BUITENLAND Loonsverlaging bij de Engelsche spoorwegen DE KABINETSCRISIS IN BELCIE. Kloosterbalsem HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 14 NOVEMBER 1930 TWEEDE BLAD De onderhandelingen gaande. Kans op een conflict? DE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN OPLOSSING. (Van onzen correspondent). Belangrijke rede van Briand Alweer het moratorium. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Heden eén belangrijk bericht uit Engeland: LONDEN, 13 Nov. (VD.) Heden is een ge zamenlijke conferentie gehouden der drie groote spoorwegmaatschappijen met de drie spoorwegvakvereenigingen in verband met voorstellen tot loonsverlaging. In hoofdzaak komen de voorstellen op het volgende neer: De loonen der volwassen ar beiders worden verminderd met 6 shilling met een minimumloon van 38 shilling per week; de loonen van minderjarige mannen en vrouwen worden verminderd met 3 shilling per week. De salarissen van f 180 tot 350 per jaar worden verminderd met 30 per jaar, de sa larissen van 80 tot 180 met 10 per jaar. De conferentie is verdaagd teneinde de vak- vereenigingen gelegenheid te geven deze voor stellen te overwegen. Men verwacht dat de railway unions ze niet zullen aanvaarden- Ter aanvulling van dit bericht diene, dat de overeenkomst tusschen de werkgevers en werknemers afgeloopen is. Er moet dus een nieuwe overeenkomst opgesteld worden, en de werkgevers hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt en hun redeneering gemoti veerd met het feit dat ontvangsten der spoor wegen aanzienijlk gedaald zijn. Het is wel zeker dat de werknemers zich nu zullen verzetten tegen de voorgenomen loonsverlaging. Men rekent vooralsnog echter niet op een strijd die een staking tot gevolg kan hebben. Mochten de besprekingen tus schen de beide partijen vastgeloopen, dan zal er een gemengde commissie benoemd worden en in tweede instantie een nationale com missie wier uitspraak bindend is. Zelfs dan echter is het nog niet noodzakelijk dat de partijen zich vereenigen met de meening der nationale commissie. Men gelooft echter dat het wel ongelukkig moet Ioopen, willen de onderhandelingen via alle instanties mis lukken. L. A. Genève. Over resoluties en Duitsch- Fransche tegenstellingen. De Engelsche delegatie te Genève heeft een resolutie ingediend, die uit drie gedeelten be staat. In het eerste gedeelte moet de voor bereidingscommissie het beginsel goedkeuren van een zoo volledig mogelijke uitwisseling van inlichtingen over de wapening. In het tweede gedeelte zou de voorbereidingscom missie dan te kennen geven dat het de wensch is van vrijwel alle leden van de com missie om een of andere methode te vinden, die zorgt voor beperking van oorlogsmaterieel op nauwkeuriger wijze dan door publiciteit alleen kan worden bereikt. In het derde ge deelte stelt de resolutie vast, dat de meerder heid van de voorbereidingscommissie van meening is, dat onder een nauwkeurige me thode de methode van budgetaire beperking moet worden verstaan, doch dat andere le den van de commissie als de doeltreffendste methode die van de rechtstreeksche beper king hebben aangeraden, terwijl een zeker aantal leden van de commissie de meening verkondigd heeft, dat een combinatie van de twee methoden de beste was. Verder meldt de N R. C.: De resolutie van de Fransche delegatie is bedoeld als een aanvulling tot de resolutie van Lord Cecil, die te voren de instemming van de Franschen en Amerikanen verkregen had. De Fransche resolutie is een uitwerking van het denkbeeld van Masslgli. in de ver gadering van de voorbereidingscommissie be pleit. De resolutie stelt voor. dat de voorbe reidingscommissie aan den heer Loudor. zal opdragen de commissie van budgetaire des kundigen, die reeds vroeger bestaan heeft, opdracht te geven een studie te maken van de beste methode om te komen tot toepassing van de beperking van het materiaal van de landmacht langs budgetairen weg. De des