INGEZONDEN. LETTEREN EN KUNST MUZIEK HET TOONEEL Nieuws uit Indië. UIT DE PERS. BURGERLIJKE STAND HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 8 OCTOBER 1930 Haarlemsche Motet en Madrigaal Vereeniging. Palestrina's kunst mag beschouwd worden als de hoogste muzikale uiting van een levens beschouwing, die een geheel tijdperk van de geschiedenis der menschheid vertegenwoor digt: dat der middeleeuwen. Zelve wortelend fn de contrapuntiek der oude Nederlandsche school, is met haar een periode vrijwel af gesloten. Daardoor staan tegenover de wijze der muzikale expressie, de ingewikkelde poly- phonie, kortom de geheele sfeer de latere ge slachten min of meer vreemd en is elk stre ven om deze grootsche kunst ons nader te brengen toe te juichen, vooral als dat op zóó voortreffelijke wijze en onder zóó bij uit stek kundige leiding geschiedt als waarvan we Dinsdagavond getuige mochten zijn. De drie deelen uit de Missa brevis in G gaven talrijke momenten van subliemen koorzang te hooren, vooral in het Gloria, waarin oogen- bllkken van de uiterste verfijning met for- schen climax afwisselen, doch ook in het forte de nobele klank ten volle bewaard bleef. Het morendo aan het slot der drie deelen was bijzonder mooi, en het was jammer dat pro fane gedruischen van buiten de stemming verstoorden. In dit opzicht ligt onze groote kerk niet gelukkig: het moderne verkeer cir kelt er om heen en doet zijn onharmonische geluiden tot binnen de gewelven dringen. Palestrina was door nog een koor: „Domine, quando venerts" vertegenwoordigd, waarvan de uitvoering de indrukken der voorafgegane mis niet geheel kon evenaren. Met het „Cru- cifixus" van Lotti kwamen we in een geheel anderen tijd: anderhalve eeuw later. Meer homophone behandeling had de polyphonie van voorheen vervangen, maar hoe indruk wekkend klonken de prachtige accoordopvol- gingen! Ook van dit nummer werd een klein gedeelte, en het begin, door straatgeluiden helaas gestoord. In het „Nos qui sumus" van Orlando di Lasso waren het vooral de onver wachte wendingen, de stoere uitdrukkings kracht, die den hoorders boeiden. Drie wereldlijke liederen, in mooie koorbe werkingen van Dresden en Oevaert sloten het eerste deel van het programma af. Het tweede deel werd geopend met het be kende, door allerlei gemengde a-capella-koren vaak uitgevoerde „Tenebrae factae sunt", van Michael Haydn, een jongeren broeder van Joseph Haydn. Michael Haydn (1737—1860) was een zeer gezien toonkunstenaar, wiens naam wel door dien van zijn grooteren broe der verduisterd is, maar die toch een respec table werkzaamheid op muzikaal gebied heeft onplooid, vooral op dat der kerkmuziek (o.a. 28 Missen, 2 Requièms, 114 Gradualiën, 67 Offertoria enz.) Daarnevens vele instru mentale werken, als 30 Symphonieën, talrijke orgelwerken etc. De uitvoering van het be kende koorwerkje mocht als een les dienen voor leden en dirigenten van zangkoren; voor al de dynamische schakeeringen waren be wonderenswaardig, mischien zelfs iets te.rijk en te veelvuldig. Niet minder mooi was de weergave van het even bekende „Du Hirte Israëls" van Bortniansky; men kon hooren wat met een klein aantal uitgelezen, goed ge schoolde stemmen te bereiken is. Voor de „Missa simplex" van Hendrik An- driessen kwam alleen het vrouwenkoor in actie. Drie deelen: Kyrie, Sanctus en Agnus Dei, zijn er uit gezongen; zeer ernstige, bij een eerste hooren iet-wat stroeve muziek, waarin de vele parallel-quintengangen een eigen- aardig-archaïseerenden