iJe/ikcudek cummd&i 'zrp&cu&xaJ,
H.D. VERTELLINGEN
DE MYSTERIEUSE
VERDWIJNING.
HANDELSBLAD
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 3 OCTOBER 1930
(Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden).
De logés van oom George
Naar het EngelscJi
van J. B. BOYNE.
Toen Rick uit den auto stapte stond oom
George op de stoep van zijn'idyllisch buiten
huis. Zijn vrooldjk oud gezicht was een en al
glimlach.
,3rave kerel", grinnikte hU. terwijl hij
zUn neef de hand toestak. „Mooi op tijd
je weet Je kamer. Als Je Je opgefrischt hebt,
kun Je me ln het tuinhuis vinden".
Toen draaide hij zich om en schommelde
den tuin in. Een moment later bleef' hij
staan, keerde zich weer om enknip
oogde. Of kwam het doordat de zon in zijn
oogen scheen?
Dick wilde eerst op zijn oom toegaan, doch
hij bedacht zich en liep het huis binnen.
Hij was spoedig weer .beneden en ging zijn
oom, die zijn gastheer zou zijn voor het
week-end, opzoeken.
Dick's knap, jong gezicht had niet bepaald
een opgewekte uitdrukking, integendeel, hij
scheen nogal gedrukt. Toen hij bij het oude
tuinhuis kwam. bleef (hij staan en stak met
(bevende hand een sigaret aan.
Maar Dick was niet iemand, die mede
lijden zoekt, zelfs niet van een hartelijken
baas als zijn oom George; hij vermande zich
om opgewekt te kijken en ging naar het
tuinhuis.
„Kom binnen, Jongen", riep de oude man
verheugd.
Dick ging naar binnen.
„O!" zei een verschrikte stem.
Dick bleef staan alsof hij in een standbeeld
veranderd was, terwijl hij vuurrood werd.
„Ik geloof", kirde oom George, „dat jullie
elkaar eens eerder ontmoet hobt". Met een
gezicht dat straalde van plezier, nam dc
oude heer de hand van een jong meisje, dat
naast hem gezeten had en leidde haar naar
zijn neef.
„Dat had Je niet gedacht, hè Dick, Jongen
lief?" vroeg hij en klopte den Jongen man
zóó hard op den schouder dat er een hoest-
aanval op volgde voor Oom eGorge, wel te
verstaan.
,.N neen", verklaarde Dick nogal schaap
achtig.
„En jij ook niet hè Annie, kindlief', vervolg
de de gastheer, zich tot het knappe meisje
naast zich wendend.
„Nneen", mompelde Annie. Haar ge
zicht dat eerst bleek was geweest-, werd nu
óók vuurrood hetgeen haar heel erna al niet
slecht stond. Oom George keek van de oen
naar de ander en lachte zoo, dat hij weer een
hoestaanval 'kreeg. Als iemand met zichzelf
ingenomen scheen, was het oom George.
„De oude baas is niet zoo egoïstisch als
je wel dacht, hè?" knorde hij toen de hoest
bui geweken was. „Om je te vragen mij voor
het week-end gezelschap te komen houden,
terwijl je met Annle op de rivier had willen
roeien".
„Bh.-... heelemaal niet", stamelde de
neef.
„Maar het was van den aanvang af mijn
plan om Jullie samen te vragen", vervolgde
de oude heer. „Bijwijze van verrassing. En
heb ik er verkeerd aan gedaan?" eindigde hij
een beetje benauwd.
„Heelemaal niet", zei Dlck uit den grond
van zijn hart.
„U bent een schat", fluisterde Annie en ze
verborg haar gezicht tegen den schouder van
oom George.
„Wel, wel", constateerde deze filosofisch. „Ik
ga nu een dutje doen. Als Jullie genoeg van
elkaar hebt, kom me dan maar wakker ma
ken".
„Gaat u heusch weg, oom?" vroeg Dick
op een toon van pijnlijke verbazing.
„Toe blijft u nu hier", poogde Annle hem
te verbidden.
Maar oom George schudde energiek het grijze
hoofd, duwde hen opzij en ging naar het
huis.
