H.D. PUZZLES. WINNAARS EN OPLOSSING VAN No. 4. Radiomuziek der week. H.D. PUZZLE No. 5, EEN VOORBESPREKING BIOSCOOP H.D. VERTELLING De prijzen voor H.D.-Puzzle no. 4 zijn heden verzonden aan: Hoofdprijs (f 7.50; de heer O. STERKENBURG, Bleekenbergstraat 1, Haarlem. Premies (elk f 2.50) de heer H. VERBOOG. Zonnebloemstraat 18, Haarlem, de heer J. C. BORN, Ged. Oude Gracht 43, Haarlem, mej. C. TH. GEUS, Olycanstraat 5, Haarlem, de heer W. KRAMER, Kinderhuifslngel 42, Haarlem, de heer A. H. ANDREA, Ampzlngstraat 15. Haarlem. De juiste oplossing van puzzle no. 4 Is: 1 a s V e r Z e k e r i n e i e r e n U i t V O e r t e r P s I c h O r O s t a n D a a r d i n P E t t O h a R e m b Z k E e E r g e W a s g e n E V e r k 1 e u R s t O t r a a d s K e 1 d e r P 1 O m P V E r 1 O r e n O s t u u m N a a i s t e Hieronder volgt de vijfde puzzle-opgaaf, waarvan de oplos;Ingen op de navolgende voorwaarden en met gebruikmaking van het afgedrukte inzendersformulier kunnen wor den Ingezonden. Oplossingen, verzonden ln gesloten couvert, waarop vermeld puzzle-rubriek" moeten uiterlijk Maandagavond a s. ln ons bezit zijn. Bij de oplossing moet onderstaand formu lier worden ingezonden, uitgeknipt en duide lijk leesbaar ingevuld. Bij ieder formulier mag slechts één oplossing worden ingezon den. Voegt men er meer bij. dan moeten wij ze alle van het mededingen naar de uitge loofde prijzen uitsluiten. Hier het formulier: H.D. PUZZLE No. 5. Adres: Naam Inzender: 6 December 1930. Voor goede oplossingen loven wij uit: een Eersten Prijs van 7.50 Vijf Premies van 2.50 elk. Zijn er meer goede oplossingen dan het aantal prijzen, dan zullen deze bij loting worden toegekend. De namen van de prijswlnners zullen wij in ons nummer van den volgenden Zaterdag (13 December a.s.) publlceeren. Er bestaat geen beroep op de genomen be slissingen. Correspondentie er over kan niet worden gevoerd. Alle oplossingen moeten bezorgd of per post gezonden worden aan onze bureaux, Groote Houtstraat 93. Van onvoldoende gefrankeerde brieven wordt geen nota genomen. Horizontaal. VERTICAAL I landvoogd uit onze geschiedenis. 1 zelfde als 1 horizontaal. 4 uiteinde van een spier 2 meest voorkomende klinker in 7 onderricht onze taal. 11 deel van een geweer-vizier 3 opslagplaats van koopmansgoe 12 telwoord deren 13 achten 4 vóór 15 Jongensnaam 5 trek 16 lichaamsdeel 6 doodloopende steeg 17 In bezit krijgen. 8 omlaag 18 berg 9 zot 21 achting, hukle. 10 weerstand 25 afscheiding van een boom 11 beklemming 27 zelfde als 4 verticaal. 14 uitslag op metaal. 28 houten klepper 19 speelgoed 30 huisdier 20 doen kippen 31 bijenhouder. 22 plantje 32 kerkelijk zangstuk 23 sieraad 34 menschenras ln Afrika. 24 soms, nu en dan 36 onderwijs. 26 zelfde als 28 horizontaal 38 deel van een schip 28 kippenloop 39 rund 29 oude lap. 40 verdikking der opperhuid 33 handelsvoorwerp. 43 medicijn 35 vernuft. 45 kooktoestel 37 glans geven 47 vergaarplaats 41 heeft Ieder huls 49 kleur. 42 plantenvoedsel 50 dierentuin 43 een wein'g (muziekterm 51 alleen 44 meisjesnaam 52 Fr arische munteenheid 46 wenk. 53 innig 47 boodschapper 54 vette vloeistof 48 niet Lang 55 zomerschc verblijfplaats £1 term bij tennisspel, dooi KAREL DE JONG. Het namiddagconcert in het Concertge bouw op Zondag 7 Dec. brengt, behoudens de Suite uit „Der Bürger als Edelmann" van Rich. Strauss, waarover mij geen gegevens ten dienste staan, goede bekenden: het plano concert van Schumann en Voorsr»el en Isol des Llebestod uit Wagners muziekdrama. Uit een beschouwing van dit programma valt