BUITENLAND
Fa. GEBR. VERMEULEN
„Uit den droom naar de werkelijkheid."
St. Nicolaas-
geschenken
Een Geschenk
STOFZUIGERHUIS M AERTENS
Apex Klop-Veeg-Stofzuigers 1175.—
Klein-Meubelen
Koper- en Tinwerk
Rookfauteuils en Rooktafels
Boekenkasten en Bureaufauteuils
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 1 DECEMBER 1930
TWEEDE BLAD
£en antwoord van Poincaré aan Sovjet-Rusland.
Een scherpe terechtwijzing aan het adres van Duitschland.
Stimulans voor het Duitsche
nationaal-socialisme.
De Oostenrijksche bondskanselier
Vaugoin afgetreden.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
hernieuwde actie en krachtiger supernatio-
nalisme. Voorwaar het einde van dit Jaar
heeft meedoo gen loos de gevaarlijk scherpe
hoeken van de huidige Europeesche con
stellatie ontbloot!
L. A.
Oostenrijk.
Het proces tegen de leden van de Industrie
partij werd gedurende de afgeloopen week
Toortgezet. Sedert wij er de laatste maal over
schreven heeft zich het materiaal waarop de
rechters hun vonnis moeten bouwen aan-
rienlijk vermeerderd. Wij zinspeelden er
reeds eerder op, dat het op zijn minst geno
men verdacht was, dat de beklaagden nun
bekentenissen dermate met details versieren,
dat de geheele anti-Sovjettistische actie in
Europa en daarbuiten tot in den kern kan
worden geanalyseerd. Men kan niet van
partijdigheid beschuldigd worden, wanneer
men er de Moskousche diplomaten van ver
denkt, dat de manier waarop deze bekente
nissen worden afgelegd, door hen werd ge
ïnspireerd. Wij willen daarmede niet zeggen,
dat de verklaringen van de beklaagden, die
zoo compromittant zouden kunnen zijn voor
diverse Europeesche regeeringen, van a-z ge
logen zijn. Integendeel. Men kan onvoorwaar
delijk aannemen, dat de Internationale Euro
peesche geheime diplomatie zich onophoude
lijk bezig houdt met het bolsjewisme, en de
gevaren die uit Rusland dreigen. Het is even
min aan twijfel ondernevig, dat die diploma
tie zich zal hebben bediend van de informa
ties van Russische spionnen, die wederom in
verbinding stonden met de organisaties der
Russische emigre's. De meuedee.ingen vaa de
beklaagden zijn echter zeer fantastisch.
Zij beteekenen, wanneer zij inderdaad juist
waren, mets meer en niets minder, dat
Frankrijk, Engeland en Polen in 1931 een
grootsch opgezet offensief zouden beginnen
tegen Sovjet Rusland. Mag men dat geloo-
ven? Mag men gelooven dat men bezig was
aan de organisatie van een midioenenleger,
naar het hart van Rusland zou opmar -
cheeren?
Het eerste dementi op deze verklaringen is
van de hand van niemand minder dan Poin
caré:
ünder den kop: „Uit den droom naar de
werkelijkheid" publiceert hij in de „Excel
sior" en in de te Buenos Aires verschijnen
de „La Nacion" een artikel, waarin hij zich
keert tegen de tijdens het proces te Moskou
inzake de industrie partij geuite beschuldi-
dingen en tevens een krachtigen aanval
doet op den Duitschen minister van buiten-
landsche zaken, dr. Curtius.
Poincaré zet uiteen, dat de Moskousche
beschuldigingen tegen Frankrijk gericht,
even zinneloos zijn ais vreemd aan de wer
kelijkheid.
Hij beweert, dat hij, noch Briand, noch de
Fransche generale staf ooit in eenig contact
hadden gestaan met de Industriepartij of
doeleinden, die deze beweert na te stre
ven. Hij heeft interventie in de bestaande
Sovjetverhoudingen niet begunstigd en niet
gebillijkt. De generale staf heeft evenmin
ooit de paradoxale gedachte gehad een aan
val op Sovjet Rusland voor te bereiden of
dergelijke plannen te steunen. Reeds ten
tijde van Wrangel heeft hij persoonlijk ope
raties van dezen aard met scherpe woorden
veroordeeld. De Moskousche beschuldigin-
gen zijn waanideeën, waarmede men zich
niet ernstig kan inlaten.
