H
UIT VERGEELDE PAPERASSEN.
165 MINUTEN ROME.
UIT DE HISTORIE DER BEELDTELEGRAFIE.
Wit dc geschiedenis van Nederlandsch-Indië)
door P. J. ZiiRCHER.
Enkele leveranciers. Schoen- en kleeder
makers; bakkers en slagers. „Rhapsodie"
van Bedrijvenen bedrijvers.
f et herbergwezen overvleugelde de
burgerbedrijven te Batavia niet
onaanzienlijk, hoewel men dit niet
zou vermoeden. Zoo waren er in de
eerste plaats de schoenmakers, die,
ten getale van negen bazen en zestien ..ge
sellen", in 1654 een gilde oprichtten, dat in
1665 het monopolie verkreeg van de schoe
nen-fabricatie. Dit gilde had een steunfonds
en hierdoor in staat gesteld begon het een
onderzoek in te stellen naar fle bekwaamheid
en de antecedenten van de jongere broeders,
die in het gilde wenschen te worden opge
nomen. Maar. gelijk in Indië. ook op ander
gebied en zelfs nog heden ten dage vaak ge
schiedt, ontstond er tweespalt en tenslotte
werd het wegens "het voortdurende geharre
war ontbonden. Daarna verplaatste zich de
leerarbeid en concentreert deze zich om
streeks 1800 op Midden-Java.
Merkwaardig is het volgende besluit, dat in
1662 werd afgekondigd: Eurcpeessohe kleede
ren mochten voortaan alleen door Christe
nen worden vervaardigd, hetgeen dus wilde
zeggen, dat het aan slaven, maar ook aan
compagnies-dienaren verboden was het vak
van kleermaker uit te oefenen. Deze bepaling
moet wel voor velen ,,'n strop" geweest zijn.
als wij dit althans mogen afleiden uit het
feit, dat in de rijke boedels van de achttien
de eeuw enorme hoeveelheden stoffen voor
kleeding werden aangetroffen, die vermoe
delijk door 'n eigen slaaf-kleermaker werden
„verwerkt". In den jare 1800 en ook later nog
constateeren wij een zeer belangrijken im
port van gemaakte Europeesche heeren- en
dameskleeding dus wat tegenwoordig con
fectie heet die. naar de vreemde opvattin
gen van dien tijd, dan ook allerzonderlingst
werden geadverteerd. Wij treffen bijvoorbeeld
een advertentie aan, die spreekt van: „gebor
duurde neteldoeksche dameskleedjes, sla-olie
en paardentuigen". Langen tijd, nadat er
reeds goede tailleurszaken gevestigd waren,
hield deze invoer van confectiegoederen nog
stand. Zoo kondigt In 1833 een adverteerder
importeur, „gemaakte heerenrokken van den
eersten kleedermaker uit Parijs", aan.
Onder hen, die zich te Batavia vestigden,
behoorde ook zekere Pierre Paul Piolle. een
Parijsche kleedermaker, die zich op Noord-
wijk (Weltevreden) vestigde. Hij was in 1810
op Java gekomen en onderscheidde zich op
niet alledaagsche wijze van zijn collega's,
dat hij ook „komediant" was. Het theater
leven, dat zich in die dagen op bescheiden
voet begonnen was te ontwikkelen, werd ook
door hem gesteund en onder zijn leiding werd
eens een kleine vaudeville opgevoerd. Ook
schreef hij (eigen) kluchtspelen en in 1820
en 1822 trad hij op als samensteller van een
liefhebberij -tooneel. In 1826 had deze tail-
leur-tooneelspeler er eohter genoeg van en
zei hij Java voorgoed vaanvel.
Als oudste nog heden te Soerabaja be
staande kleermakerszaak moet de firma
Herment, hij was 'n Franschman, worden
aangemerkt. Deze komt reeds in 1834 voor
onder de firma A. Herment en F. Elavet. Op
hen volgt, in 1841, P. Oger. die in de Javasche
courant adverteert en zich als „Mr. kleeder
maker. komende van Parijs", aankondigt en
dan vertelt, dat hij zich geassocieerd heeft
mot zijn collega J. Kuyt, eveneens op Noord-
wijk gevestigd. Maar in 1846 schijnt hij zich
van dezen te hebben los gemaakt en begint
hij een eigen zaak, terwijl Kuyt zich aan een
ander verbond. Oger verhuisde een jaar later
naar het voor Indisch gasten welbekende
hoekhuis aan de Rijswijkstraat, tegenover de
'Harmonie, waar de firma Oger frères, gelijk,
die thans nog in dit zelfde, ouderwetsche
huis bestaat, het levenslicht aanschouwde.
