BUITENLAND Fa. GEBR. VERMEULEN „Uit den droom naar de werkelijkheid." St. Nicolaas- geschenken Een Geschenk STOFZUIGERHUIS M AERTENS Apex Klop-Veeg-Stofzuigers 1175.— Klein-Meubelen Koper- en Tinwerk Rookfauteuils en Rooktafels Boekenkasten en Bureaufauteuils HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 1 DECEMBER 1930 TWEEDE BLAD £en antwoord van Poincaré aan Sovjet-Rusland. Een scherpe terechtwijzing aan het adres van Duitschland. Stimulans voor het Duitsche nationaal-socialisme. De Oostenrijksche bondskanselier Vaugoin afgetreden. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. hernieuwde actie en krachtiger supernatio- nalisme. Voorwaar het einde van dit Jaar heeft meedoo gen loos de gevaarlijk scherpe hoeken van de huidige Europeesche con stellatie ontbloot! L. A. Oostenrijk. Het proces tegen de leden van de Industrie partij werd gedurende de afgeloopen week Toortgezet. Sedert wij er de laatste maal over schreven heeft zich het materiaal waarop de rechters hun vonnis moeten bouwen aan- rienlijk vermeerderd. Wij zinspeelden er reeds eerder op, dat het op zijn minst geno men verdacht was, dat de beklaagden nun bekentenissen dermate met details versieren, dat de geheele anti-Sovjettistische actie in Europa en daarbuiten tot in den kern kan worden geanalyseerd. Men kan niet van partijdigheid beschuldigd worden, wanneer men er de Moskousche diplomaten van ver denkt, dat de manier waarop deze bekente nissen worden afgelegd, door hen werd ge ïnspireerd. Wij willen daarmede niet zeggen, dat de verklaringen van de beklaagden, die zoo compromittant zouden kunnen zijn voor diverse Europeesche regeeringen, van a-z ge logen zijn. Integendeel. Men kan onvoorwaar delijk aannemen, dat de Internationale Euro peesche geheime diplomatie zich onophoude lijk bezig houdt met het bolsjewisme, en de gevaren die uit Rusland dreigen. Het is even min aan twijfel ondernevig, dat die diploma tie zich zal hebben bediend van de informa ties van Russische spionnen, die wederom in verbinding stonden met de organisaties der Russische emigre's. De meuedee.ingen vaa de beklaagden zijn echter zeer fantastisch. Zij beteekenen, wanneer zij inderdaad juist waren, mets meer en niets minder, dat Frankrijk, Engeland en Polen in 1931 een grootsch opgezet offensief zouden beginnen tegen Sovjet Rusland. Mag men dat geloo- ven? Mag men gelooven dat men bezig was aan de organisatie van een midioenenleger, naar het hart van Rusland zou opmar - cheeren? Het eerste dementi op deze verklaringen is van de hand van niemand minder dan Poin caré: ünder den kop: „Uit den droom naar de werkelijkheid" publiceert hij in de „Excel sior" en in de te Buenos Aires verschijnen de „La Nacion" een artikel, waarin hij zich keert tegen de tijdens het proces te Moskou inzake de industrie partij geuite beschuldi- dingen en tevens een krachtigen aanval doet op den Duitschen minister van buiten- landsche zaken, dr. Curtius. Poincaré zet uiteen, dat de Moskousche beschuldigingen tegen Frankrijk gericht, even zinneloos zijn ais vreemd aan de wer kelijkheid. Hij beweert, dat hij, noch Briand, noch de Fransche generale staf ooit in eenig contact hadden gestaan met de Industriepartij of doeleinden, die deze beweert na te stre ven. Hij heeft interventie in de bestaande Sovjetverhoudingen niet begunstigd en niet gebillijkt. De generale staf heeft evenmin ooit de paradoxale gedachte gehad een aan val op Sovjet Rusland voor te