Louis van Casteren.
Een Rivaal van Stalin.
HET TOONEEL'.
Biographieen in
een notedop.
Woroschilow.
25 [aar fooneelspeler
Louis van Casteren.
jraagt men mij. wie wel de maest ern
stige van de acteurs in Nederland is,
is, dan antwoord Ik zonder eepige re
serve: Louis v. Gasteren! Zwaar van
ernst is hy als mensch en kunste
naar. Eigenlijk zijn deze twee, da raenspJ) en
de kunstenaar, bij hem moeilijk te scheiden.
Bij Van Gasteren domineert ook bi het ge
wone leven altijd de fooneelspeler. N et in
den ongunstigen zin van bet woord, want het
is volstrekt geen pose bij hem; de teoneelsne-
ler is langzamerhand zco aeir zijn tweede ik
geworden, dat deze hem nooit meer geheel
verlaat.
Er zijn weinig tooneelspelers. d:e zóó gansch
en al vervuld zijn van hun kunst als Louis
van Gasteren. liet tooneei heeft heel zijn
hartstochtelijke liefde, echter niet het too
neei, zooals het in Nederland is, maar zooals
hij het zich in zijn mooiste cogenb ikken
droomt. Het tooneei hoeft volgens dezen ac
teur een hoogere roeping dan onkel te dienen
tot amusement en tijdverdrijf van het pu
bliek. Hij richt zUn oog na«r Duitsehland en
misschien nog mcor naar Rusland, waar het
tooneei zooala hij het In e\n interview in
de Nieuwe Rotterdamsche Coui\mt uitdrukte
„de sprecktribune ls van den £FJjd". Daar
om kan iemand als Van Gasteren jprtmogelijk.
vrede hebben met hot tegenwoordig reper
toire in ons land. dat evenals in den tijd van
Heljermans nog altijd wordt beheersc^t door
dc theater kas.
Het ls dan ook wel zeker, dat Van Gaste
ren vele van 'zijne rollen speolt met „den d-\od
in het hart". Weinigen zullen zco'n afkeer
hebben van stukken van het genre De Trein-,
duivel, Het Apen-Eiland, De Spooktrein. 00
Revuc-Girl om er slechts enkele te noemen
als Van Gasteren. Een acteur m:t zoo
hooge opvattingen van zijn kunst, beschouwt
het spelen van rollen in dergelijke s ukken
eigenlijk als een aantasting van zijn ideaal
Maar water tegen te doen? Het publiek vraagt
er naar en. men moet tcch leven!
Doch Van Gasteren is een zoo ernstig kun
stenaar. dat hii eenanaal ln zulk een stuk
geplaatst allés zal doen om zijn kunst zoo
veel mogelijk nog te „dienen". Nooit zelfs
niet ln het grootste prul zal hij zijn rol ..en
bagatel" opvatten. Van Gas eren zou niet
künnen ..schmieren"! Daarvoor is hem zijn
kunst te heilig. Zoodra hij op het tooneei
komt, is hij een dienende en geen directie zal
zich ooit een sericuser medewerker kunnen
wenschen. Ook de rollen, die hem als art;st
tegenstaan, speelt hij met den meest mogelii-
ken ernst, een ernst, die zelfs wel eens wat
nadrukkelijk wordt. Men voelt altijd weer,
dat deze acteur al zijn rollen tot in de kleinste
finesses bestudeerd heeft, dat hij als het
kon nog meer dan 100 procent zou willen
geven. Hij is geen toonaelspeler, die het, er
ooit, maar op aan zal laten komen en enkel
op zijn intuïtie speelt-. Zijn spel moge daar
door wel eens een weinig aan natuurlijke
spontaniteit inboeten, het is altijd verant
woord. Het is steeds de man van scherp in
tellect, die de rol heeft opgebouwd en uitge
werkt. en voor een ensemble ls Louis van
Gasteren dan ook een niet genoeg te waar-
deeren kracht. Zijn plichtsgevoel en zijn ernst
zijn voorbeeldig en met heel zijn persoon staat
hij voor zijn werk. ook al heeft dit niet altijd
zijn sympathie of zijn liefde.
