H.D. VERTELLINGEN STRIJDENDE ZIELEN. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 18 DECEMBER 1530 (Nadruk verboden, auteursrecht voorbehouden). De Panter. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CU. per regel. M E UBËLEIM I ever»ne direct aan PARTICULIEREN Moderne LIKE\ EETKAMER compleet 7 7 7 7 7 f 170.- HUISKAMER AMEUBlEMENT. compleet93 - HUIS-, SALON-, SLAAPKAME .MEUBELEN. BEDDP.N. DEKENS enz alles met 3 jaar schrif telijke gar.int'e. Prima afwerking. Nederl. Meubelindustrie ,N£MIModelkamers voor HA ARLKM KONINGINNEWEG IQ 1 ELEFOON I286S INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per repel. mer miste, het eerst op het doel zou vuren, waarna hij dan onmiddellijk opnieuw zou laden, gedekt door Ter Vooren. die zich als- dan nog in den aanslag bevond en ook een zeer goed en koelbloedig schmter was. Zoo bereikte men spoedig het bamboebosch, waar de duisternis zoo afzichtelijk zwart werd, dat het voortdurend leek of -ven tegen Iets zou oploopen. Het was één dikke, Inkt zwarte massa, die zich voor de jagers bevond en alleen aan het bijna onhoorbaar geschui fel van de bamboebladeren constateerde men. dat het kritieke punt was bereikt, ter wijl het voortdurend in beweging zijnde, gril lige schijnsel van de flambouwen, die overi gens geen lichtveld van beteekenis produ ceerden, doch alleen spookachtige gedaante- vormen telkens en voor een ondeelbaar oogenblik deden opleven, het terrein der toe komstige operatiën een nog angstwekkender aanblik schonk. Maar de groene „kop"-lichten van den panter lieten op zich wachten. Minuten van groote spanning gingen voorbij; een kwartier en eindelijk twintig minuten stond men op zijn post aan den grond genageld in de du sternis te turen, ln welke de fakkels, op gelijke afstanden, met hun spookachtlgen gloed, die de dragers en de naaste omgeving belichtten, kleine poorten van licht in het stikkeduister maakten. Juist wilde Ter Vooren voorstellen om maar weer terug te gaan, toen op hetzelfde oogenblik, maar bliksemsnel, op eenigen af stand van een der verst verwijderde flam bouw-dragers en Juist aan de zwakke llcht- grens van diens fakkel, de gestreepte huid van een panter zichtbaar werd. die zich door een snelle beweging in de dus ternis onzicht baar trachtte te ruaken. Doch reeds door Van der Beke waargenomen, knalde terzelf- dertijd het reeds voor het ondier voorbe reidde schot in den nacht. Direct daarop ver dween de pan tersgedaante en werd het dood stil Het bleef enkele tellen stil en nu maakte men zich op om de plek te gaan zoeken, waar men redelijkerwijs vermoedde, dat het dier lag te sterven cf reeds dood was. Met de fakkels voorop trok men nu voorzichtig het bamboebosch in. Die eerste oogenblikken in dat duistere boschje, waar de stammen van de bamboe stoelen bij het binnen vallen van het wal mende licht, schenen te wijken, waren ver bijsterend door de intense spanning, die naar voren kwam. Zoo ver het licht reikte en dat was niet ver bespeurde men iets, doch plotseling drong van op geringen afstand een licht gesteun tot allen door, dat was als van een mensch, die pijn heeft. Met Inacht neming van de uiterste voorzorgen toog men er nu heen, toen op een gegeven oogenblik de voorste fakkeldrager, van schrik versteend, bleef staan en den fakkel bijna latende val len, uitriep: „Oeah, 'n mensch!" Het volgende oogenblik reeds stond men er om heen geschaard en wat men nu aan schouwde. deed allen ontroeren. Op den grondj in-een geschrompeld en stervend, lag een inlander, in wien men onmiddellijk den verkindschten Pa Oemah herkende. Door den. voor de avondkoude om het lichaam ge slagen, gestreepte sarong misleid, had Van der Beke hem, juist toen hij aan de zwakke lichtgrens van den obor gekomen was, voor den