wat te leeren. Vooreerst: dat Schumann's concert, dat hij voor zijn geliefde vrouw, de beroemde pianiste Clara Schumann-Wleck schreef, nog steeds een gewild solonummer ls, hoewel de auteur ze'f er niet geheel over voldaan was, en oordeelde: Ik kan geen con cert voor een virtuoos schrijven: ik moet Iets anders bedenken". Bovendien ls er van Schumann's werk inderdaad een en ander nog ai verbleekt. Een vijftig, zestig jaar ge leden was het ln vele muzikale kringen ..Schumann und kein Ende"; men zwelgde in zijn muziek en trachtte die na te volgen, zooa1.?; men een kwart eeuw later in den roes de>r Wagnervereerlnp' leefde en het aa^al Wagner-cpigonen niet te tellen was. Wie toen niet geloofde dat Wagner het laatste oordeel in de muziek gesproken had, dat al- 'en eenmaal zijn leer zouden moeten belijden en voor zijn richtstoel zouden moeten ver schijnen, eenmaal, wanneer zijn „Kunstwerk der Zukunft" het kunstwerk van het verle den, het heden en van alle nog komende tijden zou heeten; wie dat niet aannam, die werd voor een bekrompen conservatief cn niet geheel volwaardige aangezien door de Wagnerianen, en de veronderstelling, dat het werk van Wagner ook wel een of meer zwak kere plbkken zou kunnen bevatten, werd hei ligschennis gelijk geacht. Richard Strauss, die in de strenge school van zijn uiterst conservatieven vader was opgegroeid tot een op de klassieken voort bouwend Brahms-adopt, bekeerde zich op 'n gegeven oogenbllk tot de Wagner-Liszt-rich ting en werd een vurig aanhanger der pro- gramma-muziek waarmee hij zijn schoonste en duurzaamste lauweren oogstte. Zijn eer ste muziekdrama „Guntram" schijnt nog geheel onder den inv.oed van Wagner te staan. Maar nu is't eigenaardig dat Strauss zich hoe langer hoe meer van den Bayreuther meester losmaakte. In „Salomé" en „Electra" volgde hij nog geheel de Wagnersche prin cipes; wei heeft de muziek op zichzelve na genoeg alle verwantschap met die van Wag ner verloren (een toonkunstenaar van toen noemde ze zelfs „gedruisch") maar zij il lustreert, evenals by Wagner, in onafgebro ken stroom de handeling, terwijl de zang voortdurend declamatorisch is. Maar nu zien we uit een veel later werk van Strauss, uit „Der Bürger als Edelmann" een „Suite" aan gekondigd. Denk u s.v.p. een „Suite" Uit Par sifal, Tristan, Nibelungen! Het begrip „Suite" hangt toch ten nauwste samen met scherp begrensde muzieknummers, met afgeronde vormen en de naam wijst dus in dit geval m.i. op een terugkeer van deze begrensde vormen in het weer tot „opera" gedegradeer de of gedegenereerde „muziekdrama". Trou wens reeds in Strauss' „Rosenkavalier" was die ommekeer te bespeuren. Met gramofoonmuzlek houd ik me gewoon lijk nie't op; maar de aankondiging op pag. 27 van de Radiobode geeft me aanleiding tot een paar opmerkingen. Het orgel ln de Mi- chaélis kirche te Hamburg, dat op de Polydor 95159 opgenomen is, is een der grootste, zoo niet het grootste van Europa. Het bevat ruim 12000 pijpen en, als ik me wel herinner een kleine 130 registers. Ons Haarlemscli orgel ls er met zijn 5000 pijpen en 64 registers een kleine jongen bij. Dat ln Hamburg heeft, meen Ik, niet minder dan 5 twee-en-dertig- voets registers. Dat wil heel wat zeggen. Wel heeft men in een orgel te Melbourne een 64- voets register gebouwd, dat dus pijpen van plm. 20 M. lengte verelscht, maar het is zeer de vraag of zoo Iets practlsche waarde heeft, en of er Iemand bestaat dieeenluchttrilling van 8 per seconde nog als toon kan waar nemen. Het was dus waarschijnlijk de zucht om „het grootste van