uiKe
4
MOLEN VAN PIET....
...MOULIN ROUGE.
MUZIEK
LANGS DE STRAAT.
AGENDA.
HAAP.LEM'S DAGBLAD MAANDAG 29 SEPTEMBER 1930
TWEEDE BLAD
j'
(Per gastvrij autoverkeer.
door D. ZIJLSTRA.
Een langzame tram vervoert mij naar
de Schelde. Ik sta op de kade als
voor een duisteren afgrond en luis
ter naar het geloei van een
Oceaanstoomer, naar het zuivere
carillon en naar de ver beneden mij breken
de golven. Als ik mij omkeer sta ik voor een
stalletje waar patates frites verkocht wor
den. Ik verzoek om een grooten zak en het
smaakt mij heerlijk, 't Verwekt alleen steeds
meer dorst en zoodoende loop ik een tingel
tangelend cafétje binnen. Het bier is er wat
schraal, maar verder is er weinig verschil
met een dergelijke gelegenheid hier te lande.
Na een uurtje toevens wandel ik naar Monico
toe en constateer daar. dat het verkeer in
middels veel drukker is geworden Als ik mijn
hooge kamer bereikt hebt en het moede li
chaam op het bij uitstek schoone bed uit
strek, raast Antwerpen beneden nog steeds
als een zee. Het blijkt een slaapliedje te zijn
zonder weerga.
Den volgenden morgen is mijn eerste gang
naar een barbier. Hij neemt niet genoegen
met een eenvoudige scheerpartij, maar be
handelt mijn gezicht en haar op alle moge
lijke verfijnde manieren. Omdat het bijzon
der verkoelend is laat ik hem zijn gang maar
gaan; toch kan ik een gevoel van spijt niet
onderdrukken, als hij mij de som noemt wel
ke zijn arbeidsloon zou zijn. Hij krijgt er nog
een kleinigheid bij en is dan gelukkig verder
sprakeloos van verbazing over de prompte
betaling.
Per tram ga ik vervolgens naar Oude God
(Vieux Dieu) waar juist een enthousiaste
markt aan den gang is. Door een aanplakbil
jet verneem ik, dat binnenkort op een mee
ting Jef de Vos (gebroodroofd onderwijzer)
zal spreken. Peinzend over de treurige toe
standen daar gebruik ik mijn ontbijt aan
den kant van den weg.
De eerste de beste wagen is dan lang niet
de eerste de beste: het is een Imperial Six
120463. die op weg is naar Brussel. Haar eige
naar is een heer die zeer moeilijk Vlaamsch
spreekt, doch ik houd zoolang mogelijk aan
mijn moedertaal vast. De wegen zijn buiten
gewoon lang en recht en het wordt hier en
daar mooi: er komt wat meer glooiing in
het terrein. De kathedraal van Mechelen
verrijst boven de boomen, maar van dichtbij
krijg ik hem niet te zien, daar wij om de stad
heen rijden.
Brussel binnenrijdend kom ik terstond on
der den indruk Het is alles wel zeer groot en
ruim: een hotel van 8, en een brasserie van
10 verdiepingen, een verkeer dat verrassend
druk is en Fransch, eindelijk niets dan
Fransch. Ik ga, na het afscheid van mijn
Imperialist, in één van die brasseriecn 14 ct.
verbrassen, waarvoor ik een heerlijk koele
drank ontvang. Ik merk dat mijn Hollandsch
er nog uitstekend begrepen wordt, ook door
den tramconducteur, die mij op den weg
naar Mons (Bergen) af zal zetten. Wij tram
men de boulevards af, die eindeloos lang zijn
en heuvel-op, heuvel-af gaan. Het duurt cir
ca drie kwartier eer ik mij in een snikheete
straat bevind, die den weg naar Mons moet
zijn. Een „volkszwemdok" is hier blijkbaar de
gelegenheid waar de door de hitte geteister
de Brusselaren zich op laten kalefateren.
Doorloopen maar.