In het tuinhuisje heerschte gerulmen tijd
een stilte waarin men een speld zou hebben
kunnen hooren vallen. Toen kuchte Dick.
„Zeg", zei hij. „Ik bedoel," begon hij ver
legen, „wil je niet gaan zitten?"
„Dank Je", zei ze.
Weer was het doodstil; toen begon hU op
nieuw; „wat lk zeggen wou" en hij staarde
naar de punt van zijn schoenen „het ls
een moeilijk geval vind Je niet?"
„Ja", antwoordde Annie, „dat is het".
Dick zuchtte, liep naar de deur van het
tuinhuisje en staarde ln den tuin.
„Ik dacht dat iedereen wist, dat we het
hebben uitgemaakt", zei Annie.
„Dat dacht ik ook".
„Hoe moeten wij daar nu mee aan?", ging
zij na een hernieuwd en beklemmend stil
zwijgen voort.
„We zullen het hem moeten vertellen", be
sliste Dlck somber.
FEUILLETON
in
„Heel Interessant", stemde Chan toe.
„Maar ook hard. HU laat de doodea ach
ter zonder zelfs iets als 'n blik achterom te
slaan. Ik veronderstel dat dit de weten-
schappelUke soort karakter is. Wat beteekent
eenige doodc mannen, als ge een van die wit
te stippen op de kaart weg kunt vegen? 't Is
echter niet mUn genre. Dat ls m'n bespotte-
lUke Amerikaansche sentimentaliteit."
t Is zonder twUfel 't genre van kolonel
Beetham; lk las het in z'n oogen."
HU ging terug naar de groote zitkamer en
wandelde achteraan heen en weer. Hij
hoorde een licht geruisch in de gang, en hU
ging daarheen. Iemand was juist binnen ge
komen door de deur die naar de lagere ver
dieping leidde. Eer hU ze sloot, viel het licht
op het blonde haar van Carrlck Enderby.
„Ik rookte even een cigaret op de trap",
legde Enderby, schor fluisterend, uit. Ik wil
de niet nog meer rook aan de andere daar
toevoegen. Een beetje dik, niet waar?"
HU liep stil naar de zitkamer terug en
Chan, die volgde, vond 'n stoel. Uit de ver
wijderde provisiekamer klonk 'n gekiapper
van borden, zich vermengend met het leven
dat de zich ontrollende film maakte en den
gestadigen vloed van Beetham's verhalen. De
onvermoeibare man begon aan 'n nieuwe rol-
P',M'n stem wordt wat vermoeid," zei de
„Wanneer?"
„Hoe eerder.... hoe beter."
„Goed" stemde Annie toe. Wil JU het hem
alsjeblieft gaan vertellen?"
,..Ik?" riep Dlck onthutst. HU scheen niet
veel voor de opdracht te voelen.
„Natuurlijk. Hij is Jouw oom, niet de mUne.
En daarbij.... het ls een beetje gek, als ik zoo
hals over kop weer vertrekken moet."
„Dat is zoo", erkende Dick. „Maar ik
dacht
„Wat!"
„Ik dacht dat JU zooiets beter zou kunnen
doen. vrouwen zijn zoo tactvol."
„Onzin" weerde Annie af. „Oom George
is geen oude Juffrouw. Hij kan wel tegen
slecht nieuws."
Dick richtte zich op en nam de handen
uit de zakken. „Goed dan", zei hij na eenige
aarzeling, „dan zal ik wel gaan."
HU ging naar de deur, draaide zich toen
half om alsof hU iets zeggen wilde, deed het
echter niet en liep vlug het tuinhuis uit.
Toen ze alleen was, deed Annie iets heel
merkwaardigs voor een meisje dat zich al-
tU'd op haar flinkheid liet voorstaan.
ZU liet zich neervallen op een klapstoel,
haalde een miniatuurzakdoekje te voorschUn
en begon te schreien.
„O. Dickie", snikte Annie, „hoe kan Je?"
Een by zoemde naar binnen en zoemde
vervuld van medegevoel weer naar buiten.
Verder verbrak geen geluid de droomerige
stilte van den zomermiddag. Na eep poosje
droogde Annie haar oogen en poederde haar
fUne neusje, een operatie, die ditmaal niet
zoo overbodig was, als dikwijls het geval is.
