Het nieuwe aspect van Rome.
Bonte Schelmen.
Biographieen in
een notedop.
Mussolini verjongt de eeuwige stad.
Bijzondere correspondentie)
e eeuwige s*ad heeft haar uiterlijk
verjongd. De romantische stads
besturen van den voor-Fasclsti-
schen tijd die het gevoel voor de
'-voMike mate van de bebouwing
hadden verloren en de luidruchtige vormen
van een uit bouwvalligheid en leelijkheld
«amengestelde decadentie in naam van de
traditie lieten voortwoekeren zijn nu gewro
ken. Het is een bewijsbaar feit, dat eerst het
Fascistische regime de Italianen weer gevoel
.oor de grootheid van Rome heeft
gegeven en de herleving der historische en
geestelijke waarden volbracht, die In de rede
van Mussolini bij de invoering van den Ro-
melnschen „Governatorato" tot uiting kwa
men. „In enkele Jaren", verklaarde de Duce,
„moet Rome weer groot, geordend en mach
tig schijnen, gelijk ten tijde van Augustus.
Gij zult den stam van den ouden eerwaardl-
gen elk van alle woekerplanten bevrijden,
die hem nog belemmeren. GIJ zult vrije ruim
te maken om het Augusteum, het Marcellus-
theater, het Kapitool. het Pantheon; al het
geen ln de eeuwen van de decadentie om deze
monumenten opschoot, moet verdwijnen; de
majesteitelijke godshuizen van het Christe
lijke Rome moeten van de parasitaire profane
gebouwen bevrijd worden; de duizendjarige
monumenten van onze geschiedenis moeten
ln verheven eenzaamheid oprijzen; het Fas
cistische volk, het volk dat werkt-, zult gij
hulzen, scholen, badinrichtingen, tuinen en
sportterreinen schenken; van de monumen
tale straten van Rome zullen de trams ver
dwijnen en nieuwe, moderne verkeersmidde
len moeten de nieuwe wijken hebben, die
naast de oude ontstaan. En het derde Rome
sal zich over andere heuvels nog uitbreiden,
de heilige zee tegemoet!"
In enkele jaren Is Mussolini's radicale plan
reeds voor een belangrijk gedeelte uitgevoerd.
De trams zijn uit het stadsbeeld verdwenen
en aan snel rijdende autobussen is de behar
tiging van het snel toenemende verkeer toe
vertrouwd.
Veel moeilijker dan de verkeersregeling
blijkt evenwel de hervorming van de stede
lijke architectuur, die Rome in een moderne
metropool zal veranderen De bij de hervor
mingscommissie ingediende stedenbouwplan-
nen zijn in twee scherp van elkaar geschei
den categorieën verdeeld: de eene groep ar
chitecten vraagt, een ernstig offer, dat na
melijk groote deelen van het oude Rome ten
gunste van de moderne verkeerseischen wor
den afgebroken; de andere groep zou 't oude
Rome ongerept willen laten en geheel het
moderne stadsleven naar de nieuwe buiten
wijken overbrengen. Mot wijze liberaliteit
trachten de stadsbestuurders de beide ten-
denzen te compenseeren en een middenweg
te vinden: alles moet blijven staan, dat de
„gouden eeuwen" in de geschiedenis van de
eeuwige stad hebben gewrocht, de sporen
van de „decadentie" wil men evenwel zonder
valsche sentimentaliteit uit het stadsbeeld
verwijderen. Intusschen zijn echter in twee
Jaren tijds reeds verscheidene monumentale
wijken van de stad van hun parasltairen
aanhang bevrijd: de archaeologische Argen-
tinawijk met vier vroeger aan het oog ont
trokken tempels, de markten van Trajanus,
die een architectonisch wonder aan het Ucht
brachten, dat op één lijn staat met het Co
losseum en het in de buurt gelegen forum
van Augustus, waarnaast reeds ook het klei
nere forum van keizer Nerva onder de
eeuwenoude overbouwing voor den dag komt.
