HI'
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
uiaaaKosi
TWEE GOEDE FILMS.
.Gevaneenisleed" en „Love Parade' met Chevalier.
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1930
I-'-,jJUj
VIJFDE BLAD
De rattenvanger van Hameln.
ameln!
Ieder ontwikkeld mensch kent deze
stad ten minste bij naam, dank
zij haar beroemde rattenvanger.
Zeer zeker behoort zij echter niet
tot de door Nederlandsche toeristen veel be
zochte plaatsen, hoewel zij een bezoek alles
zins waard is.
Op mijn reis naar Hannover besloot ik
de groote internationale spoorlijn bij Löhne
te verlaten om aldaar den trein naar de Rat-
tenvangerstad te nemen, die men in een uur
tijds over Vlotho bereikt. De trein gaat een
eindweegs langs een smal stroompje en men
heeft moeite te gelooven dat men een der
groote Duitsche rivieren voor zich ziet, den
Wezer.
Na de aankomst in Hameln wordt men, bij
het verlaten van het station, al dadelijk
herinnerd aan de wonderlijke geschiedenis,
die zich hier zou hebben afgespeeld. Een
courantenverkooper heeft op iederen schouder
een pluchen rat gezet en in een paar kiosken
worden allerlei souvenirs verkocht, zooals
rattenvangers en ratten van ivoor of porce-
lein, voor degenen die een blijvende herin
nering aan de stad wenschen te bezitten, en
ratten van koek, suiker of chocolade voor
hen, wien het e*m genoegen is aan het rat-
•tenverdelgen deel te nemen door een aantal
dezer beesten in hun maag te doen verdwij
nen.
Een oud straatje in Hameln.
Ik weerstond de verzoeking en "besloot eerst
eens de stad te bekijken, al dadelijk getrof
fen door het liefelijk 'beeld, ontstaan door
het uitzicht dat men, dwars door de plaats
heen, op de, zij het ook niet hooge, bergen
heeft, die haar als het ware met een ring
omsluiten. Breede verkeerswegen, met flinke
boomen beplant, leiden naar de binnenstad,
die nog altijd een goed voorbeeld oplevrt
van ouden stedenbouw. De kromloopende
straatjes, met hun vele mooie geveltjes,
bieden vaak een zeer schilderachtigen aan-
jblik, waarbij valt op te merken, dat bijna
steeds twee zijstraatjes, die aan weerszijden
op een hoofdstraat uitloopen, zulks niet op
hetzelfde punt doen, wat het stadsbeeld zeer
verlevendigt. De hoofdstraten worden door
kerktorens of belangrijke groote gebouwen,
fraai afgesloten. In Hameln vindt men het
grootste aantal bouwwerken der z.g. Wezer-
renaissance, waarvan wel het Rattenvangers
huis het fraaiste voorbeeld is. De prachtige
zan-dsteengevel met zijn'bijna overladen or
namentiek, levert een schoon beeld van den
kunstzin en het kunnen in die oude tijden.
Het huis ontleent; zijn naam hieraan, dat
door het steegje er naast de kinderen uit de
stad zouden zijn gevoerd, waarna het
straatje de „Bungelose Strasze" werd genoemd,
wat-wil zeggen: „trommel" (toon) looze straat.
Men gaf het die benaming omdat het den
kinderen voortaan verboden was er te spelen.
Op den zijgevel van het huis staat het vol
gende:
„Anno 1284 am Dage Johannis et Paull
war der 26 Junü durch einen Piper mit
allerley Farve bekledet gewesen CXXX
Kinder verledet binnen Hameien geborn
to Calvarie bi den Koppen (een berg) ver
loren".
