Het nieuwe aspect van Rome. Bonte Schelmen. Biographieen in een notedop. Mussolini verjongt de eeuwige stad. Bijzondere correspondentie) e eeuwige s*ad heeft haar uiterlijk verjongd. De romantische stads besturen van den voor-Fasclsti- schen tijd die het gevoel voor de '-voMike mate van de bebouwing hadden verloren en de luidruchtige vormen van een uit bouwvalligheid en leelijkheld «amengestelde decadentie in naam van de traditie lieten voortwoekeren zijn nu gewro ken. Het is een bewijsbaar feit, dat eerst het Fascistische regime de Italianen weer gevoel .oor de grootheid van Rome heeft gegeven en de herleving der historische en geestelijke waarden volbracht, die In de rede van Mussolini bij de invoering van den Ro- melnschen „Governatorato" tot uiting kwa men. „In enkele Jaren", verklaarde de Duce, „moet Rome weer groot, geordend en mach tig schijnen, gelijk ten tijde van Augustus. Gij zult den stam van den ouden eerwaardl- gen elk van alle woekerplanten bevrijden, die hem nog belemmeren. GIJ zult vrije ruim te maken om het Augusteum, het Marcellus- theater, het Kapitool. het Pantheon; al het geen ln de eeuwen van de decadentie om deze monumenten opschoot, moet verdwijnen; de majesteitelijke godshuizen van het Christe lijke Rome moeten van de parasitaire profane gebouwen bevrijd worden; de duizendjarige monumenten van onze geschiedenis moeten ln verheven eenzaamheid oprijzen; het Fas cistische volk, het volk dat werkt-, zult gij hulzen, scholen, badinrichtingen, tuinen en sportterreinen schenken; van de monumen tale straten van Rome zullen de trams ver dwijnen en nieuwe, moderne verkeersmidde len moeten de nieuwe wijken hebben, die naast de oude ontstaan. En het derde Rome sal zich over andere heuvels nog uitbreiden, de heilige zee tegemoet!" In enkele jaren Is Mussolini's radicale plan reeds voor een belangrijk gedeelte uitgevoerd. De trams zijn uit het stadsbeeld verdwenen en aan snel rijdende autobussen is de behar tiging van het snel toenemende verkeer toe vertrouwd. Veel moeilijker dan de verkeersregeling blijkt evenwel de hervorming van de stede lijke architectuur, die Rome in een moderne metropool zal veranderen De bij de hervor mingscommissie ingediende stedenbouwplan- nen zijn in twee scherp van elkaar geschei den categorieën verdeeld: de eene groep ar chitecten vraagt, een ernstig offer, dat na melijk groote deelen van het oude Rome ten gunste van de moderne verkeerseischen wor den afgebroken; de andere groep zou 't oude Rome ongerept willen laten en geheel het moderne stadsleven naar de nieuwe buiten wijken overbrengen. Mot wijze liberaliteit trachten de stadsbestuurders de beide ten- denzen te compenseeren en een middenweg te vinden: alles moet blijven staan, dat de „gouden eeuwen" in de geschiedenis van de eeuwige stad hebben gewrocht, de sporen van de „decadentie" wil men evenwel zonder valsche sentimentaliteit uit het stadsbeeld verwijderen. Intusschen zijn echter in twee Jaren tijds reeds verscheidene monumentale wijken van de stad van hun parasltairen aanhang bevrijd: de archaeologische Argen- tinawijk met vier vroeger aan het oog ont trokken tempels, de markten van Trajanus, die een architectonisch wonder aan het Ucht brachten, dat op één lijn staat met het Co losseum en het in de buurt gelegen forum van Augustus, waarnaast reeds ook het klei nere forum van keizer Nerva onder de eeuwenoude overbouwing voor den dag komt. Verdere werken ter verandering van de stadsarchitectuur vorderen eveneens goed. zoo b.v. de Isoleer lng van het Kapitool en het Marcellus-theater. Eerst