CANADEESCHE BRIEVEN. H' HET LEVEN IN INDIE. Immigratie en werkloosheid. De trek der groote steden. Kolonisatie met behoud van taal en zeden, Duizend immigranten per dag. m. et !s moeilijk, om aan Cfenada te denken of er over te actuijiven, zonder daaraan .het immigratie-ver schijnsel te verbinden. Sedert de sa menvoeging wan de zee-provincies en de landen der Hudson's Bay Campany met't oude Canada In de geschiedenis is deze samenvoeging bekend als de „Confederatie" heeft geen land ter vrereld zulk een onbe perkte gastvrijheid betoond voor kolonisten en handarbeiders. Eerst in den allerjongsten tijd (Augustus van dit Jaar) is men hiervan teruggekomen en zijn er beperkende bepa lingen ingevoerd om te voorkomen, dat de werkloosheid belangrijke afmetingen zou aannemen. Dit regeeringsbesluit,. hoewel het velen gedupeerd heeft, kwam niet onver wacht. Het was een daad van natuurlijke zelfverdediging; de eerste voorteekenen er van waren al merkbaar ongeveer een jaar geleden, toen de Engelsche minister van Ar beid, onmiddellijk na zijn benoeming als zoo danig. naar Canada trok, ten einde daar een uitweg te zoeken voor het steeds groeiende aantal werkloozen in Engeland. Toen reeds moest de minister onverrichterzake terug- keeren, daar de Canadeesche regeering het beginsel: „het hemd is nader dan de rok" huldigde en dat men de voor Engelsche im migranten toch reeds buitengewoon gunstige overtochtsvoorwaarden niet ten koste van eigen bevolking nóg voordeellger mocht ma ken. Korten tijd daarna heeft de regeering het zelfde standpunt ingenomen bij de aanvrage van de Russische Doopsgezinden. Het leek hardvochtig om aan deze vlijtige, oppassende menschen, wien alles was ontnomen, de kans op een nieuw begin te ontzeggen, maar de regeering begreep, dat alle groepen, die in den herfst aankomen, althans voor den win ter op kosten van de gemeenschap moeten leven. Het was dubbel hard, daar bekend is, dat in Westelijk Canada groote kolonies Doopsgezinden wonen, die met ware christe lijke naastenliefde nieuw aangekomen ge- loofsgenooten verwelkomen en voorthelpen. Toch bleek achteraf dat de regeering niet anders had mogen doen, daar de werkloos heid in den afgeloopen winter ongekende af metingen aannam, zóó erg, dat op het hoog tepunt van het seizoen, wanneer andere ja ren duizenden arbeiders uit de steden met speciale oogsterstreinen naar de landbouw districten worden vervoerd, het parlement bijeengeroepen moest worden om te bespre ken. op welke'wijze de noodtoestand van de werkloosheid kon worden bestreden. Het is niet zonder meer duidelijk hoe ér verband bestaat tussche nkoloniseerende boe ren (40 pet. van de totale werkende bevol king bestaat uit landbouwers) en werkloos heid. Het boerenbedrijf immers Is ëèn voortdu rende cyclus van ploegen, zaaien en maaien en al mag dan een enkelen keer het maaien eens weinig opleveren, dat zal er een boer toch niet van weerhouden om met ploegen weer een nieuwen cyclus in te luiden. De bóe ren-landeigenaars (er zijn in Canada prac- tisch geen boerderijen te huur) vormen dan ook een groep van zeer gewaardeerde bur gers; de Canadeesche regeering zal, zoolang er :and verkrijgbaar is. haar politiek niet ver anderen om ervaren, kapitaalkrachtige land bouwers, die van plan zijn een nederzetting te stichten, aan te moedigen en te helpen. De natuurlijke traagheid van den mensch is echter oorzaak, dat niet eerder tot immigra tie wordt besloten, dan wanneer min of meer een noodtoestand is bereikt, wat tot gevolg heeft, dat veelal of ervaring, of kapitaal of beide ontbreken. Alle drie gevallen leiden er toe om een dienstbetrekking te aanvaarden. Behalve vele voordeelen is hieraan één ge vaar verbonden: de nieuw-aangekomene voelt zich niet