ZATERDAGAVO ZWEEFVLIEGEN AAN HET STRAND. BRIEVEN UIT ROME. ZATERDAG 25 OCTOBER 1930 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD VIJFDE BLAD Een nobele, maar dure sport. Klaar voor den sprong. Het vliegtuig staat op de slee. Vooraan de katapult, waarmee het opgetrokken wordt. Links tir. ir. v. d. Maas, van den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart, de instructeur der club. Hoe <3e E.N.Z.C. in Noordwijk oefent. Zullen Haarlemmers ook zweven iep in het duin staat een grijs witte loods van asbestcementplaten I met de letters E_N.Z.o. en daar naast een baksteenen huisje met een rood puntdak, dat minder met het landschap contrasteert dan de vierkante hangar. „Hier zijn wij er" zegt onze gast heer en hij draait zijn auto het grasveldje voor de loods óp. Wij zijn van de richting Noordwij k-Binnen gekomen en van den Zil- kerweg af heeft de wagen geklommen, door het woeste duin als een oorlogstank. Hij heeft hindernissen van mul zand en on gebaande paden zonder aarzelen genomen en is verdwenen tusschen duindoorns en ber kenhout. De bestuurder vertelt van journalisten en fotografen, die óók zouden komen kij ken uit verre plaatsen dikwijls en die het spoor hopeloos bijster zijn geworden, en on- verrichterzake moesten terug keeren. Dan hebben wij het beter getroffen, in den wagen van onzen gastheer, den heer Slot, leider van de afdeeling vliegtuigbouw aan de Haagsche Panderfabrieken, een bekende pionier in het vliegwezen, die zich met hart en ziel aan de zweefvliegerij gewijd heeft. Maar hier, niet ver van de zeereep moest de dappere Chevrolet het toch opgeven en de weg leidde verder langs rulle karresporen, tusschen de aardappelvelden en de bramen, door de kruin van de zeereep naar het strand. Aan het stille Noordwijksche strand, het silhouet van het dorp ter eene zijde, de sterke stalen torens van Noordwijk Radio tet an dere beoefent de Eerste Nederlandsche Zweefclub het zweefvliegen. Het is de moeite waard om aan deze jong ste aller sporten aandacht te wijden. Is niet reeds bewezgi, dat het vliegen, als sport be oefend, kloeke luchtreizigers voortbracht, zooals de heer Van Tijen, die nu op weg is naar Indië? En gaat niet een der leden van de Rotterdamsche Aero-club, voortgekomen uit de school der sportvliegerij binnenkort per vliegtuig naar kantoor? Er heeft zich hier, ver van het rumoer der wereld een centrum ontwikkeld van een ge zonde, nobele ontspanning. Wat is er reiner, verhevener, triomfantelijker dat zich vrij in de lucht verheffen? Het moet voor den zweefvlieger 'n grootsch gevoel zijn, wanneer t vliegtuig den sprong genomen heeft en los is, los van alle aardsche dingen.En dan te beden ken, dat bij goede oefening het mogelijk is om uren vrij te blijven zweven! Er is geen motorgeronk bij dit vliegen, er is geen vette olie, en er is geen groot volume technische kennis bij noodig. Het is de vrijheid van de luchten zelf. Het eenlge materiaal is het kleine zweef vliegtuig. En dat is een eenvoudig toestel. Zoo weinig gecompliceerd, dat men 't desnoods zelf zou kunnen bouwen. De E.N.Z.C. gebruikt twee „Panders". Het kleinste toestel voor de lessen, het grootere voor de lange vluchten. Zaterdagmiddag was het kleine in gebruik. Het is een samenstel van staal en „pruel"-hout, dat niet meer dan 80 K.G. weegt. Een eendekker waarvan de romp bestaat uit slechts een houten kiel van enkele meters lengte en eenige centime ters breed. Het ding wordt op een tweewielig wagentje door het duin gerold. De bestuur der neemt op een stoeltje plaats, dat zich vóór den vleugel bevindt en dat bekleed is met een dikke laag van een sponzig rubber, om de schokken te breken. Het hoogteroer is een verticale stang, die de bestuurder voor zich heeft en waarom hij één of beide han den klemt. De stang beweegt voot en achteruit zoo wel als zijwaarts en correspondeert op de ailerons, de beweegbare vlakjes achter in den grooten