de wereld" te hebben, die tot den bouw van zulk een monstrum leidde. Myn andere opmerking geldt den titel van het. tweede gramofoon-nummer: het orgel werk van Franck heet „Prelude, Fugue et Variation", en de „Variation" is een gefi gureerde verandering van het „Prélude". De term „Variaties" is dui niet juist. Een ander voorbeeld van zonderlinge ver taling treft hij op pag. 64 van de Radiobode, waar Langenberg van Ravel's Suite „Ma Mére l'Oye" (naar sprookjes uit „Moeder de Gans") „Meine Mutter die Eule" maakt. Ik noemde hierboven het pianoconcert van Schumann. Het gemis aan afwis-elende, voor al lichte kleuren, dat dit werk kenmerkt, doet zich nog sterker gevoelen ln de „Sym- phonie rhénane", die Parijs Zondagavond uitzendt. De z.g. „Rhelnische Symphonic" in Es, op. 97 ln den aanvang der vijftiger jaren van de 19de eeuw verschenen is de laatste van Schumann's vier symphonieën. Den naam ontleent zij aan de impuls die het frissche leven in het Rijnland den componist heet te hebben gegeven; ook aan het korte vierde deel, dat aan de Finale voorafgaat, en dat „Gretchen lm Dom", de bekende scène uit Goethe's .Faust" illustreert. Een kort te voren bijgewoonde plechtigheid ln den Keul- schen Dom inspireerde Schumann tot de compositie. Grootendeels is het werk, zoowel wat figu ratie als wat instrumentatie aangaat, «enigs zins zwaar op de hand; de Finale Ls nog het meest frissche doel. De „Ouverture, Schei-',o und Finale" die Leipzig Dinsdag uitzendt vormen met elkaar een soort Sinfonlet'a cf kleine symphonic, een werk van romanti- schen aard, dat tamelijk veel uitgevoerd schijnt te worden, doch niet tot Schumann's sterkste werken behoort. Het draagt het opus nummer 52. In Warschau wordt Vrijdag Rachmaninoff's derde planoconcert gespeeld Dit werk is ko lossaal moeilijk voor den solist, daarbij zeer duister c.i moeiüjk te ontwarren. Het vierde ls weer eenvoudiger van bouw. Maar ken merkend voor den somberen aard van R. is wel dat al zijn concerten in mineurtoon soorten geschreven zijn. .Gevraagd een be t e vroo'.ljkheid en levenslust" zou in de be ref- fende rubriek van „Onze Groentjes" nle" mis plaatst zijn. wat de teeennwoordige muzek (de Jazz natuurlijk uitgezonderd) aangaat! Lewis Stone in „Liefdeslied". Een aantrekkelijk voorpro gramma. Ongetwijfeld vormt het voorprogramma ditmaal het pièce de résistance" in de Pa lace bioscoop! Het begint al met een aller amusantst Fox Movietone nieuws, waarin we o.a. kennismaken met de zonderlinge zwem- geneugten, die onze medemenschen aan de overzijde van de haringvijver er op na hou den. Dan het Ufaton journaal, dat. zooals steeds op zeer hoog peü staat in het bijzon der wat de geluidsweergave aangaat er het Oricn-nieuws. Dit laatste geeft ons eeni- ge treffende opnemingen uit de overstroomde gebieden nabij Lobith. „Footnotes" iS een geestig Vitaphone-ca- baretfilmpje, dat ver uitgaat boven hetgeen men doorgaans in dit genre te zien krijgt. Een uitstekend gedeelte hieruit is bijvoor beeld het optreden van de page Sisters, die op werkelijk voortreffelijke wijze het bekende „Hal'oh! Baby", ten gehoore brengen. De Ufa schijnt een bijzondere voorliefde te hebben vcor cultuurfilms; wij hebben er den laatsten tijd al verscheidene kunnen be wonderen en ook nu weer is er één in het progi'amma van de Palace opgenomen. Thans bevinden wij ons in de „salon der zeemon sters", waar veel merkwaardigs te bewonde ren valt. Ook de komische noot is in deze leerzame rolprent niet vergeten. Het zal zonder twijfel een leder genoegen doen dat ook Felix