BUITENLAND
Loonsverlaging bij de Engelsche spoorwegen
DE KABINETSCRISIS IN BELCIE.
Kloosterbalsem
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 14 NOVEMBER 1930
TWEEDE BLAD
De onderhandelingen gaande.
Kans op een conflict?
DE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN OPLOSSING.
(Van onzen correspondent).
Belangrijke rede van Briand
Alweer het moratorium.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Heden eén belangrijk bericht uit Engeland:
LONDEN, 13 Nov. (VD.) Heden is een ge
zamenlijke conferentie gehouden der drie
groote spoorwegmaatschappijen met de drie
spoorwegvakvereenigingen in verband met
voorstellen tot loonsverlaging.
In hoofdzaak komen de voorstellen op het
volgende neer: De loonen der volwassen ar
beiders worden verminderd met 6 shilling
met een minimumloon van 38 shilling per
week; de loonen van minderjarige mannen
en vrouwen worden verminderd met 3 shilling
per week.
De salarissen van f 180 tot 350 per jaar
worden verminderd met 30 per jaar, de sa
larissen van 80 tot 180 met 10 per jaar.
De conferentie is verdaagd teneinde de vak-
vereenigingen gelegenheid te geven deze voor
stellen te overwegen. Men verwacht dat de
railway unions ze niet zullen aanvaarden-
Ter aanvulling van dit bericht diene, dat
de overeenkomst tusschen de werkgevers en
werknemers afgeloopen is. Er moet dus een
nieuwe overeenkomst opgesteld worden, en
de werkgevers hebben van de gelegenheid
gebruik gemaakt en hun redeneering gemoti
veerd met het feit dat ontvangsten der spoor
wegen aanzienijlk gedaald zijn.
Het is wel zeker dat de werknemers zich
nu zullen verzetten tegen de voorgenomen
loonsverlaging. Men rekent vooralsnog echter
niet op een strijd die een staking tot gevolg
kan hebben. Mochten de besprekingen tus
schen de beide partijen vastgeloopen, dan zal
er een gemengde commissie benoemd worden
en in tweede instantie een nationale com
missie wier uitspraak bindend is. Zelfs dan
echter is het nog niet noodzakelijk dat de
partijen zich vereenigen met de meening der
nationale commissie. Men gelooft echter dat
het wel ongelukkig moet Ioopen, willen de
onderhandelingen via alle instanties mis
lukken.
L. A.
Genève.
Over resoluties en Duitsch-
Fransche tegenstellingen.
De Engelsche delegatie te Genève heeft een
resolutie ingediend, die uit drie gedeelten be
staat. In het eerste gedeelte moet de voor
bereidingscommissie het beginsel goedkeuren
van een zoo volledig mogelijke uitwisseling
van inlichtingen over de wapening. In het
tweede gedeelte zou de voorbereidingscom
missie dan te kennen geven dat het de
wensch is van vrijwel alle leden van de com
missie om een of andere methode te vinden,
die zorgt voor beperking van oorlogsmaterieel
op nauwkeuriger wijze dan door publiciteit
alleen kan worden bereikt. In het derde ge
deelte stelt de resolutie vast, dat de meerder
heid van de voorbereidingscommissie van
meening is, dat onder een nauwkeurige me
thode de methode van budgetaire beperking
moet worden verstaan, doch dat andere le
den van de commissie als de doeltreffendste
methode die van de rechtstreeksche beper
king hebben aangeraden, terwijl een zeker
aantal leden van de commissie de meening
verkondigd heeft, dat een combinatie van de
twee methoden de beste was.