Het tegenwoordig tooneei moge allerminst
beantwoorden aan het ideaal, dat Van Gas
teren zloh heeft gesteld, hij zal zich tcch niet
beklagen over de kansen, welke zijn directeur,
de heer Cor van der Lugt Melsert hem e'k
jaar weer biedt,. F.n omgekeerd zal Van der
Lugt Melsert zeker gaarne erkennen, dat Van
Gasteren in de stukken, die breed" gebaar,
sterke dictie en klassieke beelding elschen,
voor zijn gezelschap onmisbaars. In Julius
Caesar was hij ln cle rol van Brutus dc
eenige, in staat om spel van klassieke allure
te geven. En dal was ook het algemeen oor
deel na de opvoering van Werfel's Paulus on
der de Joden, waarin hij dc tTtelrol vervulde.
In Ibsen's „Als de dooden ontwaken" was het
Van Gasteren die met Fie Carclscn de voor
stelling droeg.
Hot zijn helaas deze drie rollen de be
langrijkste, welke Louis van Gasteren in de
laatste jaren heeft gesper d en waarin hij z'ch
als acteur van zijn sterksten kant kon tconen
die ons, Haarlemmers, zijn onthouden.
Daarom meen ik te mogen zeggen, dat het
Haarlemsche publiek zich slechts een onvol
ledig beeld van dezen tooneelspeler geluk
kig niet van den voordrachtskunstenaar
heeft kunnen vormen. Want ook zijn Asmodee
in Vondel's Adam in Ba'lingschap en de op
voeder Sn Sophocles' Elektra indertijd on
der Royaards' regie gespeeld zijn ons voor
bijgegaan. Van Gasteren moge h er veel
waardeering hebben gevonden voor zijn spel
ln rollen zooals Richard Sones in Sch'on
Schip, majoor petkoff ln Helden. Ramsden in
„Mensch en Oppennensch". Richelieu in De
drie Musketiers, de schrijver in Zooeven
Verschenen en de Vader in Ik heb een
mensch gedood zijn groote kracht l.gt.
zooals hij reeds voor den oorlog als koning
Claudius in Hamlet bij de Tooncelvcreenlging
bewees in dc klassieke tragedies, d.c breed,
forsch spel vcreischen of in het moderne re
pertoire, dat scherp intellect cn hartstochte
lijke overtuiging van den speler vraagt. Zijn
talent gaat ook door zijn bronzen slem
veel meer naar het zwaar-flramatische dan
naar het komische.
Wie Louis van Gasteren ..Van het Westelijk
Front geen Nieuws" heeft hooren voordragen
zal hiervan ook wel volkomen overtuigd zijn.
Zijn voordraoht van dit epos van oorlogsel
lende is voor velen een openbaring geweest,
sterk beeldend, innig en fel sugges ief als zij
was. Met de herinnering aan vroegere van
hem gehoorde voordrachten werd het ons
bij deze fragmenten uit Remarque's beroemd
boek, wel heel klaar, hoe zeer Louis van Gas
teren in den loop der jaren in kunst is ge
groeid. In zijn voordrachten kan Van Gas
teren althans iets van zijn illusies als kun
stenaar tot verwezenlijking brengen. Als
voordrachtskunstenaar staat hij midden in
dezen Jievig-bewogen tijd, geeft hij wat fel
ln hemzelf leeft, is hl) een propagandist, een
apostel! De keu2e der voorgedragen werken
Acioka van Gonggrijp. Massa Mensch van
Ernst Toller cn hei, bock van Remarque
wijst er reeds op, dat hjj niet de man is van
de l'art pour l'art-theorie, maar dat hij met
zijn kiuist ook iets zeggen wil, iets. dat
brandt in dezen tijd en in zijn ziel. Het is de
ernstige mensch en kunstenaar, dien wij in
deze voordrachten hooren.
Ik heb het voorrecht gehad Louis van Gas
teren in een tijd, die voor ons beiden moeilijk
was, meer intiem te leeren kennen. Iï:-t was
de mobilisatie, die ons ln het. vriendelijke
dorp Oisterwijk r.ader tot alkander bracht.
