INGEZONDEN. BURGERLIJKE STAND HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 22 SEPTEMBER 1930 Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie Jtich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet terug» gegeven. DE VLOOTWET-ACTIE. De vlootplannen der regeering zijn reeds vele weken geleden aangekondigd en ter kennis gebraoht van ons geheele volk. Nog ateeds zoeken de voorstanders dezer plan nen naar argumenten om deze misdadige liefhebberij te kunnen verdedigen. Dat zij' daarbij ver ten achter liggen bij de tegen standers dier plannen, zal een elk verstan dig mensch, die weet wat in de historie is geschied en in de toekomst nog gebeuren kan, onmiddellijk toegeven. Het wachten was dus op een argument, hetwelk nu eens de deur zou dicht doen. Een argument, dat zou klinken als een klok en al die weekhartige menschen den mond zou snoeren. Het is er gekomen. In het blad van 17 dezer komt een zekeren heer vaa Diemen met een verdedi ging van het vlootplan als een schitterend object voor werkloosheidsbestrijding. Geen gemoedsinwerkingen waarde lezers, Immers 'n vloot van verouderd type zal in geval van oorlog over een jaar of 15 nooit op de vlakte verschijnen, vanwege haar hoogen ouderdom of verregaanden staat van ontbinding. Neen, deze vloot blijft binnen. Ze verschijnt niet ten strijdtooneel om te vechten om de eer van het land te redden. Onze militaire machts hebbers zullen, zachtmoedig als zij zijn, de menschen niet aan onnoodig gevaar bloot stellen wanneer zij van te voren weten, dat zij in een ommezien van tijd naar de haaien zijn! Deze vloot is alleen gebouwd uit een oogpunt van werkloosheidsbestrijding en daarom kan ieder mensch, die het met de werkloozen goed meent aan die plannen zijn steun niet onthouden. Wat een zeldzaam be* krompen begrip houdt de heer van Diemen er op na. Van productieve werkverschaffing heeft hij misschien nimmer iets gehoord. Onvrucht bare streken van ons land, die in vruchtbare gebieden zijn veranderd blijken den inzender onbekend te zijn. Nooit gehoord van aanleg van wegen en kanalen, bouwen van brug gen en tunnels, drooglegging van gebieden, welke aan ons schaarschwordende landbouw - bezit werden toegevoegd, al deze zaken van zooveel nut voor onze bevolking die dank zij een productieve werkverschaffing en werk verruiming tot stand konden worden ge bracht, zij zijn den heer van Diemen onbe kend. Men moet zinneloos zijn om te beweren dat het vervaardigen van een hoop oud roest een schitterend object voor werkloosheidsbe strijding zou zijn. Voor deze wijze van werk loosheidsbestrijding hebben de arbeiders, die daarvan z.g. voordeel ondervinden niet de minste bewondering. Dit moge toch wel de massale betoogin gen in Amsterdam en Rotterdam hebben be wezen. Doch het ergste is wel wat de in zender aan het slot van zijn epistel verhaalt. Om in het pogen van een hoofdbestuur eener moderne organisatie om de belangen der leden te behartigen, een inconsequentie te zien, is toch wel een volslagen gebrek aan kennis der juiste feiten. Al is men tegenstander van een leger en vloot, zooals wij die hier in ons land kennen, houdt zulljs dan in, dat men de menschen direct en indirect bij dezen dienst betrokken, bij opheffing daarvan de laan uit kan sturen, wanneer men zulks be lieft. Ik weet niet welke betrekking de heer Van Diemen bekleedt, doch ik zou graag eens willen weten of de inzender, ingeval zijn patroon na jarenlangen dienst mocht vinden, dat zijn functie overbodig was geworden, zich zou laten welgevallen, dat hij zonder meer met een opzegging van 8 dagen op straat werd gezet. De Bond van Overheidspersoneel telt vele duizenden leden in dienst van Gemeente en Rijk. Voor al deze menschen mag hij bij de Overheid hun belangen