kundigen zouden er voor moeten zorgen, dat alle uitgaven betreffende den aankoop, ver- vaaixliging en onderhoud van oorlogsmate riaal van de landmacht, door de beperking der militaire uitgaven zullen worden getrof fen, waarbij de deskundigen dan rekening moeten houden met de verschillende wijzen van budgetair toezicht in de verschillende landen en met de mogelijkheid van een wij ziging van de koopkracht van het geld, na het tot stand komen van de conventie. De budgetaire deskundigen zullen aan de regeeringen hun rapporten moeten indienen tijdig genoeg voor de aanstaande algemeene ontwapeningsconferentie, opdat de regeerin- gen dit met zorg kunnen bestudeeren. De derde resolutie is van den Italiaanschen generaal de Marinis. die het met Lord Cecil eens is. wat de eerste twee gedeelten van de Engelsche resolutie betreft, doch als derde gedeelte voorstelt, dat de ontwapeningscom missie uit zal spreken, dat de beste methode van beperking van het oorlogsmateriaal van de landmacht zal bestaan in een vereeniging van twee systemen, de directe en indirecte methode. Litwinof verklaarde, dat ook hij een reso lutie had willen indienen die gelijk is als het derde gedeelte van de resolutie van generaal de Marinis. die hij aldus opvat, dat de voor bereidingscommissie zich er voor zal uitspre ken. dat in de conventie aan alle staten zoo wel'de directe als indirecte methode zal wor den opgelegd. Graaf Bernstorff verklaarde, dat hij wensc.hte, dat., voordat het derde gedeelte yan de resolutie Cecil in stemming zou wor den gebracht, gestemd zou worden over de quaestie of de directe methode van beperking en hoever deze gaan zou. Vandaag heeft de commissie alleen de eerste twee gedeelten van de Engelsche resolutie aangenomen, die betrekking hebben op het publiceeren van gegevens, doch verklaren, dat een nauwkeu riger methode van beperking dan publicatie moet gekozen worden. Alleen Litiwinof heeft zich bij deze stemming onthouden, daar hij vond dat publicatie gee>n practische beteeke- nis heeft, indien zij niet gepaard gaat met vermindering van bewapening. In den loop van de discussie was er nog een scherpe woordenwisseling tusschen graaf Bernstorff en Massigli. Eerstgenoemde ver klaarde, dat hij tot dusverre aan de discussie geen groot deel had genomen, in de eerste plaats omdat Duitschland reeds ontwapend is, zoodat het aan de andere staten kan wor den overgelaten de methode te zoeken hoe zij zelf eveneens zullen ontwapenen, Bern storff wilde echter nogmaals met nadruk verklaren, dat Duitschland de directe metho de van beperking voorstaat. Technische be zwaren, die daartegen zijn aangevoerd, zijn van geen overtuigende kracht voor Duitsch land. daar aan Duitschland bij het vredes verdrag van Versailles een directe beperking van oorlogsmateriaal is opgelegd, zoodat ook andere mogendheden zich dezelfde methode var, bezwaren, dat de tegenwoordige toestand in Europa zoo onrustig is, dat zij pleit tegen het maken van een conventie, antwoordt Bernstorff, dat juist het ontbreken van zoo'n ontwapeningsconventie voor een groot deel de schuld is van den onrustigen toestand en dat de toestand in Europa niet verbeteren zal als er geen goede ontwapeningsconventie zal worden ontworpen. Hierop antwoordde Masslgli, dat hij uit een oogpunt van verzoeningsgezindheid niet had gereageerd op verschillende uitlatingen van Bernstorff omtrent de Duitsche ontwapening en de wapening der andere mogendheden, doch dat hij na de redevoering, die Bernstorff weer heeft gehouden, zich verplicht zou ge voelen voor het einde van de zitting van de voorbereidingscommissie op de zaak terug te komen en met het Duitsche standpunt af te rekenen. Het is merkwaardig m verband met deze aankondiging van een Fransch antwoord op verschillende aanvallen van Duitschland op de ontwapeningspolitiek van Frankrijk, dat juist in een correspondentie in het Journal de Genève uit Parijs een klacht werd verno men, dat