mm m iMikcudüé <öpecu£cm&,25 ct pek Firiancieele Kroniek, H.D. VERTELLINGEN N.V. DE KENNEMER BANKVEREENIGING HOUTPLEIN 8, TELEFOON 13829 (luSen) ALLE BANKZAKEN THEESERVIES ANDREA'' 1239E3 DE MYSTERIEUSE VERDWIJNING. HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 1 DECEMBER 1930 Toenemend weerstandsvermogen der aandce!c»markt. Het gevaar van een te groot obligatiebezit. Pogingen tot evenwichtsherstel 0p de prodnctonmarkten. Betere stemming voor Koninklijke en Phi lips. De nieuwe Indische lecc- ning en het NedcrJandsch schat kistpapier. orschoon van een algemeen koershcrstel op de beurzen nog niet k;„n worden gespro ken kan toch worden geconstateerd dat de nerveuze stemming van dc laatste weken voor een rustiger beschouwing van den tee- stand heeft plaats gemaakt. Blijkbaar heb ben de vele bankfalllissementën in de Vcr- eenigde Staten hun schaduw reeds eenige weken vooruitgeworpen, want de officlecle aankondiging heeft op de Now Yorksche beurs betrekkelijk weinig invloed gehad. De geleidelijke koersdaling, welke sinds een jaar aan alle beurzen heeft plaals gehad, heeft uiteraard de zwakke posities uit. de markt doen verdwijnen en ln het algemeen de koersen op een peil gebracht, waarop de fondsen in menig opzicht koopwaai-dig schijnen. Te meer geldt dit van de aandes- len waarop nog dividend wordt betaald en waarvan ook voor de naaste toekomst rede- lijike dividenden mogen worden venvacht, zoodat zij voor beleggingsdoelcindcn in aan merking komen. Reeds maanden lang schijnt het publiek niets dan obligaties te koopen, tengevolge waarvan het rendement voortdurend afneemt. Men stelt zich in dezen tijd met een rente van 3 12 pet., in sommige gevallen met nog minder tevreden en verliest daarbij misschien wel eens uit het oog dat we in een wereld leven, waarin van blijvende toestanden geen sprake Ls. Hoe onbevredigend de naaste vooruitzichten op schier elk gebied ook mogen schijnen, op de periode van neergang en depressie komt weer een tijd van opleving, welke met een grootere vraag naar geld gepaard gaat. Wanneer die nieuwe tijd zal aanbreken zal zelfs de heer Marlon niet kunnen voorzien, maar de hou der en kcoper van effecten heeft er ook in dezen tijd voor te zorgen, dat hij bij de keuze der fondsen zooveel mogelijk liet evenwicht bewaart. Men kan zich op het standpunt stellen dat het de voorkeur verdient zich in dezen tijd met een minimaal rendement tevreden te stellen ter beveiliging van de hoofdsom der belegde kapitalen. Het schijnt echter niet overbodig er op te wijzen dat ook bij een dergelijke belegging voor het in tact blijven van de hoofdsom allerminst vol ledige zekerheid bestaat, omdat bij een her leving van handel en bedrijf zelfs de best? obligaties van staat en gemeenten belangrijk ih koers kunnen terugkopen. Deze overwe ging moet er toe nopen om zich bij den aan koop van obligaties een beperking op te leg gen teneinde te voorkomen dat straks met duurgekochte obligaties en een klein ka- pltaalsinkomen een periode van nieuwe wel vaart Intreedt. Het is vermoedelijk ook deze overweging, die de laatste weken aan de Amerikaansche markt steun geeft. Beleggingstrusts en in moeilijkheden geraakte bankinstellingen heb ben zelfs de beste aandeelen tot steeds da lende koersen moeten opruimen, de finan cieel sterke instellingen echter en de grootere beleggers zijn reeds enkele weken bezig hun bezit aan goede aandeelen te vergrooten. Blij kens informaties van den laatsten tijd begint ook het publiek in de Unie zich voor beleg ging van kapitaal weer ln sterkere mate op de aandeelenmarkt te richten, ten gevolge waarvan deze een grooteren weerstand ver toont dan eenige weken