vleugel en in de staart naast het roer. Het roer is beweegbaar met de draden, die aan een horizontalen stang voor op het vliegtuig zijn .bevestigd,, welke stang bewogen wordt met dè voeten. Óat is de heele stuur inrichting. Doch, dat deze eenvoudige bestu ring een niet geringe oefening vereischt is ons gebleken. Want het evenwicht in de lucht is iets zeer labiels en de mensch zweeft nu eenmaal niet vanzelf, zelfs niet wanneer hem een vleugel is gegeven zooals deze, met 'n 10- tal meters spanwijdte. Om het hem iets gemakkelijker te maken heeft de E.N.Z.C. op haaT vliegtuig een klei ne meter aangebracht, die op de stuurinrich ting correspondeert. De instructeur stelt vast welke stand de beste is en de leerling, die gaat starten, heeft maar te zorgen, dat het meterklokje kwart voor zeven, of tien over half vijf of een andere stand aanwijst, waarbij hij er tenminste zeker van is, dat zijn ailerons en roer goed staan als hij op stijgt. Wat nog niet zeggen wil. dat het hem een lang en aangenaam verblijf in de lucht waarborgt! Er werd dezen middag niet van de duinen gesprongen. De wind was er minder gunstig \oor. Het zweefvliegtuig start tegen wind in. en de beste windrichting is daarom een, die schuin op de kust staat een Zuid-Westelijke of Noord-Westelijke. Het is dan mogelijk langs de duinrcep te vliegen en dezen zomer zijn er records gemaakt, die telkens weer verbeterd werden. De heer Van Tijen vloog drie en veertig minuten en de heer Mayer, een Duitsche zweefvlieger, bracht het tot langer dan een uur. Hij vloog naar Zandvoort en keerde terug, alles zonder te landen, of aan hoogte te verliezen. En in het Rhondal in Duitschland, de bakermat van het zweef vliegen, werd ten record gevestigd van 15 uur. Uit dit alles blijkt, dat er voor de jonge sport wijde perspectieven zijn. Er zullen wed strijden in het «weven kunnen komen in de toekomst en men zal tochtjes maken, zonder motor. Maar, en dit vooral doet velen de zweefvliegsport waardeeren: het zal altijd sport blijven. Tot eenig commercieel doelein de zal het zweven zich wel nimmer leenen. Daar is het te weinig bedrijfszeker voor. te veel afhankelijk van weer en wind en plaat selijke omstandigheden. Groote sprongen hebben wij dezen middag dus niet gezien. Het bleef bij lessen. De Zweefclub telt reeds een derigtal le den en ongeveer een tiental was daarvan gekomen om te oefenen. Precies als bij kin deren, die samen een booc.te hebben, komt ieder op volgorde aan de beurt. En wij geloo- ven dat dit mede een aantrekkelijkheid van deze sport is: het kinderlijk eenvoudige en tegelijk het stoute van den Icarus-sprong in de lucht. Voor den start ligt het vliegtuig aan „het elastiek" en om het op te zetten tot den sprong is harde arbeid noodig. Het „elastiek" is een zeer rekbare rubberkabel met een sta len oog in 't midden. Het oog komt aan een haak aan den voorsteven van het vliegtuig en aan ieder einde van den kabel trekken twee of meer man: hoe meer hoe beter. De bestuurder commandeert: „Uitloopen" en de kabel rekt. Twee man houden het vlieg tuig vast aan de achterzij.de. Het tweede com mando is .Looppas" en de kabel spant zich nog sterker, zoolang tot de trekkers niet ver der kunnen en dan klinkt het „Los". De mannen aan de achterzijde laten schie ten, de kiel schuift door de houten slee, waar in rij rust, de trekkers loopen weer, maar het krimpend elastiek trekt het toestel op met grooter vaart dan zij kunnen zetten, de ailerons staan op .stijgen" en tegen den wind in schiet het toestel de lucht in, suizend over de mannen aan den kabel, die nu automa tisch van de haak valt en op het strand blijft liggen. Nu zweeft de vlieger en het is de kunst, om voortschietend door de ontspannen kracht en door de zwaartekracht van het toestel, drijvend op den tegenwind in de lucht te blijven. De een kan het langer, de ander korter, de slechte starter komt zelfs niet van den grond. Grooter