Verder meldt de N R. C.:
De resolutie van de Fransche delegatie is
bedoeld als een aanvulling tot de resolutie
van Lord Cecil, die te voren de instemming
van de Franschen en Amerikanen verkregen
had. De Fransche resolutie is een uitwerking
van het denkbeeld van Masslgli. in de ver
gadering van de voorbereidingscommissie be
pleit. De resolutie stelt voor. dat de voorbe
reidingscommissie aan den heer Loudor. zal
opdragen de commissie van budgetaire des
kundigen, die reeds vroeger bestaan heeft,
opdracht te geven een studie te maken van
de beste methode om te komen tot toepassing
van de beperking van het materiaal van de
landmacht langs budgetairen weg. De des
kundigen zouden er voor moeten zorgen, dat
alle uitgaven betreffende den aankoop, ver-
vaaixliging en onderhoud van oorlogsmate
riaal van de landmacht, door de beperking
der militaire uitgaven zullen worden getrof
fen, waarbij de deskundigen dan rekening
moeten houden met de verschillende wijzen
van budgetair toezicht in de verschillende
landen en met de mogelijkheid van een wij
ziging van de koopkracht van het geld, na
het tot stand komen van de conventie.
De budgetaire deskundigen zullen aan de
regeeringen hun rapporten moeten indienen
tijdig genoeg voor de aanstaande algemeene
ontwapeningsconferentie, opdat de regeerin-
gen dit met zorg kunnen bestudeeren.
De derde resolutie is van den Italiaanschen
generaal de Marinis. die het met Lord Cecil
eens is. wat de eerste twee gedeelten van de
Engelsche resolutie betreft, doch als derde
gedeelte voorstelt, dat de ontwapeningscom
missie uit zal spreken, dat de beste methode
van beperking van het oorlogsmateriaal van
de landmacht zal bestaan in een vereeniging
van twee systemen, de directe en indirecte
methode.
Litwinof verklaarde, dat ook hij een reso
lutie had willen indienen die gelijk is als het
derde gedeelte van de resolutie van generaal
de Marinis. die hij aldus opvat, dat de voor
bereidingscommissie zich er voor zal uitspre
ken. dat in de conventie aan alle staten zoo
wel'de directe als indirecte methode zal wor
den opgelegd.
Graaf Bernstorff verklaarde, dat hij
wensc.hte, dat., voordat het derde gedeelte
yan de resolutie Cecil in stemming zou wor
den gebracht, gestemd zou worden over de
quaestie of de directe methode van beperking
en hoever deze gaan zou. Vandaag heeft de
commissie alleen de eerste twee gedeelten
van de Engelsche resolutie aangenomen, die
betrekking hebben op het publiceeren van
gegevens, doch verklaren, dat een nauwkeu
riger methode van beperking dan publicatie
moet gekozen worden. Alleen Litiwinof heeft
zich bij deze stemming onthouden, daar hij
vond dat publicatie gee>n practische beteeke-
nis heeft, indien zij niet gepaard gaat met
vermindering van bewapening.
In den loop van de discussie was er nog
een scherpe woordenwisseling tusschen graaf
Bernstorff en Massigli. Eerstgenoemde ver
klaarde, dat hij tot dusverre aan de discussie
geen groot deel had genomen, in de eerste
plaats omdat Duitschland reeds ontwapend
is, zoodat het aan de andere staten kan wor
den overgelaten de methode te zoeken hoe
zij zelf eveneens zullen ontwapenen, Bern
storff wilde echter nogmaals met nadruk
verklaren, dat Duitschland de directe metho
de van beperking voorstaat. Technische be
zwaren, die daartegen zijn aangevoerd, zijn
van geen overtuigende kracht voor Duitsch
land. daar aan Duitschland bij het vredes
verdrag van Versailles een directe beperking
van oorlogsmateriaal is opgelegd, zoodat ook
andere mogendheden zich dezelfde methode
var, bezwaren, dat de tegenwoordige toestand
in Europa zoo onrustig is, dat zij pleit tegen
het maken van een conventie, antwoordt
Bernstorff, dat juist het ontbreken van zoo'n
ontwapeningsconventie voor een groot deel
de schuld is van den onrustigen toestand en
dat de toestand in Europa niet verbeteren zal
als er geen goede ontwapeningsconventie zal
worden ontworpen.
