouwkosten met de daarvoor geraamde bedragen, dan is als kapitaal nog noodig: bij 6000 aansluitingen 418.800,bij 7000 aansluitingen 431.000,— bij 8000 aanslui tingen 442.300,bij 9000 aansluitingen 455,500,—. Is derhalve tijdig, d.w.z. binnen drie ja ren, het aantal van 6000 aansluitingen be reikt, dan nog is een kapitaal noodig van minstens 418.800. Bij de verdere berekeningen in het rap port is aangenomen, dat de bouw van het net drie jaren zal vorderen en dat het ge- heele kapitaal in vier bedrijfsjaren moet zijn afgeschreven. Zou de ervaring geen tegen vallers doen boeken, dan zou dus zeven ja ren, nadat met deri aanleg begonnen was, het kapitaal zijn afgeschreven. Om tot dit resultaat te komen, is het abonnementsgeld gesteld op 3 per maand. Stellen wij ons zoo schrijven B. en W. gezien de vorenstaande gegevens, de vraag of op een dergelijken grondslag tot exploita tie van een radio-distributienet door de ge meente kan worden overgegaan, dan dringt zich onwillekeurig een andere vraag op, n.l. is het onder de tegenwoordige omstandig heden op radio-gebied wel verantwoord in een dergelijke onderneming een bedrag van ruim 400.0'JO.te steken en daarbij reeds nu op een afschrijving in zeven jaren te re kenen? De ontwikkeling der radio-techniek is nog in vollen gang en ondanks dat feit, worden reeds thans toestellen tegen zeer lagen prijs aan de markt gebracht. In dit verband is van belang hetgeen de heer L. J. van Looi over de radiotentoonstelling te Berlijn in de Groene Amsterdammer van 6 September j.l. schreef. Na er eerst op gewezen te hebben, dat een nieuwe ontvanglamp (staaflamp) was geëxposeerd, die een veel goedkooper aanmaak toelaat dan de veel meer inge wikkelde gewone lampen, en waarmede een toestel is gebouwd, dat uitnemend werki. goedkoop is en er goed uitziet, vervolgt hij: „Het toestelletje, dat-een ingebouwden luid spreker heeft, kost tin Duitschland rond honderd gulden, alles inbegrepen. Men heeft er alleen maar een antenne aan te maken en de stop in het Uchtnet te steken". En verder: „Als we er nu nog rekening mee houden, dat. in den prijs van het toestelle tje natuurlijk nog een behoorlijk bedrag voor de onderzoekingen zit, dat de aanmaak later nog vereenvoudigd kan worden, en de prijs dus nog kan worden verlaagd, dan ko men we op een prijspeil, dat ernstige con currentie aan de radioccntrales kan bieden". De Nederlandsche toestellen fabrieken zijn ten deze niet achter gebleven en ook door haar zullen reeds goede en goedkoope toe stellen (pl.m. 120.in-den handel wor den gebracht. Uit het vorenstaande blijkt, hoe in enkele jaren de prijs der radiotoestellen aanzienlijk is verminderd, terwijl redelijkerwijze kan worden aangenomen, dat die vermindering in de naaste toekomst nog zal toenemen. Eenerzijds toch wordt alles in het werk ge steld om zoo goedkoop mogelijk behoorlijk bruikbare toestellen te bouwen, anderzijds is er het streven om de capaciteit der om- roepstations te vergrooten. Hierdoor wordt het mogelijk zelfs met de zeer goedkoope toestellen de uitzending van tal van stations te ontvangen, tengevolge waarvan weder te verwachten is, dat spoedig uiterst goedkoo pe toestelletjes in den handel zullen worden gebracht, waardoor men misschien in het aantal te kiezen stations wel beperkt zal zijn doch die toch voldoende zullen zijn om mo gelijk het grootste aantal luisteraars te be vredigen. In dit licht gezien kunnen wij zoo ver volgen B. en W. de hierboven opgewor pen vraag of het onder de tegenwoordige omstandigheden-op radiogebied en gelet op de mogelijkheden, welke de ontwikkeling der radio-techniek in zich sluit, wel verant woord is, in een dergelijke onderneming een bedrag van ruim 400.000.te steken en dat in zeven jaren af te schrijven, moeilijk anders dan ontkennend beantwoorden. Naar de meening van B. en W. zou alge- heele afschrijving binnen