bereiden of dergelijke plannen te steunen. Reeds ten tijde van Wrangel heeft hij persoonlijk ope raties van dezen aard met scherpe woorden veroordeeld. De Moskousche beschuldigin- gen zijn waanideeën, waarmede men zich niet ernstig kan inlaten. „Veel beter is het terug te keeren tot de wereld der werkelijkheid en zich te wenden tot de belangrijke gebeurtenissen van de laatste 14 dagen. De redevoering van minister Curtius heeft een te groote beteekenis, dan dat men die stilzwijgend zou kunnen voorbijgaan. De duistere wegen der Duitsche regeering zijn door deze redevoering plotseling scherp in het licht gesteld. Ten aanzien van het Youngplan heeft Curtius gladde en schoone woorden gevon den Men is thans ver verwijderd van den tijd toen dr. Stresemann zijn laatste krachten uitputte om van de Duitsche industrieelen de noodzakelijke offers voor de reparatiebe talingen los te krijgen. Thans, nu de linker Rijnoever ontruimd is, ontziet men in Duitschland te klingen, die betalen kunnen. Men heeft de hervormingsplannen van Par ker Gilbert in vuur geworpen en eischt een moratorium. Curtius is wel voor den vrede, doch hij verstaat hieronder absolute gelijk heid van rechten en waarborgen. Frankrijk is niet doof en verstaat zeer wel, waar de rijksminister van buitenlandsche zaken heen wil. Hij doelt op de militaire clausen van het verdrag van Versailles en de gedemilitari seerde zone. Curtius doet het voorkomen als of de ontwapening niet een eenzijdige ver plichting van Duitschland was, en d:«t Duitschland een recht had de ontwapening van anderen te eischen. Wanneer Duitsch land de door dr. Curtius gewilde bijeen komst van een algemeene conferentie zou bereiken, dan zou men zien in hoeverre het zijn verplichtingen, voortvloeinde uit het- verdrag van Versailles, vervuld heeft, en zal men kunnen vaststellen of de voornaamste bepalingen van het verdrag niet zijn over treden, of de Duitsche handelsluchtvloot niet den kiem vormt van een militaire lucht vloot. of de Reichswehr niet een machtig kader leger is, om de organisaties die door de autoriteiten geduld en aangemoedigd worden niet behooren te worden opgeteld bij het leger. Massigll heeft te Genève honderd maal bewezen, dat de bepalingen van het vredesverdrag door Duitschland niet zijn na gekomen." Dit is zeer duidelijke taal: een krachtig antwoord aan Moskou, maar ook scherpe terechtwijzing aan 't adres von Duitschland dat de Hitlerianen weer zal stimuleeren tot Bondskanselier Vaugoin afgetreden. WEENEN. 29 Nov. (V-DO Bondskanselier Vaugoin heeft den Bondspresident het ont slag van het geheele Kabinet aangeboden. De Bondspresident heeft het ontslag aanvaard en het Kabinet verzocht de loopende zaken af te handelen. Met het vormen van een nieuw Kabinet werd de „Landeshauptmann" van Vorarl- berg Dr. Ender belast, die deze opdracht aan vaard heeft. Dr. Ender zal morgen te Weenen aankomen en de onderhandelingen met de partijen openen. Dr. Otto Ender behoort tot de Chr. Soc. Partij. Hij werd in 1875 te Attach (Vor-Arl- berg) geboren. Sedert 1918 is hij „Landes- hauptmann" van Vora-'berg-. Hij is jurist van beroep en was lid van ae consütueerende Na tionale Commissie ter Reguleering van den Rijn. WEENEN, 30 Nov. (V.D.) De gToote Club der Christelijk Socialen heeft in de bijeenkomst van heden de aan Dr. Ender verstrekte op dracht tot kabinetsformatie met ingenomen heid begroet en hem allen gewensohten steun toegezegd. Nog hedenmiddag