DE GEMEENTE-BEGROOTING.
wc2»"±£
HAARLEM'S DAGBLAD
VIERDE BLAD
ZATERDAG 4 OCTOBER 1930
De schatting der bezittingen van het Gem. Grond
bedrijf leverde een bate van f 900.000.
Voor de heffing van de opcenten der Gem. fonds
belasting zal met den factor 1 volstaan
kunnen worden.
Versterking van liet reservefonds voor
de annexatie-schadeloosstellingen.
B. en W. van Haarlem hebben de ont
werp-gemeen te begrooting voor 1931 aan de
raadsleden gezonden.
De eindcijfers zijn voor inkomsten en uit
gaven beide f 14.923,152. Daaronder is een
post van f 143,831 voor onvoorziene uitgaven.
De belastingen.
In de memorie van toelichting schrijven
B. enW. o.a. dat het dienstjaar 1931, wat zijn
financieele zijde betreft, alle kenteekenen
vertoont van de omstandigheid dat in den
loop van dat jaar de belastingen ten gronde
veranderen.
Gedurende de eerste vier maanden geldt
nog de oude belastingheffing (125 opcen
ten) Rijksinkomstenbelasting plus 1 1/2 pet
Gem. Inkomstenbelasting, op 1 Mei treedt
de nieuwe Gemeentefondsbelasting in wer
king en komen zoowel de uitkeering uit het
gemeentefonds, als de op de gemeente
fondsbelasting te heffen opcenten aan de
gemeente ten goede.
Daarnaast wordt van 1 Januari af aan
de gemeenten uitgekeerd de hoofdsom der
personeele belasting, alsmede 75 pet van
de hoofdsom der grondbelasting, terwijl
op dienzelfden datum de uitkeering naar
het zielenaantal, gebaseerd op de wet van
24 Mei 1897 komt te vervallen.
Tengevolge van het op verschillende data
Ingaan van deze nieuwe uitkeeringen, als
mede omdat van de uitkeering uit het Ge
meentefonds volgens de voorschriften van
Gedeputeerde Staten driekwart ten gunste
van den dienst 1931 kan worden geboekt,
terwijl de uitkeering loopt over slechts 2/3
van het dienstjaar, heeft de gemeente
(evenals alle andere gemeenten in Neder
land) voor het jaar 1931 een extra bate.
Aangezien deze bate voor 1932 en volgen
de jaren niet zal terugkomen, schijnt het B.
en W. geen goede financieele politiek, om
dit bedrag in zijn geheel in de gewone mid
delen te consumeeren.
Zou dit wel geschieden, dan zou voor 1932
noodwendig belastingverhooging moeten
plaats vinden, hetgeen zeer ongewenscht
zou zijn.
De belastingregeling die met het Jaar
1931 haar intrede doet, behoort althans ge
durende de eerste jaren stabiel te zijn.
B. en W. hebben mede, op die gronden,
uit de gewone middelen een bedrag van
f 225.000 naar het reservefonds voor bijzon
dere doeleinden overgebracht.
De annexatie
schadeloosstellingen.
Deze versterking van gemeld reservefonds
voorziet zoo vervolgen B. en W. in
een dringende behoefte. Immers in de eer
ste plaats dient dit fonds versterkt te wor
den, teneinde hieruit te kunnen voldoen de
schadeloosstellingen aan de gemeente
Heemstede te betalen op grond van de art.
22 en 26 der Annexatiewet. De vordering
der gemeente Haarlemmerliede is nog niet
in behandeling genomen.
Hoewel het bedrag dezer schadeloosstel
lingen nog niet is vastgesteld, althans het
desbetreffende, waarschijnlijk reeds door
Gedeputeerde Staten genomen besluit nog
niet door de Kroon is goedgekeurd, in elk
geval deze goedkeuring het gemeentebe
stuur nog niet heeft bereikt, is volgens B.
en W. thans wel spoedig de eindbeslissing
te verwachten.
En zoodra de eindbellsslng er is, dient er
betaald te worden.
In de tweede plaats is zooals B. en W.
opmerken versterking van dit reserfe-
fonds gewenscht, met het oog op het tekort
in het Gemeentelijk Pensioenfonds.