panter aangezien en zijn nimmer falende schot had hem op hetzelfde oogenblik neer gelegd. Toen men hem vond blies hij juist den Laatsten adem uit. Toen wij tn de desa met het slachtoffer waren teruggekeerd werd het dorpshoofd van het gebeurde in kennis gesteld. De loerah kende Pa Oemah natuurlijk en hij wist van dezen te vertellen, dat hij, daags voor de maan zou opkomen, altijd de een of andere dwaze streek uithaalde, wat tot dusver nog steeds zonder onaangename gevolgen voor hem gebleven was. Thans was hy het nood lot echter in de armen gesneld en had dit met zUn leven moeten boeten. Van een wer kelijker. par.ter werd den volgenden dag geen spoor gevonden. PERSONALIA. De nagenoemde gediplomeerden van de M. T. s. te Haarlem zijn benoemd in de volgende betrekkingen: Afd. Bouwkunde: de heer Th. op der Heyde als beton teekenaar-constructeur bij Publieke Werken te Amsterdam; Afd. Weg- en Waterbouwkunde: de heer J. M. Vorstman als technicus by Publieke Wer ken. afd Bruggen. Amsterdam. Afd. Werktuigbouwkunde: de heeren J. C. Hoogland als tcchnicus-analLst by de Ge meente-gasfabriek te Alkmaar en H. M. C. Rings aLs technicus by de N.V. Dikkers Co. te Hengelo (O.). PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. Langzame behandeling van een Ifinge agenda. WERKVERSCHAFFING DOOR DE PROVINCIE. In de middagzitting van Woensdag is aan de orde het voorstel van Gedeputeerde Staten tot het verleenen van geldelljken steun aan onderhoudsplichtigen In de jaariyksche kos ten van wegen, die, hoewel nïet op de pro vinciale wegenplannen voorkomende toch voor het verkeer van belang zün en Gedepu teerde Staten uit te noodieen. voorstellen dienaangaande bij Provinciale Staten in te dienen. De heer Van Lennep (C.H.) hulde brengend aan Ged. Staten voor de indiening van de voordracht, zegt, dat het voorstel vooral van belang Is voor Haarlemmermeer. Spr. hoopt, dat binnenkort een opgave zal gedaan worden van de totale kosten. De heer R e 1 n a 1 d a (S.D.) vraagt, wat Ged. Staten onder wegen voor doorgaand verkeer verstaan. ZUn dat wegen, die bulten de bebouwde kom vallen, Het doet spr. ge noegen, dat 10% der belasting ten goede komt aan de tertiaire wegen. Te groote mild dadigheid echter zou de belanghebbenden hun onderhoudsplicht uit het oog doen ver liezen. Spr. vestigt de aandacht op de ver- waarloozing van grint- en kunstwegen. Spr. zou het toejuichen, indien de provincie deze wegen in eigen beheer nam. De water schappen zUn onder de huidige omstandig heden echter het meest aangewezen voor het onderhoud. Ook pleit spr. voor klinker wegen. De heer Koster (V.D.) meent, dat ook de wegen door de dorpen en de omliggende wegen in het plan moeten worden onder gebracht. De heer Koolman (Ged. Staten) zegt spoed toe by de uitvoering van het plan. De sprekers hebben geheel naar den geest van de plannen van Ged. Staten gesoroken. n.l. die van centralisatie. De heer Koolman kan de verzekering geven, dat de regeling niet zal ontaarden in het toekennen van een pre mie op slecht beheer. Het voorstel wo'-dt aangenomen zonder hoofdeiyke stemming. Aangenomen wordt %'ervolgens het voorstel tot vaststelling van het bedrag, dat uit de opbrengst van de wegenbelasting over het jaar 1929 in het Provinciaal Wegenfonds zal worden gestort. Eveneens wordt aangenomen, na eenige opmerkingen van de heeren Koster (V.D en Van Nuland (R.K.) het voorstel tot overneming van de Nederlandsche Spoor wegen van de voormalige trambaan Schagen Wognum. voor een bedrag van f 54.500, ten einde deze te bestemmen tot weg. Werkverschaffing te Castricum. Aan de orde is vervolgens het voorste! tot het doen uitvoeren van werken op het land goed fce Castricum ter bestrijding der werk loosheid. De heer Pothuis (VD.) meent dat In artikel 2 van