iJe/ikcudek cummd&i 'zrp&cu&xaJ, H.D. VERTELLINGEN DE MYSTERIEUSE VERDWIJNING. HANDELSBLAD STADSNIEUWS HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 3 OCTOBER 1930 (Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden). De logés van oom George Naar het EngelscJi van J. B. BOYNE. Toen Rick uit den auto stapte stond oom George op de stoep van zijn'idyllisch buiten huis. Zijn vrooldjk oud gezicht was een en al glimlach. ,3rave kerel", grinnikte hU. terwijl hij zUn neef de hand toestak. „Mooi op tijd je weet Je kamer. Als Je Je opgefrischt hebt, kun Je me ln het tuinhuis vinden". Toen draaide hij zich om en schommelde den tuin in. Een moment later bleef' hij staan, keerde zich weer om enknip oogde. Of kwam het doordat de zon in zijn oogen scheen? Dick wilde eerst op zijn oom toegaan, doch hij bedacht zich en liep het huis binnen. Hij was spoedig weer .beneden en ging zijn oom, die zijn gastheer zou zijn voor het week-end, opzoeken. Dick's knap, jong gezicht had niet bepaald een opgewekte uitdrukking, integendeel, hij scheen nogal gedrukt. Toen hij bij het oude tuinhuis kwam. bleef (hij staan en stak met (bevende hand een sigaret aan. Maar Dick was niet iemand, die mede lijden zoekt, zelfs niet van een hartelijken baas als zijn oom George; hij vermande zich om opgewekt te kijken en ging naar het tuinhuis. „Kom binnen, Jongen", riep de oude man verheugd. Dick ging naar binnen. „O!" zei een verschrikte stem. Dick bleef staan alsof hij in een standbeeld veranderd was, terwijl hij vuurrood werd. „Ik geloof", kirde oom George, „dat jullie elkaar eens eerder ontmoet hobt". Met een gezicht dat straalde van plezier, nam dc oude heer de hand van een jong meisje, dat naast hem gezeten had en leidde haar naar zijn neef. „Dat had Je niet gedacht, hè Dick, Jongen lief?" vroeg hij en klopte den Jongen man zóó hard op den schouder dat er een hoest- aanval op volgde voor Oom eGorge, wel te verstaan. ,.N neen", verklaarde Dick nogal schaap achtig. „En jij ook niet hè Annie, kindlief', vervolg de de gastheer, zich tot het knappe meisje naast zich wendend. „Nneen", mompelde Annie. Haar ge zicht dat eerst bleek was geweest-, werd nu óók vuurrood hetgeen haar heel erna al niet slecht stond. Oom George keek van de oen naar de ander en lachte zoo, dat hij weer een hoestaanval 'kreeg. Als iemand met zichzelf ingenomen scheen, was het oom George. „De oude baas is niet zoo egoïstisch als je wel dacht, hè?" knorde hij toen de hoest bui geweken was. „Om je te vragen mij voor het week-end gezelschap te komen houden, terwijl je met Annle op de rivier had willen roeien". „Bh.-... heelemaal niet", stamelde de neef. „Maar het was van den aanvang af mijn plan om Jullie samen te vragen", vervolgde de oude heer. „Bijwijze van verrassing. En heb ik er verkeerd aan gedaan?" eindigde hij een beetje benauwd. „Heelemaal niet", zei Dlck uit den grond van zijn hart. „U bent een schat", fluisterde Annie en ze verborg haar gezicht tegen den schouder van oom George. „Wel, wel", constateerde deze filosofisch. „Ik ga nu een dutje doen. Als Jullie genoeg van elkaar hebt, kom me dan maar wakker ma ken". „Gaat u heusch weg, oom?" vroeg Dick op een toon van pijnlijke verbazing. „Toe blijft u nu hier", poogde Annle hem te verbidden. Maar oom George schudde