Nu sta ik buiten Brussel en er is geen scha
duw en veel zon. Na een uurtje stopt de eer
ste Ford 43211 en hij brengt mij 4 kilometer
verder maar in de schaduw. Buick 1575
haalt mij er echter weer uit en zet mij na
5000 meter neer op een mijlpaal -- in de
steeds Zuidelijker zon. Ik heb nog altijd geen
Fransch behoeven te spreken en krijg nu al
len tijd om een paar fraaie zinnetjes te pre
pareeren. Inderdaad is Renault 37834 uitslui
tend Fransch, maar mijn succes is niet groot,
want na weinige kilometers zijn wij reeds
in Hal. Wel sta ik hier bij een spoorwegover
gang te wachten, maar die gaat bijna nooit
dicht, zoodat de auto's ongehinderd door
kunnen rijden. Uit verveling probeer ik twee
stemmig te fluiten en dit wordt ook nu een
fiasco. Een jongetje spreekt mij tot m'n ver
bazing in vloeiend Fransch aan en wij con
verseeren zonder moeite en zonder dat wij
elkaar begrijpen tot zijn Maman roept en de
dorpsstilte volkomen is. Ik ben er van over
tuigd Parijs nooit te zullen bereiken en wenk
lusteloos naar de weinig auto's. Zij rijden
door. Ik uit hardop één Hollandsche vloek en
dat geeft lucht maar geen koelte. Het blijft
brandend heet. Parijs
„En u heeft zeker een trein gemist
vraagt de heer, wiens chauffeur. Robert, voor
mij gestopt heeft. Ik zamel al mijn Fransch bij
elkaar en verklaar hem dat dit een manier
van reizen op zich zelf is. Hoewel hij mij be
grijpt beproeft hij, als wij weer rijden, of het
Engelsch mij beter afgaat. Het blijkt van
niet. Dan maar Duitsch. Ik vertel hem mijn
wedervaren en hij vindt het wel een aardig
denkbeeld. Het verheugt hem en mij niet
minder, dat hij mij naar Mons kan brengen.
Hij is Monsieur F. Cattier uit Brussel. Die
naam zegt mij op dat oogenblik weinig; la
ter. op de terugreis, zal ik het genoegen heb
ben er meer ^.'er te hooren.
In Mons brengt hij mij op den goeden weg
en dan wenschen wij elkaar: Auf Wiedersehn!
A ship that passes in the night (Chrysler
105636). Die zie ik natuurlijk nooit weer te
rug. Wel jammer, maar het is niet anders
Mons heeft mijnbouw. Allerwege rijzen uit
het zachtglooiende land kleine Etna's op van
bergen uitgegraven steen. Ik ben hier in de
Borinage, waar Van Gogh indertijd gewerkt
heeft. Met de auto's is het anders weer niets
gedaan. Behagelijk tegen een beschaduwde
helling aanliggend zie ik ze stuk voor Suuk
voorbijgaan. Het zijn er niet veel: van 4 uur
tot half vijf noteer ik zes auto's richting Brus
sel en één richting Parijs. Op den verkeers
weg OudkarspelTuitjehorn is het drukker
om dezen tijd.
Er nadert een ijskarretje, dat vruchteloos
reclame maakt door middel van een kinder-
toetertje.
Even later zie ik
een heer aanko
men, zeer correct
gekleed in een
blauw jasje, lichte
pantalon met stroo-
hoed en wandel
stok. Het is de
plaatselijke postbo
de. Ik sta met
moeite op en ga
wat water vragen
bij een boerderijtje.
Men biedt mij bier
aan, maar daar ik
vermoed, dat dit
niets dan een be
leefdheidsformule
is, houd ik mij
maar aan het wa
ter. Inderdaad
wordt overal waar
ik om water vraag,
bier of koffie aan
geboden. Het is één van de weinige beminne
lijke karaktertrekken der Belgen, die ik heb
kunnen ontdekken.
