Louis van Casteren. Een Rivaal van Stalin. HET TOONEEL'. Biographieen in een notedop. Woroschilow. 25 [aar fooneelspeler Louis van Casteren. jraagt men mij. wie wel de maest ern stige van de acteurs in Nederland is, is, dan antwoord Ik zonder eepige re serve: Louis v. Gasteren! Zwaar van ernst is hy als mensch en kunste naar. Eigenlijk zijn deze twee, da raenspJ) en de kunstenaar, bij hem moeilijk te scheiden. Bij Van Gasteren domineert ook bi het ge wone leven altijd de fooneelspeler. N et in den ongunstigen zin van bet woord, want het is volstrekt geen pose bij hem; de teoneelsne- ler is langzamerhand zco aeir zijn tweede ik geworden, dat deze hem nooit meer geheel verlaat. Er zijn weinig tooneelspelers. d:e zóó gansch en al vervuld zijn van hun kunst als Louis van Gasteren. liet tooneei heeft heel zijn hartstochtelijke liefde, echter niet het too neei, zooals het in Nederland is, maar zooals hij het zich in zijn mooiste cogenb ikken droomt. Het tooneei hoeft volgens dezen ac teur een hoogere roeping dan onkel te dienen tot amusement en tijdverdrijf van het pu bliek. Hij richt zUn oog na«r Duitsehland en misschien nog mcor naar Rusland, waar het tooneei zooala hij het In e\n interview in de Nieuwe Rotterdamsche Coui\mt uitdrukte „de sprecktribune ls van den £FJjd". Daar om kan iemand als Van Gasteren jprtmogelijk. vrede hebben met hot tegenwoordig reper toire in ons land. dat evenals in den tijd van Heljermans nog altijd wordt beheersc^t door dc theater kas. Het ls dan ook wel zeker, dat Van Gaste ren vele van 'zijne rollen speolt met „den d-\od in het hart". Weinigen zullen zco'n afkeer hebben van stukken van het genre De Trein-, duivel, Het Apen-Eiland, De Spooktrein. 00 Revuc-Girl om er slechts enkele te noemen als Van Gasteren. Een acteur m:t zoo hooge opvattingen van zijn kunst, beschouwt het spelen van rollen in dergelijke s ukken eigenlijk als een aantasting van zijn ideaal Maar water tegen te doen? Het publiek vraagt er naar en. men moet tcch leven! Doch Van Gasteren is een zoo ernstig kun stenaar. dat hii eenanaal ln zulk een stuk geplaatst allés zal doen om zijn kunst zoo veel mogelijk nog te „dienen". Nooit zelfs niet ln het grootste prul zal hij zijn rol ..en bagatel" opvatten. Van Gas eren zou niet künnen ..schmieren"! Daarvoor is hem zijn kunst te heilig. Zoodra hij op het tooneei komt, is hij een dienende en geen directie zal zich ooit een sericuser medewerker kunnen wenschen. Ook de rollen, die hem als art;st tegenstaan, speelt hij met den meest mogelii- ken ernst, een ernst, die zelfs wel eens wat nadrukkelijk wordt. Men voelt altijd weer, dat deze acteur al zijn rollen tot in de kleinste finesses bestudeerd heeft, dat hij als het kon nog meer dan 100 procent zou willen geven. Hij is geen toonaelspeler, die het, er ooit, maar op aan zal laten komen en enkel op zijn intuïtie speelt-. Zijn spel moge daar door wel eens een weinig aan natuurlijke spontaniteit inboeten, het is altijd verant woord. Het is steeds de man van scherp in tellect, die de rol heeft opgebouwd en uitge werkt. en voor een ensemble ls Louis van Gasteren dan ook een niet genoeg te waar- deeren kracht. Zijn plichtsgevoel en zijn ernst zijn voorbeeldig en met heel zijn persoon staat hij voor zijn werk. ook al heeft dit niet altijd zijn sympathie of zijn liefde. Het tegenwoordig tooneei moge allerminst beantwoorden aan het ideaal, dat Van Gas teren zloh heeft gesteld, hij zal zich tcch niet