De laatste wetenschappelijke balans per
1 Januari 1929' opgemaakt door Dr. Turks-
ma. geeft een tekort aan van ruim drie
millioen gulden. Hoewel niet met zekerheid
te zeggen is, dat dit tekort ook inderdaad
uiteindelijk een zoodanigen omvang zal
aannemen, en hoewel de dekking zich over
een reeks van jaren zal kunnen uitstrekken
achten B. en W. het toch wenschelijk niet
langer te wachten hiervoor eenige voorzie
ning te treffen.
Tekort Pensioenfonds.
In de derde plaats verdient het aanbeve
ling het fonds te versterken met het oog
op de mogelij kheid, hiermede stabilisatie
van de belastingen te verkrijgen.
Het is dan ook een buitengewoon geluk
kige omstandigheid, dat de gelegenheid zich
voordoet, dit algemeene reservefonds ook
nog uit anderen hoofde belangrijk te ver
sterken.
Het grondbedrijf heeft
een overschot van
900.000.—.
Een bijzondere gebeurtenis op den finan-
cieelen toestand onzer gemeente van over
wegenden invloed, is zoo schrijven B.
en W. namelijk de taxatie van de gronden
in het grondbzdrljf, die per 1 Januari
1930 heeft plaats gehad. Zou deze taxatie
als resultaat hebben opgeleverd, dat de
boekwaarde hooger ware dan de taxatie,
dan zou het verschil, voorzoover niet uit de
reserve aanvulling mogelijk zou zijn in
vijf Jaar uit de gewone middelen moeten
^worden bijgepast.
Het resultaat der taxatie is geen tekort,
maar een overschot van ruim f 9.000.000.
Het heeft bij B. en W. een punt van am
pele overweging uitgemaakt, op welke wijze
dit bedrag van ruim f 9.000.000 zou moe
ten worden geboekt.
Het eenvoudigst zou zijn, dot bedrag te
boeken bij de bestaande reserve's in het
grondbedrijf, per 31 December 1929 bedra
gende, inclusief het kapitaal f 348.397.04,
waardoor kapitaal en reserve zou worden
opgevoerd tot een totaal bedrag van pl.m.
I 1,250.000.
B. en W. zijn tot de conclusie gekomen,
dat de eenvoudigste oplossing in deze niet
de meest rationeele zou zijn. Zij hebben
daarom besloten aan den Raad voor te stel
len, een deel van dit overschot over te bren
gen naar de algemeene reserve (Reserve
fonds voor bijzondere doeleinden).
Behalve de hierboven vermelde argumen
ten, die duidelijk maken waarom verster
king van het algemeene fonds noodzakelijk
is, geldt voor de overboeking van een ge
deelte van het overschot in het Grondbe
drijf ook nog dit motief, dat dit overschot
grootendeels te danken is aan de grens-
uitbreiding.
Door de verruiming van onze gemeente
grenzen, vestigen zich vele nieuwe bewoners
in onze gemeente.
Dientengevolge is de waarde van den
grond gestegen, welke waardestijging van
overwegenden invloed was op de taxatie,
Het schijnt B. en W. daarom billijk toe,
de helft van dit overschot over te brengen
naar het algemeene reservefonds, teneinde
alsdan mede te kunnen dienen om de alge
meene financieele positie onzer gemeente
te versterken. Een le suppletoire begrooting
voor 1930, waarin dit voorstel is verwerkt,
bieden B. en W. mede ter vaststelling aan.
Meer kosten voor onder
wijs, Openbare Werken,
Armbestuur enz.
Een verdere beschouwing van de ont-
werpbegrooting voor 1931 geeft aan B. enW.
aaleiding tot de volgende opmerkingen:
Het eindbedrag der ontwerp-begrooting
voor 1931 is plusminus een mil
lioen gulden hoogre dan het voor 1930
geraamde. (De eindcijfers voor 1930 waren
f 13.730.511). In dit bedrag is alleen reeds
voor meerdere rente en aflossing begrepen
ruim f 360.000.
De uitgaven voor openbare werken
plantsoenen in de zich steeds uitbreidende
gemeente zijn oorzaak, dat het totaal van
Hoofdstuk VI, naast de reeds genoemde
hoogere uitgaven voor rente en aflossing,
vrij belangrijk is gestegen.
Ook de kosten van het onderwijs hebben
een belangrijke stijging ondergaan.
Gewezen moet hier worden op de uitbrei
ding van het aantal scholen voor openbaar
lager onderwijs en bijzonder lager onder
wijs, (de salarissen voor het openbaar lager
onderwijs vorderen b.v. reeds een hooger
bedag van f 50.000) de voorziening in de
toenemende behoefte aan voorbereidend-,
vervolg- en uitgemreid 1. o. en de opening
eener dagopenluchtschool (kosten f 28.500).