heeft Dr. Ender een aanvang gemaakt met zijn onderhande'ingen zoowel met het Schoberblock alsook met de HeimwehrenDe besprekingen duurden tot in de late avonduren voort-, waarbij, naar ver luidt, zekere voortgang wordt gemaakt. Duitschland. Zal de noodverordening worden afgekondigd? Naar verluidt is het antwoord van de :>- cialisten, hetwelk hun houding nopens het financieele program omschrijft, thans door den rijkskanselier ontvangen. aldus de N.R.Ct., De formuleering heeft een eind ge maakt aan de optimistische opvatting over de vooruitzichten om de financieele ontwer pen langs parlementairen weg af te doen. welke in gewoonlijk welingelichte kringen nog bestond. Men acht het thans zoo goed als zeker, dat de noodverordening wordt afgekondigd. Zij zal op zijn laatst Dinsdag openbaar gemaakt worden. Frankrijk. Incident ter vergadering der Liga voor Menschenrechten. PARUS, 29 Nov. (N.T.A.) Op een hier gehouden vergadering van de Fransche Liga voor menschenrechten hebben ongeregeld heden plaats gehad. Op de vergadering zouden twee links staande Fransche Kamerleden het woord voeren over de verhouding tusschen Duitsch land en Frankrijk, alsmede over de herzie ning der vredesverdragen. Eenige leden van nationalistische bonden wierpen stinkbommen in de zaal en mis handelden den voorzitter prof. Basch en de beide redenaars. De politie arresteerde een aantal perso nen en ontruimde de zaal. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL EEN „PREMTèRE" OP DE SCHOOL VAN DEN IIEER DONKERSLOOT. Wij hebben Zaterdag weer de St.-Nicolaas- premlère van het nieuwe tooneelstukje voor kinderen van den heer Cannegieter op de school van den heer Donkersloot in de Wil- helminastraat meegemaakt. Als het doek vaneengaat zijn wij zoowaar in een roef van een turfschip. Wanneer het een „grootemenschencomedie" was geweest, zou er misschien applaus hebben geklonken voor dit alleraardigst décor! Een echte roef laag van zoldering met drie patrijs poorten en een trap, die naar het dek voert. Schipper Jakkele met 'n ringbaardje zit er naast Sibbeltje, zijn vrouw, die nog het Friesche oorijzer draagt, Ari, een Volen- dammer visscher en Abenijntje, in het flat- teuse Volendamsch costuum, zijn er te gast en gezamenlijk zitten zij om de vierkante ta fel 't hoogste lied te zingen, terwijl Harke, de knecht, op de mondharmonica speelt. Jak kele is het feestvarken, wat je dadelijk ziet aan de groote roode roos, die hij in een knoopsgat draagt. Jakkele is jarig en krijgt achtereenvol gens bezoek van Annetje. een meisje, dat zoo dolgraag met het turfschip het zeegat uit wou varen, van Barend, een kistjesman. die negotie doet en van Veronica, een soort Zigeunerin. Maar de pret laait in het school lokaal eerst goed los, wanneer Habekuk, een neger, verschijnt met aan een touw Pipo, een aap! Die aap is 'n soort- orane- oetan, die de vrouwen de stuipen op het lijf jaagt en zijn rol zoo natuurlijk speelt, dat je zelf er jeuk van krijgt. Vlak voor mij sprin gen drie kleine meisjes van plezier op en neer, als Pipo het roefje doorholt en de INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL GR. HOUTSTR. hoek GR. MARKT Heerenmodemagazijn GROOTE KEUZE NUTTIGE dat altijd welkom is aan man, vrouw, jongen of meisje, is een doos of tube Purol. vrouwen onder de tafel doet vluchten! Pipo heeft een reuzensucces en wij vinden het allemaal even jammer als Pipo voor straf naar het dek verhuist. Maar later hebben wij er