indruk maken. In Wandrers Nachtlie van Diepen/broek was de klankverhouding van het koor niet steeds evenwichtig, en in de Irish Song van Percy Grainger, waarin de melodie eerst door de tenoren, later door de sopranen wordt voor gedragen, was de klank der mannenstemmen niet zoo nobel als in de voorafgegane num mers. Trouwens het gehalte van dit liedje dat sterk aan een deun doet denken staat over 't geheel nog al wat lager dan het overige, en daarom leek het me geen geluk kig slotnummer, nadat we zóóveel moois en verhevens hadden genoten. Om dit mooie en verhevene verdienen de Haarlemsche Motet- en Madrigaalvereeniging en haar Directeur Sem Dresden onze groote erkentelijkheid, en mogen we ook het Be stuur der Vereeniging „Kunst aan het Volk" dat dit Kerkconcert organiseerde, dankbaar zijn. Waarschijnlijk is, doordat het concert in een kerk gegeven werd. het modrigaal„ditmaal wat in de minderheid gebleven; een ander maal hopen we daarvan ook meerdere speci mina te mogen hooren. Een zeer groot auditorium had nagenoeg alle beschikbare zitplaatsen bezet. Er is dus gelukkig toch nog wel belangstelling voor „echte" kunst! KAREL DE JONG. DE WITTE RAAF. Piet Holman blijft onversaagd. De malaise ten spijt, reist hij met zijn Witte Raaf door het land en heeft hij zelfs voor dit seizoen weer een fonkelnieuw programma samenge steld, waaraan met Holman en Winnie Wish ook Leo Kok en Hetty Geytenbeek meewer ken Haarlem kreeg evenals verleden jaar de primeur van dit nieuwe programma en wij hadden daarom onzen stadsschouwburg op deze avonden van De Witte Raaf gaarne wat voller gewenscht. Om met het goede te beginnen, het pro gramma is decent en beschaafd en daarom zooals Piet Holman het wil volkomen geschikt voor een „familie-publiek," alle nummers zijn zeer goed verzorgd en de aan kleeding getuigt van een artistieken smaak, zooals wij het doorgaans niet van Holland- sche cabaretgezelschappen gewend zijn. De decors zijn blijkbaar geïnspireerd op die van het Russische cabaret en het is duidelijk dat Piet Holman zoo iets heeft voorgezweefd als de Blauwe Vogel, voordat hij zijn „Witte Raaf" de lucht in liet gaan. Maar hij heeft te veel vergeten, dat decors tenslott-e voor een cabaret maar een zeer klein onderdeel zijn en het artistieke succes altijd van de artis- ten meet komen. Piet Holman nu geeft in zijn ongetwij feld zeer verzorgde en geslaagde decors meestal niet veel meer dan tableaux-vivants waarbij g&zongen wordt. Het dynamisch element de groote kracht der Russen ontbreekt vrijwel geheel. En wanneer er gespééld wordt, dan vervallen wij bij De Witte Raaf al heel gauw in het senti- menteele. Decent en beschaafd, ik vind het natui\lijk prachtig, dames en hee- ren, maar het behoeft daarom nog niet saai en vervelend te worden! Het was «lies zoo doodsch, wij wachtten heel den avond op wat geest, wat echte vroolijkheid en uitbundigheid! En wanneer men zoo als in Straatmuziek daarvan iets wilde geven, gaf men te veel en werd het flauw. Met de herinnering aan wat Pisuisse cp een vrijwel onaangekleed tooneel van zoo'n nummer wist te maken, deed dat scènetje toch wel heel poovertjes aan. Ik had al die artistieke decors en mooie costuums gaarne cadeau willen geven voor wat Schwung, wat echt leven en wat jonge vroolijkheid. Die eigenschappen zijn immers altijd juist de groote kracht van het cabaret geweest. De oude cabaretzangers zongen soms op een houten tafel zonder eenig decor en zij wisten hun publiek dikwijls tot ver voering te