CANADEESCHE BRIEVEN.
H'
HET LEVEN IN INDIE.
Immigratie en werkloosheid. De trek der groote
steden. Kolonisatie met behoud van taal en zeden,
Duizend immigranten per dag.
m.
et !s moeilijk, om aan Cfenada te
denken of er over te actuijiven,
zonder daaraan .het immigratie-ver
schijnsel te verbinden. Sedert de sa
menvoeging wan de zee-provincies en
de landen der Hudson's Bay Campany met't
oude Canada In de geschiedenis is deze
samenvoeging bekend als de „Confederatie"
heeft geen land ter vrereld zulk een onbe
perkte gastvrijheid betoond voor kolonisten
en handarbeiders. Eerst in den allerjongsten
tijd (Augustus van dit Jaar) is men hiervan
teruggekomen en zijn er beperkende bepa
lingen ingevoerd om te voorkomen, dat de
werkloosheid belangrijke afmetingen zou
aannemen. Dit regeeringsbesluit,. hoewel het
velen gedupeerd heeft, kwam niet onver
wacht. Het was een daad van natuurlijke
zelfverdediging; de eerste voorteekenen er
van waren al merkbaar ongeveer een jaar
geleden, toen de Engelsche minister van Ar
beid, onmiddellijk na zijn benoeming als zoo
danig. naar Canada trok, ten einde daar een
uitweg te zoeken voor het steeds groeiende
aantal werkloozen in Engeland. Toen reeds
moest de minister onverrichterzake terug-
keeren, daar de Canadeesche regeering het
beginsel: „het hemd is nader dan de rok"
huldigde en dat men de voor Engelsche im
migranten toch reeds buitengewoon gunstige
overtochtsvoorwaarden niet ten koste van
eigen bevolking nóg voordeellger mocht ma
ken.
Korten tijd daarna heeft de regeering het
zelfde standpunt ingenomen bij de aanvrage
van de Russische Doopsgezinden. Het leek
hardvochtig om aan deze vlijtige, oppassende
menschen, wien alles was ontnomen, de kans
op een nieuw begin te ontzeggen, maar de
regeering begreep, dat alle groepen, die in
den herfst aankomen, althans voor den win
ter op kosten van de gemeenschap moeten
leven. Het was dubbel hard, daar bekend is,
dat in Westelijk Canada groote kolonies
Doopsgezinden wonen, die met ware christe
lijke naastenliefde nieuw aangekomen ge-
loofsgenooten verwelkomen en voorthelpen.
Toch bleek achteraf dat de regeering niet
anders had mogen doen, daar de werkloos
heid in den afgeloopen winter ongekende af
metingen aannam, zóó erg, dat op het hoog
tepunt van het seizoen, wanneer andere ja
ren duizenden arbeiders uit de steden met
speciale oogsterstreinen naar de landbouw
districten worden vervoerd, het parlement
bijeengeroepen moest worden om te bespre
ken. op welke'wijze de noodtoestand van de
werkloosheid kon worden bestreden.
Het is niet zonder meer duidelijk hoe ér
verband bestaat tussche nkoloniseerende boe
ren (40 pet. van de totale werkende bevol
king bestaat uit landbouwers) en werkloos
heid.
Het boerenbedrijf immers Is ëèn voortdu
rende cyclus van ploegen, zaaien en maaien
en al mag dan een enkelen keer het maaien
eens weinig opleveren, dat zal er een boer
toch niet van weerhouden om met ploegen
weer een nieuwen cyclus in te luiden. De bóe
ren-landeigenaars (er zijn in Canada prac-
tisch geen boerderijen te huur) vormen dan
ook een groep van zeer gewaardeerde bur
gers; de Canadeesche regeering zal, zoolang
er :and verkrijgbaar is. haar politiek niet ver
anderen om ervaren, kapitaalkrachtige land
bouwers, die van plan zijn een nederzetting
te stichten, aan te moedigen en te helpen.
De natuurlijke traagheid van den mensch is
echter oorzaak, dat niet eerder tot immigra
tie wordt besloten, dan wanneer min of meer
een noodtoestand is bereikt, wat tot gevolg
heeft, dat veelal of ervaring, of kapitaal of
beide ontbreken. Alle drie gevallen leiden er
toe om een dienstbetrekking te aanvaarden.
