OebAac&ó OimmOuockm
Financieel© Kroniek»
H.D. VERTELLINGEN
BINNENLAND
N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING
HOUTPLEIN 8, TELEFOON 13829 USen) ALLE BANKZAKEN
Is goed en
goedkoop'
BURGERLIJKE STAND
DE MYSTERIEUSE
VERDWIJNING.
HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 13 OCTOBER 1930
Amerikaansche camouflage van
dc werkelijkheid. De vermin
derde import der V. S. als han-
dclsbaronieter. Scherpe daling
van Braziliaansche fondsen be
ïnvloedt de geheele beurs. Dis
conto-verhooging te New-York.
Nieuw laagterecord voor de Duit-
scbe Youngleening. Beursfail-
lissement te New-York.
Dat men in de Vereenigde Staten met
zijr. optimisme tamelijk verlegen zit, blijkt
wel uit de poging en om de nog altijd dalen
de beurskoersen te New-York cp rekening
te schrijven van factoren, welke buiten het
Amerikaansche bedrijfsleven liggen. Een
paar weken geleden heeft men geprobeerd
om de Russische Sovjetrepubliek aanspra
kelijk te stellen niet alleen voor de her
nieuwde d.ilirg der graanprijzen, maar
ook voor de flauwe stemming voor andere
stapelproducten terwiji zelfs van een recht-
streekschcn aanval op de New-Yorksche
fondsenmarkt gesproken werd. Alsof niet
voor bijna alle stapelproducten, ook voor
die, waarvan in Rusland niets geprodu
ceerd wordt, sedert lang een dalende ten
dentie bestaat. Nu het Russische motief
heeft uitgediend en de koersen te New-York
blijvcn dalen, werpt men het over een an
dere boeg. Het zijn de baissiers, die telkens
de fondsenmarkt verontrusten, niet slechts
door voortdurende verkoopen in blanco,
maar tevens door de verspreiding van al
lerlei ongunstige berichten over handel en
bedrijf. Die baissiers moeten derhalve aan
banden worden gelegd. Een bijzondere on-
derzoekingscommissie is benoemd door het
New-Yorksche beursbestuur. die zelfs het
rcoht zou verkrijgen tot inzage van de
boekhouding bij verdachte bankiers, waar
na deze, bij gebleken schuld, een tijdlang
van de beurs zouden worden verwijderd.
Wo zien met belangstelling den uitslag
van dit onderzoek tegemoet. Want we heb
ben een vermoeden, dat er te !|3\v-York
weinig bankiers vrijuit gaan, wanneer naar
hun beurstransacties een onderzoek wordt
ingesteld. Het komt ons voor, dat al derge
lijke besluiten worden genomen om den
v/aren toestand te camoufleeren, die inder
daad nog steeds allesbehalve bemoedigend
is. Op elk redres volgt totdusver een nieuwe
inzinking, slechts voor enkele producten
kon een kleine prijsverbetering behouden
blijven. Zoo is b.v. de tinmarkt eenigen tijd
wat levendiger geweest met iets hoogere
prijzen, maar deze week tot een nieuw
laagterecord 118 per ton) teruggeloopen.
De rubberprijs handhaaft zich op een iets
hooger niveau, nu het blijkt dat de aan
voeren zoowel van inlandsche, als van
plantagerubber langzamerhand iets ver
minderen. Maar ook hier is 't herstel uiterst
zwak en deskundigen, als de fa. Symington
Sinclair voorzien nog 'n verdere stijging
der wereldvoorraden gedurende vele maan
den. Ook de suikerprijs is te New-York de
ze week wat opgeloopen, maar vertrouwen
doet men dit avans allerminst. Overigens
lezen we van verlaagde prijzen voor auto
mobielen, verminderde spoorwegontvang-
sten, lagere dividenduitkeeringen, verkorte
werkweken, etc. Na een jaar wint de over
tuiging veld dat de crisis ook in de Unie
geen verschijnsel van korten tijd is, maar
heel het welvaartspeil der bevolking aan
tast. Moody's Investors Service, een insti
tuut dat ijverige studies maakt van de eco
nomische verschijnselen, constateert in
haar laatste rapport dat dc buitenlandsche
handel der V. S. niets slechts in geldswaar
de. maar ook in omvang belangrijk is te
ruggegaan. Met name de teruggang van de
import, zegt ze, Ls een „handelsbaromcter".