beklagen over de kansen, welke zijn directeur, de heer Cor van der Lugt Melsert hem e'k jaar weer biedt,. F.n omgekeerd zal Van der Lugt Melsert zeker gaarne erkennen, dat Van Gasteren in de stukken, die breed" gebaar, sterke dictie en klassieke beelding elschen, voor zijn gezelschap onmisbaars. In Julius Caesar was hij ln cle rol van Brutus dc eenige, in staat om spel van klassieke allure te geven. En dal was ook het algemeen oor deel na de opvoering van Werfel's Paulus on der de Joden, waarin hij dc tTtelrol vervulde. In Ibsen's „Als de dooden ontwaken" was het Van Gasteren die met Fie Carclscn de voor stelling droeg. Hot zijn helaas deze drie rollen de be langrijkste, welke Louis van Gasteren in de laatste jaren heeft gesper d en waarin hij z'ch als acteur van zijn sterksten kant kon tconen die ons, Haarlemmers, zijn onthouden. Daarom meen ik te mogen zeggen, dat het Haarlemsche publiek zich slechts een onvol ledig beeld van dezen tooneelspeler geluk kig niet van den voordrachtskunstenaar heeft kunnen vormen. Want ook zijn Asmodee in Vondel's Adam in Ba'lingschap en de op voeder Sn Sophocles' Elektra indertijd on der Royaards' regie gespeeld zijn ons voor bijgegaan. Van Gasteren moge h er veel waardeering hebben gevonden voor zijn spel ln rollen zooals Richard Sones in Sch'on Schip, majoor petkoff ln Helden. Ramsden in „Mensch en Oppennensch". Richelieu in De drie Musketiers, de schrijver in Zooeven Verschenen en de Vader in Ik heb een mensch gedood zijn groote kracht l.gt. zooals hij reeds voor den oorlog als koning Claudius in Hamlet bij de Tooncelvcreenlging bewees in dc klassieke tragedies, d.c breed, forsch spel vcreischen of in het moderne re pertoire, dat scherp intellect cn hartstochte lijke overtuiging van den speler vraagt. Zijn talent gaat ook door zijn bronzen slem veel meer naar het zwaar-flramatische dan naar het komische. Wie Louis van Gasteren ..Van het Westelijk Front geen Nieuws" heeft hooren voordragen zal hiervan ook wel volkomen overtuigd zijn. Zijn voordraoht van dit epos van oorlogsel lende is voor velen een openbaring geweest, sterk beeldend, innig en fel sugges ief als zij was. Met de herinnering aan vroegere van hem gehoorde voordrachten werd het ons bij deze fragmenten uit Remarque's beroemd boek, wel heel klaar, hoe zeer Louis van Gas teren in den loop der jaren in kunst is ge groeid. In zijn voordrachten kan Van Gas teren althans iets van zijn illusies als kun stenaar tot verwezenlijking brengen. Als voordrachtskunstenaar staat hij midden in dezen Jievig-bewogen tijd, geeft hij wat fel ln hemzelf leeft, is hl) een propagandist, een apostel! De keu2e der voorgedragen werken Acioka van Gonggrijp. Massa Mensch van Ernst Toller cn hei, bock van Remarque wijst er reeds op, dat hjj niet de man is van de l'art pour l'art-theorie, maar dat hij met zijn kiuist ook iets zeggen wil, iets. dat brandt in dezen tijd en in zijn ziel. Het is de ernstige mensch en kunstenaar, dien wij in deze voordrachten hooren. Ik heb het voorrecht gehad Louis van Gas teren in een tijd, die voor ons beiden moeilijk was, meer intiem te leeren kennen. Iï:-t was de mobilisatie, die ons ln het. vriendelijke dorp Oisterwijk r.ader tot alkander bracht. Op een morgen stond hij in zijn donker blauw uniform in ons hotel voor mij en het viel mij onmiddelljk op, welk een decoratief soldaat hU was. Voelde hij den soldaat ook als een rol? Zeker is het, dat hij deze rol evenals al