De kosten der Stads-Biblfotheek en Leeszaal
zijn. mede in verband met de instelling van
ene filiaal in het noordelijk deel der gemeen
te met plm. f 17.000 toegenomen.
Armenzorg vordert eveneens een belangrijk
hooger bedrag.
De meerdere kosten voor ziekenverpleging,
de subsidiën aan het Burgerlijk Armbestuur
en het Gasthuis, alsmede de kosten van krank
zinnigenverpleging, dragen hiertoe het meest
bij.
Tengevolge van de sterke verlaging, die in
de laatste jaren in de tarieven van gas en
electriciteit heeft plaats gehad, hebben B. en
W. de winst van het gasbedrijf omstreeks
f 100.000 lager moeten ramen dan voor 1930,
terwijl de winst van het electriciteitsbedrijf,
niettegenstaande sterke toeneming van debiet
vrijwel stabiel gebleven is.
Onder deze omstandigheden geven B. en W.
den raad in overweging de tarieven voorloo-
pig ongewijzigd te laten.
De opcenten op de Gem.
fondsbelasting.
De sluitpost van de begrooting is thans de
opbrengst der opcenten op de gemeentefonds
belasting (volgno. 202) met ingang van 1 Mei
1931 voor het eerst te heffen.
Het bedrag is uitgetrokken op f 750-000 en
geldt over 8 maanden, (1 Mei-31 December
1931), zoodat het kohier 193132 dient op te
brengen 3/2 X f 750.000 is f 1.125.000; het be
drag van dezen sluitpost is echter niet ver
kregen kunnen worden dan met toepassing
van een extra maatregel.
Bij raadsbesluit dd. 30 April 1930 Is een pro
gressief tarief voor deze opcenten vastgesteld,
varieerende van 3060. waarbij telken jare
een factor dient te worden vastgesteld.
Bij de behandeling van dit voorstel hebben
B. en W. de verwachting uitgesproken, dat
over 1931'1932 met den factor 1 zou kunnen
worden volstaan. In hoeverre deze verwach
ting thans vasteren vorm verkregen heeft, is
moeilijk vast te stellen.
Immers geheel onzeker nog Is het kohier der
gemeentefondsbelasting ook met het oog op
de economische crisis, die over dat kohier
zijn schaduw zal doen vallen.
B. en W. zijn echter van oordeel, dat het
niet gewenscht is. dat de factor, tenzU strikt
noodzakelijk, hooger zou worden dan 1. te
meer waar de marge die deze opcentenheffing
met het oog op de wettelijke bepalingen heeft,
gering is. Zij hebben daarom een extra maat
regel moeten nemen, teneinde zooveel moge-
lijk den factor 1 zeker te stellen.
Deze maatregel Is. dat onder de gewone
middelen der begrooting (Hoofdstuk XV.
volgno. 241 een bedrag van f 175.000.is ge
raamd als bate uit het algemeen reservefonds.
Na de versterking van dit fonds, met de be
dragen. hierboven aangegeven, achten B. en
W. dezen maatregel gemotiveerd.
Over het bedrag zal alleen dan Inderdaad
ook beschikt worden, indien het noodlg blijkt
hiermede belastingverhooging tegen te gaan.
Er zijn noch onder de inkomsten, noch
onder de uitgaven bedragen geraamd voor
vroegere rekeningen. Er is dus blijkbaar van
de veronderstelling uitgegaan, dat 1929 zon
der tekort, of overschot zal sluiten. De reke
ning over 1929 is evenwel nog niet gepubli
ceerd.
De gevolgen van de
nieuwe financieele
regeling.
In deze begrooting zijn, zooals wij reeds
opmerkten, de gevolgen van de nieuwe finan
cieele verhouding tusschen rijk en gemeente
verwerkt. Vervallen is nu de uitkeering van
het rijk per inwoner die voor 1930 geraamd
is op f 354,510. Daarentegen zal nu ontvangen
worden uit de Gemeentefonds-belasting
f 1.214.585 en f 2.250, dus f 1.216.830.
De uitkeering over een vol jaar zou op
f 1-619 447 berekend worden.
De gemeente zal f 6.000 van het rijk krijgen
als tegemoetkoming in de kosten van de
volkstelling. De schatting is evenwel, dat die
aan de gemeente f 15.000 zal kosten.