de Statuten der Vennootschap voor Werkloosheidsbestrydlng een geheel overbodige clausule staat, nameiyk die. welke het terrein der werkzaamheden van de W.V. beperkt tot de provincie of de omgeving van de provincie. Er Is een ontzaggelyke werkloosheid ln de provincie, doch den laatsten tiid is deze niet zoo sterk toegenomen. Wat de Provincie doet, noemt spr. „een beetje peuteren", hoe nuttig dit werk ook is. Men moet niet denken, dat hiermede de werkloosheid nu zoozeer zal wor den tegengegaan. Spr. heeft gelezen, dat bU Ilpendam, Amsterdammers, Haarlemmers en Zaankant-ers zullen werken. Doch waarop zal dit nu neer komen? Spr. hoopt, dat met de verhoudingen van de werkloosheid ln ver schillende plaatsen zal worden rekening ge houden. De heer Pothuis vraagt verder, om rekening te houden met de buitengewone schoonheid van het provinciaal landgoed. Spr. gelooft, dat de in het stuk genoemde loonen niet vooruit zUn vast te stellen, om dat ln deze gebleken ls, dat de vakcentralen een woordje wenschen mee te spreken. Voorts, vraag spreker zich af. zal de ziekte wet hier van toepassing zUn? Volgens minis terieel besluit inderdaad. In het voorstel van Ged. Staten leest spr. er echter niets van. Mevrouw Van Zelmv. d. Berg (comm.) pleit voor hooge loonen. zy zou 70 cent of "5 cent per uur betaald willen zien. De heer Van Lennep (C.H.) gelooft, dat de invoering van het voorstel het natuur schoon niet ten goede zal komen. Spr. zou wenschen dat er in plaats van cultuur-gron den waterpartyen zouden komen. De heer Van Lennep zou daarom gaarne zien, dat het tweede gedeelte van de voordracht werd te ruggenomen. De heer Kupers (S.D zou graag zien, dat andere werkverschaffingsobjecten zou den worden geëxploiteerd, zooals de aanleg van kanalen en wegen. Verder vestigt hij de door KUBDAN Toen ik op de onderneming, diep in het gebergte van de Preanger, aankwam, werd ik door een hondenkolonie aangeblaft. Dsn inland^che bediende kwam mij uit een der bygebouwen tegemoet, en, de honden uiteen- Jagend vroeg hij my wat ik wenschte. Op mijn vraag of de Djoeragan (meneer) thuis was, antwoordde hij mij, dat dit het. geval was, waarop ik hem mijn naamkaartje over handigde onder de bijvoeging, dat lk Djoe ragan gaarne wilde spreken. Eenige oogen blikken later was de bediende reeds terug en verzocht mij binnen te komen .waarop ik het onvriendelijke .landhuis" betrad, dat als een witte kubus met een verweerd rood pannen dak ln de eenzaamheid van de uitgestrekte tuinen, die het omgaven, verloren ging. Het stond er hulpbehoevend en zielig als een achtergesteld kind, in de peillooze rust van het verlaten berglandschap, onder een diep- blauwen hemel ln de blakende zon, trooste loos eenzaam en schijnbaar zonder roeping. Hy h&d een roeping te vervullen, deze kubus, met zUn plelstcrwittc, barre muren, waar tegen de zonnehitte afketste als de pyien op een stalen harnas; en straks zou mij die ont sluierd worden, als lk, er binnen getreden, mijn vriend zou ontmoeten, dien ik eenige jaren geleden voor het laatst ln Holland ge sproken had. Op een thee-onderneming in de Preanger, waar hU door protectie emplooi had gevon den als Jongste assistent, had l?y destyds zijn bestemming gevolgd, zijn vrienden achter latend met den troost, dat wie van hen ooit in Indië mocht komen, by hèm moest komen logeeren. En nu, na een vermo-Henden tocht van uren, stond ik er, drie jaar later, als eerste, die zUn woord verpand had, te wachten, om ringd van een zwerm blaffende honden, die mij alles behalve goed gezind schenen. Binnen getreden greep een ontzaglijke ont goocheling my aan. Vier nagenoeg ledige ver trekken, met witte pleisterwanden, zonder eenie versiering, armelijk gemeubeld en een paar verwaarloosde „Hollandtche" lancas