Juist toen ze weer eenigszins toonbaar was,
kwam Dick langzaam met lustelooze passen
het tuinhuis weer binnen slenteren. HU
bleef staan zonder iets te zeggen.
„En?" vroeg Annie ongeduldig", wat zei
oom George?"
„Niets."
„Niets?"
„Ik bedoel" gromde Dick, „dat ik het hem
niet gezegd heb."
„Waarom niet?"
„Omdat ik ik kon hem niet vinden."
„O", zei Z2.
Buiten klonken voetstappen en oom George
verscheen in de deur.
„Dick", vroeg de oude baas luid, „heb je
niet gehoord, dat ik je net van de biblio-
teek uit geroepen heb?"
„EhjaOom," antwoordde Dlck
hortend, terwijl hij een kleur kreeg als een
op een jokkentje betrapt schoolmeisje.
„Ik zag je in den tuin loopen en dacht
dat je mij zocht."
„Nneen, oom", stamelde Dick, „ik had
niets bijzonders."
„Nu" hernam oom George vroolUk, „dan zal
ik maar teruggaan om myn slaapje voort te
zetten." En hU verdween.
Nu achtte Annie het oogenblik gekomen
om van wal te steken.
„Wil je me alsjebliefst uitleggen", infor
meerde ze, „waarom je mij vertelde dat je
oom George niet vinden kon?"
„Ik begon hij en zweeg direct wéér.
„Dat heb je al gezegd."
Opeens kwam hij vlak voor haar staan.
Annie", zei hy zacht, ik wilde hem niet
vinden."
„En.... waarom niet?'
„Kun je dat niet raden?" vroeg Dick. .„An
nie". ging hy met heesche stem voort, „wil je
't niet nog eens probeeren? Als je eens vist
hoe ellendig ik mij geveeld heb. sedert...."
„O, Dickie, lieveling, „viel het jonge meisje
hem opgewonden in de rede, „meen je dat
heusch?" En opspringend van haar stoel
viel ze bijna in de armen die hy naar haar
had uitgestrekt.
Even later zoemde de bU van zooeven het
tuinhuis weer binnen, zag hen en zoemde
haastig weer naar bulten. Het was niet alleen
een medelijdende, maar ook een discrete bij,
die voelde dat ze niets te maken had ln eert
INGEZONDEN' MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Geeft uwe advertenties op
ter plaatsing in het
HET algemeene GROOTE
dagblad der beschaafde
kringen. ALLE soorten
advertenties worden zonder
prysverhooging aangenomen
22 by het
Bijkanloor Handelsblad
Wensing's lAlg. Advert.-Bureau)
TEMP ELI ERSSTR. 32
Teleloon 10209
tuinhuis waar twee Jonge menschen sikaar
omhelsden.
„Wat zal oom George blU zUn!" begon
Dlck, nadat er langen tijd niets gezegd was.
„Maaropperde Annie.
.Klefste",ging Dick voort, Ik moet je iets
bekennen. Oom George wist dat het uit was
tusschen ons." x
„Wat!" riep ze onthutst.
„Zie je, nadat we ruzie hebben gehad, heb
ik hem geschreven, en ik vro^g hem of
hy ons beiden wilde inviteeren zonder dat hy
wist dat ik ook kwam."
„O", zei Annie weer.
„Ben je boos, liefste?" vroeg Dick, terwijl
hU haar kwasi-angstig aankeek.
Als antwoord verborg het meisje haar
hoofd tegen zijn schouder.
„Hoe kan ik boos zUn," fluisterde zij ein
delijk'', ik heb het hem ook geschreven en
heb hem hetzelfde gevraagd als jij
GEMEENTELIJKE
DUINWATERLEIDING.
Schade aan de beplanting.
NIET DOOR WATERONTTREKKING, MAAR
DOOR KONIJNEN.
