INGEZONDEN.
UIT DE OMSTREKEN
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 24 SEPTEMBER 1930
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie
Jtich niet verantwoordelijk.
Van injrezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug»
gegeven.
TEGEN DEN OORLOG. EEN
INITIATIEF VAN VIJF
HAARLEMSCHE DOKTOREN.
Welkom gij Heeren Medici! Hartelijk wel
kom in onze Vredesgelederen!
Gij, die zoo dikwijls vecht, om een enkel
mensehenleven te behouden, gij wilt nu
meestrijden, tegen den allesverdelgenden,
menschen-massamoord! Gij zegt 't in uw
toelichting aan 't Tijdschrift voor Genees
kunde: „dat de roeping der geneeskunst is,
de strijd voor het leven en tegen alle fac
toren die het leven bedreigen". Ik verwacht
veel, heel veel van uw organisatie, juist door
haar psychologische kracht.
Laten we de handen ineen slaan. We zijn
zoo heel nauw aan elkaar verbonden. Wij
vrouwen geven het leven, u tracht 't te be
houden in zooverre dit van medisch stand
punt mogelijk is. U strijdt uit een sanitair
humanitair oogpunt, wij ook uit een zuiver
menschelijk standpunt.
Is 't niet onbegrijpelijk, dat zoovele vrou
wen doof zijn en blijven voor onze roepstem:
„Sluit u bij ons aan, om te strijden voor den
Vrede." Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
Is 't onverschilligheid? Is 't een zich nog niet
bewust zijn van eigen kracht?
Bedenk toch vrouwen, wij zijn in de meer
derheid, als wij ons „en bloc" tegen den oor
log verzetten, dan was hij uitgebannen! Als
wij onze kinderen opvoedden in den geest van
„Hebt uwe naasten lief, als u zelve", als we
weigerden onze kinderen af te staan, als de
staat ze wil africhten voor den grooten men-
schenmoord. Als we allen doordrongen waren
van 't begrip, dat 't recht van den sterkste,
't grootste onrecht is. Als we 't onzalige idee
hadden laten varen, dat 't schooner is voor
je vaderland te sneuvelen dan je werk
kracht, energie en vernuft aan datzelfde
vaderland te offeren, ja dandan zou de
oorlog gauw ten einde zijn.
Schoon en verheffend, om voor Je vader
land te strijden! Hebt gedan o.a. „Van 't
Westelijk Front geen nieuws" niet gelezen of
„Funk Ziekendrager aan het Westelijk
front?" en herinnert ge u niet de beschrij
ving van 't hevig offensief, wanneer de kel
ders van 't platgeschoten slot Fontaine, die
als verbandplaats zijn ingericht, de gewon
den zien toestroomen, de order komt, dat de
hevigst gewonden, aan wie niets meer te
redden is. weer naar buiten gebracht moeten
worden, waar ze nogmaals aan de ontzetten
de oorlogsgruwelen waren blootgesteld, om
dat er plaats moest zijn voor de minder ge
wonden, wat Funk de verzuchting ontlokt:
„of het vreeselijkste waartoe deze gedwon
gen onmenschelijkheld aanleiding geven kan,
gaat gebeuren en of die arme kerels begrij
pen, dat men hen alvast op de vuilnishoop
gooit!"
Vrouwen! hier kunnen uw mannen, uw
zonen onder zijn, die ge thuis met de teeder-
ste zorg omringde, waarvoor u geen opoffering
te groot was. O! Vrouwen, denk toch over de
belangrijkste aller kwesties na.
Blijf toch niet onverschillig staan tegen
over 't vraagstuk Vrede! Toont toch uw re
geering, dat ge geen oorlog meer wilt- Offer
uw penningske op 't altaar van den vrede.
Sluit u bij een vredesbond aan. Laten we
zorgen met ons wereldmanifest, zooals de
hoofdredacteur van dit blad het voorstelt,
haast te maken, opdat we klaar zijn voor de
Wereldontwapeningsconferentie van 1931.
Bedenk toch: „Eendracht maakt Macht!"
H. DE KRUIJFF,
Voorzitster Alg. Ned. Vrouwen-
Vredebond, Afd. Haarlem.
Spaarndam 19 September 1930.
Geachte Redactie,
Ik verzoek u, naar aanleiding van het in
gezonden stuk van den heer B. van Diemen
in uw blad van den 28en dezer, het onder
staande te plaatsen. Door omstandigheden
was het mij niet mQgelijk er eerder op te
antwoorden.