bepleiten, doch voor de leden werkzaam bij de Artillerie-inrich tingen is zulks volgens de opvatting van oen heer v. D. niet geoorloofd. Het zal den heer Van Diemen allicht niet bekend zijn, dat door de S.D.A.P. een ontwapeningsvoorstel voor eenige jaren geleden bij de Kamer is Ingediend met volledige instemming van het geheele N.V.V. Dit ontwapeningsvoorstel is verworpen. Ware het aangenomen, dan zouden honderden leden der Moderne organisatie hierbij betrokken zijn geweest. Evenwel is toen door de Soc. Democraten bij de behan deling van dit voorstel in de Kamer en ook ln het bekende Ontwapenlngs-rapport. gezegd dat voor hen, die ten gevolge van deze ont wapening hun beroep niet meer konden uit oefenen, dus overbodig werden, een behoor lijke regeling moest worden getroffen, wat ook het geval is, indien iemand vele jaren in Rijks- of Gemeentedienst heeft doorge bracht. Misschien vindt de heer van Diemen het gek, dat een werkman aan de Hembrug gelijk berechtigd behoort te zijn t.o.v. zijn mede-arbeider in dienst van Gemeente of andere Rijksinstellingen. Doch menschen, die even hun verstand gebruiken, zullen dit vol komen begrijpelijk vinden en maken dan ook niet zulke waanzinnige conclusies als waar toe de Inzender in zijn groote onwetendheid of naïviteit geraakt. Met dank voor de plaatsing, F. C. GIES. DE VLOOTWET EN NOG WAT. Geachte Redactie, Sta mij toe op deze wijze adhaesie te be tuigen met den inhoud van het ingezonden stuk van den heer I. J. de Rooy van Spaarn- dam, over het ontwerp-vlootwet, opgenomen in uw blad van Dinsdag 16 September 11. Het kan niet genoeg belicht worden, hoe onnoozel de denkbeelden der voorstanders van bewapening en uitbreiding van bewape ning voor oorlogsdoeleinden feitelijk zijn, hoe vernuftig zij dan ook zijn uitgesponnen. JuLst hierin schuilt het groote gevaar. Het is altijd een gevaar voor ons men schen, gesuggereerd te kunnen worden tot uitingen onzer lagere hartstochten en tot die wel het meest. Iedere Geestelijke en Be dienaar des woords, is hier zeker wel van overtuigd en zij kennen ook de middelen ter aanspreking van menschlievende uitingen wel en passen die in hunne voorlichtingen ook wel toe. Als men bedenkt welk een macht ten goede er kan en ook zou dienen uit te gaan van de kerken, waar men zegt „God te dienen", meet het verbazen, dat het thans, 2000 jaar nadat Christus zijn kerk op aarde gest<£ht heeft, nog tot uitingen van de allergruwe lijkste aller hartstochten, den oorlog kan komen. Bewijst dit dc juistheid mijner op merking betreffende het gevaar tot ge makkelijke opwekking der lagere hartstoch ten, of hapert hier iets aan den juisten in vloed der predikers. „God is Liefde", „hebt Hèm lief bovenal en uwe naasten als uzel- ven"? Als die invloed waarlijk overheer- schend was, zou oorlog tot de onmogelijkhe den behooren. Maar wat ondervindt de mensch in den loop der tijden? Niets dan (vooral sinds de gezegende techniek de meest geraffineerde bedenksels uitwerkt om onze naasten zoo spoedig en zoo gruwelijk mogelijk naar de andere wereld te persen, of alierjammerlijkst, hemeltergend te ver minken) herhaling op zóo'n onmenschelijke wijze, dat ieder die „God is Liefde" èn naas tenliefde in zijn denkbeeldig vaandel voert, zich wel eens af mocht vragen; in hoeverre heb ik door mijne handelingen daar adhaesie mee betuigd en wat deed „ik", om dit satans- werk mede te voorkomen? Ga „ik" niet door, „God is Liefde" mede te vertrappen en naas tenliefde tot een berekening van belangen te doen voortduren, tegenstrijdig aan wat maar naar Liefde ruikt? Het net van belangen, waarin wij gevangen zitten, omstrikt ons zóó verwarrend, dat er maar weinigen zijn dien het gelukt een maas te ontdekken, groot genoeg om er het hoofd door te