zijn andere met den meesten ernst "heeft gespeeld. Wij werkten er samen, Van Gasteren als soldaat, ik als kapitein maar beiden gelijkelijk vervuld van liefde voor het tooneei voor de „ontspanning" van de militairen en vele Haarlemmers, die in die dagen aan do grens hebben gestaan, zullen zich nog herinneren, hce Van Gasteren met zijn bronzen stem „De Kurassiers van Can- robert" voor hen voordroeg en hoe hij samen met zijn vriend, den talentvollen Poestkoke „De Brand in de Jonge Jan" van Heyermans voor hen speelde. Hij bleef ook in uniform zijn principes van kunstenaar trouw. De kunstavonden door het „zevental" waar van Aiphons Jansen, de bekend? cellist, de muzikale leider was behoorden t-t de beste en meest artistieke, in de mobilisa-lejaren voor de militairen gegeven. Ook in een ander voor Van Gqfst-eren mis schien nog moeilijker tijdsbestek mochten wij samen naast elkander werken. Het was in de jaren, toen hij als criticus* de dilettan ten-voorstellingen te Haarlem „versloeg". Dat was voor hem misschien wel de zwaarste tijd, omdat hij, de tooneelspolei: met idealen, dikwijls heel ver stond van het. dilettantisme, dat hij uit de .stalles moest aanzien. Maar ook toen bewonderde lk weer den grooten ernst, waarmee hij deze voor hem onge wone en zeer zeker niet ajtijd aangename taak vervulde. Hij vond. ln die dagen al thans vergoeding in zijn ijegie bij de Haar lemsche Tooneelclub, die ljein a's leider met vuur en met liefde volgde» Het is zeker niet Cve minst glorievolle tijd voor de H. T. C. ge weest, toen Louis van Gasteren er de regie voedde en er zijn opvoeringen bracht van De Kringloop der Belangen en Don Luis Mejia. De „Haarlemmers hebben dan ook bijzon dere redenen om dezen tooneelspeler en re- gisseur,*vanneer hij hier in den Sta:ls:cho "w- burg op 20 December in De laatste Liefde van Ossip DumofW zijn vijf en twintig Jarige tooneelloopbaan kemt herdenken, te huldi gen en een woord van opwekking tot mijn stadgenootctn om dezesn avond voor den Jubi laris tot. ^en werkelijken feestavond te ma ken, lijkt mij dan ook vrij wel overbodig, van Gasteren hoeft zich hier vele vrienden ge maakt en hij zal hiervan zeker bij zijn jubi leum de be vijzen ontvangen. Louis var. Gasteren Ls nog Jong voor een zilveren Jubilvum. Hij ving zijn tooneelcar- rlère op 18-jïfcrigen leeftijd aan toevallig in een stuk van mij. namelijk in Gedeballo- teerd en is dus niet ouder dan 43 jaar. Er ligt nog een heele toekomst voor hem! M:s- schien dat die toekomst de verwezenlijking zal brengen van vele zijner illuiles en het tooneei nog eenmaal een waarlijk cu'tureele instelling zal worden, zooals hij zich d t droomt. Maar toch liever niet via 'n nieuwen wereldoorlog, een .hel van sulfer en p9k" zooals hij ln zijn somber pessimisme voor de eerstvolgende jarön in zijn interview met den redacteur van Or.der de Menschen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant meende te moeten voorspellen! Want hoeveel eerbied ik ook voor van Gasteren's kunstidealen heb. ik zou het bereiken ervan onder die omstandig heden als te duur gekocht refcenen! J. B SCHUIL. DE VROOLIJKE KANT De goedige agent, tot don *s nachts huis waarts strompelenden fuivcr: „Even helpen, vader?" De fuiver: „H-h-helpen? H-h-hulp heb ik p-p-pas noodig als ik er b-b-ben!" „De meeste mcnschcn gaan niet vaak ge noeg naar hun tandarts, vrees ik", zegt een doktor. Dat is het juist. De moeste menschen vree zen, net als hij. Een boekje