„Veel beter is het terug te keeren tot de
wereld der werkelijkheid en zich te wenden
tot de belangrijke gebeurtenissen van de
laatste 14 dagen.
De redevoering van minister Curtius heeft
een te groote beteekenis, dan dat men die
stilzwijgend zou kunnen voorbijgaan. De
duistere wegen der Duitsche regeering zijn
door deze redevoering plotseling scherp in
het licht gesteld.
Ten aanzien van het Youngplan heeft
Curtius gladde en schoone woorden gevon
den Men is thans ver verwijderd van den tijd
toen dr. Stresemann zijn laatste krachten
uitputte om van de Duitsche industrieelen
de noodzakelijke offers voor de reparatiebe
talingen los te krijgen. Thans, nu de linker
Rijnoever ontruimd is, ontziet men in
Duitschland te klingen, die betalen kunnen.
Men heeft de hervormingsplannen van Par
ker Gilbert in vuur geworpen en eischt een
moratorium. Curtius is wel voor den vrede,
doch hij verstaat hieronder absolute gelijk
heid van rechten en waarborgen. Frankrijk
is niet doof en verstaat zeer wel, waar de
rijksminister van buitenlandsche zaken heen
wil. Hij doelt op de militaire clausen van het
verdrag van Versailles en de gedemilitari
seerde zone. Curtius doet het voorkomen als
of de ontwapening niet een eenzijdige ver
plichting van Duitschland was, en d:«t
Duitschland een recht had de ontwapening
van anderen te eischen. Wanneer Duitsch
land de door dr. Curtius gewilde bijeen
komst van een algemeene conferentie zou
bereiken, dan zou men zien in hoeverre het
zijn verplichtingen, voortvloeinde uit het-
verdrag van Versailles, vervuld heeft, en zal
men kunnen vaststellen of de voornaamste
bepalingen van het verdrag niet zijn over
treden, of de Duitsche handelsluchtvloot
niet den kiem vormt van een militaire lucht
vloot. of de Reichswehr niet een machtig
kader leger is, om de organisaties die door
de autoriteiten geduld en aangemoedigd
worden niet behooren te worden opgeteld bij
het leger. Massigll heeft te Genève honderd
maal bewezen, dat de bepalingen van het
vredesverdrag door Duitschland niet zijn na
gekomen."
Dit is zeer duidelijke taal: een krachtig
antwoord aan Moskou, maar ook scherpe
terechtwijzing aan 't adres von Duitschland
dat de Hitlerianen weer zal stimuleeren tot
Bondskanselier Vaugoin
afgetreden.
WEENEN. 29 Nov. (V-DO Bondskanselier
Vaugoin heeft den Bondspresident het ont
slag van het geheele Kabinet aangeboden. De
Bondspresident heeft het ontslag aanvaard
en het Kabinet verzocht de loopende zaken af
te handelen.
Met het vormen van een nieuw Kabinet
werd de „Landeshauptmann" van Vorarl-
berg Dr. Ender belast, die deze opdracht aan
vaard heeft.
Dr. Ender zal morgen te Weenen aankomen
en de onderhandelingen met de partijen
openen.
Dr. Otto Ender behoort tot de Chr. Soc.
Partij. Hij werd in 1875 te Attach (Vor-Arl-
berg) geboren. Sedert 1918 is hij „Landes-
hauptmann" van Vora-'berg-. Hij is jurist van
beroep en was lid van ae consütueerende Na
tionale Commissie ter Reguleering van den
Rijn.
WEENEN, 30 Nov. (V.D.) De gToote Club der
Christelijk Socialen heeft in de bijeenkomst
van heden de aan Dr. Ender verstrekte op
dracht tot kabinetsformatie met ingenomen
heid begroet en hem allen gewensohten
steun toegezegd.