Bij voorbaat mijn dank.
Omdat er in mijn ingezonden stukje van
16 dezer aanklachten tegen verschillende
categorieën en personen voorkomen ware
het volgens den heer B., beter geweest, het
in geen burgerlijk blad te plaatsen.
Ik geloof niet, dat de abonnés van Haar
lem's Dagblad zoo kleingeestig zijn, als abon-
né te bedanken, als ze in dit blad iets lezen,
waar zê niet mede accoord kunnen gaan.
Terwijl, als ondergeteekende krenkend, of
sarcastisch in zijn opmerkingen geweest
was, de redactie van haar recht gebruik zou
hebben gemaakt, mijn stuk beknopt, of in
het geheel niet te publlceeren.
De heer B. dan wil alle gemoedsinvloeden
buiten het Vlootplan houden, maar dat gaat
nu eenmaal niet. Zoo dadelijk kom ik hier
nog op terug. De heer B. schrijft: De Vloot-
uitbrelding is onnuttig, volgens de Vlootwet
tegenstanders, omdat, als de schepen ge
bouwd zijn, ze waardeloos zijn. Hierdoor komt
tevens vast te staan, dat de voorstellers niet
oorlogszuchtig zijn. Waarvoor dan uitbrei
ding? Maar het doel waarvoor ze geboiTwd
worden, mijnheer B.? Er wordt door de voor
stellers toch niet gezegd: „Laat ons ze maar
bouwen; als ze klaar zijn is het toch oud
roest!" (Men leze en overdenke slechts het
geen er door bevoegde personen over ge
schreven wordt). Het doel, waarvoor ze ge
bouwd worden, is vernietigen. En hier komen
we op den invloed op het gemoed: het zijn
nu eenmaal geen pleziervaartuigen. Ze wor
den gebruikt voor verdediging of, aanval,
maar vernietiging blijft het, hetzij van ons
zelf of een ander. We zouden dus alleen kun
nen spreken van een mogelijk onnutte uit
gave. De heer B. vindt het een schitterend
óbject voor werkloosheidsbestrijding, en on
schuldiger dan het aanleggen van groote
verkeerswegen. Laat ons aannemen dat ze
gebouwd en bij een mogelijken oorlog ge
bruikt. worden, hetzij voor aanval, hetzij voor
verdediging, dan zijn ze bestemd om naar
den bodem der zee te verhuizen. Wat daarbij
gebeurt, laat. ik aan de fantasie van den heer
B over Mogelijk heeft hij gehoord de ver
tolking van het werk van Plivier, den 17en
dezer; de werkelijkheid lijkt mij nog vreese-
lijker
En mijnheer B., ik zou de uitwerking op
de Tweede Kamer wel eens willen zien als u
met het voorstel kwam, om 120.000.000 in
8 jaren te voteeren voor werkloosheidsbe
strijding! Kan het bouwen van oorlogschepen
een vergelijking velen met het aanleggen van
wegen? De wegen worden toch niet aange
legd mei het doel slachtoffers te maken? En
daar wordt door daartoe aangewezen perso
nen toch ook voor gezorgd, dat het aantal
slachtoffers zoo gering mogelijk is. Wegen
eischen echter in jaren en jaren niet, wat
een vloot bij een mogelijken oorlog in een
dag eischt, en zouden, als het aanleggen van
wegen de gevolgen had, die het in stand hou
den van leger en vloot heeft, wij ons allen
niet met hand en tand er tegen verzetten?
Dan was het echter nationaal en nu is het
een internationale beweging. Alle volken
snakken naar ontwapening maar het ver
trouwen van de regeeringen in elkander
schijnt verdwenen. De inwerking op de ge
moederen weg laten, mijnheer B„ is allemaal
goed en wel, maar als wij een daad begaan,
moeten wij er ook de gevolgen van kunnen
overzien. En of u nu probeert de vlootuit-
breiding als een middel, tot bestrijding der
werkloosheid te gebruiken: als de schepen
gebruikt worden voor het doel waarvoor ze
gebouwd worden, dan kosten ze niet alleen
120.000.000, maar ook duizenden menschen-
levens, en geheel nutteloos. Neen, mijnheer
B„ iedere uitgaaf heeft ook haar keerzijde.
Nu de groote mogendheden zoo goed als
overeenstemming bereikt hebben over de
beperking van de bewapening, geloof ik wel
dat onze regeering dat voorbeeld mag volgen.