De stad ,die zooveel kinderen tegelijk ver
loor, schijnt zich in een groot aantal geboor
ten te hebben mogen verheugen. In den gevel
van een huis in de pittoreske Emmernstrasze
is ten minste een gedenksteen aangebracht
waarop vermeld staat dat aan moeder Römer
hier een zevenling geboren werd, 2 jongens en
5 meisjes. Zoo'n kinderzegen zou voor de
zwaar beproefde veste een ware uitkomst zijn
geweest zoo het zevental dit aardsche tranen
dal niet zeer spoedig weer verlaten had. Op
den steen ziet men den vader en de moeder
met de zeven stevig ingebakerde spruiten, van
wie er één wordt opgeheven naar een Christus
aan het kruis. In een lang onderschrift wordt
den burgers van deze geschiedenis kond ge
daan.
Op een groot aantal gevels zijn, soms over
de gebeele breedte spreuken aangebracht, vaak
gemoedelijk en naïef. Het volgende aardige
opschrift, op een oud, voormalig bakkerswin
keltje aangebracht, trof mij:
„Aus Gottes reicher Milde hat
der Baecker Brod und Brod die Stadt".
Wandelt men nu verder, dan ziet men aan
het einde der Osterstrasze het z.g. Hoch-
zeitshaus, van denzelfden bouwmeester als
-het Rattenvangershuis, zoo genoemd omdat
er vroeger veel bruiloften gevierd werden.
Eens nam hier Tilly het besluit te trachten
Maagdenburg in te nemen, wat, zooals men
weet, tot de verwoesting dier ongelukkige
stad leidde.
Nog vele fraaie gebouwen zou ik kunnen
noemen, doch ik wil volstaan met nog even
te wijzen op het „Stiftsherrenhaus", be-
schouwenswaard om de op den gevel aan
gebrachte voorstellingen uit de Bijbelsche ge
schiedenis en op het Museum met zijn
prachtigen erker, die terecht als een meester
stuk van beeldhouwkunst wordt beschouwd.
Een bezoek aan dit „Heimatmuseum" met zijn
vele bezienswaardigheden, geeft een juisten
kijk op de ontwikkeling der stad.
Heeft Hameln zijn oud aspect goed be
waard, de bewoners zijn in hun voorkomen
helaas niet te onderscheiden van menschen
uit meer moderne steden. Toch zou men
deze straatjes zoo gaarne bevolkt willen zien
door lieden in de kleedij van vroeger eeuwen,
zoo veel beter passend bij het oude stads
beeld. Toevalligerwijze bood zich de gelegen
heid aan, om mij hiervan nog meer te over
tuigen. Ik was een der mooiste straatjes in
gegaan. Verlaten lag het daar. Voor het
groote verkeer was het te nauw, zoodat slechts
een enkele bewoner in of uit ging. De huisjes
waren scheef en verzakt, tegen elkander aan
leunend alsof zij elkaar wilden schragen. In
hun gebroken kleuren boden zij een zeer stem
mig kleurbeeld, slechts verlevendigd door één
enkelen fel rooden toon. Twee vrouwtjes uit
Paderborn namelijk, waar de oude kleeder
dracht zich gedeeltelijk gehandhaafd heeft,
voerden in het bewuste steegje een levendig
gesprek. Met -haar zwart-sat-ijnen mutsen,
voorzien van lange, breede banden, haar witte
kragen, die tot over de schouders neerhin
gen, haar zwartfluweel en lijven en vuurroode
rokken, met een gebloemden rand afgezet,
vormden zij een stoffage, die het geheel tot
een waar schilderijtje maakte.
Interessant is in Hameln een wandeling
j—n.
langs den Wezer, die hier een behoorlijke
breedte heeft. Van de brug af heeft men een
fraai gezicht op den „Klüt", een berg met
uitspanning.
Keert men nu weer in de stad terug, dan
vindt men aan den Thiewall het z.g. Ratten-
f anger denkmal, een wel wat grootsche be
naming voor een paar beeldjes, (den ratten
vanger en de vrouw die hem redde, voorstel
lend) die met voetstuk en al niet veel meer
dan manshoog bijn, heel aardig om in je tuin
te plaatsen. En dat in een land dat zoo vele
prachtige gedenkteekenen bezit!