Nog hedenmiddag heeft Dr. Ender een
aanvang gemaakt met zijn onderhande'ingen
zoowel met het Schoberblock alsook met de
HeimwehrenDe besprekingen duurden tot in
de late avonduren voort-, waarbij, naar ver
luidt, zekere voortgang wordt gemaakt.
Duitschland.
Zal de noodverordening
worden afgekondigd?
Naar verluidt is het antwoord van de :>-
cialisten, hetwelk hun houding nopens het
financieele program omschrijft, thans door
den rijkskanselier ontvangen. aldus de
N.R.Ct., De formuleering heeft een eind ge
maakt aan de optimistische opvatting over
de vooruitzichten om de financieele ontwer
pen langs parlementairen weg af te doen.
welke in gewoonlijk welingelichte kringen
nog bestond.
Men acht het thans zoo goed als zeker, dat
de noodverordening wordt afgekondigd. Zij
zal op zijn laatst Dinsdag openbaar gemaakt
worden.
Frankrijk.
Incident ter vergadering der
Liga voor Menschenrechten.
PARUS, 29 Nov. (N.T.A.) Op een hier
gehouden vergadering van de Fransche Liga
voor menschenrechten hebben ongeregeld
heden plaats gehad.
Op de vergadering zouden twee links
staande Fransche Kamerleden het woord
voeren over de verhouding tusschen Duitsch
land en Frankrijk, alsmede over de herzie
ning der vredesverdragen.
Eenige leden van nationalistische bonden
wierpen stinkbommen in de zaal en mis
handelden den voorzitter prof. Basch en de
beide redenaars.
De politie arresteerde een aantal perso
nen en ontruimde de zaal.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL
EEN „PREMTèRE" OP DE SCHOOL VAN
DEN IIEER DONKERSLOOT.
Wij hebben Zaterdag weer de St.-Nicolaas-
premlère van het nieuwe tooneelstukje voor
kinderen van den heer Cannegieter op de
school van den heer Donkersloot in de Wil-
helminastraat meegemaakt.
Als het doek vaneengaat zijn wij zoowaar
in een roef van een turfschip. Wanneer het
een „grootemenschencomedie" was geweest,
zou er misschien applaus hebben geklonken
voor dit alleraardigst décor! Een echte roef
laag van zoldering met drie patrijs
poorten en een trap, die naar het dek voert.
Schipper Jakkele met 'n ringbaardje zit
er naast Sibbeltje, zijn vrouw, die nog
het Friesche oorijzer draagt, Ari, een Volen-
dammer visscher en Abenijntje, in het flat-
teuse Volendamsch costuum, zijn er te gast
en gezamenlijk zitten zij om de vierkante ta
fel 't hoogste lied te zingen, terwijl Harke,
de knecht, op de mondharmonica speelt. Jak
kele is het feestvarken, wat je dadelijk ziet
aan de groote roode roos, die hij in een
knoopsgat draagt.
Jakkele is jarig en krijgt achtereenvol
gens bezoek van Annetje. een meisje, dat
zoo dolgraag met het turfschip het zeegat uit
wou varen, van Barend, een kistjesman. die
negotie doet en van Veronica, een soort
Zigeunerin. Maar de pret laait in het school
lokaal eerst goed los, wanneer Habekuk,
een neger, verschijnt met aan een touw
Pipo, een aap! Die aap is 'n soort- orane-
oetan, die de vrouwen de stuipen op het lijf
jaagt en zijn rol zoo natuurlijk speelt, dat je
zelf er jeuk van krijgt. Vlak voor mij sprin
gen drie kleine meisjes van plezier op en
neer, als Pipo het roefje doorholt en de
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
GR. HOUTSTR. hoek GR. MARKT
Heerenmodemagazijn
GROOTE KEUZE
NUTTIGE
dat altijd welkom is aan man, vrouw, jongen of
meisje, is een doos of tube Purol.
vrouwen onder de tafel doet vluchten! Pipo
heeft een reuzensucces en wij vinden het
allemaal even jammer als Pipo voor straf
naar het dek verhuist. Maar later hebben
wij er vrede mee, omdat wij zonder Pipo's
verbanning geen tweede bedrijf zouden heb
ben gehad. Want terwijl de heele familie in
het roefje zingt en danst, heeft de aap het
anker los gewerkt en als Jakkele zijn hoofd
even naar buiten steekt, ontdekt hij tot zijn
grooten schrik, dat ze midden in volle zee drij
ven.