Als merkwaardigheid vermelden we hier een
„klassiek" onderhoud, dat Multatuli eens met
den chef der firma had over een „gebarsten"
spanbroek, die hem de scherpe toevoeging op
de tong legde: „Au salon, Monsieur, on se
tient debout!"
Van oudsher is te Batavia reeds brood ge
bakken. Dit „ambt" stond destijds te Batavia
in 'nooger aanzien nog dan dat van kleerma
ker. De bakker had vaak ook een koksbedrijf
aan zijn zaak verbonden. Menige Bataviasche
bakker is daar een man in bonus geworden,
zoo o.a. Andries Teisseire, die er tot 1775 dit
beroep heeft uitgeoefend. Maar Jacob Jansz.
de Roy was de vermaardste bakker van zijn
tijd. Zijn avontuurlijke loopbaan, doet al heel
weinig aan meel en taartjes denken. Dat de
verwachtingen voor dit beroep vaak hoog
gespannen waren, blijkt alweer uit een an
nonce in de Jav. Courant van 8 April 1848,
waarin de volgende oproep te lezen staat:
..Met genot van een vast salaris, bestaat te
Toeban gelegenheid tot plaatsing van eener.
broodbakker: diegene, die ook tevens bekend
is met muziek en dans, zal bij voorkeur in
aanmerking komen". Men zou haast geneigd
zijn te veronderstellen, dat men te Toeban
van „luchtige" kadetjes hield.
Reeds in 1634 vinden we te Batavia den
Chineesehen bakker. Tarwe voor het bedrijf
betrok men uit Bengalen, Japan, Sourate
en later ook van de Kaap. Deze werd met
handmolens gemalen, totdat Jacques de Bol-
lan en Pierre der Bancs In 1665 een water
molen gingen exploiteeren die al heel gauw
door een korenmolen van de Compagnie werd
gevolgd. Bij gebrek aan tarwe, bezigde men
rijstemcel, hetgeen de min of meer pijnlijke
anti-these opwierp, of het Avondmaal ooi
met rijstemeel mocht worden gehouden
Valer tij n beantwoordt deze vraag bevestigen*
doch andere Godgeleerden behielden daar
tegen evenwel hun ernstige bedenkingen.
In 1642 werd het gewicht, de kwaliteit er
de prijs van het brood vastgesteld; in 165-1
werd het broodbakken een monopolie en
mocht een bakker geen neven-beroep uit-
«oefenen. Het aantal bakkers werd op twaaif
vastgesteld en konden vacatures uitsluitend
door Heeren Schepenen worden aangevuld.
Hoewel het monopolie ook haar goede zijde
had. werkte het anderzijds verlammend cp
don arbeichlr.st. Zelfs was de verkoop van
brood langs de straat verboden, ten einde te
verhinderen dat men op deze wijze elkaar
„een vlieg" zou af vangen.
De funeste invloed van het monopolie
leidde er toe. dat, eerstens de bakker zijn
tarwe bij de Compagnie moest inslaan, tezen
een prijs, die zij zelf bepaalde. Maar hij was
ook verplicht deze te laten malen door den
korenmolen van de Compagnie, die in pacht
was. Hij mocht het graan gerust naar een
particulieren molen brengen, doch dan was
hij toch gebonden aan het loon van den pach
ter. De bakker zat dus door dit monopolie
leelijk in den knel.
De broodsoorten, die bestonden waren:
Koeliebrood en Wittebrood en Kismisbrood
met krenten. Er bestond een vast gewicht
voor het z.g. broodgewicht van 1739. Dit was
van geelkoper en woog 11 ons plus een „water
lood" van 11/2. Meer dan een eeuw heeft de
Regeering den prijs van een wittebrood van
dat gewicht op een dubbeltje gehouden.
Soms krijgt men den indruk, dat de tijd bij
wijlen stilstond. Ontduiking van het drukken
de monopolie zal men natuurlijk wel niet
geheel hebben kunnen voorkomen. De
Chineezen ,waren geboren onderkruipers.