Hiermede heb ik wel zoo ongeveer verteld
wat er in Hameln te zien is, doch zou hier
aan nog kunnen toevoegen, dat men heel
mooie tochtjes in de omgeving kan maken,
in het schoone Wezer-bergland.
Bij Springe, een plaatsje tusschen Hameln
en Hannover, heeft men interessante open
luchtvoorstellingen en een groot park, waar
nog de Wisent graast, die veel overeenkomst
vertoont met den Noord-Amerikaanschen
bison.
Wie een poosje rustig wil genieten in een
interessant stadje met een mooie omgeving,
zonder dat zijn genot verminderd wordt door
overmatig vreemdelingenbezoek, ga naar het
oude Hameln.
J. FRANSE.
GEVAARLIJKE AVONTUREN
IN DE LUCHT.
Ergens in Engeland wordt met de groot
ste geheimzinnigheid gebouwd aan het vlieg
tuig, waarmede het Britsche Ministerie van
Luchtvaart binnenkort 't hoogterecord hoopt
te winnen. De strijd om het hoogte record
heeft reeds aanleiding gegeven tot verschil
lende avonturen in de lucht, die u de
haren te bergen doen rijzen, als ge er van
leest.
Majoor Schroeder, een van de beste piloten
van de Amerikaansche militaire luchtmacht,
wilde trachten, het luchtrecord te verbeteren.
Alles wat de wetenschap kon uitdenken en geld
kon verschaffen stond tot zijn beschikking-
Om de geweldige koude op groote hoogte te
kunnen weerstaan had hij een vliegercostuum
aan dat door electriciteit verwarmd werd.
En om hem in staat te stellen in het leven te
blijven in de atmospheer van die hoogere
luchtlagen, waarin een mensch sterft als een
visch, die uit het water is gehaald, had hij
een voorraad samengeperste zuurstof bij zrch
Als een pijl uit de boog schoot hij met zijn
machine de lucht in. Hij bereikte een hoog
te van 10.000 voet, van 20.000 voet, van 30.000
voetvan 6 mijlenen voelde zich
uitstekend. Maar plotseling kreeg hij een ge
voel, of hij zou stikken.
„De zuurstof!" dacht hij oogenblfkkelijk.
Maar hij had alles al opgebruikt.
De dood bedreigde hem.
Met al zijn wilskracht streed hij, om bij
zijn bewustzijn te blijven. Hij wist, dat zijn
eenige hoop op redding was: zoo snel mogelijk
te dalen. Het was alsof alles om hem heen
in een mist was gehuld. Met een laatste,
wanhopige poging greep hij de stuurkruk en
zond zijn machine naar de aarde terug in
draaiende beweging. Toen verloor hij zijn
bewustzijn.
Zoo daalde de machine met den bewuste-
loozen man er in. over een afstand van 3
mijlen. Toen gaf de lucht, die door de groote
snelheid met kracht in zijn longen drong,
den piloot zijn bewustzijn weer terug. Hij
opende zijn oogen. als iemand die uit een
diepe slaap ontwaakt. De motor stond stil.
Hij herinnerde zich niet meer, haar afgezet
te hebben. Bijna automatisch bracht hij de
machine uit haar draaiende beweging; de
motor begon weer te ronken en even later
landde majoor Schroeder veilig en behouden.
Maar dit avontuur was nog niets, verge
leken met wat hem later overkwam^
Veertien dagen na het beschreven voorval
wilde hij een nieuwe poging wagen, om een
hoogte van 4.000 voet te bereiken.
Gedurende anderhalf uur steeg hij, steeds
hooger. Alles ging goed en hij dacht al, dat
hij ditmaal succes zou hebben. Hij had een
hoogte bereikt van 36.100 voet. Toen ge
beurde hem weer, wat hem vroeger was over
komen: hij voelde zich onwel worden en had
geen zuurstof meer. Het vroor daar boven 82
graden! Zonder na te denken lichtte hij de
bril, die zijn oogen beschermde, op om te
zien of werkelijk de kraan van de buis met
zuurstof open was. Op hetzelfde oogenblik
kreeg hij het gevoel, dat zijn hoofd uit elkaar
sprongen alles was donker om hem
heen. Zijn oogappels, die in aanraking waren
gekomen met lucht van 67 graden onder nul,
waren bevroren.