Verdere werken ter verandering van de
stadsarchitectuur vorderen eveneens goed.
zoo b.v. de Isoleer lng van het Kapitool en het
Marcellus-theater. Eerst thans, nu het Kapi
tool als het ware wordt gepeld uit de beklem
mende omgeving van half vervallen structu
ren, begint men te vermoeden, welk een
overweldigen Indruk het vroeger moet heb
ben gemaakt als symbool van de ziel van
Rome in het mooiste landschappelijk kader
ter wereld en met de oude stad als achter
grond. De Trapejische rots. die door bouw
werken aan het oog was onttrokken, is weer
voor den dag gekomen en dagelijks verdwij
nen nieuwe bedekkende lagen om de slanke
profielen van het Marcellustheater vrij te
maken.
Naast de archaeologische restauratiewer
ken, die er alle op zijn gericht, de oude
grootschheid van de stad weer in onzen mo
dernen tijd te projecteeren. heeft Rome de
laatste jaren nog vele actiefposten te boe
ken, t.a v. de moderne stadsontwikkeling. Op
dit gebied heeft niet de artistieke zienswijze,
maar alleen de statistiek waarde en betee-
kenis. Daarom mogen hier het Fascistische
opbouwwerk en de moderne levenswil van
Rome door eenlge getallen worden uitge
drukt. Van 1921 tot 1929 is de bevolking van
Rome van 691.661 tot 930.000 inwoners ge
stegen. In acht jaren is de bevolking van de
stad derhalve met 240.000 Inwoners toegeno
men of met het derde deel. De voor een
groote stad zeer opmerkelijke toeneming ver
wekte een levendig bouwbedrijf, zoodat leder,
die ook maar een Jaar buiten Rome vertoefde
en dan terugkeert, sommige stadswijken ter
nauwernood herkent.
Bewonderenswaardiger echter dan de uit
sluitend biologische creatie van een grootere
leefruimte, is de stichting van het moderne
strand van Qstia. Van de groote steden ter
wereld, die niet aan de zeekust zijn ontstaan,
is er geen enkele zoo dicht bij het water als
Rome. Dit groote voordeel werd evenwel
eeuwenlang zoo min door de bevolking als
door het stadsbestuur Ingezien. Na den on
dergang van het oud-Rome insche imperum
bleef het „sentimento mediterraneo" bij de
Romeinen, zelfs in het gouden tijdperk van
de reconstructie, geheel achterwege. Ostia, de
Aeneasgolf, sprak niet meer tot het hart van
het volk. Nu ls het de niet te ontkennen ver
dienste van Mussolini, dat hij de zee weer
voor de hoofdstad heeft ontsloten, vooral
door den nieuwen, electrlsch-verlichten weg
Rome-Ostla, die in 1928 werd geopend. Deze
stedelijke autoweg verbindt Rome met de
legendarische „Romeinsche haven" en ver
andert de binnenstad in een zeestad. Het
nieuwe uitbreidingsplan van Rome omvat
ook Ostia en voor de nog kleine, zwak
bevolkte plaats zijn reeds groote inrichtin
gen geprojecteerd, daar men er stellig op re
kent dat Rome zich in de toekomst bijna uit
sluitend ln de richting van Ostia zal ontwik
kelen en misschien zelfs op een goeden dag
met zijn voorsteden de kust bereiken. Een
voorbeeldig aangelegde snelle tramlijn on
derhoudt. het verkeer tusschen de stad en de
zee voor degenen, die geen fiets of auto be
zitten. En zoo rijden den geheelen zomer da
gelijks onafzienbare menschenmassaas van
de stad naar het Romeinsche strand, om daar
te baden en zich aan de zeebries te goed te
doen.
Talrijke andere ondernemingen getuigen
nog van de activiteit van het regime en het
governatoro van Rome. in het bijzonder moe
ten de groote waterleidingswerken, de uit
breiding van de beroemde „Acqua di Trevi"
genoemd worden, de vele nieuwe scholen, de
tallooze werken voor sociale zorg, de won
derlijk goedkoope „Case popolarl", die bulten
gewoon goed gebouwd zijn en voor de arme
volksklassen bestemd, de nieuwe parkaanleg
van het Colle Opplo, het Parco delle Rlmem-
branze en de Passiggiata Archeologlca. Rome
verandert zijn gezicht, maar door de nieuwe
Fascistische zakelijkheid worden de karak
teristieke trekken van de eeuwige stad nog
markanter
(Nadruk verboden).