geleden. Ook ten onzent dient hierop te worden gelet, waar vele aandeelen gedaald zijn tot koersen, waarin bij 'n lichte prijsstijging op de goederenmarkt de kansen op een bedui dende verbetering verborgen liggen. Goede aandeelen en wij denken hier aan de beste suiker- tabaks- en .scheepvaartwaar den kunnen nog wel verder dalen, maar hebben hun innerlijke veerkracht nog niet verloren. Dit blijkt wel hieruit, dat bij de geringste verbetering der vooruitzichten een belangrijk koersherstel kan intreden. Nu de prijzen van de meeste producten en artike len tot of beneden den kostprijs gedaald zijn, is de kans op herstel greoter dan op een verdere daling, temeer nu op elk gebied der voortbrenging maatregelen worden ge troffen of overwogen om de productie met de verminderde consumptie in evenwicht te brengen. Zoowel de koperproducenten, de suikerproducenten, de rubberproducenten en de petroleumprcducenten zijn daarover thans dag en nacht bezig en hoe gering ook de kans van slagen soms moge schijnen, geheel zon der invloed blijven deze besprekingen toch niet. Daar komt bij, dat de natuurlijke pro ductievermindering, tengevolge van kapitaal gebrek der ondernemers, grooteren omvang aanneemt en anderzijds de onzichtbare voor raden bij handelaren en verbruikers op de afbraakpryzen van dezen tijd geleidelijk wor den aangevuld. Het heeft er allen schijn van, dat zelfs de voorgoed doodgewaande sui kerconventie van Brussel weer zal herleven, nu ook de.Visp ten aanzien van een bespre king over productiebeperking niet meer ge heel afzijdig staat. Na dc alarmeerende berichten over een nieuwen petroleumstrijd, tengevolge waarvan de aandeelen Koninklijke beneden 300 pet. daalden, heeft men de positie en de vooruit zichten van dit wereld concern deze week iets minder pessimistisch beoordeeld, nu door verschillende groote petroleummaatschap- pijen de productie beperkt wordt en aan den anderen kant de vraag naar automobielen in de Unie weer iets schijnt toe te nemen. De mogelijkheid dat ook ditmaal de strijd tegen de koninklijke Shell-groep in de Unie tot een compromis zal leiden, mag ook niet worden voorbijgezien. Op de afdeeling der industrieele aandee len hebben de koersen nog altijd een onre gelmatig verloop: van een bepaalde richting is nog geen sprake. Maar het groote aanbod in de aandeelen Philips' Gloeilampen schijnt toch tot staan te zijn gekomen, mede allicht door de mededeeling der directie, dat de af zet van radio-artikelen thans grooter is dan ooit en de daarmee overeenstemmende ex portcijfers over de maand October. Onverklaarbaar was ook ditmaal de ver dere koersdaling van aandeelen Margarine- Unie, die tot 198 1 2 pet. zijn ingezakt om la ter weer iets te herstellen. Omtrent den gang van zaken bij dit concern is uiterst weinig bekend, waarin vermoedelijk de voornaam ste reden voor de koersafbrokkeling gele gen is. Op de bele^gingsmarkt heeft het wel even de aandacht getrokken, dat de nieuwe Indi sche leening niet geheel is volteekend; de snel terugloopende ontvangsten der Indische schatkist houden hiermee vermoedelijk ver band. De toewijzing van 31 2 pet. Nederl. Schatkistbiljetten tot den koers van 101 pet. levert opnieuw het bewijs dat men aan de veiligheid van het kapitaal gaarne een groot deel van het rendement opoffert. Geld op prolongatie 114 a 112 pet. LETTCNGA. BINNENLAND DE HANDELS. EN LANDBOUW- BANK. CREDITEURENVERGADERING BIJEENGEROEPEN. De crediteuren van de Handels- en Land- bouwbank en van de Spaarbank dezer instel ling zullen naar het Corr. Bureau meldt, door den griffier der Haagsche rechtbank worden opgeroepen voor een vergadering op Zater dag 21 Februari 1931, 's morgens