uiKe 4 MOLEN VAN PIET.... ...MOULIN ROUGE. MUZIEK LANGS DE STRAAT. AGENDA. HAAP.LEM'S DAGBLAD MAANDAG 29 SEPTEMBER 1930 TWEEDE BLAD j' (Per gastvrij autoverkeer. door D. ZIJLSTRA. Een langzame tram vervoert mij naar de Schelde. Ik sta op de kade als voor een duisteren afgrond en luis ter naar het geloei van een Oceaanstoomer, naar het zuivere carillon en naar de ver beneden mij breken de golven. Als ik mij omkeer sta ik voor een stalletje waar patates frites verkocht wor den. Ik verzoek om een grooten zak en het smaakt mij heerlijk, 't Verwekt alleen steeds meer dorst en zoodoende loop ik een tingel tangelend cafétje binnen. Het bier is er wat schraal, maar verder is er weinig verschil met een dergelijke gelegenheid hier te lande. Na een uurtje toevens wandel ik naar Monico toe en constateer daar. dat het verkeer in middels veel drukker is geworden Als ik mijn hooge kamer bereikt hebt en het moede li chaam op het bij uitstek schoone bed uit strek, raast Antwerpen beneden nog steeds als een zee. Het blijkt een slaapliedje te zijn zonder weerga. Den volgenden morgen is mijn eerste gang naar een barbier. Hij neemt niet genoegen met een eenvoudige scheerpartij, maar be handelt mijn gezicht en haar op alle moge lijke verfijnde manieren. Omdat het bijzon der verkoelend is laat ik hem zijn gang maar gaan; toch kan ik een gevoel van spijt niet onderdrukken, als hij mij de som noemt wel ke zijn arbeidsloon zou zijn. Hij krijgt er nog een kleinigheid bij en is dan gelukkig verder sprakeloos van verbazing over de prompte betaling. Per tram ga ik vervolgens naar Oude God (Vieux Dieu) waar juist een enthousiaste markt aan den gang is. Door een aanplakbil jet verneem ik, dat binnenkort op een mee ting Jef de Vos (gebroodroofd onderwijzer) zal spreken. Peinzend over de treurige toe standen daar gebruik ik mijn ontbijt aan den kant van den weg. De eerste de beste wagen is dan lang niet de eerste de beste: het is een Imperial Six 120463. die op weg is naar Brussel. Haar eige naar is een heer die zeer moeilijk Vlaamsch spreekt, doch ik houd zoolang mogelijk aan mijn moedertaal vast. De wegen zijn buiten gewoon lang en recht en het wordt hier en daar mooi: er komt wat meer glooiing in het terrein. De kathedraal van Mechelen verrijst boven de boomen, maar van dichtbij krijg ik hem niet te zien, daar wij om de stad heen rijden. Brussel binnenrijdend kom ik terstond on der den indruk Het is alles wel zeer groot en ruim: een hotel van 8, en een brasserie van 10 verdiepingen, een verkeer dat verrassend druk is en Fransch, eindelijk niets dan Fransch. Ik ga, na het afscheid van mijn Imperialist, in één van die brasseriecn 14 ct. verbrassen, waarvoor ik een heerlijk koele drank ontvang. Ik merk dat mijn Hollandsch er nog uitstekend begrepen wordt, ook door den tramconducteur, die mij op den weg naar Mons (Bergen) af zal zetten. Wij tram men de boulevards af, die eindeloos lang zijn en heuvel-op, heuvel-af gaan. Het duurt cir ca drie kwartier eer ik mij in een snikheete straat bevind, die den weg naar Mons moet zijn. Een „volkszwemdok" is hier blijkbaar de gelegenheid waar de door de hitte geteister de Brusselaren zich op laten kalefateren. Doorloopen maar. Nu sta ik buiten Brussel en er is geen scha duw en veel zon. Na een uurtje stopt de eer ste Ford 43211 en hij brengt mij 4 kilometer verder maar in de schaduw. Buick 1575 haalt mij er echter weer uit en zet mij na 5000 meter neer op een mijlpaal -- in de steeds Zuidelijker zon. Ik heb nog altijd geen Fransch behoeven te spreken en krijg nu al len tijd om een paar fraaie zinnetjes te pre pareeren. Inderdaad is Renault 37834 uitslui tend Fransch, maar mijn succes is niet groot, want na weinige kilometers zijn wij reeds in