BUITENLIND
DE NIEUWE OOSTENRIJKSCHE REGEERING.
LANGS DE STRAAT.
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 1 OCTOBER 1930
TWEEDE BLAD
Twee Heimwehr ministers leden van het kabinet.
Dr. Seipel's plannen.
Belangrijke redevoeringen te Genève
van Briand en Curtius.
Het Duitsche regeeringsprogram.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
De Weensche kabinetscrisis is voorbij.
Vaugoin is er in geslaagd een minderheids-
regeering te vormen. De regeering ziet er als
volgt uit:
Vaugoin: Bondskanselier en minister
van Oorlog;
Schmitz: vice-kanselier en Sociale
Zaken; deze was voordien >minister van Bui
tenlandsche Zaken;
Dr. Seipel: Buitenlandsche Zaken;
Starhembe r g: (Heimwehrleider)
Binnenlandsche Zaken;
H b e r: (eveneens Heimwehrleider)
Justitie;
Heinl: Handel; deze portefeuille had hij
ook in het vorige kabinet;
Juch: Financiën, evenals in het vorige
kabinet;
Czermak: behoudt de portefeuille van
Onderwijs;
Thaler: blijft minister van Landbouw.
Vaugoin leed aanvankelijk een zware
nederlaag, door de weigering der Groot-
Duitschers en van den Landbond, om aan
de regeering deel te nemen. Deze nederlaag
wordt echter weer goedgemaakt, door de
medewerking van twee Heimwehr leiders.
Ook de Heimwehren hadden ais van ouds
geweigerd om, welke regeering dan ook, te
steunen. Wij hebben reeds eenige malen ge
schreven over de Weensche kwestie en daar
bij steeds in het oog gehouden van welk èen
groote beteekenis het was, dat een uiterst
rechtsch-geörienteerd bewind in Oostenrijk
georganiseerd werd. Het. deed er eigenlijk
niet veel toe, of er al dan niet leden van de
Heimwehren in het kabinet werden opge
nomen, daar Vaugoin, Oostenrijk's huidige
kanselier, zijn sympathie voor deze organi
satie nimmer onder stoelen of banken heeft
gestoken. Het feit dat de Heimwehren hun
oude standpunt, om aan geen enkele regee
ring medewerking te verleenen, hebben los
gelaten rechtvaardigt de
veronderstelling. dat
hun aanzienlijke con
cessies zijn aangebo
den
Dr. Seipel, die thans
weer minister van bui
tenlandsche zaken is,
heeft verzekerd dat
Schober's buitenlandsche
politiek voortgezet moet
worden. Het is nog maar
de vraag in hoeverre de
verwezenlijking van dit
plan mogelijk zal zijn.
Want de aanwezigheid
van twee Heimwehr-
ministers in de Oostenrijksche regeering is
toch altijd meer of minder compromittant en
verhoogt zeker niet de credietwaardigheid
van het land!
L. A.
Volkenbond.
Opzienbarende redevoering
van Briand.
Briand.
GENèVE, 30 Sept. (V. D.) De Fransche mi
nister van buitenlandsche zaken Briand
heeft hedenmiddag tot ieders verrassing ten
tweeden male op de huidige volkenbondsver
gadering een groote redevoering gehouden.
In deze redevoering zeide Briand o.m. het vol
gende:
De stelling van Frankrijk in de ontwape-
ningskwestie is tot dusverre door den prac-
tischen kant bepaald geworden. Ik neem de
verantwoording voor mijn vaderland op mij
en kan derhalve de beslissende problemen
niet op zuiver theoretische basis stellen.
Wanneer in 1924 het protocol van Genève zou
zijn aangenomen, zou thans geen enkele re
geering de ontwapening vertragen, sindsdien
is de totale toestand veranderd. Ieder land
heeft zich in bescherming moeten stellen te
gen nieuwe verrassingen. Bovendien heeft
men gepoogd door andere maatregelen alge-
meene betrekkingen te scheppen, door ver
dragen. arbitrage-overeenkomsten en ten
slotte door het Kellogg-pact.
Voor den oorlog was het leger van Frank
rijk 881.000 man sterk bij een driejarigen
diensttijd. Thans heeft Frankrijk bij een
diensttijd van een jaar nog slechts 557.000
man te verwachten. Frankrijk heeft dus, al
dus Br-and verminderd met 45 pet. Dit
wordt hier slechts geconstateerd om recht
vaardig te zijn voor de zaak van Frankrijk.