DE TUNNEL ONDER DE MERCEY
Tusschen Liverpool en Birkenhead wordt
op het oogenblik een van de grootste wonde-
den van ingenieurskunst tot stand gebracht,
die de wereld ooit gezien heeft. Maar dit
gebeurt, we zouden bijna zeggen: ln stilte,
zonder dat er naar bulten veel van blijkt. Er
wordt daar n.l. een reusachtige tunnel ge
maakt, onder de rivier de Mersey door.
Het is honderdvijf Jaren geleden dat er
plannen werden gemaakt voor zulk een tun
nel, maar men zag toen tegen de geweldige
kosten op en er kwam niets van. Van 1830
tot heden zijn telkens voorstellen gedaan om
óf een tunnel of een brug ts maken, maar
zonder succes. Tot de Lord Mayor van Liver
pool lr 1920 de publieke belangstelling wist
wakker te schudden voor een tunnel-plan,
omdat bij de geweldige toeneming van het
verkeer de veerdienst op den duur absoluut
onvoldoende bleek te zijn voor de verbinding
tusschen Lancashire er Cheshire en Wales,
in 1901 maakten 380 000 voertuigen van het
veer gebruik en in 192i was dit aantal ge
groeid tot 640.000!
Er werd een commissie van onderzoek be
noemd en in 1925 werd officieel tot den bouw
van den tunnel besloten. Op 16 December
1925 werden de boren ln beweging gezet en
de eerste schacht, te Liverpool, geboord. Van
belde steden uit werd nu in de richting van
het midden van de rivier gewerkt en op den
3den April 1930 konden de burgemeesters van
Birkenhead en Liverpool elkaar juist midden
In den tunnel de hand drukken, 150 voet
beneden de rivier.
Het geweldige werk nadert zijn voltooiing.
De tunnel is ..gevoerd" met ijzeren platen. 6
voet lang en 2 voet breed. Daar van den
tunnel hoofdzakelijk gebruik zal worden ge
maakt door voertuigen, die met benzine ge-
gedreven worden, zijn bijzondere maatrege
len noodig voor ventilatie. Ongeveer 4 mfl-
lloen kubieke voet frlssche lucht per minuut
zullen in den tunnel worden toegelaten door
zes ventilatie-lnrichtingen.
Een voertuig met een snelheid van 15 mijl
per uur zal in ongeveer 9 minuten van het
eene eind van den tunnel naar het andere
kunnen rijden. Drieduizend voertuigen per
uur zullen van dezen ondergrondschen weg
kunnen gebruik maken.
Dit reusachtige werk zal in 't geheel vijf
millioen pond sterling kosten.
DE MENSCH ALS ANTENNE.
Herhaaldelijk is het vermoeden uitgespro
ken, dat het menschelljke organisme, zoowel
als dat der dieren van hooger orde. een
eigen, ons nog onbekend, zintuig moet be
zitten, dat op dezelfde wijze op electrische
trillingen reageert als de antenne van een
ontvangstation voor radlo-tclegrafie. Men
achtte het reeds waarschijnlijk, dat dit zin
tuig indien het inderdaad aanwezig was
zich bij den mensch ln rudimentairen toe
stand moet bevinden en dus veel minder ge
schikt tot opneming en veel mlndervolmaakt
zou zijn als hetzelfde orgaan bij de trekvogels
en zekere Insecten. Bij de trekvogels scheen
het vermoeden gegrond, dat het zoo raadsel
achtige oriënteeringsvermogen dezer diertjes
dat hen op een afstand van honderden kilo
meters met zekerheid leidt, ergens met zulk
een verborgen zintuig in verband moet staan.
Iets dergelijks kon men bij postduiven ver
moeden. Experimenten, vooral met postduiven
tusschen Parijs en Nancy genomen, gaven
vasteren vorm aan dit vermoeden. Het bleek
bijv., dat zekere radiogolven, die ln de vlieg
route der postduiven geleid werden, het an
ders zoo onfeilbare oriënteeringsvermogen
dezer diertjes verstoorden en ze zoodanig in
verwarring brachten, dat ze hun duiventil
niet meer terugvinden konden.