vast verbonden aan zijn stand plaats en zal, wanneer de verleiding komt om naar de groote steden te trekken, hier aan moeilijker weerstand kunnen bieden, dan iemand, die zich ergens heeft ..vastge hecht". En die verleiding is niet denkbeeldig. Voor de menschen uit het dichtbevolkte Europa is er een zeer groot aanpassingsver mogen vcor noodig om op een eenzame Cana deesche boerderij een nieuw leiven te begin nen. Het dichtstbijzijnde dorp, waar zich één winkel bevindt, ligt soms eenige uren (auto)rijdens verwijderd; post wordt ten hoogste eenmaal per dag gebracht. In den winter is de toestand nog veel ongunstiger. Wegens de overvloedig gevallen sneeuw is het dan onmogelijk om de boer derij te veriaten; de post komt eens per week of in het geheel niet. De radio is de eenige verbinding met de buitenwereld. Niet elk mensch is hier onmiddellijk tegen opgewassen, en dan wordt dikwijls te gauw het besluit, genomen om naar de stad te trekken. Hierbij komt, dat de zuiver land bouwende boer 's winters practisch geen per soneel noodig heeft, zoodat in het najaar een greote groep van menschen zich geplaatst ziet voor de moeilijkheid om vóór den win ter aan den kost te komen. Ook hieibij speelt de trek naar de stad een rol. In de steden echter is de spoeling dun, daar de boeren arbeider wordt ingedeeld bij de groote groep van ongeschoolden, voor wie slechts weinig betrekkingen open staan. Dank zij het groote aanbod van werkkrach ten is men ook hier tegenwoordig niet meer tevreden met alleen een goeden wil tot wer ken; kennis en ervaring worden steeds meer gevraagd. Zoo zag Canada zich op een gegeven oogen- blik belast met een groot aantal werkloozen, waaronder een belangrijk percentage buiten landers, Italianen, Polen en Russen, die meest al nog ncoit productief werk in Canada had den verricht. Hier komt wel zeer duidelijk het natuur lijk recht naar voren, dat elk volk heeft om bescherming van eigen burgers voor te laren gaan bij die van vreemde landen. Reeds vele jaren had de Canadeesche Re geering in samenwerking met rie spoor wegen en de stoomvaartmaatschappijen preventieve maatregelen genomen om het blijven hangen van immigranten in de groote steden te voorkomen. De spoorwegen, cie hun lijnen hebben loopen door reusach tige onbewoonde streden, begrepen dat het hun eigen voordeel was om de nederzetting van boeren langs de lijnen te bevorderen. Dit toch zou zoowel het passagiers- als het vrachtvervoer ten goede komen. Maar alleen dan kon er sprake zijn van voordeel voor de maatschappijen wanneer de kolonist zóó goed geslaagd was, dat hij jaarlijks een groote hoeveelheid producten voor vervoer kon aanbieden. Dus maakte men er zich niet af door den aanstaanden farmer ergens op een vruchtbaar stukje grond te zetten en hem daarna aan zijn lot over te laten. Neen, alle factoren, die het slagen beïnvloeden, werden nauwkeurig bestudeerd; en de im migrant werd als het ware begeleid door een schare goede geesten, die hem op zijn wenken bedienden. Voor Britsche onderdanen begon deze be diening al vóór het begin van de reis: aan hen, die te kennen geven zich in Canada te willen vestigen, werd belangrijke reductie op de overtochtskosten aangeboden, ja, jonge mannen konden aeifs geheel vrU den over tocht maken en ontvingen dan bovendien nog kosteloos een opleiding voor boerenarbeider op een der vele rijks-modelboerderijen. Eenmaal in Canada aangekomen, probeer de men zooveel mogelijk aan verlangens van immigranten te voldoen. Een veel geuite wensch was steeds om in de buurt van land- genooten te wonen, wat tot gevolg heeft, dat er heele streken in Canada zijn, waar men zich in Polen, in Duitschland of in Rusland zou wanen, daar de kolonisten niet oplossen in de landsbewoners