halfelf in de groote zaal van den Dierentuin te 's-Gra- venhage ten einde te worden gehoord over de door deze banken ingediende aanvragen tot het verkrijgen van surséance van beta ling. (Adv. Ingez. Med.) I INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. ELECTRQLASCH £9ZE«:CIETUZER IEI-I30D0 STAAL DE HEER VAN TIJEN VLIEGT NIET TERUG. HIJ GAAT EERST NAAR AUSTRALIA Aneta seint uit Batavia, dat de heer Van Tijen na zijn aankomst aldaar hartelijk ge huldigd is. HU werd toegesproken door den burgemeester en vele anderen. De heer van Tijen vertelde, dat een uur voordat hij Telok-Betong bereikte, hij be merkte, dat de magneet haperde. Hij had wel kunnen vliegen, doch koos het zekere voor het onzekere. De heer Van Tijen was vol lof over de hartelijke ontvangst, door de Engelschen. De atmosfeer in het Taurusge- bergte was zeer koud. Hij vloog toen op een hoogte van 3600 M., terwijl het toestel hoogstens een hoogte van 4' 00 M. kan halen. Van den Taurus tot Victoria-point had hij goed weer, doch van daar tot Pakan-Baros slecht. Hij zal niet naar Nederland terugvliegen. Bandoeng is de laatste landingsplaats en van hier zal het toestel naar Holland worden teruggezonden. De heer Van Tijen blijft enkele maanden voor zaken in Ned.-Indië en zal ook naar Australië gaan. Te 11.50 vertrok de heer Van Tijen uit Bandoeng. Vergezeld van de „Kriel" en tegemoet ge vlogen door een aantal legervliegtuigen, kwam Van Tijen te Bandoeng aan. Ook hier was de ontvangst zeer hartelijk. GEEN MUNITIELEVERING AAN ANDERE LANDEN. In de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag over de begrooting van het staatsbedrijf der Artillerieinrichtingen voor 1931 deelde de Minister van Defensie mede, dat het- bedrijf geen munitie heeft geleverd aaneenige vreemde mogendheid. Wel is zooals ook in andere landen door staatsbe drijven geschiedt door de artillerie-inrich tingen eenige malen medegewerkt aan de vervaardiging van munitie bestemd voor een .vreemde mogendheid. Dit geschiedde echter niet in concurrentie met particuliere fabrie ken, integendeel op verzoek. VERGADERING VAN DEN VRIJ- ZINNIG-DEMOCRATISCHEN BOND. MR. MARCHANT OVER DEN POLITIEKEN TOESTAND. Zaterdag en Zondag heeft de Vryzinnig Democratische Bond te Hengelo de jaarver gadering gehouden, onder leiding van den voorzitter, mr. W. H. Werker. Deze zei in zUn openingsrede, dat overal de democraten tegenover de dictatuur staan. Ook in Neder land vormt de dictatuur een dreigend gevaar. Spr. vroeg of het zwUgen over de V.D. in het door de Liberale Staatspartij uitgegeven manifest beteekent, dat men hen van den aardbodem verdwenen acht. Dat dit niet het geval is, zal men merken, aldus spr. als het gaat om den strijd tegen het kapitaals- overwicht en om de zaak der nationale ont wapening. Mr. H. P. Marchant heeft een groote rede gehouden, waarin hij zeide, dat het oude liberalisme ontrouw geworden is aan zijn tradities, wat vooral blijkt uit de houding der partij ten opzichte van de radio-censuur. De Vrijzinnig-democraten zullen echter blyven staan tegenover elk dwangregiem. Sprekende over het geval-Albarda noemde mr. Marchant dit een vragenspel, slechts een politieke manoeuvre teneinde een coalitie tusschen Katholieken en sociaal-democraten onmoge- lyk te maken. Men tracht ons te sussen, aldus de heer Marchant, met de onhoudbare voorstelling, al£ wij, de gewapende oorlogsmacht ult- brc .gende tegen schending der neutraliteit, niet in den oorlog behoeven te worden be- tokken. Merkwaardiger dan alles, wat er in dit Kamerdebat gezegd is, vond spreker het, dat Nolens niets zeide. Spr. besloot, na gewaagd te hebben van de eenheid In de party, met het vertrouwen uit te spreken, dat de vrijzinnig-democaten overwinnen zullen. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden). Gesloten Deuren. Onzichtbaar langzaam kropen de wijzers die nog het negende uur niet hadden aange wezen, met trage onverzettelijkheid voort op de wijzerplaat. Het raderwerk be-tiktakte elke seconde die tot het verleden terugviel ln monotone litanie. Tik-tak, tik-tak, voor- bü, voor-bij, tik-tak. De man, die in zijn stoel in stemmingloos nietsdoen het tikken der klok beluisterde, zuchtte. Hoevele avonden zouden er nog komen dat ze zoo tegenover elkaar zouden zitten? Zij lezend. Altijd lezend. Hij de klok afluisterend, die met beangstigende onver moeibaarheid zou doorgaan de seconden terug te werpen in het verleden, seconde na secon de aaneen te rügen tot minuten, uren, dagen, ja tot jaren. Jaren! Even bewoog hij zich onrustig in zijn steel. Jaren! Hoeveel nog? Vijf ervan waren ze nu getrouwd. Hoeveel maal vijf zouden er nog volgen? Hoeveel mil- lioenen tikken, als even zoovele waarschu wingen dat het leven je ontgleed, seconde na seconde, zouden nog wegvloeien in het voorbye? Hoeveel hamerslagen zou het rader werk nog geven? Hamerslagen, waarmede het al die ontastbare, die onzegbaar-korte tijds- trillingen smeedde in de keten der eeuwig heid, waaraan begin noch einde is? Negen slagen, in zilveren zang de klok ont sprongen, onderbraken zijn gedachten. „Negen uur". „Ja". De stille atmosfeer schommelde een oogen- blik heen en weder, doch kwam snel weer tot rust en legde zich als in haast-zichtbare sluier over de kamer. „Wil je nog thee". „Ja, goed". Even rammelden in schril geluid 'n paar kopjes. De theepot klukte hoorbaar. Met nieuw-merkbaar lippenbeweeg zette zij de thee voor hem neer, waarna zU zich met een lichten zucht weer over haar boek boog. „Dank je". Z'n gedachten traagden rond in hun vijf huwelijksjaren. Neen, ze hadden elkaar nooit met volle overgave liefgehad.. Och ja, ze konden goed met elkander overweg. En liefde wat was liefde? Dat verdween toch vaak weer even snel als het gekomen was en er bleef niets dan wat bittere droesem. Zoo hadden zij er over gedacht. Je kon, had hij altijd geredeneerd, je kon veel beter wat beschouwend tegenover dat alles staan. Niet doen, niet denken, alsof liefde het eenigst- bestaande was, dat je leven glans kon be zetten. Haar meening was vrijwel gelijk ge weest. Daarop waren ze getrouwd. En de ontdekking dat ze elkaar onverschillig waren geworden, een ontdekking die bij som mige menschen pas na jaren en bij enkelen nooit kwam, had zich bij hen al in de eerste maanden geopenbaard. Geen van beiden had de kracht gehad, dit te negeeren. Zou zij het ook zoo voelen? Hij keek naar zijn vrouw, die in het gouden lamplicht haar hoofd over een boek gebogen hield en las. Als een vreemde, zonder een diepere trilling in zijn ziel, bestudeerde hij het met licht overgoten gelaat. Over haar heele gezicht lag iets koels, iets gereserveerds. Die haar kenden hadden het probeeren uit te drukken door te zeggen: „Zij heeft iets voornaams", niet dat „aliedaagsche". Hij kreeg steeds zoo den indruk, alsof ja precies zeggen kon hij het niet, maar zoo'n gevoel alsof dat gezicht geen warmte uit straalde, zooiets wanneer je je vingers tegen die wangen legde, je handen koud zou den worden. Gek idee toch. 'n Licht geruisch bij de tafel deed hem opzien. Ze had het boek dichtgeklapt en weggeschoven. „Uit?" „Ja". „Mooi?" „Ja, gaat wel". Ze stond op, zette het boek op z'n plaats, liep naar de piano en vroeg zacht: „Kun Je wat plaats maken?" Zwijgend voldeed hU aan haar verzoek schoof den stoel tegen de tafel, liet zich neer vallen in een fauteuil bij den erker en begon naar buiten te staren. 