H.D. VERTELLINGEN
STRIJDENDE ZIELEN.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 18 DECEMBER 1530
(Nadruk verboden, auteursrecht voorbehouden).
De Panter.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CU. per regel.
M E UBËLEIM
I ever»ne direct aan PARTICULIEREN
Moderne LIKE\ EETKAMER compleet 7 7 7 7 7 f 170.-
HUISKAMER AMEUBlEMENT. compleet93 -
HUIS-, SALON-, SLAAPKAME .MEUBELEN. BEDDP.N. DEKENS enz alles met 3 jaar schrif
telijke gar.int'e. Prima afwerking. Nederl. Meubelindustrie ,N£MIModelkamers voor HA ARLKM
KONINGINNEWEG IQ 1 ELEFOON I286S
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per repel.
mer miste, het eerst op het doel zou vuren,
waarna hij dan onmiddellijk opnieuw zou
laden, gedekt door Ter Vooren. die zich als-
dan nog in den aanslag bevond en ook een
zeer goed en koelbloedig schmter was.
Zoo bereikte men spoedig het bamboebosch,
waar de duisternis zoo afzichtelijk zwart
werd, dat het voortdurend leek of -ven tegen
Iets zou oploopen. Het was één dikke, Inkt
zwarte massa, die zich voor de jagers bevond
en alleen aan het bijna onhoorbaar geschui
fel van de bamboebladeren constateerde
men. dat het kritieke punt was bereikt, ter
wijl het voortdurend in beweging zijnde, gril
lige schijnsel van de flambouwen, die overi
gens geen lichtveld van beteekenis produ
ceerden, doch alleen spookachtige gedaante-
vormen telkens en voor een ondeelbaar
oogenblik deden opleven, het terrein der toe
komstige operatiën een nog angstwekkender
aanblik schonk.
Maar de groene „kop"-lichten van den
panter lieten op zich wachten. Minuten van
groote spanning gingen voorbij; een kwartier
en eindelijk twintig minuten stond men op
zijn post aan den grond genageld in de
du sternis te turen, ln welke de fakkels, op
gelijke afstanden, met hun spookachtlgen
gloed, die de dragers en de naaste omgeving
belichtten, kleine poorten van licht in het
stikkeduister maakten.
Juist wilde Ter Vooren voorstellen om
maar weer terug te gaan, toen op hetzelfde
oogenblik, maar bliksemsnel, op eenigen af
stand van een der verst verwijderde flam
bouw-dragers en Juist aan de zwakke llcht-
grens van diens fakkel, de gestreepte huid
van een panter zichtbaar werd. die zich door
een snelle beweging in de dus ternis onzicht
baar trachtte te ruaken. Doch reeds door
Van der Beke waargenomen, knalde terzelf-
dertijd het reeds voor het ondier voorbe
reidde schot in den nacht. Direct daarop ver
dween de pan tersgedaante en werd het dood
stil Het bleef enkele tellen stil en nu maakte
men zich op om de plek te gaan zoeken,
waar men redelijkerwijs vermoedde, dat het
dier lag te sterven cf reeds dood was. Met
de fakkels voorop trok men nu voorzichtig
het bamboebosch in.
Die eerste oogenblikken in dat duistere
boschje, waar de stammen van de bamboe
stoelen bij het binnen vallen van het wal
mende licht, schenen te wijken, waren ver
bijsterend door de intense spanning, die naar
voren kwam. Zoo ver het licht reikte en
dat was niet ver bespeurde men iets, doch
plotseling drong van op geringen afstand
een licht gesteun tot allen door, dat was als
van een mensch, die pijn heeft. Met Inacht
neming van de uiterste voorzorgen toog men
er nu heen, toen op een gegeven oogenblik de
voorste fakkeldrager, van schrik versteend,
bleef staan en den fakkel bijna latende val
len, uitriep: „Oeah, 'n mensch!"
Het volgende oogenblik reeds stond men er
om heen geschaard en wat men nu aan
schouwde. deed allen ontroeren. Op den
grondj in-een geschrompeld en stervend, lag
een inlander, in wien men onmiddellijk den
verkindschten Pa Oemah herkende. Door
den. voor de avondkoude om het lichaam ge
slagen, gestreepte sarong misleid, had Van
der Beke hem, juist toen hij aan de zwakke
lichtgrens van den obor gekomen was, voor
den panter aangezien en zijn nimmer falende
schot had hem op hetzelfde oogenblik neer
gelegd. Toen men hem vond blies hij juist
den Laatsten adem uit.