brengen! Maar daarvoor is iets noodig, dat de beste en meest artistieke deco rateur je niet kan verschaffen: ziel, geest drift en waarachtig kunstenaarschap! Wij hebben éénmaal in ons land zoo'n kunstenaar bezeten. Hoe langer hoe meer beseffen wij, wat wij aan Jean Louis Pisuisse verloren hebben. Het publiek toonde waardeering voor het werk van dit cabaretgroepje en heeft na vele nummers hartelijk geklapt. Dit succes was voor een groot deel ook te danken aan de nieuwe kracht, mej. Hetty Geitenbeek, die een sympathieke, heldere sopraanstem heeft, heel zuiver zingt en dikwijls niet onaardig acteert. J. B. SCHUIL TONEVO, VADERTJE LANGBEEN. Tonevo heeft het voorbeeld van Nieuw Leven gevolgd en door een „volksstemming" laten uitmaken welk stuk van het ge speelde repertoire voor heropvoering in aan merking kwam. Dat Vadertje' Langbeen uit de bus is gekomen behoeft niemand te verwon deren. Vadertje Langbeen houdt altijd nog het record van het hoogst aantal opvoerin gen te Haarlem in één seizoen, want geen an der stuk zelfs Mijlpalen niet heeft het als Vadertje Langbeen tot 23 vertoonin gen binnen 8 maanden in onze stad ooit kunnen brengen! Het door Jaap van der Poll bewerkte blijspel is indertijd een goudmijntje voor Het Schouwtooneel geweest en voor Greet- Lobo werd de rol van Judy een groot persoonlijk succes. In den uitslag van de door Tonevo gehouden stemming mogen wij dus een afspiegeling zien van den algemeenen smaak van het publiek. En voor dilettanten heeft dit wat zoetige blijspelletje ook veel aantrekkelijks, zooals gisteravond weer duidelijk uit de opvoering van Tonevo bleek. De goede kwaliteiten, die wij bij een vorige opvoering mochten con- stateeren, kwamen nu het stuk meer was ingespeeld nog sterker naar voren. Zoowel in het ensemble als In het individueele spel was een vooruitgang merkbaar. Voor mevrouw Pollé is Judy een succes- rol geworden. Zij speelt dit Amerikaansche roman-heldinnetje levendig en pittig en beheerscht met haar spel heel de opvoering. Tot mijn genoegen zag ik, dat zij rekening had gehouden met een vroeger door mij ge maakte opmerking. Het sentimenteele was nu veel minder sterk aangezet, waardoor heel de rol fris- scher, natuurlijker en vooral gezonder wordt! Mevrouw Pollé blijkt voor zulke rollen een niet genoeg te waardeeren kracht voor To nevo te zijn. Zij heeft het vlugge, lenige en soepele in haar bewegingen, zoo noodig voor een jonge meisje's rol en zij lanceert de pointes In haar tekst raak en zonder nadruk kelijkheid! Ik wensch haar dan ook van harte geluk met het ook nu weer door haar behaalde succes. De dames wonnen het gisteren van de heeren, wat anders doorgaans bij dilettanten voorstellingen niet het geval pleegt te zijn. Mevrouw Vos was een vlot spelende, frissche. aardige Sally mej. Busquet zorgde er voor, dat Mrs. Pembledon relief kreeg, en ook Julia werd niet slecht gespeeld. Jervis en Jimmy waren moeilijker te accepteeren in dit Amerikaansch millionnairsmilieu. Wij konden in de sportiviteit en de jeugd van Jimmy onmogelijk gelooven wat had de kapper hem een leelijke pruik opgezet en ook Jervis deed wel wat erg plechtstatig voor een minnend jong menschMaar in hun spel waren ook aardige momenten, zooals in het tooneel, waarin zij in afwachting van Judy elkander zitten te bewaken en te bespieden en in hun zenuwachtigheid de bouquetten verwisselen. Evenals bij de eerste opvoering was ook nu weer I het best! Vooral de toor.eeltjes tus- schen de vondelingetjes troffen door