Zoolang dc import van allerlei grondstof
fen afneemt, kan men geen blijvende ver
betering van den cconomischen toestand
verwachten. In de eerste 7 maanden van
dit jaar is de Amerikaansche import met
10 a 15 pet. gedaald, wat dus wil zeggen,
dat er den eersten tijd minder grondstof
fen zullen worden verwerkt. Deze beschou
wing klopt vrijwel op de werkelijkheid, die
overal eer. bc-drlifsinkrimping te zien geeft.
Cleen wonder dus, dat er speculanten zijn,
die het nog altijd met baissetransacties
wagen. Vhoeg laa*. komen ze op de koffie.
Maar dat is het lot van alle speculanten,
waarvan het geslacht niet uitsterft.
Te Amsterdam was de beursstemmlng
deze week hoogst onregelmatig. Vandaag
hebben de verkoopen de overhand, morgen
komt New-York iets hooger af met den
prijs van rubber, koffie of suiker en de
koopers kijken weer om den hoek. Maar per
saldo is er van een koersherstel ook te Am
sterdam geen sprake en blijft de tendentie
doorgaans ongeanimeerd. En telkens zijn
er nieuwe decepties.
Ditmaal was het de revolutie in Brazilië
waardoor het evenwicht weer werd verbro
ken. De toestand in Brazilië is reeds lang
onbevredigend. We hebben daarover in ver
band met do kof f leva lor isatie vroeger meer
dan eens geschreven. De tactiek der regee
ring om gioote hoeveelheden koffie uit de
markt te nemen er: daardoor den prijs op te
houden, heeft tot een debacle geleid, waarbij
de prijzen van Santoskoffie beduidend ge
daan! zijn. Tijdens de hooge koffieprijzen
heeft men de;, koffieaanpiant in Brazilië
sterk uitgebreid, gelijk men dit bijvoorbeeld
ook met do Indische rubberaanplantingen
gedaan heeft tijdens den duur der restrictie
maatregelen, thans zit men in Brazilië on
danks een grooteren uitvoer met een voor
raad Santoskoffie van ca. 20 1/2 millioen ba
len tegen 12 1 2 millioen een jaar geleden.
De gedwongen verkoop* tegen lagere prijzen
heeft niet alleen de koffieplanters groote
verliezen berokkend, maar heel het economi
sche leven in Brazilië beinvloed, geleid tot
ontslag van werkvolk op de koffieplantages,
tot vermindering van inkomsten bij"een groot
deel der bevolking en daarmee de brand
stof voor een explosie van ontevredenheid
opgehoopt. De Braziliaansche wisselkoers
is deze week scherp teruggeloopen. hetgeen
nieuwe verliezen voor Brazilië beteekent en
nu de revolutie nog niet is bezworen, inte
gendeel zich over verschillende staten heeft
uitgebreid, zijn de houders van Braziliaan
sche fondsen bevreesd geworden, zoodat te
New-York, te Londen en te Amsterdam, een
scherpe koersverlaging is ingetreden. Men zie
het volgende lijstje:
2 Jan. 30 Sept. 9 Oct.
64 pet. Brazilië 1926
S 500'1000 78 744 65
5 pet. id. oblig. 1895 100 60 59'6 504
5 pet. Fund. L. 1898 20/100 84'* 83% 74'4
5 pet. Oblig. 1903 100 71?* 74'4 05
5 pet. Fund. L. 1914 20/ 100 73 4 714 62
4 pet. Oblig. 1889 100 464 484 40
5 cpt. Rio de Jan.