Ook bij Insecten werden dergelijke waar
nemingen gedaan. Hier bracht vooral de
Fransche natuurvorscher Lakhovsky een groot
aantal belangwekkende proefnemingen tot
stand, die het vermoeden dat Insecten, vooral
mieren en 'termieten, voor draadlooze golven
ontvankelijk zijn, tot zekerheid brachten. Ook
de gissing, dat de gedachtenwisseling dezer
insecten wellicht door eenzelfde soort golven
als door onze radiostations worden uitgezon
den, plaats vindt, werd door deze ervarin
gen van alle fantasie ontdaan. Gaat dit alles
op, dan zijn de voelhorens der insecten ook
inderdaad „antennes" en dit woord, dat reeds
lang voor de geboorte onzer draadlooze tech
niek voor „voelhorens", vooral in eenlge
vreemde talen, gebruikelijk was, raakte on
verwacht de kern der zaak.
Hoe is het nu met den mensch? Met zijn
electromagnetlsche zintuig? Een Duitsdhe ge
leerde Dr. Oskar Reab te München, heeft ln
de laatste maanden talrijke proefnemingen
gedaan, waarvan de uitslag nauwelijks meer
twjjfel iaat, of de mensch kan als antenne
fungeeren en is werkelijk voor draadlooze
golven ontvankelijk.
DE GRAAF VAN ECMOND
1522—1568
Met den Prins van Oranje ls Egmond de
martelaar, zonder wien de strijd onzer vade
ren tegen Philips II wellicht nimmer zoo
hevig zou zijn uitgebarsten, als hij het kort
na Egmond s dood deed. Want de graaf was
bij het volk bijna even bemind als de Prins
en velen waren het, die, toen zij hun zak
doeken doopten in het op den 5den Juni van
het schavot stroomende bloed, zworen, dat
dit bloed gewroken zou worden.
Meer dan die van zijn lotgenoot Hoorne
heeft de dood van Egmond tot het volk ge
sproken. Want was Hoorne een teruggetrok
ken, stugge figuur, de graaf van Egmond was
een populaire, innemende persoonlijkheid.
Bovendien had hij de grootste verdiensten
jegens den Koning en Spanje, was hij een
goed Katholiek gebleven en maakte daarom
de verraderlijke wijze, waarop hij ln staat
van beschuldiging gesteld werd, des te meer
indruk. Lamoraal, graaf van Egmond, prins
van Gavre, werd 18 November 1522 geboren
op het kasteel De la Hamaide ln Henegou
wen. Zijn betrekkingen met het Spaansche
Hof beginnen reeds vroeg, reeds op 16-jari-
gen leeftijd ging hij met zijn ouderen broer
Karei naar Spanje, waar deze zijn vader als
kamerheer van den keizer opvolgde, Na den
dood van zijn broeder, toen Lamoraal het fa
miliebezit geërfd had, kwam hij in de Ne
derlanden terug en streed in 1542 tegen
Maarten van Rossem in Brabant. In de vol
gende jaren maakte hij de krijgstochten des
keizers mede. Hoe na gelieerd hij was aan
het Keizerlijke hof, blijkt wel hieruit, dat,
toen hij in 1544 huwde met Sabina van Beie
ren, Karei V bij het luisterrijk gevierde feest
tegenwoordig was, benevens diens broeder,
Ferdinand van Hongarije en vele andere
Rijksvorsten. In 1548 vergezelde hij den kei
zer, wien hij inmiddels in tal van krijgsver
richtingen van dienst was geweest, naar den
Rijksdag te Augsburg en het volgend jaar
was hij het, die Philips in deze lage landen
introduceerde als de erfheer, op een reis
door Holland en Zeeland.
Tal van onderscheidingen vielen hem dan
ook ten deel, die hij reciproceerde met be
langrijke militaire daden. Hij werd gouver
neur van Luxemburg en opperbevelhebber
over de lichte ruiterij in de Nederlanden. En
in de befaamde slagen van St. Quentin en
Grevellngen vestigde hij zijn naam als veld
heer voorgoed.