men te Parijs vond dat Massigli te lijdzaam tegenover Duitschland was en niet genoeg op Dyitsche aanvallen terugsloeg. Protest van Litwinof f tegen het beleid van Jhr. Loudon. GENèVE, 13 Nov. (V. D.) Onder voorzitter schap van den Nederlandschen gezant te Parijs, Jhr. Loudon werden hedenmorgen door de voorbereidende ontwapeningscom missie de algemeene beschouwingen over het vraagstuk van de beperking en vermindering van oorlogsmateriaal gesloten. De leider der Sovjet-delegatie, ae Russische Volkscommis saris van Buitenlandsche Zaken Litwinoff, protesteerde tegen de tijdens de debatten ge bleken wanorde en verwarring, die z.i. ver oorzaakt werden door de passieve houding van den voorzitter. Engeland. Zal de fout goedgemaakt Worden? De Londensche berichtgever van het Htold. seint: De regeering zal ongetwijfeld haar politiek inizake Palestina herzien. Maandag a.s. wordt een gewichtige verklaring verwacht, waarin zal worden gezegd dat de regeering Jood- schen arbeid op Joodsch land en in Jood- sche ondernemingen zal begunstigen. Zij is niet voornemens de Joodsche Immigratie te beperken omdat er Arabieren werkloos zijn. De ..Daily Herald" zegt dat Lord Passfleld vergunningen voor ongeveer 1500 Joodsche immigranten heeft goedgekeurd, waaronder de vergunningen, welke in Mei jl. werden op geschort. Het blad verklaart dat Passfleld niet van plan is de interpretatie van het Mandaat, gelijk alle Britsche reeeeringen se dert 1922 haar hebben opgevat, te wijzigen. De verhouding tot Oost-Af rika. LONDEN. 13 Nov. (V. D.) Het Hoogerhuis heeft gisteravond na eenige discussie zonder stemming goedgekeurd het voorstel van den secretaris van Koloniën. Lord Pass field, dat beoogt een commissie samen te stellen uit vertegenwoordigers van beide Huizen ter be handeling van de rapporten over een nau were samenwerking in Oost-Afrika. Passfield verklaarde, dat de regeering niet tracht de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven, doch dat zij den collectieven steun van het Parlement wenscht, vóór dat zij een definitieve beslissing neemt, zoo be langrijk als de nieuwe grondwet voor een groot gebied van Afrika. Een boodschap van de Indische regeering. LONDEN. 13 Nov. (V. D.) Voor de bespre- kingen in de Ronde-Tafel-Conferentie heeft de Indische regeering gedetailleerd haar in zichten uiteengezet in een uitvoerige bood schap over „den verderen vooruitgang, die thans gemaakt kan worden in de richting van ontwikkeling van een verantwoordelijke regeer in g in Italië als integreerend gedeelte van het Britsche Rijk". Een overzicht gevende van de politieke krachten, welke in Indië werkzaam zijn, be spreekt zij de boodschap de kracht van de nationale beweging, die den vorm heeft aan genomen van een eisch om zelfbestuur en INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN a 60 Cts. per regel Stofzuigerhuis MAERTENS BARTEL JORISSTRAAT 18 TELEFOON 1075» VAMPYR Stofzuiger» f98.- den Dominion-status, en merkt op, dat deze eisch in practische termen inhoudt, dat In dië de bevoegdheid wil hebben haar eigen zaken te regelen zoowel in de provinciën als wat betreft het instellen van tijdelijke .safe guards", voor zoover deze noodig mochten zijn. De eisch inzake den Dominion-stalus kan gescheiden worden van den eisch inzake zelfregeering. Een nieuw bestuurssysteem moet zooveel mogelijk gebaseerd worden op gewillige toe stemming van het volk. welks politiek be wustzijn gestadig ontwaakt. De boodschap is van meening. dat het doel moet zijn een constitutie in te stellen, welke de mogelijk heid inhoudt voor een eigen ontwikkeling. Het uiteindelijk ideaal van de AU-India- federatle wordt aanvaard ofschoon gezegd wordt, dat de verwezenlijking afhankelijk moet zijn van de houding der staten. De pro vincies van Engelsch-Indië moeten een maxi male autonomie krijgen in overeenstemming met de rest van Indië als geheel, terwijl er tevens een krachtige centrale autoriteit moet