Uit Haarlem's Gemeenteraad. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1930 (Vervolg) Huurdervin g. 11 De heer Van Kessel had het woord ge vraagd over de balans van de woningbouw- vereeniging „Rosenhaghe". Het was hem op gevallen, dat deze vereeniging 2000 Inkom sten had gedorven doordat verscheidene hui zen lang leeg gestaan hebben, b.v. 17, 18, 19 en een zelfs 52 weken, Det wethouder van openbare werken Mr. G erritsz-deelde mede, dat die zaak ook de aandacht van B. en W. heeft gehad. Er zijn maatregelen genomen tegen herhaling. Verlaging der huren werd ongewenscht ge acht. Een winkelhuis heeft zoo lang leeg ge staan tijdens een herstelling. De openluchtschool. B. en W. hadden een voorstel ingediend omtrent de exploitatie van de dag-openlucht- school aan den Middenweg. De heer Peper achtte het ongewenscht om extra vergoeding van de ouders te vra gen voor de verpleging der kinderen. De verpleging moet geheel kosteloos zijn. De heer Adrian had in de verordening 'gelezen, dat B. en W. het geneeskundig on derzoek der kinderen nader zullen regelen. Spreker zou gaarne over die regeling nadere inlichtingen hebben. De school komt in de onmiddellijke nabij heid van het Parkherstellingsoord. Is het niet mogelijk op de school dezelfde rusturen te kiezen als in het Parkherstellingsoord? De heer Van Kessel: Kunnen op deze school ook kinderen uit de buitengemeenten toegelaten worden? Hoe zullen dan de voor waarden voor toelating zijn? De wethouder van onderwijs de heer R o o- d e nb u r g verzekerde aan den heer Peper, dat de kinderen die verpleging noodig heb ben opgenomen zullen worden, terwijl niet gelet zal worden op de vraag of zij iets kunnen betalen. De schoolartsendienst beslist over de toelating der kinderen in overleg met den Geneeskundigen Dienst. Ook is er nog een commissie die zich daarover zal kunnen uitspreken. Met het Parkherstellingsoord zal overlegd worden over de rusturen. Er zijn voorlooplg zooveel Haarlemsche kinderen die verpleging noodig hebben, dat er voorloopig geen kinderen van buiten toe gelaten kunnen worden. De heer Peper erkende, dat de regeling der bijdragen voor de ouders wel gunstige bepalingen bevat, maar principieel vond hij het noodzakelijk om geen verpleeggelden te eischen. Een motie van den heer Peper in dezen geest werd niet voldoende ondersteund. Daarop werd het voorstel van B. en W. aangenomen. i Een gemeentelijke hypotheek. B. en W. stelden voor een voorschot te ver- leenen voor het aanbrengen van verbeterin gen in de perceelen Haarlemmerliedestraat 13, 17 en 19. De heer Wolzak achtte aanneming van dit voorstel niet gewenscht. Het is aan te nemen dat eigenaren wier huizen dreigen on bewoonbaar verklaard te worden, van parti culieren moeilijk geld zullen kunnen krij gen om hun huizen te verbeteren. Aan zoo'n besluit zitten consequenties vast. Als wij nog eenige van zulke voorschotten verleenen, zit ten wij vast aan een gemeentelijke hypo theekbank. Er is wel een bepaling in de Wo ningwet, die de mogelijkheid van zoo'n voor schot mogelijk maakt, maar de regeering heeft indertijd zelf verklaard, dat dit een doode letter is. De heer Oversteegen wilde den eisch stellen, dat de huren der betrokken huizen niet meer verhoogd zullen mogen worden dan met de werkelijke kosten van de ver beteringen. Deze motie werd voldoende gesteund. De heer M i z e r u s vond de raming van 2000 te hoog. Mr. Gerritsz wethouder van Openbare Werken, geloofde dat dit voorschot een ge val op zichzelf zal blijven. De heer Wolzak behoeft niet bang te zijn voor een gemeen telijke hypotheekbank. De raad kan moge lijk andere gevallen afzonderlijk beoordeelen. Toen de raad