Philips n verhief hem ter belooning ln
1553 tot stadhouder en kapitein-generaal van
Vlaanderen en Artois en benoemde hem in
den Raad van State," waarin ook Oranje zit
ting had. Dit was een concessie van Philips
aan het volk, dat reeds ontevreden begon te
worden over vreemde troepen en vreemde
raadslieden.
In dezen raad vormde Egmond met Oranje,
Hoogstraten, Bergen en Montigny de oppo
sitie tegen den gehaten kardinaal Granvelle
en Oranje, Egmond en Hoorne waren het, die
uit naam van den hoogen adel tenslotte een
heftige acte van beschuldiging naar Spanje
stuurden, bevattende de veroordeeling der
Spaansche monarchale regeerlngswijze. Phi
lips antwoordde er niet op. doch Egmond
werd geroepen om over te komen, hetgeen hij
weigerde. Nadat in 1564 de kardinaal eohter
eindelijk vertrokken was, besloot de Raad Eg
mond af te vaardigen om den Koning een
uiteenzetting van de grieven te geven. Doch
hoe Egmond ook in het volle diplomatieke le
ven stond, een diplomaat was hijzelf aller
minst, bekwaam krijgsman en charmant
hofedele, bezat hij niet de geslepenheid der
groote diplomaten en Philips' opzet om hem
geheel in te palmen met schoone beloften
gelukte dan ook volkomen.
Eerst toen hij teruggekeerd was, bemerkte
Egmond. dat zijn lastbrieven niets concreets
inhielden, doch toen kende zijn woede ook
geen grenzen en de andere edelen maakten
daarvan gebruik om hem de zaak te laten
aanpakken. Na den beeldenstorm was Eg
mond lankmoedig tegenover de protestanten,
hij nam een weifelende houding aan, welke
in zulke bewogen dagen niet paste en ln
zijn ijver om iedereen tevreden te stellen,
nam hij eigenlijk alle partijen, waaronder
de landvoogdes, Margaretha, tegen zich in.
En de grootste fout, die hij gemaakt heeft,
ls, dat hij den veranderden toestand niet
Inzag. Oranje trok zich terug, Egmond bleef,
ln vol vertrouwen op den koning.
In die omstandigheden kwam de gevan
genneming op een maaltijd, georganiseerd
door den zoon van den hertog van Alva, Fer
dinand de Toledo, als een donderslag bij
helderen hemel.
ZIJ had 9 September 1567 plaats, op den
zelfden dag, dat de Bloedraad werd ingesteld
Lamoraal werd te Gent gevangen gezet, ln
wezen ls nimmer een werkelijk proces tegen
hem gevoerd. Al va veroordeelde hem we
gens majesteitschennis en rebellie ter dood.
zijn hoofd zou na de executie ten toon ge
steld worden, zijn goederen verbeurd ver
klaard.
5 Juni werd hij, gelijk met den graaf van
Hoorne op de Groote Markt te Brussel te
recht gesteld. Tot op het laatste oogenb Ik
heeft de man. die Spanje tweemaal gered
had. (bij St. Quentin en Grevellngen), op
genade gehoopt. Een groote menigte woonde
de terechtstelling onder ademlooze stilte bij.
lam geslagen van schrik, door deze eerste
felle manifestatie van het bewind, dat de
hertog van Alva zou voeren.
Intusschen moet, wie achteraf de historie
door B. B.
p een morgen ln November kwam
tegelijk met een gietbui een achttal
eksters boven het dorD. De voeels
$treken neer in de iepen bij het
kerkhof en schreeuwden luid en door
dringend. „Tsjak-tsjakerak! Tsjak-tsjake-
rak!" A's een heesch geschater woel het uit
de zwiepende kruinen; weerkaatste tegen de
kerk en sloeg weg over de daken. Toen de
laatste droppels op de gladde veeren afket
sten roeiden de vogels met hun korten, te
snellen wiekslag tegen den wind in. die ze
als dorre bladeren uiteen leek te blazen en
ze over de erven en tuinen verstrooide.