ter-rolgordijnen, die eens, maar vermoedelijk heel lang geleden, wit waren geweest, voor de ramen, vormden het intérieur van^iet- „land- huis", welks aanzien overigens in flagranten strijd was met de schoonheid van het Indische landschap hier ln het gebergte. Doch daar op werd mUn aandacht afgeleid, want on- mkldelijk klonk een bemoedigend: ..Hallo, old chap", en strekten zich twee harteiyke, groote, verweerde planter?handen naar mU uit. MUn vriend, nu met een zongebranden, dikken kop en lachende oogen. vertelde ml] dat hU koorts had. die niet wUken wilde, en weer sloeg lk een blik op zijn gezonden, dik-, ken kop, die, naar mijn overtuiging, toch zéker koortsvrij moest zUn. Maar hy voelde zich „slap en beroerd", naar hij volhield en „die kleur was maar uiterlijk". IruierlUk was hy lijdende, naar hy zelde. „Ik ga hier kapot en dit pesthol wordt mijn doodkist", vulde hU, weinig bemoedigend, aan. ln de parle mentaire omgangstaal van de Indische estate. Het was mi.i duidelijk geworden, dat hij aan dezelfde kwaal leed van zoovelen, die Ïlotseling uit het geroezemoes van een groote tad In de eenzaamheid waren „overgeplant". Een paar kilometer verder, op de helling van een belendenden berg, rendeerde een andere collega, die assistent op eon naburige estate was. Zij waren goed bevriend met el kaar en zoo nu en dan zakte de ander wei eens af en zoo had ook ik hem leeren ken- men. HU was een echte „wildernis"-man ge worden, met alle allures en dezelfde onver schrokkenheid van dien. Te paard kwam hij doorgaans naar beneden, om, des avonds laat, weer op dezelfde wijze terug te keereru In het stlkkedulster want nergens ln den wijden omtrek is een spoor van eenig licht met een groot kaliber jachtgeweer gewapend en een sterke reflectorlamp voor de borst van het paard, reed hU dan onbekommerd weer berg-opwaarts, nageoogd door zijn vrienden, die van hem, als spoedig opgeslokt door de inktzwarte duisternis, niets anders meer zagen dan de sinistere, heen en weder zwal kende lichtvlek op den weg, door de reflec torlamp uitgeworpen. Het. bezoek van dien collega had een groote bekoring voor ons. Het brak de eenzaamheid FEUILLETON. ROMAN VAN HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden). 13) Ja. het is een groot stuk, Weisl! dat gaat het heolo seizoen én als Har twig ter dood wordt veroordeeld, zullen wij de tan tièmes aan de vereenlglng tot redding van ontslagen gevangenen vermaken. Dat maakt een gooden indruk 1 Den volgenden morgen om negen uur ver scheen de rechtskundige adviseur van het Kletst-theater ln het huls van bewaring en liet Hartwig voorbrengen, wiens oogen begon nen te schitteren, toen hy hoorde, dat zyn stuk zou worden opgevoerd. HU gaf terstond zijn toestemming en stelde slechts als voor waarde, dat de première zou plaats hebben op denzelfden dag, dat zUn proces voor het hof van gezworenen zou beginnen. Ook behield hU zich een advLseerende stem voor by de roiverdeeling. Na een kort telefoongesprek werd dat alles ln orde gebracht; 's middags ontvingen de dagbladen de eerste berichten met betrekking tot. de komende scnsatloneele theatcrgcbeur.enis, ln den namiddag werden de rollen uitgeschreven: den volgenden dag was de eerste leesproef on spoedig wachtte geheel Berlijn ln koortsachtige spanning op het. proces m Moabit en de première van „Drie mensehen" in het Klelsttheater. Het groote raadsel. De voor de rechtbank ais verdediger van JUrtwig aangewezen advocaat Fritz Nagel in de ongezellige assistenten woning, waar het in gewone omstandigheden om half tien 's avonds reeds nacht was. Deze collega, van der Beke, was een gezel lige kerel, vol levenslust en met een onver- woesteiyk goed humeur. Het was cp een avond ln den Oost-moesson, toen Van der Beke, onvoorbereid by ons kwam