Behalve vele voordeelen is hieraan één ge
vaar verbonden: de nieuw-aangekomene
voelt zich niet vast verbonden aan zijn stand
plaats en zal, wanneer de verleiding komt
om naar de groote steden te trekken, hier
aan moeilijker weerstand kunnen bieden,
dan iemand, die zich ergens heeft ..vastge
hecht". En die verleiding is niet denkbeeldig.
Voor de menschen uit het dichtbevolkte
Europa is er een zeer groot aanpassingsver
mogen vcor noodig om op een eenzame Cana
deesche boerderij een nieuw leiven te begin
nen. Het dichtstbijzijnde dorp, waar zich
één winkel bevindt, ligt soms eenige uren
(auto)rijdens verwijderd; post wordt ten
hoogste eenmaal per dag gebracht.
In den winter is de toestand nog veel
ongunstiger. Wegens de overvloedig gevallen
sneeuw is het dan onmogelijk om de boer
derij te veriaten; de post komt eens per
week of in het geheel niet. De radio is de
eenige verbinding met de buitenwereld.
Niet elk mensch is hier onmiddellijk tegen
opgewassen, en dan wordt dikwijls te gauw
het besluit, genomen om naar de stad te
trekken. Hierbij komt, dat de zuiver land
bouwende boer 's winters practisch geen per
soneel noodig heeft, zoodat in het najaar een
greote groep van menschen zich geplaatst
ziet voor de moeilijkheid om vóór den win
ter aan den kost te komen. Ook hieibij speelt
de trek naar de stad een rol. In de steden
echter is de spoeling dun, daar de boeren
arbeider wordt ingedeeld bij de groote groep
van ongeschoolden, voor wie slechts weinig
betrekkingen open staan.
Dank zij het groote aanbod van werkkrach
ten is men ook hier tegenwoordig niet meer
tevreden met alleen een goeden wil tot wer
ken; kennis en ervaring worden steeds meer
gevraagd.
Zoo zag Canada zich op een gegeven oogen-
blik belast met een groot aantal werkloozen,
waaronder een belangrijk percentage buiten
landers, Italianen, Polen en Russen, die meest
al nog ncoit productief werk in Canada had
den verricht.
Hier komt wel zeer duidelijk het natuur
lijk recht naar voren, dat elk volk heeft
om bescherming van eigen burgers voor te
laren gaan bij die van vreemde landen.
Reeds vele jaren had de Canadeesche Re
geering in samenwerking met rie spoor
wegen en de stoomvaartmaatschappijen
preventieve maatregelen genomen om het
blijven hangen van immigranten in de
groote steden te voorkomen. De spoorwegen,
cie hun lijnen hebben loopen door reusach
tige onbewoonde streden, begrepen dat het
hun eigen voordeel was om de nederzetting
van boeren langs de lijnen te bevorderen. Dit
toch zou zoowel het passagiers- als het
vrachtvervoer ten goede komen. Maar alleen
dan kon er sprake zijn van voordeel voor
de maatschappijen wanneer de kolonist zóó
goed geslaagd was, dat hij jaarlijks een
groote hoeveelheid producten voor vervoer
kon aanbieden. Dus maakte men er zich
niet af door den aanstaanden farmer ergens
op een vruchtbaar stukje grond te zetten en
hem daarna aan zijn lot over te laten. Neen,
alle factoren, die het slagen beïnvloeden,
werden nauwkeurig bestudeerd; en de im
migrant werd als het ware begeleid door
een schare goede geesten, die hem op zijn
wenken bedienden.
Voor Britsche onderdanen begon deze be
diening al vóór het begin van de reis: aan
hen, die te kennen geven zich in Canada te
willen vestigen, werd belangrijke reductie op
de overtochtskosten aangeboden, ja, jonge
mannen konden aeifs geheel vrU den over
tocht maken en ontvingen dan bovendien nog
kosteloos een opleiding voor boerenarbeider
op een der vele rijks-modelboerderijen.
Eenmaal in Canada aangekomen, probeer
de men zooveel mogelijk aan verlangens van
immigranten te voldoen. Een veel geuite
wensch was steeds om in de buurt van land-
genooten te wonen, wat tot gevolg heeft, dat
er heele streken in Canada zijn, waar men
zich in Polen, in Duitschland of in Rusland
zou wanen, daar de kolonisten niet oplossen
in de landsbewoners en hun eigen taal blij
ven spreken. Een eigenaardig voorbeeld hier
van is de stad Kitchener in Zuid-Ontario,
een plaats van ongeveer 30.000 inwoners met
vrij veel Industrie, waar de voertaal Duitsch
is en waar men zich niet dan noodgedwon
gen van Engelsch bedient.