energiek het grijze hoofd, duwde hen opzij en ging naar het huis. In het tuinhuisje heerschte gerulmen tijd een stilte waarin men een speld zou hebben kunnen hooren vallen. Toen kuchte Dick. „Zeg", zei hij. „Ik bedoel," begon hij ver legen, „wil je niet gaan zitten?" „Dank Je", zei ze. Weer was het doodstil; toen begon hU op nieuw; „wat lk zeggen wou" en hij staarde naar de punt van zijn schoenen „het ls een moeilijk geval vind Je niet?" „Ja", antwoordde Annie, „dat is het". Dick zuchtte, liep naar de deur van het tuinhuisje en staarde ln den tuin. „Ik dacht dat iedereen wist, dat we het hebben uitgemaakt", zei Annie. „Dat dacht ik ook". „Hoe moeten wij daar nu mee aan?", ging zij na een hernieuwd en beklemmend stil zwijgen voort. „We zullen het hem moeten vertellen", be sliste Dlck somber. FEUILLETON in „Heel Interessant", stemde Chan toe. „Maar ook hard. HU laat de doodea ach ter zonder zelfs iets als 'n blik achterom te slaan. Ik veronderstel dat dit de weten- schappelUke soort karakter is. Wat beteekent eenige doodc mannen, als ge een van die wit te stippen op de kaart weg kunt vegen? 't Is echter niet mUn genre. Dat ls m'n bespotte- lUke Amerikaansche sentimentaliteit." t Is zonder twUfel 't genre van kolonel Beetham; lk las het in z'n oogen." HU ging terug naar de groote zitkamer en wandelde achteraan heen en weer. Hij hoorde een licht geruisch in de gang, en hU ging daarheen. Iemand was juist binnen ge komen door de deur die naar de lagere ver dieping leidde. Eer hU ze sloot, viel het licht op het blonde haar van Carrlck Enderby. „Ik rookte even een cigaret op de trap", legde Enderby, schor fluisterend, uit. Ik wil de niet nog meer rook aan de andere daar toevoegen. Een beetje dik, niet waar?" HU liep stil naar de zitkamer terug en Chan, die volgde, vond 'n stoel. Uit de ver wijderde provisiekamer klonk 'n gekiapper van borden, zich vermengend met het leven dat de zich ontrollende film maakte en den gestadigen vloed van Beetham's verhalen. De onvermoeibare man begon aan 'n nieuwe rol- P',M'n stem wordt wat vermoeid," zei de „Wanneer?" „Hoe eerder.... hoe beter." „Goed" stemde Annie toe. Wil JU het hem alsjeblieft gaan vertellen?" ,..Ik?" riep Dlck onthutst. HU scheen niet veel voor de opdracht te voelen. „Natuurlijk. Hij is Jouw oom, niet de mUne. En daarbij.... het ls een beetje gek, als ik zoo hals over kop weer vertrekken moet." „Dat is zoo", erkende Dick. „Maar ik dacht „Wat!" „Ik dacht dat JU zooiets beter zou kunnen doen. vrouwen zijn zoo tactvol." „Onzin" weerde Annie af. „Oom George is geen oude Juffrouw. Hij kan wel tegen slecht nieuws." Dick richtte zich op en nam de handen uit de zakken. „Goed dan", zei hij na eenige aarzeling, „dan zal ik wel gaan." HU ging naar de deur, draaide zich toen half om alsof hU iets zeggen wilde, deed het echter niet en liep vlug het tuinhuis uit. Toen ze alleen was, deed Annie iets heel merkwaardigs voor een meisje dat zich al- tU'd op haar flinkheid liet voorstaan. ZU liet zich neervallen op een klapstoel, haalde een miniatuurzakdoekje te voorschUn en begon te schreien. „O. Dickie", snikte Annie, „hoe kan Je?" Een by zoemde naar binnen en zoemde vervuld van medegevoel weer naar buiten. Verder verbrak geen geluid de droomerige stilte van den zomermiddag. Na eep poosje