Gelaafd als ik ben, besluit ik maar weer
eens te loopen, naar Hyon. De toestand blijft
er dezelfde: stil en warm. De F.A.I.O.V. vliegt
laag en binkend over. Ik maak een praatje
met een oud renteniertje hij begrijpt mij
wel, maar ik hem niet in het minst. En dan
stopt eindelijk toch een auto, in het rood,
met het type van den Franschman aan het
stuur. Hij brengt mij tot de Belgische douane.
Die doen achterdochtig, maar ik mag ten
slotte passeeren. Ik maak er voorloopig geen
gebruik van en blijf in het café wachten, op
de dingen die komen gaan. Het lichte bier
kost daar 9 cent per glas en het smaakt als
donker. Op den heirweg AmsterdamParijs
is niets te zien. Er heerscht een dorpsstilte,
waartusschen de douaniers kleine glaasjes
drinken en groote pijpen smoren. Teneinde
raad besluit ik maar eens bij de Fransche
douane te kijken, die een kilometer verder
gelegerd is. Deze vragen mij wat ik in Frank
rijk kom doen; toch geen werk zoeken? Ik
stel hen gerust en hoor dat de dichtstbijzijnde
plaats, Maubeuge, 8 kilometer ver is. Ook is
er volgens hen een onweer op komst.
Als ik 100 M. afgelegd heb op den warmen
asfaltweg stopt eigener beweging een auto
naast mij. De chauffeur trekt de deur reeds
open en vraagt waar ik heen wil. Hij brengt
mij op mijn verzoek ten spoedigste naar Mau
beuge. Maar als ik eens om mij heen kijk en
zijn uiterlijk, zijn pet vooral eens opneem,
kom ik tot de conclusie, dat ik hier met één
van de grootste vijanden van den autopara
siet te doen heb, nml. met een taxi-chauf
feur. Dat kan een leuke scène geven in
Maubeuge. Ik neem mij voor de onwetende
te spelen en prevel, nadat hij op het markt
plein gestopt heeft, en het portier voor mij
heeft opengemaakt, iets van: dank U ten
zeerste en tot wederziens! Groot Nis mijn
opluchting als hij, glimlachend, eenvoudig
antwoordt: „Au revoir"! Het blijkt niets dan
een Fransch-beleefde vriendendienst geweest
te zijn!
Maubeuge is een kleine provinciestad. Het
is een vesting en, net als Naarden, altijd
zoo'n beetje het slachtoffer geweest van de
knellende forten om haar heen. De Sambre,
de voornaamste zijtak van de Maas, stroomt
Ik hoor. buiten ttoee vrouwen kijven
er met een paar luidruchtige stroomver
snellingen door. Er zijn genoeg hotels, maar
die zijn allemaal vol op één dure kamer na.
in hotel de la Poste. die men voor mij
heeft vrijgehouden. Ik wandel het stadje
een paar keer door, drink een biertje met
een gemoedelijken Vlaam, die evenwel gauw
weer naar huis moet, noteer het adres van
het Crédit Lyonnais, waar ik morgen mijn
geld zal gaan wisselen en verdwijn dan
schielijk onder de koele lakens, teneinde
krachten op te doen voor de zware dagen
die mij nog wachten.
Het ontwaken is eigenaardig. Ik hoor bui
ten twee vrouwen kijven en ben er. al doe
zelend, volstrekt zeker van, dat ze Hol
landsch spreken. Ik versta duidelijk: „denk
je dat ik gek ben, dacht je soms dat ik daar
in zou loopen?" maar als ik door het open
raam naar buiten kijk. blijken het twee ras
echte Francaises te zijn, van wier hoog
gaande ruzie ik niets versta. Toch treed ik
als arbiter op. want zij gaan natuurlijk di
rect gezamenlijk mij uit staan lachen en
vertrekken vervolgens arm in arm, als de
beste vriendinnen, naar huis.