In het jaarverslag over 1929 van de Ge
meentelijke Duinwaterleiding, waarvan we in
ons vorig nummer reeds eenige bijzonder
heden gepubliceerd hebben, lezen we o.a. nog
het volgende:
Op tien plaatsen zijn ïn de prise d'eau langs
de waterwinning, kleine stukken duinterrein,
van plm 10 M2„ afgerasterd met gaasdraad,
zoodat de konijnen tot deze stukken terrein
geen toegang konden verkrijgen. Het is bij
sommige van deze stukken dufnterrein sterk
zichtbaar, dat de plantengroei zich daar méér
kon ontwikkelen, dan op het terrein vlak
naast deze afrastering, waar de konijnen vrU
kunnen komen. Hierin lfgt een aanwijzing, dat
niet de waterwinning, door het onttrekken
van water uit de omgeving, maar de konynen
de meeste schade aan de beplanting veroor
zaken.
GEVONDEN DIEREN «N VOORWERPEN
Terüg te bekomen bij: SieTkan, ZUlweg 2,
armbandhorloge, De Wilde A. L. Dyserinck-
straat 66, autoachter licht, Kramer, K. Hee
renstraat 2 rd. buitenbanden. Bur. v. Politie
Sm ed es tra at, batteryen, kerkboekje R.K.,
knippatronen, kinderportemonnaie met in
houd, schakelaar. De Kroon. Waldeck Pyr-
montstraat 64, broche, Loevenstein, Rijpstr.
31, beenwindsel. Kramer, Parkstraat 8 'rood,
duimstok, v. Huize Fr. Halsstraat 53, glas-
snijder, v. Santen, Stoofsteeg 6 bruin hondje,
Hooreman, Nagtzaamstraat 26, handschoen
Kennel Fauna: grijze kat, grys-witte kat,
grijze kat, Kranenburg, Zuid Polderstraat 19,
parapluie, Metselaar, Kruistochtstraat 7, por
tefeuille, v. Dyk, Wolstraat llrood, rijwiel-
belastingplaatje, v. Essen, Lour. Costerstr. 9
ramen. Weidema, Ursulastraat lOrd. Rijwiel-
belastingplaatje, Piers, Klein Heiligland 33B
rUwiel, v. Goor, Jacobijnestraat 1, sleutel,
Lamboo. Houtmarkt 51, taschje. Machielsen,
Lange DUkstraat 9 rd., vulpenhouder, Lui-
derwijk, Gevers Beijnootstraat 5, Loosdui
nen, vulpenhouder, Sluik, Kanariestraat 160,
zweep, van Braam, Vrouwenhekstr. 60 zak
mes.
EEN DOODELIJKE AANRIJDING
TE VELSEN.
DE ZAAK VOOR DE RECHTBANK.
31 Mei werd te Velsen op den Rijksstraat
weg een groentewagen aangereden door een
vrachtauto. De bestuurde^ van den groente
wagen, J. T. Blom, die er naast stond, kreeg
daarbij verschillende breuken in den sche
del, verwondingen van de hersenen en is ten
gevolge daarvan overleden.
Ter zake van het veroorzaken van deze
aanry'ding, verdacht van het veroorzaken
dood door schuld, stond Donderdagmiddag
voor de arrondissements rechtbank te Haar
lem terecht de 26-jarige chauffeur B. G. te
IJmuiden.
Hem was ten laste gelegd niet voldoende
rekening te hebben gehouden met de glad
heid van den weg.
Als eerste getuige werd gehoord een 42-ja-
rig chauffeur uit Haarlem, die onmiddellijk
na het ongeluk met zdjn Brockwaybus ter
plaatse was, doch het niet heeft zien gebeu
ren. HU heeft wel gezien, hoe het paard stei
gerde en daarna den gewonden man bloe
dend in het gras van den berm zien liggen.
Getuige heeft gezien, dat de auto ongeveer
dertig meter verder dan de kar stond.
Verdachte was getuige kort tevoren ge
passeerd, doch met een behoorlijken afstand
tusschen de voertuigen. Getuige heeft aan
zUn eigen wagen gevoeld, dat deze neiging
tot slippen had.
Getuige meende, dat verdachte 45 K.M.
reed. Er was daar een bocht, en getuige heeft
wel den indruk, dat verdachte eenigszins in
gehouden heeft.