Een voorbeeld van een verlammenden in
vloed van het monopolie. In 1864 had zich te
Weltevreden een heele Kolonie van bakkers
t.w. twaalf in getal, gevestigd. Doch geen
hunner had de energie en den ondernemings
geest er een filiaal te openen, hoewel dit ver
moedelijk lucratief zou zijn geweest. De in
woners waren daardoor genoodzaakt hun
brood in de stad te gaan halen. Maar dat
brood was zeer slecht en Raffles maakte
in 1812 een einde aan het monopolie, door
een dertienden bakker toe te staan voor het
Kampement te Weltevreden te bakken en
een paar Chineezen hetzelfde prh'i'iege voor
de burgerbevolking te verleenen.
In 1830 bestond de officleele prijs-bepaling
nog; een brood van 14 ons kostte toen 25
cent. Zelfs was in 1860 nog een „keur" van
1823 van kracht, die eiken bakker verplichtte
tweemaal per maand een broodmonster bij
de politie te dpponeeren, ter controleering
van de kwaliteit en het gewicht.
In 1810 wordt een bakkerij aangetroffen,
die werkt met zes slaven, gekwalificeerd
als: „complete bakker en pakker"; een van
hen is tevens „gebakmaker". In den winkel
hielp een slavin, die te boek staat als: „win
kelmeid, fijne naaister en sambalmaakster".
Een boerenwagen door twee paarden getrok
ken bracht het brood bij de klanten rond.
Men ziet: gemoedelijkheid allerwegen, naast
een dosis fnulkenden dwang. Naast de hier
genoemde bestonden er nog tal van andere
bedrijven. De slagers waren bij voorbeeld niet
minder vertegenwoordigd dan de bakkers;
Kistemaeckers of schrijnwerkers waren ook
rijk vertegenwoordigd en naast hen heeft het
edele vak van goudsmid er zijn gulden tijd
gehad. Er zijn-er heel wat geweest en in
1649 was Jean Ferment een bekende persoon
lijkheid. De onkosten van zijn bedrijf schij
nen dit niet zeer gedrukt te hebben, gezien
het loon. dat hij aan een Europeeschen
„knecht" betaalde Dit bedroeg per dag' 3 4
reaal. Of deze stille werker een daglooner
was. staat evenwel niet genoteerd. Op ander
gebied werd er weer met geld gesmeten en
dit bewijst, dat het vak wel geambieerd werd.
Zoo betaalt ec-n Nederlander grif 200 Rds. cm
zijn zoon het diamantvak te laten leeren.
In weer een ander beroep, dat van prui
kenmaker. ontmoeten we een meester", die
zijn „knecht" in 1757 een maandloon betaalt
van 8 Rds. Deze heer houdt, er tevens een
aantal eigen en gehuurde slaven op na.
Een enkele maal vinden we ook eeo onder-
nemenden geest vermeld, die „eigen zaken"
doet. terwijl zijn voormalig bestaan, dat r.iet
zou doen vermoeden. In de Java Government
Gazette beveelt zich een oud-muzikant bij
het derde regiment Infanterie aan als: „Klee-
dermaker, kalkbrander, horlogiemaker, enz.
enz."
Niettegenstaande deze „Rhapsodie" van
bedrijven en „bedrijvers" wordt het terrein
steeds meer bezet door' Chineezen. Deze is
tot alles in staat, maar wat hij niet kan,
moet door een vakman van andere nationa
liteit. of een liefhebber. ee.n enkelen keer
worden opgeknapt. Dit is heel weinig, maar
in 1830 toch, wordt tien gulden betaald voor
het binden van een boekwerk in octavo,
niet door een Chinees verricht. Dit bedrijf
lag zeker niet ln de lijn van de zonen van
het Hemel che rijk. Ook op heden schijnt het
boekbinders-bedrijf niet hun „fort" te zijn,
want Chineesche binders zijn in Indië riet
bekend. Overigens kan een Chinees alles en
wat hU niet kan. leert hij spoedig.
Uit deze opstellen-reek? blijkt wel heel
duidelijk, dat de evoutle van Indië zich niet
2onder ups and downs heeft voltrokken. Wij
mogen ons gelukkig rekenen, dat wij thans,
na drie eeuwen, mogen constateeren. dat
misstanden en willekeur, voor zoover dit
mogelijk is, verdwenen zijn en er in de ge
ordende maatschappij daarginder, behoorl
ijke toestanden bestaan, waardoor een leder
het zijne krijgt, dat hem ln staat stelt een
menschwaardig bestaan te lijden. Ei? nogzjn
we er niet; de evolutie schrijdt nog immer
voorwaarts. Naar welk einde?