hoogte dan 8 of 9 meter heb ben wij dezen middag niet zien bereiken. Bij een vlucht van den beganen grond af, is dit ook niet wel mogelijk. En langer dan een minuut is ook niemand in de lucht geweest. Toch was er veel verschil tusschen hen, die nieuwelingen waren en de geoefenden. De club is in Maart begonnen er zijn er dus, die reeds maanden ondervinding hebben. En wij zagen dan ook enkele zeer stabiele zwevin gen, geleidelijk dalend zonder „bumping". Dikwijls is de daling plotseling en de bons op den grond vrij hard. Meermalen doet de be stuurder pogingen om met zijn hoogteroer den val tegen te gaan en het toestel steigert als een schip op de golven, maar altijd heeft dit tóch hoogteverlies tengevolge en dat de vlieger binnen enkele seconden op den grond is, staat vast. Doch naarmate de middag vor derde werden er zekerder en verdere spron gen te zien gegeven, tot afstanden van 300 ea 400 meter. De zon stond bleek over de zee, waarover zij een baan verblindend licht leg de en prachtig was het ranke s!" ^:et van het toestel in dit tegenlicht. Het strand was prachtig breed en het weer uitstekend dezen middag. Eenmaal geland op het strand moet het vliegtuig teruggedragen worden naar de startplaats en dit zoowel als het trekken le vert een gezonde inspanning, die buikjes doet verdwijnen en ledematen, waarin het proces van verstramming was be gonnen. buigzaam maakt. Daarom is het trekken aan de lijn en het terughalen van het toestel, de schouders er onder, geen Sisy- phus-arbeid. Of er nooit ongelukken gebeuren? Er lijkt weinig kans op te zijn. De hoogte is bij het oefenen gering, de bestuurder zit vastgebon den met een riem, hij kan handen en voeten vrij uitslaan en hij zit zoo vrij, dat hij wei nig gevaar loopt om getroffen te worden door brekende deelen van de aeroplane. Er ls dan ook in de maanden, dat de club be staat slechts één ongeluk gebeurd, dat goed is afgeloopen. En dit enkele ongeval was te wij ten aan een defect ln het toestel, dat niet ontdekt was, het breken van een besturings draad. iets waartegen door een goede controle, die eenvoudig genoeg is, kan worden ge waakt. Zoo is het zweefvliegen een tak van sport, die in de kinderschoenen staat, maar die de groeikracht in zich heeft om met zeven mijlslaarzen te gaan. Alleen: vliegen is duur. Het lidmaat schap van de zweefvliegclub kost f 200 per jaar en daarmee zijn niet alle kosten bestre den. Er zijn leden in Den Haag en Amster dam en in enkele andere plaatsen en de kosten om naar het terrein te komen zijn niet zoo gering, dat zij niet zouden meetellen. Wij vernemen echter, dat er ook in Haar lem plannen zijn om op eenvoudige schaal met zweefvliegen te beginnen. Leden van de Haarlemsche zeilvereeniging, die hun sporen reeds verdiend hebben in het zelfbouwen van zeilschepen, overwegen den bouw van zweef vliegtuigen en zij hopen over eenige jaren zoo ver te zijn, dat het mogelijk is, om ook met. matige kosten te „zweven". Wij zullen met belangstelling afwachten. Want de zweefsport. is zulk een goede sport, dat zij in ruimer kring beoefenaars verdient te vinden. Pk. In de Sint Pieter. De Paus leest zelf de mis orgen een groote gebeurtenis in San Pietro. De Paus leest zelf de mis. Men mag alleen binnen met introductiekaart. De heele stad is vol met die biljetten pe sprong is genomen. Bet ts nu de kunst om het toestel stabiel te houden. Carabinieri en Metropolitani in feesttooi... iedereen haalt ze uit zijn zak, om ze trots te vertoonen; iedereen doet erg mysterieus. Hoe hij er aan gekomen is? .Persoonlijke relaties met den Vaticaanschen Staat", of: „Connecties met kardinalen en kloosters". Ik had géén biljet. Daarom klopte ik 's avonds ergens aan de poort van een kloos ter zonder connecties en na eenige minuten had ik van den pater aan de poort een biljet. De bussen, die den morgen van den grooten dag naar de Piazza San Pietro reden, waren propvol. De menschen