In den pastorie tuin had de dominee Juist
de resten van het ontbijt op het pad voor zijn
studeerkamer gestrooid. Twintig musschen
zaten er te schrokken: twee merels pikten
van de beste brokken en een schuw rood
borstje snapte de weggemaaide kruimeltjes
op. Van het dak kwamen twee eksters mid
den ln de naar alle kanten weg schietende
vogeltroep ploffen. De merels gilden als
staartwippend de musschen gingen op de
dakgoot zitten tieren en het roodborstje ver
school zich in de takkenhoop achter in den
tuin. De dominee tikte tegen de ruiten, maar
de eksters namen vlug de dikste korsten in
den snavel en verdwenen even snel als zij
gekomen waren.
In de schoolstraat zat een dikke Jonge
musch te smullen van iets, dat de paarden
kwijt geraakt waren. Een oude musch had
tusschen twee pikken door telkens even om
zich heen gekeken en als de jonge musch dat
ook gedaan had, zou er niet gebeurd zijn, wat
nu wel gebeurde. Een ekster schoot van ach
ter een schuur te voorschijn en nam en pas
sant het musschenjong ln zijn snavel mee.
Een tweede ekster volgde hem en op het
hooge sohooldak gingen ze de buit zitten ver
orberen.
Op het erf van een boederij aan het begin
van het dorp stonden twee vliegboomen. In
den hoogsten zat een houtduifdoffer te ster
ven. Een schot hagel dat vanuit een slootwal
op den koppel was afgevuurd had de helft
van zijn linkervlerk meegenomen. Een der
katten van de boerderij zat onder de vlier
met zijn ronde groene oogen aandachtig naar
boven te turen. Voorzichtig klom poes tegen
den gekerfden stam op: Een meter onder den
doffer drukte ze zich voor den sprong, maar
de duif fladderde loom weg en viel neer on
der de haag. De staart van de kat zwaaide
heen en weer en stond plotseling stijf en
recht, toen vier eksters schreeuwend in de
vlier neerstreken. Ze sprongen onder luid
misbaar door de takken en de kat blies als
tegen een kwaden hond. Een Jongen kwam
naar bulten en gooide een steen naar de vo
gels die poes bijna aan den kop raa'-'e. De
kat sprong naar beneden en de eksters ver
dwenen achter de schuur. De deur was nog
maar nauwelijks achter den jongen dicht ge
slagen, of ze waren al terug. Naar de kat ke
ken ze niet meer om maar des te meer naar
den doffer. Poes heeft later op den dag de
resten opgegeten, maar het was een karig
maal.
De laatste b'eten waren van het akkerland
bij de boerderij weggehaald en drie paarden
trokken nu de ploeg door de zware klei.
Damp hing boven de zwoegende ruggen en
de ploeger knalde met de zweep. Kokmeeu
wen zwermden achter de ploeg aan en pikten
wormen en ritnaalden uit de versche 'Naren.
Bonte kraaien, roeken en zwarte kraaien
stapten licht waggelend over de kluiten en
zochten ijverig mee. Achter de witte en de
zwarte vogels kwamen de wit en zwarte ek
sters. De wind woei de lange staarten op en
in een vaartje huppelde ze dan door de grep
pels. Al wat de aarde aan levende waar aan
de oppervlakte geworpen had werd buitge
maakt.
Tegen den middag zat de vlucht weer paar
bij paar in de iepen. „Tsjak-tsjakerakI Tsjak-
tsjakerak!" Schaterend sprongen ze door de
takken en wipten met de lange staarten.
Weer ruischte een stortbui aan over de vel
den en hulde het dorp ln een grijze sluier. De
kale takken dropen. Achter de breede scha
duw van de loodkleurige, geel gerande woJ-
kenlucht zwaaide het zonlicht aan en deed
het natte leien dak van den toren glinsteren.
Goud blonk de torenhaan. Prachtig glom het
wit en het zwartgroen van de acht eksters nu
en opnieuw joelde het doordringend roepen
over het dorp. Klokslag twaalf klapperden de
klompen van de schooljongens over de straat
en kattepulten werden op de vlucht eksters
gericht. Steentjes hagelden door de takken
en de een na den ander wierpen de eksters
zich op de wieken. Vooruit ging het, met den
sterken wind mee. Dalend en snel roeiend
weer stijgend in onregelmatige vlucht.