droogde Annie haar oogen en poederde haar fUne neusje, een operatie, die ditmaal niet zoo overbodig was, als dikwijls het geval is. Juist toen ze weer eenigszins toonbaar was, kwam Dick langzaam met lustelooze passen het tuinhuis weer binnen slenteren. HU bleef staan zonder iets te zeggen. „En?" vroeg Annie ongeduldig", wat zei oom George?" „Niets." „Niets?" „Ik bedoel" gromde Dick, „dat ik het hem niet gezegd heb." „Waarom niet?" „Omdat ik ik kon hem niet vinden." „O", zei Z2. Buiten klonken voetstappen en oom George verscheen in de deur. „Dick", vroeg de oude baas luid, „heb je niet gehoord, dat ik je net van de biblio- teek uit geroepen heb?" „EhjaOom," antwoordde Dlck hortend, terwijl hij een kleur kreeg als een op een jokkentje betrapt schoolmeisje. „Ik zag je in den tuin loopen en dacht dat je mij zocht." „Nneen, oom", stamelde Dick, „ik had niets bijzonders." „Nu" hernam oom George vroolUk, „dan zal ik maar teruggaan om myn slaapje voort te zetten." En hU verdween. Nu achtte Annie het oogenblik gekomen om van wal te steken. „Wil je me alsjebliefst uitleggen", infor meerde ze, „waarom je mij vertelde dat je oom George niet vinden kon?" „Ik begon hij en zweeg direct wéér. „Dat heb je al gezegd." Opeens kwam hij vlak voor haar staan. Annie", zei hy zacht, ik wilde hem niet vinden." „En.... waarom niet?' „Kun je dat niet raden?" vroeg Dick. .„An nie". ging hy met heesche stem voort, „wil je 't niet nog eens probeeren? Als je eens vist hoe ellendig ik mij geveeld heb. sedert...." „O, Dickie, lieveling, „viel het jonge meisje hem opgewonden in de rede, „meen je dat heusch?" En opspringend van haar stoel viel ze bijna in de armen die hy naar haar had uitgestrekt. Even later zoemde de bU van zooeven het tuinhuis weer binnen, zag hen en zoemde haastig weer naar bulten. Het was niet alleen een medelijdende, maar ook een discrete bij, die voelde dat ze niets te maken had ln eert INGEZONDEN' MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Geeft uwe advertenties op ter plaatsing in het HET algemeene GROOTE dagblad der beschaafde kringen. ALLE soorten advertenties worden zonder prysverhooging aangenomen 22 by het Bijkanloor Handelsblad Wensing's lAlg. Advert.-Bureau) TEMP ELI ERSSTR. 32 Teleloon 10209 tuinhuis waar twee Jonge menschen sikaar omhelsden. „Wat zal oom George blU zUn!" begon Dlck, nadat er langen tijd niets gezegd was. „Maaropperde Annie. .Klefste",ging Dick voort, Ik moet je iets bekennen. Oom George wist dat het uit was tusschen ons." x „Wat!" riep ze onthutst. „Zie je, nadat we ruzie hebben gehad, heb ik hem geschreven, en ik vro^g hem of hy ons beiden wilde inviteeren zonder dat hy wist dat ik ook kwam." „O", zei Annie weer. „Ben je boos, liefste?" vroeg Dick, terwijl hU haar kwasi-angstig aankeek. Als antwoord verborg het meisje haar hoofd tegen zijn schouder. „Hoe kan ik boos zUn," fluisterde zij ein delijk'', ik heb het hem ook geschreven en heb hem hetzelfde gevraagd als jij GEMEENTELIJKE DUINWATERLEIDING. Schade aan de beplanting. NIET DOOR WATERONTTREKKING, MAAR DOOR KONIJNEN. In het jaarverslag over 1929 van de Ge meentelijke Duinwaterleiding, waarvan we in ons vorig nummer reeds eenige bijzonder heden gepubliceerd hebben, lezen we o.a. nog het volgende: Op tien plaatsen zijn ïn de prise