over kunstrijden op de schaats zegt. dat een van de moeilijkste dingen h2t beschrijven van cirkels met één been in de lucht is. Wij deden dat reeds toen wij voor de eerste maal in ons leven op schaatsen stonden, en zelfs bij veelvuldige herhaling. De moeilijk heid schijnt in „het element van opzet" te zitten. De automobilist; ,.Ik zou niets liever wil len dan mijn drukken werkkring ln Amster dam op te geven en mij ln dit plattelands dorpje te bearaven". De passagier (norsch): ..Als je niet wat langzamer rijdt, zul je die illusie zoo dadelijk in vervulling zien gaan", OLIVIER VAN NOORT. 1558—1627. De „geschiedenis van den Rotterdamschen herbergier, die eensklaps vlootvoogd werd en als eerste Nederlander een reis om den aard bol maakte, nadat Magelhaes, Drake en Ca vendish hem voorgegaan waren, is in veler lei opzicht merkwaardig. Ziehier wat een cenlgszlns zuur kamer geleerde, Aernout van Buchell over hem schrijft: „Een man voortgekomen uit het schuim der zeeroovers. lang een verloopen en berooid sujet, die ten laatste te Rotterdam de herberg de Sleutels hield en door klandi zie van kooplieden, welke in drinkgelagen dagelijks hun goed verbrasten, mettertijd wat geld verdiend had. Daarbij had hij weinige jaren geleden niet zonder geluk een reis naar Indië ondernomen, hoewel niet zonder ver denking. dat hij daarbij meer als zeeroover dan als koopman te werk was gegaan. Hij heeft een schip, gedeeltelijk op eigen kasten voortreffelijk uitgerust met levensmiddelen en krijgsbehoeften. Bovendien heeft hij soldaten en matrozen, gereed om alles te wa gen, een roekelooze bende, allen in sierlijke kleedij gestoken, terwijl hij zelf In zijn zij den purperen mantel, rijk niet gouden franje omzoomd, zich het air van een prins gaf." De indruk die deze geleerde ven den zee vaarder geeft Ls waarschijnlijk ongunsti ger dan de werkelijkheid. De gronden, waar op hij zijn bewering baseert, zijn echter wel aan te wijzen. De vertooning met den purperen mantel is eensdeels een gevolg van Van Noorts practische ervaring met de psychologie van de inboorlingen, die hij zou gaan opzoeken, anderdeels van zijn gevoel voor humor. Dat hij zoo berooid en verloopen zou zijn spre ken de feiten tegen. Hij had te Rotterdam op het Marktveld een herberg, die nog drie jaar nadat hij weg was, kon bestaan, onderhouden door zijn werkza me vrouw Margaretha Pietersdr. En boven dien Ls het feit, van het ondernemen van een zoo groote en gewaagde rei^, met slechte schepen en minderwaardig scheeps volk een bewijs van een moed en doorzet tingsvermogen, dat men bij verloopen sujet ten niet pleegt aan te treffen. Dat zijn scheepsvolk niet zoo was als gewenscht was, is een gevolg van de openhartige mededeeling van den vlootvoogd, dat hij door Straat Ma gelhaes zou varen, een aankondiging, die de besten onder de zeelleden afschrikte van wege het er aan verbonden risico. Olivier van Noort, of Van Oort, of Van Oordt, was afkomstig uit Utrecht. Hij Ls er waarschijnlijk geboren in 1558 of 1559. Over den eersten tijd van zijn leven ls echter wei nig bekend. Tc Rotterdam wordt voor het eerst In 15S7 melding van hem gemaakt. Hij woonde er in een nieuwe buurt in een nauwe steeg, die later „Van het Vergulde Poortje" heette, en uitkemt in de Nieuwstraat. In deze steeg hield hij reeds een herberg. Het Vergulde Poortje schijnt niet slechts klautergoud be vat te hebben, want enkele jaren later, in 1591 was Van Noort ln staat om oen nieuwe