Naar een volgend dorp zouden ze over
waaien, de bonte schelmen, die eenzaam nes-1*
telen in den zomer, maar in vroolijke troep- j
jes door den herfst en den winter zwerven.
beziet, erkennen, dat de dood van Egmond
voor het algemeen belang grooter winst is
geweest, dan wellicht zijn voortleven zou
gebracht hebben.
Van Egmond was door de omstandigheden
geroepen tot een functie, waarvoor hij, in
tegenstelling met zijn vriend, den Prins van
Oranje, niet berekend was. En de gevolgen
van zijn dood reikten verder, dan die van de
bestuursdaden, die hij bij zijn leven ver
richtte.
ONTSTAAT ER EEN NIEUWE
WERELD?
Zou het mogelijk zijn, dat wij op het oogen
blik ln het voor ons zichtbaar deel van het
uitspansel getuige zijn van het ontstaan van
een nieuwe wereld?
Jupiter verreweg de grootste der groote
zonne-familie, ls op het oogenblik te vinden
nabij den Oostelijken horizon. Door een klei
nen verrekijker of zelfs door een goeden
veldkijker kunt ge hem zien als een ver-ver
wijderde schijf en er is niet veel vergrooting
voor noodig om ook eenige van zijn negen
manen te zien.
Bijna driehonderd jaar geleden begrepen
de sterrenkundigen wel al, dat Jupiter niet
in denzelfden vasten toestand verkeerde als
onze aarde. En nog is hij ln een gasvormigen
of half-vloeibaren toestand en leven is er
onmogelijk. Maar in 1665 werd er iets bij
zonders op zijn oppervlakte ontdekt. Dat was
wat bekend staat onder den naam van de
„Groote Roode Vlek", die minstens 30.000
mijl lang moet zijn. Nadere waarnemingen
leerden, dat de vlek zich bewoog over de op
pervlakte van den planeet, verdween aan den
eenen kant en aan den anderen kant weer
te voorschijn kwam. In één jaar legt zij een
afstand van bijna 34.000 mijl af.
De beroemde Fransche sterrenkundige,
de Abbé Moreau, heeft nu een buitengewoon
interessante theorie ontwikkeld. Hij gelooft
dat Jupiter hoofdzakelijk bestaat uit gassen,
die een geweldig hooge temperatuur hebben.
Daar de oppervlakte van Jupiter zooveel
grooter ls dan die van onze aarde, heeft Jupi
ter nog geen tijd gehad ln de, laat ons zeg
gen: twee duizend millioen jaren van zijn
bestaan om af te koelen. Volgens den Abbé
Moreau ls nu „de roode vlek" het teeken, dat
die afkoeling begonnen is. De vlek zou dan
een geweldig continent zijn, dat aan het ont
staan is, doordat een deel van de stof, waaruit
Jupiter bestaat, op die plaats langzaam van
den vloeibaren in den vasten vorm bezig is
over te gaan.
HEBBEN SOMMIGE DTEREN
EEN ZESDE ZINTUIG?
Bewezen is, dat de dieren zich vlug aan
passen aan de vreemde en wondere dingen
waaraan onze tijd zoo rijk is.
Het is bekend, dat vele dieren een on
weer voelen aankomen. Vooral bij honden en
bi] vee valt dit op te merken. Maar nu hebben
proeven aangetoond, dat vele dieren niet alleen
gevoelig zijn voor electriciteit in de atmos-
pheer, maar dat zij er ook een zesde zintuig
op na schijnen te houden, door middel waar
van zij uitmaken of een draad, of een rail
van een geëlectrificeerden spoorweg al dan
niet onder stroom staat. Een ingenieur van
de Southern Railway in Engeland heeft ge
durende vijf jaren proeven genomen en daar
bij merkwaardige dingen ontdekt. Hij is n.l.
tot de conclusie gekomen, dat raltten en
duiven precies weten wanneer zulk een rail
onder stroom staat en wanneer niet. De
ratten liepen zonder vrees over de rail, maar
wanneer zij onder stroom stond sprongen zij
er over heen.
De ingenieur deelt verder mede: ..Ik wierp
stukjes brood op en naast de rail, die onder
stroom stond. De duiven liet dit brood on
aangeroerd. Maar niet zoodra was de stroom
uitgeschakeld of de dieren kwamen het
brood oppikken".