een aanzienlijk korter tijdvak moeten geschieden. Om daartoe te kunnen geraken, zou echter het abonnementsgeld aanzienlijk moeten worden verhoogd. Doch. daaruit zou voort vloeien een vermindering van het aantal aansluitingen, waardoor de ontvangsten lager zouden worden, zoodat ook de afschrij ving niet binnen het gewenschte tijdvak zou kunnen geschieden. Denkbeeldig is die vrees voor verminde ring van het aantal aansluitingen niet. En zeker zal dit het geval zijn als in concur rentie met de radio-distributie, goede en goedkoope toestellen op gemakkelijke beta lingsvoorwaarden in den handel zullen wor den gebracht. Gelet op het vorenstaande kunnen B. en W. dan ook niet anders dan den Raad de aanneming van het voorstel van den heer Peper om over te gaan tot radio-distributie van gemeentewege ten sterkste ontraden. ONTRUIMING VAN KROT WONINGEN. 71 ONBEWOONBAAR VERKLARINGEN. Binnen afzienbaren tijd zullen de 99 wo ningen nabij den Harmenjansweg en de 64 wonigen nabij de ArchipeLstraat gereed ko men. Deze woningen moeten ter voldoening aan de voorwaarden, waaronder door het Rijk voorschotten en bijdragen zijn verleend, worden verhuurd aan bewoners van krot woningen. Onder krotwoningen zijn ook de noodwoningen begrepen. In verband hiermede is het zoo schrij ven B. en W. aan den raad gewenscht, thans over te gaan tot onbewoonbaarverkla ring van de volgende 71 woningen, die onge schikt ter bewoning zijn en niet door het aabrengen van verbeteringen in bewoonba ren staat kunnen worden gebracht, t.w. de woningen aan de; Essenstraat nos. 20 en 22; aan de Gorte straat Nos. 1 beneden, 3 beneden, 3 boven. 10, 11, 12, 17 beneden en 20 aan de Gra- vinnesteeg Nos. 7 B en 7 D; aan de Groen- daalsteeg Nos. 1 en 14 boven; aan de Haas straat Nos. 1, 16 A rechts, 16 A links en 16 B; aan de Helmbrekersteeg Nos. 1 rood en 2; aan het Klein Heiligland Nos. 57, 57 rood, 66B en 66 E; aan de Lange Hofstraat Nos. 7, 9, 15, 16 en 19; aan de Omvalspoort nos. 1 beneden, 1 boven, 3 beneden, 3 boven, 4, 5 beneden, 5 boven, 6, 7 beneden, 7 boven, 8, 9 beneden, 9 boven, 10 en 12; aan de Pa- tiëntiestraat nos. 1 en 13; aan de Ra veling- steeg nos. 5, 5 rood, 7, 7 rood, 10 voor en 10 achter; aan de Turfmarkt nos. 24 D, 24 G, 24 B. 24 I en 24 Jaan de De Witstraat nos. 10, 12, 14, 16, 18, 24A, 24 H, 24 I, 24 J en 24 K en aan de Zorinesbeeg Nos. 5, 7 en 9. De gronden hot onbewoonbaarverklaring van genoemde woningen bestaan hoofdza kelijk in de geringe gelegenheid tot het toe treden van daglicht en lucht in de woningen, de geringe doorstrooming van lucht tenge volge van de ingesloten ligging, terwijl voorts de bij de woningen behoorende open ruimte onvoldoende is te achten. Na het gereedkomen van de in den aan hef genoemde woningen kunnen ook de be woners van de 98 nog aanwezige noodwo ningen daarin worden ondergebracht, waar na die noodwoningen krachtens raadsbe sluit van 23 Februari 1927 zullen worden verkocht. BURGERLIJK ARMBESTUUR. BENOEMING VAN 2 LEDEN. B. en W. stellen voor over te gaan tot. voor ziening in twee vacatures van het Burger lijk Armbestuur. De volgende aanbevelingen worden aan den raad overgelegd: vacature J. A. Traan- berg: a F. W. Martin, b Mevr. Wed. Mr. J. H. G. SchutteStruick. Vacature F. Keesen: a Mr. C. Blanke voort; b G. J. Kroese. TENTOONSTELLING „HET KIND". DE OFFICIEELE OPENING. Zaterdagmiddag werd in het Brongebouw de Tentoonstelling „Het Kind" officieel ge- "opend. Aanwezig waren, behalve verschillende be stuursleden der vereenigingen die de ten toonstelling hebben georganiseerd (de Haar- lemsche Vereeniging tot bestrijding der Tu berculose en de afd. Haarlem der Vereeni ging tot bevordering van het Onderwijs in Kinderverzorging en Opvoeding) de heer A. W. Michels, lid van Ged. Staten van Noord- Holland, de heeren Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen en W. Roodenburg, wethouders van Haarlem, Mr. P. E. Barbas., secretaris van den Armenraad, Mr. L. G. van Dam, voorzitter der afdeeling Haarlem van „Volksonderwijs" en de heer Zwaan, waarnemend burgemees ter van Zandvoort. Mevr. R. de Voogt-De Vogel, waarnemend voorzitster der Vereeniging „K. en O.", bracht in een openingswoord dank aan alle vereeni gingen, die tot het welslagen der tentoon stelling hebben medegewerkt en ook aan de leiders van het Reizend Museum der Vereen, tot bestrijding der Tuberculose. Voorts aan. mevrouw Sandberg. hoofdbestuurslid van „K. en O.", en een groote stuwkracht in de ver eeniging, die de opening bijwoonde. Spr. herinnerde aan het feit dat „K. en O." tien jaar geleden werd opgericht. Het werk dezer vereeniging werd begonnen door dok ter J. van Konijnenburg en mevrouw Vene- ma. Ook de verdiensten van wijlen mevrouw Willekes Macdonald-Reynvaan voor „K. en O." zijn groot. Dank verdient ook het gemeentebestuur voor de welwillendheid waarmede het de vereeniging steeds is tegemoet gekomen. Na tuurlijk heeft het bestuur nog verschillende wensohen en verlangens, in de eerste plaats zou het zoo gaarne willen, dat de vereeniging een eigen gebouw had. Hierna sprak Dr. L. C. Kersbergen, als voorzitter der Haarlemsche Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose. Spr. bracht dank aan de besturen van provincie en gemeente voor de belangstelling die deze colleges steeds voor het werk der vereeniging betoonen. De Centrale Vereeniging heeft nu van het Reizend Museum iets bijzonders gemaakt. De bedoeling van dit Museum is de t.b.c. te bestrijden door voorlichting. Spr. bracht hulde aan mevr. Coulée, die met het museum rondreist. Hierna was het woord aan den burge meester van Haarlem, den heer C. Maar schalk, voor het houden van de openingsrede. Spr. zeide dat er alle aanleiding is, beide vereenigingen zooveel mogelijk te steunen, te meer daar nu beider streven zich heeft vereenigd en tot uiting komt in deze tentoon stelling. De aanknoopingspunten tusschen beide vereenigingen zijn talrijk. De vereeni ging tot bestrijding der t.b.c. concentreert haar werkzaamheid meer en meer op het kind en voor de t.b.c.-bestrijding zijn de ver richtingen van de vereeniging „K. en O." van groot belang. „K. en O." geeft toch cursussen voor zuigelingenverzorging en kleuterver zorging. Van de gemeenschappelijke actie van beide organisaties mag een gunstig resultaat verwacht worden. Het Reizend Museum heeft overal, waar het vertoond werd, groote be langstelling ondervoeden. Spr. opende de tentoonstelling met den wensch, dat zij door velen zal bezocht worden en in hooge mate de belangstelling en de sympathie voor beide vereenigingen zal op wekken. Het resultaat zal dan zeker voor de besturen een aansporing zijn op dezelfde lof felijke wijze hun vruchtdragenden arbeid voort te zetten (applaus). Hierna bezichtigden de aanwezigen de ten toonstelling. RIOLEERING B. en V/. stellen aan den raad voor over te gaan tot het doen uitvoeren van ophoo- gingswerken, het aanleggen van trottoirs en het leggen van rioleering in het gedeelte van de Amsterdamsche Vaart van de bestaande bebouwing af tot aan de grens der ge meente en daarvoor 16.000 beschikbaar te stellen. ZOUTFABRIEK TE BOEKELO. De Kon Nederl. Zoutfndustrie te Boekelo zal een chemische fabriek stichten waar zout- producten worden verwerkt, medt het Hbld. Met den bouw zal spoedig een aanvang wor den gemaakt. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. (Adv. Ingcz. Med.) FEUILLETON Bill Rankin zat onbeweeglijk voor z'n schrijfmachine, geruimen tijd zoekend naar 'n begin voor het interview dat hij wilde beschrijven. Daar ging 'n zwarte schaduw langs hem heen en maakte zich stoffelijk door een zachten slag op zijn lessenaar. Bill's hart begon te bonzen en sprong tot z'n keel op. Meer 't was slechts Egbert, de jongste be diende. Deze scheen te meenen dat het hier rijkelijk eenzaam was. Rankin keek hem met de diepste minachting aan. Bespottelijk om zich door zoo'n aap van 'n jongen te laten verschrikken, maar als men, meer dan een uur, met 'n groot man heeft zitten spreken, en wel over 'n moord, Is men licht geneigd wat schrikachtig te zijn. Hij strekte z'n arm uit en duwde Egbert tegen den grond. „Ga weg", zei hij: „wat wilde je eigenlijk van me. Kan je niet zien, dat ik bezig ben." Egbert droop, met gekwetste waardigheid, af tusschen de woestenij van schrijfmachine tafels en ledige stoelen. De ander zag hem ten slotte, verdwijnen door de deur die naar de hal leidde. Het was half zes, de straat, tien verdiepingen lager, was gevuld met naar huls gaande menschen, maar hierboven in do redactiekamer van de „Globe" heerscht een tijdelijke stilte. Van al de lampen met groene kappen in het vertrek, was slechts die boven Rankin's schrijfmachine aan, en goot een spookachtig licht over het blanco stuk papier in z'n machine. Zelfs de kopvlessenaar yvas verlaten. In z'n vierkante ruimte, op den achtergrond, zat de uitgever van de „Globe", het eenige andere menschelijke wezen dat er te zien was, maar die, als je de jongelui, die voor hem werkten, wilde gelooven, niet zoo erg menschelijk was. Bill Rankin wendde zich weer tot z'n in terview. Nog 'n kort oogenblik zat hij na te denken; toen zochten z'n lange, handige vin gers de toetsen. Hij schreef: „De vlucht van het genie en de wonderen der wetenschap, die de meeste misdaden in detective verhalen oplossen, hebben geen deel aan het eigenlijke detective werk." Dit is 'h verklaring van Sir Frederic Bruce, 't vroegere hoofd van de afdeeling van crimi neel onderzoek van Scotland Yard. „Sir Frederic, die een paar weken in San Francisco vertoeft, gedurende een reis om de wereld, is in staat om een opinie mee te doe len, als expert. Bijna zeventien jaar heeft hij als afgevaardigd commissaris aan het hoofd gestaan van de belangrijkste detective orga nisatie die er bestaat en hoewel hij nu rus tend is, Is toch z'n belangstelling in crimi- neele zaken zoo groot als steeds. „Sir Frederic is een groot man, met 'n vriendelijk lichtje in z'n grijze oogen, maar soms hebben die oogen 'n stalen blik, die dezen verslaggever zenuwachtig maakte. In dien we den ouden Earl van Feather- stonehaugh op z'n zeldzaam Perzisch tapijt hadden vermoord, zouden we niet gaarne Sir Frederic op ons spoor hebben, want de groote detective is een Schot en wel van die soort die geen nederlaag duldt. Hij zou de ver volging nooit opgeven. „Ik iieb heel wat detective verdichtsels ge lezen", zei hij. „Het vermaakt me, maar er valt doorgaans niets voor 'n detective uit te leeren. Behalve het systeem van vingeraf drukken en het. werk in de chemische labora toria op vlekken, heeft wetenschappelijk on derzoek weinig bijgedragen tot 't op 't spoor komen van misdaden. Moordmysteries en an dere moeilijke crimineele gevallen worden door intelligentie, hard werk en geluk opge lost, met zeer weinig hulp van de aardige we tenschappelijke listen, die den schrijvers van In eens hield Bill Rankin op met tikken, en ging rechtop zitten in z'n gemakkelijken bureaustoel. Er kwam hem iet-s bekends voor in de denkbeelden die hij daar op papier zette; hij had ze al eerder, en nog kort gele den, gehoord. Denkbeelden die aan deze ge lijk waren, en die niet in het beschaafde En- gelsch van Sir Frederic, maar met een heel verschillend idioom.... Ah, ja. Hij glimlachte bij de gedachte aan dat onaanzienlijke kleine mannetje dat hij, drie dagen geleden, in de kleine zaal van het Steward Hotel had geïnterviewd. De verslaggever stond op en liep heen en weer, terwijl hij een cigarette opstak. Hij sprak hardop: „Natuurlijk en ik dacht daar niet aan. Een opgewonden verhaal dat me nog heelemaal in de herinnering ligt, en ik