en hun eigen taal blij ven spreken. Een eigenaardig voorbeeld hier van is de stad Kitchener in Zuid-Ontario, een plaats van ongeveer 30.000 inwoners met vrij veel Industrie, waar de voertaal Duitsch is en waar men zich niet dan noodgedwon gen van Engelsch bedient. Ook het financieel belang van den kolonist werd zooveel mogelijk gediend. De londult- gifte is geheel in handen van de landsregee- ring of van de regeeringen der provincies, zoodat het is uitgesloten, dat Immigranten in handen vallen van menschen met minder waardige praktijken, die probeeren te profi- teeren van de onwetendheid van den nieuw aangekomene. Grond wordt ln huurkoop uitgegeven en Britsche onderdanen kunnen onder bepaalde voorwaarden zelfs kosteloos grond opnemen, als ze tenminste dezen binnen bepaalden tijd ontbosschcn en van bewoonbare gebouwen voorzien. Maar ook wanneer de kolonist eenmaal ge vestigd ls, wordt het contact met regeering en maatschappij niet verbroken. De regee ring heeft een groot aantal modelboerderijen over het geheele land verspreid, waar nieuwe methoden en producten worden geprobeerd. Zoo ls het eenige jaren geleden gelukt, een vroeg-rijpende tarwesoort. de Garnet-tarwe, te ontdekken, die het mogelijk imaakt om ook in noordelijker streken met korter en zomer nog tarwe te verbouwen. Aan het elk jaar optredend plotselinge tekort aan werkkrach ten voor den oogst werd voldaan door de z.g. oogsterstreinen. Elk jaar werden alle werk willige krachten gratis door de spoorwegen naar" de prairieprovincies vervoerd een reis van 3 a 4 dagen om daar gedurende eenige maanden, van Augustus tot November, werkzaam te zijn. Deze treinen zijn voor het eerst in 1930 afgeschaft, daar èn de voort schrijdende mechanisatie ln het boeren bedrijf èn de verwachte geringe oogst de vraag naar aanvullende werkkrachten deden dalen. Van hoeveel belang de Immigratie voor Canada is blijkt uit enkele getallen. Terwijl ln 1929 de totale bevolking ongeveer 10 millioen zielen telde, beliep het immigran tencijfer 170.000 personen, dat is dus 17 per mille. Het geboorte-overschot bedroeg ln hetzelfde jaar 13 per mille, zoodat de immi granten de bevolkingstoeneming meer dan verdubbelen! De grootste toevloed van kolonisten heeft plaats in het vroege voorjaar: zoo kon het gebeuren dat ln de maand April 1929 eiken dag 1000 immigranten voet op Canadeeschen bodem zetten! A. G. EEN TOEPASSING DER GETIJDEN. Te Bristol worden op het oogenblik proe ven genomen, die er toe zullen kunnen lelden, dat de prijs van electricitelt belangrijk goed- kooper zal worden. Men maakt daarbij ge bruik van de kracht van eb en vloed, om electricitelt op te webken. Dit ls al meer ge probeerd, maar de getijden wisselen, zooals bekend en dit had tot gevolg dat men een zeker deel van den dag dag meer kracht kreeg dan noodig was en een ander deel in het ge heel niets. Maar nu is er een middel gevonden om het teveel aan kracht te bewaren, gedurende de vloedperiode en later ln electricitelt om te zetten. Op deze wijze zou een onafgebroken stroom kunnen geleverd worden. Geschat wordt dat het getij in het Bristol Kanaal een millioen paardekracht kan ontwikkelen. Volgens het nfeuwe systeem zullen de kos ten aanmerkelijk minder worden. Tot nu toe waren de hooge kosten nog altijd een bezwaar om van de kracht van het getij gebruik te maken. Er ls één bezwaar aan de nieuwe methode verbonden, n.L dat er nog weer minder steenkool zal worden gebruikt. Dit is natuur lijk voor de steenkool produceerende landen schadelijk. EEN STEM DIE OM DE WERELD REISDE. Aan een Amerikaan. C. D. Wagoner, komt de eer toe, „met zichzelf gesproken" te heb ben over een afstand van 2400 mijlen. Dit heeft zich als volgt toegedragen. In den loop van proefnemingen