Men moet hierbij wel denken aan een
zesde zintuig, waardoor de dieren dan bevoor
recht zouden zijn boven de menschen.
GEWELDIGE BRUGGENBOUW.
De wereld kent onderscheidene „wonder-
bruggen". Een zal nu spoedig aan het aantal
wonderen op die gebied van den bruggen
bouw worden toegevoegd. Het contract is n.l.
juist geteekend voor het bouwen van een
brug over de Zambezi-rivier, ln Nyasaland.
Deze brug zal een van de langste ter wereld
worden. Haar totale lengte zal ruim 11.650
voet zijn. Er bestaat een brug, die langer
ls: de „Heil Gate", New York. Deze is 13.553
voet lang, maax 10.818 voet daarvan zijn boven
land, terwijl in het regenseizoen de Zambezi-
brug een lengte van 11.000 voet water zal
overspannen.
De nieuwe brug te Sydney ls merkwaardig
omdat haar groote boog met een span
ning van 1650 voet spreekt van de buiten
gewone bekwaamheid der Ingenieurs die haar
bouwden. Geen brug ter wereld heeft een
grootere boog.
Voor het bouwen van de Zambezi-brug zullen
naar verwacht wordt, drie jaren noodig zijn.
Zij zal geheel van staal gebouwd worden. De
33 spanningen zullen elk ruim 262 voet lang
zijn en ieder zal 300 ton wegen. (1 ton ls
2000 Engelsche ponden, is 1016 K.G.) De brug
zal zich 44 voet verheffen boven den ge
middelden waterstand in de rivier en 22 voet
boven den hoogsten waterstand, die ooit ge
constateerd is.
DE VROOLIJKE KANT
De professor vroeg: „Hoe zoudt u onver
wacht beschikbaar geworden kapitaal op een
economisch gunstige wijze uitzetten?"
De candidaat peinst zeer lang.
„Nu, stel u nu eens voor, dat u plotseling
de gelukkige bezitter van een millioen was
geworden. Wat zoudt u mij dan antwoor
den?"
„Professor, zou ik zeggen, mijn privé-om-
standigheden laten mij toe van een verder
examen af te zien."
Heer ln een speelgoedwinkel: „Ik heb hier
gisteren voor mijn zoontje een kameel ge
kocht. Daar hij echter al een kameel heeft,
zou ik dien gaarne voor een autobus ruilen".
Chef tot bediende: Henri, geef eens even
een autobus voor dezen kameel hier!"
In een gezelschap, waar ook Talleyrand
aanwezig was, gedacht men Chateaubriand als
de „IJdelste en meest ingebeelde aller ster
velingen". Onder andere werd van hem ge
zegd, dat hij erg aan doofheid leed en dat hij
zioh daarover bitter beklaagde. „Dat vind ik
zeer begrijpelijk", meende Talleyrand. .Binds
men opgehouden heeft over hem te praten
houdt hij zich doof".
Bernini werd er algemeen van beschul
digd, dat hij bij den bouw van de St. Pie
terskerk te Rome, aan den koepel een fout
had gemaakt, waardoor daarin een nis was
ontstaan. De beeldhouwer Machi had eenige
beeldenzuilen voor de kerk gemaakt, die in
tegenwoordigheid van den Paus en zijn waar
digheidsbekleders opgesteld zouden worden.
Onder de beelden bevond zich ook een Heilige
Veronica, die de kunstenaar in een zeer licht
gewaad en een flatteerenden hoofddoek had
uitgebeeld. Bernini was bij het opstellen der
beelden tegenwoordig en vroeg, toen Veronica
haar plaats kreeg, spottend: „Waar kan toch
de wind vandaan komen, die den hoofddoek
zoo sterk beweegt?" „Uit de nis in den
koepel", antwoordde Machi droogjes.
Een eenoogige, vrekkige man vermaakte
zijn dienaar een klem legaat. Toen hij ge
storven was, bestreden de nog gieriger erf
genamen de rechtsgeldigheid van deze be
schikking, die luidde: „Ik vermaak mijn
trouwen dienaar, die mijn oogen zal sluiten,
een legaat van honderd guldenop grond
daarvan, dat de dienaar den overledene de
oogen niet had kunnen sluiten, omdat hij ec
maar één had.