Nadat ik wat geld gewisseld heb, koop ik
voor een nieuw vodje papier ter waarde van
50 cent een overvloedig ontbijt en gebruik
dat buiten Maubeuge, op een grooten kei
steen gezeten. Het is alweer niet druk, maar
men stopt gewilliger dan gisteren. Iedereen
gaat echter juist niet den kant van Aves-
ne, mijn richting uit. Eén heer komt me
met uitgebreide Michelin-kaarten voor den
dag en legt mij tot drie keer toe nauwkeu
rig uit waarom zijn plaats van bestemming
niet in mijn richting ligt. Als ik hem einde
lijk heb weten over te halen om in vredes
naam maar zonder mij te vertrekken, nadert
het groote oogenblik van mijn heenreis. Er
komt om den hoek een groote t-oerauto aan
suizen. Ik zie een chauffeur in livrei en
achterin een mijnheer en mevrouw. Rijk aan
ervaring op dit gebied wensch ik de eer voor
dit maal aan mijzelf te houden en steek
zelfs geen hand uit. Toch stopt de wagen 50
meter verder met spoed. De chauffeur stapt
uit en wenkt hij wenkt naar mij! Ik
draaf er naar toe en steek mijn hoofd doo~
het raampje om het gewone verzoek te
doen.
„Sie haben es nicht weit gebracht", glim
lachte de heer in den hoek. Het is monsieur
Cattier, dezelfde heer van gisteren, ditmaal
vergezeld van zijn vrouw! Hij heeft boven
dien zijn Chrysler voor iets nog schooners
verwisseld en daarom herken ik hem niet.
Ik mag natuurlijk meerijden en neem naast
Robert plaats.
„Waar gaan jullie vandaag naar toe?",
vraag ik hem zijdelings.
„A Paris!" klinkt het uit drie monden te
gelijk.
Parijs! Ineens naar Parijs! Het is bijna
niet te gelooven: ruim tweehonderd vijftig
kilometer langs deze prachtwegen, in dit be
minnelijke gezelschap en dan la Ville Lu-
mière
Ik lach hardop van vreugde en kan nauwe
lijks enkele woorden vinden om mijn plezier
te uiten. Mevrouw Cattier zegt dat ik wei
„la bonne chance" heb. Ik ben het natuur
lijk heelemaal met haar eens, want ik vergeet
op hetzelfde moment alle vervelende oogen-
blikken en geniet volop van het prachtige
heden. Wij rijden langs de eindelooze rechte
wegen van Noord-Frankrijk, bekend uit de
„Groote Parade"; een paar kilometer heuvel-
op, een paar heuvel-af. Heuvel-op rijden wij
tegen de honderd, heuvel-af eigenaardig ge
noeg ruim tachtig.
Midden op een recht, vlak stuk verrijzen
een paar gendarmes uit het niet: wij stop
pen en zij vragen naar de papieren. Robert
geeft die van de auto en dan willen zij de
passen zien.
„Passeport diplomatique", hoor ik achter
mij zeggen. De gendarmes salueeren eer
biedig en ik trek mijn hand weer uit mijn
binnenzak: voor het eerst van mijn leven reis
ik onder diplomatieken vlag.
Het uitzicht wordt nu steeds mooier. De
heuvels zijn overdekt met graanvelden, soms
vuurrood van de klaprozen. Ik vraag of die
hier gekweekt worden, maar er blijkt ook
nog koren tusschen te groeien. De plaatsen
die wij passeeren lijken sterk op elkaar:
grauw en stoffig, met hier en daar een ruïne
uit den oorlog. Het maakt een armelijken
indruk: men heeft in vele gevallen geen
geld om de zaken weer op te bouwen. Mon
sieur Cattier wijst mij de puinhoopen van een
kazerne. De stukken muur zijn werkelijk
doorzeefd met kogelgaten. Men begrijpt niet
hoe hier iemand levend uit is kunnen komen.