Nu, aan het einde gekomen van mijn his
torisch overzicht, neem ik afscheid van mijn
lezers, die ik, wellicht later, nogmaals ln het
„Oude Indië" zal ontmoeten, want.de
stof is oneindig.
Tot zoover danl
Niet te verwarren met televisie.
Proeven met kleuroverbrenging door Hollandsche ingenieurs.
NIET TE KLAGEN.
Een Britsche econoom, die zijn hoofdkwar
tier in Manchester, de historische vrijhandel-
stad, heeft, stak deïer dagen zijn landge-
nooten een hart onder den riem door
pertinent te verklaren dat Groot Brlttannlë
nog nooit zoo welvarend is geweest als thans.
Het feft dat deze staathuishoudkundige tot
de Manchester-School behoort, zal aan deze
opvatting niet vreemd zijn. De jammerklach
ten over economischen nood en malaise wor
den in den sombersten toon en met het mees
te volume gezongen door de besehermlngs-
gezinden om een overspannen en verontrust
publiek te doen beseffen wat dat vermale
dijde vrjhandelsstelsel voor Engeland heeft
gedaan. De jubelklanken van den econoom
van Manchester moeten worden beschouwd
als een poging de jeremiades te overschreeu
wen. Er wordt meer en sneller kapitaal ver
gaard in het land dan vroeger, zegt de man;
en dat niettegenstaande de hooge belastingen.
De menschen hebben nooit zooveel geld op
zak gehad. Het belastbaar inkomen is hooger
dan ooit. In 1919 was het 2107 millioen: nu
is het bijna 2300 millioen. De mindere man
heeft het een ietsje minder goed dan onmid
dellijk na den oorlog, toen de tijd zeer ab
normaal was. Maar hij heeft het veel beter
dan voor den oorlog. De ellende der werk
loosheid zou grootendeels kunnen worden
opgeheven indfen werknemers fclch bereid
zouden verklaren iets van hun te hooge
loonen op te offeren. De opoffering zou niet
in de zakken det-werkgever*- komen maar de
Industrie vooruit' helpen, de vraag op de ar
beidsmarkt doen toenemen en meer werk
lieden aan een broodwinning helpen, een
proces dat bovendien voort zou werken want
de menschen fn nieuw emplooi zouden meer
behoeften scheppen, die meer productie zou
den eischen en meer werkgelegenheid. Deze
econoom stelt tenslotte ook vast dat het ge
praat over verminderden uitvoer van Brit
sche fabrikaten larie is. Niettegenstaande de
tariefmuren, die de bultenlandsche afzetge-
bieren van Engeland omringen, nemen de
invoeren uit dit land in die beschermde lan
den elk jaar toe. gemiddeld met een waarde
van 100 millioen.
i December van het vorig jaar
schreef men aan de Redactie van
een onzer groote dagbladen: „Of-
cshoon afdoende bewezen is. dat
met behulp v«n den Fultosrraaf (een
apparaat voor beeldoverbrenging) een zeer
goede overbrenging van afbeeldingen langs
draadloozen weg mogelijk ls. hebben deze
beeldtelegraafzendin?en geen belangstelling
gevonden. De vraag rijst nu of «het wel do. ï-
matig is een beeldtelegraafvorkeer met Ne
derlandsch-Indië ln te voeren. Zal ook dit
verkeer, na opoffering van groote sommen,
niet tot een mislukking lelden? Zou het
daarom niet beter zijn maar niet te begin
nen?"
De Inzender van dit bericht haalde hlerbj
twee geheel van elkaar verschillende doel
einden van de beeidtelegrafie door elkaar.
Zjn pessimistische stemming ls daaruit te
verklaren, dat de beeldzendingen bij het
publiek geen belangstelling hebben gevon
den. HIJ vergeet echter, dat de beeidtelegra
fie, waarmede tegenwoordig een zeer goede
overbrenging van afbeeldingen mogelijk ls,
een zeer groote aanwinst ln het tcle*raaf-
verkeer ls voor zakelijke doeleinden! Het uit
zenden van plaatjes, soeals dcor enkele
F,uropeesche stations ln het vorige jaar is ge
schied, heeft bij de „luisteraars" inderdaad
slechts een belangstelling van enkele dagen
kunnen vinden. Genoegzaam ls bewezen, dat
voor een beeldomroep geen plaats is.
