HET MANDENJONGETJE. BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeilng moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBKRG— ZEEMAN. MarnLxstraat 2ü. JOHAN H. WÜ je voortaan ook je naam onder de raadsels zetten? Leuk, dat de beide broers nu m c zijn gaan doen. 't Is niets erg, dat Je alle raadsels nog niet dadelijk op kunt lossen. Dat went wel. JUFFERTJE WEETGRAAG. Nu had je wel je naam onder Je raad sels. Zijn nu Dinsdag de ballonnen opgelaten? Je hebt zeker een prach tig vergezicht op den toren van de KweokersschoolWat leuk. dat jij drie nieuwe deelnemers voor O B. hebt aangebracht. DEN HEER J. M.»K. Mijn dank voor uw vriendelijk schrijven. Ik hoop. dat de ruiling naar uw zin zal plaats hebben. WKNDA. Wat heerlijk kind. dat Je poppenkamer af is. Ja, bewaar hem maar, want ik weet heuseh n''et, waar ik alles bergen moet. L>c vol gende week zal lk een praatje over onze tentoonstelling houden. BLOZE KRIEKSKE. 't Deed me plezier weer eens wat van Jou te hoo- ren. Hoe gaat 't nu met mo: der? En hoe is 't met broertje? Wat ben Jij ook aan den sukkel geweest. Dat ls dus een lange logeerpartij geworden. Ben je nu weer heelemaal gezond? JAN H. Je bent welkom. Je mag de oplossingen best wat beknopt r opschrijven. Net zoo als lk dat in de krant doe. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Is dit je laatste school jaartje? JUFFERTJE LEESGRAAG. Ben je wat aan 't breien en weet Jc zelf niet, wat het worden zal? Dat is e n wonderlijke geschiedenis. Je Inge zonden raadsels zijn goed. Wat bon je nu aan 't lezen? Want een juffer tje Leesgraag moet toch zeker altijd iets te lezen hebben. KLAPROOSJE. Ik heb nog wel ronde doosjes, waar Je misschien een speldenkussen van maken kunt. Of legkaarten maken van anschten? Of platen uit oude Illustraties knip pen en daar opaettertjes van maken? Je raadsels zijn goed. KRIELKIP Je maakt me heusch nieuwsgierig. Hoeveel dingen heb Je al af? Dat kan een mooie collecte worden. Heb je nog soms mooie doo- zen noodig of papier? Dan kom Je het maar bij mU halen. VINGERHOEDSKRUID. Je hebt gelijk, dat Je ding voor ding afwerkt. Is 't popje nu haast klaar? Als Jo stevig papier voor liet kastje moet hebben, kun je bij mij wel wat komen halen. Wel Jammer, dat Wlm L. zoj ver uit jc buurt woont. Je raadsels zijn goed. VLIEGENIERTJE. Hoe ziet dat draaiapel er uit? Die teekenlei zal ook welkom zijn. Eigenlijk had Je ook nog een vliegmachine moeten maken. Dat hoort immers bU Je. BALLENBREISTKRTJE. Ik kan me indenken, dat dat heerlijk ls, als je vriendin bij je mag blijven sla pen. Wat ben Je Woensdag gezellig met moeder uit fietsen geweest. Dat is nog eens een aardig buurmeisje, die zulke mooie Jurken voor je maakt 'k Vind het een prachtige kleur. Je hebt dus al een heel bolenwlnkeltje bij elkaar. Heeft Gijs al een groot stuk van zijn leidsel? MOEDERS GROOTSTE HULP. Dat zal vast een prachtige poppen- jurk worden. Is de das klaar geko men? De briefjes moeten Woensdag in mijn bezit zijn. Iedere maand wen den er 4 raadselpriJzen verloot. Om mee te mogen loten moet je minstens 13 raadsels goed hebben. KLAPROOSJE. Nu was je be t op tijd. Je was zeker wel b IJ. dat moeder weer terug was uit R. Moet je nog aan den St. Nlc. wedstrijd