steken en op de verwarring neer te zien. Onze tegenstrijdige belangen houden van zelf strijd in, maar die belangenstrijd, binnen menschwaardige beperking gehouden be hoeft in een maatschappij als tot heden op gebouwd, volstrekt niet tot uitingen van de allergruwelijkste onmenschelijkheid, oorlog, te leiden. Zij, wien door het voilk de macht gegeven is te regeeren, moesten krachtens den wil van dat volk, dat géén oorlog wenscht, maar „vrede", met de hun gegeven macht trachten te voorkomen en zij, die „zoo zeker wéten", dat God Liefde is en naastenliefde onze plicht, moesten regeerders en diplomaten tot hun kerkgenootschap of sub-geestelijke vereeniging behoorende, eens extra voorgaan in die Liefde en wijzen op de noodzakelijk heid, naastenliefde in praktijk te brengen, door oorlogen onmogelijk te maken. Zoo de grooten doen, doen helaas maar al te vaak de kleinen. Ieder raadplege zijn geweten en verantwoordelijkheid en smore die niet om vuil gewin. Er zijn er die om vuil gewin, hoewel reeds overvloedig en ten koste van het volk in overdadige weelde ba dend, zich niet ontzien, dat volk ter slacht bank, oorlog, te voeren. Het is de walgelijk ste belangen (?)jagerij millioenen afschu welijk te doen afslachten, afgrijselijk te doen verminken; vrouwen, kinderen, grijsaards, onschuldige bewoners van steden, dorpen en gehuchten, de vreeselijk-ellendige gevolgen van den oorlog te doen ondergaan. Geld met of zonder bloed, maar geld, geld, méér geld! De meeste hunner blijven zelve buiten schot door het pad der hazen te kiezen als het begint te spannen; zij lijden geen ge brek en moeten zij al eens een offer aan magere Hein brengen, welnu, geld is een zoet winstje. Maar je kunt er Goddank, nooit langer op broeden dan het magere Hein belieft. En die komt soms onverwacht te vroeg, of juist op tijd, al naar men het be schouwt. Geleden schade en schande schijnt geen les die velen beneden de oppervlakte hunner belangen en hartstochten aangrijpt en zoo ziet men maar weer lustigjes bewapenen met middelen die een volgenden oorlog pro- voceeren moeten, een oorlog, den vorigen in gruwelijkheid en wreedheid verre overtref fend. Ook Nederland heet weer behoefte aan uitbreiding en verfijning van oorlogstuig te hebben en 120 onschuldige millioenen gul dens, door belastingbetalers opgebracht, zul len, indien het aangenomen wordt, voor eenig oorlogsspeelgoed onttrokken worden aan de uitgaven voor waarachtig edele doeleinden. En dat, terwijl de troonrede gewaagde van „noodige versobering en beperking", er som bere klanken luiden omtrent de gevolgen der wereldcrisis voor 's Rijks financiën. Onbegrijpelijk, 120 millioen voor eenige sardineblikjes, a la het merk wat nu bij de manoeuvres op de Noordzee rondzwalkt en bij eenig onstuimig weer een angstwekkend en intreurig schouwspel van totale onbruik baarheid in gevaar oplevert. Aardige parade - scheepjes op een kalme zee en aan den wal, maar onbruikbaar voor het zoo nobele doel. Men overwege of men aan het verknoeien van 120 millioen voor dat doel, al of niet zijn goedkeuring zal hechten. Moge hierin de schijn voorkomen van vroomheid op een presenteerblaadje of in ernst gemeend, laat mij even mogen zeggen, dat ik vrij van deze bevliegingen ben, maar ze terwille der verhandeling, in de kraam te pas vond. Moge deze vlootwet struikelen en vallen! Met veel dank voor de plaatsing. Hoogachtend. F. EEKHOF. Heemstede, 17 Sept. 1930. WAARIN EEN KLEIN VOLK GROOT KAN ZIJN. Dat door de binnenkort in de Tweede Kamer te behandelen „Vlootwet" de gedach ten aan oorlog en oorlogsellende weder iïr ons vermenigvuldigd worden mag niet ver wonderlijk genoemd worden. Daarbij is mis schien één der meest op den voorgrond tre dende gedachten: hoe is het mogelijk dat nog