Er een zuiver flnancieele zaak van maken
is een onmogelijkheid. Iedere daad heeft
haar oorzaak, doel en dit vooral niet ver
geten gevolgen. Overdenk deze vooral.
Overigens opperde de heer B. zelf de moge
lijkheid dat het bedrag nuttiger besteed zou
kunnen worden.
Dat men, als men de actie op zuiver flnan
cieele basis plaatst, met zichzelf in4 conflict
komt betwijfel ik sterk, want dat het ont
slag van deze werklieden aan de Hembrug
voortspruit uit beperking van bewapening,
gelooft de heer B. toch zelf niet? Het aan
hangige Vootplan leert ons anders. Dat er
voor deze menschen gezorgd moet worden,
al kregen ze ontslag om het door den heer B.
aangevoerde motief, zal deze toch wel met
mij eens zijn. Of moeten ze broodeloos op
straat gezet worden. Ook de heer B. begaat
de fout de Vredesbeweging in één adem te
noemen met het N. V. V. Dat ze hetzelfde
doel nastreven wil nog niet zeggen dat het
een lichaam is. En dit geloof ik wel te mo
gen zeggen: iedere beperking van bewape
ning, zelfs het weigeren van alle arbeiders
oorlogstuig te vervaardigen, zal door alle
Vredesvereenigingen van harte worden toe
gejuicht, maar laten wij het dan consequent
doorvoeren en voor de arbeiders, die zonder
betrekking komen, de mogelijkheid schep
pen een anderen werkkring te vinden.
Hoogachtend,
F. J. DE ROOIJ.
Havenplein 33, Spaarndam.
WAARSCHUWING AAN HET
NEDERLANDSCHE VOLK.
Naar aanleiding van bovenstaande
„Waarschuwing" die ik persoonlijk liever
„Misleiding" wil noemen, wilde ik even
het volgende aan 't „Centraal Comité tegen
eenzijdige ontwapening" vragen en aan de
lezers overlaten hun conclusie te trekken.
Ie. „Een onvoldoend beveiligd Nederland
of een onvoldoend beveiligd Ned. Indië is
een gevaar voor den wereldvrede".
Gelooft u werkelijk, dat onze huidige
vloot, dus niet het nieuwe vlootplan, in staat
is Nederland of Indië die beveiliging te ge
ven, in staat om den wereldvrede mede te
helpen waarborgen; een vloot, waarvan vice-
admiraai Banduin verklaarde in zijn officieel
rapport over de weerbaarheid van onze
vloot aan de regeering, dat de schepen ab
soluut onvoldoende waren en niet in staat
een behoorlijk schot te lossen, en er alleen
goed voor waren door den eventueelen
vijand met zijn slagschepen en vèrdragend
geschut in den grond te worden geschoten.
Dus een vloot die volgens genoemde deskun
dige niet in staat was of zou kunnen zijn
onze Nederlandsche of Indische belangen te
kunnen verdediging. Volksterm: Oud-Roest.
Ten tweede: aangenomen dat het vloot
plan er door zou komen en Nederland en
Indië van nieuw oorlogsmateriaal zouden
worden voorzien, dan nog moet met des te
meer klem er tegen geageerd worden. Op
twee gronden: allereerst om financieele en
menschelijke redenen en ten tweede op uit
latingen van bij uitstek deskundige marine
officieren en anderen.
Zij immers betoogen in him bladen, waar
onder „Onze Vloot", dat de te bouwen nieu
we schepen niet goed zijn voor een even
tueelen zeeoorlog. Ten eerste loopen zij te
langzaam, zijn zij te klein en hebben zij
niet het geschut, dat in staat is vijandelijke
schepen met hun bemanningen in den
grond te boren. Zij vragen g.ootere sche
pen en betere bewapening, ^tenminste in
staat behoorlijk slag te kunnen leveren. En
in plaats dat onze Christelijke regeering den
raad van deskundigen opvolgt, gaat zij sche
pen bouwen, die maar 15 of 17 jaar meeloo-
pen en schatten van geld kosten, en niet in
staat zijn behoorlijk slag te leveren. Moeten
wij aan een dergelijke beweging meedoen?
Neen, duizendmaal neen.
Nu onze menschelijke bezwaren.
Genoemd comité verwijt den sociaal-demo
craten dat ook zij de weermacht als steun
voor het huidige staatsgezag onbetrouwbaar
willen maken. Neen, leden van het comité,
wij willen niets onbetrouwbaar maken; dit
zijn verdachtmakingen en groote woorden.
Wat wij willen is u genoeg bekend.