vrede mee, omdat wij zonder Pipo's verbanning geen tweede bedrijf zouden heb ben gehad. Want terwijl de heele familie in het roefje zingt en danst, heeft de aap het anker los gewerkt en als Jakkele zijn hoofd even naar buiten steekt, ontdekt hij tot zijn grooten schrik, dat ze midden in volle zee drij ven. Het tweede bedrijf speelt op het dak van het turfschip en al weer zou er applaus zijn geweest, wanneer wij niet in een schoollokaal maar in een schouwburg hadden gezeten! Een mast met touwtjes in het midden, een heusche verschansing en zilte baren op den achtergrond, een groen roefje in den rechter hoek! Het is alles „net echt!" Op het turf schip van Jakkele heerscht groote droefenis! Want al weken drijven de verjaargasten met den schipper rond op de groote zee en het ergste staat hen te wachten, omdat er geen kommaiie meer aan boord is! Maar zij heb ben niet gerekend op de schranderheid van Annetje, het „meisje loos, dat wou gaan varen als lichtmatroos!" Annetje heeft een radio toestel gemaakt en als de nood op zijn ergst is al zou je dat aan de vroolijkheld aan boord niet merken klimmen vier matroos jes o"er de verschansing op het dek en red den jakkele en de heele bemanning van het drijvende Friesche turfschip. Cannegieter heeft er slag van zoo*n kinder- tooneelstukje in eikaar te zetten! Hij zorgt voor kleurige pakjes want het verkleeden is voor kinderen toch je ware! voor zang en dans en voor de noodige komische mo menten! Men moet het uitbundig plezier van zoo'n kinderschaar bïj het verschijnen van Pipo, de aap, maar eens zien! En zijn stukjes zijn altijd in den juisten kindertoon geschre ven. Zijn voorlaatste tooneelspelletje Zeven Katten op een Dak was nog aardiger van vinding en bracht ook meer handeling op het tooneel, maar ook dit nieuwe tooneel- product „Daar was laatst 'n meisje loos" deed het toch maar weer goed bij het jeug dige publiek. Cannegieter durft hooge eischen te stellen voor zijn decors, maar de ingenieuse wijze, waarop de problemen hier op de school van den heer Donkersloot weer werden op gelost, bewijst wel, dat dit voor opvoeringen geen bezwaar behoeft te zijn. Niemand minder dan de heer Carel van Hees, de directeur van onzen Stadsschouw burg, had zich met het instudeeren van dit stukje belast en u behoeft dus niet te vragen of het in orde was! De kleinen speelden met een animo, dat je als oudere er plezier in kreeg en het werd voor auteur, regisseur en spelers een daverend succes! Aan het slot werden allen gehuldigd, niet het minst den heer Van Hees, die zoo veel voor* het welslagen van dezen feestavond had gedaan. Onder de toeschouwers bevond zich ook Georgette Hagedoorn. die vijf jaar geleden in „Jan altijd Tevreden" op dezelfde planken was „ontdekt". „Ik heb nooit heerlijker ge speeld dan daar op die klanken!" bekende ze mij en Lk geloof, dat zij 't nog wel eens over zou willen doen! Zouden wij allen niet graag nog éénmaal kind willen zijn? J. B. SCHUIL. MARTINE door DE HAARLEMSCHE TOONEELCLUB. „On ne badine pas avec l'aumour"zoo had Martine ook kunnen heeten. In Julien zien wij Perdican. in Jeanne Camille en in Martine Rosette terug. Als in het onvolpre zen drama van de Musset speelt Julien in het- stuk van den jongen Bernard met de liefde van een eenvoudig boerenmeisje. Hij doet het zonder slechte bedoeling, zonder eenig kwaad opzet, hij houdt zelfs op zijn manier oprecht en kuisch van haar. wanneer hij haar zijn liefde bekent. Maar