(F. D.) 1905 20 674 67 5/16 58
8 pet. Sao Paulo 1921 f 1000 97' i 934 75
6 pet. idem 1928 100 65 604 47
Wraar revoluties in de Zuid-Amerikaan-
sche staten een soort „gebruiksartikel" zijn
om -de spanning in de politieke of economi
sche constellatie te verbreken, maakt men
zich in de kringen der Engelsche bankiers
die gewoon zijn den Braziliaanschen staat te
financeeren, niet bezorgd over de positie van
den fondsenhouder. Maar het blijft voor de
beurzen niettemin een groote teleurstelling,
dat telkens wanneer het schijnt dat de koers
daling haar eind neemt, zich weer nieuwe
crisissymptomen voordoen. Het gevolg daar
van is dat ook fondsen, die op zich zelf be
schouwd, met een bepaald crisisverschijnsel
niets te maken hebben, het weer moeten
ontgelden.
Zoo was deze week op alle afdeelingen de
■beurs weer flauwer en zijn de koersen weer
verder teruggeloopen.
Daartoe droeg ook de discontovérhooging
te Berlijn van 4 op 5 pet. bij, een „crisismaat
regel", in verband met de .kapitaalsvlucht"
uit Duitschland, waardoor de Markenkoers
van 59.27 tot 58.97 daalde en de goudvoor
raad der Duitsche Rijksbank afnam.
Een flauwe Berlijnscihe beurs en scherpe
contramine aanvallen deden te Amsterdam
Duitsche fondsen opnieuw dalen; de Young
leening viel tot beneden 70 pet.! En Amerika
komt steeds weer lager af. Opnieuw failleer
de te New-York een belangrijke beursfirma,
hetgeen groote sensatie teweeg bracht.
LETTINGA.
MGR. P. A. W. HOPMANS.
Zondag vierde mgr. P. A. W. Hopmans, bis
schop van Breda zijn veertigjarig priester
schap.
GIFT VAN PRINS HENDRIK.
De Prins heeft een gift geschonken aan de
vereeniging „Land in Zicht" ter behartiging
van de geestelijke belangen der Zuiderzee
werken.
(Adv. Ingez. Med.)
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
ERNSTIG DORPSCONFLICT TE
RIJNZATERWOUDE.
TUSSCHEN PROTESTANTEN EN
KATHOLIEKEN.
Te Rijnzaterwoude is een hevige ruzie ont
staan tusschen het Protestantsche deel van
den Raad en het Katholieke deel.
In den nacht van Donderdag 21 Augustus
op Vrijdag 22 werd in de R.-K. pastorie te
Leimuiden ingebroken. Als de dader werd ge
arresteerd een zwakzinnige jongen, Willem
van Beek. die sindsdien in het R.-K. psycho-
pathenasyl te Heilo is opgenomen. De jongen
was een gunsteling van den pastoor.
Ln de dezer dagen gehouden raadszitting
beschuldigden de vier Protestantsche leden
van den Raad, waaronder een wethouder den
pastoor er echter van, dat de heele inbraak
gefingeerd was, om den R.-K. jongen op ge-
meentekosten in een gesticht opgenomen te
krijgen. De R.-K. leden van den Raad, aan
wier zijde zich ook burgemeester J. A. Bak
huizen schaarde, die zich op het standpunt
stelde geen R.-K. en Protestanten, maar
slechts inwoners van de gemeente te kennen,
verzetten zich ten sterkste tegen deze voor
stelling van zaken.
Volgens het Hbld. heeft nu een aantal in
gezetenen. waaronder de vier Protestantsche
raadsleden zich tot den officier van justitie
te Haarlem gewend met het verzoek om een
nieuw onderzoek te doen instellen, daar vol
gens hen het eerste onderzoek door de poli
tie niet volldig is geweest.
Het wordt vreemd genoemd, dat niemand
dan de pastoor iets van de inbraak gemerkt
heeft. Er zou pressie op Van Beek zijn uit
geoefend bij het verhoor. De jongen, die nog
nooit iemand kwaad heeft gedaan, zou heb
ben volgehouden, dat hij onschuldig is.
De officier van justitie te Haarlem heeft
volgens het blad echter aan drie onderteeke
naars meegedeeld, dat er voor een nieuw
onderzoek geen reden was. Bij het onderhoud
ten parkette was ook de burgemeester aan
wezig.