Hierop antwoordde Masslgli, dat hij uit een
oogpunt van verzoeningsgezindheid niet had
gereageerd op verschillende uitlatingen van
Bernstorff omtrent de Duitsche ontwapening
en de wapening der andere mogendheden,
doch dat hij na de redevoering, die Bernstorff
weer heeft gehouden, zich verplicht zou ge
voelen voor het einde van de zitting van de
voorbereidingscommissie op de zaak terug te
komen en met het Duitsche standpunt af te
rekenen.
Het is merkwaardig m verband met deze
aankondiging van een Fransch antwoord op
verschillende aanvallen van Duitschland op
de ontwapeningspolitiek van Frankrijk, dat
juist in een correspondentie in het Journal
de Genève uit Parijs een klacht werd verno
men, dat men te Parijs vond dat Massigli te
lijdzaam tegenover Duitschland was en niet
genoeg op Dyitsche aanvallen terugsloeg.
Protest van Litwinof f tegen het
beleid van Jhr. Loudon.
GENèVE, 13 Nov. (V. D.) Onder voorzitter
schap van den Nederlandschen gezant te
Parijs, Jhr. Loudon werden hedenmorgen
door de voorbereidende ontwapeningscom
missie de algemeene beschouwingen over het
vraagstuk van de beperking en vermindering
van oorlogsmateriaal gesloten. De leider der
Sovjet-delegatie, ae Russische Volkscommis
saris van Buitenlandsche Zaken Litwinoff,
protesteerde tegen de tijdens de debatten ge
bleken wanorde en verwarring, die z.i. ver
oorzaakt werden door de passieve houding
van den voorzitter.
Engeland.
Zal de fout goedgemaakt
Worden?
De Londensche berichtgever van het Htold.
seint:
De regeering zal ongetwijfeld haar politiek
inizake Palestina herzien. Maandag a.s. wordt
een gewichtige verklaring verwacht, waarin
zal worden gezegd dat de regeering Jood-
schen arbeid op Joodsch land en in Jood-
sche ondernemingen zal begunstigen. Zij is
niet voornemens de Joodsche Immigratie te
beperken omdat er Arabieren werkloos zijn.
De ..Daily Herald" zegt dat Lord Passfleld
vergunningen voor ongeveer 1500 Joodsche
immigranten heeft goedgekeurd, waaronder
de vergunningen, welke in Mei jl. werden op
geschort. Het blad verklaart dat Passfleld
niet van plan is de interpretatie van het
Mandaat, gelijk alle Britsche reeeeringen se
dert 1922 haar hebben opgevat, te wijzigen.
De verhouding tot Oost-Af rika.
LONDEN. 13 Nov. (V. D.) Het Hoogerhuis
heeft gisteravond na eenige discussie zonder
stemming goedgekeurd het voorstel van den
secretaris van Koloniën. Lord Pass field, dat
beoogt een commissie samen te stellen uit
vertegenwoordigers van beide Huizen ter be
handeling van de rapporten over een nau
were samenwerking in Oost-Afrika.
Passfield verklaarde, dat de regeering niet
tracht de verantwoordelijkheid van zich af
te schuiven, doch dat zij den collectieven
steun van het Parlement wenscht, vóór dat
zij een definitieve beslissing neemt, zoo be
langrijk als de nieuwe grondwet voor een
groot gebied van Afrika.
Een boodschap van de
Indische regeering.
LONDEN. 13 Nov. (V. D.) Voor de bespre-
kingen in de Ronde-Tafel-Conferentie heeft
de Indische regeering gedetailleerd haar in
zichten uiteengezet in een uitvoerige bood
schap over „den verderen vooruitgang, die
thans gemaakt kan worden in de richting
van ontwikkeling van een verantwoordelijke
regeer in g in Italië als integreerend gedeelte
van het Britsche Rijk".