d'eau langs de waterwinning, kleine stukken duinterrein, van plm 10 M2„ afgerasterd met gaasdraad, zoodat de konijnen tot deze stukken terrein geen toegang konden verkrijgen. Het is bij sommige van deze stukken dufnterrein sterk zichtbaar, dat de plantengroei zich daar méér kon ontwikkelen, dan op het terrein vlak naast deze afrastering, waar de konijnen vrU kunnen komen. Hierin lfgt een aanwijzing, dat niet de waterwinning, door het onttrekken van water uit de omgeving, maar de konynen de meeste schade aan de beplanting veroor zaken. GEVONDEN DIEREN «N VOORWERPEN Terüg te bekomen bij: SieTkan, ZUlweg 2, armbandhorloge, De Wilde A. L. Dyserinck- straat 66, autoachter licht, Kramer, K. Hee renstraat 2 rd. buitenbanden. Bur. v. Politie Sm ed es tra at, batteryen, kerkboekje R.K., knippatronen, kinderportemonnaie met in houd, schakelaar. De Kroon. Waldeck Pyr- montstraat 64, broche, Loevenstein, Rijpstr. 31, beenwindsel. Kramer, Parkstraat 8 'rood, duimstok, v. Huize Fr. Halsstraat 53, glas- snijder, v. Santen, Stoofsteeg 6 bruin hondje, Hooreman, Nagtzaamstraat 26, handschoen Kennel Fauna: grijze kat, grys-witte kat, grijze kat, Kranenburg, Zuid Polderstraat 19, parapluie, Metselaar, Kruistochtstraat 7, por tefeuille, v. Dyk, Wolstraat llrood, rijwiel- belastingplaatje, v. Essen, Lour. Costerstr. 9 ramen. Weidema, Ursulastraat lOrd. Rijwiel- belastingplaatje, Piers, Klein Heiligland 33B rUwiel, v. Goor, Jacobijnestraat 1, sleutel, Lamboo. Houtmarkt 51, taschje. Machielsen, Lange DUkstraat 9 rd., vulpenhouder, Lui- derwijk, Gevers Beijnootstraat 5, Loosdui nen, vulpenhouder, Sluik, Kanariestraat 160, zweep, van Braam, Vrouwenhekstr. 60 zak mes. EEN DOODELIJKE AANRIJDING TE VELSEN. DE ZAAK VOOR DE RECHTBANK. 31 Mei werd te Velsen op den Rijksstraat weg een groentewagen aangereden door een vrachtauto. De bestuurde^ van den groente wagen, J. T. Blom, die er naast stond, kreeg daarbij verschillende breuken in den sche del, verwondingen van de hersenen en is ten gevolge daarvan overleden. Ter zake van het veroorzaken van deze aanry'ding, verdacht van het veroorzaken dood door schuld, stond Donderdagmiddag voor de arrondissements rechtbank te Haar lem terecht de 26-jarige chauffeur B. G. te IJmuiden. Hem was ten laste gelegd niet voldoende rekening te hebben gehouden met de glad heid van den weg. Als eerste getuige werd gehoord een 42-ja- rig chauffeur uit Haarlem, die onmiddellijk na het ongeluk met zdjn Brockwaybus ter plaatse was, doch het niet heeft zien gebeu ren. HU heeft wel gezien, hoe het paard stei gerde en daarna den gewonden man bloe dend in het gras van den berm zien liggen. Getuige heeft gezien, dat de auto ongeveer dertig meter verder dan de kar stond. Verdachte was getuige kort tevoren ge passeerd, doch met een behoorlijken afstand tusschen de voertuigen. Getuige heeft aan zUn eigen wagen gevoeld, dat deze neiging tot slippen had. Getuige meende, dat verdachte 45 K.M. reed. Er was daar een bocht, en getuige heeft wel den indruk, dat verdachte eenigszins in gehouden heeft. Getuige J. Hoogzand vrachtrijder te Santpoort, had den indruk, datvverdachte hem met 60 K.M. vaart gepasseerd ls. Deze getuige zei, dat de weg ter plaatse zoo breed is, dat twee auto's er m^kkelyk passeeren konden. Getuige durfde In deze