thans, nu het Kapi tool als het ware wordt gepeld uit de beklem mende omgeving van half vervallen structu ren, begint men te vermoeden, welk een overweldigen Indruk het vroeger moet heb ben gemaakt als symbool van de ziel van Rome in het mooiste landschappelijk kader ter wereld en met de oude stad als achter grond. De Trapejische rots. die door bouw werken aan het oog was onttrokken, is weer voor den dag gekomen en dagelijks verdwij nen nieuwe bedekkende lagen om de slanke profielen van het Marcellustheater vrij te maken. Naast de archaeologische restauratiewer ken, die er alle op zijn gericht, de oude grootschheid van de stad weer in onzen mo dernen tijd te projecteeren. heeft Rome de laatste jaren nog vele actiefposten te boe ken, t.a v. de moderne stadsontwikkeling. Op dit gebied heeft niet de artistieke zienswijze, maar alleen de statistiek waarde en betee- kenis. Daarom mogen hier het Fascistische opbouwwerk en de moderne levenswil van Rome door eenlge getallen worden uitge drukt. Van 1921 tot 1929 is de bevolking van Rome van 691.661 tot 930.000 inwoners ge stegen. In acht jaren is de bevolking van de stad derhalve met 240.000 Inwoners toegeno men of met het derde deel. De voor een groote stad zeer opmerkelijke toeneming ver wekte een levendig bouwbedrijf, zoodat leder, die ook maar een Jaar buiten Rome vertoefde en dan terugkeert, sommige stadswijken ter nauwernood herkent. Bewonderenswaardiger echter dan de uit sluitend biologische creatie van een grootere leefruimte, is de stichting van het moderne strand van Qstia. Van de groote steden ter wereld, die niet aan de zeekust zijn ontstaan, is er geen enkele zoo dicht bij het water als Rome. Dit groote voordeel werd evenwel eeuwenlang zoo min door de bevolking als door het stadsbestuur Ingezien. Na den on dergang van het oud-Rome insche imperum bleef het „sentimento mediterraneo" bij de Romeinen, zelfs in het gouden tijdperk van de reconstructie, geheel achterwege. Ostia, de Aeneasgolf, sprak niet meer tot het hart van het volk. Nu ls het de niet te ontkennen ver dienste van Mussolini, dat hij de zee weer voor de hoofdstad heeft ontsloten, vooral door den nieuwen, electrlsch-verlichten weg Rome-Ostla, die in 1928 werd geopend. Deze stedelijke autoweg verbindt Rome met de legendarische „Romeinsche haven" en ver andert de binnenstad in een zeestad. Het nieuwe uitbreidingsplan van Rome omvat ook Ostia en voor de nog kleine, zwak bevolkte plaats zijn reeds groote inrichtin gen geprojecteerd, daar men er stellig op re kent dat Rome zich in de toekomst bijna uit sluitend ln de richting van Ostia zal ontwik kelen en misschien zelfs op een goeden dag met zijn voorsteden de kust bereiken. Een voorbeeldig aangelegde snelle tramlijn on derhoudt. het verkeer tusschen de stad en de zee voor degenen, die geen fiets of auto be zitten. En zoo rijden den geheelen zomer da gelijks onafzienbare menschenmassaas van de stad naar het Romeinsche strand, om daar te baden en zich aan de zeebries te goed te doen. Talrijke andere ondernemingen getuigen nog van de activiteit van het regime en het governatoro van Rome. in het bijzonder moe ten de groote waterleidingswerken, de uit breiding van de beroemde „Acqua di Trevi" genoemd worden, de vele nieuwe scholen, de tallooze werken voor sociale zorg, de won derlijk goedkoope „Case popolarl", die bulten gewoon goed gebouwd zijn en voor de arme volksklassen bestemd, de nieuwe parkaanleg van het Colle Opplo, het Parco delle Rlmem- branze en de Passiggiata Archeologlca. Rome verandert zijn