Een overzicht gevende van de politieke
krachten, welke in Indië werkzaam zijn, be
spreekt zij de boodschap de kracht van de
nationale beweging, die den vorm heeft aan
genomen van een eisch om zelfbestuur en
INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN
a 60 Cts. per regel
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTEL JORISSTRAAT 18
TELEFOON 1075»
VAMPYR Stofzuiger» f98.-
den Dominion-status, en merkt op, dat deze
eisch in practische termen inhoudt, dat In
dië de bevoegdheid wil hebben haar eigen
zaken te regelen zoowel in de provinciën als
wat betreft het instellen van tijdelijke .safe
guards", voor zoover deze noodig mochten
zijn. De eisch inzake den Dominion-stalus
kan gescheiden worden van den eisch inzake
zelfregeering.
Een nieuw bestuurssysteem moet zooveel
mogelijk gebaseerd worden op gewillige toe
stemming van het volk. welks politiek be
wustzijn gestadig ontwaakt. De boodschap is
van meening. dat het doel moet zijn een
constitutie in te stellen, welke de mogelijk
heid inhoudt voor een eigen ontwikkeling.
Het uiteindelijk ideaal van de AU-India-
federatle wordt aanvaard ofschoon gezegd
wordt, dat de verwezenlijking afhankelijk
moet zijn van de houding der staten. De pro
vincies van Engelsch-Indië moeten een maxi
male autonomie krijgen in overeenstemming
met de rest van Indië als geheel, terwijl er
tevens een krachtige centrale autoriteit moet
zijn.
Het doel moet zijn deelgenootschap in een
gemeene zaak.
De boodschap ondersteunt in principe de
voorgestelde afscheiding van Burma van In
dië, doch is van meening. dat de Indische
opinie de gelegenheid moet worden gegeven
dit zelf te verklaren en dat geen beslissing
worde genomen alvorens de kwestie door de
Ronde-Tafel-Conferentie is besproken. In
zake centraal bestuur overweegt de bood
schap dat het voornaamste probleem de aard
is van een centrale executieve en de betrek
kingen daarvan met de wetgeving, in welk
verband de meening wordt geuit, dat thans
het stadium bereikt- is. waarin het wensche-
lijk schijnt de ontwikkeling van wetgeving en
uitvoerende macht in nauwer verband te
brengen met elkaar.
De boodschap geeft aan hoe een dergelijke
regeering zou kunnen werken en onderschat
de bezwaren niet.
Over de kwestie hoe eventueel gekozen le
den der regeering moeten samenwerken met
aangewezen leden, zegt de boodschap: „zij
moeten in staat gesteld worden om zooveel
de omstandigheden dit veroorloven, een poli
tiek te voeren, welke in overeenstemming is
met de inzichten van hun aanhangers". Dit
houdt weer in, dat het Parlement bereid zou
zijn de doeleinden te definieeren. waarvoor
het zijn constitutioneel recht op ingrijpen in
de politiek van de Indische regeering zou wil
len uitoefenen en dat zoolang de gevoerde
politiek deze doeleinden niet bedreigt, de re
geering van Indië vrij zal zijn de zaken van
Indië te behandelen in nauwen samenhang
met de Indische wetgeving.
De aanbevelingen van de statutaire com
missie inzake de provinciale oonsistutie, zijn
over het algemeen in overeenstemming met
de verlangens van de opstellers van de bood
schap en vertegenwoordigen volgens deze
boodschap een edelmoedig antwoord op den
eisch. van het volk van provinciale autonomie
België.
Jaspar vraagt bedenktpd.
BRUSSEL, 13 Nov. (V. D.) De Koning heeft
hedenmiddag den premier Jaspar in audiëntie
ontvangen en heeft hem verzocht de ontslag
aanvrage van het kabinet in te trekken.
Jaspar heeft een dag bedenktijd gevraagd.
Frankrijk.
Groote rede van Briand.
PARIJS, 13 Nov. (VD.) In antwoord op
een rede van Marin, werd in de Fransche
Kamer, waar heden groote debatten over c e
buitenlandsche politiële plaatshadden, door
Briand het woord gevoerd.