steeds voortgegaan wordt met oorlogstoe rusting en oorlogsvoorbereiding nadat we er nog betrekkelijk kort geleden zoo de ellende in velerlei vorm van gezien hebben en nog steeds ondervinden. Wie wil eigenlijk oorlog? Wie of wat is er mee gebaat? Het antwoord op deze vragen kan luiden; vrijwel niemand en niets. Wordt een oorlog dan verklaard voor een zaak waarvoor een groot deel van de natie (zonder vooraf op velerlei wijze mis leid en opgehitst te zijn) bereid is zijn of haar leven te wagen of desnoods te geven. Evenmin. Bovendien wordt door oorlog een zaak. hoe billijk en rechtvaardig ook- niet altijd beslist in het voordeel van dengene die gelijk heeft. (Voorbeelden overbodig, voor het grijpen). Want oorlog staat gelijk met het z.g. „recht" van den sterkste, een „rechts orde" dus nog voorafgaande aan het oog om oog en tand om tand; of wel tot den oertijd. Hoe is het. dan mogelijk dat nu nog, in een wereld waarin ruim negentien eeuwen het Christendom weerklonken heeft, waarin reeds gerulmen tijd een internationale orga nisatie bestaat waarvan de leden elkaar als kameraden beschouwen, enz. enz., het gevaar voor oorlog niettemin niet denkbeeldig ge noemd mag worden. Deze vraag te beant woorden is natuurlijk niet zoo eenvoudig en zekér niet in enkele woorden samen te vat ten. Maar de daarop volgende vraag: Hoe is oorlog in de toekomst (wie weet hoe nabij die toekomst misschien al is) afdoende te voorkomen is z.i. wel eenvoudig te beantwoor den en daarop kan het antwoord luiden: door ontwapening. En laat Holland daarin desnoods het voorbeeld geven (of is Dene marken reeds gedeeltelijk voorgegaan?). Dit is iets waarin een klein volk een voor beeld kan geven van groot vertrouwen in de buurstaten, in de mede-christenen en last not least ln den Volkenbond. Met dank voor de plaatsing J. H. STEENSMA. Heemstede, 18 September 1930 DE VLOOTWET. EN DE GEMEENTELIJKE SCHUIL PLAATSEN. Geachte Redactie, Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer Van Diemen in het avond blad van heden verzoek ik u beleefd nog het volgende in uw blad te willen plaatsen. Waar genoemde heer deze zaak slechts van den financieelen kant beschouwt wil ik mij in hoofdzaak ook slechts tot deze zijde van de zaak bepalen. Tot geen enkele partij be hoorende kan ik deze kwestie zonder voor- oordeelen beschouwen en is dus ook mijn be oordeeling niet aan banden gelegd. Het standpunt van den heer Van Diemen, dat zich hier een mooie gelegenheid voordoet de toenemende werkloosheid het hoofd te bieden, wil ik in dit geval ook zelfs zonder commentaar aanvaarden; maarzou het dan niet verkieslijker zijn een andere bron van werkverschaffing te zoeken? Wat zou genoemde heer bijvoorbeeld zeg gen indien elke plaats van eenige betee- kenis ertoe overging zoo'n prachtige schuil plaats tegen bom en gas aanvallen te maken? Hoeveel jaren van arbeid zou dat niet met zich medebrengen? Draagt dit niet tenslotte een meer defensief karakter? Mij lijken oorlogsschepen toch altijd nog gevaarlijke dingen, vooral zoolang er nog menschen zijn die hun naasten lief hebben gelijk hun zelve, maar desniettemin nog altijd graag en met zekere trots een uniform dragen. Neen wij Nederlanders moeten als klein volk een groot voorbeeld geven. het voorbeeld van Denemarken nationale ontwapening. Te meer daar wij in de geluk kige positie verkeeren dit te kunnen doen, waar wij als militair e mogendheid toch altijd bij onze buren in het niet zullen zin ken en er voor ons dus ook niets te verliezen valt. Ik voor mij wil wel bekennen niet te behoo ren tot die groep van oorlogshelden, maar tot de lafaards die echter nog juist den moed hebben de consequenties van een eventueele nationale ontwapening te aanvaarden. Bij voorbaat mijn beleefden