Wij willen dat gruwelijke militaristische
monster, dat ons zoovele millioenen per jaar
kost, de tanden uitrukken. Wij zijn voor
ontwapening, omdat wij hier in Nederland
nie' in staat zijn en nooit in staat zullen
zijn een gevechtsleger en vloot er op na te
houden; onze principes verzetten zich tegen
dergelijke verspillingen van menschenlevens
en geld. Ons mensch-zijn, ons gevoel verzet
zich daartegen. Nooit meer oorlog, vrede,
rust, welvaart, sociale verbetering, dat zijn
onze eischen, die klinken wel wat anders,
dunkt u niet? Tientallen sociale bepalingen
voor de ouden van dagen, die o zoo drlngevid
noodig zijn, daar is onze Christelijke regee
ring niet voor te vinden, want 's land's fi
nanciën zijnzorgelijk volgens minister
de Geer. Dat is misleiding, daar is een waar
schuwing aan het Nederlandsche volk voor
noodig. 120 millioen voor bewapeningsmate-
rlaal, niet in staat iets te doen, aan den
eenen kant, sociale voorzieningen aan den
anderen kant voor een ieder, van welke rich
ting dan ook, maar dat gaat niet, want
's lands financiën zijn zorgelijk!
Is bet niet schandalig dat, waar wij, socia
listen, „Kerk en Vrede" en de R. K. Volks
partij onze stemmen daartegen doen weer
klinken, de katholieke en A. R. pers dag in
dag uit niet anders doen dan de menschen
aansporen niet te teekenen op onze petition
nementslij sten. Is het niet hun plicht Chris
telijk te zijn, niet met den mond, maar met
het hart? Maar neen, dat doen zij niet! Te
gen beter weten in schrijven zij maar; 't is
niét fair! Maar enfinwij zijn van hun
kant niet beter gewend.
En aan u, bestuur van het comité, wilde ik
vragen: besteedt uwe propaganda voor een
betere en eerlijker zaak; helpt mede tot den
vrede, nationaal en internationaal, gij die
beter weet! Kijkt om u heen en vergist u
niet in het volk, het volk, dat den vrede
wenscht, het volk, dat toch altijd de lasten
en ongemakken moet dragen van alle oor-
logsgedoe, het volk, dat den vrede wil, en
zich heusch niet laat misleiden door „waar
schuwingen' en zelf kan beslissen, wat vroe
ger niet ging.
Let op de uitingen van vredeswil over de
geheele wereld van het volk, en let eens
niet op de uitingen van het kapitalisme, dat
met ons geld en leven zijn belangen wil be
schermen.
Hoogachtend,
J. H. A. GEEELINGS,
lid S. D. A. P.
Rembangstraat 2.
„DE VLOOTWET" EN „GEEN
OORLOG"
Gachte Redactie,
In uw nummer van Maandag 22 September
komen eenige artikelen (ingezonden stuk
ken) voor betreffende de leuzen: „tegen de
Vlootwet" en „Geen Oorlog meer".
Na het lezen van deze artikelen en ook van
de vroegere komt het mij voor, dat de twee
leuzen in de knel raken en verwarring ver
oorzaken. Wat m.i. zeer jammer en verkeerd
is.
Wat aangaat de leuze; „Geen oorlog", daar
mee zal waarachtig wel ieder instemmen,
gedachtig aan de gruwelijke slachting van
den laatsten grooten oorlog. Een volgende
oorlog zal waarschijnlijk nog misdadiger zijn,
met het oog op gasvergiftiging en het wer
pen van bommen uit de lucht. Maar wat ik
nu wil zeggen als mijn meening, is dit, dat
het oogenblik voor deze leuze slecht gekozen
is en niet dat effect zal hebben dan wan
neer deze leuze later afzonderlijk en niet te
gelijk met de leuze betreffende de Vlootwet
was gekomen en dan internationaal. Nu
heeft men de menigte op een dwaalspoor ge
bracht en verontrust, alsof Nederland ten
oorlog gaat. De ingediende Vlootwet beoogt
het materiaal te verbeteren of aan te vul
len. Wij Nederlanders zullen wel nim
mer een oorlog verklaren, maar wij moeten
den eventueelen aanvaller geen gelegenheid
geven klakkeloos van ons bezit te laten af
nemen. Maar internationaal, de gehc^le
menschheid moet ageeren tegen den oorlog.