het voorstel verwierp om een gemeentelijke hypotheekbank op' te richten, hebben B. en W. dadelijk gezegd, dat zij af zonderlijke gevallen zouden beoordeelen. Er wordt ten hoogste 2000 voorge schoten, de kans is dat de verbouwing minder zal kosten. Als het amendement Oversteegen over de huur wordt aangenomen, zullen Ged. Staten het raadsbesluit zeer waarschijnlijk niet goedkeuren. De heer Peper achtte het ook gewenscht om de huurders te beschermen tegen huur- opdrijving. Dc heer Wolzak zou zich niet langer verzetten als dit voorstel een uitzondering zal blijven. Wethouder Mr. G e r r i t s z: de gemeente geeft het voorschot niet in het belang der eigenaresse, maar in het belang der volks huisvesting. Door dit kleine voorschot wor den 3 huizen behouden. liet amendement Oversteegen werd ver worpen met 35 tegen 3 stemmen. Daarop werd het voorstel van B. en W. aangenomen met 35 tegen 3 stemmen. Onbewoonbaar-verklaring van 71 huizen. B. en W. stelden voor over te gaan tot on- bewoonbaarverklaring van 71 woningen en wel: Essenstraat nos. 20 en 22; aan de Gorte straat Nos. 1 beneden, 3 beneden, 3 boven, 10, 11. 12, 17 beneden en 20 aan de Gra- vinnestecg Nos. 7 B en 7 D; aan de Groen- daalsteeg nos. 1 en 14 boven; aan de Haas straat nos. 1, 1G A rechts, 16 A links en 16 B; aan de Helmbrekersteeg Nos. 1 rood en 2; aan het Klein Heiligland Nos. 57, 57 roo:d, 66B en 66 E: aan de Lange Hofstraat Nos. 7, 9, 15, 16 en 19; aan de Omvalspoort nos. 1 beneden, 1 boven, 3 beneden, 3 boven, 4, 5 beneden', 5 boven, 6. 7 beneden, 7 boven, 8, 9 beneden. 9 boven, 10 en 12; aan de Pa- tlëntiestraat nos. 1 en 13; aan de Ravellng- steeg nos. 5. 5 rood, 7. 7 rood, 10 voor en 10 achter: aan de Turfmarkt nos. 24 D, 24 G, 24 B 24 I en 24 J; aan de De Witstraat nos. 10 12, 14. 16. 18. 24A, 24 H, 24 I, 24 J en 24'K én aan de Zonnesteeg Nos. 5, 7 en 9. H pc heer Van de Kamp juichte in het algemeen toe als er woningen onbewoonbaar verklaard worden. Ik ken zoo zei hij alle 71 huizen. Ik kom er veel als lid van het Burgerlijk Armbestuur. Het wonderlijke is evenwel dat de eigenaars er niets van ge weten hebben. Maandagavond hebben zij het voor het eerst in de courant gelezen. Een vrouwtje dat een huisje had is overstuur bij spreker gekomen. Kunnen B. en W. in het vervolg de eigenaars niet van het voornemen in kennis stellen. Zijn er ook geen huizen die nog opgeknapt kunnen worden? De heer Mi ze rus: ik heb één huis be keken, mijn indruk is, dat herstel zeer goed mogelijk is. Het is mogelijk dat er zoo nog meer huizen zijn. De heer Peper wees er op, dat de ge meente 22 woningen voor sociaal-achterlijken gebouwd heeft. Het is eigenaardig dat B. en W. nu al van meening zijn, dat die 22 huizen meteen bevolkt kunnen worden met bewoners uit de bedoelde 71 woningen die onbewoon baar verklaard worden en de 98 noodwoningen die afgebroken worden. De heer Adrian kent als voorzitter van de Gezondheidscommissie en als armendokter alle 71 huizen. Het verheugt hem dat die huizen in de naaste toekomst afgebroken zul len worden. Er wordt nu eens goed ingegrepen om dit oude stadskwartier te verbeteren. De heer Castricum was ook verheugd over het voorstel. Mr. Gerritsz wethouder van Openbare Werken, deelde mede, dat de raad moet be sluiten tot onbewoonbaar verklaring. Eerst daarna kunnen de belanghebbenden daarmede in kennis gesteld worden. Zij kunnen als zij meenen dat hun huizen verbeterd kunnen worden, bij Gedeputeerde Staten in beroep gaan. Het perceel dat de heeren van de Kamp en Mizerus op het oog hebben, is.19 M2. De woonkamer heeft een oppervlakte van 7 M2. Zoo'n huis is niet te verbeteren, te meer omdat het huisje geheel