dank voor de plaatsing. Hoogachtend, Uw abonné, H. BRUNS. WAARSCHUWING AAN HET NEDERLANDSCHE VOLK. De communisten verklaren openlijk, dat zij leger en vloot onbetrouwbaar willen maken. Hun doel is de burgeroorlog als voorbereiding voor de bolsjewistische overheersching. Ook de sociaal-democraten willen de weer macht als steun voor het huidige staatsgezag onbetrouwbaar maken en aldus Nederland onder hun gezag brengen. Vele voorstanders van nationale ontwape ning verbergen hunne zuiver communistische of sociaal-democratische bedoelingen onder christelijke of andere pacifistische leuizen. Anderen weer prediken de afschaffing van de weermacht zonder er zich om te bekomme ren, wat de gevolgen daarvan zullen ziin. Allen verklaren nochtans het gevaar voor oorlog groot te achten. Zij beschuldigen de tegenstanders van een zijdige ontwapening er van op oorlog aan te sturen. In Nederland wenscht niemand oorlog, behalve de communisten. Algemeen wil men den vrede bevorderen, doch de voor- en tegenstanders van eenzijdige ontwapening verschillen van meening inzake de wijze, hoe men dat moet doen. De voorstanders willen het doen voorkomen, of het oorlogsgevaar door ontwapening van Nederland en zijne koloniën zal worden vor- minderd. Zal één der groote mogendheden tot be perking van bewapening, laat staan alge- heele ontwapening overgaan, als Nederland het voorbeeld zou hebben gegeven? Integendeel, als die belangrijke geografische objecten onbewaakt zijn, zal er in tijden van spanning een wedloop ontstaan onder de omliggende rijken om die voor hen zoo ge wichtige punten te bezetten. Een onverdedigd Nederland en een onbe veiligd Nederlandsch-Indië zullen het ont staan der spanning verhaasten, de spanning vergrooten. Hier een uitvalspoort voor hef, eene. p.pti in valspoort voor het andere land. In Azië een eilandenrijk, waardoor zich het wereldverkeer tusschen Oost- en West-Azië samendringt, het eilandenrijk met de voor de omliggende rijken zoo onontbeerlijke petro- leumvoorraden. Een onvoldoend beveiligd Nederland of een onvoldoend beveiligd Ncderlandsch-Indië is een gevaar voor den wereldvrede. Wat ook de motieven van de voorstanders van eenzijdige ontwapening zijn, allen bren gen koren op de communistisch en mo.enl Allen verzwakken al dan niet opzettelijk het moreel van de weermacht en voorzien niet de ellende, die overeenkomstig de com munistische bedoeling voor het Nederland- sche volk daaruit moet voortspruiten. Luistert daarom niet naar de lokstem van hen, die eenzijdige ontwapening propageeren. Het Centraal Comité tot waar schuwing tegen Eenzijdige Ontwapening. KERK EN VREDE. Geachte Redacteur, Met verontwaardiging las ik in uw blad van Donderdag een ingezonden stuk van uw abonné, den heer J. Meyer, en omdat ik weet, dat hij maar voor een klein deel van de Christelijke ouders spreekt, vraag ik eenige plaatsruimte, 't Blijkt, dat de heer M. de Vereeniging „Kerk en Vrede'" niet kent, an ders zou hij deze vereeniging niet qualifi- ceeren als een die 't gezag ondermijnt. Is dan volgens den heer M. het zoeken naar en het bevorderen van den vrede, nog wel door de kerk, een ondermijnen van het gezag? Ik ver onderstel dat de heer M. zich onder de Christenouders schaart en met z'n kinderen dus wel eens gesproken zal hebben over den vrede, die het geloof geeft. Denkt de heer M. nu, dat deze vrede ver kregen wordt door niet het leven er naar te richten. Denkt hij, dat het kinderlijke geloof sterker wordt, wanneer het kind des Zondags over zulk een vrede hoort prediken en op school wordt voorgegaan, dat het zoo prach tig is opgeleid te worden om zijn mede- mensch te dooden, hetgeen toch niet uit vredelievendheid gebeurt. Blijft dan voor mijnheer M. den weg naar het verkrijgen van dien