herberg te betrekken aan 't Marktveld op de plaats, waar thans het gebouw is van „De Maasbode", schuin tegenover het standbeeld van Erasmus. Zijn herberg heette ,.De Dub bele Witte Sleutels" en zij moet een flinke goed beklante zaak geweest;- zijn. Naar een kwartiermeester van een zijner schepen eens van hem getuigde, zou Van Noort in de herberg slechts aanzienlijke personen, groote heeren cn rijke kooplieden ontvangen hebben. Van Noort moet. blijkens een journaal, op gedragen aan Prins Maurtts, van jongs af aan op zee gevaren hebben. Begrijpelijk ls dus. dat hij aLs waard zijn oude zeemans hart sneller voelde kloppen, toen de succes sen van Magelhaes, Drake en CavendLsh be kend werden. Bovendien was daar nog dc gelukkige reis van De Houtman naar de Oost. Een en ander was genoeg voor dea vcortvarenden man. om zich voor de Neder- landsche reis om de wereld aan te bieden. En zeer zeker zal Prins Maurits hem daarbij gesteund hebben. Er werden twee Compagnieën opgericht en te Rotterdam zoowel als te Amsterdam twee schenen uitgerust, aan het hoofd waarvan Olivier van Noort kwam te staan als admi raal-generaal. Vlcc-admlraal was Jacob Claesz. voor wion de reis ongelukkig afgeloopen ls, omdat op hem wegens insubordinatie de wreode straf werd toegepast van op een onbewoonde kust aan straat Magelhaes aan land te worden gezet, zoodat hij van honger en ellende moest omkomen. Een Roblnson-geschicdenis, die Van Noort niet tot eer zou strekken, indien dc gebruiken van dien weinig sentimen- teelen tijd de daad niet rechtvaardigden. Zoo zijn er meer dingen, zooals het dooden van hulpeloos ronddrijvende Spanjaarden en van tientallen wilden, die den admiraal tot een uitzonderlijk wreed man zouden stempe len, indien zij ln een lateren tijd bedreven waren, doch nu hoogstens kunnen bevesti gen, dat hij van krasse maatregelen hield, waarvan zUn geheele leven trouwens hot bewijs ls. De vloot voer ln 1599 uit en bleef drie Jaar weg. Dat wil zeggen, drie vierde gedeelte bleef voor goed weg en het admiraalschip de „Mauritius" was het eenige dat ln het vaderland terugkwam. Do Eendracht was verbrand, de „Hendrik Frederick" gestrand en aan den vorst van Tcmate verkocht, dc „Hope" door dc Span jaarden veroverd. Toea Van Noort terug kwam, was eigenlijk In het imbroglio der geruchten, die uit Sovjet-Rusland tot ons doordringen, neemt den laatsten tijd de naam Woroschilow een belangrijke plaats in. Met stelligheid weet men ook thans nog niet-, wat er in het „rijk der onbegrensde mogelijkheden" voorvalt, maar de fama laat in dezen obscuren chaos den commissaris van oorlog als coming man verschijnen. Dat bij het onderhoud met een Amerikaansch journalist, waartoe Stalin in strijd met zijn gewoonte plotseling heeft be sloten, van geheel den Russische sterren hemel alleen Woroschilow tegenwoordig was, kan er wellicht alleen op wijzen, dat de dic tator dezen gevaarlijken tweelingbroeder niet van zich wenscht te vervreemden. Maar bij de tegenpartij, bij Woroschiliw zou het al leen een zet in het spel kunnen zijn, een po ging den Oosterscben Reintje de Vos, Stalin te verschalken in afwachting van het oogen- blik van de definitieve overwinning. De alar- meerende geruchten, die aan den naam van Woroschilow worden vastgeknoopt, liggen in ieder geval, om aan het nieuwe Russische spraakgebrek een van de geliefde for mules te ontleenen, op de „generale lijn" van het' mogelijke, het waarschijnlijke. Nergens staat in