ingebouwd is. De ervaring is dat in zulke huisjes de tuber culose het weligst tiert. Met dokter Adrian is spreker het eens, dat die huisjes in het belang der volksgezondheid afgebroken moe ten worden. De heer Mizerus: de huizen 1 en 3 in de Gortestraat zijn even groot. Er wordt voor gesteld van no. 1 het benedengedeelte af te keuren en van no. 3 het bovengedeelte, (ge lach). Wethouder Mr. Gerritsz: dat is ver moedelijk een vergissing die later wel hersteld zal worden, de beide huizen zijn onbewoon baar. Het voorstel van B. en W. werd zonder stemming aangenomen. Grond voor een school. B. en W. stelden voor over te gaan tot aan koop van grond aan het Christ. Huygenaplein omdat die geschikt is voor schoolbouw. Op een vraag van Mr. Bijvoet antwoordde wethouder Mr. Gerritsz, dat de grond bouwrijp is. De Raad keurde daarop het voorstel goed. stemmen. Grondruil bij de Manégebrug. B. en W. stelden voor over te gaan tot ruiling van grond met den heer Groen, om daardoor te kunnen overgaan tot verbreeding van den toegangsweg naar de Manegebrug. De uitgang van de Rolsteeg aan de Nieuwe Gracht zou dan komen te vervallen. De heer Klein Schiphorst is voor de ruiling van den grond, hoewel hij meent, dat de heer Groen bij dezen ruil niet achteruit gaat, terwijl B. en W. hem toch met f 2500 willen schadeloosstellen. Andere eigenaars in de nabijheid gaan er evenwel op achteruit, doordat de Rolsteeg zou doodloopen. Daarom stelde hij voor de Rolsteeg een nieuwen uit gang naar de Nieuwe Gracht te verleenen, hetgeen mogelijk is omdat de gemeente daar voor grond beschikbaar heeft. De heer Gerritsz, wethouder van Open bare Werken, verdedigde het voorstel. Einde lijk kan door de gemeente verbetering ver kregen worden. Het is niet noodig om een nieuwen uiagang voor de Rolsteeg te maken. Als de gemeente daarvoor grond zou gaan opofferen, zou dit de kosten onnoodig ver meerderen. De heer Klein Schiphorst handhaafde zijn voorstel. De eigenaars der belanghebben de perceelen hebben er recht op dat de Rol steeg weer een uitgang aan de Nieuwe Gracht kr'jgt. Nu gaat de waarde van hun .perceelen achteruit. De heer Klein vindt de vergoeding van f 2500 te hoog. Na de ruiling van den grond is het perceel van den heer Groen niet min der maar meer waard. Mr. Gerritsz: de weg van het Kenau park naar de Manegebrug zal door deze ver betering een breedte krijgen van 11 Meter. Het voorstel Klein-Schiphorst werd ver worpen met 20 tegen 17 stemmen. Het voorstel van B. en W. werd zonder stemming aangenomen. Radia-distributie. Daarop was aan de orde het voorstel van B. en W. om niet in te gaan op het voorstel Peper om een gemeentelijke radio-distributie in te voeren. De heer Rei na Ida vroeg namens zijn fractie om dat voorstel aan te houden tot de volgende vergadering. Er is namelijk tegen spraak tusschen het praeadvies van B. en W- en het rapport van Ir. A. J. Th. Hofman. Daar om is een ander onderzoek gewenscht. De raad vereenigde zich daarmede. De Vlootwet. Nu was aan de orde de volgende motie van de he'eren Peper en Oversteegen: „De Raad der gemeente Haarlem, kennis genomen hebbende van de plannen der Nederlandsche regeering, tot uitbreiding van de vloot, aan welke uitbreiding minstens 200 millioen gulden zal worden besteed; van meening, dat deze plannen een dui delijk bewijs zijn van de imperialistische po litiek der regeering, waaruit tevens blijkt, dat de regeering zich voorbereidt, om in de groeiende imperialistische tegenstellingen, partij te kiezen en zich gereed maakt, aan den steeds dreigender worden nieuwen wereldoorlog, deel te nemen; dat deze vlootuitbreidtng, in elk geval gebruikt zal worden ter versterkte