de Kater weer eens pre sent is. In .Felix aan den boemel" is hij meer dan ooit op dreef. Opnieuw kunnen wij in dit rake filmpje het veTb'uffende talent van den teekenaar bewonderen, aan wiens fan tasie schier geen einde schijnt te zijn. De hoofdfilm „Liefdeslied", vervaardigd naar den roman van Hermann Sudermann ..De vrouw van Stephan Trcmholt" stelt ons in de gelegenheid neg eens het aristocrati sche talent van Lewis Stone te waardeeren. Ofschoon de film zelf ons weinig vermag te boelen en het motief min of meer ouder- wetsch genoemd kan worden houdt het stuk ons toch voortdurend bezig door het fijne snel van Stone, die als de componist Steohan Troniholt weer „every inch a gentleman" ls. Lei ia Hvams als de gevierde zangeres en Peggy Wood als Tromhclt's vrouw vrevullen de voornaamste vrouwelijke rollen. De film ls een product van de Metro Goldwyn Mayer Corporation. Op het tooneel zingen Marijke en Janneke. door de radio-uitzendingen geen onbekenden bij onze stadgenooten, Zeeuwsche duetten. LUXOR-THEATER. Lya Mara als „Mary Lou, het cir cusmeisje". Twee komische nummers. Tooneel. „Mary Lou, het Circusmeisje", de film die als hoofnummer na de pauze wordt gedraaid, is niet enkel en speciaal een circusfilm. Wij zien meer dan uitsluitend het leven van de artisten in het reizend circus! De gedeelten in dit nummer die echter wel ln de arena spelen zijn het zien dubbel waard. Lya Mara vervult hier op voortreffelijke wijze de rol van het meisje (Mary Lou). dat in het circus terecht komt en daar paard- rijdster wordt. Als dochter van een Russl- schen grootvorst wordt zij door een zee kapitein uit de handen van het gespuis ge red. Deze neemt haar mede naar Duitsch- land en zij wordt opgevoed als zijn pleeg dochter. De kapitein wordt door inbrekers doodgeschoten en het gelukt Mary bij die ge legenheid te ontvluchten. Zij wordt door de eigenares van een reizend circus opgenomen en tot kunstrijdster opgeleid. Haar partner is Rimsky, een voormalig Russisch officier, die met zijn vroegeren oppasser Rigoletto het circusleven deelt. De oom van Mary heeft zijn kapitaal kunnen redden en als hij hoort dat zijn nichtje kunstrljdster ls wil hij het meisje tot zich nemen. Mary en Fellx hebben elkaar lief en zij wil den jongen man niet verlaten. Dan werkt de oom op het eergevoel van den vroegeren offi cier en Felix schrijft aan Mary dat hij haar bedrogen heeft. Teleurgesteld verzocht Mary nu haar oom haar mee te nemen. Aan de Rivière zoekt zij in luidruchtige feesten ver getelheid, hetgeen haar niet gelukt en als Mary dan Rigoletto ontmoet die haar de waarheid omtrent Fellx vertelt, ls de zaak weer spoedig in orde en de oom kan niet anders dan zijn toestemming geven. Het ls een uitrteker.de film. die vooral boeit door het temperamentvolle spel van Lya Mara, uitstekend bijgestaan door de an dere spelers. Voor de pauze zagen we nog twee kluchten, de eerste „De schoonheidssalon" en de twee de „Het steenen tijdperk" met Stan Laurell en Oliver Hardy, de beide komieken, die weer goed voldeden. Het Luxor-Nieuws is weer zeer actueel. Op het tooneel het Duo Popty-Winter dat in Volendammer dracht eenige liederen ten beste geeft. Het geheel vormf een uitstekend program ma, dat veel belangstelling verdient. REMBRANDT THEATER. De Vrouw uit Moskou. Het hoofdprogramma brengt, ons in het Rembrandt Theater Pola Negri in de geluids film „De Vrouw uit Moskou", een dramatisch gegeven, naar het bekende tooneelwerk „Fedora". Als Fedora na een lange afwezigheid terug keert op het kasteel van vost Strokaniff. ont