binnenvallen. Wij, Ter Vooren en lk, zaten juist achter 'n paltje verscholen, toen wy, opmerkzaam gemaakt door het gehinnik van zijn paard, ons discours in den steek lie ten en naar buiten loopende Van der Beke in zijn estate-khaktpak, in volle „wapenrusting", puttees om de beenen, zagen naderen. Eenige oogenblikken later had de toekang Koeda (staljongen) het paard reeds overge nomen om dit naar den stal te leiden en te verzorgen en zaten wij om de tafel ln de binnenkamer, den „vierkanten pot", zooals de ouwe klare in Indië wordt genoemd en met de kaarten reeds voor ons. In dit plan ters-milieu waren de mogelijkheden daartoe vry geborneerd, want het eenige spel, dat allen kenden, was vingt-et-un. Er werd zeer hoog gespeeld. Aan ons hoeveelste partytje wy „toe" waren en hoeveel malen ik reeds een ver mogend man was geweest, kan ik zelfs bij benadering niet bepalen, toen plotseling de huisjongen, de kokkie en de staljongen, met den doodschrik op hun gezichten, het huis kwamen binnen gevlucht, onder den uitroep, dat er een panter in de desa was. Op het zelfde oogenblik was Van der Beke opge sprongen en had reeds zijn geweer gegrepen. Ook Ter Vooren was gewapend naar buiten gemeld en een oogenblik later stonden wy allen, nog niet vast besloten, in het duister te luisteren naar het onheilspellende alarm signaal, dat op den ton-tong werd geslagen, maar dat spoedig wegrtlerf, vermoedelijk uit- vrees voor den panter, dlc ergens in de na- byheid van de desa, wellicht reeds er ln, rondsloop. Na eenig overleg werd besloten er op uit te gaan. om te trachten het gevaarlijke dier, dat natuurlijk door honger gedreven tusschen de men-chon was verschenen, op te sporen en onschadelijk te maken. De desa lag een flink kwartier loonen verwyderd, ongeveer aan het einde van den postweg, die even daar voorbij ln een smal pad overging, dat. zich dan ver der in grillige bochten voortslingert naar de Zuidkust. Inmiddels bleek bU aankomst, dat de geheele bevolking van de desa zich in haar woningen had verschanst. Het was er stikdonker, geen lichtstraaltje drong uit de sterk gebarricadeerde woningen met de bilik vlechtwanden naar buiten. WIJ gingen dus allereerst naar het dorps hoofd. den loerah, dien wy na veel moeite en rondtasten eindelijk bere'Jjrten. Want na dat wy hem oovekloüt hadden en de deur behoedzaam werd geopend. r»'et meer dan hoognoodig om ons een voor een binnen te laten, bleek het aanstonds, dat daar reeds een heel gezelschap mannen bijeen was. die bestoten hadden er met een paar fakkels zii hadden er drie tot hun beschikking oo uit te til ven, terwijl de andeven zich met scherpe lansen gewapend hadden. De moeilijkheid was echter, dat niemand precies wist waar het dier eigenlijk gesigna leerd was. Pa Oemah, 'n oude inlander, die niet voor heel wijs doorging, had het dier gezien en beweerde, dat het bulten de de~a in een bamboebosch lag, toen hy er langs kwam. en nadat hij dit wedervaren had ver teld, was hij zelf direct den ton-tong gaan slaan, maar sedert had niemand hem meer terug gezien, wat hier en daar al de mee ning had doen postvatten, dat hy wellicht als slachtoffer was medegevoerd. Aan den anderen kant was 't ook nog best mogelijk, dat het heele verhaal uit zijn duim was ge zogen. want Pa Oemah stond er voor bekend, dat hy rare dingen kon doen. Eén ding was zeker: Pa Oemah was nergens te vinden. Op deze min of meer vage aanwUzlngen werden niettemin de eerste schreden naar het bamboebosch gericht. De fakkeldragers, die verspreid liepen, zwaaiden met hun obors voortdurend heen en weer. Kennende de ge woonte van den panter om, bij onraad, alvo rens voorzichtig te retireeren, eerst eenige oogenblikken te blJjven staan, had men afge sproken, dat Van der Beke, wie»js schot nim s.ock