Op een morgen stond hij in zijn donker
blauw uniform in ons hotel voor mij en het
viel mij onmiddelljk op, welk een decoratief
soldaat hU was. Voelde hij den soldaat ook
als een rol? Zeker is het, dat hij deze rol
evenals al zijn andere met den meesten
ernst "heeft gespeeld. Wij werkten er samen,
Van Gasteren als soldaat, ik als kapitein
maar beiden gelijkelijk vervuld van liefde voor
het tooneei voor de „ontspanning" van de
militairen en vele Haarlemmers, die in die
dagen aan do grens hebben gestaan, zullen
zich nog herinneren, hce Van Gasteren met
zijn bronzen stem „De Kurassiers van Can-
robert" voor hen voordroeg en hoe hij samen
met zijn vriend, den talentvollen Poestkoke
„De Brand in de Jonge Jan" van Heyermans
voor hen speelde. Hij bleef ook in uniform
zijn principes van kunstenaar trouw. De
kunstavonden door het „zevental" waar
van Aiphons Jansen, de bekend? cellist, de
muzikale leider was behoorden t-t de beste
en meest artistieke, in de mobilisa-lejaren
voor de militairen gegeven.
Ook in een ander voor Van Gqfst-eren mis
schien nog moeilijker tijdsbestek mochten
wij samen naast elkander werken. Het was
in de jaren, toen hij als criticus* de dilettan
ten-voorstellingen te Haarlem „versloeg".
Dat was voor hem misschien wel de zwaarste
tijd, omdat hij, de tooneelspolei: met idealen,
dikwijls heel ver stond van het. dilettantisme,
dat hij uit de .stalles moest aanzien. Maar
ook toen bewonderde lk weer den grooten
ernst, waarmee hij deze voor hem onge
wone en zeer zeker niet ajtijd aangename
taak vervulde. Hij vond. ln die dagen al
thans vergoeding in zijn ijegie bij de Haar
lemsche Tooneelclub, die ljein a's leider met
vuur en met liefde volgde» Het is zeker niet
Cve minst glorievolle tijd voor de H. T. C. ge
weest, toen Louis van Gasteren er de regie
voedde en er zijn opvoeringen bracht van De
Kringloop der Belangen en Don Luis Mejia.
De „Haarlemmers hebben dan ook bijzon
dere redenen om dezen tooneelspeler en re-
gisseur,*vanneer hij hier in den Sta:ls:cho "w-
burg op 20 December in De laatste Liefde van
Ossip DumofW zijn vijf en twintig Jarige
tooneelloopbaan kemt herdenken, te huldi
gen en een woord van opwekking tot mijn
stadgenootctn om dezesn avond voor den Jubi
laris tot. ^en werkelijken feestavond te ma
ken, lijkt mij dan ook vrij wel overbodig, van
Gasteren hoeft zich hier vele vrienden ge
maakt en hij zal hiervan zeker bij zijn jubi
leum de be vijzen ontvangen.
Louis var. Gasteren Ls nog Jong voor een
zilveren Jubilvum. Hij ving zijn tooneelcar-
rlère op 18-jïfcrigen leeftijd aan toevallig
in een stuk van mij. namelijk in Gedeballo-
teerd en is dus niet ouder dan 43 jaar. Er
ligt nog een heele toekomst voor hem! M:s-
schien dat die toekomst de verwezenlijking
zal brengen van vele zijner illuiles en het
tooneei nog eenmaal een waarlijk cu'tureele
instelling zal worden, zooals hij zich d t
droomt. Maar toch liever niet via 'n nieuwen
wereldoorlog, een .hel van sulfer en p9k"
zooals hij ln zijn somber pessimisme voor de
eerstvolgende jarön in zijn interview met den
redacteur van Or.der de Menschen in de
Nieuwe Rotterdamsche Courant meende te
moeten voorspellen! Want hoeveel eerbied ik
ook voor van Gasteren's kunstidealen heb. ik
zou het bereiken ervan onder die omstandig
heden als te duur gekocht refcenen!