Toen wij tn de desa met het slachtoffer
waren teruggekeerd werd het dorpshoofd van
het gebeurde in kennis gesteld. De loerah
kende Pa Oemah natuurlijk en hij wist van
dezen te vertellen, dat hij, daags voor de
maan zou opkomen, altijd de een of andere
dwaze streek uithaalde, wat tot dusver nog
steeds zonder onaangename gevolgen voor
hem gebleven was. Thans was hy het nood
lot echter in de armen gesneld en had dit
met zUn leven moeten boeten. Van een wer
kelijker. par.ter werd den volgenden dag
geen spoor gevonden.
PERSONALIA.
De nagenoemde gediplomeerden van de
M. T. s. te Haarlem zijn benoemd in de
volgende betrekkingen:
Afd. Bouwkunde: de heer Th. op der Heyde
als beton teekenaar-constructeur bij Publieke
Werken te Amsterdam;
Afd. Weg- en Waterbouwkunde: de heer J.
M. Vorstman als technicus by Publieke Wer
ken. afd Bruggen. Amsterdam.
Afd. Werktuigbouwkunde: de heeren J. C.
Hoogland als tcchnicus-analLst by de Ge
meente-gasfabriek te Alkmaar en H. M. C.
Rings aLs technicus by de N.V. Dikkers
Co. te Hengelo (O.).
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
Langzame behandeling van een
Ifinge agenda.
WERKVERSCHAFFING DOOR DE
PROVINCIE.
In de middagzitting van Woensdag is aan
de orde het voorstel van Gedeputeerde Staten
tot het verleenen van geldelljken steun aan
onderhoudsplichtigen In de jaariyksche kos
ten van wegen, die, hoewel nïet op de pro
vinciale wegenplannen voorkomende toch
voor het verkeer van belang zün en Gedepu
teerde Staten uit te noodieen. voorstellen
dienaangaande bij Provinciale Staten in te
dienen.
De heer Van Lennep (C.H.) hulde
brengend aan Ged. Staten voor de indiening
van de voordracht, zegt, dat het voorstel
vooral van belang Is voor Haarlemmermeer.
Spr. hoopt, dat binnenkort een opgave zal
gedaan worden van de totale kosten.
De heer R e 1 n a 1 d a (S.D.) vraagt, wat
Ged. Staten onder wegen voor doorgaand
verkeer verstaan. ZUn dat wegen, die bulten
de bebouwde kom vallen, Het doet spr. ge
noegen, dat 10% der belasting ten goede
komt aan de tertiaire wegen. Te groote mild
dadigheid echter zou de belanghebbenden
hun onderhoudsplicht uit het oog doen ver
liezen. Spr. vestigt de aandacht op de ver-
waarloozing van grint- en kunstwegen. Spr.
zou het toejuichen, indien de provincie deze
wegen in eigen beheer nam. De water
schappen zUn onder de huidige omstandig
heden echter het meest aangewezen voor
het onderhoud. Ook pleit spr. voor klinker
wegen.
De heer Koster (V.D.) meent, dat ook
de wegen door de dorpen en de omliggende
wegen in het plan moeten worden onder
gebracht.
De heer Koolman (Ged. Staten) zegt
spoed toe by de uitvoering van het plan.
De sprekers hebben geheel naar den geest
van de plannen van Ged. Staten gesoroken.
n.l. die van centralisatie. De heer Koolman
kan de verzekering geven, dat de regeling niet
zal ontaarden in het toekennen van een pre
mie op slecht beheer.
Het voorstel wo'-dt aangenomen zonder
hoofdeiyke stemming.
Aangenomen wordt %'ervolgens het voorstel
tot vaststelling van het bedrag, dat uit de
opbrengst van de wegenbelasting over het
jaar 1929 in het Provinciaal Wegenfonds zal
worden gestort.
Eveneens wordt aangenomen, na eenige
opmerkingen van de heeren Koster (V.D
en Van Nuland (R.K.) het voorstel tot
overneming van de Nederlandsche Spoor
wegen van de voormalige trambaan Schagen
Wognum. voor een bedrag van f 54.500, ten
einde deze te bestemmen tot weg.
Werkverschaffing te
Castricum.
Aan de orde is vervolgens het voorste! tot
het doen uitvoeren van werken op het land
goed fce Castricum ter bestrijding der werk
loosheid.
De heer Pothuis (VD.) meent dat In
artikel 2 van de Statuten der Vennootschap
voor Werkloosheidsbestrydlng een geheel
overbodige clausule staat, nameiyk die. welke
het terrein der werkzaamheden van de W.V.
beperkt tot de provincie of de omgeving van
de provincie.