gezicht, maar door de nieuwe Fascistische zakelijkheid worden de karak teristieke trekken van de eeuwige stad nog markanter (Nadruk verboden). DE TUNNEL ONDER DE MERCEY Tusschen Liverpool en Birkenhead wordt op het oogenblik een van de grootste wonde- den van ingenieurskunst tot stand gebracht, die de wereld ooit gezien heeft. Maar dit gebeurt, we zouden bijna zeggen: ln stilte, zonder dat er naar bulten veel van blijkt. Er wordt daar n.l. een reusachtige tunnel ge maakt, onder de rivier de Mersey door. Het is honderdvijf Jaren geleden dat er plannen werden gemaakt voor zulk een tun nel, maar men zag toen tegen de geweldige kosten op en er kwam niets van. Van 1830 tot heden zijn telkens voorstellen gedaan om óf een tunnel of een brug ts maken, maar zonder succes. Tot de Lord Mayor van Liver pool lr 1920 de publieke belangstelling wist wakker te schudden voor een tunnel-plan, omdat bij de geweldige toeneming van het verkeer de veerdienst op den duur absoluut onvoldoende bleek te zijn voor de verbinding tusschen Lancashire er Cheshire en Wales, in 1901 maakten 380 000 voertuigen van het veer gebruik en in 192i was dit aantal ge groeid tot 640.000! Er werd een commissie van onderzoek be noemd en in 1925 werd officieel tot den bouw van den tunnel besloten. Op 16 December 1925 werden de boren ln beweging gezet en de eerste schacht, te Liverpool, geboord. Van belde steden uit werd nu in de richting van het midden van de rivier gewerkt en op den 3den April 1930 konden de burgemeesters van Birkenhead en Liverpool elkaar juist midden In den tunnel de hand drukken, 150 voet beneden de rivier. Het geweldige werk nadert zijn voltooiing. De tunnel is ..gevoerd" met ijzeren platen. 6 voet lang en 2 voet breed. Daar van den tunnel hoofdzakelijk gebruik zal worden ge maakt door voertuigen, die met benzine ge- gedreven worden, zijn bijzondere maatrege len noodig voor ventilatie. Ongeveer 4 mfl- lloen kubieke voet frlssche lucht per minuut zullen in den tunnel worden toegelaten door zes ventilatie-lnrichtingen. Een voertuig met een snelheid van 15 mijl per uur zal in ongeveer 9 minuten van het eene eind van den tunnel naar het andere kunnen rijden. Drieduizend voertuigen per uur zullen van dezen ondergrondschen weg kunnen gebruik maken. Dit reusachtige werk zal in 't geheel vijf millioen pond sterling kosten. DE MENSCH ALS ANTENNE. Herhaaldelijk is het vermoeden uitgespro ken, dat het menschelljke organisme, zoowel als dat der dieren van hooger orde. een eigen, ons nog onbekend, zintuig moet be zitten, dat op dezelfde wijze op electrische trillingen reageert als de antenne van een ontvangstation voor radlo-tclegrafie. Men achtte het reeds waarschijnlijk, dat dit zin tuig indien het inderdaad aanwezig was zich bij den mensch ln rudimentairen toe stand moet bevinden en dus veel minder ge schikt tot opneming en veel mlndervolmaakt zou zijn als hetzelfde orgaan bij de trekvogels en zekere Insecten. Bij de trekvogels scheen het vermoeden gegrond, dat het zoo raadsel achtige oriënteeringsvermogen dezer diertjes dat hen op een afstand van honderden kilo meters met zekerheid leidt, ergens met zulk een verborgen zintuig in verband moet staan. Iets dergelijks kon men bij postduiven ver moeden. Experimenten, vooral met postduiven tusschen Parijs en Nancy genomen, gaven vasteren vorm aan dit vermoeden. Het bleek bijv., dat zekere radiogolven, die ln de vlieg route der postduiven geleid werden, het an ders zoo onfeilbare oriënteeringsvermogen dezer diertjes verstoorden en ze zoodanig in verwarring brachten, dat