J. B SCHUIL.
DE VROOLIJKE KANT
De goedige agent, tot don *s nachts huis
waarts strompelenden fuivcr: „Even helpen,
vader?"
De fuiver: „H-h-helpen? H-h-hulp heb ik
p-p-pas noodig als ik er b-b-ben!"
„De meeste mcnschcn gaan niet vaak ge
noeg naar hun tandarts, vrees ik", zegt een
doktor.
Dat is het juist. De moeste menschen vree
zen, net als hij.
Een boekje over kunstrijden op de schaats
zegt. dat een van de moeilijkste dingen h2t
beschrijven van cirkels met één been in de
lucht is.
Wij deden dat reeds toen wij voor de eerste
maal in ons leven op schaatsen stonden, en
zelfs bij veelvuldige herhaling. De moeilijk
heid schijnt in „het element van opzet" te
zitten.
De automobilist; ,.Ik zou niets liever wil
len dan mijn drukken werkkring ln Amster
dam op te geven en mij ln dit plattelands
dorpje te bearaven".
De passagier (norsch): ..Als je niet wat
langzamer rijdt, zul je die illusie zoo dadelijk
in vervulling zien gaan",
OLIVIER VAN NOORT.
1558—1627.
De „geschiedenis van den Rotterdamschen
herbergier, die eensklaps vlootvoogd werd en
als eerste Nederlander een reis om den aard
bol maakte, nadat Magelhaes, Drake en Ca
vendish hem voorgegaan waren, is in veler
lei opzicht merkwaardig.
Ziehier wat een cenlgszlns zuur kamer
geleerde, Aernout van Buchell over hem
schrijft: „Een man voortgekomen uit het
schuim der zeeroovers. lang een verloopen en
berooid sujet, die ten laatste te Rotterdam de
herberg de Sleutels hield en door klandi
zie van kooplieden, welke in drinkgelagen
dagelijks hun goed verbrasten, mettertijd wat
geld verdiend had. Daarbij had hij weinige
jaren geleden niet zonder geluk een reis naar
Indië ondernomen, hoewel niet zonder ver
denking. dat hij daarbij meer als zeeroover
dan als koopman te werk was gegaan. Hij
heeft een schip, gedeeltelijk op eigen kasten
voortreffelijk uitgerust met levensmiddelen
en krijgsbehoeften. Bovendien heeft hij
soldaten en matrozen, gereed om alles te wa
gen, een roekelooze bende, allen in sierlijke
kleedij gestoken, terwijl hij zelf In zijn zij
den purperen mantel, rijk niet gouden franje
omzoomd, zich het air van een prins gaf."
De indruk die deze geleerde ven den zee
vaarder geeft Ls waarschijnlijk ongunsti
ger dan de werkelijkheid. De gronden, waar
op hij zijn bewering baseert, zijn echter wel
aan te wijzen.
De vertooning met den purperen mantel
is eensdeels een gevolg van Van Noorts
practische ervaring met de psychologie van
de inboorlingen, die hij zou gaan opzoeken,
anderdeels van zijn gevoel voor humor. Dat
hij zoo berooid en verloopen zou zijn spre
ken de feiten tegen.
Hij had te Rotterdam op het Marktveld een
herberg, die nog drie jaar nadat hij weg was,
kon bestaan, onderhouden door zijn werkza
me vrouw Margaretha Pietersdr. En boven
dien Ls het feit, van het ondernemen van
een zoo groote en gewaagde rei^, met
slechte schepen en minderwaardig scheeps
volk een bewijs van een moed en doorzet
tingsvermogen, dat men bij verloopen sujet
ten niet pleegt aan te treffen. Dat zijn
scheepsvolk niet zoo was als gewenscht was,
is een gevolg van de openhartige mededeeling
van den vlootvoogd, dat hij door Straat Ma
gelhaes zou varen, een aankondiging, die de
besten onder de zeelleden afschrikte van
wege het er aan verbonden risico.
Olivier van Noort, of Van Oort, of Van
Oordt, was afkomstig uit Utrecht. Hij Ls er
waarschijnlijk geboren in 1558 of 1559. Over
den eersten tijd van zijn leven ls echter wei
nig bekend.