Er Is een ontzaggelyke werkloosheid ln de
provincie, doch den laatsten tiid is deze niet
zoo sterk toegenomen. Wat de Provincie doet,
noemt spr. „een beetje peuteren", hoe nuttig
dit werk ook is. Men moet niet denken, dat
hiermede de werkloosheid nu zoozeer zal wor
den tegengegaan. Spr. heeft gelezen, dat bU
Ilpendam, Amsterdammers, Haarlemmers en
Zaankant-ers zullen werken. Doch waarop zal
dit nu neer komen? Spr. hoopt, dat met de
verhoudingen van de werkloosheid ln ver
schillende plaatsen zal worden rekening ge
houden. De heer Pothuis vraagt verder, om
rekening te houden met de buitengewone
schoonheid van het provinciaal landgoed.
Spr. gelooft, dat de in het stuk genoemde
loonen niet vooruit zUn vast te stellen, om
dat ln deze gebleken ls, dat de vakcentralen
een woordje wenschen mee te spreken.
Voorts, vraag spreker zich af. zal de ziekte
wet hier van toepassing zUn? Volgens minis
terieel besluit inderdaad. In het voorstel van
Ged. Staten leest spr. er echter niets van.
Mevrouw Van Zelmv. d. Berg (comm.)
pleit voor hooge loonen. zy zou 70 cent of
"5 cent per uur betaald willen zien.
De heer Van Lennep (C.H.) gelooft, dat
de invoering van het voorstel het natuur
schoon niet ten goede zal komen. Spr. zou
wenschen dat er in plaats van cultuur-gron
den waterpartyen zouden komen. De heer
Van Lennep zou daarom gaarne zien, dat het
tweede gedeelte van de voordracht werd te
ruggenomen.
De heer Kupers (S.D zou graag zien,
dat andere werkverschaffingsobjecten zou
den worden geëxploiteerd, zooals de aanleg
van kanalen en wegen. Verder vestigt hij de
door KUBDAN
Toen ik op de onderneming, diep in het
gebergte van de Preanger, aankwam, werd
ik door een hondenkolonie aangeblaft. Dsn
inland^che bediende kwam mij uit een der
bygebouwen tegemoet, en, de honden uiteen-
Jagend vroeg hij my wat ik wenschte. Op
mijn vraag of de Djoeragan (meneer) thuis
was, antwoordde hij mij, dat dit het. geval
was, waarop ik hem mijn naamkaartje over
handigde onder de bijvoeging, dat lk Djoe
ragan gaarne wilde spreken. Eenige oogen
blikken later was de bediende reeds terug en
verzocht mij binnen te komen .waarop ik het
onvriendelijke .landhuis" betrad, dat als een
witte kubus met een verweerd rood pannen
dak ln de eenzaamheid van de uitgestrekte
tuinen, die het omgaven, verloren ging. Het
stond er hulpbehoevend en zielig als een
achtergesteld kind, in de peillooze rust van
het verlaten berglandschap, onder een diep-
blauwen hemel ln de blakende zon, trooste
loos eenzaam en schijnbaar zonder roeping.
Hy h&d een roeping te vervullen, deze kubus,
met zUn plelstcrwittc, barre muren, waar
tegen de zonnehitte afketste als de pyien op
een stalen harnas; en straks zou mij die ont
sluierd worden, als lk, er binnen getreden,
mijn vriend zou ontmoeten, dien ik eenige
jaren geleden voor het laatst ln Holland ge
sproken had.
Op een thee-onderneming in de Preanger,
waar hU door protectie emplooi had gevon
den als Jongste assistent, had l?y destyds zijn
bestemming gevolgd, zijn vrienden achter
latend met den troost, dat wie van hen ooit
in Indië mocht komen, by hèm moest komen
logeeren.
En nu, na een vermo-Henden tocht van
uren, stond ik er, drie jaar later, als eerste,
die zUn woord verpand had, te wachten, om
ringd van een zwerm blaffende honden, die
mij alles behalve goed gezind schenen.