Ook het financieel belang van den kolonist
werd zooveel mogelijk gediend. De londult-
gifte is geheel in handen van de landsregee-
ring of van de regeeringen der provincies,
zoodat het is uitgesloten, dat Immigranten
in handen vallen van menschen met minder
waardige praktijken, die probeeren te profi-
teeren van de onwetendheid van den nieuw
aangekomene.
Grond wordt ln huurkoop uitgegeven en
Britsche onderdanen kunnen onder bepaalde
voorwaarden zelfs kosteloos grond opnemen,
als ze tenminste dezen binnen bepaalden tijd
ontbosschcn en van bewoonbare gebouwen
voorzien.
Maar ook wanneer de kolonist eenmaal ge
vestigd ls, wordt het contact met regeering
en maatschappij niet verbroken. De regee
ring heeft een groot aantal modelboerderijen
over het geheele land verspreid, waar nieuwe
methoden en producten worden geprobeerd.
Zoo ls het eenige jaren geleden gelukt, een
vroeg-rijpende tarwesoort. de Garnet-tarwe,
te ontdekken, die het mogelijk imaakt om ook
in noordelijker streken met korter en zomer
nog tarwe te verbouwen. Aan het elk jaar
optredend plotselinge tekort aan werkkrach
ten voor den oogst werd voldaan door de z.g.
oogsterstreinen. Elk jaar werden alle werk
willige krachten gratis door de spoorwegen
naar" de prairieprovincies vervoerd een
reis van 3 a 4 dagen om daar gedurende
eenige maanden, van Augustus tot November,
werkzaam te zijn. Deze treinen zijn voor het
eerst in 1930 afgeschaft, daar èn de voort
schrijdende mechanisatie ln het boeren
bedrijf èn de verwachte geringe oogst de
vraag naar aanvullende werkkrachten deden
dalen.
Van hoeveel belang de Immigratie voor
Canada is blijkt uit enkele getallen. Terwijl
ln 1929 de totale bevolking ongeveer 10
millioen zielen telde, beliep het immigran
tencijfer 170.000 personen, dat is dus 17 per
mille. Het geboorte-overschot bedroeg ln
hetzelfde jaar 13 per mille, zoodat de immi
granten de bevolkingstoeneming meer dan
verdubbelen!
De grootste toevloed van kolonisten heeft
plaats in het vroege voorjaar: zoo kon het
gebeuren dat ln de maand April 1929 eiken
dag 1000 immigranten voet op Canadeeschen
bodem zetten!
A. G.
EEN TOEPASSING DER
GETIJDEN.
Te Bristol worden op het oogenblik proe
ven genomen, die er toe zullen kunnen lelden,
dat de prijs van electricitelt belangrijk goed-
kooper zal worden. Men maakt daarbij ge
bruik van de kracht van eb en vloed, om
electricitelt op te webken. Dit ls al meer ge
probeerd, maar de getijden wisselen, zooals
bekend en dit had tot gevolg dat men een
zeker deel van den dag dag meer kracht kreeg
dan noodig was en een ander deel in het ge
heel niets.
Maar nu is er een middel gevonden om het
teveel aan kracht te bewaren, gedurende de
vloedperiode en later ln electricitelt om te
zetten. Op deze wijze zou een onafgebroken
stroom kunnen geleverd worden. Geschat
wordt dat het getij in het Bristol Kanaal een
millioen paardekracht kan ontwikkelen.
Volgens het nfeuwe systeem zullen de kos
ten aanmerkelijk minder worden. Tot nu toe
waren de hooge kosten nog altijd een bezwaar
om van de kracht van het getij gebruik te
maken.
Er ls één bezwaar aan de nieuwe methode
verbonden, n.L dat er nog weer minder
steenkool zal worden gebruikt. Dit is natuur
lijk voor de steenkool produceerende landen
schadelijk.
EEN STEM DIE OM DE WERELD
REISDE.
Aan een Amerikaan. C. D. Wagoner, komt
de eer toe, „met zichzelf gesproken" te heb
ben over een afstand van 2400 mijlen.
Dit heeft zich als volgt toegedragen.