natuur lijkheid van spelf- Dat was werkelijk uitste kend! En de twee regenten konden in dit stuk de cariturale teekening, die de heeren Pollé en Ten Have er aan gaven, volkomen verdragen. De opvoering van Vadertje Langbeen is voor Tonevo weer een groot succes geworden en het lijkt mij wel zeker, dat het publiek ln het geheel geen spijt heeft gehad juist dit blijspel voor een heropvoering te hebben uit verkoren. J. B. SCHUIL. VOLKSRAADSCANPIDATEN VAN HET I.E.V. Het hoofdbestuur van het Indo-Europeesch Verbond heeft, blijkens een Aneta-telegram, de volgende lijst van candidaten voor de a s. Volksraadsverkiezingen samengesteld: de zit tende leden F. H. de Hoog, F. H. Zeydel. N. Beets, mr. P. A. Blaauw, J van der Weijden, ir. E. J. L. Führi en verder in alfabetische volgorde: Th. van Ardenne, majoor der infan terie, C. E. Barre, resident der afdeeling Bon- dowoso, provincie Oost-Java, A. G. de Ceu- ninck van Capelle, afdeelingschef N-I.S.. ir. F. L. H. Dessauvagie. gepensioneerd kapitein, leeraar aan de K.W.S. te Batavia, C. Hoogen- boom. administrateur van Financien, H. G. van Huls, P. Kuen. Th. A. Meister, gepension- r.eerd resident. J. W. Mentel. kapitein der In fanterie. mr A. Weynschenk, advocaat, G. J. Zuyderhoff, thans Volksraadlid voor den P.E.B. YOLKSRAAD-CANDIDATEN VAN DE VADERLANDSCHE CLUB. Aneta seint uit Batavia: De definitieve lijst van de Vaderiandsche Club voor den Volksraad is als volgt samengesteld: I mr. R. Fruin, 2. mr. P. M. C. J. Hamer, secr. van den Java Suiker Werkgevers Bond, Soerabaja, 3. ar. W. K. H. Feuiüetau de Bruyn. maj. der inf. te Maiang. 4. H. J. var Holst Pellekaan, planter te Buitenzorg. 5. S. i. Kahn. agent van Teis en Co. Soerabaja. 6. dr. W L. Wolff, leeraar aan het Lyceum te Bandoeng, 7. ir. C. Menchaar, vertegenwoordiger van cle Billi- ton Mij. te Weltevreden, 8. mr. A. Boeije, voor zitter van den Landraad te Magelang. 9. A Franken, planter te Ma'.ang, 10. H. B'.cm, be lastingconsulent te Batavia. 11. mr. P. N. Janssen, adj.-lnsp. van fin. te Palembang. 12- A. de Veer, dir. van de N.V. Semarangsch Stoomboot- en Prauwenveer, Semarang. ONDERWIJZER VERONGELUKT. Aneta seint uit Madioen: Zondagmorgen vroeg, na afloop van het race-bal botste een auto, waarin vier heeren en één dame gezeten waren, door een nog onbekende oorzaak tegen een ijzeren tele foonpaal. De onderwijzer aan de Mulo-school Kromsigt bekwam een schedelbreuk en is overleden. De andere inzittenden werden licht gewond. nET P.N.I.-PROCES VOORTGEZET. De Landraad te Bandoeng zette, naar Aneta meldt, onder voorzitterschap van mr. R. Siegenbeek van Heukelom de behandeling van de P.N.I.-zaak V9ort. Getuige Winata heeft een cursus bijge woond, welke werd gegeven ten huize van Noersai in Dajeuhkolot. Hij beaamt dat iedereen zelde, dat „de Hollanders in 1930 het land moeten verlaten als wij niet meewerken aan den oorlog". INDISCHE KUNSTENAARS TEN ACHTER GESTELD? Aneta seint uit Bar.doeng: Het „Alg. Ind. Dgbl De Preangerbode" meldt dat de heeren Prof. P. Wolff Schoe- maker en Wiggers, schilder, hebben bedankt voor hun benoeming tot lid van de jury van het Ned. Ind. Comité voor de as. Koloniale Tentoonstelling te Parijs, naar aanleiding van hun ontevredenheid over de door Ne derland getroffen regeling, aangezien den Indischen kunstenaars door Nederland niet werd gegeven wat hun toekomt. FAMILIERELATIES IN HET P. N. I.-PROCES. GEWETENLOOZE GETUIGEN GEWEERD. Bij de verdere behandeMng van de P.N.I.