be ginnen? Kom dan maar eens bU me praten, misschien kan lk je nog een idee aan cie hond doen. HUNKERHARTJE. k Vind die Krontjongs!ukje.s zoo mooi. Ik kan me begrijpen, dat er voor jullie een klank van helmwoh In ligt. Heelt moeder nog familie in Indlc? Ik zou er 'dolgraag eens een kijkje willen nemen, 't Zijn al heel domme men- schen. die minachtend over dat mooie land spreken. Zou Je vrien dinnetje t wt-1 zoo spottend Bedoeld hebben? Je raadsels zijn goed. POPPENKIND. Was popje bu'- ten aan 't spelen? Ze had gelijk. Tusschen de buitjes door maar zoo veel mogelijk frissche lucht happen. DROOMKONINKJE. Die arme Moor: is ze nu al schoon? 't Zal wel heel moeilijk zijn om dat vette :oedje uit haar pelsje te krijgen. Misschien met wat ammoniumzeep. Poes zal wel niet van een bad hou den. EEN NAAMLOOZE stuurt een raadsel in. Er staat wel een oplossing bU. maar naamlooze raadsels worden nooit geplaatst. VIOOLTJE. Jij schreef me n<jg eens een langen brief. Ben je r.og wel eens naar 't poesje gaan kijken? Ik denk, dat je je laatste lieveling eerst nog maar wat opfokt. Raad ik dat niet goed? Prettig, dat je zoo op schiet met je das. Is Lathyrus nu in Maarn? 't Is te hopen, dat ze wat be ter weer treft. Ik kan me begrijpen, dat je naar 20 December verlangt. Wat voor vol hob jij? Is er Woens dag nog repetitie geweest? MONTSARDA. Gelukkig, dat die nare kiespijn over is. Is je wang nu ook weer geslonken? 't Doet me ple zier. dat het boek naar je tin ls. Heb je 't al uit? Bevalt de Fransche les? Moet jc er veel voor doen? Ga je 't volgend jaar naar de Mulo? OPPETOM. Je raadsel is goed. DE KLEINE KOOPMAN. Is de poppenkamer nu klaar? Dat is een heel stuk werk achter den rug, hé? Je hebt gelijk, dat je ook een boek uit O. B. hebt gehaald. Daar zijn heel wat mooie boeken voor je bij. DE KRIK. Lezen jullie om beur ten uit het boek voor? Is er eenmaal in de week club? Wat zal Lous ge glunderd hebben, toen 20 haar eigen werk zag afgedrukt, t Was ook een alleraardigst verhaaltje, hè? DE KLEINE VIOLIST. Leuk. dat Jullie tot het einde me trouw blijven. Je schuilnaam zal ik ook daarna niet weggeven. Dan kun je me toch ten allen tijde onder de oude namen blij ven schrijven. Zijn jullie al 8 Jaar Rubriekertjes? Dat is een Mulo- school gelijk hè? 't Aantal verzuimen ls niet groot geweest, 't Deed me erg veel plezier te lezen, dat Onze Jeugd voor jullie zooveel is geweest. LEEUW mag zijn schuilnaam hou den? Ben jc zoo fier of zoo bloed dorstig? Of is dit maar een verkor ting van je eigen naam? BALSEMIENTJE. Je hebt keurig geschreven ondanks je spattende ;>en. Wat zal dat mooi klinken, als Jullie met Kerstmis die cantate ten uitvoer brengen. Zoo'n flanellen naai denboekje lijkt me heel aardig. WIPNEUSJE Wordt het een schort voor Je zelf? Is Je broer nu weer gezond? Wat heeft hem ge scheeld? Dat ls nog eens prettig, dat Je broer zoo keurig je boeken kan in binden. DICKY DURF. Neen, lk ken het boek niet van oom Theo en Abado Ik ben toch zoo benieuwd om (lat huisje te zien dat Je aan 't maken bent voor de zieke kindertjes. Wat voor kleedje heb Je voor moeder gemaakt? DICKY DURFS VADER. Ik vond het schrift van uw Jongen heusch nog al netjes. Als 't e«rst op klad moet gebeuren