Getuige J. Hoogzand vrachtrijder te
Santpoort, had den indruk, datvverdachte
hem met 60 K.M. vaart gepasseerd ls. Deze
getuige zei, dat de weg ter plaatse zoo breed
is, dat twee auto's er m^kkelyk passeeren
konden. Getuige durfde In deze weersom
standigheden niet harder rijden dan 30 K.M.
De vischknecht Chr. A. Hillen uit IJmul
den heeft bU verdachte in den auto gezeten.
Volgens dezen getuige was de snelheid 40
tot 50 K.M. Getuige heeft gevoeld, dat de
auto slipte en gezien, dat de bestuurdér het
stuur omgooide, doch niet bemerkt, dat ver
dachte remde. Verdachte had echter moeten
remmen, omdat hU een andere auto passeer
de.
De vischknecht J. G o o s te IJmuiden heeft
ook bU verdachte op den auto gezeten. Vol
gens hem reed verd. met een matig gangetje.
De ruiten van de cabine waren beslagen.
De deskundige dr. J. P. L. Hulst gerech-
tel(1k lUkschouwer, getuigde, dat het gecon
stateerde letsel, zoowel kan ontstaan zUn
door den val. als door een aanraking met uit
stekende deelen van den auto.
Als tweede getuige deskundige werd ge
hoord ir. H. U. Sch leur to lts Tiche
laar, expert in automobleltechnische aan
gelegenheden. HU zei, dat wanneer verd. ge
woon had kunnen doorrUden er geen gevaar
voor slippen zou geweest zijn. De achterban
den waren schitterend, aldus getuige. Zij be
vorderden het slippen niet. Ook de voorban
den waren goed.
Verdachte zei, dat hU van 25 tot 35 K.M.
snelheid had. Volgens hem reed de brik mid
den op den weg, en ging het voertuig niet op
zU- Verdachte heeft toen geremd en de wa
gen is gaan ghjden.
De substituut-officier van justitie, mr. A.
R. Andringa kwam tot de conclusie, dat
verdachte onbehoorlijk, onvoorzichtig en
roekeloos heeft gereden. Spr. gelooft niet. dat
er van slippen sprake is. Dit hadden de an
dere inzittenden moeten merken. Spr. meent,
dat verdachte heeft zitten suffen. De offi
cier wilde wegens verdachte's gunstig verle-
leden geen vrijheidsstraf vragen, doch een
voorwaardelUke straf in combinatie met een
boete nl. een maand voorwaardelyke hech
tenis met een proeftijd van 3 jaar, met daar
aan verbonden 75 boete of 15 dagen hech
tenis.
De verdediger mr. F. J. D. T h e y s s e acht
te niet bewezen, dat verdachte hoogst roeke
loos en onvoorzichtig heeft gereden. Dat de
getroffene door verdachte is aangereden,
achtte pl. volkomen Ófibewezen.
Mr. Theysse vroeg derhalve vryspraak.
Uitspraak 9 October.
EEN MORPHINE-SMOKKEL AAR.
Dinsdagavond heeft de Heerlensche politie
te Heerlerbaan een man gearresteerd, die bij
fouilleering in het bezit werd gevonden van
25 tuben morphine. De politie deed verschil
lende huiszoekingen met het gevolg, dat op
een plaats nog 22 tuben morphine in beslag
werden genomen. Proces-verbaal werd opge
maakt.
kolonel, ,Ik zal deze afwikkelen zonder com
mentaren. Die zijn niet noodig. HU ging uit
het schemerlicht van de machine in de scha
duw.
Binnen tien minuten was de rol afgewon
den, en was de onbedwingbare Beetham bij
de hand. Hij wilde juist de laatste rolprent
voorbereiden, toen de gordUnen voor een der
openslaande deuren plotseling open gin
gen en de witte gestalte van 'n vrouw bin
nenkwam. Ze stond daar als 'n geestverschU-
ning in het mistige weer achter haar.
„O, houd op!" riep ze. „Houdt op en doe het
licht aan! Gauw! gauw! als 't je blieft." Er
was nu een werkelijk hysterische klank in
haar stem.