handha ving van het onderdrukkende Nederland sche gezag in Indonesië en voor het zoo doel treffend en zoo snel mogelijk neerslaan van elke poging der uitgebuite massa's in Indo nesië, om zich van de "Hollandsche over- heersching te bevrijden; dat vooral, door de groeiende wedvaart in de Unie van Socialistische Sovjet-Republie ken en de toenemende ellende in de rest van de wereld, de tegenstelling tusschen beide j maatschappijvormen zoodanige vormen aan neemt, dat een gewapende aanval van de zich, in zijn grondslagen bedreigd voelende kapitalistische wereld, tot zekerheid wordt en Nederland, mede door haar betere bewape ning, zich klaar maakt, om bij de aanvallende partij te behooren; stelt vast: dat de regeering wel 200 millioen gulden voor 'haar oorlogspolitiek wil besteden, maar geen middelen wil aanwenden, om in den steeds stijgenden nood van groote groepen der bevolking, in de eerste plaats van werk- loozen en arme boeren, waarvan ook in deze gemeente, een groot aantal voorkomen en die zonder dat er uitzicht bestaat op verbetering steeds erger lijden onder de gevolgen van de economische crisis, verbetering te bren gen; .besluit: waar de uitvoering van deze vlootplannen alleen de imperialistische belangen der bourgeoisie dient, maar de groote massa der werkenden meerdere ellende en in geval van oorlog, den dood brengt, aan de re geering ter kennis .te brengen dat, naar zijn meening, deze vlootwetplannen niet moeten worden doorgevoerd. De voorzitter vroeg of deze motie onder steund werd. De heer J o o s t e n deelde mede, dat de S. D. A. P., evenals in 1923 nog steeds op het standpunt staat, dat het ongewenscht is, millioenen beschikbaar te stellen voor de versterking van onze weermacht, terwijl nie mand overtuigd is, dat de verdediging van ons land daardoor in waarde zal toenemen. De soc.-dem. fractie heeft overwogen of de motie Peper c.s. gesteund kan worden. Er wordt veel in de toelichting gevonden waar mede de sociaal-democraten het niet eens zijn. Er zou nu een poging gedaan kun nen worden om die motie te wijzigen. Maar er is geen kans, dat de raad nu anders over zoo'n motie denkt dan in 1923. De Voorzitter en verschil lende sprekers protesteeren er tegen, dat de heer Joosten over de motie zelf spreekt. De heer Joosten: ik heb het over de orde. De Voorzi tter: Juist en u spreekt over de motie zelf. Als u doorgaat schors ik de vergadering De heer Visser: U bent propaganda aan het maken (De vergadering wordt eenigszins rumoe rig). De voorzitter stelde voor om aan den heer Joosten niet langer het woord over de orde te verleenen. Dit voorstel werd aangenomen met tegen stemmen. Tegen stemden alle soc.-dem., de communisten en de heer Boes. De heer R e i n a ld a deelde mede, dat ten gevolge van het besluit van den raad de soc.- dem. fractie in de positie is gebracht dat zij de motie van den heer Peper moet steu nen. Dan gaan wij de motie Peper behandelen. De heer B ij v e t meende, dat de raad als hij deze motie zou behandelen, zich met din gen gaat bemoeien, die buiten den raad lig gen. Daarom stelde spreker de volgende motie voor, mede namens de heeren Wolzak, Cas tricum en Klein. De Raad der Gemeente Haarlem 'Gelezen'de motie''zijner leden, de heeren Peper en Oversteegen, strekkende tot het ter kennis brengen van de Regeering, dat naar de meen in g van den Raad der Gemeente Haarlem de z.g. vlootplannen niet moeten worden doorgevoerd. Overwegende: 1. dat de door de Regeering in de Staten - Generaal aanhangig gemaakte vlootplannen geen onderwerp betreffen, tot den bepaalden werkkring der gemeente Haarlem behooren- de; 2. dat bedoelde plannen evenmin de be langen der