St. Quentin is de groote plaats. Mijnheer en
mevrouw Cattier zijn zoo vriendelijk mij uit
uit te noodigen hier de lunch met hen te
gebruiken, wat ik natuurlijk volgaarne aan
neem. Het heet petit déjeuner en 't wordt
besproeid door een petit vin, die prachtig
smaakt. Met de onvermoeide hulp van gast
heer en gastvrouw kan ik mijn aandeel in
de conversatie wel zoo wat leveren en het ge
heel is buitengewoon gezellig.
De lange afstanden komen nu. Na St.
Quentin is er een stuk van veertig kilometer
waar geen huis te bespeuren valt. Ik huiver
bij de gedachte, dat ik hier wel eens had
kunnen staan zonder auto. En die mogelijk
heid zou heel groot geweest zijn, want het
is stil op den weg en de wagens die er rijden
zijn volgeladen toeristenauto's of vracht
auto's van twintig kilometer in het uur.
ST. AUGUSTINUS-ORATORIUM
Zaterdagavond is hier ter stede het vijf
tiende eeuwfeest van St. Augustinus her
dacht met de uitvoering van het Augustinus
Oratorium van Jan Nieland in het Gemeen
telijk Concertgebouw. Van de vertolking,
welke geschiedde door de Amsterdamsche
R.K. Oratoriumvereeniging met medewer
king van het Concertgebouw-orkest en als
solisten Louis van Tulder (tenor) als
Augustinus. Jo Vincent (sopraan) als Moni
ca en Willem Ravelli (bariton) als Possi-
dius, onder leiding van Theo van der Bijl en
met Willy Francois als organist heeft bij de
uitvoering te Amsterdam onze muziekrecen
sent, de heer Karei de Jong een uitvoerige
beoordeeling gegeven. Wij mogen ons wat de
uitvoering te Haarlem betreft dus daaraan
referee ren, in de overtuiging, dat de presta
ties hier ter stede niet ondergedaan zullen
hebben voor die in de hoofdstad.
Het publiek was niet zoo talrijk, als men
met het oog op het belang van het werk
verwacht zou hebben, doch wij kunnen toch
zeggen, dat de zaal goed bezet was. En de
uitvoering bracht de bezoekers tot enthou
siasme.
Voor het begin reeds klonk een hartelijk
applaus, toen tot veler verrassing de Bis
schop van Haarlem, mgr. J. D. J. Aengenent,
gevolgd door zijn secretaris, den eerwaarden
heer Pichot en eenige andere geestelijken,
binnentrad.
Ben korte inleiding werd gegeven door
j Rector N. Th. Vlaar, die den Bisschop en de
assistent-geestelijken verwelkomde, voorts
j een groet richtte tot de civiele autoriteiten,
I waarvan hij in het bijzonder noemde prof..
A. A. M. A. Steger, lid der Eerste K$mer, en
de vertegenwoordigers der R.K. organisaties,
speciaal den voorzitter en secretaris van het
Gomité van Katholieke Actie te Haarlem.
In het kort schetste de spreker de betee-
kenis van de herdenking van den Heilige.
„Welk een groot man moet hij geweest zijn",
zei rector Vlaar, „dat wij nu nog zijn 15de
eeuwfeest vieren".
Daarna 'werd het oratorium uitgevoerd err
met stijgend succes. Aan het einde van het
tweede deel toonde het publiek zich zoo op
getogen, dat de componist, de heer Jan Nie
land, die in de zaal was, op het podium ge
roepen werd en hem een ovatie gewerd. De
heer Nieland liet terecht solisten, koor, or
kest en dirigent in de hulde deelen.
En ook aan het einde was de bijval uit
bundig. De uitvoering is zeer geslaagd.
ONZE GESTOORDE 1071 M.-GOLF
HEDEN EEN PROEFNEMING MET 298 M.
Onze 1071 Meter golf van den omroep wordt
sinds ruim een week hevig gestoord door het
omroepstation Oslo in Noorwegen.
Ten behoeve van het verkrijgen van de noo-
dlge technische gegevens zal nu Maandag 29
September des avonds van 8.45 uur tot 9 15
uur Nederlandsche zomertijd een proefneming
worden gehouden door den betrokken zender
in de programma's aangegeven als Hulzen.