lijkt het zooveel op schoolwerk. En dat moet toch liefst niet. GRASPIEPER. Prettig jongen, dat het nu met de raadsels van een leien dakje ging. Als Je het zonder hulp kunt klaar spelen, dan zooveel te beter. ZWEMSTERTJE. Dat was nog eens een lange brief. Wat hebben jullie plezier gehad op vaders ver jaardag. En wat heb Je Zondag weer een auto-tochtje gemaakt. Jij sing maar van 't eene pretje op 't anders. Dat was zeker een zeldzaamheid, dat Je nu nog een takje hei kon plukken. ERIK. Je bent welkom Je mag de volgende week Je schuilnaam on der je werk zetten. De raadseloplos- singen mag je best beknopter op schrijven. Ik herinner me je nog wel. Heb Je geen blonde krullebol? RANGEERDERTJE. 't Is maar goed. dat Jullie de rozen In een win- t-Tjasje gestoken hebben. Flink wo, dat 't op school zoo goed gaat. Wat ben je aan 't maken voor den St Nlc. wedstrijd? Of mag ik 't niet weten? Wat zullen die bewoners van 't stad je blij zijn. dat- er een trein ls geko men. Gaat de reiswagen er ook he m? MIENTJÉ S. Nu Vooral niet klei ner gaan schrijven. Je ingezonden raadsels zijn goed Een kruikenzakjc ls al een heel welkom geschenk. Het popje en de bal zullen zeker ook groote blijdschap geven. JAN J. H. Je hebt gelijk, dat je maar dadelijk flink mee ging doen. JOHAN II. Nu krijg Je dubbel antwoord. De vorige we k ontving ik Je briefje le laat. Als die boekjes er netjes uitzien, zullen ze zeker welke zijn. BABBELKOUS JE. Is t een groot kleed? De kleuren lijken me prachtig gekozen. Mag je onder 't werk ook wel een babbeltje maken? Wat pret tig, dat 't nachtponnetje haast af is. Stik Je het op de naaimachine? POE.SKNMOEDERTJE. Aardig, dat jullie ook al zoo druk aan 't werk zijn voor de zieke kindertjes. En wat prettig, dat broertje zoo flink grOelt. Hoe is 't met de tongetjes? Doen ze nog p!jn? Was 't geen t-ong- blaar? NEVADA en UITLOOPER. Ik kan me best begrijpen dat Nevada geen tijd heeft om ook nog voor Jong Nederland te werken. Wat zal Johan trotsch zijn met zijn zelf ver diend opschrijfboekje. Kranig, dat Jrij nu de tafels tot 10 kent. Hoe verder hij nu komt, hoe moeilijker het wordt. SCHOTENAARTJE. Wat jam mer, dat je brief de vorige week is blijven liggen. Had je in je laatste briefje Je werk wel onderteekend? Raad.sfls en briefje moeten onder teekend worden. Denk je daar voortaan om? GOUDHARTJE. Ja, daar stond voor Jou een heel stuk in de Brieven bus. Begrijp je de cijferraadsels nu nog niet? Kom dan maar eens bij mij er over spreken. Als ik te ver van je af woon. wacht dan maar tot 't vacantic ls. 't Lijkt me bij jullie maar een gezellige en vroolijke fa milie. Hartelijk gefeliciteerd met den verjaardag van je broer? Wat gaat hy straks doen? Lief van moeder om je kamertje zoo gezellig te maken. Je bent er zeker heel netjes op. Schiet Je handwerkje flink op? Ben je met vader en moeder naar den Haag geweest? Dat is nog wel zoo leuk, als met de klas. W. L. Een prettig gevoel hè. dat 't aantal lezers steeds naar boven gaat. 't Is heel verstandig gezien van Je. dat Je de hand aan 't reglement houdt, 't Veulen en de Tweelingen zijn voor groote meisjes heel ge schikt. 