- zaak door den Landraad te Bandoeng wordt naar Aneta meldt, gehoord Ida alias Sopi, die verklaart dat bekl. ir. Soekamo zijn bapa (vader) is, waarop de voorzitter hem ver zoekt den Landraad niet voor den gek te houden. Ir. Soekamo zet uiteen, dat getuige waarschijnlijk familie van zijn echtgenoote ist Hij heeft geen bezwaar tegen verhoor van" deze getuige. Get. zegt dan dat de andere beklaagden zijn broeders zijn. hetgeen door hen wordt ontkend. Hij heeft dikwijls cur sussen bijgewoond. De voorzitter vraagt: hoe veel aal. Getuige: „Eenmaal"! Gesproken werd toen door Maskoen en Soepriadinata over kapitalisme en imperialisme, kemerdi- kaan en eendracht. De vrijheid zal worden verkregen wanneer het Indonesische volk op de hoogte zou zijn van imperialisme en ka pitalisme. Hij werd vroeger gehoord door den tjamat van Pameungpeuk. Get. verklaart dat die tjamat een meineedig proces-verbaal opmaakte. Hij ontkent alle vorige verklarin gen, welke door den tjamat werden gemaakt- Na in raadkamer te zijn geweest deelt de voorzitter mede dat besloten is verder af te zien van verhoor van gewetenlooze getuigen, die gebruik maken van het overlijden van den tjamat van Pameungpeuk. Getuige Sakri ontkent de juistheid van verklaringen, voor komende in het procesverbaal van zijn ver hoor tijdens het vóór-onderzoek, welke hij heeft afgelegd op last van den tjamat, onder bedreiging met moord. De voorzitter herin nert get. aan den door hem afgelegden eed, waarop hij de Juistheid erkent. EEN NIEUWE ZENDER VOOR ALLE VIER? Het Volk pleit voor een nieuwen zender nu de 1071-golf door Noorwegen gestoord wordt en de 298 M. slecht is. Het noemt als de meest voor de hand liggende oplossing: een sterken zender door en voor de omroep vereenigingen, die "men volgens het blad wel kent. maar die men blijkbaar niet te aanvaar den wenscht, „onder den druk blijkbaar van belanghebbenden, die hopen, dat de animo siteit tusschen de omroepvereenigingen zoo sterk zal aanwakkeren, dat niet een, maar twee of nog meer zenders worden besteld. In tusschen is het luisteren op de 1071 Metergolf vrijwel onmogelijk geworden. Door het getalm moeten de omroepvereenigingen met den tegen woord igen zender notabene, trachten vast te stellen of de 298 Meter-golf bruikbaar is, terwijl het eenige dat thans met eenigen schijn van waarschijnlijkheid valt te leeren is. dat die zender op 298 Meter min der onvoldoende werkt dan op 1071 Meter. Zoo beteekent het bestendigen van den te- genwoordigen toestand een ergerlijke en onnoodige geldverspilling. Verspilling van geld door de omroepvereenigingen, die dui zenden uitgeven voor programma's,- die on genietbaar zijn. Onnoodige uitgaven ook voor de luisteraars, die door de zwakke ener gie van thans gedwongen worden te luiste ren met kostbaarder toestellen dan zij zou den behoeven, indien de energie werd opge voerd. Luisteraars en .omroepvereenigingen. allen zonder onderscheid hebben bij de opheffing van den tegenwoordigen bedroevenden toe stand, gelijkelijk belang. Het moge sommi gen visschers in troebel water gelukt zijn in zekeren kring de onverdraagzaamheid jegens andere richtingen zoo sterk aan te blazen, dat men daar slechts een nieuwen zender HET DREIGEND CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE. Haarlem 7 October 1930. Mijne Heeren, In uw blad van heden op de eerste pagina van het eerste blad, eenige vette kopjes bo- ven een uittreksel van een artikel van den heer S. S. Korthuls over de vastgeloopen on derhandelingen over hernieuwing van de