De Minister zeide, dat wanneer de meer
derheid van de Kamer hem gebrek aan vast
beradenheid wenscht te verwijten, zij zich
van hem dient af te scheiden. Men gevoelt
spr. wil dit niet erkennen een zekere te
leurstelling bij zich opkomen, wanneer men
kennis neemt van de redevoeringen, gehou
den door zekere Duitsche persoonlijkheden.
Spr. heeft ten deze al eens zijn meening ge
zegd tegenover Duitsche vertegenwoordigers,
met wie hij in contact kwam. Stresemann is
een uiterst positieve persoonlijkheid geweest.
Spr. heeft indertijd toezeggingen gedaan om
dat hij die toezeggingen onontbeerlijk achtte
voor den vrede. Dit vertrouwen in den vrede
heeft men in Frankrijk ondersteund. Het is
anderbijds bedroevend te zien hoe men
tracht een paniek teweeg te brengen. Men
dient zich rekenschap te geven van de we
reldpolitiek. Te Genève staat Frankrijk niet
alleen met Duitschland, maar het zit daar
met nog 52 andere staten aan een tafel. De
meeningsverschillen en dubbelzinnigheden
moeten eindelijk verdwijnen.
De Kamer dient zich er thans duidelijk
over uit te spreken of zij de jarenlang door
hem gevolgde politiek, die de politiek van
Frankrijk is geworden, al dan niet goedkeurt.
Indien er belemmeringen liggen op den weg
van de organisatie van den vrede, dan is dit
een reden te meer om onverdroten daaraan
voort te arbeiden.
Spr. had het vervolgens over het belang
van een goede nabuurschap met een millioe-
nenvolk als Duitschland en verklaarde, dat
een dergelijke nabuurschap een minister van
Buitenlandsche Zaken verplicht door het
sluiten van overeenkomsten de bestaande ge
varen te verminderen.
Het Verdrag van Versailles heeft zoowel
zijn goede als minder goede zijden. Art. 19
b.v. laat de mogelijkheid van bestudeering
van tal van vraagstukken over. Bij de orga
nisatie van den vrede zijn reeds groote vor
deringen gemaakt. Door het verdrag van
Locarno heeft Frankrijk van Duitschland de
plechtige belofte ontvangen, dat het nimmer,
ter verandering van zijn westelijke grenzen,
geweld zal gebruiken.
Spr. heeft de veiligheid van Frankrijk nog
buiten beschouwing gelaten, want een
Duitsch-Fransche verzoeningspolitiek, belet
naar zijn meening Frankrijk niet zich tevens
met zijn grenzen bezig te houden.
Spr. moet bekennen, dat het Young-Plan
niet door een nieuw plan kan worden vervan
gen. Duitschland heeft echter wel recht op
een moratorium. Een voorstel In die richting
is spr. echter nog niet bekend, maar op den
dag, waarop dit zal geschieden, zal Frankrijk
zien, wat het moet antwoorden. Men criti-
seert meermalen feestredevoeringen, die in
Duitschland zijn gehouden, maar mag niet
vergeten, dat er ook in Frankrijk menschen
zijn, die zich eigenaardig uitdrukken.
De rede van Briand oogstte allerwege bij
val in de Kamer,
Brussel, 12 Nov. 1930.
Gisteren, wat later in den avond, begon
zich de situatie wat duidelijker te teekenen.
En hedenochtend heerscht in politieke krin
gen alweer een vrij algemeen optimisme.
Ik had zoo juist een onderhoud met een
afgevaardigde die beschouwd kan worden als
te zijn volkomen op de hoogte der socialisti
sche tactiek. Deze achtte een deelnemen der
SDAT. aan de regeering uitgesloten.
Ten eerste heeft het partijbestuur posi
tieve, bindende verklaringen te dien opzichte
afgelegd. Ten tweede zijn de tijden er niet
naar om de regeeringsmacht te ambieeren.