moet zij daar weder Wladimir Stroganoff met wien zij sinds haar jeugd verloofd is geweest- Na de ontvangst van een brief, die hem het huis doet verlaten, komt de tijding dat Wla dimir vermoord is door Nihilisten. Fedora zweert wraak en begeeft zich naar Parijs, daar de politie een zekeren Ioris Ipanoff ver denkt, die daarheen gevlucht ls. Fedora ont moet hem daar, zij krijgen elkaar lief en Ipanoff bekent haar, vhadimir te hebben vermoord, teneinde zijn zuster te wreken met wie hij zou trouwen, doch die deze belofte had verbroken. Ipanoff's moeder wordt naar Siberië ver bannen. Hij verlaat Fedora doch kan haar niet vergeten; Ij keert terug, maar te laat. Door vergif beneemt zij zich het leven. Po'.a Negri en Norman Kerry geven hier wel goed en bezielend spel te zien. Vele stad genooten zullen deze twee vermaarde film- artisten nog gaarne eens aan het werk zien. Het biiprogramma geeft een klankfilmpje „Toys" hetwelk op aardige wijze een kinder droom in beeld brengt, en een geestige tee kenfilm. Op het tooneel de Baranoff Troupe, welk gezelschap eenige veeleischende krachtores- taties te zien gaf. waarvoor het een een dank baar applaus in ontvangst had te nemen. (Nadruk verboden; auteursrecht voorbe houden). Jansen ivas mijn vriend Gisteren ben ik bij mijn vriend Jansen op bezoek geweest. Mijn vriend Jansen is een gezelliee jonge man van even in de twintie, die dol is op sport en op meisjes, iets wat meer samengaat. Toen ik dan gisteren bij hem kwam bin nenvallen, verraste hij mij met de merfedee- ling. dat hij Zondag met 'n paar meisje een zeiltochtje ging maken, en hij vroeg of ik ook van de partij wou zijn. Nu ben Ik iemand die van z'n prilste jeugd af al een hekel aan water gehad heeft. Ik had dan ook nog nooit gevaren. Maar ik vertel niet graag aan Iemand, dat ik ergens niet goed thuis in ben. wel graag het tegenovergestelde, en zoo dachten m'in vrienden dan lk kon roeien en zeilen als de beste, en ik heb hen niet uit dien waan ge holpen. Ik moet dus Zondag zeilen Nu vond lk het eerlijk gezegd nog zoo heel naar niet, want mijn vriend Jansen was beroemd om de meisjes waar hij altijd mee uit ging, en lk vind een aardig meisje in een zeilboot, naast een aardige jongen (daar bedoel lk mezelf mee) een idylle. Dus stapte lk over mijn wa tervrees heen, en zei dat ik graag mee wou gaan. „Nou jongen dan zie ik je morgen wel aan het bootenhuls hé?" zei mijn vriend. „Afge sproken", antwoordde ik, en met een hand druk scheidden wij. Ik moet dus morgen zeilen. Ik herinner me, dat lk boven op zolder nog ergens een costuum heb hangen, dat op het water een keurigen sportleven indruk moet maken. En lk maak graag een aardigen sportleven indruk Zon dagmorgen verscheen ik dus ln mlin aardig sportief costuum in het bootenhuls Daar zag Ik mijn vriend Jansen al met zijn vrouwenschaar, druk bezig ieder een com plimentje in te fluisteren. „Hallo! menschen". be?rroet lk hen. „Mag lk even voorstellen?" zei Jansen. ..mijn vriend Petersen dan de namen van de meis jes. die ik natuurlijk allang verzeten ben Ik ben niet erg sterk van geheugen, ziet U. .Peters! haal even de schoot los. wil Ie?" vToeg mijn vriend Jansen. Daar stond ik. Wat was de schoot? ik had nog nooit een schoot gezien, die Je los kon maken. „Ehzeker", zie lk. en greep manmoedig ln de touwen, die boven mijn hoofd hingen, want lk begreep, dat ik daar ergens zijn moest. Ik greep een touw lk trok en met een reuzenlawaal viel het heele zeil omlaag. ,.Hé stommeling!" schreeuwde mijn vriend Jansen. U ziet hoe hard vrienden