'k Wensch Je morgenavond veel succes. Leuk voor je, dat je tel kens gevraagd wordt voor muzikale medewerking. Ik ben heel benieuwd om wat van je avonturen te lezen. Repeteer vanavond maar goed. SNEEUWKLOKJE. Ik hoop, dat je succes hebt met je Rullaanvraag. Aardig van Je om de cadeaux af te staan voor de zieke kinderen. Hoe gaat 't er nu mee? Is de hoofdpijn over? ROZENKNOPJE. Een ledikantje is toch ook altijd zoo'n welkom ca deau. Wil Jc het maar bewaren tot l December dan moet het naar de TUdlngzaal van Haarlem's Dagblad gebracht worden. De volgende week vertel lk er van alles van. DRAAITOL. Prettig, dat Je met je ruil-aanvraag succes hebt gehad. Ik hoop. dat het nu weer zoo zal wezen. Wat zag Je Inzending er aller keurigst ui» DUIMELIJNTJE. Er staat wel een lief poesje op Je postpapier, maar ze ziet er toch wel wat valsch uit. die Loekie. Gelukkig, dat je nu oin Je naam gedacht hebt. l December moet Je het pakje naar de Tijding zaal brengen In de volgende Rubriek schrijf ik daar wel over. MAGNOLIA. Een popppenka- mcr vind lk ook een prachtig idee. Zijn Jullie er al aan begonnen? Wat voor meubeltjes maak jc. Wanneer Je soms carton of papier noodig hebt kan lk Je daar wel aan helpen. Nog wel gefeliciteerd met vaders verjaar dag. ZWARTKIJKERTJE. Je raad sels zijn goed. PIET HEIN EN DICKY DURF. Dat is voor jullie een pcch-vacantic geweest. Alleen was 't nog gezellig, dat Jullie samen ziek waren. Zijn jullie nu allebei weer neclemaal beter? ZEEUWSCH BOERINNETJE. 't Speet me. dat lk )e niet meer aan wol kon helpen. Die is altUd 't eerst op. Wat ben Je al flink aan 't werk geweest. Ik ben toch zoo badfeuwd om allee weer te zien. 'k Wensch je Zondag veel plezier in A! Wat zal je oom blij zijn met je cadeau! FREESIA. Werk nu maar rus tig door. je hebt nog 14 da.cn tijd. Heeft Zmnia het boek al uit? 't Is nu Juist je weertje voor een mooi bock. Heb je nu ook een boek uit de schoolbibliotheek? MONTBRETIA. Bon Je nu met de poppen muts ook klaar gekomen? 'k heb nog oen kluwentje witte wol gekresen. Kom het Woensdag maar halen. Bewaar Je pop maar tot 1 i December, dan kun je haar zei naar de Tijdingzaal brengen. ZINNIA. Jij kunt wel een heele zaal van servetringen voorzien. Bon je je in je schik met Je popje? Het was ook een schatJe. 'k Vond jouw raadsels gemakkelijk genoeg voor Afdeeling II. Daarom heb ik ze daar ingedeeld. KORSTJESKNAGER. Heb je al weer eens wat in Je schoen gekregen van Sinterklaas? Nu ben ik heel be nieuwd te hooren, hoe je rapport er uitziet. Daar zal de goede Sint op 5 December ook wel rekening mee houden. KERSTROOSJE. Wat gezellig, dat moeder en JIJ samen een popje aanklecden. Ik denk, dat 't kindje heerlijk, warm is aangoklecd. Na tuurlijk vind ik het goed, dat moe der mee helpt. Brengt het op 1 De cember maar dadelijk naar de Tij dingzaal. Fijn he, dat jullie op school al Sint Nicola as versjes lee- ren. WATERROT—E. Is 't bankje nu ook gelijmd? 't Doet me genoe gen. dat je Trlneke zoo'n mooi bock vindt. En 'k vind het ook prettig, dat je van Knipperdolletje geniet. Je mag best eens een verhaaltje in zenden. Als lk het geschikt vind, zal ik het plaatsen. Dat is een leuk ver haal van de Fietsclub alle Vijf. Heb Je 't al uit. Ben je op de Dorlas- vereeniging? Je raadsel is goed. GOUDSBLOEM. Een goede fee. die zeker onbekend wonscht te blij ven heeft Je het schaartje gebracht. Aardig hè? Ik zal Je dankbetuiging in Onze Jeugd zetten. Ben je nu klaar met alles? ZONDAGSKIND. Je raadsel is goed. PINOKKIO. Jammer, dat je nog gean lapjes ontvangen hebt. Je raadsel is goed. JAN STEEN. Je bent weer wel kom jongen. MEVR. W. v. d. L.