Voor jaarwedden van ambtenaren ter secre
tarie is f 299.900 uitgetrokken, tegen f 187.532
voor 1930 en f 273.888 in 1929.
Er is over 1931 nog gerekend op de huur
opbrengst van de perceelen Koningstraat 6, 8
en 10. Dat jaar komt dus nog niets van de
vergrooting van het stadhuis
f 14.000 is uitgetrokken voor onkosten der
verkiezingen. In 1931 hebben verkiezingen
van den raad en de Prov. Staten plaats.
Het nadeelig saldo van het hoofdstuk
openbare veiligheid is geraamd op f 920.465
(voor 1930: f 907.409).
Voor belooning van inspecteur en agenten
van politie is f 542.984 uitgetrokken, tegen
f 543.902 voor 1930.
Het onderhoud van brandbluschmiddelen
en reddingsmiddelen is geraamd op f 32.308
(1930: f 31.423).
De post onderhoud van lantaarns en ver
dere kosten van verlichting zijn nu gesteld
op f 142.775 of f 7.775 meer dan voor 1930.
De kosten van den Gem. Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst zijn geraamd op
f 59.995 (voor 1930 f 48 353) en van den
schoolart-sendienst op f 32.017 (voor 1930:
f 29.634).
De vo'ksdouchebadhuizen krijgen aan sub
sidies f 7.893 (vorig jaar f 9.668).
De subsidie voor Zuigellngenvereeniglng is
van f 5100 voor 1930 verhoogd tot f 5900
voor 1931.
De subsidie van de Vereenigingen ten be
hoeve van de uitzending van kinderen naar
herstellingskolonies is van f 4000 op f 5000
gebracht.
De kosten van den dienst der Lichamelijke
opvoeding zijn geraamd op f 63.371 (voor
1930: f 57.476).
Voor 1931 zijn de kosten der Bouwpolitie
geraamd op f 93.281, tegen f 91.566 voor 1930.
De opbrengst der precario-rechten zijn
voor 1931 geraamd op f 58000, dit is f 3200
lager dan voor 1930.
De bedrijven betalen f 385.000 als retribu
ties voor het hebben van kachels en buizen
in den gemeentegrond.
Er wordt gerekend dat de brug- haven
en kaaigelden f 99.000 zullen opbrengen. Voor
1930 was dit bedrag op f 97.200 uitgetrokken.
De markt-gelden zijn geraamd op f 27900
(1930: f 27.150). De begrafenisrechten zijn
geschat op f 65.750 (1930: f 60.300).
Voor onderhoud van straten en pleinen is
f 250.000 uitgetrokken (1930: f 246 558), voor
onderhoud van wandelplaatsen en plantsoe
nen f 167.048 (1930: f 152.714).
De opbrengst der straatbelasting is op
f 318.000 geraamd (1930: f 298.000.)
De kosten van het
Onderwijs.
De kosten van onderwijs (het verschil tus
schen inkomsten en uitgaven) zijn voor de
gemeente aldus geraamd:
Lager en Voorbereidend Onder-
w ij s:
Openbaar gewoon l.o.: 1930: f 304.315.
1931: f 400.026.
Openbaar vervolg o. 1930: f 45.869, 1931:
f 49.955.
Openbaar uitgebreid l.o. 1930: f 35.920,
1931: f 55 851.
Ooenbaar buitengewoon l.o. 1930 44.097,
1931: f 63.881.
Openbaar voorbereidend l.o. 1930: f 64.327,
1931: 89.836.
Bijzonder gewoon l.o. 1930: f 268.092, 1931:
f 358.331.
Bijzonder vervolg o. 1930: f 11.630, 1931:
f 13.330.
Bijzonder uitgebreid l.o. 1930: f 15.385, 1931
f 24 867.
Bijzonder buitengewoon l.o. 1930: f 17.989,
1931: f 16.192.
Bijzonder voorbereidend l.o. 1930: 85.000,
1931: f 100.500.
Andere kosten van l.o. 1930: f 48.368, 1931:
f 47.807.
Middelbaar Onderwijs:
Voor 1931 geraamd op f 482.572. Voor 1930
was f 478.376 geraamd.
Hooger onderwijs:
Voor 1931 zijn de kosten begroot op f 109.552,
tegen f 114.783 voor 1930.
Nijverheidsonderwijs:
Voor 1931 is f 146.060 geraamd, tegen
f 137.561 voor 1930.