't Licht knipte uit. Alleen het pianolampje spreidde een zacht, rood licht over de piano. Buiten glimde vochtig het asfalt. Een enkele wandelaar stapte haastig voorWj, diep in zijn kraag gedoken. WaarschynlUk benijdt hU die menschen, die daar „zoo gezellig en knus" thuis zitten, dacht hij en even ging er iets in vlijmende scherpte door hem heen. De muziek zong zacht door de kamer. Ze ontroerde hem niet. Doelloos bestaarde hy de weerkaatsing van het licht der lantaarn palen, dat in grillige strepen en flarden op het natte asfalt uitgestrooid lag. HU trachtte het pianospel te volgen. De muziek klankte in een haast melodieloos ryinme als het stappen van iemand, die een langen, langen weg heeft af te leggen. De ionen werden hooger en hooger verdmptea dan kort en verbeten onder haar vingers, gelijk het snikken eener vernepen ziel. Iets brandends, heesc'n-makends schoot in zijn keel. Was dit nu het leven! Het leven, waar van hy zich zoovele idealen gemaakt had? Was dit het leven, waarvan hU zich zoovele gedachten-aroomen had gemaakt? Gedach ten, die altyd droomen zouden blijven. Plot seling bemerkte hij, dat ze niet meer speel de. HU stond op en liep naar haar toe. Een golf van medelijden met hen beiden sloeg over hem heen. HU wilde iets zeggen. „Kind, laten we dit alles vergeten. Laten we het tuschen ons tweeën opnieuw pro beeren. Het is voor ons beiden zoo bitter noodig". Doch op de koele vraag-oogen van zijn vrouw bewogen zich slechts even zUn lip pen. „HoofdpUn, ik ga slapen". Zy neeg haar voorhoofd naar hem toe, dat hU in gewoonte-gebaar vluchtig met fcijn lippen beroerde. Zonder op te zien ging hU de kamer uit, en sloot de deur stil achter zich. BéKA. ONGELUK OP EEN ONBEWAAKTEN OVERWEG Een auto, waarin gezeten waren een heer en een dame uit Utrecht, is Zaterdagavond, waarschijnlyk tengevolge van onbekendheid met den weg van den bestuurder, op den onbewaakten overweg aan den Leyenschen weg te Bilthoven, gegrepen door den trein, die te ongeveer half elf te Bilthoven aan komt. De auto werd totaal vernield. De dame werd ernstig, de heer licht gewond. Beiden zyn naar het ziekenhuis te Utrecht vervoerd, waar zij ter verpleging zijn opgenomen. SLIEDRECÜTSCHE INBREKERS GEARRESTEERD. De politie te Hoek van Holland heeft de hand "gelegd op twee Duitsche inbrekers en het blijkt, dat zy een goede vangst heeft ge daan. Na een verhoor, waarby ook de politie uit Sliedrecht en Delft aanwezig was, hebben de beide Duitschers bekend ook den diefstal van de brandkast in hét statition Sliedrecht te hebben gepleegd. Zij hebben bovendien fietsen gestolen te Delft en verder nog een inbraak te Aalst op hun geweten. FEDERATIE VAN JONG-HERVORMDEN. In verschillende plaatsen van ons land zijn vereenigingen van Jong-Het-vormden ont staan, die alle bedoelen, den band aan te houden en zoo mogelijk neg te versterken, die in den rijd, toen men zich op het doen van belijdenis voorbereidde, tusschen de ca techisanten onderling en tusschen hen en de predikanten gelegd is. Thans is tot een federatief verband beslo ten. Op een te Bussum gehouden vergadering .waar de vereenigingen uit Bussum.Amersfoort 'Haarlem, NUmegen, Velsen, Hilversum en Apeldoorn vertegenwoordigd waren, werd het bestuur voorloopig aldus samengesteld: Dr. W. Lodder, te Bussum, voorziter, Ds. M. G. Gerritsen, te Amersfoort, vice-voorzitter, J. de Smalen, te Haar'em, penningmeester, M. v. d. Heyde, te Nijmegen, G. J. van de Zande, te Velsen, L. W. J. van Hasselt, te Hil versum, secretaris, H. J. Raat, te Apeldoorn', INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL ONTWERP CR. AGTERBERG MET12 