Collectieve Arbeids-Overeenkomst voor de Typografie en het Rastordiepdrukbedrijf. De oppervlakkige ondeskundige lezer, zal Juist door de opvallende plaats, de vermel ding or.der ..het belangrijkste", en de mede- deeling in den kop dat de werkgevers tot verder onderhandelen berekl zijn de conclu sie trekken dat de eerste stap om tot oplos sing van het geschil te geraken is gedaan. Ondergeteekende acht uw blad niet het gp~enschte orgaan om over deze zaak te dis- cuteeren. Toch dwingt, het op deze wijze plaatsen hem, tot het maken van de vol gende opmerking. Het ondeskundige publiek heeft er niets aan op deze wijze te worden voorgelicht. De bij de zaak betrokken werkgevers heb ben, hetgeen u als „het belangrijkste" naar voren brengt, vorige week al ln hun eigen orgaan gelezen en weten dat de heer Kort huls in dit stuk niets anders betoogt dan: „De voorstellen der werkgevers waren niet ernstig bedoeld". De bij de zaak betrokken werknemers zien in het op deze wijze plaatsen een poging om nu reeds bij het publiek de meening te ves tigen dat, mocht het tot een conflict komen, het toch heusch niet aan de werkgevers heeft gelegen en weten bovendien dat de zaak er nog precies eender voor staat als een half jaar geleden. Ook toen waren de werkgevers reeds bereid het contract onveranderd te continueeren wat door de gezamenlijke werk nemers-organisaties is afgewezen. Wat de heer K. aan het slot van het door uw redactie geciteerde wenscht te concludee- ren nl. dat elke agressieve bedoeling uitgaat van de zijde der werknemers, was reeds lang bekend. Alleen de opmerking dat agressief minder gelukkig gekozen is. W. STERK Jzn. Voorzitter afd. Haarlem Algem. Neder!Typografenbond. Bijschrift. Wij hebben in hetzelfde nummer van ons blad. eveneens onder vette kopjes, de laatste uitlatingen van werknemerszijde vermeld, die in het Grafisch Weekblad voorkwamen. Wij zullen zoowel in deze zaak als ln alle andere de standpunten van belde partijen publiceeren, en hebben dat trouwens ook al tijd gedaan. Het artikel in het Grafisch Weekblad komt. zooals onze lezers gezien zullen hebben, tot de conclusie, „dat de weg tot toenadering vrijwel afgesloten is". Het artikel van den heer Korthuls conclu deert ln een voorstel, om de afgebroken on derhandelingen op een bepaalde basis te heropenen. Wij achten dit laatste als feit. als gebeur tenis. als nieuwsbericht het belangrijkste van de twee. Dat is toch inderdaad begrijpelijk genoeg. Als de werknemers hunnerzijds met een feitelijk voorstel komen, zullen wij daar natuurlijk op dezelfde wijze de aandacht op vestigen. Overigens hebben onze lezers ook in dit geval weer de volle gelegenheid gehad, van beide zienswijzen kennis te nemen. R. P. DE DIENST VAN BOUW- EN WONINGTOEZICHT. Geachte Redactie, Naar aanleiding van een ingezonden stuk in uw blad van Vrijdag 3 October J.l. over Bouw- en Woningtoezicht en onderteekend met de letter A. verzoek ik u beleefd opne ming van het volgende: Dat de dienst van Bouw- en Woningtoe zicht niet werkt op een wijze. zooaLs wij, die er dagelijks mede omgaan, graag zouden zien ben ik volkomen met den heer A. eens, doch alle aan dezen dienst verbonden ambtenaren over één kam te scheren en te beschuldigen van gebrek aan soepelheid en stramme ambtenarij, lijkt mij. vooral als men niet openlijk naam bekent niet fair. Dit geldt ook voor de verdachtmaking als zouden bepaalde leveranciers bij dezen dienst voorkeur genie ten. Gedurende de jaren, dat ik te Haarlem werk. is mij hiervan