Intusschen echter zijn groote veranderin
gen geschied, en hebben woorden van haat
en dood algemeen de aandacht getrokken.
Moet men werkelijk geen rekening houden
met deze feiten. Mag men thans den regee
ringen weigeren veiligheidsmaatregelen te
nemen.
Onder de huidige veiligheidsvoorwaarden
moeten en mogen de volkeren niet ontwa
penen, anders wordt een nieuwe crisis voor
bereid. In Europa heerscht op het oogenblik
nieuwe verontrusting. Een groot vraagteeken
is thans in Europa ontstaan. Morgen eerst
zal men de verdere ontwikkeling kunnen
zien. Thans staat slechts vast, dat een ver
dere ontwapening niet meer mag plaats vin
den.
Er bestaan nog zekere misverstanden tus-
schen Frankrijk en de bevriende nabuurlan
den. Men zal echter in een broederlijken
geest trachten om ondanks alle moeiilijkhe-
den deze misverstanden uit den weg te rui
men, ten einde tot een overeenkomst met
vriend en nabuur te komen.
Frankrijk zal zijn tot dusverre ingenomen
standpunt ook verder handhaven.
Rede van minister Curtius.
Na Briand nam onmiddellijk de Duitsche
minister van Buitenlandsche Zaken. Dr.
Curtius, het woord. Allereerst zeide hij dat
Duitschland bij de stemming over het Ont-
wapeningsbesluit blanco gestemd heef:, ten
einde aannemen van dit besluit mogelijk te
maken.
Vervolgens zette Curtius nogmaals het
Duitsche standpunt inzake de ontwapening
uiteen. Hy herinnerde er aan. dat in 1928
besloten werd tot het bijeenroepen der al-
gemcene ontwapeningsconferentie. De Duit
sche regeering wil daaraan vasthouden en
de ontwapeningsconferentie in 1931 bijeen
roepen.
Ik spreek al
dus Curtius als
vertegenwoordiger
van het geheele
Duitsche Volk,
wanneer ik de
handhaving van den
Vrede beschouw als
een vermindering
van bewapeningen.
De weg van Briand
is arbitrage, veilig
heid. wereldont
wapening. De Duit
sche is juist daar
aan tegenoverge
steld.
Curtius. Veiligheid kan
volledig verkregen worden bij doorvoering
der ontwapening. Een zelfde opvatting van
het veiligheidsprobleem is reeds door den
Engelschen minister van Buitenlandsche
Zaken en door den vertegenwoordiger van
Italië in den Volkenbond uiteengezet. Zonder
ontwapening bestaat er geen veiligheid. Dat
beteekent echter niet, dat Duitschland stelling
neemt tegen het veiligheidsprobleem. Het
Duitsche standpunt is volstrekt positief.
Duitschland heeft medegewerkt aan den op
bouw van den vrede in Locarno, en bij het
tot standkomen van het Kellog-pact. Duitscfii-
land heeft steeds de eerste plaats ingeno
men en zal steeds een eerste plaabs innemen
in den strijd om de handhaving van den
vrede en voor alLes om het verwijderen
van alle sporen van den oorlog.
Men mag op het oogenblik niet over het
hoofd zien, dat een groote golf van veront
rusting niet alleen over Europa, doch over
de geheele wereld gaat. Allereerst moeten
daarom de regceringen in eigen huis orde
scheppen en de sociale en economische oor
zaken van den onrust uit den weg ruimen.
Vervolgens echter bestaat er een gemeen
schappelijke verplichting van alle mogend
heden om mede te werken aan het over
winnen der internationale oorzaken van deri
onrust. Niet op den weg van niet nakoming
der verdragen kan men dezen onrust bestrij
den.
Nadrukkelijk moet ik vaststellen, aldus Cur
tius, dat de voornaamste oorzaak van dezen
onrust, waaraan Briand in zijn rede zoo
vaak gerefereerd heeft, in het feit ligt, dat
op het oogenblik nog geen ernstige wil be
staat tot ontwapening.
De verklaringen van Dr. Curtius werden met
krachtigen bijval ontvangen.