Het tweede bedrijf speelt op het dak van
het turfschip en al weer zou er applaus zijn
geweest, wanneer wij niet in een schoollokaal
maar in een schouwburg hadden gezeten!
Een mast met touwtjes in het midden, een
heusche verschansing en zilte baren op den
achtergrond, een groen roefje in den rechter
hoek! Het is alles „net echt!" Op het turf
schip van Jakkele heerscht groote droefenis!
Want al weken drijven de verjaargasten met
den schipper rond op de groote zee en het
ergste staat hen te wachten, omdat er geen
kommaiie meer aan boord is! Maar zij heb
ben niet gerekend op de schranderheid van
Annetje, het „meisje loos, dat wou gaan varen
als lichtmatroos!" Annetje heeft een radio
toestel gemaakt en als de nood op zijn ergst
is al zou je dat aan de vroolijkheld aan
boord niet merken klimmen vier matroos
jes o"er de verschansing op het dek en red
den jakkele en de heele bemanning van het
drijvende Friesche turfschip.
Cannegieter heeft er slag van zoo*n kinder-
tooneelstukje in eikaar te zetten! Hij zorgt
voor kleurige pakjes want het verkleeden
is voor kinderen toch je ware! voor zang
en dans en voor de noodige komische mo
menten! Men moet het uitbundig plezier van
zoo'n kinderschaar bïj het verschijnen van
Pipo, de aap, maar eens zien! En zijn stukjes
zijn altijd in den juisten kindertoon geschre
ven. Zijn voorlaatste tooneelspelletje
Zeven Katten op een Dak was nog aardiger
van vinding en bracht ook meer handeling
op het tooneel, maar ook dit nieuwe tooneel-
product „Daar was laatst 'n meisje loos"
deed het toch maar weer goed bij het jeug
dige publiek. Cannegieter durft hooge eischen
te stellen voor zijn decors, maar de ingenieuse
wijze, waarop de problemen hier op de school
van den heer Donkersloot weer werden op
gelost, bewijst wel, dat dit voor opvoeringen
geen bezwaar behoeft te zijn.
Niemand minder dan de heer Carel van
Hees, de directeur van onzen Stadsschouw
burg, had zich met het instudeeren van dit
stukje belast en u behoeft dus niet te vragen
of het in orde was! De kleinen speelden met
een animo, dat je als oudere er plezier in
kreeg en het werd voor auteur, regisseur en
spelers een daverend succes!
Aan het slot werden allen gehuldigd, niet
het minst den heer Van Hees, die zoo veel
voor* het welslagen van dezen feestavond had
gedaan.
Onder de toeschouwers bevond zich ook
Georgette Hagedoorn. die vijf jaar geleden
in „Jan altijd Tevreden" op dezelfde planken
was „ontdekt". „Ik heb nooit heerlijker ge
speeld dan daar op die klanken!" bekende ze
mij en Lk geloof, dat zij 't nog wel eens over
zou willen doen!
Zouden wij allen niet graag nog éénmaal
kind willen zijn?
J. B. SCHUIL.
MARTINE
door
DE HAARLEMSCHE TOONEELCLUB.
„On ne badine pas avec l'aumour"zoo
had Martine ook kunnen heeten. In Julien
zien wij Perdican. in Jeanne Camille en in
Martine Rosette terug. Als in het onvolpre
zen drama van de Musset speelt Julien in
het- stuk van den jongen Bernard met de
liefde van een eenvoudig boerenmeisje. Hij
doet het zonder slechte bedoeling, zonder
eenig kwaad opzet, hij houdt zelfs op zijn
manier oprecht en kuisch van haar. wanneer
hij haar zijn liefde bekent. Maar Martine is
een eenvoudige ziel! Als Julien haar spreekt
over de poëzie van het wuivende koren en
een gedicht van Chénler citeert, staart zij
hem, niet begrijpend, aan. Zij kent geen an
dere poëzie dan die der liefde. Voor Julien
is de ontmoeting met Martine slechts een
..episode", voor Martine beteekent haar lief
de héél het leven, haar geluk en haar ver
driet. Wanneer Julien met Jeanne trouwt,
het jonge meisje uit zijn eigen kring, dat
als hij gedichten van Chénier kan zeggen
en in extase voor een korenveld kan staan,
breekt hij daarmee het hart van Martine.