Tc Rotterdam wordt voor het eerst In 15S7
melding van hem gemaakt. Hij woonde er in
een nieuwe buurt in een nauwe steeg, die
later „Van het Vergulde Poortje" heette, en
uitkemt in de Nieuwstraat. In deze steeg
hield hij reeds een herberg. Het Vergulde
Poortje schijnt niet slechts klautergoud be
vat te hebben, want enkele jaren later, in
1591 was Van Noort ln staat om oen nieuwe
herberg te betrekken aan 't Marktveld op de
plaats, waar thans het gebouw is van „De
Maasbode", schuin tegenover het standbeeld
van Erasmus. Zijn herberg heette ,.De Dub
bele Witte Sleutels" en zij moet een flinke
goed beklante zaak geweest;- zijn.
Naar een kwartiermeester van een zijner
schepen eens van hem getuigde, zou Van
Noort in de herberg slechts aanzienlijke
personen, groote heeren cn rijke kooplieden
ontvangen hebben.
Van Noort moet. blijkens een journaal, op
gedragen aan Prins Maurtts, van jongs af
aan op zee gevaren hebben. Begrijpelijk ls
dus. dat hij aLs waard zijn oude zeemans
hart sneller voelde kloppen, toen de succes
sen van Magelhaes, Drake en CavendLsh be
kend werden. Bovendien was daar nog dc
gelukkige reis van De Houtman naar de
Oost. Een en ander was genoeg voor dea
vcortvarenden man. om zich voor de Neder-
landsche reis om de wereld aan te bieden.
En zeer zeker zal Prins Maurits hem daarbij
gesteund hebben.
Er werden twee Compagnieën opgericht en
te Rotterdam zoowel als te Amsterdam twee
schenen uitgerust, aan het hoofd waarvan
Olivier van Noort kwam te staan als admi
raal-generaal.
Vlcc-admlraal was Jacob Claesz. voor wion
de reis ongelukkig afgeloopen ls, omdat op
hem wegens insubordinatie de wreode straf
werd toegepast van op een onbewoonde kust
aan straat Magelhaes aan land te worden
gezet, zoodat hij van honger en ellende moest
omkomen. Een Roblnson-geschicdenis, die
Van Noort niet tot eer zou strekken, indien
dc gebruiken van dien weinig sentimen-
teelen tijd de daad niet rechtvaardigden.
Zoo zijn er meer dingen, zooals het dooden
van hulpeloos ronddrijvende Spanjaarden en
van tientallen wilden, die den admiraal tot
een uitzonderlijk wreed man zouden stempe
len, indien zij ln een lateren tijd bedreven
waren, doch nu hoogstens kunnen bevesti
gen, dat hij van krasse maatregelen hield,
waarvan zUn geheele leven trouwens hot
bewijs ls.
De vloot voer ln 1599 uit en bleef drie Jaar
weg. Dat wil zeggen, drie vierde gedeelte
bleef voor goed weg en het admiraalschip de
„Mauritius" was het eenige dat ln het
vaderland terugkwam.
Do Eendracht was verbrand, de „Hendrik
Frederick" gestrand en aan den vorst van
Tcmate verkocht, dc „Hope" door dc Span
jaarden veroverd.
Toea Van Noort terug kwam, was eigenlijk
In het imbroglio der geruchten, die uit
Sovjet-Rusland tot ons doordringen, neemt
den laatsten tijd de naam Woroschilow een
belangrijke plaats in. Met stelligheid weet
men ook thans nog niet-, wat er in het „rijk
der onbegrensde mogelijkheden" voorvalt,
maar de fama laat in dezen obscuren chaos
den commissaris van oorlog als coming man
verschijnen. Dat bij het onderhoud met een
Amerikaansch journalist, waartoe Stalin in
strijd met zijn gewoonte plotseling heeft be
sloten, van geheel den Russische sterren
hemel alleen Woroschilow tegenwoordig was,
kan er wellicht alleen op wijzen, dat de dic
tator dezen gevaarlijken tweelingbroeder niet
van zich wenscht te vervreemden. Maar bij
de tegenpartij, bij Woroschiliw zou het al
leen een zet in het spel kunnen zijn, een po
ging den Oosterscben Reintje de Vos, Stalin
te verschalken in afwachting van het oogen-
blik van de definitieve overwinning. De alar-
meerende geruchten, die aan den naam van
Woroschilow worden vastgeknoopt, liggen in
ieder geval, om aan het nieuwe Russische
spraakgebrek een van de geliefde for
mules te ontleenen, op de „generale lijn" van
het' mogelijke, het waarschijnlijke. Nergens
staat in het boek der historie van het groote
land geschreven, dat het niet op zekeren dag
nog door een obscuren vroegeren chirurg zou
kunnen worden geregeerd.