In den loop van proefnemingen die hij
nam op het gebied van radio, ontdekte hij,
dat zijn stem zeer duidelijk ontvangen werd
door het draadloos station te Huizen (Hol
land). Daarop stelde hij aan Huizen voor.
daar de weersomstandigheden zeer gunstig
waren, te trachten in verbinding te komen
met het draadloos station Bandoeng, op
Java. Deze verbinding gelukte uitstekend en
Bandoeng deelde mede, dat het Juist eenige
oogenblikken te voren met Sydney, in Austra
lië had gesproken.
„Kunt u mij doorverbinden met Sydney?"
vroeg Wagoner. Het werd geprobeerd en
het lukte. De stem uit Amerika had, steeds
oostwaarts gaande, over meer dan de helft
van den aardbol gereisd. En toen kwam de
laatste verwonderlijke schakel ln den keten.
Sydney maakte verbinding met Schenectady,
in Amerika, het station van waaruit Wagoner
had gesproken.
„Hallo!" zei Sydney. „Wij zullen uw eigen
stem naar u terugzenden!" En ook dit geluk
te. Een luidspreker werd vlak bij Wagoner
opgesteld en zoo hoorde hy, als hij sprak,
zijn eigen stem vla Huizen, Bandoeng en
Sydney hem in de ooren klinken!
HET GOUDEN FEEST VAN DE
STALEN PEN.
Ook een jubileum: het jubileum van de
stalen pen!
Ofschoon niemand weet, wanneer de stalen
pen eigenlijk werd uitgevonden, staat het
vast dat in 1830, dus nu juist honderd jaar
geleden, James Perry en Josiah Mason de
eerste zending van deze pennen van Bir
mingham naar Londen stuurden.
Gedurende eeuwen vóór dien tijd was de
veeren pen onbetwist meesteres van het ter
rein geweest.
De eerste stalen pennen waren al vóór 1830
gemaakt, maar het duurde gerulmen tijd, eer
het publiek er aan wilde. Reeds in 1748 kwa
men er stalen pennen van Aix-ia-Chapelle,
in Frankrijk en in 1780 werden zij ook. in
gering aantal, In Birmingham vervaardigd
De eerste stalen pennen hadden lange kokers
waarin een houten houder werd gestoken.
De pennen van 1830 kostten 60 centper
stuk. Ofschoon men een ganzenpen voor een
halven stuiver kon koopen, kregen toch ten
slotte de stalen pennen de overhand. In 1850
werden in Birmingham 4 millioen gros pennen
per jaar gemaakt, in 1892 dertien millioen
Thans, nu er zooveel vulpenhouders en schrijf
machines in gebruik zijn. is dit aantal tot 7
millioen gTos per jaar teruggeloopen.
De Karakorum-reizigers in Indië. Dr. MaX
Euwe's uithoudingsvermogen. Afstanden op
Java.
(Bijzondere correspondentie)?"
e „Yaderlandsche Club", het groote
politieke verbond van Indische
Nederlanders, heeft een uitge
breide tournée georganiseerd van den
bekenden leider van de Nederland-
sche Karakoroem-expedltie. die pas zijn der
den exploratietocht naar de onherbergzame
oorden van den Karakoroem. In 1929 aange
vangen, beëindigde. De heer en mevrouw
Visser zijn in blakenden welstand mét hun
prachtigen hond Pattala. die een geschenk is
van den Maharadja van Patiala aan mevrouw
Visser als een herinnering aan haar verblijf
in zijn staat en die. gewend aan formidabele
temperatuursverschillen, de tropische warmte
best schijnt te verdragen in Indlë aange
komen, nauwelijks 2 volle weken hfer, maar
onze bekende landgenoot en ontdekkingsreizi
ger heeft reeds een heele serie voordracht
avonden achter den rug. Reizen per auto
gaat snel! De belangstelling, welke de lezin
gen, overal wekken is bijzonder; dezer dagen
woonde Ik er een bij en in de grootste bios
coopzaal van de stad, die met voorzienden
blik voor dit doel was gehuurd, bleef bijna
geen stoel onbezet. Het was op een Zondag
avond en dan zijn de menschen in Indië niet
gemakkelijk uit huls te krijgen, omdat er
Maandag meestal „maildag" weer hard
gewerkt moet worden; doch nu zag men zelfs
gezichten, die men anders bij zulke gelegen
heden zelden ziet en het succes van den heer
Visser was, wat men noemt, daverend.