zijn. Het doel moet zijn deelgenootschap in een gemeene zaak. De boodschap ondersteunt in principe de voorgestelde afscheiding van Burma van In dië, doch is van meening. dat de Indische opinie de gelegenheid moet worden gegeven dit zelf te verklaren en dat geen beslissing worde genomen alvorens de kwestie door de Ronde-Tafel-Conferentie is besproken. In zake centraal bestuur overweegt de bood schap dat het voornaamste probleem de aard is van een centrale executieve en de betrek kingen daarvan met de wetgeving, in welk verband de meening wordt geuit, dat thans het stadium bereikt- is. waarin het wensche- lijk schijnt de ontwikkeling van wetgeving en uitvoerende macht in nauwer verband te brengen met elkaar. De boodschap geeft aan hoe een dergelijke regeering zou kunnen werken en onderschat de bezwaren niet. Over de kwestie hoe eventueel gekozen le den der regeering moeten samenwerken met aangewezen leden, zegt de boodschap: „zij moeten in staat gesteld worden om zooveel de omstandigheden dit veroorloven, een poli tiek te voeren, welke in overeenstemming is met de inzichten van hun aanhangers". Dit houdt weer in, dat het Parlement bereid zou zijn de doeleinden te definieeren. waarvoor het zijn constitutioneel recht op ingrijpen in de politiek van de Indische regeering zou wil len uitoefenen en dat zoolang de gevoerde politiek deze doeleinden niet bedreigt, de re geering van Indië vrij zal zijn de zaken van Indië te behandelen in nauwen samenhang met de Indische wetgeving. De aanbevelingen van de statutaire com missie inzake de provinciale oonsistutie, zijn over het algemeen in overeenstemming met de verlangens van de opstellers van de bood schap en vertegenwoordigen volgens deze boodschap een edelmoedig antwoord op den eisch. van het volk van provinciale autonomie België. Jaspar vraagt bedenktpd. BRUSSEL, 13 Nov. (V. D.) De Koning heeft hedenmiddag den premier Jaspar in audiëntie ontvangen en heeft hem verzocht de ontslag aanvrage van het kabinet in te trekken. Jaspar heeft een dag bedenktijd gevraagd. Frankrijk. Groote rede van Briand. PARIJS, 13 Nov. (VD.) In antwoord op een rede van Marin, werd in de Fransche Kamer, waar heden groote debatten over c e buitenlandsche politiële plaatshadden, door Briand het woord gevoerd. De Minister zeide, dat wanneer de meer derheid van de Kamer hem gebrek aan vast beradenheid wenscht te verwijten, zij zich van hem dient af te scheiden. Men gevoelt spr. wil dit niet erkennen een zekere te leurstelling bij zich opkomen, wanneer men kennis neemt van de redevoeringen, gehou den door zekere Duitsche persoonlijkheden. Spr. heeft ten deze al eens zijn meening ge zegd tegenover Duitsche vertegenwoordigers, met wie hij in contact kwam. Stresemann is een uiterst positieve persoonlijkheid geweest. Spr. heeft indertijd toezeggingen gedaan om dat hij die toezeggingen onontbeerlijk achtte voor den vrede. Dit vertrouwen in den vrede heeft men in Frankrijk ondersteund. Het is anderbijds bedroevend te zien hoe men tracht een paniek teweeg te brengen. Men dient zich rekenschap te geven van de we reldpolitiek. Te Genève staat Frankrijk niet alleen met Duitschland, maar het zit daar met nog 52 andere staten aan een tafel. De meeningsverschillen en dubbelzinnigheden moeten eindelijk verdwijnen. De Kamer dient zich er thans duidelijk over uit te spreken of zij de jarenlang door hem gevolgde politiek, die de politiek van Frankrijk is geworden, al dan niet goedkeurt. Indien er belemmeringen liggen op den weg van de organisatie van den vrede, dan is dit een reden te meer om onverdroten daaraan voort te arbeiden. Spr. had het vervolgens over het belang van een goede nabuurschap met een millioe- nenvolk als Duitschland en verklaarde, dat een dergelijke nabuurschap een minister van Buitenlandsche Zaken verplicht door het sluiten van overeenkomsten de bestaande ge varen te verminderen. Het Verdrag van Versailles heeft zoowel zijn