Het programma van de N.CR V. zal be
houdens enkele technische opmerkingen en
vragen over de proefneming door den omroe
per, gewoon worden afgewerkt. Om ongeveer
8 45 uur zal de golflengte van 1071 Meter tot
298 Meter teruggebracht worden en zal ge
durende een half uur op deze golflengte
worden gewerkt. Daarna wordt teruggegaan
op 1071 Meter.
Alle Nederlandsche luisteraars worden ver
zocht uitsluitend per briefkaart te rappor
teeren aan het adres: Nederlandsche Draad-
looze Omroep, postbus 19. Hilversum, en op
deze briefkaart de volgende twee vragen te
beantwoorden
1. Verkiest U volgens deze proefneming als
omroepgolf des avonds de 298 Meter golf
boven de gestoorde 1071 meter golf.
2. Nam U bij de proefneming nog storingen
op 298 Meter waar van andere stations? Zoo
ja. welke waren dat? Alleen die te noemen, die
stoorden bij normale afstemming. Op de brief
kaart niets anders te vermelden dan de ant
woorden op bovengenoemde vragen.
V.A.R.A.-BESTUUR BIJ DE
CONTR6LE-COMMISSIE.
DE GRIEVEN UITEENGEZET.
De heer Lebon. bestuurslid van de VA.R.A.
heeft Zaterdagavond voor de microfoon mede
gedeeld, dat het V.A.R.A.-bestuur Donderdag
een conferentie heeft gehad met de radio
controlecommissie over de censuur-quaestie
De commissie heeft de grieven van het be
stuur aangehoord en het is nu afwachten wat
de commissie zal doen.
Het bestuur zeide een goed verstandhou
ding tot verschillende radio-instanties te
wenschen. Het zal zich echter blijven ver
zetten tegen ter-inzage-zending van politieke
redevoeringen, niet alleen uit prlnclpleele,
maar ook uit practische overwegingen, om
dat verscheidene sprekers hun redevoeringen
niet op schrift stellen.
GENOEG OM EEN WINKEL
TE BEGINNEN.
GESTOLEN GOEDEREN TE ENSCHEDé.
ALs gevolg van het voortgezet onderzoek
door de politie naar de dievenbende, die te
Enschedé den laatsten tijd in in verschil
lende magazijnen haar slag heeft geslagen,
zijn thans in totaal aangehouden 14 personen
van wie 6 ter beschikking van de Justitie
zijn gesteld, meldt de Tel.
Een deel hunner pleegde de inbraken,
terwijl de anderen zich belastten met den ver
koop der gestolen goederen in verschillende
plaatsen van Twente. Tot nu toe konden in
beslag genomen worden: 41 paar schoenen
19 colbert-costumes, 6 winterjassen, 3 regen
jassen en 3 pantalons. Door eenige van de
daders is ook bekend, dat zij hebben inge
broken in een sigarenkiosk te Enschedé en
in het kantoor van een metaalhandelaar te
Lonneker.
ONTSLAG VAN NEDERLANDERS
IN DUITSCHLAND.
DE REGEERING IS WAAKZAAM.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Ketelaar betreffende het instel
len van een onderzoek in verband met een
aan de Nederlandsche arbeiders aan de mijn
„Alstaden", toebehoorende aan de Hibernla-
Concern te I-^ern, gestelden eisch om zich als
Duitscher te laten naturaliseeren, heeft de
minister van Buitenl. zaken geantwoord, dat
deze eisch aanvankelijk gesteld was, doch is
ingetrokken.
De minister maakt van deze gelegenheid
gebruik om tevens mede te deelen. dat in den
laatsten tijd, ten gevolge van de economische
verhoudingen in West-Duitschland, talrijke
Nederlandsche arbeiders worden ontslagen.