ze hun duiventil niet meer terugvinden konden. Ook bij Insecten werden dergelijke waar nemingen gedaan. Hier bracht vooral de Fransche natuurvorscher Lakhovsky een groot aantal belangwekkende proefnemingen tot stand, die het vermoeden dat Insecten, vooral mieren en 'termieten, voor draadlooze golven ontvankelijk zijn, tot zekerheid brachten. Ook de gissing, dat de gedachtenwisseling dezer insecten wellicht door eenzelfde soort golven als door onze radiostations worden uitgezon den, plaats vindt, werd door deze ervarin gen van alle fantasie ontdaan. Gaat dit alles op, dan zijn de voelhorens der insecten ook inderdaad „antennes" en dit woord, dat reeds lang voor de geboorte onzer draadlooze tech niek voor „voelhorens", vooral in eenlge vreemde talen, gebruikelijk was, raakte on verwacht de kern der zaak. Hoe is het nu met den mensch? Met zijn electromagnetlsche zintuig? Een Duitsdhe ge leerde Dr. Oskar Reab te München, heeft ln de laatste maanden talrijke proefnemingen gedaan, waarvan de uitslag nauwelijks meer twjjfel iaat, of de mensch kan als antenne fungeeren en is werkelijk voor draadlooze golven ontvankelijk. DE GRAAF VAN ECMOND 1522—1568 Met den Prins van Oranje ls Egmond de martelaar, zonder wien de strijd onzer vade ren tegen Philips II wellicht nimmer zoo hevig zou zijn uitgebarsten, als hij het kort na Egmond s dood deed. Want de graaf was bij het volk bijna even bemind als de Prins en velen waren het, die, toen zij hun zak doeken doopten in het op den 5den Juni van het schavot stroomende bloed, zworen, dat dit bloed gewroken zou worden. Meer dan die van zijn lotgenoot Hoorne heeft de dood van Egmond tot het volk ge sproken. Want was Hoorne een teruggetrok ken, stugge figuur, de graaf van Egmond was een populaire, innemende persoonlijkheid. Bovendien had hij de grootste verdiensten jegens den Koning en Spanje, was hij een goed Katholiek gebleven en maakte daarom de verraderlijke wijze, waarop hij ln staat van beschuldiging gesteld werd, des te meer indruk. Lamoraal, graaf van Egmond, prins van Gavre, werd 18 November 1522 geboren op het kasteel De la Hamaide ln Henegou wen. Zijn betrekkingen met het Spaansche Hof beginnen reeds vroeg, reeds op 16-jari- gen leeftijd ging hij met zijn ouderen broer Karei naar Spanje, waar deze zijn vader als kamerheer van den keizer opvolgde, Na den dood van zijn broeder, toen Lamoraal het fa miliebezit geërfd had, kwam hij in de Ne derlanden terug en streed in 1542 tegen Maarten van Rossem in Brabant. In de vol gende jaren maakte hij de krijgstochten des keizers mede. Hoe na gelieerd hij was aan het Keizerlijke hof, blijkt wel hieruit, dat, toen hij in 1544 huwde met Sabina van Beie ren, Karei V bij het luisterrijk gevierde feest tegenwoordig was, benevens diens broeder, Ferdinand van Hongarije en vele andere Rijksvorsten. In 1548 vergezelde hij den kei zer, wien hij inmiddels in tal van krijgsver richtingen van dienst was geweest, naar den Rijksdag te Augsburg en het volgend jaar was hij het, die Philips in deze lage landen introduceerde als de erfheer, op een reis door Holland en Zeeland. Tal van onderscheidingen vielen hem dan ook ten deel, die hij reciproceerde met be langrijke militaire daden. Hij werd gouver neur van Luxemburg en opperbevelhebber over de lichte ruiterij in de Nederlanden. En in de befaamde slagen van St. Quentin en Grevellngen vestigde hij zijn naam als veld heer voorgoed. Philips n verhief hem ter belooning ln 1553 tot stadhouder en kapitein-generaal van Vlaanderen en Artois en benoemde hem in den Raad van