vergeet 't haast. Ik moet wel verdwaasd zijn." Hij keek angstig op de klok, wierp z'n ciga rette weg en ging weer zitten. Terwijl hij den zin voltooide, waarin hij halverwege was blijven steken, vervolgde Rankin z'n verhaal. „Er werd Sir Frederic gevraagd wat hij het grootste stuk detectivewerk vond dat hij kende. „Dat kan ik niet beantwoorden, omdat er zoo'n groote plaats aan 't. toeval ingeruimd moet worden," antwoordde hij. „Zooals ik reeds zei. de meeste crimineele gevallen wor den opgelost door afwisselend hard werk, in telligentie en geluk, en het spijt me dat ik er bij moet voegen, dat van deze drie het geluk verreweg het grootste aandeel heeft. „Hard methodisch werken heeft evenwel vaak goede resultaten opgeleverd. Het ont hulde bijv. het fameuse Crippen mysterie. De eerste wenk di,e we kregen van iets verkeerds in dat geval, was toen we hoorden dat de cassière van een cabaret Bill Rankin schreef nu haastig voort, want hij wilde 't gaarne gauw af hebben. Waar hij nu aan bezig was, had plotseling minder waarcV? gekregen. Er ging heel wat be langrijker geval door z'n hoofd. Z'n vingers vlogen over de toetsen en als hij zelden even pauzeerde, was 't om op de klok te kijken. Hij haalde 't laatste stuk papier uit de machine, pakte het verhaal bij elkaar, en ging haastig naar den hoek van den direc teur, die hem heel zuur aankeek en grim mig een blauw potlood sleep. „Wat is dat?" vroeg hij aan Rankin, toen deze het verhaal voor hem neerlegde. ,,'t Interview met Sir Frederic Bruce", her innerde Bill hem. „O, vond je hem dus?" „We hebben hem allemaal gevonden. De kamer was vol verslaggevers". „Waar was hij?" „Hij logeert in Barry Kirk's huis. Kirlc heeft z'n zoon in Londen gekend. Ik heb de hotels afgezocht, tot m'n voeten er pijn van deden," De uitgever snoof. „Je eigen schuld. Geen enkel Engelschman gaat ooit in 'n hotel, als hij bij iemand kost en inwoning kan krijgen. Je bent genoeg uitgezonden om dat te we ten." Hij nam de kopij op. „Het interview is larie", zei Rankin. „Elk blad van de stad zal 't hebben. Maar terwijl ik het schreef, bedacht ik iets anders. Als ik 't maar van sir Frederic gedaan kon krij gen, zal 't tenminste iets bijzonders zijn. Ik heb gedacht om er nog even heen te gaan om te zien wat ik bereiken .kan." De uitgever fronste z'n wenkbrauwen. „AU je 'wat nieuws te weten kunt krijgen, in den loop van je litteraire werk, zal je 't me laten weten, hè? Ik zit hier nu te trachten een dagblad samen te stellen, en altes wat ik van jullie krijg is 'n lawine van aardige kleine uittreksels. Ik vermoed dat jullie al lemaal hoop hebt, dat jullie nog eens den een of anderen dag. voor de „Atlantic Monthley" wordt aangezocht." „Maar dit pl&n is goed," protesteerde Rankin. „Ik moet voortmaken Een oogenblik. Ik ben natuurlijk alleen jullie uitgever. Ik verlang niet in je plannen te grasduinen Rankin lachte. Hij was 'n bekwaam man en had voorrechten. „Het spijt me, meneer, maar ik kan me nu niet ophouden, met 't u uit te leggen. Iemand zou me nog voor kunnen zijn. GLeason, van de Herald, was er ook van daag, en ik ben er zeker van dat hij op het zelfde denkbeeld zal komen. Als u er dus niets tegen hebt De uitgever haalde z'n schouders op. „Goed ga maar. Haast je naar 't huis van Kirk. En laat deze plotselinge aanval van energie daar niet uitdooven. Kom ook weer gauw terug!" „Ja meneer," stemde de verslaggever mee in. „Ik zal natuurlijk ook nog wat moeten -eten „Ik eet nooit," gromde deze aangename beambte. BUI Rankin spoedde zich de kamer uit. Z'n collega's kwamen nu langzamerhand blnnenloopen van hun middagwerkzaamhe den, en het vertrek kwam nu tot nieuw le ven. Bij de deur, zwart als de nacht, van top tot teen, kruiste Egbert Rankin's pad, met 'n hautaine, op 'n afstand blijvende wijze, en Verheven passen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6