De schoolgelden voor hnt lager onderwijs
zijn geraamd op f 80.000 (hetzelfde als voor
1930).
De gemeente krijgt f 595.000 van het rijk
ingevolge de L. O. wet- voor het Openbaar
L. O., maar zij geeft alleen f 771.499 uit aan
de tractementen der onderwijzers.
De schoolgelden voor het bijzonder lager
onderwijs zijn uitgetrokken op f 90.000 (het
zelfde als voor 1930).
De ksten van de dag-openluohtschool zijn
geraamd op f 32.500, waartegenover f 4.000
aai} inkomsten zal staan.
Er zijn nog geen gelden uitgetrokken voor
de inrichting van een schoolbioscoop.
De schoolgelden voor het M. O. zijn ge
raamd op f 95.100 (1930: f 90 000). Van de
buitengemeenten zal f 130.000 ontvangen
worden (1930: f 99.600).
Voor 1931 zijn de schoolgelden van het
Voorbereidend H. O. geraamd op f 27000 (1930
f 26.000) en de bijdragen van de buitenge
meenten op f 32.100 (1930: f 22.400».
De ambachtsschool krijgt een subsidie van
f 49.300, de Huishoud- en Industrieschool
f 34.175, de Middelbare Technische school
I 50.250.
De kosten van het Frans Halsmuseum zij
geraamd op f 31379 (1930: f 30.154) en van
cle Stadsbibliotheek en leeszaal op f 65.383
(1930: f 48.703).
De subsidie voor de R.K. openbare lees
zaal en bibliotheek is van f 4500 op f 5000
gebracht.
De H.O.V. krijgt weer haar gewone sub
sidie van f 30.000.
De kosten eer Gem. Concertzaal zijn ge
raamd op f 24.461.
De uitgaven voor de Gem. orgelconcerten
zijn geraamd op f 2.940, de inkomsten op
f 1.150.
Als kosten voor de Schoonheidscommissie
is een bedrag van f 3089 uitgetrokken.
Ondersteuning aan
behoef tigen
Als bijdragen in de kosten van verpleging
van minvermogende patiënten in de zieken
huizen is op f 170.000 gerekend. (Voor 1930
werd f 115.000 geraamd, maar nu is de
ZiekennuLsverzekerlng met de Ziekenfondsen
uitgebreid).
De kosten voor ziekenverpleging zijn daaren
tegen op f 499.000 geraamd (voor 1930:
f 400.000).
De Haarlemsche vereeniging tot bestrijding
der tuberculose krijgt f 17.000 voor verpleging
in het Brederodeduin, berekend naar f l per
verpieegdag per patiënt, f 10.000 voor het ge
mis van bijdragen van bij de ziekenfondsen
verzekerde patiënten en f 10.000 subsidie.
De subsidie aan het St. Elisabeths gasthuis
is op f 159.313 begroot (voor 1930 f 141.000),
Als subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur
is een bedrag uitgetrokken van f 588.157
(1930 f 525.042 en 1929 f 630.407).
De subsidie aan de Haarl. vereeniging
Maatschappelijke zorg voor Zieken is van
f 9000 op f 10.000 gebracht).
De subsidie van f 30.000 die voor 1930
was uitgetrokken voor steun aan werkloozen,
is nu (ingevolge een aanschrij ving van Ged
Staten) bij den post van het Burgerlijk Arm
bestuur getrokken.
Voor subsidie aan Werkloozenkassen
f 48.000 op de begrooting gebracht (1930
f 44.000).
Belastingen.
De opbrengst is als volgt geraamd:
Hoofdsom Grondbelasting f 323.125.
80 opcenten op de grondbalasting f 350.000
(1930: f 330.000).
Hoofdsom Personeele belasting f 700-000.
50 opcenten op de Personeele belasting
f 350.000 (1930: f 345.000).
125 opcenten op de Rijksinkomstenbelasting
betreffende het belastingjaar dat in dit
dienstjaar eindigt f 785.000.
48 opcenten op de dividend en tantième be
lasting f 100.000 (1930 f 90.000).
50 opcenten op de Vermogensbelasting
f 137.250. 4 maanden van de nog geldende
eigen belasting naar het inkomen f 310-000.
3060 opcenten op de hoofdsom der ge-
meentefondsbelasting f 750.000.
Belasting op honden f 35.000 (gelijk aan
1930).