Martine is een eenvoudige ziel! Als Julien haar spreekt over de poëzie van het wuivende koren en een gedicht van Chénler citeert, staart zij hem, niet begrijpend, aan. Zij kent geen an dere poëzie dan die der liefde. Voor Julien is de ontmoeting met Martine slechts een ..episode", voor Martine beteekent haar lief de héél het leven, haar geluk en haar ver driet. Wanneer Julien met Jeanne trouwt, het jonge meisje uit zijn eigen kring, dat als hij gedichten van Chénier kan zeggen en in extase voor een korenveld kan staan, breekt hij daarmee het hart van Martine. zonder het zelf te vermoeden en hij beseft nauwelijks, hoe wreed hij is, als hij in de eenige zwakke scène van dit zoo gevoelig ge schreven stuk Martine spreekt van zijn geluk. Want Martine sterft niet zooals Ro sette aan haar verlriet, zij blijft leven aan di4 zij van Alfred, een braven jongen boer. met wlen zij zich op aandringen van anderen heeft „laten trouwen", maar als wij haar na het vertrek van Julien naast Alfred aan do tafel zien zitten, dan weten wij. dat dit leven voor haar erger is dan de dood. Eenvoudiger kan het bijna niet! Zooiets gebeurt immers dagelijks, niet waar? Maar daarom treft het juist zoo diep! Want het leed van Martine is het leed van honderd duizenden vrouwen! Jean Jacques Bernard zegt het niet zooals de Musset in dich terlijke taal en met veel woorden, hij spreekt het duidelijkst en het meest- ontroerend tot ons in de momenten van stilte! Martine is van een maagdelijke kuischheid en toch is de liefde alles voor haar, zij klaagt haar leed niet uit, zij ondergaat het verdriet zwijgend en is toch een der meest tragische vrouwenfiguren van het moderne tooneel. Een stuk enkel van stemmingen, waarin men elk theatraal effect tevergeefs zal zoe ken en de „stilte" dikwijls meer zeggend is dan de krachtigste „scène a faire". Maar dat daarom èn aan de spelers en aan het pu- blieg hooge eischen stelt. Van Martine houd ik de herinnering aan een mijner mooiste tooneelavonden. Nooit zal ik vergeten, hoe Tilly Lus in de titelrol de momenten van stilte met haar waarlijk su bliem spel wist te vullen. Zij was van een zoo broze teerheid, aanbiddelijke kuischheid en innige lijdzaamheid, dat zij diep ontroer de. Het zou onbillijk zijn een dilettante te willen vergelijken met een actrice met een zoo uitzonderlijk talent als Tilly Lus, waar voor de rol van Martine geschreven had kun nen zijn. Maar een zoo sterke herinnering is nooit geheel uit te wisschen en ik zag telkens weer voor mij Martine, zooals ik haar eens in volmaakte gestalte heb mogen bewonde ren. Dat ik des ondanks nog heel veel in het spel van Martine Zaterdag heb kunnen waardeeren. Ja, dat zij mij nu en dan zelfs ontroerde zooals in I in dat prachtige too- neeltje. toen zij met de bloemen in haar ar men roerloos daar stond en de liefde in haar ontlook en tegen het slot, als voor het eerst haar groote leed ook in woorden losbreekt is wel het beste bewijs, hoe veel goeds deze dilettante in deze ontzaglijke zware rol heeft gegeven. Men voelde aldoor, dat zij Martine zuiver van binnen uit speelde en wanneer zij in de groote momenten der stilte zooals in II en Tm niet geheel slaagde het tooneel met haar leed te vulleil. dan was dat enkel aan een plastiek ert mimisch te kort te wijten. Zouden wij het anders hebben mogen ver wachten? Zij stond hier voor een taak. welke alleen kan worden toevertrouwd aan enkele actrices met een zeer apart talent, zooals