zonder het zelf te vermoeden en hij beseft
nauwelijks, hoe wreed hij is, als hij in de
eenige zwakke scène van dit zoo gevoelig ge
schreven stuk Martine spreekt van zijn
geluk. Want Martine sterft niet zooals Ro
sette aan haar verlriet, zij blijft leven aan
di4 zij van Alfred, een braven jongen boer.
met wlen zij zich op aandringen van anderen
heeft „laten trouwen", maar als wij haar na
het vertrek van Julien naast Alfred aan do
tafel zien zitten, dan weten wij. dat dit leven
voor haar erger is dan de dood.
Eenvoudiger kan het bijna niet! Zooiets
gebeurt immers dagelijks, niet waar? Maar
daarom treft het juist zoo diep! Want het
leed van Martine is het leed van honderd
duizenden vrouwen! Jean Jacques Bernard
zegt het niet zooals de Musset in dich
terlijke taal en met veel woorden, hij spreekt
het duidelijkst en het meest- ontroerend
tot ons in de momenten van stilte!
Martine is van een maagdelijke kuischheid
en toch is de liefde alles voor haar, zij klaagt
haar leed niet uit, zij ondergaat het verdriet
zwijgend en is toch een der meest tragische
vrouwenfiguren van het moderne tooneel.
Een stuk enkel van stemmingen, waarin
men elk theatraal effect tevergeefs zal zoe
ken en de „stilte" dikwijls meer zeggend is
dan de krachtigste „scène a faire". Maar dat
daarom èn aan de spelers en aan het pu-
blieg hooge eischen stelt.
Van Martine houd ik de herinnering aan
een mijner mooiste tooneelavonden. Nooit
zal ik vergeten, hoe Tilly Lus in de titelrol de
momenten van stilte met haar waarlijk su
bliem spel wist te vullen. Zij was van een
zoo broze teerheid, aanbiddelijke kuischheid
en innige lijdzaamheid, dat zij diep ontroer
de. Het zou onbillijk zijn een dilettante te
willen vergelijken met een actrice met een
zoo uitzonderlijk talent als Tilly Lus, waar
voor de rol van Martine geschreven had kun
nen zijn. Maar een zoo sterke herinnering is
nooit geheel uit te wisschen en ik zag telkens
weer voor mij Martine, zooals ik haar eens
in volmaakte gestalte heb mogen bewonde
ren. Dat ik des ondanks nog heel veel in het
spel van Martine Zaterdag heb kunnen
waardeeren. Ja, dat zij mij nu en dan zelfs
ontroerde zooals in I in dat prachtige too-
neeltje. toen zij met de bloemen in haar ar
men roerloos daar stond en de liefde in haar
ontlook en tegen het slot, als voor het eerst
haar groote leed ook in woorden losbreekt
is wel het beste bewijs, hoe veel goeds deze
dilettante in deze ontzaglijke zware rol heeft
gegeven.
Men voelde aldoor, dat zij Martine zuiver
van binnen uit speelde en wanneer zij in de
groote momenten der stilte zooals in II en
Tm niet geheel slaagde het tooneel met
haar leed te vulleil. dan was dat enkel aan
een plastiek ert mimisch te kort te wijten.
Zouden wij het anders hebben mogen ver
wachten?
Zij stond hier voor een taak. welke alleen
kan worden toevertrouwd aan enkele actrices
met een zeer apart talent, zooals een Tilly
Lus en een Willy Haak. die In deze subtiele
rol ook zeer de aandacht heeft weten te
trekken. De dilettante, die wij Zaterdag Mar
tine zagen spelen had voortreffelijke momen
ten en ik heb groot respect voor wat zij van
deze rol heeft weten te maken.