weersom standigheden niet harder rijden dan 30 K.M. De vischknecht Chr. A. Hillen uit IJmul den heeft bU verdachte in den auto gezeten. Volgens dezen getuige was de snelheid 40 tot 50 K.M. Getuige heeft gevoeld, dat de auto slipte en gezien, dat de bestuurdér het stuur omgooide, doch niet bemerkt, dat ver dachte remde. Verdachte had echter moeten remmen, omdat hU een andere auto passeer de. De vischknecht J. G o o s te IJmuiden heeft ook bU verdachte op den auto gezeten. Vol gens hem reed verd. met een matig gangetje. De ruiten van de cabine waren beslagen. De deskundige dr. J. P. L. Hulst gerech- tel(1k lUkschouwer, getuigde, dat het gecon stateerde letsel, zoowel kan ontstaan zUn door den val. als door een aanraking met uit stekende deelen van den auto. Als tweede getuige deskundige werd ge hoord ir. H. U. Sch leur to lts Tiche laar, expert in automobleltechnische aan gelegenheden. HU zei, dat wanneer verd. ge woon had kunnen doorrUden er geen gevaar voor slippen zou geweest zijn. De achterban den waren schitterend, aldus getuige. Zij be vorderden het slippen niet. Ook de voorban den waren goed. Verdachte zei, dat hU van 25 tot 35 K.M. snelheid had. Volgens hem reed de brik mid den op den weg, en ging het voertuig niet op zU- Verdachte heeft toen geremd en de wa gen is gaan ghjden. De substituut-officier van justitie, mr. A. R. Andringa kwam tot de conclusie, dat verdachte onbehoorlijk, onvoorzichtig en roekeloos heeft gereden. Spr. gelooft niet. dat er van slippen sprake is. Dit hadden de an dere inzittenden moeten merken. Spr. meent, dat verdachte heeft zitten suffen. De offi cier wilde wegens verdachte's gunstig verle- leden geen vrijheidsstraf vragen, doch een voorwaardelUke straf in combinatie met een boete nl. een maand voorwaardelyke hech tenis met een proeftijd van 3 jaar, met daar aan verbonden 75 boete of 15 dagen hech tenis. De verdediger mr. F. J. D. T h e y s s e acht te niet bewezen, dat verdachte hoogst roeke loos en onvoorzichtig heeft gereden. Dat de getroffene door verdachte is aangereden, achtte pl. volkomen Ófibewezen. Mr. Theysse vroeg derhalve vryspraak. Uitspraak 9 October. EEN MORPHINE-SMOKKEL AAR. Dinsdagavond heeft de Heerlensche politie te Heerlerbaan een man gearresteerd, die bij fouilleering in het bezit werd gevonden van 25 tuben morphine. De politie deed verschil lende huiszoekingen met het gevolg, dat op een plaats nog 22 tuben morphine in beslag werden genomen. Proces-verbaal werd opge maakt. kolonel, ,Ik zal deze afwikkelen zonder com mentaren. Die zijn niet noodig. HU ging uit het schemerlicht van de machine in de scha duw. Binnen tien minuten was de rol afgewon den, en was de onbedwingbare Beetham bij de hand. Hij wilde juist de laatste rolprent voorbereiden, toen de gordUnen voor een der openslaande deuren plotseling open gin gen en de witte gestalte van 'n vrouw bin nenkwam. Ze stond daar als 'n geestverschU- ning in het mistige weer achter haar. „O, houd op!" riep ze. „Houdt op en doe het licht aan! Gauw! gauw! als 't je blieft." Er was nu een werkelijk hysterische klank in haar stem. Barry Kirk liep naar het stopcontact en de kamer baadde in licht. Mrs. Enderby stond daar, bleek en ietwat wankelend, terwUl ze naar haar keel greep. „Wat is er?" vroeg Klrk. „Wat hebt u." „Een