Hal. Wel sta ik hier bij een spoorwegover gang te wachten, maar die gaat bijna nooit dicht, zoodat de auto's ongehinderd door kunnen rijden. Uit verveling probeer ik twee stemmig te fluiten en dit wordt ook nu een fiasco. Een jongetje spreekt mij tot m'n ver bazing in vloeiend Fransch aan en wij con verseeren zonder moeite en zonder dat wij elkaar begrijpen tot zijn Maman roept en de dorpsstilte volkomen is. Ik ben er van over tuigd Parijs nooit te zullen bereiken en wenk lusteloos naar de weinig auto's. Zij rijden door. Ik uit hardop één Hollandsche vloek en dat geeft lucht maar geen koelte. Het blijft brandend heet. Parijs „En u heeft zeker een trein gemist vraagt de heer, wiens chauffeur. Robert, voor mij gestopt heeft. Ik zamel al mijn Fransch bij elkaar en verklaar hem dat dit een manier van reizen op zich zelf is. Hoewel hij mij be grijpt beproeft hij, als wij weer rijden, of het Engelsch mij beter afgaat. Het blijkt van niet. Dan maar Duitsch. Ik vertel hem mijn wedervaren en hij vindt het wel een aardig denkbeeld. Het verheugt hem en mij niet minder, dat hij mij naar Mons kan brengen. Hij is Monsieur F. Cattier uit Brussel. Die naam zegt mij op dat oogenblik weinig; la ter. op de terugreis, zal ik het genoegen heb ben er meer ^.'er te hooren. In Mons brengt hij mij op den goeden weg en dan wenschen wij elkaar: Auf Wiedersehn! A ship that passes in the night (Chrysler 105636). Die zie ik natuurlijk nooit weer te rug. Wel jammer, maar het is niet anders Mons heeft mijnbouw. Allerwege rijzen uit het zachtglooiende land kleine Etna's op van bergen uitgegraven steen. Ik ben hier in de Borinage, waar Van Gogh indertijd gewerkt heeft. Met de auto's is het anders weer niets gedaan. Behagelijk tegen een beschaduwde helling aanliggend zie ik ze stuk voor Suuk voorbijgaan. Het zijn er niet veel: van 4 uur tot half vijf noteer ik zes auto's richting Brus sel en één richting Parijs. Op den verkeers weg OudkarspelTuitjehorn is het drukker om dezen tijd. Er nadert een ijskarretje, dat vruchteloos reclame maakt door middel van een kinder- toetertje. Even later zie ik een heer aanko men, zeer correct gekleed in een blauw jasje, lichte pantalon met stroo- hoed en wandel stok. Het is de plaatselijke postbo de. Ik sta met moeite op en ga wat water vragen bij een boerderijtje. Men biedt mij bier aan, maar daar ik vermoed, dat dit niets dan een be leefdheidsformule is, houd ik mij maar aan het wa ter. Inderdaad wordt overal waar ik om water vraag, bier of koffie aan geboden. Het is één van de weinige beminne lijke karaktertrekken der Belgen, die ik heb kunnen ontdekken. Gelaafd als ik ben, besluit ik maar weer eens te loopen, naar Hyon. De toestand blijft er dezelfde: stil en warm. De F.A.I.O.V. vliegt laag en binkend over. Ik maak een praatje met een oud renteniertje hij begrijpt mij wel, maar ik hem niet in het minst. En dan stopt eindelijk toch een auto, in het rood, met het type van den Franschman aan het stuur. Hij brengt mij tot de Belgische douane. Die doen achterdochtig, maar ik mag ten slotte passeeren. Ik maak er voorloopig geen gebruik van en blijf in het café wachten, op de dingen die komen gaan. Het lichte bier kost daar 9 cent per glas en het smaakt als donker. Op den heirweg AmsterdamParijs is niets te zien. Er heerscht een dorpsstilte, waartusschen de douaniers kleine glaasjes drinken en groote pijpen smoren. Teneinde raad besluit ik maar eens bij de Fransche douane te kijken, die een kilometer verder gelegerd is. Deze vragen mij wat ik in Frank rijk kom doen; toch geen werk zoeken? Ik stel hen gerust en hoor dat de dichtstbijzijnde plaats, Maubeuge, 8 kilometer ver is. Ook is er volgens hen een onweer op komst. Als ik 100 M. afgelegd heb op den