vatte 2ljn taak zeer ernstig op. Hy was jong, eerst twee jaar bU de balie, hij had met materieel© moeilijkheden te kampen, maar geloofde in zyn eigen capaciteiten en had dan ook reeds lang gewacht op een strafzaak, welke hem beroemd zou kunnen maken. Deze zaak was er nu. een grooter sensatleproces had zelfs de beste en bekendste verdediger niet. durven droomen. Nochtans bracht de eigenzinnige houding van Hartwig den Jongen advocaat by na tot wanhoep. Mensch. sprak hy telkens weer. speel toch niet met uw hoofd! U 'nebt. er maar één en men moet er waarachtig toch niet zoo licht zinnig mee om gaan. Dat u tegenover den rechter-commissaris geen woord wenschte los te laten, nou Ja, dat is nog zoo onverstandig niet, maar als u wilt, dat ik behoorlijk ver dedig, is het toch wel ln de eerste plaats zaak, clat u my alles eerlijk biecht. Geheel Ber- ïyn, wat zeg ik, geheel Europa interesseert zich voor u, de bladen geven dagelijks kolom- menlange artikelen, uit en over uw roman en het tooneelstuk. Profiteer daarvan, open mU de mogelijkheid de gezworenen van uw ab normale geestesgesteldheid te overtuigen en we hebben het spel gewonnen, Trouwens, me neer Hartwig, er is by u ook inderdaad van een hevige zenuwaandoening sprake, een psychische en physlsche scheuring. Men ver moordt toch niet om een armoedige dertig- of veertigduizend mark vUf vrouwen, zooafs men kippen slacht. Zegt u mij. wat er iri u is omgegaan verklaart u my den mystlschen drang waar u onder lUat. beschrijft u de wiis- verlamaüng. die zich van u heeft meester gemaakt en laat u al het andere aan mU over. Ben ik eenmaal achter uw geheim ge komen, dan zal ik er ook gebruik van weten te maken! Wils ver lamming, suggestie door een mystieke mach:, verstoring van hel bewust zijn, onweerstaanbare drang dat zyn mooie dingen, meneer Hartwig. Men zal u niet vercordeelen, maar naar Dalidorf bren gen en u dan na een jaar als volkomen her steld ontslaan. Nu in Dalidorf kunt u met het vermogen, dat uw boek vertegenwoordigt en uw drama nog zal opleveren, als een prins leven en twee nieuwe stukken schrijven. Maar spreken moet u, meneer Hartwig, mij moet u alles zeegen! Hartwig luisterde ka.lin naar aUn verdedi ger en antwoordde dan: Het spyt me. waarde heer Nagelstock, maar ik zal u in 't geheel niets zeggen. In de eerste plaats verlang lk dat de officier mU mUn schuld bewUst. Heeft hy dit gedaan, dan zal ik misschien spreken. En daarbij bleef het en Nagelstock moest ln zyn hart toegeven, dat deze tactiek waarlijk nog zoo dom niet was. Want ten slotte bevond het O.M. aan de rechtbank Beriyn I, waar genomen door Hellmert Röhrich, zich in nog grootere verlegenheid dan de teleurgestelde mr. Nagelstock. Want waarvan moest deze beklaagde eigen lijk worden beschuldigd? Het leed geen twy- fel of Hartwig had de dames Muller, Möller, Jensen, Pfeiffer en Cohen vermoord en be roofd. Maar waar waren de „corpora delicti" waar de lijken of ten minste overblijfselen er van? Geen enkel voorwerp uit de nalaten schap der vermoorde vrouwen was terugge vonden! Tevergeefs had men steeds weer op nieuw de geheele omgeving van Berlijn over oen afs:and van honderd kilometer afgezocht. Niets had men gevonden. Ook de verschil lende huiszoekingen ln de kamer van Hart wig en de woning van de weduwe Armbruster hadden geen enkel resultaat opgeleverd. Geen kieedingstuk, geen sieraad, niets was gevon den. wat aan één van de vermoorden had toe behoord kunnen hebben. En daar kwam nog by, dat die Krause, sinas hy weer Joachim von Dengern was, de autoriteiten totaal in den steek liet. Wel zag men den nieuwen com missaris der recherche. Dr. van Deneern slechts zelden op zUn bureau, wyi hy, naar hy voorgaf, een onderzoek instelde ln de zaak- Hartwig. maar in werkelijkheid