man!" hygde ze. „Ik kon 't in het don ker niet uithouden 't maakte me dol. Ik ging den tuin in. Ik stond dicht bij de borst wering toen ik een man zag springen uit 'n verlicht raam op de verdieping hieronder, en naar den brandultgang loopen. HU Uep er door de mist ln." „MUn kantoren zyn beneden", zei Kirk kalm. „We moesten er liever even gaan ky- ken. Sir FredericHU keek van den een naar den ander. „Wel, waar is Sir Frederic?" vroeg hij. Paradise was uit de provinsiekamer bin nengekomen. „Pardon, meneer", zei hij, „Sir Frederic ging ongeveer tien minuten geleden naar het kantoor". „Naar het kantoor? Waarom?" „Het alarmtoestel bU uw bed belde, meneer dat wat met beneden is verbonden. Juist toen ik 't ontdekte kwam Sir Frederic uw kamer binnen. „Ik zal dit gaan onder zoeken, Paradise", zei hij. Stoor de anderen maar niet." Kirk ging naar Charlie Chan. „Sergeant, wilt u, als 't u blieft met me meegaan?" Charlie volgde hem zwijgend naar de trap, en ze gingen samen naar beneden. In de kantoren was volop licht. De achterkamer, waarin de trap uitkwam, was leeg. Ze kwa men in de tusschenkamer. Een raam stond open, zoover 't kon, en Chan bemerkte, bui ten in den mist, de Uzeren stangen van een branauitgang. Dit vertrek leek ook leeg te zUn. Maar voorbU het groote bureau, gaf Bar ry Kirk, die vooruit liep, een schreeuw en viel op z'n knieën. Chan liep om 't bureau heen. HU was niet verbaasd over wat hU zag, maar erg verdrietig. Sir Frederic lag op den grond, vlak door het hart geschoten. Naast hem lag een dun boekje in lichtgeel laken gebonden. Kirk stond versuft op. „In myn kantoor", zei hU langzaam, alsof dit belangrijk was. 't Is 't is afgrijselijk. Kijk eens!" Hij wees naar sir Frederic. Aan de voeten van den detective zaten zwart zijden sokken —en niets anders. Hij had geen schoenen aan. Paradise was gevolgd. Hij stond een oogen blik den dooden man aan te staren, die op den vloer lag, en wendde zich toen tot Barry Kirk. „Toen Sir Frederic beneden kwam", zei hU. „droeg hy een paar fluweelen pantoffels aan z'n voeten, 'n Soort heidensche pantoffels waren 't, meneer." Ba'rry Kirk stond in z'n kantoor rond te kijken: hU vond het heel moeilUk om te gelooven dat in deze gewone hem zoo beken de kamer, er een tragedie had plaats gehad. .Arme Sir Frederic", zei hU. „Vandaag nog heeft hij me verteld dat hij bUna 't eind van 'n lang spoor had bereikt. Hij was er dichter bU dan hy denken kon, blijkbaar." Hij hield op. „Een lang spoor. Sergeant, slechts weini gen van ons weten hoe ver in het verleden dit geval moet reiken. Chan knikte. Hy had juist op een kolossaal gouden horloge gekeken, dat hy nu weer met n' klap dicht liet gaan en in z'n zakje stak. „De dood is de afrekening met den hemel", merkte hU op. „BU deze gelegenheid een zeer ingewikkelde afrekening." „Nu, wat zullen we doen?" vroeg Kirk hul peloos. „Ik vermoed, de politie. Maar, hemel- sche goedheid, dit is een geval dat geen po litiedienaar ooit kan oplossen. Geen geüni formeerd politieman, bedoel is." HU zweeg, terwijl een stroef lachje over z'n gezicht gleed. „Het lijkt mU toe( Mr. Chan, alsof gU er u mee zoudt moeten belasten en Een eigenzinnig licht verscheen in de kleine zwarte oogen. „Miss Morrow is boven", zei Chan. „Wat 'n gelukkig toeval, daar zij behoort tot