Tegen misschien veler verwachting ln
echter is zijn onderwerp op deze tournée niet
de kortelings volbrachte toch, maar de
tweede Karakoroem-expedltie van het jaar
1925. De expeditie, die hij maakte tezamen
met Baron Harinxma thoe Slooten. die toen
als geoloog fungeerde, den Britsch-Indischen
topograaf Khan Za door de regecrlng van
Britsch-Indrë ter beschikking van den heer
Visser gesteld en twee Zwitsersche Alpen-
gidsen. Perren en Lochmatter. welke laatste
liet gevoel van kortademigheid, dat men bij
het klimmen op groote hoogte ondervindt,
eens aardig uitgedrukt moet hebben door te
zeggen: „Ich habe immer das Gefühl, Herr
Visser, dass ich eln Loch im Blasebalg
habe!"Wat de heer Visser intusschen be
wogen heeft om niet over de expeditie van
1929 1930 te spreken, weet ik niet; hij zeide
liever de expeditie van 1925 te behandelen,
omdat deze meer een afgerond geheel vormt,
en met dfe verklaring werd volstaan. De heer
Visser vertelde rap en rad van avonturen en
moeilijkheden en kruidde zUn betoog pikant
met grappige gevallen zoo verhaalde hij.
gewag makend van de omstandigheid dat hij
nu vooral op zijn Jongste expeditie, erg te
kampen had gehad met de omstandigheid
dat de dragers altijd bachschisch of fooitjes
moesten hebben want zonder bachschisch
doen ze geen extra-werk en omdat ze ge
woon zijn nimmer iets uit te voeren was élk
werk extra-werk, en om een denkbeeld te
geven van de mentaliteit dier menschen. van
een zendeling in het Westelijk deel van Tibet,
die een koelie met een gezwel in zijn rug
gratis geopereerd en gratis behandeld en
verpleegd had: toen de koelie evénwel het
hospitaal verliet, stak hi) meteen zijn hand
uit natuurlijk voor bachschlsch.Dat maakte
zelfs den zendeling boos en het ls nu een
maal het beroep van den zendeling nooit boos
te worden. Maar wat antwoordde de koelie?
De dokter zou nooit dat gezwel uit mijn rug
gesneden hebben, als-ie er niet zeker van
was geweest, dat-ie het voor een goed prijsje
had kunnen verkoopen!"Er waren
meer van die anecdotische dingen, doch van
de wetenschappelijke resultaten werd niet ge
rept en de beschrijving van den tocht was
sterk fragmentarisch. Dit bedoelt overigens
in het minst geen crltiek, want om in twee
uur tijds alles te vertellen van een expeditie
die maanden en maanden kostte is een on
mogelijke prestatie. Voor roo'n groot publiek
sprekxr.c] trouwens ls het vanzelf beter meer
„populair" dan „technisch" te zijn Een enkel
op effect berekend algemeenheidje ls ook
makkelijk te vergeven want als de heer
Visser zegt, dat Jean-Jacques Rousseau zijn
„Terug naar de natuur" nooit geschreven zou
hebben als hU maar eens naar de Karakorum
geweest was, behoeft men hem niet direct
au sérieux te nemen. En heel hard klapte
de zaal, toen hU sprekend over de Neder-
landsche vlag, een geschenk van Prins Hen
drik op den dag vóór zijn vertrek, welke altijd
van de tent van den leider der expeditie woei
zei. dat hij de menschen. die op volksver
gaderingen of binnen de vier muren van hun
kamer op papier de waarde van die vlag
onderschatten willen, graag èbns voor zes
maanden den Karakorum zou insturen! Maar
ROEKEN-INVASIE.
door B. B
Twintig iepen stonden bij elkaar op den
brink van een kleine provinciestad. Aan den
eenen kant versomberde de schaduw van
hun machtige kruinen het Interieur van de
raadszaal en aan den anderen de vertrekken
van een rij oude heerenhuizen. De Inwoners
van het stadje waren echter zeer gesteld op
hun brink, waar ze des Zondagsmiddags
plachten te wandelen en naar de marschen
van het stedelijk fanfarecorps te luisteren,
dat zich had opgesteld in den groengeschil-
derden muziek-koepel tusschen de iepen.
Niets is bestendig, zelfs niet de vrede, die
heerscht op een kleinen provinciestad-brink.