Gemeente Haarlem en van hare ingezetenen als zoodanig raken; 3. dat integendeel de zaken 's lands weer macht betreffende, uitsluitend behooren tot de competentie van Regeering en parlement; 4. dat derhalve noch artikel 8 der Grond wet, noch artikel 120 der gemeentewet, den Raad der gemeente Haarlem de bevoegdheid verleenen ter dezer zake verzoeken tot de bevoegde macht te richten, terwijl evenmin een ander wetsartikel valt aan te wijzen, waarin dusdanige bevoegdheid hem wel is verleend. Besluit: de bedoelde motie zijner medeleden Peper en Oversteegen niet in behandeling te ne men. De voorzitter: wij zullen deze motie in stem ming brengen. De heer Joosten: Er mag toch over gesproken worden. De voorzitter: Alleen over deze mo tie! De heer Joosten betoogde, dat de motie Bijvoet van de veronderstelling uitgaat, dat de belangen der Haarlemsche ingezetenen niet speciaal betrokken zijn. Dat is evenwel niet juist. De heer Visser: Daar gaat het weer! De heer Joosten: Mijnheer de voorzit ter ik verzoek u mij te beschermen tegen de onbeschoftheden van den heer Visser. De heer Visser verlangde dat de heer Joosten die beleediging zou terug nemen. De heer Joosten weigerde dit, hij heeft gezegd wat hij volkomen meent. De heer Visser: dan weten wij welk vleesch wij in de kuip hebben met den heer Joosten. De heer Joosten zette breedvoerig uit een waarom hij meent, dat de belangen van de Haarlemmers betrokken zijn bij de Vloot wet. Ons land is gelukkig buiten den oor log gebleven, maar wij hebben er wel door geleden. Onze voedselvoorziening kwam in het gedrang. Honderden kinderen zijn daar door ten gronde gegaan. De heer B ij v o e t: in onze stad.... De heer Joosten: in ons land. Verder wees spreker er op, dat de oorlog sterk veroordeeld moet worden. Het geweld is al begonnen bij Kaïn en Abel. De heer Visser: Verder kunt u niet te ruggaan! U bent aan het zwammen. De heer Joosten betoogde, dat het een gemeentebelang is, dat de Haarlemsche ge meenteraad zich uitspreekt tegen het be schikbaar stellen van millioenen voor de be wapening. De heer Peper herinnerde aan de Troon rede en de Millioenennota. Deze regeering doet niet wat zij doen moet en doet dingen, die zij niet moet doen. Er is kans, dat wij weer een regiem Colijn terugkrijgen, al is het dan ook dat een ander het zal uitvoeren. De millioenen-nota gewaagt van millioenen- tekort. Als wij het geld uitgeven aan de Vloot, zijn er geen gelden voor Woningbouw enz. Daarom is het van belang, dat de raad van Haarlem zich met deze Vlootwet-quaestie bemoeit. Het is aan den raad niet verboden om zich met deze quaestie te bemoeien en daarom is het geoorloofd. De heer Boes verklaarde, dat de Vrijz.- Democraten op het standpunt staan, dat de Vlootwet niet behoort te worden aangeno men. De zaak moet evenwel niet in den raad aan de orde komen. Wij hebben zoo zei spreker daar geen mandaat. Wij zijn niet door de kiezers gekozen om te stemmen voor of tegen de Vlootwet. Als de kiezers zich daarover uitgesproken zouden hebben, zou de samenstelling van den raad vermoedelijk an ders zijn. Daarom is spreker tegen behande ling der motie-Peper. De heer Visser voelde aanvankelijk veel voor de motie Bijvoet. Maar nu de tegen standers van de Vlootwet gesproken hebben, moeten de voorstanders toch ook gelegen heid hebben om daarover hun opinie te zeg gen. Toen de heer Visser over de Vlootwet zelf ging spreken, kwam de Voorzitter daartegen op. De heer Loerakker kan zich de hou ding van den heer Visser niet begrijpen .Men kan niet van twee walletjes eten. De heer Reinalda deelde die meening. Spreker was het niet eens met de meening van den heer Bijvoet. In de wet heeft