Clementy Jefremowitsj Woroschilow maakt
deel uit van de oude garde Van hcfbolsjc-
wlsme. van de groep beroepsrevolutionairen,
die Lenin in een opzienbarend geschrift reeds
bij het ochtendgloren van een Russische so
cialistische beweging als den eigenlijken kern
van de partij had aangeduid. Woroichilow is
48 jaar oud, maar had bij het aanbreken van
den Russischen burgeroorlog lang niet de
leidende rol gespeeld, die andere oude bolsje
wisten ten deel viel; hij onderscheidt zich
ook niet door uitzonderlijke talenten. Toen
de door en door onbeschaafde infanterist Bud-
jenny aan het hoofd van de roode cavalerie
werd geplaatst, die later de legenda ire „ruiter
generaal" is geworden, nam Woroschilow bij de
nieuwe bereden troepen aanvankelijk het
ambt van politieken commissaris op zich,
wiens taak niet van militair-strategischen
aard was. Zij bepaalde zich er toe, den onder
zijn toezicht gestelden Budjenny en zijn staf
op hun politieke trouw aan het regime te
controleeren en bij de manschappen een
dienovereenkomstige propaganda te voeren.
Toen de ruitertroep van Budjenny mettertijd
een formeel leger, het zoogenaamde eerste
cavalerieleger, werd, benoemde de regeering
Woroschilow tot lid van den oorlogsrevolu-
tionnairen raad van dat leger en feitelijk
nam hij tevens de leiding daarvan op zich.
Tegelijkertijd werd Woroschilow in het cen
trale comité van de communistische partij
opgenomen, waar hij zich, toen Lenin nog
leefde, de luxe van een eigen meening in het
geheel niet veroorloofde en behoorde tot het
„stemvee", dat zich steeds weer in een zekere
sympathie van den leider verheugde.
Zijn snelle opkomst heeft Woroschilow
evenwel te danken aan Lenin's opvolger, Sta
lin. Zijn hechte relatie met den dictator be
gon al In den tijd, toen zij beiden als com
missarissen aan het Zuidelijk front van den
burgeroorlog werkzaam waren. Stalin was
voor dien tijd al lid van de bolsjewistische
partij en begon nu te Moskou snel carrière te
maken. Inmiddels had echter ook Woroschi
low een hoogere functie bereikt, hij werd
namelijk tot bevelhebber van het Noord-
Kaukasische militaire district benoemd, weLk
ambt hem echter van Moskou en de centrale
regeering verwijderd hield. Stalin, die stellig
geen genie is, maar er naar streeft, met uiter
ste taaiheid alles door te zotten, dat het be
houd van den door hem ge tee kenden cirkel
kan dienen, heeft zich reeds tijdig met het
roode leger bezig gehouden, dat geroepen
was, een Pretorianenleger van het régime of
het werktuig ter vernietiging van helzelfde
regime te worden.