Barry Kirk liep naar het stopcontact en
de kamer baadde in licht. Mrs. Enderby stond
daar, bleek en ietwat wankelend, terwUl ze
naar haar keel greep.
„Wat is er?" vroeg Klrk. „Wat hebt u."
„Een man!" hygde ze. „Ik kon 't in het don
ker niet uithouden 't maakte me dol. Ik
ging den tuin in. Ik stond dicht bij de borst
wering toen ik een man zag springen uit 'n
verlicht raam op de verdieping hieronder, en
naar den brandultgang loopen. HU Uep er
door de mist ln."
„MUn kantoren zyn beneden", zei Kirk
kalm. „We moesten er liever even gaan ky-
ken. Sir FredericHU keek van den een
naar den ander. „Wel, waar is Sir Frederic?"
vroeg hij.
Paradise was uit de provinsiekamer bin
nengekomen. „Pardon, meneer", zei hij, „Sir
Frederic ging ongeveer tien minuten geleden
naar het kantoor".
„Naar het kantoor? Waarom?"
„Het alarmtoestel bU uw bed belde, meneer
dat wat met beneden is verbonden.
Juist toen ik 't ontdekte kwam Sir Frederic
uw kamer binnen. „Ik zal dit gaan onder
zoeken, Paradise", zei hij. Stoor de anderen
maar niet."
Kirk ging naar Charlie Chan. „Sergeant,
wilt u, als 't u blieft met me meegaan?"
Charlie volgde hem zwijgend naar de trap,
en ze gingen samen naar beneden. In de
kantoren was volop licht. De achterkamer,
waarin de trap uitkwam, was leeg. Ze kwa
men in de tusschenkamer. Een raam stond
open, zoover 't kon, en Chan bemerkte, bui
ten in den mist, de Uzeren stangen van een
branauitgang. Dit vertrek leek ook leeg te
zUn. Maar voorbU het groote bureau, gaf Bar
ry Kirk, die vooruit liep, een schreeuw en viel
op z'n knieën. Chan liep om 't bureau heen.
HU was niet verbaasd over wat hU zag, maar
erg verdrietig. Sir Frederic lag op den grond,
vlak door het hart geschoten. Naast hem lag
een dun boekje in lichtgeel laken gebonden.
Kirk stond versuft op. „In myn kantoor",
zei hU langzaam, alsof dit belangrijk was.
't Is 't is afgrijselijk. Kijk eens!"
Hij wees naar sir Frederic. Aan de voeten
van den detective zaten zwart zijden sokken
—en niets anders. Hij had geen schoenen
aan.
Paradise was gevolgd. Hij stond een oogen
blik den dooden man aan te staren, die op
den vloer lag, en wendde zich toen tot Barry
Kirk.
„Toen Sir Frederic beneden kwam", zei
hU. „droeg hy een paar fluweelen pantoffels
aan z'n voeten, 'n Soort heidensche pantoffels
waren 't, meneer."
Ba'rry Kirk stond in z'n kantoor rond te
kijken: hU vond het heel moeilUk om te
gelooven dat in deze gewone hem zoo beken
de kamer, er een tragedie had plaats gehad.
.Arme Sir Frederic", zei hU. „Vandaag nog
heeft hij me verteld dat hij bUna 't eind van
'n lang spoor had bereikt. Hij was er dichter
bU dan hy denken kon, blijkbaar." Hij hield
op. „Een lang spoor. Sergeant, slechts weini
gen van ons weten hoe ver in het verleden
dit geval moet reiken.
Chan knikte. Hy had juist op een kolossaal
gouden horloge gekeken, dat hy nu weer met
n' klap dicht liet gaan en in z'n zakje stak.
„De dood is de afrekening met den hemel",
merkte hU op. „BU deze gelegenheid een
zeer ingewikkelde afrekening."