die hij nam op het gebied van radio, ontdekte hij, dat zijn stem zeer duidelijk ontvangen werd door het draadloos station te Huizen (Hol land). Daarop stelde hij aan Huizen voor. daar de weersomstandigheden zeer gunstig waren, te trachten in verbinding te komen met het draadloos station Bandoeng, op Java. Deze verbinding gelukte uitstekend en Bandoeng deelde mede, dat het Juist eenige oogenblikken te voren met Sydney, in Austra lië had gesproken. „Kunt u mij doorverbinden met Sydney?" vroeg Wagoner. Het werd geprobeerd en het lukte. De stem uit Amerika had, steeds oostwaarts gaande, over meer dan de helft van den aardbol gereisd. En toen kwam de laatste verwonderlijke schakel ln den keten. Sydney maakte verbinding met Schenectady, in Amerika, het station van waaruit Wagoner had gesproken. „Hallo!" zei Sydney. „Wij zullen uw eigen stem naar u terugzenden!" En ook dit geluk te. Een luidspreker werd vlak bij Wagoner opgesteld en zoo hoorde hy, als hij sprak, zijn eigen stem vla Huizen, Bandoeng en Sydney hem in de ooren klinken! HET GOUDEN FEEST VAN DE STALEN PEN. Ook een jubileum: het jubileum van de stalen pen! Ofschoon niemand weet, wanneer de stalen pen eigenlijk werd uitgevonden, staat het vast dat in 1830, dus nu juist honderd jaar geleden, James Perry en Josiah Mason de eerste zending van deze pennen van Bir mingham naar Londen stuurden. Gedurende eeuwen vóór dien tijd was de veeren pen onbetwist meesteres van het ter rein geweest. De eerste stalen pennen waren al vóór 1830 gemaakt, maar het duurde gerulmen tijd, eer het publiek er aan wilde. Reeds in 1748 kwa men er stalen pennen van Aix-ia-Chapelle, in Frankrijk en in 1780 werden zij ook. in gering aantal, In Birmingham vervaardigd De eerste stalen pennen hadden lange kokers waarin een houten houder werd gestoken. De pennen van 1830 kostten 60 centper stuk. Ofschoon men een ganzenpen voor een halven stuiver kon koopen, kregen toch ten slotte de stalen pennen de overhand. In 1850 werden in Birmingham 4 millioen gros pennen per jaar gemaakt, in 1892 dertien millioen Thans, nu er zooveel vulpenhouders en schrijf machines in gebruik zijn. is dit aantal tot 7 millioen gTos per jaar teruggeloopen. De Karakorum-reizigers in Indië. Dr. MaX Euwe's uithoudingsvermogen. Afstanden op Java. (Bijzondere correspondentie)?" e „Yaderlandsche Club", het groote politieke verbond van Indische Nederlanders, heeft een uitge breide tournée georganiseerd van den bekenden leider van de Nederland- sche Karakoroem-expedltie. die pas zijn der den exploratietocht naar de onherbergzame oorden van den Karakoroem. In 1929 aange vangen, beëindigde. De heer en mevrouw Visser zijn in blakenden welstand mét hun prachtigen hond Pattala. die een geschenk is van den Maharadja van Patiala aan mevrouw Visser als een herinnering aan haar verblijf in zijn staat en die. gewend aan formidabele temperatuursverschillen, de tropische warmte best schijnt te verdragen in Indlë aange komen, nauwelijks 2 volle weken hfer, maar onze bekende landgenoot en ontdekkingsreizi ger heeft reeds een heele serie voordracht avonden achter den rug. Reizen per auto gaat snel! De belangstelling, welke de lezin gen, overal wekken is bijzonder; dezer dagen woonde Ik er een bij en in de grootste bios coopzaal van de stad, die met voorzienden blik voor dit doel was gehuurd, bleef bijna geen stoel onbezet. Het was op een Zondag avond en dan zijn de menschen in Indië niet gemakkelijk uit huls te krijgen, omdat er Maandag meestal „maildag" weer hard gewerkt moet worden; doch nu zag men zelfs gezichten, die men anders bij zulke gelegen heden zelden ziet en het succes van den heer Visser was, wat men noemt, daverend. Tegen misschien veler verwachting ln echter