State," waarin ook Oranje zit ting had. Dit was een concessie van Philips aan het volk, dat reeds ontevreden begon te worden over vreemde troepen en vreemde raadslieden. In dezen raad vormde Egmond met Oranje, Hoogstraten, Bergen en Montigny de oppo sitie tegen den gehaten kardinaal Granvelle en Oranje, Egmond en Hoorne waren het, die uit naam van den hoogen adel tenslotte een heftige acte van beschuldiging naar Spanje stuurden, bevattende de veroordeeling der Spaansche monarchale regeerlngswijze. Phi lips antwoordde er niet op. doch Egmond werd geroepen om over te komen, hetgeen hij weigerde. Nadat in 1564 de kardinaal eohter eindelijk vertrokken was, besloot de Raad Eg mond af te vaardigen om den Koning een uiteenzetting van de grieven te geven. Doch hoe Egmond ook in het volle diplomatieke le ven stond, een diplomaat was hijzelf aller minst, bekwaam krijgsman en charmant hofedele, bezat hij niet de geslepenheid der groote diplomaten en Philips' opzet om hem geheel in te palmen met schoone beloften gelukte dan ook volkomen. Eerst toen hij teruggekeerd was, bemerkte Egmond. dat zijn lastbrieven niets concreets inhielden, doch toen kende zijn woede ook geen grenzen en de andere edelen maakten daarvan gebruik om hem de zaak te laten aanpakken. Na den beeldenstorm was Eg mond lankmoedig tegenover de protestanten, hij nam een weifelende houding aan, welke in zulke bewogen dagen niet paste en ln zijn ijver om iedereen tevreden te stellen, nam hij eigenlijk alle partijen, waaronder de landvoogdes, Margaretha, tegen zich in. En de grootste fout, die hij gemaakt heeft, ls, dat hij den veranderden toestand niet Inzag. Oranje trok zich terug, Egmond bleef, ln vol vertrouwen op den koning. In die omstandigheden kwam de gevan genneming op een maaltijd, georganiseerd door den zoon van den hertog van Alva, Fer dinand de Toledo, als een donderslag bij helderen hemel. ZIJ had 9 September 1567 plaats, op den zelfden dag, dat de Bloedraad werd ingesteld Lamoraal werd te Gent gevangen gezet, ln wezen ls nimmer een werkelijk proces tegen hem gevoerd. Al va veroordeelde hem we gens majesteitschennis en rebellie ter dood. zijn hoofd zou na de executie ten toon ge steld worden, zijn goederen verbeurd ver klaard. 5 Juni werd hij, gelijk met den graaf van Hoorne op de Groote Markt te Brussel te recht gesteld. Tot op het laatste oogenb Ik heeft de man. die Spanje tweemaal gered had. (bij St. Quentin en Grevellngen), op genade gehoopt. Een groote menigte woonde de terechtstelling onder ademlooze stilte bij. lam geslagen van schrik, door deze eerste felle manifestatie van het bewind, dat de hertog van Alva zou voeren. Intusschen moet, wie achteraf de historie door B. B. p een morgen ln November kwam tegelijk met een gietbui een achttal eksters boven het dorD. De voeels $treken neer in de iepen bij het kerkhof en schreeuwden luid en door dringend. „Tsjak-tsjakerak! Tsjak-tsjake- rak!" A's een heesch geschater woel het uit de zwiepende kruinen; weerkaatste tegen de kerk en sloeg weg over de daken. Toen de laatste droppels op de gladde veeren afket sten roeiden de vogels met hun korten, te snellen wiekslag tegen den wind in. die ze als dorre bladeren uiteen leek te blazen en ze over de erven en tuinen verstrooide. In den pastorie tuin had de dominee Juist de resten van het ontbijt op het pad voor zijn studeerkamer gestrooid. Twintig musschen zaten er te schrokken: twee merels pikten van de beste brokken en een schuw rood borstje snapte de weggemaaide kruimeltjes op. Van het dak kwamen twee eksters mid den ln de