En nu de leuze: „Tegen de Vlootwet". Er
wordt veel geageerd tegen de ingediende
Vlootwet, vooral door de leiders van de Volks
partijen. En dat is te begrijpen, daar het
voor dezen een vreeselijk ding is, zooveel mil
lioenen te zien besteden voor een vloot, ter
wijl dat geld voor vele andere, economische
en sociale doeleinden zouden kunnen dienen.
Hoewel de belastingbetaler in deze zaak ook
niet ongevoelig is, al zou door intrekking van
de Vlootwet men niet veel minder aan den
fiscus moeten offeren.
Toch moet men de dingen goed onder de
oogen zien en nuchter overdenken en niet
eenzijdig beschouwen. Waar blijven de tech
nici, waar de handelsman, de nijverheids
man, de intellectueelen enzi, die onbevoor
oordeeld in deze zaak eens hun oordeel
kunnen uitspreken?
Is de vloot hoog noodig met het oog op
Oost- en West-Indië (men denke aan het ge
val op Curasao) of is zij overbodig? Zou
deze categorie van personen, aangevuld met
eenige personen uit het volk, niet kunnen
deelnemen aan een ronde-tafel-conferentie,
of in een commissie?
Hoe kunnen wij geheel of gedeeltelijk ont
wapenen? Zelfs onze afgevaardigde in den
Volkenbdnd had den moed in een, vergadering
van dezen te zeggen dat de Bond nog zoo
weinig had bereikt, sedert zijn oprichting De
Staten zijn onderling verdeeld, er heerscht te
veel wantrouwen terwijl Engeland en eenige
andere mogendheden willen medewerken tot
vermindering der oorlogskosten en dus in
krimping van oorlogsmateriaal, blijken an
dere staten (o.a. Frankrijk) weinig toeschie
telijk. Frankrijk heeft nog een groot leger
op de been. een complete vloot en zeer veel
oorlogsvllegtuigen. Daarin hebben de so
ciaal-democraten in Frankrijk toegestemd bij
de behandelng in de Kamer.
Tenslotte nog een woord van afkeuring
over de motie, ingediend bij den Gemeente
raad door de heeren Peper en Oversteegen.
Die motie wemelt van onwaarheid en op-
schroeverij, wanneer men daarin leest van
het „onderdrukkende gezag" in Ned.-Indië,
over „de groeiende welvaart in de Unie van
Socialistische Sovjet-republieken" en „de toe
nemende ellende in de rest van de wereld.
Verder zegt zij aan het slot: „Door een groo
te re oorlogsvloot maakt de Ned. regeering
zich klaar een bondgenoot te zijn in de ko
mende wereldbotsing." (sic.)
Je moet maar durven.
EEN NEUTRALE.
DE CHR. SCHOOL EN „KERK
EN VREDE".
Haarlem, 22 September 1930-
Geachte Redactie,
Gaarne zag ik onderstaande regelen ge
plaatst, naar aanleiding van het ingezonden
stuk van den heer Smalm.
Allereerst wilde ik den heer Smalm vra
gen: Wie tegen eenzijdige bewapening is, is
die in hart en nieren militairist? Ook b.'ijkt
de heer S. niet op de hoogte te zijn met het
Christelijk onderwijs.
In welke Chr. school bijv. in Haarlem,
wordt onderwijs gegeven, zooals de heer
Smalm fantaseert, n.l. dat daar kinderen ge
leerd wordt dat het zoo prachtig is, opgeleid
te worden om zijn medemensch te dooden.
Dit kan misschien in Italië gebeuren, mijn
heer S„ maar meen niet dat het fascisme op
de Chr. school hoogtij viert. En als de heer
S. mij dan vraagt „eeft de laatste oorlog u
dan niets geleerd?" dan zeg ik: Ja, n.l. dat
de menschen elkander haten en men den
mensch niet van buiten af, maar van binnen
uit verbeteren moet. maar niet in de lijn
van „Kerk en Vrede", welke vereeniging de
dienstweigering in de hand werkt en zoo het
gezag dat wij ons als Christenen van Gods
wege zien opgelegd, ondermijnt. Neen mijn
heer S. het vraagstuk internationale ont
wapening behoort niet tot het terrein der
kerk. Staat, kerk en maatschappij hebben
alle hun eigen terrein. „Kerk en Vrede" zou,
gezien het petitionnement, de regeering wil
len dwingen, dit .vlootplan niet aan te nemen
en gaat zoo op verkeerd spoor want de kerk
is nu eenmaal geen dwingende maar een
dienende macht.
U bij voorbaat vriendelijk dankende.