Het voorjaar brak aan en met de lieve lente
kwamen vijftig roekenparen, die nestelen
gingen in de iepen.
In de eerste dagen van Maart begonnen ze
onderling al ruzie te zoeken; midden Maart
vlogen ze met dorre takken ln den snavel en
voor 1 April hingen de kruinen van een vijf
tal iepen vol nesten. Het was een zeer ru
moerig gezelschap. Voortdurend vlogen en
kelen elkaar Sn de veeren. omdat er over en
weer nestmateriaal gestolen was of een roe
kenwijfje aan meer dan een roekenman zich
niet ongenaakbaar had getoond. De burge
meester. die een groot vogelvriend was. liet
zich in de raadsvergadering tijdens de meest
belangrijke debatten afleiden, als hij door de
glas-in-lood ramen turend op den brink een
roekenvrijage zich zag afspelen. Nu. het was
ook een koddig gezicht, zooals do roek dan
met hangende vleugels om het wijfje heen
huppelde, herhaaldelijk voor haar boog en
schor en plechtig kraste.
Met den burgemeester waren het echter
slechts weinigen, die zich niet ergerden aan
het luidruchtig gedoe der kaalsnavels. Niet
alleen verbraken de vogels met hun gekras
de deftige en rustige steer van den brink,
maar ook bedierven zij menigeen het genot
van de Zondagsche wandeling door het beste
pak van den wandelaar te bevuilen. De eerste
groene, bruin en grijs gespikkelde eieren la
gen nog maar enkele dagen in de met scha
penwol gevoerde nestkull. of de ingezonden
stukken in de plaatselijke blader, kwamen los
en daarna een interpellatie in den gemeen
teraad. De meerderheid der leden wilde de
kolonie, die. naar men beweerde, uit een na
burige groote stad moest zijn verjaagd, tot
den laatsten vogel uitroeien.
De burgemeester las onmiddellijk artikel 1
van de Vogelwet 1912 voor. waaruit bleek, dat
de roek tot de door de wet beschermde vo
gels behoort. Hij kon echter niet verhinderen,
dat men besloot de vogels dan maar met alle
ten dienst staande middelen te verdrijven.
Onder enorme publieke belangstelling ruk
te eenige dagen later de brandweer uit en
op den brink werden do stralen op de boom
kruinen gericht. De rocken vlogen onder luid
misbaar van de nesten en bleven hoog boven
de stad rondcirkelen. Het water siste door de
takken. Helaas, de roekenneston waren ste
viger gevlochten, dan men had kunnen den
ken en bovendien kon men slechts de laag
ste nesten bereiken. De spuitgasten rukten in
en de roeken kwamen op de nesten terug.
In de volgende raadszitting kwam een lid
vertellen, dat men in zijn vorige woonplaats
een eiken avond terugkeerenden spreeuwen-
zwerm uit de bcomen om het kerkhof had
verdreven, door voetzoekers, aan lange latten
gebonden, onder de vogels te laten ontplof
fen.
Eenige avonden achtereen verknalde men
voor een niet gering bedrag aan voetzoekers
onder de iepen en het geluidseffect werd ver
hoogd door de juichkreten der schooljongens.
De roeken schrokken eiken avond geducht en
namen voor enkele uren de vlucht. Eenlg re
sultaat bereikte men verder niet. uitgezon
derd het feit. dat er eens een halfwas roek
naar beneden tuimelen kwam.
Enkele verbitterde ingezetenen, die van of-
flcieele zijde geen hulp me«r verwachtten,
kozen hun toevlucht tot onwettige maatrege
len. Zij kochten 24 schooljongens om en op
een goeden avond ondernamen die tegelij
kertijd een aanval op de n>ekenko!onie. Toen
verontruste ouders de politie haddon gewaar
schuwd. zaten alle 24 jongens ai ln de iepe
kruinen en laadden zij hun pet vol eieren.
Jonge vogels fladderden krljscliend door de
takken, nesten ploften r.aar omlaag. Het ge
vecht was nog ln vollen gang. toen een der
bengels zich te onbesuisd r.aar omlaag liet
glijden en een been brak.