Anders Is het geval, waar de beeidtelegra
fie aan zakelijke doeleinden wordt aangepast,
b.v. het overbrengen van duimafdrukken,
zooals bij de Oostenrijkse he politie reeds ge-
ruimen tijd wordt toegepast, of het uitzen
den van weerkaartjes ten dienste van het
vliegverkeer (het station München zendt
o.a. geregeld weerkaartjes uit*.
Daarom ook is het een verblijdend feit ge
weest, dat men zich in Holland niet aan deze
pessimistische gevoelens heeft gestoord en
proefnemingen met een beeld-telegrafle-
verkeer tusschen ons land en Indië v.v.
voortgang gevonden hebben.
Deze proeven zijn over en weer goed ge
slaagd. Wij vestigen in verband hiermede
nog eens de aandacht op het verschil
tusschen beeidtelegrafie en televisie, daar
men ln de laatste weken ook wederom over
bereikte successen met het ver-zien heeft
kunnen lezen.
Beeidtelegrafie. dikwllls ook aangedied met
den naam foto-telegrafie, omvat het over
brengen over afstand van foto's of in ruime
re beteekenis: beelden (dus ook handteeke-
ningen. schrift, enz.), waarbij aan de ont
vangzijde eer. volkomen getrouwe cople
wordt weergegeven van de foto of teekening,
die zich aan de zendzijde bevindt. Gewoon
lijk is hiervoor een tijdsverloop noodig, die
varieert tusschen een en vier minuten.
Televisie beteekent ver-zien en hier ls
Inderdaad sprake van het onmiddellijke zien
van voorwerpen, hetzij stille of bewegende.
We kunnen b.v. een persoon waarnemen, die
op ettelijke mijlen afstand van ons verwij
derd is. elk zijner bewegingen wordt on
middellijk waargenomen, gelijk bij een film
een aaneenschakeling van beelden aan ons
oog voorbijtrekt, We zien dus levende beel
den. Daarom zal televisie, wanneer zij een
maal volmaakt ls, even populair als de radio
GISELA SELDEN—OOTH.
Florence, October.
Sedert eenlge weken is de Arnostad in het
net van het Italiaansche luchtverkeer opge
nomen. Een kleine, slanke eendekker legt
dagelijks de route FlorenceRome en terug
af. telkens in anderhalf uur. Tussclienlan-
ding en vertrek aan de Aeroporto del LIttorio
ligt een tijdruimte van 365 minuten. Is het
loonend voor 165 minuten naar Rome te vlie
gen?
Reizen per vliegtuig zijn geen interessante
ondernemingen meer en zelfs de nieuweling
in de aeroplaan weet in alle gelukkige en on
gelukkige viiegphaser en gevoelens zoo nauw
keurig den weg. dat hij bij het instapper, met
kennersblik de grijze draagvlakken monstert,
wier „breuk door onbeker.de oorzaak" kan
leiden tot het omslaan van het vliegtuig in
de lucht: bij welke gelegenheid de propeller
zich gelijk bekend diep in de aarde boort en
onmiddellijk felle vlammen laaien uit de
benzinetank. Desniettemin heeft het de be
koring van het nieuwe, voor een middag
visite naar Rome te komen vliegen en na de
koffie terug te fladderen Zelfs een echtpaar
uit Chicago, dat op zijn „delicous trip through
Europe" ook deze nieuwe lijn ..doet" vindt
het geval zeer .-smart". Blijkbaar denken de
echtelieden, dat het overdreven ls, vier vol
ledige dagen alleen voor Rome ln het reis
plan op te nemen. VoorloopIg zitten zij min
of meer angstig ln de benauwde cabine van
het vliegtuig en zouden zeer graag de kathe
dralen van Asslsl althans van boven zien
daar dit reisprogramma geen tijd voor Assisl
beschikbaar heeft gelaten.