KOP SCHOTELS |/j JQ SR. H0UT5TR.1S5 HAAOLEM INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 6(| Ct«. per regel. FEUILLETON 61) Ze hield even op. „Dat ls zoowat alles. Ik ik heb een tamelijk zwaren strijd gehad. Ik verkocht m'n kleinoodleën en leefde een tUdlang van de opbrengst er van. Toen ging ik naar Nice en kreeg een plaats bij het opera-gezelschap, onder den naam van Marie Lantelme. Daar merkte ik voor het eerst, dat iemand anders me op het spoor was een man die het nooit zou opgeven Sir Frede ric Bruce van Scotland Yard, die met de zaak Hilary Gait was belast. Hij wist dat Eric op den dag van den moord, liet- kantoor had bezocht., en toen hij mijn verdwijnen uit Indië had gelezen, moet hU daarin een sa menhang hebben gezien. Op een avond toen ik uit den schouwburg te Nice kwam, hield een inspecteur van Scotland Yard me aan, op de Promenade des Anglais. ,.U bent Eve Durand" zei hij. Ik ontkende het, ontliep hem en bereikte Marseille. Van daar ging ik naar New-York. Ik veranderde m'n uiterlijk zooveel mogelijk de kleur van mijn haar en kreeg een betrekking als mannequin onder den naam van Jennie Jerome. Weer was Scotland Yard me op het spoor. Ik moest 's avonds verdwijnen. Toen kwam ik in San Francisco aan, wanhopig en zonder Ff ld. Op een veerboot ontmpette ik. Mrs. Tapper- Brock. die dicht by ons luid gewoond in Devonshire. Ze is zoo goed geweest om me mijn betrekking hier te bezorgen. Ik was weer eens gelukkig, tot sir Frederic Bruce hierheen kwam, steeds nog het oude spoor volgend." Durand stond langzaam op. „Ik hoop dat je voldaan bent," zei hU ruw. „O, Eric!" „Je hebt voor mU afgedaan. Je moest nu voldaan zUn". Z'n oogen vlamden woest op. „Je hebt de onbevlekte reputatie van je Sir Galahad gered „Zult ge dus bekennen?" vroeg Flannery. Durand haalde hopeloos z'n schouders op, „Waarom niet? Wat blijft me anders over? Hij wendde z'n vlammende oogen naar Chan. „Alles wat deze duivel heeft gezegd was waar. Ik bewonder er hem voor. Ik dacht dat ik slim was, maar hy was nog slimmer. Z'n stem werd schreeuwerig. „Ik doodde sir Frederic! Waarom zou ik niet? 't Was de eenige manier! HU stond daar naar me te grUnzen. Wat 'n man! HU wou het niet op geven. IIU wou niet quitte zijn. Zestien Jaar en nog was hU achter me aan. Zestien jaar en hy wilde niet vergeten. Ja, ik doodde hem." „En de fluweelen pantoffels?" infor meerde Chan zacht. „Aan z'n voeten. Dezelfde die ik lang ge leden op dat kantoor had gelaten. Ik zag ze juist nadat ik geschoten had en toen waren m'n zenuwen me de baas. 't Was als een oordeel mijn handelsmerk aan de voeten van Sir Frederic naar me wUzend. Ik trok ze af. nam ze mee. Ik ik wist niet wat er mee te moeten doen. Ik was m'n kalmte kwjjt, maar had hem toch eerst gedood. Ja. ik doodde hem. en ben gereed te betalen, maar niet op dc manier die JU denkt." Plotseling zwaaide hU om en vloog door dc openslaande deuren naar den tuin van de bungalow. „De brand-uitgang!" schreeuwde Flan nery. „Sny hem den weg af." De kapitein Duff en Chan waren dicht er achter, Charlie liep naar en branduit- gang links, maar daarheen wilde Eric Du rand vanavond niet gaan. HU liep naar het hek dat dén tuin jomgaf; een oogenblik vormde z'n groote gestalte een donker silhouet tegen de mistige lucht om dan stil te verdwijnen. Ze liepen naar het hek en keken naar be neden. Ver weg, zagen ze, ln het doffe schijn sel van een straatlantaarn, een zwarten, in elkaar gezakten hoop, waaromheen een op loop van menschen zich vormde, xxn. Nu hun vervolging zoo tragisch was ge ëindigd, kwamen de drie mannen langzaam in de huiskamer van de bungalow terug. „Wel", zei Flannery, „dat is nu z'n