Binnen getreden greep een ontzaglijke ont
goocheling my aan. Vier nagenoeg ledige ver
trekken, met witte pleisterwanden, zonder
eenie versiering, armelijk gemeubeld en een
paar verwaarloosde „Hollandtche" lancas
ter-rolgordijnen, die eens, maar vermoedelijk
heel lang geleden, wit waren geweest, voor de
ramen, vormden het intérieur van^iet- „land-
huis", welks aanzien overigens in flagranten
strijd was met de schoonheid van het Indische
landschap hier ln het gebergte. Doch daar
op werd mUn aandacht afgeleid, want on-
mkldelijk klonk een bemoedigend: ..Hallo,
old chap", en strekten zich twee harteiyke,
groote, verweerde planter?handen naar mU
uit. MUn vriend, nu met een zongebranden,
dikken kop en lachende oogen. vertelde ml]
dat hU koorts had. die niet wUken wilde, en
weer sloeg lk een blik op zijn gezonden, dik-,
ken kop, die, naar mijn overtuiging, toch
zéker koortsvrij moest zUn. Maar hy voelde
zich „slap en beroerd", naar hij volhield en
„die kleur was maar uiterlijk". IruierlUk was
hy lijdende, naar hy zelde. „Ik ga hier kapot
en dit pesthol wordt mijn doodkist", vulde
hU, weinig bemoedigend, aan. ln de parle
mentaire omgangstaal van de Indische
estate.
Het was mi.i duidelijk geworden, dat hij
aan dezelfde kwaal leed van zoovelen, die
Ïlotseling uit het geroezemoes van een groote
tad In de eenzaamheid waren „overgeplant".
Een paar kilometer verder, op de helling
van een belendenden berg, rendeerde een
andere collega, die assistent op eon naburige
estate was. Zij waren goed bevriend met el
kaar en zoo nu en dan zakte de ander wei
eens af en zoo had ook ik hem leeren ken-
men. HU was een echte „wildernis"-man ge
worden, met alle allures en dezelfde onver
schrokkenheid van dien. Te paard kwam hij
doorgaans naar beneden, om, des avonds
laat, weer op dezelfde wijze terug te keereru
In het stlkkedulster want nergens ln den
wijden omtrek is een spoor van eenig licht
met een groot kaliber jachtgeweer gewapend
en een sterke reflectorlamp voor de borst van
het paard, reed hU dan onbekommerd weer
berg-opwaarts, nageoogd door zijn vrienden,
die van hem, als spoedig opgeslokt door de
inktzwarte duisternis, niets anders meer
zagen dan de sinistere, heen en weder zwal
kende lichtvlek op den weg, door de reflec
torlamp uitgeworpen.
Het. bezoek van dien collega had een groote
bekoring voor ons. Het brak de eenzaamheid
FEUILLETON.
ROMAN VAN HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden).
13)
Ja. het is een groot stuk, Weisl! dat
gaat het heolo seizoen én als Har twig ter
dood wordt veroordeeld, zullen wij de tan
tièmes aan de vereenlglng tot redding van
ontslagen gevangenen vermaken. Dat maakt
een gooden indruk 1
Den volgenden morgen om negen uur ver
scheen de rechtskundige adviseur van het
Kletst-theater ln het huls van bewaring en
liet Hartwig voorbrengen, wiens oogen begon
nen te schitteren, toen hy hoorde, dat zyn
stuk zou worden opgevoerd. HU gaf terstond
zijn toestemming en stelde slechts als voor
waarde, dat de première zou plaats hebben
op denzelfden dag, dat zUn proces voor het
hof van gezworenen zou beginnen. Ook behield
hU zich een advLseerende stem voor by de
roiverdeeling. Na een kort telefoongesprek
werd dat alles ln orde gebracht; 's middags
ontvingen de dagbladen de eerste berichten
met betrekking tot. de komende scnsatloneele
theatcrgcbeur.enis, ln den namiddag werden
de rollen uitgeschreven: den volgenden dag
was de eerste leesproef on spoedig wachtte
geheel Berlijn ln koortsachtige spanning op
het. proces m Moabit en de première van
„Drie mensehen" in het Klelsttheater.
Het groote raadsel.
De voor de rechtbank ais verdediger van
JUrtwig aangewezen advocaat Fritz Nagel
in de ongezellige assistenten woning, waar
het in gewone omstandigheden om half tien
's avonds reeds nacht was.
Deze collega, van der Beke, was een gezel
lige kerel, vol levenslust en met een onver-
woesteiyk goed humeur.
Het was cp een avond ln den Oost-moesson,
toen Van der Beke, onvoorbereid by ons
kwam binnenvallen. Wij, Ter Vooren en lk,
zaten juist achter 'n paltje verscholen, toen
wy, opmerkzaam gemaakt door het gehinnik
van zijn paard, ons discours in den steek lie
ten en naar buiten loopende Van der Beke in
zijn estate-khaktpak, in volle „wapenrusting",
puttees om de beenen, zagen naderen.