geestelijken vrede bestaan, wanneer de aardsche vrede in het tegendeel is omgezet en ontaard is in een menschenslachterij. Jammer dat er nog zulke ouders als de heer M. zijn, want zelfs een oorlog als de laatste leerde hen nog niets. Arme kinderen, wier ouders het Christelijk onderwijs wenschen in zulk een militairistischen geest naar het militairisme toe, dat een onderwijzer, die lid wordt van de vereeniging „Kerk en Vrede" ontslagen moet worden. Hoe kan zulk een ouder zich Christen-ouder noemen. O, mijnheer M., weet u dan niet, dat juist dat wat u de wereld noemt, zoo hunkert naar een woord en vooral naar een daad van de kerk; en niet begrijpt waarom de kerkelijke mensch zoo'n ruzie en tweedracht, zelfs al in eigen kring, zoekt en niet meer voorbeeld geeft voor den vrede. Ik hoop, dat niet alleen ieder Christen-on derwijzer, maar ook ieder Christen-ouder lid wordt van „Kerk en Vrede". Met vriendelijken dank voor de plaats ruimte. een abonné, J. DE SMALEN, Jan Steenstraat 83. GEMEENTELIJKE DIENST LICHAMELIJKE OPVOEDING In het tijdvak 1—15 September zijn In de Gemeentelijke Zweminrichtingen 16915 baden genomen, verdeeld als volgt: Houtvaart: Mannen vrouwen Abonné's 1160 797 35 ets. baden 49 29 10 ets. baden 201 181 Vereenigingsbaden 381 134 Schoolbaden 712 393 Kostelooze baden 2778 3382 Totaal: 5281 4916 Delft:' Abonné's 35 ets. badien 10 ets. baden Vereenigingsbaden Schoolbaden Mannen vrouwen 1893 2027 117 90 451 436 94 84 1072 454 Totaal: 3627 3091 DE ARBEIDERS SPORTBOND. In De Centrale werd een drukbezochte ledenvergadering gehouden van de afdeeling Haarlem van den Ned. Arbeiders Sportbond, onder leiding van den voorzitter den heer F. C. Gies. Mededeeling werd gedaan van de verrichtingen in de afgeloopen maanden. De actie voor de zwemschool in het Slachthuis kwartier zal binnen enkele dagen worden stopgezet, voor zoover dit het verzamelen der handteekeningen betreft. Honderden hoofden van gezinnen hebben het verzoekschrift van den Sportbond gesteund, wat binnenkort aan den Raad der Gemeente Haarlem zal worden toegezonden. Op voorstel van het bestuur werd besloten de afgevaardigden naar het Congres van den Bond, hetwelk ge houden zal worden op 4 en 5 October te Arnhem, vrij mandaat mede te geven. De vergadering benoemde tot afgevaardig den naar dit Congres de heeren F. C. Gies en C. Gerritsen, respectievelijk voorzitter en secretaris der afdeeling. In de vacature van mevr. Kramer werd bij de bestuursverkiezing gekozen de heer J. Prins VOLKSONDERWIJS. Door de afdeeling Haarlem en Omstreken van Volksonderwijs wordt Maandag a.s. een ledenvergadering gehouden in het gebouw van de Nijverheid. Op deze vergadering zal o.m. in behandeling komen de beschrijvings brief voor de Algemeene Vergadering en zullen afgevaardigden moeten worden geko zen. Verder zal een inleiding gehouden wor den over Vacantiebezigheden voor school kinderen. OPENLUCHTSCHOOI. Bij raadsbesluit van 30 April werden eeni ge bepalingen vastgesteld voor de eerstdaags te openen openluchtschool aan den Midden weg. B. en W. stellen thans voor die bepa lingen aan te vullen en op te nemen in een afzonderlijke verordening. GYMNASIUM B. en W. vragen een crediet van 4700 ter vernieuwing van een gedeelte van 'het meu bilair van het Gymnasium. VOORBEREIDEND ONDERWIJS B. en W. stellen voor mej. F. A. de Jong te benoemen tot onderwijzeres aan de voorbe reidende school 4 (Cornells van Noor straat). IIET ADRESBOEK B. en W. stellen voor af te wijzen het ver zoek van de N.V. Uitgeversmaatschappij „Haerlem" om subsidie te verleenen voor de uitgave van het adresboek van Haarlem, omdat die uitgave, blijkens de exploitatie rekening, winst heeft opgeleverd. BOUWTERREINEN B. en W. stellen aan den raad voor te verkoopen: Aan