nooit iets gebleken, ter wijl ik altijd op de meest aangename wijae met verschillende heeren van dezen dienst mocht samenwerken. Waarom men over deze zaak niet In het openbaar kan klagen, is mij absoluut onbe grijpelijk, indien men zich tenminste niet te buiten gaat aan het debiteeren van alge meenheden en het uiten van valsche be schuldigingen. Trouwens door te klagen op een wijze, zooals de heer A. dit doet, bereikt men geen resultaten. Beter lijkt mij, de oor zaak van het slecht functioneeren van dezen dienst op te zoeken en die is m.i. gelegen in een soort dictatuur, die höe verdienstelijk misschien ook, toen Haarlem nog kleiner was, op den duur, met het steeds grooter wor dende aantal bouwaanvragen, niet gehand haafd kan blijven. Hoewel de toestand te Amsterdam lang niet zoo rooskleurig is, als de heer A. doet voorkomen, hetgeen ik uit ondervinding weet, zou het toch aanbeveling verdienen hier hetzelfde systeem toe te passen als daar: nl. de ingekomen bouwaanvragen te laten behandelen door meer inpecteurs, die ieder voor zich verantwoordelijk zijn voor de be handeling daarvan. Is een vergunning een maal verleend, dat berusten het toezicht en de verdere behandeling bij den z.g. buiten dienst, waarvan de inspecteurs ook in zoo verre zelfstandig zijn. dat zij kleine wijzigin gen. mits geen afbreuk doende aan een soli de n bouw en niet ln strijd met de bouw verordening, kunnen toestaan en alleen in gevallen van ingrijpenden aard de beslissing overlaten aan den directeur of den onderoi- recteur. Misschien is de toestand ln Haarlem, wat dit laatste betreft in theorie wel gelijk, maar practlsch komt het hier op neer. dat alles wat het bouwtoezicht betreft over één schijf loopt, waardoor een onnoodig oponthoud ontstaat en een ontevreden stemming bij hen. die op een bouwvergunning wachten. Indien de organisatie van Bouw- en Woning toezicht eens ln bovengenoemde richting wordt herzien en de autoriteiten, die de heer A blijkbaar wil wakker schudden, ook nog het tekort aan krachten aanvullen, dat door de nieuwe personeels formatie is ontstaan, dan twijfel ik er niet aan of het gemopper bij bouwers en aspirant-bouwers zal spoedig gedaan zijn, terwijl verschillende ambtena ren met jarenlange ervaringen een meer ael' standige positie zullen krijgen. FRED. M. KRAMER. zegt te accepteeren, wanneer men die alleen bezitten zal.,., wij meenen nochtans, dat de verantwoordelijkheid voor den janboel van thans op Den Haag zwaarder drukt, dan op die slechts weinig talrijke groep der onver- draagzamen. Wat thans geschiedt is een aanfluiting van alles wat naar billijkheid zweemt. De regeering geve den vier algemeenen omroep vereenigingen onverwijld toestemming om een behoorlijken modernen zender met vol doende energie te bouwen en te exploiteeren. Dat eischt het belang der luisteraars. Wie niet bereid is aan zulk een bevredigende op lossing mede te werken, moet de gevolgen van eigen gechicaneer dan maar ondervin den Internationale radio-ruzie. Ook de Nieuwe Rotteda msche Courant klaagt over de storing van onze 1071 M. golf. Het blad herinnert aan het antwoord, dat P. T T. gaf. toen het 21 Mei veronderstelde dat de Nederlandsche regeering deze golf ging prijsgeven, om haar de A.V.R.O, niet te behoeven te schenken. Het antwoord luidde dat Duitsche militaire stations storing van de uitzendingen onder vonden. Thans merkt het blad op: Indien het werkelijk waar is. dat de Duit sche militaire xadio-stations zulke storingen van onze 1071 meter golf ondervinden, is het een raadsel dat nu dezelfde golf van Noor wegen niet zou storen. Of de radiogolven moeten een tot hiertoe onbekend gevoel van beleefdheid gekregen hebben, waardoor zij afkomstig zijnde van een Duitschen zender. Duitsche ontvangst niet, maar afkomstig van een Nederlandschen zender, dezelfde ont vangst wél storen. Het geen wij zoo vrij zijn te betwijfelen. Wat doet Den Haag voor de 1071 M.? Ook het Algemeen Handelsblad schrijft over de 1071 M.