Uw abonné
J. MEIJER.
Schreveliusstraat 66, Haarlem
Spaarndam, 19 September 1930.
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik nog eenmaal beslag leggen op een
klein plaatsje in uw blad? Bij voorbaat mijn
dank.
Volgens uw blad van den 18den dezer heeft
de heer Meijer met gemengde gevoelens
.mijn ingezonden stukje gelezen en tracht
daarin eenige dingen recht te zetten. Ten
eerste ni. dat de ontzettende oorlog tusschen
Engeland eenerzijds en Transvaal anderzijds
juist in de eerste plaats bij het Christelijk
deel onzer bevolking weerzin gewekt heeft;
„wat door mij reeds was geschreven, want
ik schreef toch: „en dit is nu wat de geeste
lijken trachten te verdoezelen, behalve in dit
geval de Nederlandsche". Verder vervolgt de
heer M., omdat volgens de geschiedenis deze
monsterachtige moordpartij geheel voort
kwam uit Engelschen landhonger. De Boeren
konden dan ook met een vrij geweten om
Gods hulp en de zege bidden. (Buiten be
schouwing gelaten hoe de Boeren aan hun
land gekomen zijn). Wat niet weg neemt,
dat ook de Engelsche geestelijken dezelfde
hulp en zege afriepen, omdat volgens hen,
hun zaak toch ook rechtvaardig was. Dus
werd toch van een van beide zijden de massa
bedrogen of verblind. Laten we ons aan de
geschiedenis houden, en zeggen dat het En
gelsche landhonger geweest is, heeft dan
degenen, wien onrecht is aangedaan het recht
er een ander onrecht voor te plegen? Ik be
doel dit: het onrecht den Boeren aangedaan
was bedreven door een syndicaat, dus door
enkelen, de Engelsche soldaten waren slechts
de massa, die gehoorzaamde aan het gezag,
en toch werden ze ook bij duizenden afge
maakt. En als de Boeren in hun recht wa
ren, wat hebben ze dan met hun wapen
geweld bereikt, ondanks de rechtvaardig
heid hunner zaak? Dat ze toch onderdrukt
zijn, en duizenden nutteloos gestorven. De
leuze „wij vechten ons dood" is verouderd.
Als er bijvoorbeeld een Internationaal ge
rechtshof had bestaan, zou dat conflict op
vredelievende wijze zijn opgelost. Het is nog
een onopgeloste kwestie wie in hun recht
stonden in de jaren 19141918 en toch is voor
alle wapenen de zege afgebeden. De massa
soldaten van alle landen, handelden op be
vel van het gezag: rechtvaardig of niet. Dit
brengt mij vanzelf op het volgende punt van
den heer Meijer, waar ik met klem tegen op
kom. Mijnheer M. wil toch niet beweren dat
een onderwijzer, die ijvert voor wereldvrede,
het gezag ondermijnt? Het gezag is toch niet
gegrondvest op bruut geweld? Zou het gezag,
zooals de heer M. het noemt niet „op hechter
fundament" staan, als het den wereldvrede
opvoert in plaats van het militairisme. Als
men ons africht tot het vennoorden onzer
medemenschen, voor een vermeend onrecht,
hoe kan een Christelijk onderwijzer de kin
deren dan leeren bidden „en vergeef ons onze
schulden, gelijk wij vergeven onze schul
denaren"? Als kind zijn mij de tien geboden
geleerd en die zijn slechts voor éen uitleg
ging vatbaar; of ik mij tegenover een land
genoot, Engelschman, Duitscherof anderzins
bevind. Al deze geboden worden bij oorlogs
geweld verkracht. Het vragen is slechts,
naar een andere wijze van genoegdoening,
dan wapengeweld. Indien het hier een open
baar onderwijzer gold, zooals de heer M. hier
schrijft, en hij ondermijnde het gezag, had
hij er allicht met schorsing alleen niet afgeko
men. Mijnheer M. noemt hier de Vereeniging
„Kerk en Vrede" in een adem met het socia
lisme en deze staan geheel los van elkander,
ze hebben niets met elkaar uitstaande. De
vereeniging K. en V. voert slechts actie
tegen het moordend militairisme. En is dit
bewijs genoeg, dat de genoemde onderwijzer
zich aansloot bij een vereeniging die ijvert
voor den wereldvrede, om hem onbekwaam te
achten, om als opvoeder der kinderen op te
treden? Volgens mijn overtuiging drukte juist
deze onderwijzer de voetsporen van den
Meester toen hij zich aansloot bij K. en V. Zie
slechts de tien geboden. Is een mensehenle
ven niet altijd een heilig iets, en zijn ze niet
nutteloos, bij millioenen vermorst, zooals
een kind met water morst? Is er mooier
devies om onder te leven en werken denk
baar dan „Kerk en Vrede"? Zou „Kerk en
Oorlog" beter passen? Neen, immers! De
dienst van Christus voert slechts twee wa
pens, liefde en overtuiging. Dit is mijn over
tuiging. Vanzelf vervalt uw vergelijking met
Oversteegen.