warmen asfaltweg stopt eigener beweging een auto naast mij. De chauffeur trekt de deur reeds open en vraagt waar ik heen wil. Hij brengt mij op mijn verzoek ten spoedigste naar Mau beuge. Maar als ik eens om mij heen kijk en zijn uiterlijk, zijn pet vooral eens opneem, kom ik tot de conclusie, dat ik hier met één van de grootste vijanden van den autopara siet te doen heb, nml. met een taxi-chauf feur. Dat kan een leuke scène geven in Maubeuge. Ik neem mij voor de onwetende te spelen en prevel, nadat hij op het markt plein gestopt heeft, en het portier voor mij heeft opengemaakt, iets van: dank U ten zeerste en tot wederziens! Groot Nis mijn opluchting als hij, glimlachend, eenvoudig antwoordt: „Au revoir"! Het blijkt niets dan een Fransch-beleefde vriendendienst geweest te zijn! Maubeuge is een kleine provinciestad. Het is een vesting en, net als Naarden, altijd zoo'n beetje het slachtoffer geweest van de knellende forten om haar heen. De Sambre, de voornaamste zijtak van de Maas, stroomt Ik hoor. buiten ttoee vrouwen kijven er met een paar luidruchtige stroomver snellingen door. Er zijn genoeg hotels, maar die zijn allemaal vol op één dure kamer na. in hotel de la Poste. die men voor mij heeft vrijgehouden. Ik wandel het stadje een paar keer door, drink een biertje met een gemoedelijken Vlaam, die evenwel gauw weer naar huis moet, noteer het adres van het Crédit Lyonnais, waar ik morgen mijn geld zal gaan wisselen en verdwijn dan schielijk onder de koele lakens, teneinde krachten op te doen voor de zware dagen die mij nog wachten. Het ontwaken is eigenaardig. Ik hoor bui ten twee vrouwen kijven en ben er. al doe zelend, volstrekt zeker van, dat ze Hol landsch spreken. Ik versta duidelijk: „denk je dat ik gek ben, dacht je soms dat ik daar in zou loopen?" maar als ik door het open raam naar buiten kijk. blijken het twee ras echte Francaises te zijn, van wier hoog gaande ruzie ik niets versta. Toch treed ik als arbiter op. want zij gaan natuurlijk di rect gezamenlijk mij uit staan lachen en vertrekken vervolgens arm in arm, als de beste vriendinnen, naar huis. Nadat ik wat geld gewisseld heb, koop ik voor een nieuw vodje papier ter waarde van 50 cent een overvloedig ontbijt en gebruik dat buiten Maubeuge, op een grooten kei steen gezeten. Het is alweer niet druk, maar men stopt gewilliger dan gisteren. Iedereen gaat echter juist niet den kant van Aves- ne, mijn richting uit. Eén heer komt me met uitgebreide Michelin-kaarten voor den dag en legt mij tot drie keer toe nauwkeu rig uit waarom zijn plaats van bestemming niet in mijn richting ligt. Als ik hem einde lijk heb weten over te halen om in vredes naam maar zonder mij te vertrekken, nadert het groote oogenblik van mijn heenreis. Er komt om den hoek een groote t-oerauto aan suizen. Ik zie een chauffeur in livrei en achterin een mijnheer en mevrouw. Rijk aan ervaring op dit gebied wensch ik de eer voor dit maal aan mijzelf te houden en steek zelfs geen hand uit. Toch stopt de wagen 50 meter verder met spoed. De chauffeur stapt uit en wenkt hij wenkt naar mij! Ik draaf er naar toe en steek mijn hoofd doo~ het raampje om het gewone verzoek te doen. „Sie haben es nicht weit gebracht", glim lachte de heer in den hoek. Het is monsieur Cattier, dezelfde heer van gisteren, ditmaal vergezeld van zijn vrouw! Hij heeft boven dien zijn Chrysler voor iets nog schooners verwisseld en daarom herken ik hem niet. Ik mag natuurlijk meerijden en neem naast Robert plaats. „Waar gaan jullie vandaag naar toe?", vraag ik hem zijdelings. „A Paris!" klinkt het uit drie monden te gelijk. Parijs! Ineens naar Parijs! Het is bijna niet te gelooven: ruim tweehonderd vijftig kilometer langs deze prachtwegen, in dit be minnelijke