een Tilly Lus en een Willy Haak. die In deze subtiele rol ook zeer de aandacht heeft weten te trekken. De dilettante, die wij Zaterdag Mar tine zagen spelen had voortreffelijke momen ten en ik heb groot respect voor wat zij van deze rol heeft weten te maken. „Zij is geen boerenmeisje!" hoorde Ik iemand in de pauze zeggen. Deze opmerking was juist, maarMartine m&g ook niet een gewoon boerenmeisje zijn. Bernard heeft Martine in haar reine kuischheid en haar teere lijdzaamheid geïdealiseerd. Martine, die het geluk van de liefde als een wonder ont vangt en heel haar leven van dit wonder vervuld bliift en er door lijdt, staat dichter bij Felice uit Zola's Le Rêve dan bij de boeren meisjes in La Terre. Dat zij boerinnetje is. is eigenlijk bijzaak, hoofdzaak is haar naïeve, simoele eenvoud. En deze eenvoud moet zoo subtiel worden weereegeven, dat ook hierom deze rol voor een dilettante bijna onspeelbaar is. Dit lukte de Martine in de voorstelling van de HT.C. dan ook niet volkomen; zij vermocht haar distinctie niet geheel weg te spelen. Maar hoeveel deugden stonden daar tegen over! Wat was zij kinderlijk rein ln haar ontwakende liefde, hoe wist zij het tooneel- tje met Julien in I tot een idylle op te voeren! In het tooneel met Alfred in III, toen zij uiterlijke actie kon geven, trof zij fn haar verweer door innerlijke kracht. Dat werd werkelijk ook door Alfred heel knap gespeeld. En in het slottaferaal wekte zij zelfs in haar smekende houding en haar hulpeloosheid tegenover Julien ontroering! Daar bereikte zij het hoogtepunt van den avond. Dat zij niet het vermogen bezat om de stille smart bij de wreede ontgoochel!!» ln II mimisch en plastisch voldoende t\t uiting te brengen, wie zou haar dat aanrekenen? Het hoogste ln de kunst wordt maar niet zoo ineens door een dilettant bereikt. Julien is geen dankbare rol. Wij zien hem !n zijn houding tegenover Martine als een harde, wreede en egoïstische figuur. maar hij is het toch minder dan hij het schijnt. Het groote leed van Martine gaat langs hem j heen. Julien Is Zaterdag wel naar dc f^doe- IXGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. BARTELJ OR IS STRAAT 10 TEL. No. 10750 Voor dc a.s. ST. NICOLAAS ccn groote keuze CADEAUX voorhanden o. a. B. A. CASSÉE ZN. ZIJLSTRAAT 83, TEL. 11307, ZIJLSTRAAT 83 Ziet de etalage». Ziet de etalages ling van den schrijver gespeeld. Zijn spel leek mij meer „bestudeerd" dan dat van Martine, het mist het spontane, maar is toch altijd verantwoord. Het is ook levendig en het ge tuigt van een voor een dilettant merkwaar dige routine. Hij beschikt daarbij over een mooie klankvolle stem, die hij uitstekend weet te gebruiken. In het samenspel met Martine was het verschil in grootte van Martine en Julien. oorzaak, dat de houdingen van Julien niet altijd even fraai waren, wat trouwens ook van Alfred in de scènes in III gezegd moet worden. Bijzonder poed was Julien in IV, toen de tegenwoordigheid van Martine voor hem bijna duldeloos onhoudbaar werd en in het slottafereel wist hij door het aan zetten van het tempo en zoo min mogelijk nadrukkelijkheid zijn houding in deze veel te opzettelijke scène althans nog eenigszins te redden. Doordat Martine een veel fragieler persoon tje was dan Jeanne, was er niet de ge- wenschte tegenstelling ook niet in het spreken tusschen het eenvoudig landmeisje en het gedistingeerde dametje uit Parijs. Dit wreekte zich fn dc opvoering. Jeanne was zacht en