is zijn onderwerp op deze tournée niet de kortelings volbrachte toch, maar de tweede Karakoroem-expedltie van het jaar 1925. De expeditie, die hij maakte tezamen met Baron Harinxma thoe Slooten. die toen als geoloog fungeerde, den Britsch-Indischen topograaf Khan Za door de regecrlng van Britsch-Indrë ter beschikking van den heer Visser gesteld en twee Zwitsersche Alpen- gidsen. Perren en Lochmatter. welke laatste liet gevoel van kortademigheid, dat men bij het klimmen op groote hoogte ondervindt, eens aardig uitgedrukt moet hebben door te zeggen: „Ich habe immer das Gefühl, Herr Visser, dass ich eln Loch im Blasebalg habe!"Wat de heer Visser intusschen be wogen heeft om niet over de expeditie van 1929 1930 te spreken, weet ik niet; hij zeide liever de expeditie van 1925 te behandelen, omdat deze meer een afgerond geheel vormt, en met dfe verklaring werd volstaan. De heer Visser vertelde rap en rad van avonturen en moeilijkheden en kruidde zUn betoog pikant met grappige gevallen zoo verhaalde hij. gewag makend van de omstandigheid dat hij nu vooral op zijn Jongste expeditie, erg te kampen had gehad met de omstandigheid dat de dragers altijd bachschisch of fooitjes moesten hebben want zonder bachschisch doen ze geen extra-werk en omdat ze ge woon zijn nimmer iets uit te voeren was élk werk extra-werk, en om een denkbeeld te geven van de mentaliteit dier menschen. van een zendeling in het Westelijk deel van Tibet, die een koelie met een gezwel in zijn rug gratis geopereerd en gratis behandeld en verpleegd had: toen de koelie evénwel het hospitaal verliet, stak hi) meteen zijn hand uit natuurlijk voor bachschlsch.Dat maakte zelfs den zendeling boos en het ls nu een maal het beroep van den zendeling nooit boos te worden. Maar wat antwoordde de koelie? De dokter zou nooit dat gezwel uit mijn rug gesneden hebben, als-ie er niet zeker van was geweest, dat-ie het voor een goed prijsje had kunnen verkoopen!"Er waren meer van die anecdotische dingen, doch van de wetenschappelijke resultaten werd niet ge rept en de beschrijving van den tocht was sterk fragmentarisch. Dit bedoelt overigens in het minst geen crltiek, want om in twee uur tijds alles te vertellen van een expeditie die maanden en maanden kostte is een on mogelijke prestatie. Voor roo'n groot publiek sprekxr.c] trouwens ls het vanzelf beter meer „populair" dan „technisch" te zijn Een enkel op effect berekend algemeenheidje ls ook makkelijk te vergeven want als de heer Visser zegt, dat Jean-Jacques Rousseau zijn „Terug naar de natuur" nooit geschreven zou hebben als hU maar eens naar de Karakorum geweest was, behoeft men hem niet direct au sérieux te nemen. En heel hard klapte de zaal, toen hU sprekend over de Neder- landsche vlag, een geschenk van Prins Hen drik op den dag vóór zijn vertrek, welke altijd van de tent van den leider der expeditie woei zei. dat hij de menschen. die op volksver gaderingen of binnen de vier muren van hun kamer op papier de waarde van die vlag onderschatten willen, graag èbns voor zes maanden den Karakorum zou insturen! Maar ROEKEN-INVASIE. door B. B Twintig iepen stonden bij elkaar op den brink van een kleine provinciestad. Aan den eenen kant versomberde de schaduw van hun machtige kruinen het Interieur van de raadszaal en aan den anderen de vertrekken van een rij oude heerenhuizen. De Inwoners van het stadje waren echter zeer gesteld op hun brink, waar ze des Zondagsmiddags plachten te wandelen en naar de marschen van het stedelijk fanfarecorps te luisteren, dat zich had opgesteld in den groengeschil- derden muziek-koepel tusschen de iepen. Niets is bestendig, zelfs niet de vrede, die heerscht op een kleinen provinciestad-brink. Het voorjaar brak aan en met de lieve