Eenige oogenblikken later had de toekang
Koeda (staljongen) het paard reeds overge
nomen om dit naar den stal te leiden en te
verzorgen en zaten wij om de tafel ln de
binnenkamer, den „vierkanten pot", zooals
de ouwe klare in Indië wordt genoemd en
met de kaarten reeds voor ons. In dit plan
ters-milieu waren de mogelijkheden daartoe
vry geborneerd, want het eenige spel, dat
allen kenden, was vingt-et-un. Er werd zeer
hoog gespeeld.
Aan ons hoeveelste partytje wy „toe"
waren en hoeveel malen ik reeds een ver
mogend man was geweest, kan ik zelfs bij
benadering niet bepalen, toen plotseling de
huisjongen, de kokkie en de staljongen, met
den doodschrik op hun gezichten, het huis
kwamen binnen gevlucht, onder den uitroep,
dat er een panter in de desa was. Op het
zelfde oogenblik was Van der Beke opge
sprongen en had reeds zijn geweer gegrepen.
Ook Ter Vooren was gewapend naar buiten
gemeld en een oogenblik later stonden wy
allen, nog niet vast besloten, in het duister te
luisteren naar het onheilspellende alarm
signaal, dat op den ton-tong werd geslagen,
maar dat spoedig wegrtlerf, vermoedelijk uit-
vrees voor den panter, dlc ergens in de na-
byheid van de desa, wellicht reeds er ln,
rondsloop.
Na eenig overleg werd besloten er op uit te
gaan. om te trachten het gevaarlijke dier,
dat natuurlijk door honger gedreven tusschen
de men-chon was verschenen, op te sporen en
onschadelijk te maken. De desa lag een flink
kwartier loonen verwyderd, ongeveer aan het
einde van den postweg, die even daar voorbij
ln een smal pad overging, dat. zich dan ver
der in grillige bochten voortslingert naar de
Zuidkust. Inmiddels bleek bU aankomst, dat
de geheele bevolking van de desa zich in
haar woningen had verschanst. Het was er
stikdonker, geen lichtstraaltje drong uit de
sterk gebarricadeerde woningen met de bilik
vlechtwanden naar buiten.
WIJ gingen dus allereerst naar het dorps
hoofd. den loerah, dien wy na veel moeite
en rondtasten eindelijk bere'Jjrten. Want na
dat wy hem oovekloüt hadden en de deur
behoedzaam werd geopend. r»'et meer dan
hoognoodig om ons een voor een binnen te
laten, bleek het aanstonds, dat daar reeds
een heel gezelschap mannen bijeen was. die
bestoten hadden er met een paar fakkels
zii hadden er drie tot hun beschikking oo
uit te til ven, terwijl de andeven zich met
scherpe lansen gewapend hadden.
De moeilijkheid was echter, dat niemand
precies wist waar het dier eigenlijk gesigna
leerd was. Pa Oemah, 'n oude inlander, die
niet voor heel wijs doorging, had het dier
gezien en beweerde, dat het bulten de de~a
in een bamboebosch lag, toen hy er langs
kwam. en nadat hij dit wedervaren had ver
teld, was hij zelf direct den ton-tong gaan
slaan, maar sedert had niemand hem meer
terug gezien, wat hier en daar al de mee
ning had doen postvatten, dat hy wellicht
als slachtoffer was medegevoerd. Aan den
anderen kant was 't ook nog best mogelijk,
dat het heele verhaal uit zijn duim was ge
zogen. want Pa Oemah stond er voor bekend,
dat hy rare dingen kon doen. Eén ding was
zeker: Pa Oemah was nergens te vinden.
Op deze min of meer vage aanwUzlngen
werden niettemin de eerste schreden naar
het bamboebosch gericht. De fakkeldragers,
die verspreid liepen, zwaaiden met hun obors
voortdurend heen en weer. Kennende de ge
woonte van den panter om, bij onraad, alvo
rens voorzichtig te retireeren, eerst eenige
oogenblikken te blJjven staan, had men afge
sproken, dat Van der Beke, wie»js schot nim
s.ock vatte 2ljn taak zeer ernstig op. Hy was
jong, eerst twee jaar bU de balie, hij had met
materieel© moeilijkheden te kampen, maar
geloofde in zyn eigen capaciteiten en had dan
ook reeds lang gewacht op een strafzaak,
welke hem beroemd zou kunnen maken. Deze
zaak was er nu. een grooter sensatleproces
had zelfs de beste en bekendste verdediger
niet. durven droomen.
Nochtans bracht de eigenzinnige houding
van Hartwig den Jongen advocaat by na tot
wanhoep.