gezelschap en dan la Ville Lu- mière Ik lach hardop van vreugde en kan nauwe lijks enkele woorden vinden om mijn plezier te uiten. Mevrouw Cattier zegt dat ik wei „la bonne chance" heb. Ik ben het natuur lijk heelemaal met haar eens, want ik vergeet op hetzelfde moment alle vervelende oogen- blikken en geniet volop van het prachtige heden. Wij rijden langs de eindelooze rechte wegen van Noord-Frankrijk, bekend uit de „Groote Parade"; een paar kilometer heuvel- op, een paar heuvel-af. Heuvel-op rijden wij tegen de honderd, heuvel-af eigenaardig ge noeg ruim tachtig. Midden op een recht, vlak stuk verrijzen een paar gendarmes uit het niet: wij stop pen en zij vragen naar de papieren. Robert geeft die van de auto en dan willen zij de passen zien. „Passeport diplomatique", hoor ik achter mij zeggen. De gendarmes salueeren eer biedig en ik trek mijn hand weer uit mijn binnenzak: voor het eerst van mijn leven reis ik onder diplomatieken vlag. Het uitzicht wordt nu steeds mooier. De heuvels zijn overdekt met graanvelden, soms vuurrood van de klaprozen. Ik vraag of die hier gekweekt worden, maar er blijkt ook nog koren tusschen te groeien. De plaatsen die wij passeeren lijken sterk op elkaar: grauw en stoffig, met hier en daar een ruïne uit den oorlog. Het maakt een armelijken indruk: men heeft in vele gevallen geen geld om de zaken weer op te bouwen. Mon sieur Cattier wijst mij de puinhoopen van een kazerne. De stukken muur zijn werkelijk doorzeefd met kogelgaten. Men begrijpt niet hoe hier iemand levend uit is kunnen komen. St. Quentin is de groote plaats. Mijnheer en mevrouw Cattier zijn zoo vriendelijk mij uit uit te noodigen hier de lunch met hen te gebruiken, wat ik natuurlijk volgaarne aan neem. Het heet petit déjeuner en 't wordt besproeid door een petit vin, die prachtig smaakt. Met de onvermoeide hulp van gast heer en gastvrouw kan ik mijn aandeel in de conversatie wel zoo wat leveren en het ge heel is buitengewoon gezellig. De lange afstanden komen nu. Na St. Quentin is er een stuk van veertig kilometer waar geen huis te bespeuren valt. Ik huiver bij de gedachte, dat ik hier wel eens had kunnen staan zonder auto. En die mogelijk heid zou heel groot geweest zijn, want het is stil op den weg en de wagens die er rijden zijn volgeladen toeristenauto's of vracht auto's van twintig kilometer in het uur. ST. AUGUSTINUS-ORATORIUM Zaterdagavond is hier ter stede het vijf tiende eeuwfeest van St. Augustinus her dacht met de uitvoering van het Augustinus Oratorium van Jan Nieland in het Gemeen telijk Concertgebouw. Van de vertolking, welke geschiedde door de Amsterdamsche R.K. Oratoriumvereeniging met medewer king van het Concertgebouw-orkest en als solisten Louis van Tulder (tenor) als Augustinus. Jo Vincent (sopraan) als Moni ca en Willem Ravelli (bariton) als Possi- dius, onder leiding van Theo van der Bijl en met Willy Francois als organist heeft bij de uitvoering te Amsterdam onze muziekrecen sent, de heer Karei de Jong een uitvoerige beoordeeling gegeven. Wij mogen ons wat de uitvoering te Haarlem betreft dus daaraan referee ren, in de overtuiging, dat de presta ties hier ter stede niet ondergedaan zullen hebben voor die in de hoofdstad. Het publiek was niet zoo talrijk, als men met het oog op het belang van het werk verwacht zou hebben, doch wij kunnen toch zeggen, dat de zaal goed bezet was. En de uitvoering bracht de bezoekers tot enthou siasme. Voor het begin reeds klonk een hartelijk applaus, toen tot veler verrassing de Bis schop van Haarlem, mgr. J. D. J. Aengenent, gevolgd door zijn secretaris, den eerwaarden heer Pichot en eenige andere geestelijken, binnentrad. Ben korte inleiding werd gegeven door j Rector N. Th. Vlaar, die den Bisschop