San Francisco in Assisl vervaagt echter als
«en bleeke. geelachtige vlek op een verren
heuvelrand: en alleen wie de kaart van deze
•rijseroene Umbrlsche aarde van tallooze
zwerftochten nauwkeurig in het hoofd heeft,
weet naar welke richting hij moet kijken. Na
■»en half uur ls de grijze vogel al over geheel
Toscana gevlogen: merkwaardig al de be
kende. ln iedere lijn en bocht vertrouwde we-
<»en als onlogisch gevonden, komisch gekron
kelde witte banden over het heuvelachtige
lar.d te zien geworpen! Al het vertrouwde ls
plotseling vreemd geworden, rechts en links
vlceien samen, krampachtig zoekt men ln
ce hooge etrusklsche muren en steenmassa's
opstrevende Dompijlers. Maar van de wolken
uit kan het ongewapend oog het doen en la
ten van de menschen op de aarde niet moer
onderscheiden, het oor geen geluid uit de
diepte opvangen: de hoogte transformeert
alt dichtst bevolkte en meest gecultiveerde
deel van Italië in een doodstille woestijn. Al
leen aan den vorm van haar eilandjes her
kent men de voorbijglijdende blauwe vlakken
van het Traslmeno en het Bolsenn-mecr: het
ln de zon schitterde Lago dl Bracciano meldt
de nabijheid van Rome. Wanneer het suizen
van den propeller telkens een halve toon la
ger klinkt, bij het dalen in glijvlucht een
groen, met huizen bezaaid tapijt, de breede
band van den Tiber in een spookachtig sohcc-
ve vlakte voor een cabineraam opdoemen,
rijst aan-den Zuidelijken horizon het st eeds
nieuwe wonder van den St. Pieterskoepel op.
165 minuten! Van het vliegveld ln snel
tempo langs de Via Saiaria. die Mussolini
thans tot tweemaal zoo broeden, de legioenen
van het nieuwe Rome waardigen automobiel-
weg laat uitbreiden. Langs de blinkende pijn-
boomen van de Villa Borghese, langs ce ook
in October lehte-achtige Vla Veneto naar een
vermouth bij Rosati. het punt van samen
komst. van de Romeinen, die geen haast heb
ben. Nog verder naar beneden: zie. op de
Piazza Tritone staat het hier nooit opge
merkte Palazzo Barberini plotseling in volle
pracht, Mussolini's wil heeft do huizenrij er
voor in het Jaar VIII van het regime wegge
veegd. In de Vla del Tritone loeit het auto
verkeer. de lucht is zwoel van benzinedamp,
uit de lange, donkere spleet van het Corso
breekt 't claxongeloel ln luidruchtige golven
los over de in zon geblakerde Plana Vene-
zla. Nu naar boven over nieuwe betonwegen
naar het Kapitool; verdwenen ls de vroegere
warwinkel van middcleeuwsche huisjes en
steegjes, gereinigd van oude romantiek daalt
de Tartjejlsche rots vrij omlaag, stijgen de
kale reuzenmuren van het Teatro Marcello
vrij omhoog. Het Imperialistische Rome zege
viert over middeleeuwen en renaissance:
Mussolini bouwt! Beneden aan den heuvel
graven en planten honderden ijverige han
den. plantsoenen, die de vorige lente al ln
weelderig groen prijkten, zijn weer vernie
tigd, metselwerk en pilaren weer verwijderd,
onder het oude komen nog oudere dingen
voor den dag. Meters diep onder den aard
bodem, die reeds van alle vuil gezuiverd
scheen, zijn weer resten van het oude Rome.
de quadrata. ontdekt, die aan het licht van
Fascistisch Rcme gebracht moeten worden.
En reeds liggen meterhooge. in potten ge
kweekte pijnboomen in rijen geleed om op
den verjaardag van den opmarsch naar Ro
me. waarop de groote bouwmeester het werk
hier zal bezichtigen, de pulnhoopen voorloo-
plg te verfraaien. Even een blik op de onver
anderlijke pracht van het Forum; van het
nieuwe museum der gemeente Rome langs
den Tlberoever; men vertrouwt zijn oogen
niet. schier naakt en rillend staan het tem
peltje van Minerva en RlenzLi huis op nette
vlakken asfalt, men heeft hun den mantel
van het ghetto, die hen omhulde, ontroofd.
Hoe laat ls het? Er blijft nog rijkelijk tijd
over. Achter de breede ramen van een huis
op den driekerkenheuvel Aventinus is de ta
fel gedekt, de bouwwerken aan den tweeling
Palatinus kijken ernstig over een rij zwarte
c.vpressen van het verlaten, overoude Joden
kerkhof heen. En op het terras van Plncio,
waar de auto als laatste pleisterplaats voor
de café espresso halt houdt, rijst nog voor
afloop van den termijn van 165 minuten mis
schien voor het eerst een volmaakt, droome-
rig visioen op van het ondanks alle door den
tijd bespeelde tee-enstrijdigheden en verdeeld
heden eeuwiee Rome.