Integendeel. Nu. na den geforceerden bloei
van de eeuwfeesten en de wereldtentoonstel
lingen. zich de economische crisis te sterker
zal doen gevoelen, nu de werkloosheid hand
over hand toeneemt, heeft de verantwoorde
lijkheid niets aantrekkelijks voor de socialis
ten. De rol van oppositie, in het gunstigste
geval van toeschouwer, staat hen op dit
oogenblik het beste aan. En dat Is volkomen
verklaarbaar.
Waar nu de katholieken niet sterk genoeg
zijn om alléén te regeeren, waar een verbond
tusschen katholieken en fronters a priori
uitgesloten wordt geacht, waar een minder-
heidsregeering hier onbekend Is en een za
kenkabinet ongewenscht wordt genoemd, zoo
niet practlsch onbestaanbaar, daar blijven
maar twee mogelijkheden open.
a. een Kamer-ontbinding.
b. een hernieuwde katholieke liberale coali
tie.
De veronderstelling a heeft vooral voor de
katholieken weinig aantrekkelijks. Zij weten
héél goed. dat wanneer er nieuwe verkiezin
gen worden uitgeschreven, vóór dat tal van
Vlaamsche quaesttes een bevredigende oplos
sing hebben gekregen, de frontpartij aanzien
lijke winsten zou maken ten koste van de
katholieken. En men acht het niet onmoge
lijk dat het aantal fronters-afgevaardigden
in dat geval de twintig ruim zou over
schrijden. Nu wil het geval dat zoowel ka
tholieken als liberalen alles zullen doen om
een vooruitgang der frontpartij te beletten.
Zij zullen gezamenlijk tot eiken prijs Kamer
ontbinding met de daaraan vertoonden nieu
we verkiezingen voorkomen.
Maarwanneer zij den wind uit de zei
len van het front willen wegnemen, dan
moeten zij zorgen dat er in 1933 zoo weinig
mogelijk meer over is van de Vlaamsche
strijdpunten.
Wanneer men dus komt tot de veronder
stelling b. dan moet daarbij in het oog ge
houden worden, dat om der wille van dat
nieuwe verbond met de liberalen, de katho
lieken géén concessies ten koste van de Vla
mingen kunnen doen.
Wanneer er dus concessies gedaan moeten
worden, dan zal het zijn door de zwakste
groep, door de Liberalen.
Trouwens de heer Adolphe Max, minister
van Staat, Burgemeester van Brussel, een der
leiders van de liberalen, blijkt geschrokken te
zijn van de gevolgen der actie en dadelijk
na het bekendworden der demissie deed hij
stappen om weer tot een verzoening te
komen.
Dit feit is van groote beteekenls. De wensch
om wel tot den ouden toestand terug te komen
moet uitgaan van de liberale leiders, die zidh
tegen de liberale ministers hebben ultgespro
ken. De toenadering kan namelijk niet van
de ministers uitgaan na de brief van mr.
Paul Hijman, die hier volgt. Deze is gericht
aan den heer Catteau, voorzitter van de Libe
rale Federatie te Brussel, en luidt:
Brussel, 11 November 1930
Mijn waarde Voorzitter,
De eenparige goedkeuring, door het be
stuur van de Bru&selsche Liberale Federatie,
van de motie, vooi gesteld door den heer Max.
burgemeester van Brussel en minister van
Staat, welke motie doe: de bladen werd mede
gedeeld. heeft er mij doen toe 'besluiten,
den eersten-minister te verzoeken, den koning
mijn ontslag als minister van Buitenlandsche
Zaken aan te bieden.
Ik kan inderdaad de afkeuring niet aan
vaarden van een door minister Vauthler ge
nomen maatregel, waarbij ik me, samen met
mijn liberale collega's, had aangesloten, even
min als ik kan beloven, de intrekking van
dezen maatregel te helpen bewerken.