Mensch. sprak hy telkens weer. speel toch
niet met uw hoofd! U 'nebt. er maar één en
men moet er waarachtig toch niet zoo licht
zinnig mee om gaan. Dat u tegenover den
rechter-commissaris geen woord wenschte los
te laten, nou Ja, dat is nog zoo onverstandig
niet, maar als u wilt, dat ik behoorlijk ver
dedig, is het toch wel ln de eerste plaats zaak,
clat u my alles eerlijk biecht. Geheel Ber-
ïyn, wat zeg ik, geheel Europa interesseert
zich voor u, de bladen geven dagelijks kolom-
menlange artikelen, uit en over uw roman en
het tooneelstuk. Profiteer daarvan, open mU
de mogelijkheid de gezworenen van uw ab
normale geestesgesteldheid te overtuigen en
we hebben het spel gewonnen, Trouwens, me
neer Hartwig, er is by u ook inderdaad van
een hevige zenuwaandoening sprake, een
psychische en physlsche scheuring. Men ver
moordt toch niet om een armoedige dertig-
of veertigduizend mark vUf vrouwen, zooafs
men kippen slacht. Zegt u mij. wat er iri u
is omgegaan verklaart u my den mystlschen
drang waar u onder lUat. beschrijft u de wiis-
verlamaüng. die zich van u heeft meester
gemaakt en laat u al het andere aan mU
over. Ben ik eenmaal achter uw geheim ge
komen, dan zal ik er ook gebruik van weten
te maken! Wils ver lamming, suggestie door een
mystieke mach:, verstoring van hel bewust
zijn, onweerstaanbare drang dat zyn
mooie dingen, meneer Hartwig. Men zal u
niet vercordeelen, maar naar Dalidorf bren
gen en u dan na een jaar als volkomen her
steld ontslaan. Nu in Dalidorf kunt u met het
vermogen, dat uw boek vertegenwoordigt en
uw drama nog zal opleveren, als een prins
leven en twee nieuwe stukken schrijven.
Maar spreken moet u, meneer Hartwig, mij
moet u alles zeegen!
Hartwig luisterde ka.lin naar aUn verdedi
ger en antwoordde dan:
Het spyt me. waarde heer Nagelstock,
maar ik zal u in 't geheel niets zeggen. In
de eerste plaats verlang lk dat de officier
mU mUn schuld bewUst. Heeft hy dit gedaan,
dan zal ik misschien spreken.
En daarbij bleef het en Nagelstock moest
ln zyn hart toegeven, dat deze tactiek waarlijk
nog zoo dom niet was. Want ten slotte bevond
het O.M. aan de rechtbank Beriyn I, waar
genomen door Hellmert Röhrich, zich in nog
grootere verlegenheid dan de teleurgestelde
mr. Nagelstock.
Want waarvan moest deze beklaagde eigen
lijk worden beschuldigd? Het leed geen twy-
fel of Hartwig had de dames Muller, Möller,
Jensen, Pfeiffer en Cohen vermoord en be
roofd. Maar waar waren de „corpora delicti"
waar de lijken of ten minste overblijfselen
er van? Geen enkel voorwerp uit de nalaten
schap der vermoorde vrouwen was terugge
vonden! Tevergeefs had men steeds weer op
nieuw de geheele omgeving van Berlijn over
oen afs:and van honderd kilometer afgezocht.
Niets had men gevonden. Ook de verschil
lende huiszoekingen ln de kamer van Hart
wig en de woning van de weduwe Armbruster
hadden geen enkel resultaat opgeleverd. Geen
kieedingstuk, geen sieraad, niets was gevon
den. wat aan één van de vermoorden had toe
behoord kunnen hebben. En daar kwam nog
by, dat die Krause, sinas hy weer Joachim
von Dengern was, de autoriteiten totaal in
den steek liet. Wel zag men den nieuwen com
missaris der recherche. Dr. van Deneern
slechts zelden op zUn bureau, wyi hy, naar
hy voorgaf, een onderzoek instelde ln de zaak-
Hartwig. maar in werkelijkheid genoot men
van hem niet meer den minsten Steun. Het
geval Hartwig scheen voor hem te hebben
afgedaan, hy hulde zich in een merkwaar
dig stilzwegen en zoo vaak hy toy den officier
werd ontboden om met dezen de aangelegen
heid te bespreken, verklaarde hy steeds weer
schouderophalend: Ik heb m"n plicht gedaan,
doet u nu den uwen en dient u getroost de
aanklacht in.