goede als minder goede zijden. Art. 19 b.v. laat de mogelijkheid van bestudeering van tal van vraagstukken over. Bij de orga nisatie van den vrede zijn reeds groote vor deringen gemaakt. Door het verdrag van Locarno heeft Frankrijk van Duitschland de plechtige belofte ontvangen, dat het nimmer, ter verandering van zijn westelijke grenzen, geweld zal gebruiken. Spr. heeft de veiligheid van Frankrijk nog buiten beschouwing gelaten, want een Duitsch-Fransche verzoeningspolitiek, belet naar zijn meening Frankrijk niet zich tevens met zijn grenzen bezig te houden. Spr. moet bekennen, dat het Young-Plan niet door een nieuw plan kan worden vervan gen. Duitschland heeft echter wel recht op een moratorium. Een voorstel In die richting is spr. echter nog niet bekend, maar op den dag, waarop dit zal geschieden, zal Frankrijk zien, wat het moet antwoorden. Men criti- seert meermalen feestredevoeringen, die in Duitschland zijn gehouden, maar mag niet vergeten, dat er ook in Frankrijk menschen zijn, die zich eigenaardig uitdrukken. De rede van Briand oogstte allerwege bij val in de Kamer, Brussel, 12 Nov. 1930. Gisteren, wat later in den avond, begon zich de situatie wat duidelijker te teekenen. En hedenochtend heerscht in politieke krin gen alweer een vrij algemeen optimisme. Ik had zoo juist een onderhoud met een afgevaardigde die beschouwd kan worden als te zijn volkomen op de hoogte der socialisti sche tactiek. Deze achtte een deelnemen der SDAT. aan de regeering uitgesloten. Ten eerste heeft het partijbestuur posi tieve, bindende verklaringen te dien opzichte afgelegd. Ten tweede zijn de tijden er niet naar om de regeeringsmacht te ambieeren. Integendeel. Nu. na den geforceerden bloei van de eeuwfeesten en de wereldtentoonstel lingen. zich de economische crisis te sterker zal doen gevoelen, nu de werkloosheid hand over hand toeneemt, heeft de verantwoorde lijkheid niets aantrekkelijks voor de socialis ten. De rol van oppositie, in het gunstigste geval van toeschouwer, staat hen op dit oogenblik het beste aan. En dat Is volkomen verklaarbaar. Waar nu de katholieken niet sterk genoeg zijn om alléén te regeeren, waar een verbond tusschen katholieken en fronters a priori uitgesloten wordt geacht, waar een minder- heidsregeering hier onbekend Is en een za kenkabinet ongewenscht wordt genoemd, zoo niet practlsch onbestaanbaar, daar blijven maar twee mogelijkheden open. a. een Kamer-ontbinding. b. een hernieuwde katholieke liberale coali tie. De veronderstelling a heeft vooral voor de katholieken weinig aantrekkelijks. Zij weten héél goed. dat wanneer er nieuwe verkiezin gen worden uitgeschreven, vóór dat tal van Vlaamsche quaesttes een bevredigende oplos sing hebben gekregen, de frontpartij aanzien lijke winsten zou maken ten koste van de katholieken. En men acht het niet onmoge lijk dat het aantal fronters-afgevaardigden in dat geval de twintig ruim zou over schrijden. Nu wil het geval dat zoowel ka tholieken als liberalen alles zullen doen om een vooruitgang der frontpartij te beletten. Zij zullen gezamenlijk tot eiken prijs Kamer ontbinding met de daaraan vertoonden nieu we verkiezingen voorkomen. Maarwanneer zij den wind uit de zei len van het front willen wegnemen, dan moeten zij zorgen dat er in 1933 zoo weinig mogelijk meer over is van de Vlaamsche strijdpunten. Wanneer men dus komt tot de veronder stelling b. dan moet daarbij in het oog ge houden worden, dat om der wille van dat nieuwe verbond met de liberalen, de katho lieken géén concessies ten koste van de Vla mingen kunnen doen. Wanneer er dus concessies gedaan moeten worden, dan zal het zijn door de zwakste groep, door de Liberalen. Trouwens de heer Adolphe Max, minister van Staat, Burgemeester van Brussel, een der leiders van de liberalen, blijkt geschrokken te zijn van de gevolgen der actie en dadelijk na het bekendworden der demissie deed hij stappen om weer tot een verzoening te komen. Dit