het boek der historie van het groote land geschreven, dat het niet op zekeren dag nog door een obscuren vroegeren chirurg zou kunnen worden geregeerd. Clementy Jefremowitsj Woroschilow maakt deel uit van de oude garde Van hcfbolsjc- wlsme. van de groep beroepsrevolutionairen, die Lenin in een opzienbarend geschrift reeds bij het ochtendgloren van een Russische so cialistische beweging als den eigenlijken kern van de partij had aangeduid. Woroichilow is 48 jaar oud, maar had bij het aanbreken van den Russischen burgeroorlog lang niet de leidende rol gespeeld, die andere oude bolsje wisten ten deel viel; hij onderscheidt zich ook niet door uitzonderlijke talenten. Toen de door en door onbeschaafde infanterist Bud- jenny aan het hoofd van de roode cavalerie werd geplaatst, die later de legenda ire „ruiter generaal" is geworden, nam Woroschilow bij de nieuwe bereden troepen aanvankelijk het ambt van politieken commissaris op zich, wiens taak niet van militair-strategischen aard was. Zij bepaalde zich er toe, den onder zijn toezicht gestelden Budjenny en zijn staf op hun politieke trouw aan het regime te controleeren en bij de manschappen een dienovereenkomstige propaganda te voeren. Toen de ruitertroep van Budjenny mettertijd een formeel leger, het zoogenaamde eerste cavalerieleger, werd, benoemde de regeering Woroschilow tot lid van den oorlogsrevolu- tionnairen raad van dat leger en feitelijk nam hij tevens de leiding daarvan op zich. Tegelijkertijd werd Woroschilow in het cen trale comité van de communistische partij opgenomen, waar hij zich, toen Lenin nog leefde, de luxe van een eigen meening in het geheel niet veroorloofde en behoorde tot het „stemvee", dat zich steeds weer in een zekere sympathie van den leider verheugde. Zijn snelle opkomst heeft Woroschilow evenwel te danken aan Lenin's opvolger, Sta lin. Zijn hechte relatie met den dictator be gon al In den tijd, toen zij beiden als com missarissen aan het Zuidelijk front van den burgeroorlog werkzaam waren. Stalin was voor dien tijd al lid van de bolsjewistische partij en begon nu te Moskou snel carrière te maken. Inmiddels had echter ook Woroschi low een hoogere functie bereikt, hij werd namelijk tot bevelhebber van het Noord- Kaukasische militaire district benoemd, weLk ambt hem echter van Moskou en de centrale regeering verwijderd hield. Stalin, die stellig geen genie is, maar er naar streeft, met uiter ste taaiheid alles door te zotten, dat het be houd van den door hem ge tee kenden cirkel kan dienen, heeft zich reeds tijdig met het roode leger bezig gehouden, dat geroepen was, een Pretorianenleger van het régime of het werktuig ter vernietiging van helzelfde regime te worden. Als commissaris aan het front van den burgeroorlog, doch bovenal als invloedrijk lid van het centraal comité, nam hij den historischen strijd tegen Trotzkl op, die met de nederlaag van dezen leider der bolje- wistische revolutie, echter tevens met een gevaarlijke scheuring der onder Lenin nog eensgezinde groepen, eindigde. Trotzki's oo- volgerde aanmerkelijk minder beteekenende Frunse, genoot tegen het einde van zijn carrière het vertrouwen van Stalin even min meer en het gerucht wilde zelfs, dat Frunse niet een natuurlijken dood is gestor ven, maar aan de gevolgen van een opera tie. waarvan de chirurgen den afloop wel vreesden, maar die door den politieken chi rurg Stalin moet zijn bevolen. Intusschen had Stalin nu Woroschilow in zijn