Tenslotte sprak nog graaf Apponyi, die in
lossing der onlwapeningsbelofte vroeg.
De Memelkwestie voorloopig
bijgelegd.
GENèVE, 30 Sept. (V.D.) De Volken-
bondsraad heeft hedenmiddag het meest ur
gente deel van de Memel-kwestie behan
deld.
De Duitsche minister van Buitenlandsche
Zaken Dr. Curtius, die als vertegenwoor
diger van de Duitsche Rijksregeering deze
kwestie aan den V.B.-Raad voorlegde, deelde
mede, dat hij bij zijn besprekingen met den
Litauschen Minister van Buitenlandsche Za
ken tot overeenstemming is gekomen. In
overleg met Zaunius legde hij een verklaring
af, volgens welke twee van de drie leden van
het Memeier directorium moeten worden
vervangen door persoonlijkheden, die gere-
cruteerd zijn uit de meerderheidspartijen van
den ontbonden Landdag. De Memeier kies
districtscommissie en de Kiesrechtcommissie
dienen voorts, volgens de algemeen geldende
grondbeginselen der parlementiare pariteit
gereorganiseerd te worden en slechts kies
recht mogen verleenen aan de personen, die
uit het Memelgebied afkomstig zijn. De
vrijheid van drukpers, van het woord en van
vergadering dient onvoorwaardelijk gega
randeerd te worden.
Zaunius heeft aan deze verklaring zijn
goedkeuring gehecht.
De rapporteur Hambro (Noorwegen) bracht
den betrokken partijen dank voor den geest
van verzoening, waarvan zij blijk hebben
gegeven en verklaarde, dat hij in de Januari
zitting van den V.B.-Raad rapport zal uit
brengen over de overige punten der door
Duitschland aangevoerde bezwaren, welke
belangrijke juridische of financieele kwes
ties raken.
Lord Cecil over de slavernij.
GENèVE. 30 September (VD.) In de
Volkenbondsvergadering heeft Lord Cecil he
den een krachtigen aanval gericht op de uit
stelmethoden van den Volkenbond bij de be
handeling van het Slavernij-probleem.
Hij verklaarde dat er nog ongeveer vijf mil-
lioen slaven op de wereld waren, en beklaagde
zich er over dat het voorstel der Britsche de
legatie tot het bijeenroepen van een interna
tionale Conferentie verworpen is door de
commissie en zeide het cttep te betreuren,
dat de Volkenbond zelf geen energieker stap
pen nam in dit verband.
Duitschland,
DUITSCHLAND'S REGEERINGS
PROGRAM.
De economische crisis.
BESPARINGSPLANNEN.
BERLIJN, 30 September (V.D.) Aan het
regeeringsprogram van het Kabinet-Brüning
ontleenen wij het volgende:
Het begint met een uitvoerig overzicht van
de crisis op economisch gebied, die zich na
den wereldoorlog heeft doen gelden. Reeds
spoedig bleek, dat de volkeren met hoogere
prijzen zouden hebben rekening te houden.
Het had den schijn, of Duitschland de uit
den oor logs- en den inflatietijd voortkomen
de moelij kheden met succes het hoofd zou
bieden door een enormen kapitaalstoevoer uit
het buitenland, die zelfs in de milliarden liep.
Deze periode is thans ander den rug en in
de plaats van den kapitaalsinvoer is de kapi-
taaluitvoer getreden, die noodzakelijk was om
de eenmaal aangegane verplichtingen na te
komen en de lasten van een verloren oorlog
te verlichten.
De ondersteuning der werkloozen is slecshts
een noodmaatregel, die alleen betrekking
heeft op de gevolgen, maar zich niet inlaat
met de oorzaken.
Niet hoogere belastingen, doch bezuinigings
maatregelen, verplichting der lasten en her
stel van het vertrouwen zijn de grondprinci
pes, waar men zich nu aan te houden
heeft.
De besparingen, voortvloeiende uit de sala
riskortingen worden voor het geheele Rijk
op 120 millioen Rijksmark geschat. Bij de
Rijksspoorwegen en de Rijksbank zullen ook
salariskortingen ingevoerd worden, zoodat
roor alles een saneering van de Rijks
spoorwegen te verwachten is. De Rijksre
geering hoopt dat het beamtben- en ambte
naarscorps, dat- den staat steeds een be
langrijke steun geweest is, ook in deze moei
lijke dagen tot een offer voor de algemeene
zaak bereid zal zijn.