feit is van groote beteekenls. De wensch om wel tot den ouden toestand terug te komen moet uitgaan van de liberale leiders, die zidh tegen de liberale ministers hebben ultgespro ken. De toenadering kan namelijk niet van de ministers uitgaan na de brief van mr. Paul Hijman, die hier volgt. Deze is gericht aan den heer Catteau, voorzitter van de Libe rale Federatie te Brussel, en luidt: Brussel, 11 November 1930 Mijn waarde Voorzitter, De eenparige goedkeuring, door het be stuur van de Bru&selsche Liberale Federatie, van de motie, vooi gesteld door den heer Max. burgemeester van Brussel en minister van Staat, welke motie doe: de bladen werd mede gedeeld. heeft er mij doen toe 'besluiten, den eersten-minister te verzoeken, den koning mijn ontslag als minister van Buitenlandsche Zaken aan te bieden. Ik kan inderdaad de afkeuring niet aan vaarden van een door minister Vauthler ge nomen maatregel, waarbij ik me, samen met mijn liberale collega's, had aangesloten, even min als ik kan beloven, de intrekking van dezen maatregel te helpen bewerken. Deze werd ons immers Ingegeven door een geest van loyauteit. Het scheen ons onmoge lijk, na de Gentsche universiteit, schier bij eensgezindheid van de Kamer, wettelijk ver- vlaamseht te hebben, enkele professoren van deze hoogeschool toe te laten, in een mede dingende instelling aan den overkant, die lessen te geven in het Fransch, waarmee zij in de Vlaamsche staatsuniversiteit zijn be last. Dat is het eenige, wat deze maatregel be oogde, daar overeengekomen was. dat deze zelfde professoren volledige vrijheid zouden behouden, om aan de „Ecole des Ha ut es Etudes" vrije cursussen of conferenties te geven. Bovendien had de minister van Kun sten en Wetenschappen besloten, met den rector van de Gentsche universiteit te be raadslagen over de wijze waarop aan de „Ecole des Hautes Etudes", het noodigc uit stel kan worden gegeven, opdat de genomen maatregel kan worden uitgevoerd, zonder schade te berokkenen aan de belanghebben de professoren en aan het wetenschappelijke werk van de „Ecole des Hautes Etudes". Het is mij onmogelijk, aan mijn collega's de intrekking te vragen van een maatregel die in gemeenschappelijk overleg Is genomen en dien ik onmogelijk als strijdig kan be schouwen met het beginsel van vrijheid van onderwijs, welk beginsel in deze kwestie niet op het spel is. De stemming van het bestuurscomiteit ont neemt me het noodige gezag en in deze om standigheden heb ik het besluit genomen, mij uit de regeering terug te trekken. Mijn liberale collega's in het kabinet heb ben zich met mijn besluit vereenigd. Met de meeste hoogachting tee ken ik, (w.g.) PAUL HIJMANS Dit schrijven is ook in Vlaamsche kringen met sympathie ontvangen. Duidelijk blijkt er uit hoe gering van beteekenLs de aanleiding tot het conflict is en onomwonden wordt er in uitgesproken, dat de gewrochte maatregel geïnspireerd werd door het meest elemen taire gevoel van loyaliteit. Maar behalve loyaliteit is er nog iets anders in het spel; n.l. het Staatsgezag en het re- geeringsprestlge. Geheel afgescheiden van de feitelijke toedracht in dit geval, kan de staat nooit en onder ceen voorwaarde toestaan dat de staatsinstellingen door staatsambtena ren gesaboteerd worden. De beslissing der liberale ministers ia waarschijnlijk in overeenstemming met hun collega's genomen om een zuiveren toestand te scheppen. Algemeen was men van oordeel dat een conflict niet uit kon blijven, dat op de een of andere manier, vroeger of later, het kabinet-Jaspar moest vallen. Zoo niet in December, dan in Januari en zoo niet in Januari dan in Februari. Aangezien met dat zwaard van Damokles boven het hoofd een vruchtbare regeerings- werkzaamheid niet wel mogelijk was. heeft men er de voorkeur aangegeven om dadelijk de crisis uit te lokken, ten einde na de op lossing rustig te kunnen doorgaan. In de wandelgangen beschouwt men het voorwendsel der liberale ministers