-golf. Na een be schrijving van den toestand komt het blad tot de conclusie: „De 1071 kan men practlsch voor ons land als verloren beschouwen en de 298 is thans onvoldoende. Zoo is de toestand. Aan wien de schuld van dit alles? Het is o.l. niet juist, om van schuld te spreken; eerder is men geneigd te zeg gen, dat deze geheele quaestle met een zeker waas van geheimzinnigheid omhuld is. De luisteraar, in zijn onmacht, ver wacht mededeelingen van hoogerhand. Den Haag zwijgt, althans men hoort niets noch officieel, noch officieus. Heeft de Regeering geprotesteerd bij de Noorsche regeering? Zal men er alles op zetten om de 298 zoo perfect mogelijk te maken? Als men deze laatste richting uitgaat, dan bereide men zich voor. dat de zaak eenige maanden in beslag neemt. Dit is niet in een oogwenk geregeld! Zonder twijfel een weinig prettig vooruitzicht. Het zou voorzeker wenschelijk zijn, dat eenige offlcleele medodeollng thans niet langer achterwege' blijft Deze onplezie rige affaire kan nu eens geheel bulten het kader der politiek bezien en behan deld worden. Hot betreft hier een belang van alle Nederlandsche luisteraars". Nieuwe zrndtijdverdceling noodzakelijk. De misère met de 1071-M. golf geeft „Het Volk" de volgende conclusie ln de pers: .Nederland heeft thans slechts één bruikbare golf en de lette/ en geest van de wet bepaalt, dat de beschikbare zend tijd naar billijkheid onder de omroepver eenigingen moet worden verdeeld. Zoolang de nieuwe zender, die komen moet, nog niet werkt, dient dus elk der vier algemeene omroepvereenigingen een kwart van den zendtijd op de 1875 Meter- golf te bezetten Voor uitzendingen van minder belang, waarbij het op de quali- teit niet zoo bijzonder aankomt, zooals lessen, knipcursussen e.d. zou dan de 298 Meter-golf voorlooplg in gebruik kunnen blijven. Dit is geen Ideale oplossing, maar zij Is voorlooplg verre te verkiezen boven den tegenwoordlgen ouhoudbaren toestand. De minister roepe ten spoedigste een conferentie van de betrokken omroepver eenigingen bijeen en legge haar een dege lijk plan voor. Wij gelooven niet mis te tasten, wanneer wij vaststellen, dat alle omroepvereenigingen bij een der gelijke oplossing het hoogste belang hebben en dezen voorloopfgen noodmaat regel zullen aangrijpen, totdat eindelijk, eindelijk ook in Den Haag begrepen wordt dat de tegenwoordige zender zoo spoedig mogelijk vervangen moet worden". HTLLEGOM. Getrouwd: Th A. van der Putte en A. A. Blom; H. C. Koenders en W. Luk; W. Spierlngs en A. P RoveiJ; M. A. Kamphuls en E. J. Spierlngs. Bevallen: J. Stroombergen—van Rooden d., R. WalravenCornelissen d. Overleden J. P. van der Linden 28 jaar, m. BENNEBROEK. Bevallen: L. v. Apeldoorn—v. Zanten z. M. C. Outv. Locnen, d. HEEMSTEDE. Ondertrouwd: I. Voulon en M. A. Albers. Bevallen: M. J. v. Tongeren—Boers (z.>, P. M. de la Hay ze Loxcaat—Vermeer (z.), j. de GraafRobijn <d). Overleden J H Wbcforth 85 wed. M. v. d. Schilden. H. M. Smit, 15 mnd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 11