Deze werd ons immers Ingegeven door een
geest van loyauteit. Het scheen ons onmoge
lijk, na de Gentsche universiteit, schier bij
eensgezindheid van de Kamer, wettelijk ver-
vlaamseht te hebben, enkele professoren van
deze hoogeschool toe te laten, in een mede
dingende instelling aan den overkant, die
lessen te geven in het Fransch, waarmee zij
in de Vlaamsche staatsuniversiteit zijn be
last.
Dat is het eenige, wat deze maatregel be
oogde, daar overeengekomen was. dat deze
zelfde professoren volledige vrijheid zouden
behouden, om aan de „Ecole des Ha ut es
Etudes" vrije cursussen of conferenties te
geven. Bovendien had de minister van Kun
sten en Wetenschappen besloten, met den
rector van de Gentsche universiteit te be
raadslagen over de wijze waarop aan de
„Ecole des Hautes Etudes", het noodigc uit
stel kan worden gegeven, opdat de genomen
maatregel kan worden uitgevoerd, zonder
schade te berokkenen aan de belanghebben
de professoren en aan het wetenschappelijke
werk van de „Ecole des Hautes Etudes".
Het is mij onmogelijk, aan mijn collega's
de intrekking te vragen van een maatregel
die in gemeenschappelijk overleg Is genomen
en dien ik onmogelijk als strijdig kan be
schouwen met het beginsel van vrijheid van
onderwijs, welk beginsel in deze kwestie niet
op het spel is.
De stemming van het bestuurscomiteit ont
neemt me het noodige gezag en in deze om
standigheden heb ik het besluit genomen,
mij uit de regeering terug te trekken.
Mijn liberale collega's in het kabinet heb
ben zich met mijn besluit vereenigd.
Met de meeste hoogachting tee ken ik,
(w.g.) PAUL HIJMANS
Dit schrijven is ook in Vlaamsche kringen
met sympathie ontvangen. Duidelijk blijkt
er uit hoe gering van beteekenLs de aanleiding
tot het conflict is en onomwonden wordt er
in uitgesproken, dat de gewrochte maatregel
geïnspireerd werd door het meest elemen
taire gevoel van loyaliteit.
Maar behalve loyaliteit is er nog iets anders
in het spel; n.l. het Staatsgezag en het re-
geeringsprestlge. Geheel afgescheiden van de
feitelijke toedracht in dit geval, kan de staat
nooit en onder ceen voorwaarde toestaan
dat de staatsinstellingen door staatsambtena
ren gesaboteerd worden.
De beslissing der liberale ministers ia
waarschijnlijk in overeenstemming met hun
collega's genomen om een zuiveren toestand
te scheppen. Algemeen was men van oordeel
dat een conflict niet uit kon blijven, dat op
de een of andere manier, vroeger of later,
het kabinet-Jaspar moest vallen. Zoo niet in
December, dan in Januari en zoo niet in
Januari dan in Februari.
Aangezien met dat zwaard van Damokles
boven het hoofd een vruchtbare regeerings-
werkzaamheid niet wel mogelijk was. heeft
men er de voorkeur aangegeven om dadelijk
de crisis uit te lokken, ten einde na de op
lossing rustig te kunnen doorgaan.
In de wandelgangen beschouwt men het
voorwendsel der liberale ministers als „kin
derachtig". Dat bewijst te duidelijker, dat het
niet meer dan een voorwendsel is.
Men spreekt van een ..comedie" of van een
„complot van Max". De „Vingtième Siecle"
(r.k.) spreekt van: „les menées ourdies par
M. Max".
De meeste afgevaardigden weigeren de
quaestie au sérleux te nemen, omdat men
overtuigd is. dat de liberalen en katholieken
een basis voor vernieuwde samenwerking zul
len vinden.
Waarschijnlijk zal er dan een zoenoffer
vallen. En dat zal dan natuurlijk prof.
Vauthiex moeten zijn!
Heden kunnen wij dus met ietwat meer
zekerheid spreker dan gisteren.