als „kin derachtig". Dat bewijst te duidelijker, dat het niet meer dan een voorwendsel is. Men spreekt van een ..comedie" of van een „complot van Max". De „Vingtième Siecle" (r.k.) spreekt van: „les menées ourdies par M. Max". De meeste afgevaardigden weigeren de quaestie au sérleux te nemen, omdat men overtuigd is. dat de liberalen en katholieken een basis voor vernieuwde samenwerking zul len vinden. Waarschijnlijk zal er dan een zoenoffer vallen. En dat zal dan natuurlijk prof. Vauthiex moeten zijn! Heden kunnen wij dus met ietwat meer zekerheid spreker dan gisteren. En men kan zeggen dat het tegen alle nor male verzuchtingen in zou zijn. wanneer het conflict niet spoedig zou worden opgelost in den zin van een nieuwe liberaal-katholiek compromis. J ORESHOFF. KRANKZINNIG VERKLARING VAN EEN GEDETINEERDE. ANTWOORD VAN DEN MINISTER. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Van der Heide, inzake de behandeling van een gedetineerde in het Huls van Bewaring te Amsterdam en zijn overbrenging naar een rijkskrankzinnigengesticht, heeft de minister van Justitie om geantwoord: De juiste toedracht ls geweest dat de be trokken gedetineerde, die aanvankelijk ge- istraft met twee dagen strafcel en onmiddellijk daarop, wegens verzet bij de ten uitvoerleg ging, met nog drie dagen strafcel, na afloop daarvan weigerde deze cel te verlaten waar in aanvankelijk ter voorkoming van nieuw verzet ook in 's mans eigen belang werd be rust. Na eenigen tijd maakte hij zich echter opnieuw aan ernstige misdragingen schuldig, waarvoor hem wederom twee dagen strafcel werden opgelegd. Nadat deze verstreken waren werd de voorgenomen terugvoering naar een gewone cel achterwege gelaten, omdat de be trokken geneesheer, die hem reeds eenige malen had bezocht, het beter achtte hem ter plaatse, waar hij verbleef, in observatie te nemen wegens zijn weigering om naar een zlekencel te worden overgebracht. De termijn van straf, vrijwillig verblijf ln de strafcel en observatie tezamen heeft geduurd van 4 Augustus tot 8 September J.I., waarop eva cuatie naar het krankzinnigengesticht volgde. De betrokken gedetineerde werd op 18 Augustus j.1. door den gestichtspsychlater in meer geregelde observatie genomen. Op 2 September daarop volgend werden door dien geneesheer bij vroegere bezoeken door hem niet waargenomen psychische verschijnselen geconstateerd, die hem aanleiding gaven om op 4 September een verklaring van krankzin nigheid af te geven aan den officier van Justl tie te Amsterdam, door wiens bemiddeling de plaatsing in een krankzinnigengesticht op 8 September tot stand is gekomen. De tusschen- komst van den minister daartoe Ls niet ge vraagd en was in het onderhavige geval, aLs betreffende een preventief gedetineerde, naar de geldende voorschriften ook niet noodig. INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN a 60 Cts. per regel. De venijnige steken va n spit in den rug overvallen U onverwacht* Grt|p dadelijk naar Akker KloosterbaL •era. welke tot diep ln de weefsels doordringt, de p:|n stilt, ophoo- pende ziektestoffen doet verdwi}- l een. snel en grondig verlicht. „Ceen goud zoo goed" n~ i I11 n AGENDA VRIJDAG 14 NOVEMBER StadsschouwburgOperette „Czardasvorstin" 8 uur. Geb. Blauwe Kruis: Causerie van dr J. Weener over Palestina. 8 uur. Remonstrantsch Ger. Gem.: Gemeente avond. Declamatie door den heer Kommer Kleyn, 8 uur. Palace: „De vaandrig van den keizer". Tooneel: Tummers (humorist). 8.15 uur. Luxor Theater: „Ridders van den nacht", en „Hotel „De twee duiven"." Tooneel: Les 4 Serierses. 8 uur. Rembrandt Theater: „Koning der Konin gen." 7 en 9.15 uur. Zandvoort: Raadsvergadering 2 uur namiddag. ZATERDAG 15 NOVEMBER Stadsschouwburg: Kon. Ver. Het Ncder- landsch Tooneel: ..Liofde's Lief en Leed". 8 u. Deutsche Ges. vcrein. Feestavond 8 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en dea avonds.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5