Oe toestemming van de betrokken Rijks
departementen hiertoe is reeds verkregen.
Het zwaartepunt van de bezuinigingen is ge
legen in de bestuursuitgaven.
Het Rijksministerie voor de Bezette Ge
bieden, het Rijnlandcommissariaat, en de ver
tegenwoordiging van het Rijk in Beieren wor
den opgeheven.
Wat de landen en gemeenten betreft, zal
een dienovereenkomstige salarisherziening
moeten plaatshebben, terwijl bovendien ver
eenvoudiging van het bestuursapparaat, tot
vermindering der locale bestuursuitgaven zai
leiden.
Komende tot de belastingen deelt de re
geering mede, dat deze vereenvoudigd zai
worden. In de plaats b.v. van de tegenwoor
dige belastingen voor den landbouw, b.v. in
komsten-. rijksvermogens- en grondvermo
gensbelasting zal in de toekomst een eenheids
belasting komen voor inkomens tot 8.000
Mark.
Evenzoo wordt Invoering van een soortge
lijke belasting overwogen voor de kleine
neringdoenden. Door deze maatregelen zal
het aantal voor inkomstenbelasting in aan
merking komende belastingbetalers aanzien
lijk beperkt worden. Door de verhooging van
het betreffend limiet tot 20.000 Mark wordt
het aantal vermogens-belastingplichtigen
van ruim 1.7 millioen met meer dan de helft
verminderd. Voorts zullen ondernemingen
met een omzet van niet meer dan 5000 Mk.
geen omzetbelasting behoeven te betalen.
Door deze en nog enkele andere maatregelen
van dit genre hoopt de regeering veel te be
reiken.
Ook op woning- en huisvestlngsgëbied zul
len maatregelen worden genomen.
De Rijkshuurwet en de Huurdersbescher-
mingswet zullen per 1 April 1931 definitief
buiten werking treden. Door de nieuwe
methode van financiering van den woning
bouw zal het voor woningbouw bestemde deel
der huurbelasting ongeveer 400 millioen
Mark bedragen. De Duitsche landen zullen
in staat gesteld worden by bezit van huizen
de huishuurbelasting in de plaats van de
grondbelasting te verlagen. Al deze verlagin
gen moeten reeds voor 1 April 1931 plaats
hebben gehad.
De regeering wijst er dan op, dat er een
definitieve nieuwe regeling van de financieele
verhouding tusschen Rijk en landen moet
komen. Om deze voor te'bereiden is het reeds
thans noodzakelijk de grondslagen vast te
stellen.
De gemeenten zullen het recht verkrijgen
tot het heffen van een vrijen toeslag op de
inkomstenbelasting.
Engeland.
De a.s. Rijksconferentie in
Engeland.
LONDEN. 30 Sept. (V. D.) Heden zijn te
Downingstreet 10 de te Londen verblijvende
premier en delegatieleiders ter Imperiale Con
ferentie. byeengekomen voor een particuliere
gedachtenwissellng ten aanzien van de Con
ferentie.
Hedenavond zyn de voornaamste gedele
geerden door de regeering in Lancaster House
ontvangen, waar later een receptie, waar dui
zend genoodigden waren, gehouden werd.
Hedenavond is de Canadeesche premier R.
B. Bennett te Londen aangekomen.
Deze zeide in een interview, dat het niet
in het bizonder de op de constitutioneele po
sitie betrekking hebbende aangelegenheden
zyn, welke thans door de verschillende deelen
des Ryks moeten worden bestudeerd.
De handel en de economische aangelegen
heden zijn van het meeste belang en hier
door, aldus Bennett, moesten de betrekkingen
hechter worden gemaakt.
Bennett zeide voorts, dat hy een boodschap
van de Canadeezen overbrengt voor de be
volking van de Britsche eilanden, getuigend
van hun goeden wil en hun vaste vertrouwen,
dat de bclangryke by de Conferentie inge
diende vraagstukken ten voordeele van alle
deelen des Rüks zullen worden behandeld.
Zuid-Amerika.