soms zijn „wat doe je nou!" „Pardon" stamelde lk. ..Ja, ziet U dames", wendde ik mij tot de meisjes .Ik ben niet erg bekend met dit soort booten, ik ben beter bekend met groote booten", ver klaarde ik bescheiden. Maar spoedig was de schade hersteld en weldra voeren we, door een lekker briesje gedreven, het meer op. Nu moet U weten, waarde lezer, dat ik dol op briesjes ben maar van briesjes, als lk op 't water ben, houd ik niet. Maar ln mijn kwaliteit van waterrot moest ik evenwel 'briesjes heerlijk vinden, en ik keek dus met een verheerlijkt gezicht om mij heen. alsof ik het toppunt van gelukzaligheid bereikt had. „Komt u naast mij zitten, mijnheer Peters? kweelde een van de meisjes, „ik heb hier een heerlijk plaatsje voor u uitgezocht". Een heerlijk plaatsje, naast een aardig meisje ik wel de moeite woord al moet ie dan ook vier meter door een schommelende boot loopen. „Dolgraag, juffrouw Hansen", zei ik dan ook zoo verrukt mogelijk, en be gon mijn veilige standnlaats te verlaten Ma noeuvreerend langs vier paar wit.gekouste beenen. arriveer ik eindelijk bij mijn heer lijk plaatsje, nadat Ik eerst een blik biscuit omgeschopt heb. Ik zit nu pal in den wind en mijn haar gaat ln de war. Nu vind lk het niet prettig met wanordelijk har.en naast een meisje te zit ten. Maar ze te gaan kammen is een beetje verwijfd en bovendien nutteloos. Ik houd er niet van verwijfd te zijn en Iets nutteloos te doen. Ik bleef dus zitten, ondanks mijn haren. Maar de wind ging draaien en weldra kregen we hem nal teen. Nu gaat zeilen teeen wind in niet a' te hard, en daarom besloot mijn vriend, die een eri^te snelheidsduivel ls. te gaan roeien. Ik moest dus met mijn vriend Jansen gaan roeien Jan sen trok z'n iasje uit en Het een naar n-a"h- tlge eebruinde gesnierde armen zien. Nu heb ik g®en eesnierde armen en bruin zhn z° on'< niet. Maar ik mo°t voor de harmnnte ook wel mijn jasje uit doen en weldra erijDen dan ook twee gesnierde bruine armen en t'.ve bleeke bonnesteken de rtemen. Nu moei ik roeien. Ik heb wel eens een boekje over roeien gelezen en denk dat het wel gaan zal. U ziet wel. ik heb zelfvertrouwen. Met een forschen duw plaats ik de riemen achter me ln 't water. Tenminste, rk denk; in 't water ln werkelijkheid hangen ze er nog een d.M. boven. Dan haal lk diep adem span de snieren van miin bleeke armen en geef een zoodanl- gen ruk aan deze spanen dat zij onder ge piep en geknars door de lucht vliegen en inet volle kracht tegen de zeilen aanbotsen. De dollen laten los ik wist nooit, dat ik zoo'n kracht had en mijn riemen komen in het water terecht. Ik stoot, ondanks de meisjes, drie vlod-en uit, en weet niet. wat ik hierna moet doen. Even heerscht er stilte. Dan breekt m'in vriend Jansen los Ik zal u maar niet vertel len wat hij gezegd heeft, waarde lezer, want het is niet erg vleiend voer mij Genoeg zij te vermelden, dat ik een heel nieuw repertoire vloeken heb Want al ls mijn vriend Jansen nog zoo'n gentleman, als hij woedend Is, dan vloekt hij als een ketter, in wat voor gezelschap hii ook Is. Ik weet niets te antwoorden, trouwens, er was niets op te antwoorden Wij keerden te rug. en daar wij nu wind mee haaden. ge lukte het ons toch nog. ondanks onze zeilen, de jachthaven te bereiken. Ik heb. als wijlen Napoleon, met gekruiste armen op de voorplecht gestaan, heb wee moedig naar mijn zeilcostuum en miin bleeke armen gekeken en ben naar huls gegaan zonder afscheid genomen te hebben. Ik heb geen vriend Jansen meer....,*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 14