Blind en bewusteloos viel hij met zijn ma
chine. In drie minuten daalde hij over een
afstand van 6 mijlen, maar nog juist bij
tijds kwam zijn bewustzijn vaag terug; zijn
oogen functlonneerden weer eenlgszins voor
één oogenblik en hij volbracht een uitmun
tende landing, ofschoon hij blind en bewuste
loos was, toen hij tot rust kwam. Hij kreeg
zijn gezichtsvermogen gelukkig geheel terug.
MOTORLAWAAI.
In sommige districten van Engeland, vooral
in de buurt van vliegvelden, wordt geklaagd
over het vele lawaai, veroorzaakt door de tal- j
rijke vliegmachines ,die de lucht doorkruisen.
Het geruischloos maken van vliegtuigen
maakt dan ook een onderwerp van ernstige
studie van de terzake kundigen uit. Intus-
schen mogen voorloopig nog geen resultaten
verwacht worden. De moeilijkheid of liever:
één van de moeilijkheden is, dat hoe snel
ler een vliegmachine gaat, hoe meer lawaai
zij maakt. De snelheid zou dus aan de geluid
loosheid moéten worden opgeofferd. Voor
groote vliegtuigen bestaat dus in den eer
sten tijd niet veel kans op geluidloosheid.
Iets anders is het met de lichtere vliegtui
gen. Maar naarmate de motors zwaarder
worden nemen de moeilijkheden weer toe.
Voor passagiers, die per vliegmachine reizen,
is het lawaai van de motoren soms zeer hin
derlijk. In sommige nieuwe machines zijn
daarom de motoren op een andere plaats
aangebracht en de wanden van de cabines
zijn opgevuld met een geluidwerend materi
aal. Men hoopt op deze wijze den overlast
door het lawaai tenminste eenigszins te ver
lichten en een reis per vliegmachine even
rustig fe maken als een reis per trein,
Vóór den strijd op de zesde verdieping
Het is een heel merkwaardige film, die
deze week in „Luxor" vertoond wordt. Hij
draagt tot titel „Gevangenisleed" en hij
heeft ten doel, critiek uit te oefenen op
Amerikaansche gevangenistoest-anden. Nu is
dit een heel delicaat onderwerp, waarover
men zich liefst als leek geen oordeel
vormt. Wij weten nu eenmaal niet hoe het in
Amerikaansche gevangenissen toegaat en
kunnen dus niet beoordeelen of de film
„Gevangenisleed" den spijker op den kqp
slaatof als een schromelijke overdrijving
beschouwd mag worden. Wanneer men tal
rijke couranten-berichten en -artikelen mag
gelooven dan zou de waarheid de volgende
zijn: In Amerika vindt men gevangenissen
en verbeteringsgestichten, die volgens ultra
moderne principes ingericht zijn. In enkele
staten bestaan echter nog oude instellingen,
waar een leef- en strafregel zou worden ge
volgd, die men terecht middeleeuwsch zou
mogen noemen. Nog frisch in het geheugen
ligt de gevangenisbrand in Ohio, waarbij 317
gestraften het leven verloren. Onze hoofd
redacteur schreef bij deze gelegenheid: „Wat
wij te hooren en te lezen krijgen over het
Amerikaansche gevangeniswezen is al even
hevig en Europeesch beschouwd onbe
grijpelijk als de rest. Er zijn gevangenissen
waar een overdreven modernisme heerscht er
zijn andere waarin allerlei verouderde mis
standen heerschen. Tot de laatste behoort
blijkbaar de gevangenis van Calumbus,
waarin bijna vijf duizend menschen zaten
opgesloten terwijl er ruimte voor twee dui
zend was. Dat enkelen hunner zelf de brand
stichtten in de blijkbare hoop dat zij in de
ontstane verwarring zouden kunnen ont
vluchten schijnt een gruwelijk bewijs te
leveren van de vertwijfeling die in dit oord
heerschte".