Tot op een dag in October de officier in
derdaad besloot, daartoe over te gaan. Het
werd een zuiver op indicia gebaseerde aan
klacht, zooaLs die, uit een oogpunt van merk
waardigheid, bedenkelijkheid en ten slotte
toch ook weer van motiveering, nog nooit in
de annalen der Duitsche Jurisprudentie was
voorgekomen.
Nagelstock wreef zich vergenoegd de han
den. Hy wist heel goed, dat hy reeds by
voorbaat bezwaren tegen de redactie van de
dagvaarding zou kunnen inbrengen, dat hel
tenslotte in het geheel niet onmogelijk zou
zyn, het proces, zoo al niet geheel te verhin
deren, dan toch maandenlang te kunnen uit
stellen. Maar daarom was het hem niet te
doen: hy had het proces xtoodlg en verlangde
dus niet anders dan het te laten doorgaan en
hoe vermeteler de dagvaarding, des te grooter
was de kans op succes voor de gezworenen.
Nagelstock kende den roman van Hartwig
reeds by na uit het hoofd; hU bezocht nu
ook alle repetities van het stuk .Drie men-
schen". hy bestudeerde Mantegazza en Lom-
broso en Krafft-Ebing. bU correspondeerde
met Freud iö Weepen, consulteerde de be
aandacht op de bevordering van Neder,
landsch fabrikaat, en hU zal dat blijven doei».
Spr. meent, dat Ged. Staten niet een press.»
inzake het uurloon moet uitoefenen op 6»
gemeenteraden geiyk het Ryk doet. De heer
Kupers vraagt verder om niet de voorwaarde
te stellen, dat de uitkeering over de instel
lingen van maatschappeiyken steun in de ge-
meenten moeten loopen.
Wat het landschapsschoon betreft, wil spr,
het antwoord van Ged. Staten afwachten.
De heer Visser (S.D.) heeft ln de voor
dracht slechts gelezen over arbeiders uit Am
sterdam, Haarlem en Zaandam. Hij vraagt
of, indien de objecten voor werkverschaffing
toenemen op dezelfde voorwaarden en met
hetzelfde gemak andere gemeenten er hun
werkloozen by kunnen plaatsen.
De heer Bruch (Ged. Staten) beant-
woordt de sprekers.
De 42 cent, die genoemd zUn als uurloon,
zUn bedoeld als basis. Om het nuttig effect
te berekenen toch heeft men noodig den
factor „loon".
De zaak van het landschapsschoon ls er
een, die zoolang de aandacht van de Staten
zal vragen, dat de heer Bruch, daarover liever
niet In de zitting van heden wil spreken.
De vergadering wordt te kwart voor vijf
verdaagd.
WEIHNACHTSORATORIUM.
DOOR HAARLEM'S GEMENGD KOOR.
Zooals reeds gemeld werd, zal H. G. K.,
air. Jan Bocda, op 2en Kerstmiddag weder-
om het Weihnachtsoratorium uitvoeren.
Even als vorige jaren zuilen ook ditmaal aj
solisten optredenTheodora Versteeg, alt, Jac.
van Kempen, tenor en J. Caro. bas.
De begeleiding zal geschieden door de H.O.V.
Piet Halsema, orgel en Bets Nederkoorn,
ClavecymbeL
Bovendien zullen echter dit jaar de jongens
van het kinderkoor „Inter Nos" hun mede-
werking aan de koralen verleenen wat zeer
zeker de uitvoering, die elk jaar op hooger
peil komt, belangryker zal maken.
KINDERKOOR „INTER NOS".
Op het concert te geven, door bovenge
noemd kinderkoor op Maandag 22 December
in de GemeenteHJke Concertzaal, waar onder
meer zullen worden uitgevoerd de cantate
„In 't Woud" van P. van Anrooy en de
.Kerstcantate" van Cath. van Rennes, zal
Mej. Jo Meeuwse, Haarlem, viool, haar mede
werking verleenen.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Terug te bekomen by: Kion Voorzorgstr,
6b, abonnement; Aalbrecht. Plein 33. auto-
naafdop; Cornet, Lootsstraat 28, kerkboekje;
Politiebureau, Smeüestraat, ceintuur, hals
kettinkje; IJselmuiden. Frankestraat 13,
schoolétui; Kroese, Tulnlaantje 18 rood, ge
wicht; Treffens, Harmenjansstraat 71, Idem;
Roozeboom de Vries, Geweerstraat 40, hand
schoen; Koedyk. Nachtegaalstraat 66 (na 7
uur n.m.) idem; Slatz, Meidoornplein 7, idem;
Wakker, Tulpenstraat 32rood, idem; Martin,
Delftstraat 26. idem; Oudolf, Oranjeboom
straat 76, idem; Klyn, Pladellastraat 26,
idem; Sllvis. Gen Joubertstraat 27rood,
idem: Kennel Fauna, Parklaan 119, hond,
kat, kat, kat;Suurland, Gen. Cronjéstraat 1,
bloc kaartjes, plaatsbewijzen; Hoefs, Kruis
weg 28, kruisje; Francot, Aelbertsbergstraat
61 partemonnaie: Smelter, Sophiastraat 2C,
portemonnaie met inhoud; Vogel, Zylweg 274,
idem; Sombroek, Van Oosten de Braynstr.