lente kwamen vijftig roekenparen, die nestelen gingen in de iepen. In de eerste dagen van Maart begonnen ze onderling al ruzie te zoeken; midden Maart vlogen ze met dorre takken ln den snavel en voor 1 April hingen de kruinen van een vijf tal iepen vol nesten. Het was een zeer ru moerig gezelschap. Voortdurend vlogen en kelen elkaar Sn de veeren. omdat er over en weer nestmateriaal gestolen was of een roe kenwijfje aan meer dan een roekenman zich niet ongenaakbaar had getoond. De burge meester. die een groot vogelvriend was. liet zich in de raadsvergadering tijdens de meest belangrijke debatten afleiden, als hij door de glas-in-lood ramen turend op den brink een roekenvrijage zich zag afspelen. Nu. het was ook een koddig gezicht, zooals do roek dan met hangende vleugels om het wijfje heen huppelde, herhaaldelijk voor haar boog en schor en plechtig kraste. Met den burgemeester waren het echter slechts weinigen, die zich niet ergerden aan het luidruchtig gedoe der kaalsnavels. Niet alleen verbraken de vogels met hun gekras de deftige en rustige steer van den brink, maar ook bedierven zij menigeen het genot van de Zondagsche wandeling door het beste pak van den wandelaar te bevuilen. De eerste groene, bruin en grijs gespikkelde eieren la gen nog maar enkele dagen in de met scha penwol gevoerde nestkull. of de ingezonden stukken in de plaatselijke blader, kwamen los en daarna een interpellatie in den gemeen teraad. De meerderheid der leden wilde de kolonie, die. naar men beweerde, uit een na burige groote stad moest zijn verjaagd, tot den laatsten vogel uitroeien. De burgemeester las onmiddellijk artikel 1 van de Vogelwet 1912 voor. waaruit bleek, dat de roek tot de door de wet beschermde vo gels behoort. Hij kon echter niet verhinderen, dat men besloot de vogels dan maar met alle ten dienst staande middelen te verdrijven. Onder enorme publieke belangstelling ruk te eenige dagen later de brandweer uit en op den brink werden do stralen op de boom kruinen gericht. De rocken vlogen onder luid misbaar van de nesten en bleven hoog boven de stad rondcirkelen. Het water siste door de takken. Helaas, de roekenneston waren ste viger gevlochten, dan men had kunnen den ken en bovendien kon men slechts de laag ste nesten bereiken. De spuitgasten rukten in en de roeken kwamen op de nesten terug. In de volgende raadszitting kwam een lid vertellen, dat men in zijn vorige woonplaats een eiken avond terugkeerenden spreeuwen- zwerm uit de bcomen om het kerkhof had verdreven, door voetzoekers, aan lange latten gebonden, onder de vogels te laten ontplof fen. Eenige avonden achtereen verknalde men voor een niet gering bedrag aan voetzoekers onder de iepen en het geluidseffect werd ver hoogd door de juichkreten der schooljongens. De roeken schrokken eiken avond geducht en namen voor enkele uren de vlucht. Eenlg re sultaat bereikte men verder niet. uitgezon derd het feit. dat er eens een halfwas roek naar beneden tuimelen kwam. Enkele verbitterde ingezetenen, die van of- flcieele zijde geen hulp me«r verwachtten, kozen hun toevlucht tot onwettige maatrege len. Zij kochten 24 schooljongens om en op een goeden avond ondernamen die tegelij kertijd een aanval op de n>ekenko!onie. Toen verontruste ouders de politie haddon gewaar schuwd. zaten alle 24 jongens ai ln de iepe kruinen en laadden zij hun pet vol eieren. Jonge vogels fladderden krljscliend door de takken, nesten ploften r.aar omlaag. Het ge vecht was nog ln vollen gang. toen een der bengels zich te onbesuisd r.aar omlaag liet glijden en een been brak. De politie vergat door de emotie de overige 23 in te rekenen, wat overigens ook groote bezwaren zou hebben meegebracht. De koers van de roeker.eieren op de beurs !n