het district's bureau van gevol machtigden. Als ik 't bescheiden mag op peren „Oh, daar dacht ik niet aan." Kirk wendde zich tot z'n bediende. „Paradise, ga eens naar boven en vraag of miss Morrow eens hier komt. Excuseer me ook by m'n gasten en vraag of ze willen wachten." „Heel goed, meneer", antwoordde Paradise en vertrok. Kirk wandelde langzaam de kamer door. De laden van het groote bureau waren open en hun inhoud dooreen gegooid. „Er is hier iemand woest aan 't doorzoe ken geweest", zal hU. HU bleef voor de brand kast staan, welker deux eenigszins aan stond. „De brandkast staat open." opperde Chan. „Dat is vreemd" zei Kirk. „Vanmiddag ESPERANTO. FACULTATIEF VAK OP DE LAGERE SCHOLEN? Dezer dagen vergaderde het comité voor invoering van Esperanto als facultatief vak op de Lagere School. Aanwezig waren: de heeren J. Lous (N.O.G.), J. M. Reynders (lid van de St. Canisius Fed.), H. C. v. Leeuwen (Nederlanda Protestante), P. A. Schendeler (Nederlanda Katoliko), P M. Mabescone (La Estorito estas Nia). P. Krijt (Federatie van Arbeiders Esperantisten), Alberda (Nij- meegsche Prop. Commissie). De overige leden hadden bericht van verhindering gezonden. De voorloopige secretaris las de Ingeko men stukken voor. waaruit bleek, dat de ver- eenlging van Hoofden van Scholen geen zit ting kon nemen in het comité, daar zU zich door het besluit van haar laatste vergade ring 'gebonden achtte. Op bedoelde vergade ring was nl. een voorstel ten gunste van Es peranto met een kleine meerderheid verwor pen. De Vereenlging van Christelijke Onderwij zers berichtte, dat zU zich niet kon vereeni gen met de in het rapport van de vergade ring van 14 Juni genoemde verplichtend stel ling van Esperanto voor de Kweekscholen. Bij de meerderheid der leden bestaat de meening, dat ook op de Kweekscholen het Esperanto slechts facultatief dient te wor den onderwezen. Het uitvoerend comité nam nota van deze uitspraak der vergadering van Christ. Onderw. De heer van Leeuwen is van meening, dat het comité verbreeding van basis voor zUn werk dient na te streven, door zich in ver binding te stellen met de daarvoor ln aan merking komende personen en Instanties. De heer Schendeler verklaarde reeds aanstonds stappen te zullen doen ln die richting. Het geheele comité ziet het nut van deze handel wijze in. Besloten werd voorts, dat de vertegenwoor digers van de vier Esperanto vereeniglngen het uitvoerend comité zullen vormen. Het examen comité zal in het vervolg vertegen woordigd zUn door den heer P. Heilker te Hoofddorp. Besloten werd een request tot den Minister van Onderwijs te richten, waarvan de tekst aan alle aangeslotenen bij het comité zal worden ter kennis gebracht. In plaats van een memorie van toelichting zal het request vergezeld gaan van een propaganda-brochure voor Esperanto, terwyl een der leden van het comité den minister mondeling zal inlichten, indien noodig. De brochure zal na verschy- nen op groote schaal worden verspreid- KANTONGERECHT. UITSPRAKEN. W. B. overtreding van art. 22e en 29 van den Motor- en Rijwieiwet f 10 subs. 10 dagen hechtenis. W. P. idem f 25 subs. 25 dagen hechtenis. W. J. M. het te Haarlem met een voertuig op een voet-straat rijden f 1 sorbs. 