In de raadsvergadering van Vrijdagavond
is echter weer heftig gediscussieerd over de
kwestie en. alleen al in het belang van de
rust in het dorp is op een nieuw onderzoek
aangedrongen. Een der leden beschuldigde
den burgemeester er van de oorzaak van het
conflict te zijn.
Deze deelde mede, dat Van Beek schrifte
lijk zijn excuses aan den pastoor heeft aan
geboden. Doch c'e oppositie stelde daar weer
tegenover, dat dé jongen lezen noch schrij
ven kan, zoodat een ander den brief moet
hebben geschreven.
Tot overeenstemming is men nog niet ge
komen.
AANRANDING TE NIJMEGEN.
Op den Westkanaaldijk te Neerbosch, gem.
Nijmegen, is Donderdagavond een dame door
e enongeveer 40-jarfgen man, die daar per
rijwiel passeerde, aangerand. De man wierp
haar op dsn grond en dreigde haar met een
mes. Na het volvoeren van zijn daad wist hij
te ontkomen. De dame kon een vrij nauw
keurig signalement opgeven; tot dusver is
men er echter niet in geslaagd den man aan
te houden.
PERSDELICT OVER OBERAMMERGAU.
Een verslaggever van „De Maasbode" heeft
te Oberammergau een onderzoek ingesteld
naar zekere beschuldigingen, die een corres
pondent van „Het Volk" tegen de bewoners
van Oberammergau en speciaal sommige
medespelers had geuit, o.m. over slechten
levenswandel, dronkenschap enz. De ge
meente-autoriteiten hebben, deze beschuldi
ging voor laster verklarend, te kennen ge
geven. dat zij van plan zijn, een rechtsver
volging tegen „Het Volk" ln te stellen.
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden).
door
CORRY DOMMERING.
Bijgeloof
De straatweg naar De mak brandde in de
heete zonnestralen. Simin, die te paard den
afstand aflegde van Djapara naar Demak.
steeg af bij een grooben, schaduwrijken boom
om een oogenblik te rusten. Hij zette zijn, ui;
fijne bamboevezels gevlochten hoed af er.
vleide zich onder den boom. Toen maakte hij
de knoopen van zijn rooden zakdoek los en
haalde er een paar pisangs uit, terwijl hij
met zijn kris een paar cocosnoten doormidden
spleet en een ervan aan zijn mond zette. De
verkoelende kokosmelk deed hem goed en hij
gooide zich op den grond waar hij na eenigc
minuten in slaap viel. 't Was doodstil, de mid
dagwarmte scheen alles in een soort ver-
dooving te hullen, de vogels waren verscholen
in het dichte bladerendak en de insecten
hielden zich schuil tot den avond. Heel in de
verte lag het Moeriahgebergte, de toppen ver
scholen in de wolken.
Simin ontwaakte en ontdekte dat de zon
reeds ver gedaald was; hij sprong vlug over
eind, zette zijn kris in zijn gordel en wilde
juist zijn paard bestijgen, toen hij eensklaps
een angstig getjilp en gepiep hoorde. Hij keek
naar boven om te zien wat er in den boom
gaande was, maar daar het laat was gewor
den en hij nog voor den avond in Demak
moest zijn, nam hij er verder geen nota van
en sprong op zijn paard. Op hetzelfde oogen
blik viel een wit voorwerp vlak voor zijn
voeten, het spatte uit elkaar en liet een
glibberige massa achter op het gras. Het
was een ei.
Simin was, zooals alle Inlanders, erg bijge-
loovig. Dat ei voorspelde niet veel goeds, er
moest zeker in den boom iets niet in orde
zijn. anders was het er niet uitgevallen. Het
stond wellicht in verband met hat tjilpen en
piepen dat nog steeds aanhield. Misschien
kon hij op een of andere wijze een .goede
daad verrichten en daarmede het ongeluk af
wenden. Met een krachtige beweging, zijn
kris in de eene hand en met de andere zich
omhoog werkende, klom hij in den boom.