De film „Gevangenisleed" nu, leidt ons in
het leven van de jeugd op een groote Ameri
kaansche school. De geest onder de kinderen
wordt bedorven door een campagne van een
geheimzinnige jeugdvereeniging, die onder
de medescholieren opruiende pamfletten
vespreidt. Het conflict wordt op den spits
gedreven en op een kwaden dag doen de leer
lingen, die de oude maatschappelijke begin
selen trouw wenschen te blijven een inval in
het huis waar de opstandige leerlingen een
vergadering hebben belegd. „De opstandigen"
worden geleid door een geëxalteerde jonge
dame; de verdedigers van de moraal hebben
tot aanvoerder, de oudste leerling van de
klasse gekozen. Op de zesde verdieping van
het gebouw waar vergaderd wordt raken de
jongelui slaags. Er worden flinke klappen
uitgedeeld en de strijd wordt met de minuut
heviger. De vechtenden verplaatsen zich ge
leidelijk naar het trappenhuis van het ge
bouw en dit heeft een verschrikkelijk onge
luk tengeyolge. Op de bovenste etage be
zwijkt een trapleuning en één der meisjes
stort naar beneden. Het sterft eenige oogen-
blikken later in de armen van de aanvoerd-
ster der opstandigen. De leiders van de twee
partijen worden gearresteerd en tot vier
jaren gevangenisstraf (in een jeugdgevange
nis) veroordeeld.
Het leven van de tientallen jongens en
meisjes in dit oord van vertwijfeling, met
zijn ontelbare .verfijnde kwelling, zijn geest-
doodende uniformiteit en zijn vermoordende
discipline, wordt ons door middel van een
zeer voortreffelke film, die tot stand kwam
onder de regie van Cecil B. de Mille, voor
oogen gebracht
Het is echter moeilijk aan te nemen dat
zelfs Amerikaansche bewakers zoo perfide
zouden zijn als het beestmensch dat in deze
film belast is met het oppertoezicht over de
gestrafte JeugdHet is evenmin aan te
nemen dat de topzware romantiek, waarvan
men dit werk niet bevrijd wist te houden in
een Amerikaansche gevangenis zou hebben
kunnen ontluikenéén cn ander neemt
echter niet weg, dat de o b j e c 11 e ve toe
schouwer van vele fragmenten zal kunnen
genieten. De opnemingen tijdens het gevecht
in het trappenhuis, dat de oorzaak wordt van
de catasprophe, zijn van een overtuigende
realiteit, het gevangenisleven, de gevange
nisbrand, van een obsedeerende kracht.
Ondanks de fouten die het werk aankle
ven, mag men de vertooning van deze film
daarom toch zeker een gebeurtenis noemen,
die veel belangstelling waard is.
Chevalier.
Maurice Chevalier,
In „Love Parade" zien wij hem dit keer.
Een operette-film, joyeus, opwekkend, fees
telijk. Niets heeft dit alles met filmkunst te
maken. Maar het doet u goed. Want hij is
onweerstaanbaar Chevalier. Hij is de lach en
de vreugde, de vitaliteit en de levensdurf.
Maanden achtereen werd „Love Parade" van
's ochtends 11 tot 's nachts twee uur In Parijs
vertoond. Maanden achtereen kwamen dui
zenden en nog eens duizenden genieten van
deze vreugde en drinken van dit levensllxer.
Het is moilijk te definieeren, wat ons in
hem boeit. Is het die lachende kop, of is het
de stem, of zijn het de oogen? Het is dat
alles bij elkaar: de stem, de kop, de oogen, de
actie van het lenige lichaam. Voorwaar, Che
valier belooft nog veel voor de film. Want hij
heeft Iets gemeen met Chaplin: het ondefl-»