T. J. DE ROOIJ,
Havenplein 33, Spaarndam.
DIENST DER WERKLOOSHEIDS
BESTRIJDING.
Wij ontvingen het versilag van den Gemeen
telijken Dienst der Werkloosheidsbestrijding
te Haarlem over het jaar 1929, waaraan het
volgende is ontleend.
Tengevolge van de langdurige vorst in het
begi nvan het jaar ontstond in het alge
meen en in het bijzonder in de bouwbedrij
ven, groote achterstond in de werkzaamhe
den.
Het inhalen van dezen achterstand en de
verbetering van den economischen toestand
deden een groote bedrijvigheid ontstaan,
tengevolge waarvan de werkgelegenheid in
1929 belangrijk beter was dan in het vorig
jaar.
Bij de afdeeling voor mannen (aan de
Arbeidsbeurs) verminderde het aantal aan
biedingen van werkzoekenden van 12.636 in
1928 tot 11.280 in 1929.
Het aantal aanvragen van werkgevers ver
meerderde van 4 418 in 1928 tot 4.826 in 1929,
terwijl het aantal plaatsingen iets vermeer
derde, n.l. van 3.503 in 1928 tot 3.525 in 1929.
Bij de afdeeling vrouwen vermeerde het
aantal aanbiedingen van werkzoekenden van
1.392 in 1928 tot 1.657 in 1929: het aantal
aanvragen van werkgevers van 2.163 in 1928
tot 2.617 in 1929 en het aantal plaatsingen
van 1.164 in 1928 tot 1.413 in 1929.
Het aantal gebrachte eerste bezoeken op
het Bureau voor Beroepskeuze bedroeg 282,
wat een vermeerdering geeft ten opzichte
van het vorig jaar van 169, terwijl het aan-
ta berhaalde bezoeken, met een totaal van
302, een verschil met het vorig jaar geeft
van 197.
Met het verzamelen van gegevens over op-
l leiding, stand van de arbeidsmarkt en daar
mede in verband de vooruitzichten in ver
schillende beroepen, werd geregeld voortge
gaan.
VELSEN
HET PONTVEER TE VELSEN.
Verbetering noodzakelijk
EEN TUNNEL?
Men schrijft ons uft Velsen:
Er is ook in ons blad herhaaldelijk gewezen
op de ongewenschte toestanden bij het pont-
veer. Hoewel het verkeer over het Noorzee
kanaal met den dag drukker wordt Jaat het
Rijk achterwege, de noodige maatregelen ter
verbetering te nemen.
Zoolang de dienst wordt onderhouden met
de beide groote ponten, is er geen reden tot
klagen. Nu de groote drukte van den vacan-
tie voorbij is, kan men, 'wanneer deze ponten
gelijktijdig in de vaart zijn, verkeersbelemme-
rïngen in den regel wel voorkomen. De laatste
dagen ligt echter één der groote ponten stil
en is de kleine in dienst, met het gevolg, dat
er weer geregeld queue gemaakt moet worden.
Vooral aan de Zuidzijde ontstaan daardoor
meermalen verwarde situaties, vooral wan
neer de politie afwezig is. Dan geldt meer
malen het recht van den brutaalste, daar het
vormen van een file, doordat er vier wegen
samenkomen, in den regel onmogelijk is.
Te verwachten is. dat wanneer binnenkort
de winterdienstregeling wordt ingevoerd, de
toestand nog ongunstiger wordt. Dit geschiedt
in den regel op 1 October.
Gewoonlijk wordt de nachtdienst, die met
één pont wordt onderhouden, tot half negen
in plaats van tot 7 uur voortgezet. Naar wij
vernamen, worden er omtrent het wijzigen
van den dienst nog besprekingen gehouden
met den Hoofdingenieur, die wellicht ten
gevolge kunnen hebben, dat de dienst onbe
perkt wordt voortgezet. Het bezwaar is ech
ter, dat men niet over voldoende materiaal
beschikt, aangezien een groote pont voor re
serve ontbreekt.