—D. Hartelijk dank voor uw tweede zending, 't Is al te erg. 'k Vind het baby-Jasje snoezig. Daar zal een Jong moeder tje vast heel blij mee zijn. Lappen krijg ik nooit te voel. Voor alles hartelijk dank. KONINGIN WINTER. Houd de zen schuilnaam dan maar. Zijn Jo broertjes nieuwelingen? Ik hob ze nu maar op de Rubriekcrtjoslijst ge zet. Kun Jij niet een beetje mooier schrijven? Probeer 't eons. GOUDELSJE. Je raadsels zijn goed. BEUKENOOTJE. Zijn de boe kenleggers alle verschillend? Hoe is 't spaarpotje uitgevallen? Ik ben toch zoo benieuwd om al jullie schatten van nabij te zien. ABC. Ben Jc nog tot die pop penkast besloten? Ik kan je nog aan stevige kartonnen vellen hei pon. 'k Heb ook nog wat klosjes, voor tafeltjes enz. Kom 't Woensdag maar halen. ZUSJES G. Van dat gekleurde papier kun je best matjes maken en vlechtreepjes. 'k Heb Juist een doos ontvangen, waar matjes in gezeten hebben. Die zou Je er dus prachtig voor kunnen gebruiken. MAREETJE. Voor de winkel heb lk nog een heele verzameling ronde doosjes. Ook kan lk Je aan gekleurd papier helpen. De vakken kun Je best van stevig carton maken. Dat heb ik ook noy: wel voor Je. W. BLOMBERG-ZEEMAN KNIPPLAATJE. knlpplaatje. Jullie weet, koe je er mee doen moet, hè? Ecr.-.t op clun karton opplakken en dan nauwkeu rig uitknippen. Dan de stukjes aan elkaar passen, net zoolang tot Jc gevonden hebt, welk dier wij met het plaatje be doeld hebben. Want het is 'n groot dier, 'n héèi nuttig dierl BIJVOEGSEL VRIJDAG 14 NOVEMBER 1930 No. 204 AAN ALLEN! "t Is deze week Sint-Maarten ge weest en wel op den 11 den November. Hier bij ons merk je er niet veel van. Zoo hier en daar een groepje Sinter de Maarten-zingers en daarmee uit. Dan moet je in de provincie Gro ningen komen en vooral op de boe- renplaatsjes. Begin November gaat de schooljeugd eral op uit om dikke mangclwortels meester te worden. Die moet straks voor kandelaar die nen. 't Is een beste, onbrandibare „Sunner-Mecrten". De Sunnermeerten-verskes komen ook weer op de proppen. In 't echt Groningsch gezongen verstaat een stadsmensch er niet veel van. In de stad worden bij den omme gang ook lampions gebruikt en de liedjes worden „steedsch" gezongen. Als 't op 11 November nauwelijks schemerde kwam daar de lieve jeugd in groepen aanzetten: Deur aan deur zongen ze: Sint Martinus bisschop Roem van onze landen, Dat wij hier met lichtjes loopen Is voor ons geen schande. Hier woont een rijke man, Die wel wat geven kan, Veel zal hij geven, Lang zal hij leven, Zalig zal hij sterven. De hemel zal hem erven. God zal hem loonen Met honderdduizend kronen. t Met honderdduizend fichtjes aan, Daar komt Sinte Maarten aan. Hier krijgen ze wat, daar niets. Dat spreekt vanzelf. In de Domkerk te Utrecht zijn ln beeldhouwwerk 19 tafreelen weergegeven uit het leven van Sint Maarten, of Martinus, Bis schop van Tours. Als Jullie eens in Utrecht komen, moet je niet verzui men daar eens een