203, pet; Braber, Wouwermanstraat 68, lap
zijde.
Bos, Visscherstraat 10, bankbiljet; On
der-heide, Voorhelmstraat 67, beurs met in
houd; Eiferink, Zeeweg 379, Driehuis, broche
Hollanders, Hofdykstraat 3, handschoen;
Zeeuwe, Minahassastraat 35 idem; Kennel
Haerlem, foxterrier. gebracht door Bewo
ners Zandvoortschelaan 6„ grauwe hond, ge
bracht door bewoners Nylstraat 6; Kennel
Fauna, dwergpincher en zwart witte kat;
Kennel Haerlem, wit-grUze kat gebracht door
Doorn. Oranjestraat 90 rood; grijze kat, ge
bracht door: bewoners Merwedestraat 100;
Ooms, Burg. Sandbergstraat 20, mes; Poli
tiepost, voorm. Spaamdam, portemonnaie,
met inhoud: Bureau van Politie, Smedestraai
idem, De Mol. B leem f on t ij nstraat 5, idem;
v. Waveren, Teylerhofjesstraat 3 rood, para-
pluie; Steen, Kolkstraat 22 rood, pet;
Schaapman, Patriarchstraat 7, sleutel;
Zweers, Bleekerstraat 3 rood, sleutels: Fran
ken Zuidpolderstraat 131, trekveer; Braber,
Baerts. Julianalaan 317c sleutels en kinder
handschoentje.
EEN FILM VAN HET R.K. WERKLIEDEN
VERBOND.
Naar „Het Centrum" meldt, heeft het R.K.
Werkliedenbond in beginsel besloten den
jongen Nederlandschen cineast Jan Hin op
dracht te geven voor een film, gewyd aan de
katholieke arbeidersbeweging.
Jan Hin. een leerling en medewerker van
Joris Ivens, is o.a. de maker van de film
„Herwonnen Levenskracht".
kendste psycho-anaiytici der wereld, bewoog
geleerden uit Parijs, Londen en Rome er toe,
zich als deskundige aan te bieden, kortom
hy bereidde een proces voor, zooals de wereld
nog nooit zou hebben gekend.
Interesseerde Von Dengern zich echter, sinds
hy zyn nieuw ambt bekleedde, inderdaad niet
meer voor de zaak-Hartwig? Liet hU het
rechterlijk college met. opzet ln den steek?
Geenszins. Zonder er iemand iets van mede-
te deelen, vorschte hy verder, deed hij al bet
mogelijke, om de gruwelijke misdaad van den
romanschryver op te helderen. Weliswaar gin?
hy niet te werk als de detective-belden in
de boeken; hy' onderzocht niet de schoenzolen
van Hartwig om uit de aankleefselen van deze
af te leiden, waar de moordenaar zich bulten
Beriyn zou hebben opgehouden; hy geloofde
niet aan wonderen en geheime sporen, ver
beeldde zich niet, op zijn eigen houtje din
gen te kunnen ontdekken. d!e honderden
braven, scherpzinnlgen en in dienst vergrijs
den politiedienaren zouden zijn ontgaan.
Maar des te intensiever speurde hy naar het
verleden van Hartwig; hij reide naar Keulen
om de jeugd van den man na te gaan. nam
steeds weer de vijf brieven der vijf verdwe
nen meisjes ter hand; kon urenlang haar
achtergelaten bezit.lngen beschouwen en
monsteren.
In Keulen vond Von Dengern zonder al te
groote moeilijkheden jeugdkennissen van
Hartwig. die daar met hem het gymnasium
hadden bezocht. En na tallooze besprekingen
met eerzame kooplieden, een apotheker, een
advocaat, een dokter en een bon-vivant, die
zich als verzekeringsagent door het leven
sloeg, ontwikkelde de comml.-varfe het vol
gende beeld van Hartwig als jongen:
(Wordt vervolgd.)