naar alle kanten weg schietende vogeltroep ploffen. De merels gilden als staartwippend de musschen gingen op de dakgoot zitten tieren en het roodborstje ver school zich in de takkenhoop achter in den tuin. De dominee tikte tegen de ruiten, maar de eksters namen vlug de dikste korsten in den snavel en verdwenen even snel als zij gekomen waren. In de schoolstraat zat een dikke Jonge musch te smullen van iets, dat de paarden kwijt geraakt waren. Een oude musch had tusschen twee pikken door telkens even om zich heen gekeken en als de jonge musch dat ook gedaan had, zou er niet gebeurd zijn, wat nu wel gebeurde. Een ekster schoot van ach ter een schuur te voorschijn en nam en pas sant het musschenjong ln zijn snavel mee. Een tweede ekster volgde hem en op het hooge sohooldak gingen ze de buit zitten ver orberen. Op het erf van een boederij aan het begin van het dorp stonden twee vliegboomen. In den hoogsten zat een houtduifdoffer te ster ven. Een schot hagel dat vanuit een slootwal op den koppel was afgevuurd had de helft van zijn linkervlerk meegenomen. Een der katten van de boerderij zat onder de vlier met zijn ronde groene oogen aandachtig naar boven te turen. Voorzichtig klom poes tegen den gekerfden stam op: Een meter onder den doffer drukte ze zich voor den sprong, maar de duif fladderde loom weg en viel neer on der de haag. De staart van de kat zwaaide heen en weer en stond plotseling stijf en recht, toen vier eksters schreeuwend in de vlier neerstreken. Ze sprongen onder luid misbaar door de takken en de kat blies als tegen een kwaden hond. Een Jongen kwam naar bulten en gooide een steen naar de vo gels die poes bijna aan den kop raa'-'e. De kat sprong naar beneden en de eksters ver dwenen achter de schuur. De deur was nog maar nauwelijks achter den jongen dicht ge slagen, of ze waren al terug. Naar de kat ke ken ze niet meer om maar des te meer naar den doffer. Poes heeft later op den dag de resten opgegeten, maar het was een karig maal. De laatste b'eten waren van het akkerland bij de boerderij weggehaald en drie paarden trokken nu de ploeg door de zware klei. Damp hing boven de zwoegende ruggen en de ploeger knalde met de zweep. Kokmeeu wen zwermden achter de ploeg aan en pikten wormen en ritnaalden uit de versche 'Naren. Bonte kraaien, roeken en zwarte kraaien stapten licht waggelend over de kluiten en zochten ijverig mee. Achter de witte en de zwarte vogels kwamen de wit en zwarte ek sters. De wind woei de lange staarten op en in een vaartje huppelde ze dan door de grep pels. Al wat de aarde aan levende waar aan de oppervlakte geworpen had werd buitge maakt. Tegen den middag zat de vlucht weer paar bij paar in de iepen. „Tsjak-tsjakerakI Tsjak- tsjakerak!" Schaterend sprongen ze door de takken en wipten met de lange staarten. Weer ruischte een stortbui aan over de vel den en hulde het dorp ln een grijze sluier. De kale takken dropen. Achter de breede scha duw van de loodkleurige, geel gerande woJ- kenlucht zwaaide het zonlicht aan en deed het natte leien dak van den toren glinsteren. Goud blonk de torenhaan. Prachtig glom het wit en het zwartgroen van de acht eksters nu en opnieuw joelde het doordringend roepen over het dorp. Klokslag twaalf klapperden de klompen van de schooljongens over de straat en kattepulten werden op de vlucht eksters gericht. Steentjes hagelden door de takken en de een na den ander wierpen de eksters zich op de wieken. Vooruit ging het, met den sterken wind mee. Dalend en snel roeiend weer stijgend in onregelmatige vlucht. Naar een volgend dorp