en de assistent-geestelijken verwelkomde, voorts j een groet richtte tot de civiele autoriteiten, I waarvan hij in het bijzonder noemde prof.. A. A. M. A. Steger, lid der Eerste K$mer, en de vertegenwoordigers der R.K. organisaties, speciaal den voorzitter en secretaris van het Gomité van Katholieke Actie te Haarlem. In het kort schetste de spreker de betee- kenis van de herdenking van den Heilige. „Welk een groot man moet hij geweest zijn", zei rector Vlaar, „dat wij nu nog zijn 15de eeuwfeest vieren". Daarna 'werd het oratorium uitgevoerd err met stijgend succes. Aan het einde van het tweede deel toonde het publiek zich zoo op getogen, dat de componist, de heer Jan Nie land, die in de zaal was, op het podium ge roepen werd en hem een ovatie gewerd. De heer Nieland liet terecht solisten, koor, or kest en dirigent in de hulde deelen. En ook aan het einde was de bijval uit bundig. De uitvoering is zeer geslaagd. ONZE GESTOORDE 1071 M.-GOLF HEDEN EEN PROEFNEMING MET 298 M. Onze 1071 Meter golf van den omroep wordt sinds ruim een week hevig gestoord door het omroepstation Oslo in Noorwegen. Ten behoeve van het verkrijgen van de noo- dlge technische gegevens zal nu Maandag 29 September des avonds van 8.45 uur tot 9 15 uur Nederlandsche zomertijd een proefneming worden gehouden door den betrokken zender in de programma's aangegeven als Hulzen. Het programma van de N.CR V. zal be houdens enkele technische opmerkingen en vragen over de proefneming door den omroe per, gewoon worden afgewerkt. Om ongeveer 8 45 uur zal de golflengte van 1071 Meter tot 298 Meter teruggebracht worden en zal ge durende een half uur op deze golflengte worden gewerkt. Daarna wordt teruggegaan op 1071 Meter. Alle Nederlandsche luisteraars worden ver zocht uitsluitend per briefkaart te rappor teeren aan het adres: Nederlandsche Draad- looze Omroep, postbus 19. Hilversum, en op deze briefkaart de volgende twee vragen te beantwoorden 1. Verkiest U volgens deze proefneming als omroepgolf des avonds de 298 Meter golf boven de gestoorde 1071 meter golf. 2. Nam U bij de proefneming nog storingen op 298 Meter waar van andere stations? Zoo ja. welke waren dat? Alleen die te noemen, die stoorden bij normale afstemming. Op de brief kaart niets anders te vermelden dan de ant woorden op bovengenoemde vragen. V.A.R.A.-BESTUUR BIJ DE CONTR6LE-COMMISSIE. DE GRIEVEN UITEENGEZET. De heer Lebon. bestuurslid van de VA.R.A. heeft Zaterdagavond voor de microfoon mede gedeeld, dat het V.A.R.A.-bestuur Donderdag een conferentie heeft gehad met de radio controlecommissie over de censuur-quaestie De commissie heeft de grieven van het be stuur aangehoord en het is nu afwachten wat de commissie zal doen. Het bestuur zeide een goed verstandhou ding tot verschillende radio-instanties te wenschen. Het zal zich echter blijven ver zetten tegen ter-inzage-zending van politieke redevoeringen, niet alleen uit prlnclpleele, maar ook uit practische overwegingen, om dat verscheidene sprekers hun redevoeringen niet op schrift stellen. GENOEG OM EEN WINKEL TE BEGINNEN. GESTOLEN GOEDEREN TE ENSCHEDé. ALs gevolg van het voortgezet onderzoek door de politie naar de dievenbende, die te Enschedé den laatsten tijd in in verschil lende magazijnen haar slag heeft geslagen, zijn thans in totaal aangehouden 14 personen van wie 6 ter beschikking van de Justitie zijn gesteld, meldt de Tel. Een deel hunner pleegde de inbraken, terwijl de anderen zich belastten met den ver koop der gestolen goederen in verschillende plaatsen van Twente. Tot nu toe konden in beslag genomen worden: 41 paar schoenen 19 colbert-costumes, 6 winterjassen, 3 regen jassen en 3 pantalons. Door eenige van de daders is ook bekend, dat zij hebben inge broken in een sigarenkiosk te Enschedé en in het kantoor van een metaalhandelaar te Lonneker. ONTSLAG VAN NEDERLANDERS IN DUITSCHLAND. DE REGEERING IS WAAKZAAM. Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Ketelaar betreffende het instel len van een onderzoek in verband met een aan de Nederlandsche arbeiders aan de mijn „Alstaden", toebehoorende aan de Hibernla- Concern te I-^ern, gestelden eisch om zich als Duitscher te laten naturaliseeren, heeft de minister van Buitenl. zaken geantwoord, dat deze eisch aanvankelijk gesteld was, doch is ingetrokken. De minister maakt van deze gelegenheid gebruik om tevens mede te deelen. dat in den laatsten tijd, ten gevolge van de economische verhoudingen in West-Duitschland, talrijke Nederlandsche arbeiders worden ontslagen. Voor wat betreft de ontslagen Nederlandsche mijnwerkers heeft zijn ambtgenoot van Ar beid, H. en N., pogingen in het werk gesteld om de arbeiders, die daarvoor geschikt zijn, bij de Nederlandsche mijnen te plaatsen. Deze pogingen hebben thans tot een gunstig resul taat geleid. Betreffende het werken van Nederlandsche arbeiders in Duitschland zullen waarschijn lijk binnenkort officieele besprekingen wor gden gehouden tusschen vertegenwoordigers der beide Regeeringen. DE INBRAAK TE BARENDRECHT NOG 4 PERSONEN GEARRESTEERD. Over de inbraak te Barendrecht meldt de Tel. nog, dat, toen de Rotterdamsche recher cheurs in de Maasstad waren teruggekeerd, de burgemeester van Barendrecht weer op belde ten einde de namen en woonplaatsen van niet minder dan vier medeplichtigen op te geven. Deze personen zijn daarop van hun bed gelicht en naar Barendrecht overge bracht om ter beschikking van den burge meester aldaar gesteld te worden. Het waren: een 27-jarige loswerkman, een 23-jarige zee man, een 29-jarige fabrieksarbeider en ee$ 23-jarige arbeider, INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cts. per regel. STOFZUIGERHUIS MAERTENS BARTELJOR IS STRAAT 16 TEL. No. 10756 Apex Klop-Veeg-Stofzuigers f 175. De dierenvriertdin. In het Vogels- en Apenhuls in Artis. Het is er geweldig druk, want het is nog September en dan mogen de „inwoners van Amsterdam" voor het bagatel van vfjf-en- twintig cents kijken naar al het moois en merkwaardigs in den populalren Amster- damschen dierentuin. Ik zou ze echter niet graag allen de kost willen geven, die als provinciaal de controle passeeren. Weliswaar staan op een groot bord bij den ingang de woorden: „Toegang voor stadgenooten 25 cent", maar zoo nauw neemt men 't er niet mee. Op de stereotype vraag van de beheerders der tourniquets: „woont U in de stad?" antwoorden alle bezoekers be vestigend, ook al zijn er bij, die eenige kee- ren den weg gevraagd hebben naar de Plan tage Kerklaan. waar de ingang is! Welke Amsterdammer zou Artis niet kunnen vinden! Enfin, de controleurs begrijpen en gelóóv.en het wel, ook al antwoordt een juffrouw in haar verbouwereerdhckl eerst „neen" en da delijk daarop, terwijl zij een hoogroode kleur krijgt, „ja zeker!" De juffrouw, die bij haar komst in het Vogels- en Apenhuis zoo plotseling de aan dacht tot zich trekt, woont blijkbaar wél in Amsterdam. Zij schijnt wel eiken dag te ko men. want behalve de oppassers kennen ook de dieren haar. Zij draagt een tot op den grond hangenden pelerine van zwaar laken en is blootshoofds. Haar kortgeknipte, ordelooze grijze haren worden alleen in bedwang gehouden door een breeden donkeren band om het hoofd, zooals we dat allenf van Sufcanne Lenglen kennen. Haar leeftijd is moeilijk te schatten: ze is niet jong en niet oud. Zij zal tusschen de 40 en de 70 jaar zijn. Hijgend komt ze binnen en torst een zware tasch en dito reticule, die ze met een zucht van verlichting op een der vele zitbanken legt. Ze