Voor wat betreft de ontslagen Nederlandsche
mijnwerkers heeft zijn ambtgenoot van Ar
beid, H. en N., pogingen in het werk gesteld
om de arbeiders, die daarvoor geschikt zijn,
bij de Nederlandsche mijnen te plaatsen. Deze
pogingen hebben thans tot een gunstig resul
taat geleid.
Betreffende het werken van Nederlandsche
arbeiders in Duitschland zullen waarschijn
lijk binnenkort officieele besprekingen wor
gden gehouden tusschen vertegenwoordigers
der beide Regeeringen.
DE INBRAAK TE BARENDRECHT
NOG 4 PERSONEN GEARRESTEERD.
Over de inbraak te Barendrecht meldt de
Tel. nog, dat, toen de Rotterdamsche recher
cheurs in de Maasstad waren teruggekeerd,
de burgemeester van Barendrecht weer op
belde ten einde de namen en woonplaatsen
van niet minder dan vier medeplichtigen op
te geven. Deze personen zijn daarop van hun
bed gelicht en naar Barendrecht overge
bracht om ter beschikking van den burge
meester aldaar gesteld te worden. Het waren:
een 27-jarige loswerkman, een 23-jarige zee
man, een 29-jarige fabrieksarbeider en ee$
23-jarige arbeider,
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cts. per regel.
STOFZUIGERHUIS MAERTENS
BARTELJOR IS STRAAT 16 TEL. No. 10756
Apex Klop-Veeg-Stofzuigers f 175.
De dierenvriertdin.
In het Vogels- en Apenhuls in Artis.
Het is er geweldig druk, want het is nog
September en dan mogen de „inwoners van
Amsterdam" voor het bagatel van vfjf-en-
twintig cents kijken naar al het moois en
merkwaardigs in den populalren Amster-
damschen dierentuin.
Ik zou ze echter niet graag allen de kost
willen geven, die als provinciaal de controle
passeeren. Weliswaar staan op een groot bord
bij den ingang de woorden: „Toegang voor
stadgenooten 25 cent", maar zoo nauw neemt
men 't er niet mee. Op de stereotype vraag
van de beheerders der tourniquets: „woont U
in de stad?" antwoorden alle bezoekers be
vestigend, ook al zijn er bij, die eenige kee-
ren den weg gevraagd hebben naar de Plan
tage Kerklaan. waar de ingang is!
Welke Amsterdammer zou Artis niet kunnen
vinden!
Enfin, de controleurs begrijpen en gelóóv.en
het wel, ook al antwoordt een juffrouw in
haar verbouwereerdhckl eerst „neen" en da
delijk daarop, terwijl zij een hoogroode kleur
krijgt, „ja zeker!"
De juffrouw, die bij haar komst in het
Vogels- en Apenhuis zoo plotseling de aan
dacht tot zich trekt, woont blijkbaar wél in
Amsterdam. Zij schijnt wel eiken dag te ko
men. want behalve de oppassers kennen ook
de dieren haar.
Zij draagt een tot op den grond hangenden
pelerine van zwaar laken en is blootshoofds.
Haar kortgeknipte, ordelooze grijze haren
worden alleen in bedwang gehouden door
een breeden donkeren band om het hoofd,
zooals we dat allenf van Sufcanne Lenglen
kennen.
Haar leeftijd is moeilijk te schatten: ze
is niet jong en niet oud. Zij zal tusschen
de 40 en de 70 jaar zijn.
Hijgend komt ze binnen en torst een zware
tasch en dito reticule, die ze met een zucht
van verlichting op een der vele zitbanken
legt.
Ze negeert volkomen, mdan ook abslouut
volkomen, de vele nieuwsgierige, meèlijwek
kende en ook wel spottende blikken, die op
haar geworpen worden.
Ze komt hier niet voor de menschen, maar
voor de dieren!
Als ze even uitgeblazen is. opent ze haar
reticule en haalt er een handvol etenswaren
uit; ik zie in haar groezelige hand stukjes
brood, biscuit, apennootjes .blaadjes groen,
zaden, enz.