genoot men van hem niet meer den minsten Steun. Het geval Hartwig scheen voor hem te hebben afgedaan, hy hulde zich in een merkwaar dig stilzwegen en zoo vaak hy toy den officier werd ontboden om met dezen de aangelegen heid te bespreken, verklaarde hy steeds weer schouderophalend: Ik heb m"n plicht gedaan, doet u nu den uwen en dient u getroost de aanklacht in. Tot op een dag in October de officier in derdaad besloot, daartoe over te gaan. Het werd een zuiver op indicia gebaseerde aan klacht, zooaLs die, uit een oogpunt van merk waardigheid, bedenkelijkheid en ten slotte toch ook weer van motiveering, nog nooit in de annalen der Duitsche Jurisprudentie was voorgekomen. Nagelstock wreef zich vergenoegd de han den. Hy wist heel goed, dat hy reeds by voorbaat bezwaren tegen de redactie van de dagvaarding zou kunnen inbrengen, dat hel tenslotte in het geheel niet onmogelijk zou zyn, het proces, zoo al niet geheel te verhin deren, dan toch maandenlang te kunnen uit stellen. Maar daarom was het hem niet te doen: hy had het proces xtoodlg en verlangde dus niet anders dan het te laten doorgaan en hoe vermeteler de dagvaarding, des te grooter was de kans op succes voor de gezworenen. Nagelstock kende den roman van Hartwig reeds by na uit het hoofd; hU bezocht nu ook alle repetities van het stuk .Drie men- schen". hy bestudeerde Mantegazza en Lom- broso en Krafft-Ebing. bU correspondeerde met Freud iö Weepen, consulteerde de be aandacht op de bevordering van Neder, landsch fabrikaat, en hU zal dat blijven doei». Spr. meent, dat Ged. Staten niet een press.» inzake het uurloon moet uitoefenen op 6» gemeenteraden geiyk het Ryk doet. De heer Kupers vraagt verder om niet de voorwaarde te stellen, dat de uitkeering over de instel lingen van maatschappeiyken steun in de ge- meenten moeten loopen. Wat het landschapsschoon betreft, wil spr, het antwoord van Ged. Staten afwachten. De heer Visser (S.D.) heeft ln de voor dracht slechts gelezen over arbeiders uit Am sterdam, Haarlem en Zaandam. Hij vraagt of, indien de objecten voor werkverschaffing toenemen op dezelfde voorwaarden en met hetzelfde gemak andere gemeenten er hun werkloozen by kunnen plaatsen. De heer Bruch (Ged. Staten) beant- woordt de sprekers. De 42 cent, die genoemd zUn als uurloon, zUn bedoeld als basis. Om het nuttig effect te berekenen toch heeft men noodig den factor „loon". De zaak van het landschapsschoon ls er een, die zoolang de aandacht van de Staten zal vragen, dat de heer Bruch, daarover liever niet In de zitting van heden wil spreken. De vergadering wordt te kwart voor vijf verdaagd. WEIHNACHTSORATORIUM. DOOR HAARLEM'S GEMENGD KOOR. Zooals reeds gemeld werd, zal H. G. K., air. Jan Bocda, op 2en Kerstmiddag weder- om het Weihnachtsoratorium uitvoeren. Even als vorige jaren zuilen ook ditmaal aj solisten optredenTheodora Versteeg, alt, Jac. van Kempen, tenor en J. Caro. bas. De begeleiding zal geschieden door de H.O.V. Piet Halsema, orgel en Bets Nederkoorn, ClavecymbeL Bovendien zullen echter dit jaar de jongens van het kinderkoor „Inter Nos" hun mede- werking aan de koralen verleenen wat zeer zeker de uitvoering, die elk jaar op hooger peil komt, belangryker zal maken. KINDERKOOR „INTER NOS". Op het concert te geven, door bovenge noemd kinderkoor op Maandag 22 December in de GemeenteHJke Concertzaal, waar onder meer zullen worden uitgevoerd de cantate „In 't Woud" van P. van Anrooy en de .Kerstcantate" van Cath. van Rennes, zal Mej. Jo Meeuwse, Haarlem, viool, haar mede werking verleenen. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Terug te bekomen by: Kion Voorzorgstr, 6b, abonnement; Aalbrecht. Plein 33. auto- naafdop; Cornet, Lootsstraat 28, kerkboekje; Politiebureau, Smeüestraat, ceintuur, hals kettinkje; IJselmuiden. Frankestraat 13, schoolétui; Kroese, Tulnlaantje 18 rood, ge wicht; Treffens, Harmenjansstraat 71, Idem; Roozeboom de Vries, Geweerstraat 40, hand schoen; Koedyk. Nachtegaalstraat 66 (na 7 uur n.m.) idem; Slatz, Meidoornplein 7, idem; Wakker, Tulpenstraat 32rood, idem; Martin, Delftstraat 26. idem; Oudolf, Oranjeboom straat 76, idem; Klyn, Pladellastraat 26, idem; Sllvis. Gen Joubertstraat 27rood, idem: Kennel Fauna, Parklaan 119, hond, kat, kat, kat;Suurland, Gen. Cronjéstraat 1, bloc kaartjes, plaatsbewijzen; Hoefs, Kruis weg 28, kruisje; Francot, Aelbertsbergstraat 61 partemonnaie: Smelter, Sophiastraat 2C, portemonnaie met inhoud; Vogel, Zylweg 274, idem; Sombroek, Van Oosten de Braynstr. 203, pet; Braber, Wouwermanstraat 68, lap zijde. Bos, Visscherstraat 10, bankbiljet; On der-heide, Voorhelmstraat 67, beurs met in houd; Eiferink, Zeeweg 379, Driehuis, broche Hollanders, Hofdykstraat 3, handschoen; Zeeuwe, Minahassastraat 35 idem; Kennel Haerlem, foxterrier. gebracht door Bewo ners Zandvoortschelaan 6„ grauwe hond, ge bracht door bewoners Nylstraat 6; Kennel Fauna, dwergpincher en zwart witte kat; Kennel Haerlem, wit-grUze kat gebracht door Doorn. Oranjestraat 90 rood; grijze kat, ge bracht door: bewoners Merwedestraat 100; Ooms, Burg. Sandbergstraat 20, mes; Poli tiepost, voorm. Spaamdam, portemonnaie, met inhoud: Bureau van Politie, Smedestraai idem, De Mol. B leem f on t ij nstraat 5, idem; v. Waveren, Teylerhofjesstraat 3 rood, para- pluie; Steen, Kolkstraat 22 rood, pet; Schaapman, Patriarchstraat 7, sleutel; Zweers, Bleekerstraat 3 rood, sleutels: Fran ken Zuidpolderstraat 131, trekveer; Braber, Baerts. Julianalaan 317c sleutels en kinder handschoentje. EEN FILM VAN HET R.K. WERKLIEDEN VERBOND. Naar „Het Centrum" meldt, heeft het R.K. Werkliedenbond in beginsel besloten den jongen Nederlandschen cineast Jan Hin op dracht te geven voor een film, gewyd aan de katholieke arbeidersbeweging. Jan Hin. een leerling en medewerker van Joris Ivens, is o.a. de maker van de film „Herwonnen Levenskracht". kendste psycho-anaiytici der wereld, bewoog geleerden uit Parijs, Londen en Rome er toe, zich als deskundige aan te bieden, kortom hy bereidde een proces voor, zooals de wereld nog nooit zou hebben gekend. Interesseerde Von Dengern zich echter, sinds hy zyn nieuw ambt bekleedde, inderdaad niet meer voor de zaak-Hartwig? Liet hU het rechterlijk college met. opzet ln den steek? Geenszins. Zonder er iemand iets van mede- te deelen, vorschte hy verder, deed hij al bet mogelijke, om de gruwelijke misdaad van den romanschryver op te helderen. Weliswaar gin? hy niet te werk als de detective-belden in de boeken; hy' onderzocht niet de schoenzolen van Hartwig om uit de aankleefselen van deze af te leiden, waar de moordenaar zich bulten Beriyn zou hebben opgehouden; hy geloofde niet aan wonderen en geheime sporen, ver beeldde zich niet, op zijn eigen houtje din gen te kunnen ontdekken. d!e honderden braven, scherpzinnlgen en in dienst vergrijs den politiedienaren zouden zijn ontgaan. Maar des te intensiever speurde hy naar het verleden van Hartwig; hij reide naar Keulen om de jeugd van den man na te gaan. nam steeds weer de vijf brieven der vijf verdwe nen meisjes ter hand; kon urenlang haar achtergelaten bezit.lngen beschouwen en monsteren. In Keulen vond Von Dengern zonder al te groote moeilijkheden jeugdkennissen van Hartwig. die daar met hem het gymnasium hadden bezocht. En na tallooze besprekingen met eerzame kooplieden, een apotheker, een advocaat, een dokter en een bon-vivant, die zich als verzekeringsagent door het leven sloeg, ontwikkelde de comml.-varfe het vol gende beeld van Hartwig als jongen: (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6