de raad de bevoegdheid om de belangen van de in gezetenen ter kennis te brengen van andere colleges. De R.K. hebben dit in andere zaken ook herhaaldelijk gedaan. De regeering gaat ook van hetzelfde standpunt uit. De minister heeft aan de gemeentebesturen medege deeld, dat er schuilplaatsen voor den gas- oorlog gemaakt moeten worden, hoewel dat in geen enkele wet staat, dat de gemeente daartoe verplicht zijn. Als er één zaak is waarbij de gemeentena ren nauw betrokken zijn, dan is het de vraag of er weer 120 millioen gulden voor onze vlooi moet worden uitgegeven. Laten de-RK. liever zeggen: wij willen niet in den raad over de Vlootwet spreken, omdat wij het niet durven! De heer B ij v oe t: Wij zijn nooit bang! De heer Reinalda: de zaak van de Vlootwet moet niet opgeborgen worden in het parlement, in alle huisgezinnen behoort zij thuis, in alle vergadercolleges. De R. K., wij rechtschen in den raad, dur ven niet over de Vlootwet debatteeren. De heer Bijvoet komt met zoogenaamde wette lijke bezwaren.... De heer B ij voet dat is niet eerlijk,als ik met wettelijke bezwaren kom dan heb ik die bezwaren, dan zijn ze niet zoogenaamd. Verder zei spreker dat hij het betreurde, dat de heer Reinalda geïnsinueerd heeft, dat de R. K. het debat over de Vlootwet schu wen. Spreker schuwt het niet, maar zijn op rechte overtuiging is, dat zoo'n debat niet in den raad thuishoort, het is een bedenke lijk symptoom, dat men in dat opzicht een raadslid wantrouwt. In artikel 120 der Gemeentewet staat, dat de gemeentebesturen de belangen die spe ciaal hun inwoners betreffen, bij de rijks- regeering aanhangig kunnen maken. Geroep: Wie maakt het uit bij welke zaken de belangen der ingezetenen betrokken zijn? Dat maakt gij dan zelf uit. De heer Bijvoet: de gemeenteraad zou dan ook wel adressen aan den Volkenbond kunnen sturen. Dat is nooit de bedoeling ge weest. De inwoners kunnen een petitionne ment tot de Tweede Kamer wenden. Als ik goed ben ingelicht is er zoo iets gaande, (gelach). De raad mag zich alleen bemoeien met zaken die tot hun bepaalden werkkring be hooren. Niet alleen artikel 120 der Gemeente wet zegt dat, maar ook de Gemeentewet. De motie Bijvoet werd aangenomen met 24 tegen 14 stemmen. Tegen stemden de SD.A.P. en de Communisten. (De heer Visser stemde dus voor de motie). Verkiezing leden Burgerlijk Armbestuur. De heer van L i e m t bracht de benoeming van leden van het Burgerlijk Armbestuur ter sprake. De R.K. raadsfractie heeft verstomd gestaan van de voordracht van B. en W. De strekking van het voorstel van B. en W. is, om het aantal R.K. leden terug te brengen van 1 op de 9. De heer van de Kamp, die een verdienstelijk lid van het Burgerlijk Armbestuur is, is geen der onzen. De heer van de Kamp: gelukkig niet! De heer" van L i e m t: het onrecht den R.K. in dezen aangedaan zullen wij niet licht vergeten. Het is een klap in ons gzeicht. Wij zijn overtuigd, dat het R.K. lid in het colle ge van B. en W. wel tegen deze houding van B. en W. geprotesteerd zal hebben. Wij ver wachten, dat deze wethouder het 'in den raad herhalen zal, dat hij het niet eens is met de houding van de overige leden van B. en W. De R.K. fractie kan zich daarom niet met deze voordracht vereenigen. Daarbij hoopt de fractie dat de meerderheid van den raad de aanspraken van de R.K. fractie in deze zal eerbiedigen. Wethouder Mr. Heerkens Th ij s s e n herinnerde er aan, dat de heer van de Kamp indertijd als R.K, in het Armbestuur gekozen is. Er is toen niet gevraagd, of de heer van de Kamp R.K. georganiseerd is, maar hij is toch gekozen als R.K. Nu is wel te zeggen, dat in het college van B. en W. wel gespro ken is over