Plotseling hield het getjilp op en een groote
vogel vloog op uit het bladerdak. Simin keer
de zich om, om te zien waar de vogel heen-
vloog en op dit oogenblik voer een rilling
door.zijn leden. Een lange, groene slang ver
hief zich pijlsnel en bijna loodrecht, gereed om
hem aan te vallen. Met een handigen zwaai
sprong hij weer op den grond, maar de
slang had zijn bewegingen nauwlettend gade
geslagen en schoot eensklaps naar de laagte
met een enkele kronkeling in zijn staart han
gen blijvende aan den boom. Simin was veilig
mar hij dacht er niet ever om weg te gaan
en mompelde: „Bij Allah, Satan houdt hier
verblijf! Ik zal hem eerst moeten verdrij
ven, anders gebeurt er vandaag een groot on
geluk".
Een oogenblik was alles doodstil. Toen
kwam de vogel weer aangevlogen en zette
zich op een twijgje neer. De slang richtte heel
bedaard zijn kop op, zoodat deze zich vlak
tegenover den vogel bevond.
Simin begreep de bedoeling en schudde aan
de takken om hem te verjagen, maar het
diertje bleef doodstil zitten en keek strak
in de richting van den slangenkop; het scheen
ais het ware betooverd door den blik van den
vijand en aan den tak vastgenageld te zijn.
Dit was het goede moment voor Simin om
in te grijpen. Hij zwaaide zijn kris en een
oogenblik later lag de kop van het ondier
op de aarde, even later gevolgd door het
lichaam. Met een kreet, die veel leek op een
jubeltoon, spreidde de vogel zijn wieken uit
en vloog weg.
Simin gaf zijn paard de sporen en reed in
galop verder tot hij Demak bereikte. Het
was onderwijl reeds avond geworden en hij
had honger gekregen. Doch alvorens zich
naar een warong te begeven om wat nassi go-
reng te koopen, wilde hij eerst zijn opdracht
vervullen. Hij Tiep een koelie aan die hem
passeerde met een paar groote manden aan
een draagstok over zijn bloote schouders en
vroeg hem naar de woning van den Toean
besar van de suikerfabriek. De man zette
zijn vrachtje neer en wees naar een zijpad
dat hij volgen moest tot den grooten djamboe-
boom. Dan zou hij vanzelf het huis van den
Toean besar zien.
Simin g\f den koelie wat tabak en reed
door. Spoedig had hij de plaats van be
stemming bereikt en steeg van zijn paard.
Hij haalde uit een zakje van zijn lederen
gordel een brief en liep naar de voorgalerij
waar de heer Deneman hem jeeds tcg/emoet
trad. Eerbiedig reikte Simin hem den brief
over en ging toen eenige stappen achteruit.
..Gij komt van Patti, niet waar?", zei toean
Deneman, na het couvert bekeken te hebben.
„Het is goed, je kunt gaan. misschien wil je
eerst wat e:en breng het paard maar naar
de bijgebouwen, dan kun je daar vannacitfc
blijven".
Simin spoedde zich weg en het duurde niet
lang of hij zat genoegelijk in de keuken, eea
bordje rijst op zijn knieën. Kokkie was bezig
om het eten van den Toean besar klaar te
maken en Simin, die eerst opgewekt zat te
vertellen van het avontuur dat hij onderweg
beleefd had, ontging het niet, dat kokkie
slechts met een half oor naar hem luisterde.
Alleen toen hij zei; „Allah heeft een groot
engeluk voorkomen door mij den slang te
la.en dooden", boog de oude vrouw zich dieper
over het ijzeren pannetje waarin zij bezig
was katjang te braden en op hetzelfde oogen
blik zag Simin hoe haar oogen een booz©
gluiperige uitdrukking kregen bij het schijn
sel van het houtskoolvuurtje dat fel brandde
onder de pan.
Het gesprek vlotte niet doordat Sipain's
achterdocht opgewekt was. Hij volgde aan
dachtig de bewegingen van de vrouw en sloot
half zijn oogen om den schijn te geven dat
hij dommelde. Toen, eensklaps, zag hij een
gemeene grijns op het gelaat van de oude
kokkie, terwijl haar hand een vlugge be
weging maakte naar het pannet-je. Doch niet-
vlug genoeg of Simin had het gezien, hij liet
echter niets merken en bleef nog een paar
minuten doodstil zitten. De oude vrouw ging
verder met het bereiden van het maal.