„Nu, wat zullen we doen?" vroeg Kirk hul
peloos. „Ik vermoed, de politie. Maar, hemel-
sche goedheid, dit is een geval dat geen po
litiedienaar ooit kan oplossen. Geen geüni
formeerd politieman, bedoel is." HU zweeg,
terwijl een stroef lachje over z'n gezicht
gleed. „Het lijkt mU toe( Mr. Chan, alsof gU
er u mee zoudt moeten belasten en
Een eigenzinnig licht verscheen in de
kleine zwarte oogen. „Miss Morrow is boven",
zei Chan. „Wat 'n gelukkig toeval, daar zij
behoort tot het district's bureau van gevol
machtigden. Als ik 't bescheiden mag op
peren
„Oh, daar dacht ik niet aan." Kirk wendde
zich tot z'n bediende. „Paradise, ga eens
naar boven en vraag of miss Morrow eens
hier komt. Excuseer me ook by m'n gasten en
vraag of ze willen wachten."
„Heel goed, meneer", antwoordde Paradise
en vertrok.
Kirk wandelde langzaam de kamer door.
De laden van het groote bureau waren open
en hun inhoud dooreen gegooid.
„Er is hier iemand woest aan 't doorzoe
ken geweest", zal hU. HU bleef voor de brand
kast staan, welker deux eenigszins aan
stond.
„De brandkast staat open." opperde Chan.
„Dat is vreemd" zei Kirk. „Vanmiddag
ESPERANTO.
FACULTATIEF VAK OP DE LAGERE
SCHOLEN?
Dezer dagen vergaderde het comité voor
invoering van Esperanto als facultatief vak
op de Lagere School. Aanwezig waren: de
heeren J. Lous (N.O.G.), J. M. Reynders (lid
van de St. Canisius Fed.), H. C. v. Leeuwen
(Nederlanda Protestante), P. A. Schendeler
(Nederlanda Katoliko), P M. Mabescone (La
Estorito estas Nia). P. Krijt (Federatie van
Arbeiders Esperantisten), Alberda (Nij-
meegsche Prop. Commissie). De overige leden
hadden bericht van verhindering gezonden.
De voorloopige secretaris las de Ingeko
men stukken voor. waaruit bleek, dat de ver-
eenlging van Hoofden van Scholen geen zit
ting kon nemen in het comité, daar zU zich
door het besluit van haar laatste vergade
ring 'gebonden achtte. Op bedoelde vergade
ring was nl. een voorstel ten gunste van Es
peranto met een kleine meerderheid verwor
pen.
De Vereenlging van Christelijke Onderwij
zers berichtte, dat zU zich niet kon vereeni
gen met de in het rapport van de vergade
ring van 14 Juni genoemde verplichtend stel
ling van Esperanto voor de Kweekscholen.
Bij de meerderheid der leden bestaat de
meening, dat ook op de Kweekscholen het
Esperanto slechts facultatief dient te wor
den onderwezen. Het uitvoerend comité nam
nota van deze uitspraak der vergadering van
Christ. Onderw.
De heer van Leeuwen is van meening, dat
het comité verbreeding van basis voor zUn
werk dient na te streven, door zich in ver
binding te stellen met de daarvoor ln aan
merking komende personen en Instanties. De
heer Schendeler verklaarde reeds aanstonds
stappen te zullen doen ln die richting. Het
geheele comité ziet het nut van deze handel
wijze in.
Besloten werd voorts, dat de vertegenwoor
digers van de vier Esperanto vereeniglngen
het uitvoerend comité zullen vormen. Het
examen comité zal in het vervolg vertegen
woordigd zUn door den heer P. Heilker te
Hoofddorp.
Besloten werd een request tot den Minister
van Onderwijs te richten, waarvan de tekst
aan alle aangeslotenen bij het comité zal
worden ter kennis gebracht. In plaats van
een memorie van toelichting zal het request
vergezeld gaan van een propaganda-brochure
voor Esperanto, terwyl een der leden van het
comité den minister mondeling zal inlichten,
indien noodig. De brochure zal na verschy-
nen op groote schaal worden verspreid-
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
W. B. overtreding van art. 22e en 29 van
den Motor- en Rijwieiwet f 10 subs. 10 dagen
hechtenis. W. P. idem f 25 subs. 25 dagen
hechtenis. W. J. M. het te Haarlem met een
voertuig op een voet-straat rijden f 1 sorbs.
1 week tuchtschool. A. H. overtreding van art.
23 der Motor- en Rijwieiwet f 0-50 subs.
1 week tuchtschool. C. K. idem f 0.50 subs.