En men kan zeggen dat het tegen alle nor
male verzuchtingen in zou zijn. wanneer het
conflict niet spoedig zou worden opgelost in
den zin van een nieuwe liberaal-katholiek
compromis.
J ORESHOFF.
KRANKZINNIG VERKLARING
VAN EEN GEDETINEERDE.
ANTWOORD VAN DEN MINISTER.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Van der Heide, inzake de behandeling van een
gedetineerde in het Huls van Bewaring te
Amsterdam en zijn overbrenging naar een
rijkskrankzinnigengesticht, heeft de minister
van Justitie om geantwoord:
De juiste toedracht ls geweest dat de be
trokken gedetineerde, die aanvankelijk ge-
istraft met twee dagen strafcel en onmiddellijk
daarop, wegens verzet bij de ten uitvoerleg
ging, met nog drie dagen strafcel, na afloop
daarvan weigerde deze cel te verlaten waar
in aanvankelijk ter voorkoming van nieuw
verzet ook in 's mans eigen belang werd be
rust. Na eenigen tijd maakte hij zich echter
opnieuw aan ernstige misdragingen schuldig,
waarvoor hem wederom twee dagen strafcel
werden opgelegd. Nadat deze verstreken waren
werd de voorgenomen terugvoering naar een
gewone cel achterwege gelaten, omdat de be
trokken geneesheer, die hem reeds eenige
malen had bezocht, het beter achtte hem ter
plaatse, waar hij verbleef, in observatie te
nemen wegens zijn weigering om naar een
zlekencel te worden overgebracht. De termijn
van straf, vrijwillig verblijf ln de strafcel en
observatie tezamen heeft geduurd van 4
Augustus tot 8 September J.I., waarop eva
cuatie naar het krankzinnigengesticht volgde.
De betrokken gedetineerde werd op 18
Augustus j.1. door den gestichtspsychlater in
meer geregelde observatie genomen. Op 2
September daarop volgend werden door dien
geneesheer bij vroegere bezoeken door hem
niet waargenomen psychische verschijnselen
geconstateerd, die hem aanleiding gaven om
op 4 September een verklaring van krankzin
nigheid af te geven aan den officier van Justl
tie te Amsterdam, door wiens bemiddeling de
plaatsing in een krankzinnigengesticht op 8
September tot stand is gekomen. De tusschen-
komst van den minister daartoe Ls niet ge
vraagd en was in het onderhavige geval, aLs
betreffende een preventief gedetineerde, naar
de geldende voorschriften ook niet noodig.
INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN
a 60 Cts. per regel.
De venijnige steken
va n spit in den rug
overvallen U onverwacht* Grt|p
dadelijk naar Akker KloosterbaL
•era. welke tot diep ln de weefsels
doordringt, de p:|n stilt, ophoo-
pende ziektestoffen doet verdwi}-
l een. snel en grondig verlicht.
„Ceen goud
zoo goed"
n~ i I11 n
AGENDA
VRIJDAG 14 NOVEMBER
StadsschouwburgOperette „Czardasvorstin"
8 uur.
Geb. Blauwe Kruis: Causerie van dr J.
Weener over Palestina. 8 uur.
Remonstrantsch Ger. Gem.: Gemeente
avond. Declamatie door den heer Kommer
Kleyn, 8 uur.
Palace: „De vaandrig van den keizer".
Tooneel: Tummers (humorist). 8.15 uur.
Luxor Theater: „Ridders van den nacht",
en „Hotel „De twee duiven"." Tooneel: Les 4
Serierses. 8 uur.
Rembrandt Theater: „Koning der Konin
gen." 7 en 9.15 uur.
Zandvoort: Raadsvergadering 2 uur
namiddag.
ZATERDAG 15 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Kon. Ver. Het Ncder-
landsch Tooneel: ..Liofde's Lief en Leed". 8 u.
Deutsche Ges. vcrein. Feestavond 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en dea
avonds.