Het was acht uur toen het eten opgediend
werd en toean Deneman aan tafel plaats nam.
Op dit oogenblik trad Simin de achtergalerij
binnen, eerbiedig verlof vragende om te
mogen spreken. Zonder een spier van zijn.
gezicht te vertrekken, vertelde hij, wat hij in
de keuken gezien had en verzocht den toean
niet te eten van het schaaltje pinda's dat
voor hem stond.
Deneman sloeg de waarschuwing niet in
den wind; eenige dagen geleden had hij on
aangenaamheden met kokkie gehad en haar
man van het erf gejaagd. En, omdat de oude
vrouw snikkende bij hem was gekomen om
vergiffenis te vragen, had hij haar nog een
kans gegeven. De rust was weer hersteld en
hij had verder aan het heele voorval niet
meer gedacht.
Simin stond met gebogen hoofd eerbiedig
te wachten tot hij verlof zou krijgen om heen
te gaan en toen Deneman hem zijn dank be
tuigde, hem een geldstuk in zijn hand druk
kende. antwoordde hij eenvoudig: „Allah
heeft vanmiddag het ongeluk afgewend, toean
Allah is goed".
NIEUW VERGIFTIGINGSGEVAL.
NU VEROORZAAKT DOOR KAAS.
Vrijdag heeft zich een vergiftigingsgeval
voorgedaan bij een familie te Wassenaar ver
moedelijk door het eten van zoetemelksche
kaas, meldt de Tel. De vader van het gezin en
twee kinderen moesten zich direct onder ge
neeskundige behandeling stellen en worden
thans nog thuis verpleegd. Hun toestand is
naar omstandigheden tamelijk goed. Eenige
leden van het gezin, die niet van de kaas
gegeten hadden, zijn allen gezond.
De kaas was afkomstig van een boer, onder
wiens vee mond- en klauwzeer heerschte.
De uitslag van het onderzoek is nog niet
bekend.
VELSEN.
Getrouwd; Th. N. Bakker en A. Voorhout;'
H. Geerts en J. Wierenga; P. J. Winkel en C.
Th. Smit; H. v. Duinen en A. A. Noorman;
J. Swfp en C. P. Gregorius; J. Wessels en C.
W. van Rijn; C. D. Dijkstra en E. A. J. Barel-
man; J, Buis en M.. E. Kraaijenoord; J. F.
v. d. Zwaan en W. Geytman; T. P. Hoek en
L. v. d. Plas; P. V. v. Schie en M. J. H. van
Marls.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per regel.
FEUILLETON
19)
„Als hij goed is", voegde Flannery er bij.
He: meisje keek Trant smeekend aan.
„U bent met verlof van de politie te Hono
lulu, sergeant?" informeerde de districts
chef.
„Een verlof dat zich als een elastiek uit
rekt", knikte Chan.
„Heel goed. ALs Miss Morrow het wenscht
zie ik niet ln, waarom u haar uw ongetwij
feld nuttige hulp niet zoudt verleenen. Na
tuurlijk veronderstellend, dat geen uwer.
hoe dan ook. zich met kapitein Flannery's
plannen zal bemoeien."
„Zeg dat nog maar eens", zei Flannery
tegen hem. Hij koerde zich naar Chan om:
„Dat beteekent dat u niet tusschen beiden
moet komen en de dingen bederven.
Chan haalde z'n schouders op. „Het was
de wijze Kong-Fu-Tse die gezegd heeft:
„Hij die buiten dienst is moet zich niet in
't gouvernement mengen." Aan u het werk.
Ik zal alleen den achtergrond verkennen,
door ingespannen na te denken."
„Dat lijkt me. stemde Flannery toe. Ik
zal alle inlichtingen Inwinnen." Hij wend
de zich tot- den afgevaardigde: ..Ik ga die
miss Gardand eens opzoeken. Die parel
die ze onder Sir Frederic's bureau heeft la
ten vallen daar wil ik alles van weten."