Belasting op vermakelijkheden f 190.000
(1930: f 175.000).
Zakelijke belasting op het bedrijf f 116.000
(1930: f 110.000).
Vergunningsrecht f 15.000 (gelijk aan
1930).
Er wordt gerekend, dat f 200.000 aan het
rijk terugbetaald zal moeten worden voor
kwade posten (1930 300.000).
Batige saldi der
bedrijven
De batige saldi der bedrijven zijn voor 1931
als volgt geraamd:
Electrische centrale 919.797 831.400)
Gasfabriek 463.832 475.729).
Openbaar Slachthuis 50.000 50.000).
Van de winst van 919.797 van het Gom.
electriciteitsbedrijf zal 100.000 gestort wor
den in het reservefonds voor bijzondere
doeleinden, van de winst der gasfabriek komt
65.000 in dit fonds.
Er is geen winst en verlies voor de water
leiding geraamd, alleen een storting var
0.000 in het reservefonds.
Van de winst van het Slachthuis komt ook
10 000 in dit fonds,
De bedrijven en diensten
die met verlies werken.
Voor 1931 zijn de nadeelige saldi als volgt
op de begrootingen uitgetrokken:
Gemeentereiniging 459 776 449.466).
Gem. ontsmettings-
dienst 4 883 5.133).
Bank van leening 2 467 1.235).
Gem. Woningbedrijf 106.415 166.820).
Stadsschouwburg 17.743 19.325).
Keuringsdienst 15.500 (f 16.000).
Stortings en ophaal
dienst f
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cts. per regeL
o. ceoI""d.
P',|e .r, vo°.*»'d'n<!oO.
-
uUkee'
t\ng
var»
e\\\n9en
do
de gemeentefondsbelasting nog niet met vol
doende zekerheid is vast te stellen, en ten
tweede het bedrag der uit te keeren schade
vergoeding op grond van art. 22 der An
nexatiewet, nog niet Is vastgesteld en waar
voor tot en met 1931 ruimschoots is gereser
veerd.
Deze redenen vinden h l. meer aanleiding
om ten aanzien van b tingverhooging
voorloopig nog een afwachtende houding aan
te nemen, aangezien de taxatie van de gron
den in het grondbedrijf een overrchot aan
wijst van ruim 900.000,en het reserve
fonds voor bijzondere doeleinden met oen
gedeelte van dit overschot zou kunnen wor
den versterkt.
PROVINCIALE STATEN.
WEGEN VOOR DOORGAAND VERKEER.
7.325 4.000).
Het rapport der finan
cieele commissie.
Daaraan ontleenen wij:
Uit de stukken bleek, dat de sluitpost van
de begrooting, volgn- 202 „Opcenten op de
hoofdsom der gemeentefondsbelasting" over
8 maanden (n.l. 1 Mei—31 December 1931) is
geraamd op 750.000,—.
Dit bedrag Is echter verkregen door bij
hoofdstuk XV volgn. 241 175.000,— te ra
men als uitkeering uit het reservefonds voor
bijzondere doeleinden: zou deze inkomst niet
zijn geraamd, dan zouden de opcenten moe
ten opbrengen 925.000,—, zijnde over een
vol jaar 1.387.500,wel bedrag niet ont
vangen wordt bij den factor 1.
De vraag deed zich dan ook voor of het niet
noodzakelijk zou zijn den factor 1 te verhoo-
gen tot 1.2, dan wel of het aantal opcenten
op de hoofdsom der personeele belasting met
25 zou moeten worden verhoogd.
Een lid van de commissie, de heer Joosten,
was deze mcening toegedaan. De andere
leden echter hadden eenstemmig bezwaar om
Mn bCSlUl: ie nemen tol belasting- tooi een
verhooging aangezien ten eerste de opbrenst bedrag van totaal f 49.520; zij zijn irmiddoLs
van de uitkeering uit het gemeentefonds en voltooid nnuaacts
de daarmede correspondeerende opcenten op Voor het gedeelte Tan het tracé tusschen
Verschenen Is het verslag van God. Staten
omtrent hetgeen in zake den aanleg van
wegen voor doorgaand verkeer in he; af-
geloopen jaar Ls verrichtf'
Ten einde de uitvoering van het plan der
provinciale wegen te bespoedigen, is met in
gang van 1 Januari 1930 een nieuwe af-
deeling bij den Dienst van den Provincialen
Waterstaat opgericht, die speciaal belast
werd met het ontwerpen van de lil de wegen
van het plan voorkomende bruggen en het
toezicht van de uitvoering daarvan.