eierscha len. d!e na schooltijd op het schoolplein was gevestigd, had nog nimmer zoo'n sterke da ling vertoond en b'.ocf laag gedurende het gansche seizoen. Ondertusschen waren na dit voorval velen uit het vijandelijk kamp naar de vogelvrienden overgeloopen. die onder aanvoering van den burgemeester fiolen van toorn uitstortten over de hoofden der aan stichters van de elerenroof. Roeken zijn gewend aan vervolgingen. Als een kolonie zich eenmaal gevestigd heeft, is er eigenlijk maar een afdoend middel om ze te verdrijven: de boomen omhakken. Zoover kwam het op onzen brink gelukkig niet. Tot in den nazomer huisder. de vogels in de i?pe- knrinen, toen trokken ze fn troepjes weg. Maar de nes'.restanten rullen den ganschen winter in de takken blijven hangen als een herinnering aan hun verblijf en een voor spelling van hun terugkomst.. In het laatst van Februari zal men het krassen der voor trekkers weer kunnen vernemen! ik verzeker u toch. dat Ik stevig méé-klapte Een dergelijke tournée beteekent in direct een flinke propaganda weer voor de Ncderlandsche zaak Sn deze landen en het initiatief van de „V.C." kan niet anders dan geprezen worden. De eene beroemdheid komt, de andere beroemdheid gaat. Dr. Max Euwe, de schaakmatador, zit alweer op de boot naar Patrla. Drie maanden uit en 'huis. maar in die zes weken ln den Oost is het den groot meester van het schaakbord dan ook vast niet cadeau gedaan! Het was een séances- jacht zonder onderbreking en nog is het voor mij een raadsel of moet ik zoggen „probleem" waar het over schaken gaaf* hoe deze doctor het uitgehouden heeft! Want elk schaakavondje, dat de grootmeester hield, eindigde meestal diep ln den nacht en als het eens een keer om twee uur uit was, was het beslist vroeg Op de score-lijst heb ik gezien, dat de heer Euwe een dikke zeshonderd partijen ge schaakt heeft simultaan en consultatie waarvan hij er in totaal 500-zoovcel won, wat over een twintigtal séances gerekend een winst-percentage van ruim 00 beteekent. Het was één tournée van schaken en koffers pakken. Dat er geschaakt moest worden wist de heer Euwe wel vooruit, maar zou zijn vrouw die hem vergezelde, gelijk bekend, en zich vele malen bij de tegenstanders van haar man schaarde ook geweten hebben, dat zc zoo dikwijls dc kolfers zou dienen uit en in te pakken? Alleen al door in de cou rant te lezen, hoe de heer Euwe langs de borden ..rende heeft men een heilig respect gekregen voor den Ausdauer van een schaak kampioen! Nu moet ik tot mijn schande be kennen, dat ik totaliter niets van schaken weet; ia, ik kan een „pion" onderscheiden van een „paard" en een „koningin" van een „kasteel"kan dat? doch daar houdt het mee op. maar expres om den heer Euwe eens in actie te zien heb ik een seance bijge woond en alhoewel ik er, nogtnaals-schande. weinig van begrepen heb, heeft het me geen moment gespeten. Het was een avond waar op dr. Euwe tevens een voordracht hield met behulp van een demonstratie-bord. Het ging voortdurend over „kenmerken" en „gevolgs- regels", „afruilen" en .Attaqueeren", maar mij trof vooral hoe fanaat de toehoorders waren en de manier waarop de spreker cau- secrde. Ik meen er geen oogenblik iets minder prettigs mee. maar het maakte op mij precies den indruk van een docent do heer Euwe is wiskunde-'.eeraar. heb ik het goed voor de klas: hi) behandelde dulde- U)k en zakelijk, een zekere part ij stelling en stelde daarop een vraag en dan stak er een meneer enthousiast zijn vinger op die het antwoord wist maar meestal precies de plank missloeg en met een „5 min" mooi bedacht zou wezen! De „leerlingen" waren er volko men „in" en een voor een even begcerig oen oplossing aan de hand te doen van de puzzle, welke de „meester" hun voorlegde! Het