negeert volkomen, mdan ook abslouut volkomen, de vele nieuwsgierige, meèlijwek kende en ook wel spottende blikken, die op haar geworpen worden. Ze komt hier niet voor de menschen, maar voor de dieren! Als ze even uitgeblazen is. opent ze haar reticule en haalt er een handvol etenswaren uit; ik zie in haar groezelige hand stukjes brood, biscuit, apennootjes .blaadjes groen, zaden, enz. Regelrecht loopt ze met vluggen tred naar de kooien met de vele mooie uitheemsche vogels, waarbij er zijn. wier snavels nog groo- ter zijn dan het heele lichaam. De schrandere dieren zien haar al van verre aankomen. Ze krijschen haar toe en vliegen naar het traliewerk, waar ze met hun pooten aan blij ven hangen en openen gretig hun bek voor het lekkere hapje, dat de juffrouw hun heel voorzichtig tusschen de snavels legt. Ze schijnt ook precies te weten welk voer elke vogelsoort moet hebben. Nauwkeurig geeft ze den eenen gevederden vriend een stukje brood en den anderen een blaadje groen. Als de vogels juist het tegen overgestelde uit haar handen willen trekken, jaagt zij ze even weg, maar doet ook dit uiterst voorzichtig. Zij wil hun vriendschap behouden! Weldra staat een groote kring van belang stellenden om haar heen. Allen hebben schik om het zonderlinge menschje, die een groote dierenvriendin blijkt te wezen. En terwijl zij, alles om zich heen vergetend, bedrijvig langs de kooien trippelt en de vogels toespreekt, kijkt één der toeschouwers even nieuwsgierig in haar tasch en reticule. Die zijn nog stampvol. Hij ziet. er nog banaen, appels, peren en zelfs stukjes vleesch. Haar liefde gaat dus blijkbaar ook uit.naar de dieren, die zich niet met een biscuitje in het riet laten sturen! Van de vogels gaat ze naar de apen, de ze de nootjes in de vuile handen steekt. Soms lijkt het, of ze de eeuwig grlmmassen-maken- de dieren de hand drukt. Hoé het zij: de juffrouw meent geroepen te zijn om de taak van het Artis-bestuur. wat het voederen der dieren betreft, te moeten verlichten! En als de Vereeniglng tegen het mishande len van dieren ooit er toe mocht komen, om onderscheidingsteekenen uit te reiken, dan komt deze Juffrouw er stellig het eerst voor in aanmerking. nOOGE PASSAGIER VOOR DE INDIë- VLUCHTEN. Het A.LD., „de Preangerbode" meent te we ten. dat de gouverneur van de Straits Settlements, Sir Cecil Clement! In het najaar na een kort bezoek aarr Europa per K.L.M. van Amsterdam naar Singapore zou vliegen. KUNSTSUBSIDIE VAN PRINSES JULIANA. Prinses Juliana heeft gedurende drie jaar een bijdrage toegezegd voor de restauratie van de Groote Kerk der Ned. Herv. Gemeen te te Breda, lezen wij in het „Vad." Heden: MAANDAG 29 SEPTEMBER Schouwburg Jnnsweg: De Vereenigde Schouwspelers in ,J3e Rozenkrans", 8 uur. Concertgebouw: Ensemble Bouber in „Na than heeft mazzel". 8 uur. Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind" en expositie van het Tuberculose-museum. 25 en 89.30 uur. Palace: „Om het kind". Tooneel: Tholen en Van Lier. 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Gevangcnisleed". Too neel: 4 Nescows (acrobaten). 8 uur. Rembrandt Theater: „Liefd-es Parade". Tooneel: Ernst Scharff (musical act). 7 en 9.15 uur. DINSDAG 30 SEPTEMBER Groote Kerk: Orgelbespeling 8.159.15 u. Concertgebouw: Ensemble Bouber in „Na than heeft mazzel". 8 uur. Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind" en expositie van het Tuberculose-museum. 25 en 89.30 uur. Bioscoopvoorstellingen. Teyler's Museum. Spaarne 16, Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. toegang vrij. yeisen: Raadsvergadering. 7 u. nam, zie een heer aan komen, zeer correct gekleed in een blauw jasje, lichte -pantalon en wandelstok

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5