1 dag tuchtschool. N.B. het zich met kunst
licht in het veld bevinden buiten openbare
wegen of voetpaden f 5 subs. 5 dagen hechte
nis.
W. B. het te Haarlem met een motorrijtuig
met grootere snelheid dan 30 K.M. per uur
rijden 10 subs. 10 dagen hechtenis. N. J. N-
overtreding der Motor- en Rijwieiwet 3
subs. 3 dagen hechtenis. G. H. idem, 3 subs.
3 dagen hechtenis. C. H. het als gebruiker
van eenig onroerend goed, dit bezigen tot
reclame 50 subs. 1 dag hechtenis. E. M. F.
K. overtreding van art. 3b. van het Rustdag-
besluit voor transportarbeiders te land 1929
6.subs. 6 dagen hechtenis. J. V. overtre
ding van de Motor- en Rijwieiwet f 10 subs.
10 dagen hechtenis. M. de H. overtreding van
het Motor- en RUwielreglement 10 subs.
10 dagen hechtenis.
A. P. het met paard en wagen op den over
weg rUden terwUl er een trein nadert f 10
subs. 10 dagen hechtenis. J. A. F. het in een
schuur staande bU zijne woning gelegen, éen
of meer honden houden, welke honden door
hun gejank en geblaf hinderlijk zUn f 5 subs.
5 dagen hechtenis. J. v. d. M. overtreding
van de Motor- en Rywielwet f 10 subs. 10
dagen hechtenis. J. V. het als bestuurder van
een rijwiel op een weg geen gevolg geven aan
het bevel der politie, om zich in het belang
van het verkeer aan te sluiten bU de rij
wachtende motorrUtulgen en andere voertui
gen f 5 subs. 5 blagen hechtenis.
SPEELTUINVEREENIGING „HET
OOSTERKWARTIER"
Doordat alle loten van de verloting ten bate
van het clubhuis der Speeltuinvereeniging
„Het Oosterkwartier" nog niet verkocht zijn
zal de uitslag Zaterdagmiddag vier u*r in
het clubgebouw aan de Papentorenvest door
den inspecteur van den dienst der Lichame
lijke Opvoeding bekend worden gemaakt.
vroeg Sir. Frederic me om er iets van waarde
uit te halen en boven te brengen. Ik deed
het, doch hij gaf er geen verklaring van."
„Natuurlyk knikte Chan. „En aan 't diner
wees hij er on noodig op, dat hU de brand
kast niet gesloten had. 't Viel me toen op. Een
ding is duidelyk Sir Fredric wilde 'n val
zetten. Een ongesloten brandkast om gauw
dieven te verzoeken". Hij wees naar het klei
ne boekje dat naast het Ujk lag. „We moeten
hiets verplaatsen. Raak 't niet aan, maar be-
kykt u eens even het boekje, en zeg me dan
waar het 't laatst werd bewaard,"
Kirk bukte. „Dat? Wel, 't ls het jaarver
slag van de cosmopolitische Club. Gewoonhjk
lag 't in dat omgedraaide kistje, waarop de
telefoon staat. Dat kan niets beteekenen."
,,'t Kan zUn van niet. 't Kan zUn Chan's
oogen werden dichtgeknepen een aandui
ding van 't bovenzienlUke."
„Dat zou ik wel eens willen weten", oeinsde
Kirk.
„Sir Frederic was immers de gast van de
Cosmopolitische club?"
„Ja, ik gaf hem 'n kaart voor twee weken.
HU schreef hier heel wat brieven. Maar
maar lk zie niet in
„HU was een verstandig man. Zelfs op het
oogenblik van z'n verscheiden, zocht z'n ster
vende hand nog een belangrijke leiddraad
achter te laten."
„Nu u daarover spreekt", zei Kirk, ..was is
er met die fluweelen pantoffels? Waar zUn
ze?"
Chan haalde z'n schouders op. „Pantoffels
waren 'n belangrUke leiddraad in een veel
vroeger geval. Waar leidden ze toe? Letter-
hjk tot niets. Als ik m'n zin volg, kUk ik dit
maal elders uit."
(Wordt vervolgd).