Op ongeveer 45 K.M. na zijn thans de
opmetingen voor het geheele net ter lengte
van ruim 310 K.M. voltooid.
Tracé Haarlcm-Schiphol-
Amstcl veen-Dicmcn-Wecsp-
's Graveland.
De aanleg van een deklaag van teerporfier
alsmede van een rijwielpad van quenasttegels
op het gedeelte van den Spaarnwouderweg
tusschen den Sloterweg en den Spieringweg
kwam gereed. Op dit weggedeelte. alsmede op
het wegvak tusschen den Sloterweg en
Schiphol, is na ingewonen deskundig advies,
een beplanting aangebracht; daarbij is een
proef genomen met haagbeplanting op den
berm tusschen de rijbaan en het rijwielpad.
Van de zijde van het Departement van
Defensie zijn de eischen kenbaar gemaakt
waaraan zal moeten worden voldaan, om de
oeschikklng te verkrijgen over het Fort
Schiphol, dat bij het maken van de nieuwe
overbrugging van de Haarlemmermeerring
vaart zal moeten verdwijnen.
Het bestuur van den RictwUkeroordcrpol-
der, dat ln de nabijheid een pont exploiteert,
is voornemens die pont naar het einde van
den Spaarnwouderweg te verplaatsen, waar
door in afwachting van de tot standkoming
van de nieuwe brug aldaar een verbinding
zal worden verkregen tusschen dien weg en
den nieuwen weg naar Amstelveen.
Het grondwerk en de fundeering voor den
weg Schiphol-Amstelveen werden nagenoeg
voltooid. Het aanbrengen van een deklaag
van teerporfier en het maken van een rijwiel
pad van hetzelfde materiaal op het boven
genoemde wegvak werd na opc-nbare aanbe
steding opgedragen voor f 39.394.
Voor het gedeelte van den weg tusschen
den Nieuwe Weg en den Spieringweg in den
Haarlemmermeerpolder ls over den grondaan
koop met de verschillende eigenaren overleg
gepleegd met het gevolg, dat met enkele
reeds overeenstemming werd bereikt. Omtrent
het verkrijgen van den grond voor de verbete
ring van het wegvak tusschen het Bijlmer
hek en de Gelnbrug, werd met bijna allo
eigenaren overeenstemming bereikt, terwijl
dit voor den weg door den Aetsvcldschen
polder het geval ls met ongeveer de helft
van de eigenaren.
Met de gemeente Nieuwer-Amstel, den Mid
delpolder en de Nederlandsche Spoorwegen
werden langdurige onderhandelingen ge
voerd, ten einde het daarheen te lelden, dat
de weg in het dorp Amstelveen onder de
spoorbaan Amsterdam-Alsmeer door geleid
kon worden. Die onderhandelingen hebben
tot volledige overeenstemming geleid, zoodat
thans aldaar de kruising h niveau vermeden
zal kunnen worden, terwijl de totale kosten
van die kruising waarschijnlijk niet meer,
zullen bedragen dan de gekapitaliseerde be-
dieningskosten van een overweg.
Tracé naarlem-Hccmstedc-
Aalsmcer-Uithoorn.
De werken tot verbreeding van den Kruis
weg tusschen den Spieringweg en den Kagcr-
tocht, welke blijkens het vorige verslag ten
gevolge van het ontbreken van overeenstem
ming met de gemeente Haarlemmermeer des
tijds niet tot uitvoering waren gekomen, zijn
inmiddels aanbesteed en voor een bedrag
van f 174.300 aan den laagsten inschrijver
gegund; het werk is reeds voor twee derde
gedeelte gereed.
De werken tot verbetering van het gedeelte
van den Kruisweg tusschen den Kagertochl en
den Aalsmeerderweg benevens de aanleg van
de fundeering van de rijbaan ia bovenge
noemd wegvak, werden voltooid. Laatstge
noemd wegvak werd voorzien van een 3-tal
proefvakken, te weten:
een termak-deklaag over 2000 M., een dek
laag van Goudalitebeton op een tusschenlaag
van teerslakken over 500 M. en een dek
laag van trasbeton over een lengte van 500
Meter.
Deze werken zijn met inbegrip van een
rijwielpad tusschen den Kagertocht en den
Sloterweg ondershands aanbesteed voor een