H. W. Robin 378 M2. grond aan de Perseusstraat (tegen 15.50 per M2.) om daarop 3 woonhuizen te bouwen. Aan de Mij. „IJsbrand" 1667 M2. grond aan het Junoplantsoen (tegen 16 per M2. om daarop 10 woonhuizen te bouwen. Aan C. de Wijten 151 M2. grond (tegen f 18 per M2.) aan den Verspronckweg, dien hij nu in erfpacht heeft, Met een variatie op „ln Holland staat eert huis" zouden wij kunnen zeggen „Te Rotter- dam staat een boom". Deze Rotterdamsche boom heeft de belangstelling van alle Rot terdammers, omdat hij, zooals u ziet staai tusschen de tramrails en daar blijft staan. De heele Coolsingel is opgeruimd maar de boom niet. Het tramverkeer schijnt in Rot- terdam door boomen heen te rijden^ PRAAGSCHE BELANGSTELLING VOOR AMSTERDAM. Wethouder J. ter Haar Jr., van Amster dam heeft te Praag een lezing gehouden over Amsterdam. De belangstelling van de zijde der autoriteiten was overgroot. HET GEVAAR VAN BOVENGRONDSCHH NETTEN. Zaterdag Is het 11-jarig zoontje van P. G. Schabing te Breezand op het erf der woning gezeten op een rijwiel, verward geraakt in een der draden van de huisaansluiting van het electrisch, net, welke draad was losge raakt. Het duurde eenigen tijd voor de jon gen kon worden bevrijd. Toen bleek dat hij reeds door den stroom was gedood. A. C. A. VAN VUUREN 25 JAAR KAMERLID. De heer A. C. A. van Vuuren heeft Zater dag onder veel belangstelling zijn 25-jarig jubileum als lid van de Tweede Kamer voor de R. K. Staatspartij gevierd. DE CHR. DEM. UNIE TEGEN DE VLOOTWET. Het hoofdbestuur van de Christelijk De mocratische Unie heeft een adres aan den ministerraad gezonden waarin het op over wegend principieele gronden stelling neemt tegen de Vloötwet-Deckers en intrekking van het ontwerp vraagt. Aan de Tweede Kamer wordt gevraagd, ora^ indien de regeering tot het laatste niet be-! reid is het ontwerp te verwerpen. INDISCHE PERSSTEM OVER DE TROONREDE. De Locomotief noemt, blijkens een Aneta- telegram, de troonrede als werkprogramma! van het derde Ministerie Ruys de Beeren- brouck poover, ontoereikend en teleurstellend. Zekerheid dat alle krachten worden ingespan nen om land en volk de ongunst der tijden zoo goed mogelijk te doen weerstaan brengt zij niet. Zelfs ontbreekt iedere aankondiging van concrete voornemens. Het blad eindigt aldus;] „Deze troonrede is schriel, schraal en onbe vredigend en brengt Ned.-Indië slechts onbe.* hagen, twijfel en bezorgdheid". HAARLEMMERMEER Bevallen: A. van der Laanv. d. Avoïrt, d. M. J. Loogmanv. d. Kroft, d., J. C. van Tol- Stroombergen, z., H. MöhlenZemel, d-, T. van AlphenKarei, d., J. MoensPaarlberg, z., G. K. van StaverenLaan, d., A. de Koker v. d. Linden, d., P. L. Bosvan der Weele, z., H. van BlitterswijkStoker, d., C. van Mil van der Poel, d., H. SplinterOussoren, d., G. HolEijk, d., J. T. van Schievan Steen, d., C. W. E. Leij dekkerMichielse, d., J. W. OostwouderLuijt, z., N. H. Hagenvan der Spek, d„ J. de Ruitervan Tol, z.. C. G. Baak- Dolieslager, levenl. z., S. EilanderVerburg, d., N. Vorkde Vries, z., G. A. van Ameron- genWiardi, d. Ondertrouwd: A. van der Wiel 26 j. en J. Romeijn, 25 j., A. L. Kroes, 30 j. en F. Bir- kemeier, 27 j., C. Smit 30 j. en J. M. Smit 23 j., C. L. Enzlex 23 j. en L. Eijk, 23 j. Gehuwd: A. Olijerhoek, 26 j. en L. Zelden- thuis 19 j., J. van den Berg 23 j. en K. Been, 20 j. L. E. van Rossum 33 j. en J. M. P. Meeu- wig 28 j. M. de Koter 29 j. en J. Raams 22 j. Overleden: Grietje Lewis 73 j. wed. van J. Stapel, Nicolaas Zoet, 57 j., geh. met G. v. d. Hoorn, Pieter Biesheuvel, 68 j. geh. met J. van Ar kei. De Rotterdamsche „Bijenkorf" aan het einde van den Coolsingel nadert zijn voltooiing. De wanden worden gebouwd, grootendeels uit glas.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 22