einde." „Ontvlucht?" riep Miss Morrow. „Van deze wereld", knikte de kapitein. Eve Durand uitte een lichten kreet. Miss Morrow sloeg een arm om haar heen. „Er is beneden wat voor me te doen", zei Flannery en ging gauw weg. „We moesten liever naar huis gaan, lie ve". zei Miss Morrow zacht. ZU en Eve Du rand gingen naar de hal. Kirk volgde en deed de deur voor hen open. HU wilde heel veel zeggen, maar onder deze omstandig heden leek zwijgen hem het eenlg mogelijke toe. ..Ik kan m'n auto even halen", stelde hy voor. „Neen. dank u." antwoordde Miss Morrow. We zullen wel 'n taxi vinden." „Goeden avond", zei hU ernstig. „Ik hoop u gauw weer te zien." Toen hy in de huiskamer terug kwam, sprak kolonel Beetham: „Niets in z'n leven was zoo geschikt voor hem als z'n heengaan. Wat een verknoeid leven was dat! Arme majoor." Duff stopte kalm z'n pypje, onverstoor baar als 'n Chinees. „Wat ik zeggen wil", zei hy langzaam, „ik heb vanochtend een tele gram over hem gekregen. Tien jaar geloden werd hy oneervol ontslagen uit het Britsche leger, 't Is dus nog de vraag of hy recht had op dien titel. Maar dat wist u zeker, ko lonel Beetham?" „Zeker", antwoordde deze. „U wist zooveel", vervolgde Duff „zoo veel wat u niet vertelde. „Wat deed u dien avond van dien moord beneden?" „Precies wat ik Flannery verteld heb. Ik rende naar beneden, om Li Gung te vertel len, dat hU niet behoefde te wachten." „Ik had gedacht dat u naar beneden waart gegaan om met Eve Durand te praten." De kolonel schudde z'n hoofd. „Neen, die had ik al gesproken. Ziet u, ik had haar al ontdekt, eenige dagen voor het diner. Na dat ik tien jaar lang haar spoor kwUt was geraakt, kwam ik naar San Francisco op een gerucht dat ze hier was. Myn boodschap beneden was Li Gung. zooals ik zei." „En den volgenden dag bracht u hem op de boot voor Honolulu?" „Ja. dat is zoo. Op Eve's verzoek. Ik had dat al twee dagen tevoren in orde gemaakt. Ze had vernomen dat Sir Frederic zich voor hem interesseerde en ze was bang. dat er iets zou kunnen gebeuren wat m'n vol genden tocht in gevaar bracht; maar het was onnoodig. Li Gung zou nooit iets gezegd hebben; maar om haar gerust te stelled, deed ik wat ze verzocht." Duff keek hem afkeurend aan. „U wist dat Durand den eenen moord had begaan. Toch hebt u de politie niet op de hoogte ge steld. Wat dat een spel spelen met de poli tie. kolonel?" Beetham haalde z'n schouders op. „Ja, ik geloof het wel. Ik ben er zeker van. Ik ver moedde noet dat Durand den avond van sir Frederic's vermoording, in San Francisco was geweest. Zelfs ai had ik het geweten dat hy hier was wel ziet u „Ik ben bang dat ik het niet begrijp," zei Duff. „Er is werkely'k geen reden voor waarom ik het u zou verklaren" ging Beetham voort, „maar toch zal ik het doen. Er gebeurde iets op dien langen tocht door Afghanistan en de Kavir woestUn. Eve was zoo moedig en be klaagde zich niet. Ik ik werd verliefd, voor den eersten en den laatsten keer. Wat ze sedert voor me gedaan heeft werkelUk man, ik aanbid haar! Maar ik heb het haar nooit gezegd. Ik weet niet of ze wat om me geeft of niet. TerwUl Duranc| leefde, was hy, in zekeren zin. myn medeminnaar. Als ik hem had opgegeven, wat zou dan mUn mo tief zyn geweest. Ik zou 't zelf niet zeker ge weten hebben. Ik stelde Eve voor om haar geschiedenis te vertellen, maar ik drong er niet op aan. Dat kon ik niet, ziet ge. Ik moest de beslissing aan haar overlaten. Toen ze dien avond voor Flannery's mannen op de vlucht ging. hielp ik haar. Als zij dat noodig vond, was ik gedwongen toe te geven. Ja, inspecteur, ik speelde het spel naar mUn eigen idee." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14