In nog sneller tempo raast de wagen lanes
de Via SRiaria terug. 14 uur 30: Instappen.
Sigmorl!
Nu suist het vliegtuig weer naar het Noor
der. en de tweede vlucht schijnt nog gemak
kelijker. behecrschter. vanzelfsprekender dan
de eerste is geweest. Niets trekt den zoeken
den blik meer omlaag: wat zou hij speuren
naar dorpen, kerken en straten, naar het
aard-gebondene op de aarde, waarheen men
altijd nog vroeg genoeg terugkeer'? Als droef
geestige donkere vlekken liggen daar bene
den de schaduwen van de stralende sluier
structuren. die hier den grijzen vogel tege
moet fladderend ln elkaar vloeipn of zich uit
elkaar losmaken. Nu ls het ln de cabine niet
meer bedompt: een vergenoegde Monslmore
heeft op een van de voorste plaatsen plaats
genomen, hij trekt alle ramen, hij trekt zelfs
de voordeur naar de pllotenplaats ooen. de
volle hemel bruist binnen. Een eltmlaeh
strijkt over het mannelijk mooie, schc-o ge
ploegde gezicht van den piloot onder den lee
ren helm. en hij maakt een lange extra-cirkel
over de ln den herfstigen zonsondergang
gloeiende, bruine daken van Florence, om
zijn passagiers een genoegen te doen. Dan
raken de kleine rubberwielen den grond. Er
gens weer, ver weg rooken nog de overblijf
selen van een luchtschip bij Beauvals. de
wrakstukken van een vernield vliegtuig ln
een Dresdner woud zijn nog niet geborgen.
Lichtvaardige menschen zult ge hot ooit
kunnen laten, voor 165 minuten naar Rome
te vliegen?
'Nadruk verboden).
van heden ten dage worden. Het ontvangen
van plaatjes, doode beelden dus. zal echter
nooit voor de groote mas.;a eenlge aantrek
kelijkheid hebben, die noodig is om tot amu
sement te dienen.
Voor maatschappelijke doeleinden heeft de
beeidtelegrafie thans evenwel zich reeds een
bestaansrecht verzekerd en daarom is het
toe te Juichen, dat men de proeven over
grooten afstand heeft voortgezet.
Zooals bU vele nieuwe verschijnselen, da
teert de bron ervan reeds van jaren en jaren
her. De oudste wetenschap op het gebied van
overbrenger, van teekeningen en foto's vormt
de tolautografte, die zich hoofdzakelijk be
paalde tot het overbrengen van letters en
handteekeningen, zwart-witte teekeningen
dus. Eerst nadat de toestellen meer geper-
fectlonneerd waren, kon tot ingewikkelder
teekeningen worder. overgegaan, waarbij het
vooral op de zuiverheid der weergave aan
komt, zooais by vingerafdrukken het geval ls.
In 1846 werd door Alexander Bain eon
apparaat gebouwd, waarvan het princ»pe
later gevolgd werd door Frederick Collier
Bakcwell. Dit apparaat, thans aangeduid
met den naam Bain-Bakewell-apparaat, is
de grond.-lag geweest voor alle latere toe
stellen. Het principe ls dus ook de nieuwste
toestellen nog gevolgd, en bcru:-t op net vol
gende: Om een metalen cylinder wordt een
vel papier gewikkeld, dat met een oplossing
van bloedloogzout en salpeterzure natrium is
geprepareerd Door de hygroscopische eigen
schap van dit laatste blijft het. papier steeds
vochtig, hetgeen voor de chemische omzet
ting (waarover zoo dadelijk meer» noodzake
lijk ls, maar waardoor naderhand tevens het
nadeel aan het licht kwam, dat een derge
lijke apparatuur van den vochtigheids
toestand der lucht afhankelijk is. Een ijzeren
stift, die ln zljwaarttche richting bewogen
kan worden, rust op het papier en is met de
positieve pool van een element verbonden. In
den stroomkring van het element ls een con
tactsleutel opgenomen. Drukt men deze nu
neer, dan wordt een stroom gcsloteu. waar
door onder de genoemde stift op het ont-
vangpapler een chemisch proces ontstaat
door de aanwezigheid van het bloedloogzout
en de salpeterzure natrium. Draait de cylin
der nu rond. dan ontstaat op het papier oen
blauwe streep. Zoodra de contactsleutel
echter losgelaten wordt en de stroom a«s
onderbroken, houdt het chemische proc«e
op. De cylinder glijdt onder de st-lrt door
zonder dat er Iets gebeurt, I>oor met den
contactsleutel geregeld een stroom te sluiten
en weer te onderbreken, ontstaan op het
chemisch geprepareerde papier aldus blauwe
strepen met overeenkomstige onderbrekin
gen.