kijkje te nemen. Boven op den toren kun je hem te paard zien zitten, als windvaan. Daar hij als beschermer van 't Bisdom Utrecht en ook van de stad werd ver eerd, kregen de Utrechtenaren den naam van St. Maartenmannen. Bo ven de Gehoorzaal van de Universi teit ls St Maarten ook afeebeeld. HIJ zit op zijn paard in de stad Amiens in 't Jaar 332 en snijdt een stuk van zijn mantel af om dit aan een armen bedelaar te geven. In 't Oemoentewapen van Maar tensdijk ls hij ook afgebeeld Ten tijde van den wereldoorlog, had het plaatsje St. Martin fin Oos tenrijk) noo ''"Md. waarop St. Maar ten stond afgebeeld. De Franschen noemen herfstdra den flls de St. Martin. Deze bena ming staat in verband met 't ver- haai van 't doorsnijden van den mantel, waardoor natuurlijk rafel-s ontstonden. W. B—Z. OOK EEN KIP Een dame loopt op een winderi- gen dag met een hoed met veeren door Blor mcndaal. Het zoontje van een kippenboer, dat met vader een mand kippen gaat wogbrengen. ziet, Juist een veer van den hoed der dame op straat vallen. ..Vader!'' roept hy, -die Juffer ls ook aan 't ruien." Door de snikheete en nauwe straatjes van de Itallaansche haven stad Genua dwaalde het manden- jongetje. Hij liep niet vlug en ook scheen hfj niet opgewekt. Hij slen terde eigenlijk maar wat en de meeste deuren sloeg hij over. Nu en dan slechts schelde hij aan of klopte en dan bood hij met een flauw hoofd knikje zijn mandjes te koop aan. Maar niemand had ze noodig en hij verkocht niets Hoe later het werd hoe langzamer hij ging slenteren. Op het laatst deed hij heelemaal geen moeite meer om iets te verkoopen HU keek maar wat rond en tenslotte dwaalde hy af naar de haven om naar de sche pen te kijken. Vlak voor de kade lag een groot Engclsch vrachtschip dat de naam „Elisabeth" droeg. Het mandenjon- getje keek toe en zag hoe een leuk scheepsniaatje voor aan het dek op een lui stoeltje lag en Iets scheen te eten. Het maatje keek ook naar hem en scheen schik te hebben in zijn zwarte krullebol. Langzaam zette het mandenjongetje zijn mandjes neer en met een zelfde trage beweg.ng wees hij naar zijn mond Het Kngelschc matroosje schoot ln een lach en dadelijk bukte het kwieke ventje zich ln zijn stoel om met een paar forsche mikken drie groote scheepsbeschuiten naar den wal te werpen..Het mandenjongetje raapte ze op cn slenterde weer weg. Zie zoo, zijn maal voor vandaag had hij tenminste Wat verder op de kade lag een groot Nederland ;ch parsagicrsschip. dat uit Indië gekomen was. Juist 'oen het mandenjon"et;e er langs liep, stapten dne nog heel jonge ma troosjes over den loopplank. Joelend sprongen zij op den wal en lachend verwijderden zij zich ln de richting van de stad. Eventjes werd het Iti- llaantje jaloersch: eventjes kwam het verlangen bij hem op om oak zoo'n matroosje te zijn. Leuk scheen het, dat Je zoo overal aan wal kon om uit te gaan. En Je verdiende ook ?eld! Maar daar zag hij op het schip rn paar andere Jonge scheepsmaat- Jes. die geweldig aan het poetsen en schuren waren. Neen, daar had hij toch geen lust in Nieuwsgierig las hij even den naam van het schip. Langzaam spelde hij de letters: „Marnlx van St. Aidegonde". Hé, dien naam kon je niet uitspreken: gekke talen wa ren er toch op