omgeving gebracht, doordat hij hem tot bevelhebber van het militaire district Moskou benoemde Stalin en na den. dood van Frunse tot diens opvol ger. De toekomst zal leeren, of de omvangrijke wisseling van personen, die Woroschilow als commissaris van defensie en als voorzitter van den revolutionairen krijgsraad in de hoogste functies van het roode leger ten uit voer bracht, uit politieke overwegingen en den laatsten tijd wellicht uit de idee van een pronunciamento voortvloeide. Het staat in ieder geval vast, dat zijn benoeming bij tal vari legercommandanten een gevoel van wrevel wekte; zij beschouwden den nieu wen gunsteling van Stalin als een opkome ling, bovendien nog als den minst begaaf de. Woroschilow vond echter in Stalin, met wien hij intusschen zeer bevriend was go- worden, een veüigen steun en kon in zijn ambt naar eigen goeddunken handelen. De aanhangers van Trotzki werden reeds onder Frunse zonder uitzondering aan den kan; gezet, alle legereenheden, oorlogsschepen, steden en industrieelen die den naam van den rooden Napoleon op haar schild voer den, kort en goed herdoopt. Volgens een soortgelijke methode trad Woroschilow nu op: hij verwijderde uit hun ambten of ver spreidde over geheel het uitgestrekte rijk vrijwel allen, die onder Frunse tot hooge ambten waren gekomen. O.a. moest de jonge Tuchatschewski, sedert eenigen tijd een ge liefde figuur van den bolsjewistischen bel- dencultus, in het opperbevel van het militaire district Petersburg een surrogaat en troost zoeken voor de leiding van den generalen staf en het roode leger, die aan Schapasclini- kow werd toevertrouwd, een van Woroschi- lows schildknapen. Met deze kohorte van hem ondergeschikte mannen, die den laatsten tijd niet geheel ook aan Stalin ondergeschikt schenen te zijn, zou Woroschilow misschien ook werkelijk een poging kunnen wagen, zich tegen de dicta tuur te verzetten. Behalve de leiders, voor wier selectie hij reeds lang had gezorgd, zou Woroschilow ook de manschappen wel eens aan zijn zijde kunnen hebben. Want het is een openbaar geheim, dat de pommlssaris van landsverdediging juist in het belang van het leger den wonderlijken experimen ten van Stalin reeds maanden geleden den oorlog heeft verklaard en er niet voor terug schrikte, ook in het Politiek Bureau tegen den almachtlgen dictator met buitengewone scherpte op te treden. WoToschilow kon be wijzen, dat de buitengewone opwinding van den boerenstand over de collecUviseering van den landbouw zich ook mededeelt aan het leger, dat voor het grootste deel uit de be volking van het platteland wordt gerecru- teerd. De vakpers van het commissariaat van oorlog mocht talrijke klachten van sol daten en van geheele legerafdeelingen over de landbouwpolitiek der regeering afdruk ken, die echter door redactioneele commen taren werden verzwakt of rechtgezet. Woro schilow zou door publicatie van klachten va» het leger zich voor zijn strijd met den dic tator een breederen grondslag in het leger zelf willen verzekeren. Stellig Ls hij geen overmatig groote geest, maar dat is ook Stalin niet. die vele jaren iang onbeperkt heerscher over Rusland is. Mogelijk mislukt zijn poging, indien hij daartoe besluit; de bolsjewisten zijn evenwel, wat hun aanleg betreft, politieke hazardspelers en Woro schilow schijnt in ieder geval in staat, het risico van een staatsgreep op zich te nemen. Zeker, hij Ls onontwikkeld, onbeschaafd, een man zonder ruimen blik. Maar hij kan