de vraag of in de vacature van den heer Keesen (R.K.) weer een R.K. moest worden gesteld, maar verder kan hij niet gaan. De beraadslagingen in het college zijn geheim. De heer Mizerus vroeg of de SD.A.P. met een sociaal-democratisch raadslid als candidaat zal komen? De heer Reinalda: ik zou kunnen vra gen wil een deel van den raad op den heer Visser stemmen? De heer Mi ze r us: ik had het voornemen mij aan de voordracht te houden en niet op den heer Visser te stemmen. De heer vanLiemt: ik heb de heer van de Kamp niet willen kleineeren als R.K. De heer van de Kamp: je bent anders knap bezig geweest! De heer van Liemt: de heer van de Kamp zit hier niet als vertegenwoordiger der R.K. partij. De heer van de Kamp: dat hoop ik nooit te worden. De heer van Liemt: wij hebben alle waar deering voor het werk van den heer van de Kamp. De voorzitter zei, dat B. en W. zich vastgehouden hebben aan de bepaling, dat er slechts 4 raadsleden lid van het Burger lijk Armbestuur zouden zijn. Geroep: daarover is te spreken. De heer Heerkens Th ij ss e n: nu is het momont om daarover te spreken. Er staat in de verordening dat 4 raadsleden zitting moeten hebben in het Burgerlijk Armbestuur. Anders had men moeten zeggen „minstens 4 raadsleden". De voordrachten waren als volgt: Vacature Traanberg: 1. F. W. Martin, 2. Mevr. de wed. Mr. J. H. G. SchutteStruik. Vacature F. Keesen: 1. Mr. C. Blankevoort, 2. G. J. Kroese. De stemming verliep als volgt: M. L. A. Klein 25, Joh. Visser 17, Koppen 12, Mr. Blan kevoort 7, Martin 5 en Mevr. Schutte 4. De heer Klein was dus bij eerste stem ming gekozen. Bij de tweede vrije stemming verkregen de heeren Visser 22, Koppen 12, Blankevoort 4. De heer Visser was dus gekozen. Verdere benoemingen. Benoemd werden tot leden der Schouw burgcommissie de heeren Vincent Loosjes, Dr. J. F. M. Sterck en Prof. dr. P. H. van Moerkerken, ij Tot regenten van het St. Elisabeths gast huis de heeren D. A. C. van den Hoorn en A. G. Boes. Tot tijdelijk onderwijzeres in de lichame lijke opvoeding aan het Gem. Lyceum mej. D. C. Roos. Tot onderwijzer aan de u.l.o. school lett. A. de heer A. J. Hekkelman. Tot tijdelijke leerkrachten aan den Ver volgcursus II de heeren C. J. Rijken en D. de Boer en mej. M. B. Roosen. Tot onderwijzeres aan de school voor voor bereidend l.o. No. 4 mej. F. A. de Jong. De leden der vaste raadscommissies wer den onveranderd herkozen. Speeltuin Ooster- kwartier. De heer Peper had de volgende vraag ingezonden: In de raadsvergadering van 3 September heeft de Raad, door aanneming van de motie-Peper, zijn meening uitgesproken, dat de positie van de speeltuinvereeniging „Het Oosterkwartier" tegenover het gemeente bestuur blijven moest zooals die contractueel is vastgelegd. Desondanks hebben B. en W. het contract met bovengenoemde vereeniging, tegen 1 Ja nuari a.s. Kunnen Burgemeester en Wethouders in de eerstvolgende raadszitting meedeelen wat hen tot deze handelwijze heeft gedreven? De heer Roodenburg, wethouder van Onderwijs, deelde mede, dat het con tract alleen opgezegd is om te onderhande len over een nieuw contract. Die onderhan delingen zijn al begonnen. De heer Oversteegen betoogde dat de raad door de aanneming van de mo tie-Peper in de vorige raadszitting uitge sproken heeft, dat de zaak op den ouden voet met het Oosterkwartier moest worden voortgezet. B. en W. gaan tegen dit ver langen in. B. en W. hebben getoond, dat zij den raad niet erkennen als hoofd der ge meente. Blijkbaar is het de bedoeling van B. en W. om langs een achterdeurtje te be werken, dat de bisschoppelijke vereenigingen toch op den tuin zullen worden toegelaten. De raad staat aan het hoofd