Ecuador volgt het voorbeeld
der andere Amerikaansche
Staten.
President Ayora heeft het Congres mede-
deeld ,,dat hij onhcrroepeiyk aftreedt, na
dat dit het eenige middel is. om het land van
een crisis te redden". Verschillende militaire
leiders hadden er op aangedrongen, dat
Ayora zyn functie zou biyven waarnemen,
doch hy was hiertoe niet bereid.
Kolonel Carlos Guerrero is tot minister
van Binnenlandsche Zaken met den rang
van premier benoemd, waardoor hy overeen
komstig de grondwet, met het president
schap belast is.
De bevolking van Guyayqull is zeer opge
wonden, hoewel de orde bewaard bleef, toen
het aftreden bekend werd. In de straten werd
door groepen menschen druk het nieuws be
sproken. Alle troepen zyn geconsigneerd.
De thans afgetreden president is 51 jaar
oud en is door geboorte en huwelijk geparen
teerd met de aanzieniykste families in Ecua
dor. Hy beëindigde zyn philosophische stu
dies en begon daarna medicUnen te studee-
ren. Reeds op 22-jarigen leeftyd was Ayora
professor in de philosophie, vier Jaar later
behaalde hy zyn doctorstitel in medicijnen
en chirurgie.
yan 1905 tot 1909 bracht Ayora een bezoek
INGEZONDEN MEDEPFELINGEN
a GO Cts. per regel
Stofzuigerhuis MAERTENS
Barteljorisstr. 16 Tel. No. 10756
Alle merken Stofzuigers
aan Europa en na zyn terugkeer bekleedde
hy gedurende 16 jaar het ambt van profes
sor aan de universiteit te Quito. In 1916 werd.
de thans afgetreden president afgevaardigde
op 11 Januari 1926 lid van de militaire junta
en op 1 April da.v. president der republiek
Ecuador.
Hollywood in miniatuur
De eerste
Er is er hier In Holland ook al een, of In
ieder geval er kómt er een. Wat? Verwacht
u iets geweldigs!
Een klankfilm-gebouwt
Ik zal niet verraden waar het staat, mis
schien weet u het al en anders komt u het
gauw genoeg te weten. Maar lk wil den run
niet verhaasten, die er naar dat gebouw zal
komen, een run van al de onontdekte film
sterren, die Holland bezit. Teleurstellingen
komen altyd vroeg genoeg.
De weg naar de film is niet gemakkeiyk.
Ook de weg naar het klankfilmgebouw heeft
zyn moeiiykheden. Het ligt heel in een uit
hoek van een groote stad, een bootje brengt
u er heen. Water, schepen, fabrieksschoor-
steenen, nevelig in de verte stads-torens,
koepels.
Vlak voor het land van belofte legt het
bootje aan. Het filmatelier ziet uit over het
water; vooruit, naar links, naar rechts:
water. Echt Hollandsch. Als Je goed kykt,
ontdek je misschien ook nog wel ergens een
molen.
Maar ik kyk by aankomst ..het land" In,
den langen, hobbeligen, ten deele met gras
begroeiden weg op. die naar het gebouw leidt.
En daar. op dien langen weg. komt een klein
mannetje aan, een Jongen elgeniyk nog, hy
nadert doelbewust en beklimt de trappen van
het fllmgebouw.
Als ik even later binnenkom vind ik hem
in gesprek met den directeur.
Welke film-acteur In spé lukt het elders
zoo makkeiyk den directeur te spreken te
krygen! En nog wel dadeiyk!
Want Ja, de Jongen een klein mager
kereltje van misschien twintig Jaar, wil film
acteur worden. Zonder een com op zak is hy
uit den Haag gekomen, meerUdend met wel-
willende automobilisten. In Amsterdam was
hy naar Haarlem verwezen, in Haarlem weer
naar Amsterdam, hy heeft gezworven en ge
zocht. Maar nu is hy er.
„Maar. jongen, we beginnen hier pas", zegt
de directeur, „de boel is nog niet klaar, wat
wil je?"
Dat klinkt niet aanmoedigend. Maar de
jongen geeft het niet op. Hij heeft de vry-
moedigheid, de opgewonden welsprekend
heid van een die niets heeft te verliezen,
alleen maar wanhopig wenscht iéts te
winnen.