wel licht in den strijd om de macht, die zich thans in Rusland afspeelt zegevieren, zij het ook slechts voor korten tijd.. Dr. A. CHARASCH. (Nadruk verboden.) de eenige die Juichte zijn vrouw. Het vader land had geen reden voor vreugdekreten want in stede van rijke baten mee te bren gen kwam Van Noort terug met niets, behal ve dan de schulden aan te betalen gage en de bijdrage aan de armen van Utrecht, van t 600. die hij voor zijn vertrek overmoedig had toegezegd. Door in een uitvoerig vertoog op zijn verdiensten voor het vaderland :n cultureel opzicht te wijzen, verkreeg hij weliswaar uitstel van betaling, doch h(j be reikte er geenszins mee. dat men hem als een groot man eerde. De „Mauritius" werd verkocht om de schuldeischers van dc Com pagnie te voldoen en Van Noort trok zich in zijn herberg terug, waarna het materialis tische vaderland er zelfs niet aan dacht oir. hem te redden uit de financleele moeilijkhe den. die hij als waard nu ook begon te on dervinden. De ontvangst van Piet Hein, 26 jaar later, die veel minder gepresteerd had, maar veel meer meebracht, was in overeen komstige mate hartelijker. Het deficit schijnt, hoewel Van Noort in voldoende mate geplunderd heeft, te wijten te zijn aan een zekere roekeloosheid en on verschilligheid zijnerzijds, bovendien was hij geen wetenschappelijk zeeman. Kort na zijn terugkeer heeft de waard van de „Dubbel witte Sleutels" de herberg van de hand gedaan en dienst genomen in 's lands leger en op de vloot. Hij heeft aan verscheidene zeeslagen nog deelgenomen, doch als subaltern officier heeft hij niet dc gelegenheid gehad om zich op bijzondere wijze te onderscheiden. Het laatste deel van zijn leven bracht hij door ln Maurits' leger HU verliet het in 1626 on een Jaar later ls hij overleden. HU werd begraven in dc kerk te Schoonhoven, waar een eenvoudige zerk het graf van den merkwaardigen avonturier dekt. OVER NAMEN IN BOEKEN. Hebt u er wel eens over nagedacht, waar romanschrijvers de namen vandaan halen, die zij voor hun boeken noodig hebben? Na men die dikwijls zoo goed gekozen zijn, dat men nauwelijks durft gclooven, dat ze door andere:: vervangen zouden kunnen worden? Ieder schrijver heelt, zijn eigen methode en er zijn waarschijn lijk maar zeer weinig namen die louter op fantasie berusten. De productieve schrijver Nat Gould heeft de ge woonte zijn- karakters te noemen naar sta tions en een vooraanstaand hedendaagsclt schrijver verzamelde de namen voor een nieuwen roman uit een landkaart. Een ongelukkig, geval, waarin een auteur, zonder het zelf te weten, aan een van zijn karakters den naam van een bestaand per son gaf, is dat van Master man, de peetoom van den hoofdfiguur uit het klassieke jon gensboek „Masterman Ready". De schrijver kapitein Marryat beschrijft hem als iemand die ter koopvaardij voer op de South Shields en hij toekende er een niet erg geflatteerd portret bij. Na de publicatie van het boek ontving hij een verontwaardigden brief van een familie Masterman genaamd, die reeds gedurende een eeuw op de South Shields verblijf hield en daar eveneens de koopvaardij uitoefende. In een geval van later datum koos de schrijver van een detectiveverhaal voor zijn „booswicht" een dokter, die in een be paald gedeelte van Londen woonde. Nader hand ontdekte hy tot zijn niet, geringe ont zetting dat in datzelfde stadsdeel eer. dokter leefde, die den zelfden zwam droeg!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 16