stonden urenlang aan de haltes en vonden geen plaats. Omdat ik klein en smal ben, lukte het mij, met een been op de treeplank te komen. Met de linker hand hield ik mij vast aan de jas van een meneer, mijn rechter hand hield mijn schets boek in de lucht. Mijn rechter been moest ik dicht tegen den buitenwand van de bus houden, om het niet aan een hoek van een smal, trottoirloos straatje, aan een muur af te breken, of een verkeersagent er me*> om te gooien. Aan de Piazza San Pietro stapte mijn meneer uit en ik viel tegelijk ook op straat. Het plein was zwart van menschen tot de trap, waar een dichte ry van sok*aten den toegang bewaakte. Auto's reden voor. stopten en heeren met hoogen hoed en dames in zwarte sluiers stapten uit. Andere auto's reden de poort van het Vaticaan in. Men zag de kardinalen en Canonici in purper en hermelijn en gesluierde dames er in zitten. Ik toonde mijn biljet en mocht de trap op. Maar ik kwam al laat, want-het was ander half uur vóór het begin der plechtigheidl De kerk was al stampvol. De menschen ston den er al sinds twee of drie uur. Na een stuk of zes contróles gepasseerd te zijn, stond ik eindelijk voor een ondoordringbaar lijkende massa van eenige duizenden ruggen cn achterhoofden. Ik probeerde me:, weinig hoop naar voren te komen. Het lukte niet. Dus blijven staan. Achter mij was al weer alles vol en ik kon niet meer terug; ik zat opgesloten zonder mij naar voren, achteren, rechts of links te kunnen bewegen. Wachten, eindeloos wachten. Nu op het eene, dan op het andere been staan, de menschen teeke nen, de kerk bekijken. Het is met- deze kerk als met de Alpen. Met mooi weer en klare blauwe lucht lijken de bergen heelemaal niet zoo hoog en groot. Maar als de wolken er overheen en er omheen hangen, als gedeelten in nevel en mist zijn verdreven, dan worden zij bovennatuurlijk, overweldigend groot, plastisch en massaal. San Pietro, net als het plein ervoor, lijkt onder gewone omstandigheden bijna precies op tien andere ook tamelijk groote ker ken. Pas als de piazza en de kerk too vol menschen zijn, als men stukken niet meer ziet, die verdwenen zijn achter de schouders en hoofden van een menschenmassa, als ik dan, bijvoorbeeld, later op een klein balkon netje. dat op een vensterbank leek. een stuk of tien priesters en kerkdienaars zie verschij nen, dan pas krijgt men een begrip van de geweldige afmetingen. Evenals, wanneer men dicht voor de kerk staat., de indruk van den koepel niet te vergelijken is bij dien, welken men krijgt, als men Rome uit de verte ziet en den Pieterskoepel hoog boven de duizend huizen ziet uitsteken. Ik kijk en teeken. Ik ben verbaasd, hoé mooi vrouwen in zwarte sluiers zijn, ZIJ krij gen iets van een oud schilderij, iets geheim zinnigs. Ieder meisje met pagekopje, dat een zwarten sluier over haar hoofd legt. verliest haar zelfstandigheid en haar eenmaal-op-de- wereld-zijn onder bepaalde omstandigheden in het jaar 1930 en wordt deel van een eeuwig begrip „vrouw". Oud en jong. mooi of leelijk, allen worden veredeld door een zwarten sluier. Er zijn allerlei menschen ln de kerk: koop lieden, advocaten, ambtenaren, elegante dames. kantoormeisjes, arbeidersvrouwen, boeren. Zij allen staan te wachten, zacht te spreken, te kijken en zich te vervelen. Plotseling hoor Lk ach:e:- mij de stemmen luider worden. Mannen zijn woedend, an deren lachen. Ik kijk om: een dik Jongetje van 13 jaar kijkt r.'et naar rechts of links, niet naar voren of achteren, ziet niemand, heeft zijn blik in de hoogte gericht, met een onduidelijk doel, alsof de stralen van zijn blik evenwijdig gaan en niet ergens elkaar op een voorwerp ontmoeten. Hij zegt zonder ophouden, met een merkwaardige, angstige en toch overtuigde en vaste stem: „Pcr- messo! Permesso!" en dringt zich tusschen de menschen naar voren, zich blijkbaar er niet om bekommerend of niet eens mer kend dat de menschen eerst woedend zijn. dan