de wereld Langzaam begon de avond te val len en voor het manden Jongetje werd het tijd een slaapplaats te zoe ken. Kauwend op zijn beschuiten, d e eLgenlljk te hard waren om lekker te zijn, sloeg hij een smal zijstraatje in naar het park. Het park was zijn huls. Hier had hij zijn eigen plaatsje, onder een boom ln het grasVoor hij er zich neerlegde bond hij zijn mandjes met een touw aan zijn pols. Het kon immers gebeuren dat men ze stelen wilde als hij sliep. Dan werd hij nu natuurlijk wakker en dan zou hij er ais de wind bij zijn om zijn bezit te verdedigen. Dat een handige dief het touw wcieens zou kunnen doorsnijden, daaraan dacht ons vriendje niet! Toen het voor :1e matroosjes tijd geworden was om de stad te verlaten en zich wederom aan boord van hun schepen te melden, sliep het man- denjongetje al Lang. Het moet gezegd dat hij het best naar zijn zin had, zoo in het gras onder de wolken d e met sterretjes bezaaid waren. HIJ miste een helder on zacht bed heelemaal niet: eigenlijk wist hij niet eens meer hoe een bed er uit zag. want hij sliep al een paar Jaren in do buiten lucht Tegen dat de winter kwam verliet hij Genua om langzaam slen terend af te dwalen naar het Zuklen. Eer het December was kon men hem dan al ver voorbij Napels vinden. Daar was het niet koud meer en daar zette hij zijn buitenleven onge stoord voort. Zoo zou het mandenjongetje een echte luie vagebond geworden zijn. Een zwerver, te slap om iets te doen en te vies om naar te kijken, want natuurlijk maakte hij van zijn toilet niet veel werk. Nooit zou er iets van hem terecht gekomen zijn als er ln zijn leven niet iets bijzonders ge beurd was. Dat bijzondere gebeurde op een ochtend, toen hy huiverend en lus teloos van zijn grasbed oprees. Het was nog heel vroeg maar hij was toch al lang uitgeslapen, want des avonds ging hij immers al liggen zoodra de zon onderging. Nauwelijks had hij wat gegeeuwd en een paar sl en terpassen in de richting van de stad gedaan of daar zag hij..Coloj Colo was ni. een jongen, die even als hij. met mandjes langs de huizen liep, dat wil zeggen, in den tijd, dat zy wel samen gingen. Maar dat was al twee jaren geleden. Nu had Colo een mooi pak aan en een gezond en blij gezicht. Hij kwam snel aanwan delen uit een zijpad Hé, Colo! stotterde het man denjongetje verbaasd Colo was niet minder verbaasd. Verschrikt hield hij zijn pas in cn een oogenblik scheen het alsof hy net niet prettig vond zijn haveloozen kameraad van vroeger terug te zien. Maar weldra verscheen er een gulle lach op zijn gezicht en blij klonk nu zyn groet: Hallo. Beppo, waar kom jy zoo vroeg vandaan? Uit de boomen of uit het gras? (Slot volgt). Haasje-Over springen. HaasJe-över springen! Jongens, dat gaat fUn! 't Is toch wel gezellig, Weer op school te zyn! Thuis te zitten kniezen, Met dat sleohte weer. Zou Je niet gaan wcnschcn: „Nooit vacantie meer!?" Ach. m'n lieve"'Jongens, Als het zoover is Is die wensch vergeten! Of heb ik het soms mis? Dan zit Je te snakken. Naar de frissche lucht Kryg ik niets te hooren Dan kermen en gezucht. Ach, ik zou maar biy zijn Met Zoo 't eenmaal moet! Kreeg Je steeds Je zin maar. Dan werd het nimmer goed!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 19