Hy zet zyn bolhoedje „komiek" op, draalt
zyn voeten naar buiten- en wandelt zoo op
den directeur toe. „Ziet u, net Charlie..,."
Het is komiek, maar een beetje triestig,
pijniyk komiek.
De directeur schudt glimlachend het hoofd.
„Heeft u heusch geen werk voor me? Iets
anders dan? Als electrlclen of zoo? Ik zoek
al zoo lang werk, ik verdien niets", klinkt het
triestig.
Ja, wat wil men? Een filmatelier Is geen
Inrichting voor liefdadigheid.
„Geef my Je adres maar", zegt de directeur,
„dan zullen wc later zien".
Welke sollicitant kent niet deze vage toe
komstbeloften?
Voor hij gaat krygt hy van den goedhar-
tigen directeur een broodje en een fleschje
melk. O, werkzoekende filmenthousiasten in
Hollywood en Neu BabeLsberg, wie bekom
mert zich daar om uw hongerige magen?
Men kan er zich niet om bekommeren, er
zijn er daar te veel.
Maar deze Jongen is nog maar alleen....
de voorbode van een legioen wellicht.
Ik sta weer op het bootje te wachten. Op
den langen, ongeiykon weg loopt weer de
jongen, Hy gaat nu terug. Voor het bootje
heeft hy geen geld, hy zoekt andere vervoer
middelen. Heelemaal naar den Haag moet hy
en gewonnen heeft hy niets. Met een Charlie-
gebaar neemt hy zyn bolhoedje voor me af,
hy biyft staan. „Gaat u mee dezen kant uit,
daar gaat ook een boot".
Maar ik schud van nee. Ik heb haast. En
danOch, om eeriyk te zyn, lk voel niets
voor een wandeling met hem. wy vrouwen
houden nu eenmaal niet van Charlie's
Hy gaat verder Hy loopt alleen op den
langen weg, een klein figuurtje, alleen ont
moedigd. Je ziet niet waar hy heen gaat....
Een Charlie uit het werkeiyke leven.
Wie volgt?
BEP OTTEN.
AGENDA.
Heden:
WOENSDAG 1 OCTOBER
Concertgebouw: Ledenconcert 8.15 uur.
Stadsschouwburg: „Sherlock Holmes", 8 u.
Groote Kerk: Concert door H. G. K. ter
gelegenheid van het 30-Jarig jubileum van
Jac. van Kempen. 8 uur.
Remonstran lenhuls„Wetenschap en Re
ligie. Lezing J. P. Smits. 8.15 uur.
Gebouw Blauwe Kruis: Zangavond van
..Volkszang".
Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind"
25 en 89.30 uur.
Palace: „Om het kind". Tooneel: Tholen
en Van Lier, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Theater: „Gevangenisleed". Too
neel: 4 Nescows (acrobaten), 2.30 en 8 uur.
Rembrandt Theater: .Liefdes Parade".
Tooneel: Ernst Scharff (musical act). 2.30,
7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 2 OCTOBER
Groote Kerk: Orgelbespeling, 34 uur.
Schouwburg Jansweg: Revue „Laat
Waaien" 8.15 uur.
Jansstraat 59 (Sint Jozefsgezellen veroeni-
ging). Volksuniversiteit; cursus: Aardryks-
kundige demonstraties". 8.15 uur.
Brongebouw: Tentoonstelling „Het Kind"
25 en 89.30 uur
Bioscoopvoorstellingen.
Teyler's Museum. Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. toegang rrlj.
In Genève heeft Curtius de anti-Duitsche betoogingen in Praag ter sprake gebracht, in
een intiem onderhoud met den Tsjecho-Slo ivaakschen minister van buitenlandsche zaken
Benesj. Boven links het Duitsche huis am Graben en onder rechts de Roxy bioscoop. De
betoogers richtten vooral hun tcoede op deze twee middelpunten. In de bioscoop werd een
Duitsche sprekende film vertoond. Boven links de burgemeester van Praag Baxa, die
vooral zijn best heeft gedaan om Duitsche films te weren. Daarnaast de leider van de
fascisten in Tsjecho-Slowakije (Gajda). Deze hield in het parlement een anti-Duitsche rede.
OnderUdrzal, minister president van Jsjecho-Slowakije^
Seipel.