zouden ze over waaien, de bonte schelmen, die eenzaam nes-1* telen in den zomer, maar in vroolijke troep- j jes door den herfst en den winter zwerven. beziet, erkennen, dat de dood van Egmond voor het algemeen belang grooter winst is geweest, dan wellicht zijn voortleven zou gebracht hebben. Van Egmond was door de omstandigheden geroepen tot een functie, waarvoor hij, in tegenstelling met zijn vriend, den Prins van Oranje, niet berekend was. En de gevolgen van zijn dood reikten verder, dan die van de bestuursdaden, die hij bij zijn leven ver richtte. ONTSTAAT ER EEN NIEUWE WERELD? Zou het mogelijk zijn, dat wij op het oogen blik ln het voor ons zichtbaar deel van het uitspansel getuige zijn van het ontstaan van een nieuwe wereld? Jupiter verreweg de grootste der groote zonne-familie, ls op het oogenblik te vinden nabij den Oostelijken horizon. Door een klei nen verrekijker of zelfs door een goeden veldkijker kunt ge hem zien als een ver-ver wijderde schijf en er is niet veel vergrooting voor noodig om ook eenige van zijn negen manen te zien. Bijna driehonderd jaar geleden begrepen de sterrenkundigen wel al, dat Jupiter niet in denzelfden vasten toestand verkeerde als onze aarde. En nog is hij ln een gasvormigen of half-vloeibaren toestand en leven is er onmogelijk. Maar in 1665 werd er iets bij zonders op zijn oppervlakte ontdekt. Dat was wat bekend staat onder den naam van de „Groote Roode Vlek", die minstens 30.000 mijl lang moet zijn. Nadere waarnemingen leerden, dat de vlek zich bewoog over de op pervlakte van den planeet, verdween aan den eenen kant en aan den anderen kant weer te voorschijn kwam. In één jaar legt zij een afstand van bijna 34.000 mijl af. De beroemde Fransche sterrenkundige, de Abbé Moreau, heeft nu een buitengewoon interessante theorie ontwikkeld. Hij gelooft dat Jupiter hoofdzakelijk bestaat uit gassen, die een geweldig hooge temperatuur hebben. Daar de oppervlakte van Jupiter zooveel grooter ls dan die van onze aarde, heeft Jupi ter nog geen tijd gehad ln de, laat ons zeg gen: twee duizend millioen jaren van zijn bestaan om af te koelen. Volgens den Abbé Moreau ls nu „de roode vlek" het teeken, dat die afkoeling begonnen is. De vlek zou dan een geweldig continent zijn, dat aan het ont staan is, doordat een deel van de stof, waaruit Jupiter bestaat, op die plaats langzaam van den vloeibaren in den vasten vorm bezig is over te gaan. HEBBEN SOMMIGE DTEREN EEN ZESDE ZINTUIG? Bewezen is, dat de dieren zich vlug aan passen aan de vreemde en wondere dingen waaraan onze tijd zoo rijk is. Het is bekend, dat vele dieren een on weer voelen aankomen. Vooral bij honden en bi] vee valt dit op te merken. Maar nu hebben proeven aangetoond, dat vele dieren niet alleen gevoelig zijn voor electriciteit in de atmos- pheer, maar dat zij er ook een zesde zintuig op na schijnen te houden, door middel waar van zij uitmaken of een draad, of een rail van een geëlectrificeerden spoorweg al dan niet onder stroom staat. Een ingenieur van de Southern Railway in Engeland heeft ge durende vijf jaren proeven genomen en daar bij merkwaardige dingen ontdekt. Hij is n.l. tot de conclusie gekomen, dat raltten en duiven precies weten wanneer zulk een rail onder stroom staat en wanneer niet. De ratten liepen zonder vrees over de rail, maar wanneer zij onder stroom stond sprongen zij er over heen. De ingenieur deelt verder mede: ..Ik wierp stukjes brood op en naast de rail, die onder stroom stond. De duiven liet dit brood on aangeroerd. Maar niet zoodra was de stroom uitgeschakeld of de dieren