„Zij is geen boerenmeisje!" hoorde Ik
iemand in de pauze zeggen. Deze opmerking
was juist, maarMartine m&g ook niet
een gewoon boerenmeisje zijn. Bernard heeft
Martine in haar reine kuischheid en haar
teere lijdzaamheid geïdealiseerd. Martine, die
het geluk van de liefde als een wonder ont
vangt en heel haar leven van dit wonder
vervuld bliift en er door lijdt, staat dichter
bij Felice uit Zola's Le Rêve dan bij de boeren
meisjes in La Terre. Dat zij boerinnetje is.
is eigenlijk bijzaak, hoofdzaak is haar naïeve,
simoele eenvoud. En deze eenvoud moet zoo
subtiel worden weereegeven, dat ook hierom
deze rol voor een dilettante bijna onspeelbaar
is. Dit lukte de Martine in de voorstelling
van de HT.C. dan ook niet volkomen; zij
vermocht haar distinctie niet geheel weg
te spelen.
Maar hoeveel deugden stonden daar tegen
over! Wat was zij kinderlijk rein ln haar
ontwakende liefde, hoe wist zij het tooneel-
tje met Julien in I tot een idylle op te voeren!
In het tooneel met Alfred in III, toen zij
uiterlijke actie kon geven, trof zij fn haar
verweer door innerlijke kracht. Dat werd
werkelijk ook door Alfred heel knap
gespeeld. En in het slottaferaal wekte zij
zelfs in haar smekende houding en haar
hulpeloosheid tegenover Julien ontroering!
Daar bereikte zij het hoogtepunt van den
avond. Dat zij niet het vermogen bezat om
de stille smart bij de wreede ontgoochel!!» ln
II mimisch en plastisch voldoende t\t uiting
te brengen, wie zou haar dat aanrekenen?
Het hoogste ln de kunst wordt maar niet
zoo ineens door een dilettant bereikt.
Julien is geen dankbare rol. Wij zien hem
!n zijn houding tegenover Martine als een
harde, wreede en egoïstische figuur. maar hij
is het toch minder dan hij het schijnt. Het
groote leed van Martine gaat langs hem
j heen. Julien Is Zaterdag wel naar dc f^doe-
IXGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
BARTELJ OR IS STRAAT 10 TEL. No. 10750
Voor dc a.s. ST. NICOLAAS ccn groote
keuze CADEAUX voorhanden o. a.
B. A. CASSÉE ZN.
ZIJLSTRAAT 83, TEL. 11307, ZIJLSTRAAT 83
Ziet de etalage». Ziet de etalages
ling van den schrijver gespeeld. Zijn spel leek
mij meer „bestudeerd" dan dat van Martine,
het mist het spontane, maar is toch altijd
verantwoord. Het is ook levendig en het ge
tuigt van een voor een dilettant merkwaar
dige routine. Hij beschikt daarbij over een
mooie klankvolle stem, die hij uitstekend weet
te gebruiken. In het samenspel met Martine
was het verschil in grootte van Martine en
Julien. oorzaak, dat de houdingen van Julien
niet altijd even fraai waren, wat trouwens
ook van Alfred in de scènes in III gezegd
moet worden. Bijzonder poed was Julien in
IV, toen de tegenwoordigheid van Martine
voor hem bijna duldeloos onhoudbaar werd
en in het slottafereel wist hij door het aan
zetten van het tempo en zoo min mogelijk
nadrukkelijkheid zijn houding in deze veel
te opzettelijke scène althans nog eenigszins
te redden.
Doordat Martine een veel fragieler persoon
tje was dan Jeanne, was er niet de ge-
wenschte tegenstelling ook niet in het
spreken tusschen het eenvoudig landmeisje
en het gedistingeerde dametje uit Parijs.
Dit wreekte zich fn dc opvoering. Jeanne
was zacht en sympathiek, maar wel wat te
gereserveerd. Wat meer warmte en innig
heid zou de figuur ten goede zijn gekomen.