sympathiek, maar wel wat te gereserveerd. Wat meer warmte en innig heid zou de figuur ten goede zijn gekomen. Deze laatste opmerking geldt ook voor mevrouw Mervan. Er was om haar de atmos feer der ouderdom cn dat was zeer zeker een groote deugd. Zij was een lieve, oude dame, maar haar spel— en vooral haar dictie leed aan een zekere monotoonheid, waar door zij op den duur niet voldoende vermocht te boeien. Een zeer goede boer was Alfred. Een brave, goedige kerel, onbeschaafd en toch zonder eenige ruwheid. Van allen was hij als geheel de meest geslaagde figuur! Het publiek stond eenigszins vreemd tegen over dit fijne en gevoelige tooneelspel van Bernard. Dit bleek overduidelijk uit het ge lach dat opging bij het teere en voortref felijk gespeelde tooneeltje. waarin Julien Martine's haren loswikkelt en haar de b'oe- men in de armen legt. Dat was een pijnlijk bewijs van verkeerd begrip, dat zich ook later vooral ln het laatste bedrijf nocal eens herhaalde De meeste leden van de H T C. be schouwen de voorstellingen van de club nog te veel als een gezelltgen uitgang en een stuk als Martine valt geheel bulten het kader van het society-repertoire, dat wij ln de laat ste jaren bij de H. T. C. gewoon zijn. Moet daarom de keuze van Martine worden afgekeurd? Allerminst! Ik kan mij begrijpen, dat leider en spelers er naar hunkeren ook eens iets anders te brengen dan de vrij on- beteekenende stukken van het Engelsche en Amerikaanschc repertoire en al is Martine voor dilettanten wat te zwaar, zoo heb ik toch allen eerbied voor het streven en breng ik gaarne warme hulde voor het vele goede dat er is bereikt. En voor den grooten, waar- achtigen ernst, waarmee door allen is ge werkt. Die ernst bleek ook uit het zeer mooie de cor in I een landweg tusschen korenvelden ln een Fransch heuvelachtig landschap! Ten slotte een woord van lof voor de veels zins knappe regie van Kommer Kleyn. J. B. SCHUIL. VERKEER BIJ DE RIVIER OVERGANGEN. Het verkeer bij dc meeste rivierovergan gen ls weer normaal. Te Deventer is de schipbrug nog weggeno men. De overtocht gaat over de spoorbrug. Te Rhenen en Tiel is er alleen overtocht voor rijwielen en voetgangers. Te Nijmegen wordt de dienst onderhouden met één pont, waar door er oponthoud ls bij het overzetten. Het verkeer van Nijmegen over Grave naar Den Bosch is nog gestremd. De groote weg Roermond-Maastricht kan met auto's thans door het water gepasseerd wonden met motorrijwielen over voetbruggen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Tooneeltje uit het eerste bedrijj van JDaar. was eens een meisje loos. AGENDA MAANDAG 1 DECEMBER Stadsschouwburg: Optreden van Fred Ma rion, helderziende. 8 uur Palace: „De Kus". Tooneel The Varady Troupe. 815 uur. Luxor Theater: „De geheimzinnige „x" en „Voel mijn pols". Tooneel: Duo Bonda. 8.15 uur. Rembrandt Theater: „Gabbo". Toon eelt Recha tillusionist). 7 en 9.15 uur. DINSDAG 2 DECEMBER Gouvernementsgebouw (Dreef): Zitting Provinciale Staten. 10.30 v.m. Nassaupleln 6: Vergadering Kamer van Koophandel en Fabrieken. 7.30 uur. Vereenlging van Spiritisten „Harmonia" Lezing door C. Merkus. 8-15 uur. Schouwburg Jansweg: Demonstratie door Paul Dlebel. 8 uur. Stadsschouwburg: N.V. „Het Schouwtoo- neel „De baas in huls". 8 uur. Bioscoopvoorstellingen. Tcyier's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags, toegang vrij. .Veisen: Raadsvergadering, j mu^nan*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 5