..Denk ais 't u blieft niet dat ik er me mee
bemoeizei Miss Morrow vriendelijk- „Maar
wat de vrouwen betreft, die in deze zaak
gemoeid zijn, voel ik dat ik misschien meer
uit ben zal kunnen krijgen dan u omdat
ik zelf een vrouw ben, ziet u. Mag ik miss
Garland als 't u blieft hebben?"
„Dat kan ik niet inzien", zei Flannery
koppig.
„Maar ik wel", merkte Trant beslist op.
„Miss Morrow is 'n verstandig meisje, kapi
tein. Laat de vrouwen voor haar en neemt
u de mannen."
..Welke mannen?" protesteerde Flannery.
„*t Zijn allemaal vrouwen in dit geval."
„Dank u wel, glimlachte Miss Morrow,
terwijl ze zijn onverdeelde toestemming
aanvaardde. „Ik zal dus Miss Garland op
zoeken. Er is nog een andere vrouw die da
delijk ondervraagd moet worden miss
Lila Barr. Ik zal op 't eerste gunstige mo
ment met haar spreken. Natuurlijk zal lk u
van alles wat ik dce op de hoogte hou
den."
Flannery hief z'n handen in de hoogte..
„Goed zoo. Vertel me alles als 't voorbij is.
Ik ben niemand".
„Dat is niet waar", zei Chan bezwerend.
„U bent iedereen. Als 't oogenblik van de
overwinning komt. wie zal dan de eer er van
wegdragen? En welverdiend. Kapitein Flan
nery, die met de zaak is belast. De anderen
zullen verdwijnen als 'n nevel in den zonne
schijn.
Het meisje stond op. „We moeten aan het
werk gaan. Ik zal u later nog opzoeken, ka
pitein. Kom, sergeant Chan."
Chan stond op. Hij leek niet erg op z'n
gemak. ,De kapitein moet me maar verge
ven. Ik vrees dat ik hem pijn doe als 'n zee-
re duim. Natuurlijk. Ik zou hetzelfde voe
len."
..Dat ls dus geschikt", antwoordde kapi
tein Flannery- „U blijft op den achtergrond
ingespannen nadenken, dat hebt u beloofd.
Denk alles wat u wilt dat kan ik niet
verhinderen." Z'n gezicht klaarde op. „Denk
maar eens over dat boek van deCosmopolitan
Club. Ik draag u het zware denken daarover
op. Ik zelf zal ergens anders bezig zijn. Al
leen sta ik op één ding u moogt niemand
van degene die onder verdenking staan,
ondervragen."
Chan boog. „Ik ben volgeling van grooten
filosoof, kapitein", zei hij. ./Een oud man in
China zei: „De dwaze ondervraagt ande
ren, de wijze ondervraagt zichzelf." We zul
len elkaar nog eens ontmoeten. Goeden dag."
Hij volgde het meisje het kant-oor uit.
Flannery wendde zich, met 'n vuurrood
gezicht, tot den districts-afgevaardlgde.
„Prachtige zaak!" riep hij uit. „Het belang
rijkste geval dat ik ooit heb gehad, en met
wat voor hulp moet ik het klaarspelen? Een
meisje met een poppengezicht en 'n Chi
nees! Bah! Ikik"Hij verviel in pro
fane uitdrukkingen.
Trant glimlachte. „Wie weet?" ant
woordde hij. „Misschien zult ge meer hulp
van hen krijgen dan ge verwacht."
„Het zal me meevallen, als ik eenige hulp
krijg." Flannery stond op. „Een vrouw en
een Chinees. Ze zullen me bij de justitie
uitlachen."
De twee, die kapitein Flannery zoo af
kamde. vonden Barry Kirk vol ongeduld in
z'n auto wachten.
„Ik voel aan m'n maag dat 't tijd is om te
lunchen." zei hij. „U gaat beiden met me mee
naar hdis. Kom er als 't u blieft gauw in".
Boven aangekomen werd Paradise bevolen
nog voor twee personen bij te dekken, en
Kirk bracht Chan daarna naar z'n kamer. Hij
liet den detective daar achter om uit te pak
ken cn kwam bij Miss Morrow terug.