Als commissaris aan het front van den
burgeroorlog, doch bovenal als invloedrijk
lid van het centraal comité, nam hij den
historischen strijd tegen Trotzkl op, die met
de nederlaag van dezen leider der bolje-
wistische revolutie, echter tevens met een
gevaarlijke scheuring der onder Lenin nog
eensgezinde groepen, eindigde. Trotzki's oo-
volgerde aanmerkelijk minder beteekenende
Frunse, genoot tegen het einde van zijn
carrière het vertrouwen van Stalin even
min meer en het gerucht wilde zelfs, dat
Frunse niet een natuurlijken dood is gestor
ven, maar aan de gevolgen van een opera
tie. waarvan de chirurgen den afloop wel
vreesden, maar die door den politieken chi
rurg Stalin moet zijn bevolen. Intusschen
had Stalin nu Woroschilow in zijn omgeving
gebracht, doordat hij hem tot bevelhebber
van het militaire district Moskou benoemde
Stalin
en na den. dood van Frunse tot diens opvol
ger.
De toekomst zal leeren, of de omvangrijke
wisseling van personen, die Woroschilow als
commissaris van defensie en als voorzitter
van den revolutionairen krijgsraad in de
hoogste functies van het roode leger ten uit
voer bracht, uit politieke overwegingen en
den laatsten tijd wellicht uit de idee van een
pronunciamento voortvloeide. Het staat in
ieder geval vast, dat zijn benoeming bij tal
vari legercommandanten een gevoel van
wrevel wekte; zij beschouwden den nieu
wen gunsteling van Stalin als een opkome
ling, bovendien nog als den minst begaaf
de. Woroschilow vond echter in Stalin, met
wien hij intusschen zeer bevriend was go-
worden, een veüigen steun en kon in zijn
ambt naar eigen goeddunken handelen. De
aanhangers van Trotzki werden reeds onder
Frunse zonder uitzondering aan den kan;
gezet, alle legereenheden, oorlogsschepen,
steden en industrieelen die den naam van
den rooden Napoleon op haar schild voer
den, kort en goed herdoopt. Volgens een
soortgelijke methode trad Woroschilow nu
op: hij verwijderde uit hun ambten of ver
spreidde over geheel het uitgestrekte rijk
vrijwel allen, die onder Frunse tot hooge
ambten waren gekomen. O.a. moest de jonge
Tuchatschewski, sedert eenigen tijd een ge
liefde figuur van den bolsjewistischen bel-
dencultus, in het opperbevel van het militaire
district Petersburg een surrogaat en troost
zoeken voor de leiding van den generalen
staf en het roode leger, die aan Schapasclini-
kow werd toevertrouwd, een van Woroschi-
lows schildknapen.
Met deze kohorte van hem ondergeschikte
mannen, die den laatsten tijd niet geheel ook
aan Stalin ondergeschikt schenen te zijn, zou
Woroschilow misschien ook werkelijk een
poging kunnen wagen, zich tegen de dicta
tuur te verzetten. Behalve de leiders, voor
wier selectie hij reeds lang had gezorgd, zou
Woroschilow ook de manschappen wel eens
aan zijn zijde kunnen hebben. Want het is
een openbaar geheim, dat de pommlssaris
van landsverdediging juist in het belang
van het leger den wonderlijken experimen
ten van Stalin reeds maanden geleden den
oorlog heeft verklaard en er niet voor terug
schrikte, ook in het Politiek Bureau tegen
den almachtlgen dictator met buitengewone
scherpte op te treden. WoToschilow kon be
wijzen, dat de buitengewone opwinding van
den boerenstand over de collecUviseering van
den landbouw zich ook mededeelt aan het
leger, dat voor het grootste deel uit de be
volking van het platteland wordt gerecru-
teerd. De vakpers van het commissariaat
van oorlog mocht talrijke klachten van sol
daten en van geheele legerafdeelingen over
de landbouwpolitiek der regeering afdruk
ken, die echter door redactioneele commen
taren werden verzwakt of rechtgezet. Woro
schilow zou door publicatie van klachten va»
het leger zich voor zijn strijd met den dic
tator een breederen grondslag in het leger
zelf willen verzekeren. Stellig Ls hij geen
overmatig groote geest, maar dat is ook
Stalin niet. die vele jaren iang onbeperkt
heerscher over Rusland is. Mogelijk mislukt
zijn poging, indien hij daartoe besluit; de
bolsjewisten zijn evenwel, wat hun aanleg
betreft, politieke hazardspelers en Woro
schilow schijnt in ieder geval in staat, het
risico van een staatsgreep op zich te nemen.