Nu dezer dagen in de gemeenteraad van
Amsterdam in verband met de aanvaring van
de Velserspoorbrug, ook het bouwen van een
tunnel is ter sprake gebracht en het Rijk
voor he,t verleggen van het pontveer voor
nieuwe uitgaven komt te staan, is de tijd
rijper dan ooit voor het beramen van plannen
voor den bouw van een tunnel, die behalve
het spoorwegverkeer, ook het verkeer langs
den weg kan opnemen. Want het is te voor
zien, dat het autoverkeer steeds zal toe
nemen en ten slotte zoo intensief zal worden,
dat de wijze, waarop tot nu toe het kanaal
gekruist moet worden, op den duur onhoud
baar zal blijken. Ook het verdwijnen van de
groote veerbooten uit het Kanaal beteekent
voor de vaart op het Kanaal een groote ver
betering. Weliswaar zal het bouwen van eerï
tunnel een kwestie vaïi millioenen worden,
maar het pontveer zal ook hoe langer hoe
meer gaan kosten.
IJMUIDEN
ONGEVAL BIJ DE AMSTERDAMSCHB
BALLAST MIJ.
Naar wij vernemen wordt de arbeider De V.
wien eenigen tijd geleden op een der steigers
van de Amsterdamsche Ballast Mij. een ern
stig ongeluk overkwam, doordat hij bekneld
geraakte tusschen een „IJzeren man" en een
zandtrein, nog steeds in het Antonius-Zieken-
huis verpleegd. Zijn toestand is thans vrij
gunstig, alhoewel hij nog veel pijn lijdt.
LIJK OPGEVISCHT.
De bemanning van de sitoomloodsboot heeft'
Dinsdag in de buitenhaven een lijk opgevischt
van een vrouw. Het bleek te zijn een inwoon
ster van de gemeente Bloemendaal, die sedert
eenigen tijd werd vermist.
Het lijk is naar de algemeene begraafplaats
overgebracht.
OVERVEEN
JUBILEUM.
Donderdag 25 September zal het 25 jaar
zijn, dat de heer H. Zonneveld als timmer
man op de buitenplaats „Vaart en Duin" in
dienst kwam.
WINKELSLUITING.
Met uitzondering van slechts enkelen, heb
ben de winkeliers alhier afgesproken, dat hun
zaak met ingang van 1 October, 's avonds om
8 uur gesloten zal zijn.
HAARLEMMERMEER
TE WATER.
Dinsdag wilde op den Hoofdweg de be
stuurder van een motorrijwiel uitwijken voor
twee uit verschillende richting passeerende
wagens. Hij kon het stuur niet meer meester
blijven en kwam daardoor zoodanig in de
knel. dat hij zich genoodzaakt zag naar den
waterkant te rijden. De motorrijder had 't
ongeluk in de Hoofdvaart terecht te komen.
Gelukkig ontbrak het niet aan hulpvaardige
handen om hem uit z'n benarde positie te
bevrijden en kwam hij er, behoudens een
paar ontvelligen, met den schrik en een nat
pak af.
BOOT OMGESLAGEN.
In de Ringvaart van den Haarlemmer
meerpolder nabij den Sloterweg is Dinsdag
een bootje omgeslagen, waarin een heer en
dame waren gezeten. Voorbijgangers, die op
het hulpgeschrei der drenkelingen kwamen
toesnellen, slaagden er met een ander bootje
in hen te redden. Na van droge kleeren voor
zien en van den schrik bekomen te zijn, kon
den ze huiswaarts keeren.
HILLEGOM
27 HARDDRAVERS INGESCHREVEN.
Voor de harddraverij op Donderdag te Hil-
legom waren Dinsdag reeds 27 paarden in
geschreven, en wel de volgende dravers:
Baucis, Viola Bell, Lady Chimes, Miss Zelac,
Peter, Nobel, Harstein. Rolette. Prinses Du-
lutti, Korona, Idylle, Janet Barvestes, Cha-
trienne Spier, Madrigal, Pieternel Sister
Patrick H, Reva D, Tamboer. Monte Carlo,
Quetterer Oplooper, Resuplacent, Tijdlooper,
Novado B. Van Couver, Harrold, Petite Amie
C, en Politesse.
Er is in geen jaren hier zulk een groot aan
tal paarden ingeschreven. Het 25-jar:g be
staan der Harddraverij Vereeniging zal dus
waardig gevierd worden.