van de ge meente. Geroep: Bravo! bravo! De heer Peper onderschreef wat de heer Oversteegen gezegd had. Het is een miskenning van de bevoegdheid van den raad. Het is een vorm van fascisme. De raad zal opnieuw moeten zeggen, dat B. en W. verkeerd gehandeld hebben. De he^r Castricum wees er op, dat den vorigen keer de raad onvolledig was. Daarom moet men de waarde van de. :toen aangenomen motie niet al te ernstig nemen. Er kan met overleg veel verkregen worden. Het is niet noodig om er nog een ander speel terrein bij te maken. De heer Reinalda: B. en W. had den de bevoegdheid het contract op te zeg gen. Maar spreker kan niet aannemen, dat B. en W. in het nieuwe contract iets willen zetten, dat tegen de uitspraak van den raad is. Kunnen B. en W. opheldering geven? De raad heeft uitgemaakt, dat het Oosterkwar tier op alle dagen op het terrein moet kun nen spelen, dus er niet twee avonden afgezet worden ten gunste van een andere veree niging. De heer Klein betoogde, dat in de vorige raadszitting is gezegd, dat B. en W. de speeltuinquaestie nog eens zouden over wegen op te lossen. Het is toegezegd, dat de raad zich over de nieuwe regeling zal kunnen uitspreken. De heer Roodenburg, wethouder, zei, dat B. en W. de motie Peper wel serieus hebben genomen. B. en W. hebben het eer ste schrijven aan de Speeltuinvereeniging ingetrokken. De bedoeling was daarna op nieuw te gaan onderhandelen met de speel tuinverenigingen. De raad krijgt het nieu we concept-contract met het „Oosterkwar tier", Misschien is het mogelijk de regeling toch zoo te maken, dat de R.K. vereeniging twee avonden in de week krijgt. Dit moet evenwel nog bij het verloop der onderhan delingen blijken. De heer Peper: De raad heeft dui delijk uitgesproken, dat de speeltuin niet twee avonden in de week aan de R.K. ver eeniging wordt afgestaan. De raad zal dit dus nog eens duidelijker moeten uitspreken. Daartoe diende spreker een motie in, waar bij de handeling van B. en W. werd afge keurd. Geroep: Een motie van wantrouwen! De motie werd door de heeren Reinalda en Joosten gesteund. De heer Reinalda vroeg of B. en W. deze motie willen nemen bij het prae advies dat zij zullen uitbrengen over de speeltuin-aangelegenheid. B. en W. kunnen dan onderhandelen, maar zij moeten daarbij rekening houden met de uitspraak van den raad. Mr. Slingenberg, wethouder, zei dat B. en W. niets anders gedaan hebben dan het contract op te zeggen, met de me- dedeeling, dat onderhandeld zal worden over een nieuw contract. B. en W. moeten rekening houden met de uitspraak van den raad en toch trachten de speeltuin-quaestie op te lossen. Het gaat niet aan van B. en W. te verlangen, dat zij een motie van afkeu ring voor praeadvies nemen. Bovendien is er geen reden voor een afkeuring. Men moet wachten tot B. en W. met het nieuwe con tract in den raad komen. De motie Peper moet verworpen worden en de raad moet vertrouwen in B. en W. stellen. De heer Peper handhaafde zijn mo tie. B. en W. moeten hun nederlaag erken nen en als zij dat niet willen, moet de raad het college daartoe aanzetten en de motie van afkeuring aannemen. De heer Joosten zei tegen de motie te zullen stemmen, maar dat wil niet zeg gen, dat hij er voor is, dat het terrein aan deze algemeene vereeniging op zekere avon den wordt ontnomen. Als B. en W. de dagen willen gaan verdoelen, moet men niet alleen met het „Oosterkwartier" en de R.K. ver eeniging voor groote gezinnen rekening hou den, maar ook andere gegadigden oproepen. De motie-Peper werd verworpen met de stemmen der communisten voor. Tegen half zeven werd de verga dering ge sloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 10