„U lijkt wel de voortdurende gastheer", zei
ze met een glimlach, toen hij bij haar kwam.
„Oh, ik zal door Charlie heel wat genieten,"
antwoordde hij. „Hij is een goed mensch en ik
houd van hem. Maar, om eerlijk te zijn, had
ik andere redenen om hem hier uit te noodi-
gen. U en hij zullen samen werken en dat
beteekent wat?"
,,'t Beteekent, naar ik hoop, dat ik 'n boel
zal leeren".
„Door de associatie met Chan?"
„Juist."
„En als u met mijn gast samenwerkt,
zult u noodzakelijk, nu en dan, hier moeten
komen. Ik ben zoo dom nog niet. Dat zag ik
aankomen."
„Ik begrijp u niet. Waarom zoudt u mij hier
willen zien?"
„Omdat 't me lederen keer waarop u hier
komt, zal doen opleven, en ik u aan zal kij
ken, en dat weer een dag zal zijn om ln m'n
leven met 'n roode letter te merken."
Ze schudde haar hoofd. „Ik ben bang dat u
erg luchthartig bent. Als ik u dikwijls zie,
zult u me naar beneden trekken, tot ik m'n
baantje verlies."
„Bekijk den anderen kant eens, mejuf
frouw", verzocht hij. „U zoudt me kunnen op
heffen. Dat zou kunnen, ziet u."
„Daaraan twijfel ik", zei ze tegen hem.
Chan kwam de kamer binnen, en Paradise,
die niet uit z'n evenwicht was gebracht door
de twee onverwachte gasten, diende een uit
stekend maal op. Tegen 't einde zei Kirk
ernstig:
„Ik heb over dat meisje Barr. beneden, na
gedacht. Ik weet niet of ik u de omstandig
heden heb meegedeeld waaronder Sir Frede
ric hier kwam logeeren. Z'n zoon is toevallig
een kennis van me geen vriend; ik ken
hem slechts oppervlakkig en hij schreef
me dat zijn vader in San Francisco moest
wezen. Ik zocht Sir Frederic op in z'n hotel.
Van den beginne af scheen hij erg belang
te stellen in het Kirk gebouw. Ik kon 't niet
zoo heelemaal begrijpen. Hij deed me een
massa vragen, en toen hij vernam dat ik op
't dak woonde, noodigde hij feitelijk zichzelf
uit om bij me te komen. U moet me goed be
grijpen, niet dat ik niet verrukt was hem bij
me te hebben, maar er zat, hoe dan ook, iets
anders nog achter in 't gesprek. Ik voelde z'n
begeerte, 't Was vreemd, niet waar?"
„Heel vreemd", zei 't meisje.
„Welnu, toen hij hier 'n paar dagen had
doorgebracht, begon hij vragen te doen aan
gaande de importeurs uit Calcutta, en, ten
slotte, schenen die allen Miss Lila Barr tot
middelpunt te hebben. Ik wist niets van de
firma of van Miss Lila Barr. Ik had zelfs
nooit van haar gehoord. Later merkte hij dat
m'n secretaris, Kinsey, 't meisje kende, en
kwamen de vragen meer dien kant uit
hoewel ik me verbeeldde dat ze bescheidener
werden. Op een dag hoorde ik. in 't kantoor
Kinsey aan Sir Frederic vragen, of hij
Miss Barr gaarne zou willen ontmoeten, en
hoorde ik ook diens antwoord."
„Wat zei hij?'" informeerde Miss Morrow.
„Hij zei eenvoudig: „misschien later", op
'n voorgewend zorgeloozen toon, mijns in
ziens. Ik weet niet of dit alles van belang is
of niet."
„Gezien 't feit dat Miss Lila Barr eens in
tranen uit Sir Frederic's kantoor kwam, zou
ik juist zeggen dat 't van veel gewicht was
antwoordde Miss Morrow. „Bent u t met me
eens, Mr. Chan?"
Chan knikte. „Miss Barr interesseert me
erg." stemde hij toe. Ik verlang er zeer naar
u haar te hooren ondervragen".
(Wordt vervolgd).