De politie vergat door de emotie de overige
23 in te rekenen, wat overigens ook groote
bezwaren zou hebben meegebracht. De koers
van de roeker.eieren op de beurs !n eierscha
len. d!e na schooltijd op het schoolplein was
gevestigd, had nog nimmer zoo'n sterke da
ling vertoond en b'.ocf laag gedurende het
gansche seizoen. Ondertusschen waren na dit
voorval velen uit het vijandelijk kamp naar
de vogelvrienden overgeloopen. die onder
aanvoering van den burgemeester fiolen van
toorn uitstortten over de hoofden der aan
stichters van de elerenroof.
Roeken zijn gewend aan vervolgingen. Als
een kolonie zich eenmaal gevestigd heeft, is
er eigenlijk maar een afdoend middel om ze
te verdrijven: de boomen omhakken. Zoover
kwam het op onzen brink gelukkig niet. Tot
in den nazomer huisder. de vogels in de i?pe-
knrinen, toen trokken ze fn troepjes weg.
Maar de nes'.restanten rullen den ganschen
winter in de takken blijven hangen als een
herinnering aan hun verblijf en een voor
spelling van hun terugkomst.. In het laatst
van Februari zal men het krassen der voor
trekkers weer kunnen vernemen!
ik verzeker u toch. dat Ik stevig méé-klapte
Een dergelijke tournée beteekent in
direct een flinke propaganda weer voor de
Ncderlandsche zaak Sn deze landen en het
initiatief van de „V.C." kan niet anders dan
geprezen worden. De eene beroemdheid komt,
de andere beroemdheid gaat. Dr. Max Euwe,
de schaakmatador, zit alweer op de boot naar
Patrla. Drie maanden uit en 'huis. maar in
die zes weken ln den Oost is het den groot
meester van het schaakbord dan ook vast
niet cadeau gedaan! Het was een séances-
jacht zonder onderbreking en nog is het
voor mij een raadsel of moet ik zoggen
„probleem" waar het over schaken gaaf*
hoe deze doctor het uitgehouden heeft! Want
elk schaakavondje, dat de grootmeester
hield, eindigde meestal diep ln den nacht en
als het eens een keer om twee uur uit was,
was het beslist vroeg
Op de score-lijst heb ik gezien, dat de heer
Euwe een dikke zeshonderd partijen ge
schaakt heeft simultaan en consultatie
waarvan hij er in totaal 500-zoovcel won,
wat over een twintigtal séances gerekend een
winst-percentage van ruim 00 beteekent.
Het was één tournée van schaken en koffers
pakken. Dat er geschaakt moest worden wist
de heer Euwe wel vooruit, maar zou zijn
vrouw die hem vergezelde, gelijk bekend,
en zich vele malen bij de tegenstanders van
haar man schaarde ook geweten hebben,
dat zc zoo dikwijls dc kolfers zou dienen uit
en in te pakken? Alleen al door in de cou
rant te lezen, hoe de heer Euwe langs de
borden ..rende heeft men een heilig respect
gekregen voor den Ausdauer van een schaak
kampioen! Nu moet ik tot mijn schande be
kennen, dat ik totaliter niets van schaken
weet; ia, ik kan een „pion" onderscheiden
van een „paard" en een „koningin" van een
„kasteel"kan dat? doch daar houdt
het mee op. maar expres om den heer Euwe
eens in actie te zien heb ik een seance bijge
woond en alhoewel ik er, nogtnaals-schande.
weinig van begrepen heb, heeft het me geen
moment gespeten. Het was een avond waar
op dr. Euwe tevens een voordracht hield met
behulp van een demonstratie-bord. Het ging
voortdurend over „kenmerken" en „gevolgs-
regels", „afruilen" en .Attaqueeren", maar
mij trof vooral hoe fanaat de toehoorders
waren en de manier waarop de spreker cau-
secrde. Ik meen er geen oogenblik iets
minder prettigs mee. maar het maakte op
mij precies den indruk van een docent do
heer Euwe is wiskunde-'.eeraar. heb ik het
goed voor de klas: hi) behandelde dulde-
U)k en zakelijk, een zekere part ij stelling en
stelde daarop een vraag en dan stak er een
meneer enthousiast zijn vinger op die het
antwoord wist maar meestal precies de plank
missloeg en met een „5 min" mooi bedacht
zou wezen! De „leerlingen" waren er volko
men „in" en een voor een even begcerig oen
oplossing aan de hand te doen van de puzzle,
welke de „meester" hun voorlegde! Het was
zoo een gestage uitwisseling van gedachten;
leerrijk voor de luisteraars- ongetwijfeld, en
de reis van dr. Euwe door Indië, waar altijd
al veel geschaakt werd, wat men misschien
niet zou denken, kan werkelijk oen verbete
ring van het spelpeil hier te lande tot resul
taat hebben. .J3ooze" tongen beweren, dat
dr. Euwe uit deferentie Jegens de gastheeren
bij wie hy logeerde dezen wel eens een spel
letje heelt laten winnenmaar wie, ge
steld dat het waar is, zou hem d&t euvel
duiden?