Regelrecht loopt ze met vluggen tred naar
de kooien met de vele mooie uitheemsche
vogels, waarbij er zijn. wier snavels nog groo-
ter zijn dan het heele lichaam. De schrandere
dieren zien haar al van verre aankomen.
Ze krijschen haar toe en vliegen naar het
traliewerk, waar ze met hun pooten aan blij
ven hangen en openen gretig hun bek voor
het lekkere hapje, dat de juffrouw hun heel
voorzichtig tusschen de snavels legt.
Ze schijnt ook precies te weten welk voer
elke vogelsoort moet hebben.
Nauwkeurig geeft ze den eenen gevederden
vriend een stukje brood en den anderen een
blaadje groen. Als de vogels juist het tegen
overgestelde uit haar handen willen trekken,
jaagt zij ze even weg, maar doet ook dit
uiterst voorzichtig. Zij wil hun vriendschap
behouden!
Weldra staat een groote kring van belang
stellenden om haar heen. Allen hebben schik
om het zonderlinge menschje, die een groote
dierenvriendin blijkt te wezen.
En terwijl zij, alles om zich heen vergetend,
bedrijvig langs de kooien trippelt en de vogels
toespreekt, kijkt één der toeschouwers even
nieuwsgierig in haar tasch en reticule. Die
zijn nog stampvol. Hij ziet. er nog banaen,
appels, peren en zelfs stukjes vleesch.
Haar liefde gaat dus blijkbaar ook uit.naar
de dieren, die zich niet met een biscuitje in
het riet laten sturen!
Van de vogels gaat ze naar de apen, de ze
de nootjes in de vuile handen steekt. Soms
lijkt het, of ze de eeuwig grlmmassen-maken-
de dieren de hand drukt.
Hoé het zij: de juffrouw meent geroepen te
zijn om de taak van het Artis-bestuur. wat
het voederen der dieren betreft, te moeten
verlichten!
En als de Vereeniglng tegen het mishande
len van dieren ooit er toe mocht komen, om
onderscheidingsteekenen uit te reiken, dan
komt deze Juffrouw er stellig het eerst voor
in aanmerking.
nOOGE PASSAGIER VOOR DE INDIë-
VLUCHTEN.
Het A.LD., „de Preangerbode" meent te we
ten. dat de gouverneur van de Straits
Settlements, Sir Cecil Clement! In het najaar
na een kort bezoek aarr Europa per K.L.M.
van Amsterdam naar Singapore zou vliegen.
KUNSTSUBSIDIE VAN PRINSES JULIANA.
Prinses Juliana heeft gedurende drie jaar
een bijdrage toegezegd voor de restauratie
van de Groote Kerk der Ned. Herv. Gemeen
te te Breda, lezen wij in het „Vad."
Heden:
MAANDAG 29 SEPTEMBER
Schouwburg Jnnsweg: De Vereenigde
Schouwspelers in ,J3e Rozenkrans", 8 uur.
Concertgebouw: Ensemble Bouber in „Na
than heeft mazzel". 8 uur.
Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind"
en expositie van het Tuberculose-museum.
25 en 89.30 uur.
Palace: „Om het kind". Tooneel: Tholen
en Van Lier. 7 en 9.15 uur.
Luxor Theater: „Gevangcnisleed". Too
neel: 4 Nescows (acrobaten). 8 uur.
Rembrandt Theater: „Liefd-es Parade".
Tooneel: Ernst Scharff (musical act). 7 en
9.15 uur.
DINSDAG 30 SEPTEMBER
Groote Kerk: Orgelbespeling 8.159.15 u.
Concertgebouw: Ensemble Bouber in „Na
than heeft mazzel". 8 uur.
Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind"
en expositie van het Tuberculose-museum.
25 en 89.30 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
Teyler's Museum. Spaarne 16, Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. toegang vrij.
yeisen: Raadsvergadering. 7 u. nam,
zie een heer aan
komen, zeer correct
gekleed in een blauw
jasje, lichte -pantalon
en wandelstok