Zeker, hij Ls onontwikkeld, onbeschaafd, een
man zonder ruimen blik. Maar hij kan wel
licht in den strijd om de macht, die zich
thans in Rusland afspeelt zegevieren, zij
het ook slechts voor korten tijd..
Dr. A. CHARASCH.
(Nadruk verboden.)
de eenige die Juichte zijn vrouw. Het vader
land had geen reden voor vreugdekreten
want in stede van rijke baten mee te bren
gen kwam Van Noort terug met niets, behal
ve dan de schulden aan te betalen gage en de
bijdrage aan de armen van Utrecht, van
t 600. die hij voor zijn vertrek overmoedig
had toegezegd. Door in een uitvoerig vertoog
op zijn verdiensten voor het vaderland :n
cultureel opzicht te wijzen, verkreeg hij
weliswaar uitstel van betaling, doch h(j be
reikte er geenszins mee. dat men hem als
een groot man eerde. De „Mauritius" werd
verkocht om de schuldeischers van dc Com
pagnie te voldoen en Van Noort trok zich
in zijn herberg terug, waarna het materialis
tische vaderland er zelfs niet aan dacht oir.
hem te redden uit de financleele moeilijkhe
den. die hij als waard nu ook begon te on
dervinden. De ontvangst van Piet Hein, 26
jaar later, die veel minder gepresteerd had,
maar veel meer meebracht, was in overeen
komstige mate hartelijker.
Het deficit schijnt, hoewel Van Noort in
voldoende mate geplunderd heeft, te wijten
te zijn aan een zekere roekeloosheid en on
verschilligheid zijnerzijds, bovendien was
hij geen wetenschappelijk zeeman.
Kort na zijn terugkeer heeft de waard van
de „Dubbel witte Sleutels" de herberg van
de hand gedaan en dienst genomen in
's lands leger en op de vloot. Hij heeft aan
verscheidene zeeslagen nog deelgenomen,
doch als subaltern officier heeft hij niet dc
gelegenheid gehad om zich op bijzondere
wijze te onderscheiden. Het laatste deel van
zijn leven bracht hij door ln Maurits' leger
HU verliet het in 1626 on een Jaar later ls
hij overleden. HU werd begraven in dc kerk
te Schoonhoven, waar een eenvoudige zerk
het graf van den merkwaardigen avonturier
dekt.
OVER NAMEN IN BOEKEN.
Hebt u er wel eens over nagedacht, waar
romanschrijvers de namen vandaan halen,
die zij voor hun boeken noodig hebben? Na
men die dikwijls zoo goed gekozen zijn, dat
men nauwelijks durft gclooven, dat ze door
andere:: vervangen zouden kunnen worden?
Ieder schrijver heelt, zijn eigen methode
en er zijn waarschijn lijk maar zeer weinig
namen die louter op fantasie berusten. De
productieve schrijver Nat Gould heeft de ge
woonte zijn- karakters te noemen naar sta
tions en een vooraanstaand hedendaagsclt
schrijver verzamelde de namen voor een
nieuwen roman uit een landkaart.
Een ongelukkig, geval, waarin een auteur,
zonder het zelf te weten, aan een van zijn
karakters den naam van een bestaand per
son gaf, is dat van Master man, de peetoom
van den hoofdfiguur uit het klassieke jon
gensboek „Masterman Ready". De schrijver
kapitein Marryat beschrijft hem als iemand
die ter koopvaardij voer op de South Shields
en hij toekende er een niet erg geflatteerd
portret bij.
Na de publicatie van het boek ontving hij
een verontwaardigden brief van een familie
Masterman genaamd, die reeds gedurende
een eeuw op de South Shields verblijf hield
en daar eveneens de koopvaardij uitoefende.
In een geval van later datum koos de
schrijver van een detectiveverhaal voor
zijn „booswicht" een dokter, die in een be
paald gedeelte van Londen woonde. Nader
hand ontdekte hy tot zijn niet, geringe ont
zetting dat in datzelfde stadsdeel eer. dokter
leefde, die den zelfden zwam droeg!