Alle schaak-drukte ten spijt heeft hij nog
wel gelegenheid gevonden ook iets van Indië
te zien en hy moet gewis een voor tref feiy ken
Indruk meegenomen hebben van de gulheid,
waarmede men ln tropisch Nederland be
zoekers weet te ontvangen. Toen hy ln Ma-
gelang was het kleine bergstadje in
Midden-Java zei dr. Euwe, in antwoord op
een welkomst-rede van den burgemeester,
dat zyn vrouw en hU reeds zeer veel schoons
genoten hadden en veel liartelykheld onder
vonden. maar „zooais vandaag waren ze nog
nergens ontvangen.... hy vond het typisch-
Mngelangsch, dat het comité hem 20 K.M.
v;as tegemoet gereden". Toen ik dit hoorde,
heb ik even moeten glimlachen want,
natuuriyk, het was aardig van die commhsie-
van-ontvangst en heel attent zeker, maar
ach, dr. Euwe. twintig kilometer, néé. daar
dra alen we hier heusch onze hand niet voor
om!! Wanneer ik van huis naar kantoor ga,
ryd ik al 7 K.M.; afstanden tel Je niet meer
en als het op een Zaterdagavond op de soos
bür vervelend is en het kan vervelend zyn,
dat garandeer lk U en een van de vrien
den oppert om een uur of twaalf het plan
eventjes naar Solo te ryden omdat daar een
bal-masqué is en van nachtpermissie en
Pollael-Stunde weet men natuuriyk in socië
teiten als besloten c'.ubs nietwél, dan
stappen we op en tuffen we frlsch en vroo-
Hjk 100 K.M. ver! Op myn woord! Maar stel
Je voor, dat je in Amsterdam 's avonds bij
..Trianon"* zit on dat eentje zich heripnert
dat er carnaval ln Den Bosch is.Degene,
die het waagde ln allen ernst voor te stellen
er „even een kykje te nemen", zou minstens
„rijp voor Meer-en-Berg of Medembiik" hee-
ten. Natuurlijk overdrijf lk nu, maar ccn
feit: twintig kilometer is geen afstand voor
ons, en die leg Je immers af in een goed
kwartier. Ga maar na op ander terrein: de
reis Batavia—Soerabaia door de lucht is
even lang als dc reis Rotterdam—Kopen
hagen door de lucht, maar als je uit Rotter
dam naar Kopenhagen vertrekt staat je
heele familie om je heen en neem je afcheld
met tranen in dc cogen, terv-yi als Je van
Soerabaia naar Batavia moet. de kennis die
je wegbrengt zelfs niet wacht tot J» inge
stapt bent! Nee, wanneer men eenmaal baroe
ftf ls. gaat men over het Holland ene begrip
.afstand" wel anders denken. Wat lecgen
employés uit den import, die een ressort als
de halve provincie Mldden-Java bereizen bij
voorbeeld, dageiyks niet per auto af! Geluk
kig leencn do wegen zich. over het algemeen,
voor het constant onderhouden van een be
hoorlijke snelheid. Anders zou men geen ge
middelde van 50. 60 K.M. per uur kunnen
maken. En dat ls op een flinken auto-tocht
wel noodig. U ziet. dr. Euwe zal zijn maat
staf dienen te herzien! Voor de aardigheid
zet ik er nog bij, dat dr. Euwe op zijn retour-
reis te Medan van de gelegenheid geprofi
teerd heeft om tegen twee Bataks te spelen,
„op zUr. Bataksch" en „op zijn Europeesch".
De Bntakkers kennen het schaak p -'. al cel
lang. maar hun regel zyn heel anders. Van
de vier partijen, v.clke gespeeld werden
twee Europeetche en •wee Bataksche
won dr. Euwe ar drie! Nu kan hij op Sabang
ook nog schaken cn dan zal het wel gedaan
zijn. Tenzy, tenzij er op de boot een schaak
club is
femarang, 8 October. J. R. d.