1 week tuchtschool. A. H. overtreding van art. 23 der Motor- en Rijwieiwet f 0-50 subs. 1 week tuchtschool. C. K. idem f 0.50 subs. 1 dag tuchtschool. N.B. het zich met kunst licht in het veld bevinden buiten openbare wegen of voetpaden f 5 subs. 5 dagen hechte nis. W. B. het te Haarlem met een motorrijtuig met grootere snelheid dan 30 K.M. per uur rijden 10 subs. 10 dagen hechtenis. N. J. N- overtreding der Motor- en Rijwieiwet 3 subs. 3 dagen hechtenis. G. H. idem, 3 subs. 3 dagen hechtenis. C. H. het als gebruiker van eenig onroerend goed, dit bezigen tot reclame 50 subs. 1 dag hechtenis. E. M. F. K. overtreding van art. 3b. van het Rustdag- besluit voor transportarbeiders te land 1929 6.subs. 6 dagen hechtenis. J. V. overtre ding van de Motor- en Rijwieiwet f 10 subs. 10 dagen hechtenis. M. de H. overtreding van het Motor- en RUwielreglement 10 subs. 10 dagen hechtenis. A. P. het met paard en wagen op den over weg rUden terwUl er een trein nadert f 10 subs. 10 dagen hechtenis. J. A. F. het in een schuur staande bU zijne woning gelegen, éen of meer honden houden, welke honden door hun gejank en geblaf hinderlijk zUn f 5 subs. 5 dagen hechtenis. J. v. d. M. overtreding van de Motor- en Rywielwet f 10 subs. 10 dagen hechtenis. J. V. het als bestuurder van een rijwiel op een weg geen gevolg geven aan het bevel der politie, om zich in het belang van het verkeer aan te sluiten bU de rij wachtende motorrUtulgen en andere voertui gen f 5 subs. 5 blagen hechtenis. SPEELTUINVEREENIGING „HET OOSTERKWARTIER" Doordat alle loten van de verloting ten bate van het clubhuis der Speeltuinvereeniging „Het Oosterkwartier" nog niet verkocht zijn zal de uitslag Zaterdagmiddag vier u*r in het clubgebouw aan de Papentorenvest door den inspecteur van den dienst der Lichame lijke Opvoeding bekend worden gemaakt. vroeg Sir. Frederic me om er iets van waarde uit te halen en boven te brengen. Ik deed het, doch hij gaf er geen verklaring van." „Natuurlyk knikte Chan. „En aan 't diner wees hij er on noodig op, dat hU de brand kast niet gesloten had. 't Viel me toen op. Een ding is duidelyk Sir Fredric wilde 'n val zetten. Een ongesloten brandkast om gauw dieven te verzoeken". Hij wees naar het klei ne boekje dat naast het Ujk lag. „We moeten hiets verplaatsen. Raak 't niet aan, maar be- kykt u eens even het boekje, en zeg me dan waar het 't laatst werd bewaard," Kirk bukte. „Dat? Wel, 't ls het jaarver slag van de cosmopolitische Club. Gewoonhjk lag 't in dat omgedraaide kistje, waarop de telefoon staat. Dat kan niets beteekenen." ,,'t Kan zUn van niet. 't Kan zUn Chan's oogen werden dichtgeknepen een aandui ding van 't bovenzienlUke." „Dat zou ik wel eens willen weten", oeinsde Kirk. „Sir Frederic was immers de gast van de Cosmopolitische club?" „Ja, ik gaf hem 'n kaart voor twee weken. HU schreef hier heel wat brieven. Maar maar lk zie niet in „HU was een verstandig man. Zelfs op het oogenblik van z'n verscheiden, zocht z'n ster vende hand nog een belangrijke leiddraad achter te laten." „Nu u daarover spreekt", zei Kirk, ..was is er met die fluweelen pantoffels? Waar zUn ze?" Chan haalde z'n schouders op. „Pantoffels waren 'n belangrUke leiddraad in een veel vroeger geval. Waar leidden ze toe? Letter- hjk tot niets. Als ik m'n zin volg, kUk ik dit maal elders uit." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6