was zoo een gestage uitwisseling van gedachten; leerrijk voor de luisteraars- ongetwijfeld, en de reis van dr. Euwe door Indië, waar altijd al veel geschaakt werd, wat men misschien niet zou denken, kan werkelijk oen verbete ring van het spelpeil hier te lande tot resul taat hebben. .J3ooze" tongen beweren, dat dr. Euwe uit deferentie Jegens de gastheeren bij wie hy logeerde dezen wel eens een spel letje heelt laten winnenmaar wie, ge steld dat het waar is, zou hem d&t euvel duiden? Alle schaak-drukte ten spijt heeft hij nog wel gelegenheid gevonden ook iets van Indië te zien en hy moet gewis een voor tref feiy ken Indruk meegenomen hebben van de gulheid, waarmede men ln tropisch Nederland be zoekers weet te ontvangen. Toen hy ln Ma- gelang was het kleine bergstadje in Midden-Java zei dr. Euwe, in antwoord op een welkomst-rede van den burgemeester, dat zyn vrouw en hU reeds zeer veel schoons genoten hadden en veel liartelykheld onder vonden. maar „zooais vandaag waren ze nog nergens ontvangen.... hy vond het typisch- Mngelangsch, dat het comité hem 20 K.M. v;as tegemoet gereden". Toen ik dit hoorde, heb ik even moeten glimlachen want, natuuriyk, het was aardig van die commhsie- van-ontvangst en heel attent zeker, maar ach, dr. Euwe. twintig kilometer, néé. daar dra alen we hier heusch onze hand niet voor om!! Wanneer ik van huis naar kantoor ga, ryd ik al 7 K.M.; afstanden tel Je niet meer en als het op een Zaterdagavond op de soos bür vervelend is en het kan vervelend zyn, dat garandeer lk U en een van de vrien den oppert om een uur of twaalf het plan eventjes naar Solo te ryden omdat daar een bal-masqué is en van nachtpermissie en Pollael-Stunde weet men natuuriyk in socië teiten als besloten c'.ubs nietwél, dan stappen we op en tuffen we frlsch en vroo- Hjk 100 K.M. ver! Op myn woord! Maar stel Je voor, dat je in Amsterdam 's avonds bij ..Trianon"* zit on dat eentje zich heripnert dat er carnaval ln Den Bosch is.Degene, die het waagde ln allen ernst voor te stellen er „even een kykje te nemen", zou minstens „rijp voor Meer-en-Berg of Medembiik" hee- ten. Natuurlijk overdrijf lk nu, maar ccn feit: twintig kilometer is geen afstand voor ons, en die leg Je immers af in een goed kwartier. Ga maar na op ander terrein: de reis Batavia—Soerabaia door de lucht is even lang als dc reis Rotterdam—Kopen hagen door de lucht, maar als je uit Rotter dam naar Kopenhagen vertrekt staat je heele familie om je heen en neem je afcheld met tranen in dc cogen, terv-yi als Je van Soerabaia naar Batavia moet. de kennis die je wegbrengt zelfs niet wacht tot J» inge stapt bent! Nee, wanneer men eenmaal baroe ftf ls. gaat men over het Holland ene begrip .afstand" wel anders denken. Wat lecgen employés uit den import, die een ressort als de halve provincie Mldden-Java bereizen bij voorbeeld, dageiyks niet per auto af! Geluk kig leencn do wegen zich. over het algemeen, voor het constant onderhouden van een be hoorlijke snelheid. Anders zou men geen ge middelde van 50. 60 K.M. per uur kunnen maken. En dat ls op een flinken auto-tocht wel noodig. U ziet. dr. Euwe zal zijn maat staf dienen te herzien! Voor de aardigheid zet ik er nog bij, dat dr. Euwe op zijn retour- reis te Medan van de gelegenheid geprofi teerd heeft om tegen twee Bataks te spelen, „op zUr. Bataksch" en „op zijn Europeesch". De Bntakkers kennen het schaak p -'. al cel lang. maar hun regel zyn heel anders. Van de vier partijen, v.clke gespeeld werden twee Europeetche en •wee Bataksche won dr. Euwe ar drie! Nu kan hij op Sabang ook nog schaken cn dan zal het wel gedaan zijn. Tenzy, tenzij er op de boot een schaak club is femarang, 8 October. J. R. d.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19