Denkt, men zleh voor een contactsleutel
een cylinder, (gelijk aan den eerste) waarop
de over te brengen teekening ln niet-gelel-
dende inkt gelegd wordt, terwijl een stift
deze teekening punt voor punt aftast, dan
heeft men een denkbeeld van een beeldteie-
graaf in zijn allereenvoudigstcn vorm. Do
walsen loopen synchroon, d.w.z. precies aan
elkaar gelijk; er is een stroom aanwezig die
onderbroken wordt, wanneer dc stift over de
nlet-geleldcndé inkt komt. Aldus ont.taat
er aan de ontvangzijde een getrouw beeld
van het origineel.
Al naar dc Jaren verliepen, werden nieuwe
vindingen toegepast. Matthias Hipp experi
menteerde met een toestel op electro-mecha-
nlschen grondslag, waarop in onzen tijd
Kapitein R. H. Ranger voortbouwde en er de
eerste „radlo-chèque" van Amerika naar
Engeland mee overzond. Ludwig Tschörncr
bouwde op de boven uiteengezette clcctro-
chemLfche methode voort en zond tijdens de
oorlogsjaren weerkaartjes over.
Nieuwe mogelijkheden brachten de ontdek
king van het selenium en do foto-cellen,
waardoor de stift verviel en de afta'stlng
door lichtstralen kon plaats vinden. De licht-
lndrukkcn worden docr deze cellen ln clectrl-
sche stroompjes omgezet, vervolgens uitge
zonden en aan de ontvangzijde weer in licht
omgezet.
In 1881 wist BIdwell reeds met behulp van
selenium foto's over te brenger. Prof. Dr.
Arthur Kom bouwde later op dit principe
voort en slaagde erin om ln 1909 foto's over
toebrengen van Parijs naar Berlijn. Andere
geleerden wi«ten eveneens goede resultaten
te boeken, oa. Thome Baker. Karolus, Bé'.ln,
Oscar Fulton. Dieckmann, enz.
Tusschen Parijs, Lyon. Staaatsburg, Mar
seille. Nice en Bordeaux kan men handschrif
ten en teekeningen laten overzenden, waar
toe men aan de po*tkantoren slechts een
formulier met gewone inkt heeft ln te vullen.
F-en dor eerste dagbladen, die een „radlo-
foto-dlenst" Instelde Is „The Scotsman" te
Edinburg geweest, die met het bijkantoor te
Londen op deze wijze foto's uitwis telt. zoo
dat publicatie gelijktijdig te Londen en
Edinburg plaats vindt. Tusschen verschil
lende Europeesche landen bestaan dien ten
voor beeltc'oerafle. proeven met Dultschland
en China zijn kort geleden goed geslaagd,
tusschen Argentinië en Duitschland is een
d!en«t geopend, enz.
In ons land zijn de eerste proeven on het
gebied van beeidtelegrafie genom m door den
eereten erkenden radio-zendamateur van
Nederland. John D. Aukes. die, In -amenwer-
king met Ir. C. Schellenberg, ook oen ^un^tlg
resuhaat boekt*» met het overb^n^en van
een driekleurenfoto. Dat was ln 1927.
Than* schrijven we 1930. Al merken we er
ln ons davelljksehe leven niet vee! van. toch
vindt de toepassing vn beeidtelegrafie voor
zakelijke doeleinden, ook in dc perswereld
meer en meer toepa^ing. Waarom? Omdat
ze bewezen heeft In de practijk te voldoen
aan bepaalde eischen. en practhch ook bijna
volmaakt is te noemen.
Daarom een eeresaluut aan de mannen, die
de experimenten over 12690 K M. tot een
goed einde wisten te brengen.
JAN D. RE MPT.