kwamen het brood oppikken". Men moet hierbij wel denken aan een zesde zintuig, waardoor de dieren dan bevoor recht zouden zijn boven de menschen. GEWELDIGE BRUGGENBOUW. De wereld kent onderscheidene „wonder- bruggen". Een zal nu spoedig aan het aantal wonderen op die gebied van den bruggen bouw worden toegevoegd. Het contract is n.l. juist geteekend voor het bouwen van een brug over de Zambezi-rivier, ln Nyasaland. Deze brug zal een van de langste ter wereld worden. Haar totale lengte zal ruim 11.650 voet zijn. Er bestaat een brug, die langer ls: de „Heil Gate", New York. Deze is 13.553 voet lang, maax 10.818 voet daarvan zijn boven land, terwijl in het regenseizoen de Zambezi- brug een lengte van 11.000 voet water zal overspannen. De nieuwe brug te Sydney ls merkwaardig omdat haar groote boog met een span ning van 1650 voet spreekt van de buiten gewone bekwaamheid der Ingenieurs die haar bouwden. Geen brug ter wereld heeft een grootere boog. Voor het bouwen van de Zambezi-brug zullen naar verwacht wordt, drie jaren noodig zijn. Zij zal geheel van staal gebouwd worden. De 33 spanningen zullen elk ruim 262 voet lang zijn en ieder zal 300 ton wegen. (1 ton ls 2000 Engelsche ponden, is 1016 K.G.) De brug zal zich 44 voet verheffen boven den ge middelden waterstand in de rivier en 22 voet boven den hoogsten waterstand, die ooit ge constateerd is. DE VROOLIJKE KANT De professor vroeg: „Hoe zoudt u onver wacht beschikbaar geworden kapitaal op een economisch gunstige wijze uitzetten?" De candidaat peinst zeer lang. „Nu, stel u nu eens voor, dat u plotseling de gelukkige bezitter van een millioen was geworden. Wat zoudt u mij dan antwoor den?" „Professor, zou ik zeggen, mijn privé-om- standigheden laten mij toe van een verder examen af te zien." Heer ln een speelgoedwinkel: „Ik heb hier gisteren voor mijn zoontje een kameel ge kocht. Daar hij echter al een kameel heeft, zou ik dien gaarne voor een autobus ruilen". Chef tot bediende: Henri, geef eens even een autobus voor dezen kameel hier!" In een gezelschap, waar ook Talleyrand aanwezig was, gedacht men Chateaubriand als de „IJdelste en meest ingebeelde aller ster velingen". Onder andere werd van hem ge zegd, dat hij erg aan doofheid leed en dat hij zioh daarover bitter beklaagde. „Dat vind ik zeer begrijpelijk", meende Talleyrand. .Binds men opgehouden heeft over hem te praten houdt hij zich doof". Bernini werd er algemeen van beschul digd, dat hij bij den bouw van de St. Pie terskerk te Rome, aan den koepel een fout had gemaakt, waardoor daarin een nis was ontstaan. De beeldhouwer Machi had eenige beeldenzuilen voor de kerk gemaakt, die in tegenwoordigheid van den Paus en zijn waar digheidsbekleders opgesteld zouden worden. Onder de beelden bevond zich ook een Heilige Veronica, die de kunstenaar in een zeer licht gewaad en een flatteerenden hoofddoek had uitgebeeld. Bernini was bij het opstellen der beelden tegenwoordig en vroeg, toen Veronica haar plaats kreeg, spottend: „Waar kan toch de wind vandaan komen, die den hoofddoek zoo sterk beweegt?" „Uit de nis in den koepel", antwoordde Machi droogjes. Een eenoogige, vrekkige man vermaakte zijn dienaar een klem legaat. Toen hij ge storven was, bestreden de nog gieriger erf genamen de rechtsgeldigheid van deze be schikking, die luidde: „Ik vermaak mijn trouwen dienaar, die mijn oogen zal sluiten, een legaat van honderd guldenop grond daarvan, dat de dienaar den overledene de oogen niet had kunnen sluiten, omdat hij ec maar één had.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 22