Deze laatste opmerking geldt ook voor
mevrouw Mervan. Er was om haar de atmos
feer der ouderdom cn dat was zeer zeker
een groote deugd. Zij was een lieve, oude
dame, maar haar spel— en vooral haar dictie
leed aan een zekere monotoonheid, waar
door zij op den duur niet voldoende vermocht
te boeien.
Een zeer goede boer was Alfred. Een brave,
goedige kerel, onbeschaafd en toch zonder
eenige ruwheid. Van allen was hij als geheel
de meest geslaagde figuur!
Het publiek stond eenigszins vreemd tegen
over dit fijne en gevoelige tooneelspel van
Bernard. Dit bleek overduidelijk uit het ge
lach dat opging bij het teere en voortref
felijk gespeelde tooneeltje. waarin Julien
Martine's haren loswikkelt en haar de b'oe-
men in de armen legt. Dat was een pijnlijk
bewijs van verkeerd begrip, dat zich ook later
vooral ln het laatste bedrijf nocal eens
herhaalde De meeste leden van de H T C. be
schouwen de voorstellingen van de club nog
te veel als een gezelltgen uitgang en een stuk
als Martine valt geheel bulten het kader van
het society-repertoire, dat wij ln de laat
ste jaren bij de H. T. C. gewoon zijn.
Moet daarom de keuze van Martine worden
afgekeurd? Allerminst! Ik kan mij begrijpen,
dat leider en spelers er naar hunkeren ook
eens iets anders te brengen dan de vrij on-
beteekenende stukken van het Engelsche en
Amerikaanschc repertoire en al is Martine
voor dilettanten wat te zwaar, zoo heb ik toch
allen eerbied voor het streven en breng ik
gaarne warme hulde voor het vele goede dat
er is bereikt. En voor den grooten, waar-
achtigen ernst, waarmee door allen is ge
werkt.
Die ernst bleek ook uit het zeer mooie de
cor in I een landweg tusschen korenvelden ln
een Fransch heuvelachtig landschap!
Ten slotte een woord van lof voor de veels
zins knappe regie van Kommer Kleyn.
J. B. SCHUIL.
VERKEER BIJ DE RIVIER
OVERGANGEN.
Het verkeer bij dc meeste rivierovergan
gen ls weer normaal.
Te Deventer is de schipbrug nog weggeno
men. De overtocht gaat over de spoorbrug.
Te Rhenen en Tiel is er alleen overtocht voor
rijwielen en voetgangers. Te Nijmegen wordt
de dienst onderhouden met één pont, waar
door er oponthoud ls bij het overzetten.
Het verkeer van Nijmegen over Grave naar
Den Bosch is nog gestremd. De groote weg
Roermond-Maastricht kan met auto's thans
door het water gepasseerd wonden met
motorrijwielen over voetbruggen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Tooneeltje uit het eerste bedrijj van JDaar. was eens een meisje loos.
AGENDA
MAANDAG 1 DECEMBER
Stadsschouwburg: Optreden van Fred Ma
rion, helderziende. 8 uur
Palace: „De Kus". Tooneel The Varady
Troupe. 815 uur.
Luxor Theater: „De geheimzinnige „x" en
„Voel mijn pols". Tooneel: Duo Bonda.
8.15 uur.
Rembrandt Theater: „Gabbo". Toon eelt
Recha tillusionist). 7 en 9.15 uur.
DINSDAG 2 DECEMBER
Gouvernementsgebouw (Dreef): Zitting
Provinciale Staten. 10.30 v.m.
Nassaupleln 6: Vergadering Kamer van
Koophandel en Fabrieken. 7.30 uur.
Vereenlging van Spiritisten „Harmonia"
Lezing door C. Merkus. 8-15 uur.
Schouwburg Jansweg: Demonstratie door
Paul Dlebel. 8 uur.
Stadsschouwburg: N.V. „Het Schouwtoo-
neel „De baas in huls". 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
Tcyier's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags, toegang vrij.
.Veisen: Raadsvergadering, j mu^nan*