de geheimzinnige extase van het jochie opmerken, lachen, en eindelijk met veel moeite een weg vrij geven, om hem door te laten. Hij staat nu naast mij. Zijn groote. donkere oogen staan wijd open, on bewegelijk een ver doel zoekend. Hij zegt onophoudelijk en mechanisch: .Permesso! Permesso!" Zijn dik, vet handje klopt heeren op den rug. trekt vrouwen aan den arm. Hij ziet hen njet, voelt alléén hun te genstand en dwingt hen met mysterieuzen wil opzij te gaan. ..Permesso! Permesso!". De menschen zeggen: „Neen. dat gaat niet! Ik was eerder hier. Dan had Je vroeger moeten komen!" „Permesso, Permesso!" ..Blijf staan! Hou je kalm!" „Permesso. Per messo!" „Maar zie je dan niet. Jongen, dat lk mij niet kan bewegen?" „Permesso. Permesso!" „Wat moet Je daar voor doen?" „Permesso! Permesso!" „Ik kan werkelijk niet op zij!" „Permesso! Per messo!" En men lacht en men maakt plaats. Hij komt er door. Ik blijf achter hem. Ik ben net zoo overtuigd als hij, dat hij naar voren komt, en als h ij er komt, .jSchweizer" uit den pauselijken stoet kom lk er ook. Ik pak zijn schouder hU merkt het niet eens en ga voetje voor voetje met hem door de menschen. De scène is bij iedere nieuwe rugrij dezelfde en na een half uur staan wij een honderd meter ver der voor een cordon van Carabinieri. d;e een weg voor den Paus vrij houdt. Verder gaat het werkelijk niet. De soldaten zijn ln feesttooi. De 18-eeuw- sche steken hebben een geweldige, vuurroode pluim. Trompetten De stemmen worden luider. In de verte hoort men uit het voorste deel der kerk applaudisseeren, handen klappen en geroep. Als een golf gaat dit geluld over de heele menigte, totdat het om mij als een storm woelt. De Paus wordt binnengedragen. Voorafgegaan door „Schwelzer" met oude helmen en hellebaarden, zie ik een vrien delijken ouden heer hoog boven de hoofden der menschen naar het altaar zweven. Het enthousiasme, handen klappen, juichen kent geen grenzen, neemt geen einde. Woor den vliegen de lucht in als: „II papa, nost.ro papa!" („de paus. onze paus!") dan is hij voorbij. Nadat het Juichen en han- denklappen bedaard is, begint de gods dienstoefening. Koralen, muziek, gebeden. Ik zie den Paus tusschen hooge kaarsen staan en lezen. Er worden godsdienstige handelingen verricht. Een overweldigende stilte onder den koepel van Michel Angelo. Dan is het uit. Een half uur lang komen menschen en auto's uit San Pietro; de smalle straat naar den Tiber en het Castcl Sant' Angelo lijkt zwart van mieren. Dan verdeelt zich alles meer over de stad, en de obelisk op de Piazza San Pietro ligt ver laten. alleen geflankeerd door de twee eeuwig ruischende fonteinen, die met een paar duiven het eenige leven, de eenige beweging in de st.'lle reusachtige steen massa der kolommen van Bernini en de door de zon fel beschenen facade van de Pieterskerk brengen. A. G. A. 30 De paus leest in San Pietro. KRABBENGANG. Het Staatstoezicht op de Visscherlj in Schot land heeft ln den laatsten tijd een speciale studie van krabben, meer ln 't bijzonder van vrouwelijke krabben, laten maken. Hierbij is gebleken dat de krabben verre reizen maken. Men heeft krabben gevangen, een morkteeken gegeven en zc toen weer in zee gezet. Later, soms véél later, werdc-n die zelfde krabben weer gevangen op vele mijlen afstand van hun oorspronkelijke verblijf plaats. Zeer Interessant was hierbij de ont dekking. dat de vrouwelijke krabben zich steeds in noordelijke richting plegen voort te bewegen. Zij maken vaak tochten van veer tig, zeventig, ja van honderd mijlen. Eens werd een krab gevangen bij Banff on aan het merk ontdekte men, dat dit dezelfde krab was die vier Jaren geleden In de zee was gezet tusschen Arbroath en Montrose, od honderd mijl afstand. Deze belangwekkende onderzoekingen wor den nog voortgezet en men hoopt, dat zij ook navolging zullen vinden ln andere streken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 17