DE ECONOMISCHE TOESTAND. I0ELL EN 1©© ©potimdim© STRIJDENDE ZIELEN. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 30 DECEMBER 1930 Een Terugblik op 1930. Zoowel nationaal, als internationaal be keken Is 1930 voor ons land allerminst een Jaar geweest, waarop met voldoening zal wor den teruggezien. De voortschrijdende verhoo ging der tarfefmurcn, de Geest van Geneve, waaraan velen hoe langer hoe meer gaan twijfelen, het matig succes der Economische Conferentie, de groote moeilijkheden, waarin onze Oostelijke buren feitelijk doorloopend verkeeren. dit alles moge op menigeen mis schien weinig indruk maken, te weinig zelfs, maar blind zijn voor de crisis, welke wij in eigen land hebben door te maken is toch wel bijna onmogelijk. De werkloosheid heeft ten onzent onge kende afmetingen aangenomen, al zijn wij er verhoudingsgewijze beter aan toe dan vele andere landen Deze troost is evenwel een uiterst schrale. Op 18 November van dit jaar stonden bij de organen der openbare arbeids bemiddeling in ons land 90.500 werk zoekenden ingeschreven, tegenover 45.350 op denzelfden datum in 1929. Eerstgenoemd cijfer is aan den lagen kant en zonder eenige overdrijving mag men aannemen, dat ons land op dit oogenblik circa 120.000 werk- loozen telt. Dit beteekent; steun aan onge veer 300000 personen. In 1929 heeft, volgens globale raming deze steun achttien mlüloen gulden bedragen, welk bedrag ten laste kwam van het Rijk de Gemeenten, de Pro vincies en de werkloozenkassen. Deze Qijfers spreken voor zich zelf en geven tegelijkertijd een schril beeld van de positie, waarin nij verheid en handel ten onzent verkeeren. Maar er zijn ook andere barometers, die helaas maar even duidelijk doen zien. dat deze werkloosheidscijfers den toestand zonder overdrijving typeeren. Die andere barometers, zij mogen nog verschillend van aard zijn. zij mogen een zekere onvolkomenheid hebben, maar zij sluiten zich wonderwel aan bij het beeld der werkloosheid. De cijfers over onze handelsbeweging maken dan nog niet eens het kwaadste figuur. In- en uitvoer over de maanden Januari tot en met September 1929. naast 1930, geven het onderstaande beeld: Invoer: 1929 1930 Januari t m September millloen K G. 22.797 23.905 Januari t m September millioen guldens 2 043 1.874 Uitvoer: Januari t'm September millioen K.G.12.039 12.287 Januari t'm September millloen guldens 1.495 1.324 In deze cijfers moet het zelfs opvallen, dat de waarde van den Nederlandschen ln- en uitvoer, in K.G. uitgedrukt, vergeleken bij verleden jaar, gestegen is, al staat daar on middellijk tegenover, dat de waarde in gul dens is gedaald. Het beeld onzer handelsbe weging wettigt mi. evenwel geenszins een algeheelc ommezwaai, met betrekking dor door ons land gevolgde handelspolitiek. Wel zijn de stemmen, die in deze richting willen werken, talrijker geworden en klinken zij luider, maar steun vinden in het boven ge publiceerde cijfermateriaal kunnen zij m.f. niet. Wordt door hen, die vooral in het laatste jaar gepleit hebben voor „actieve" handels politiek en die misschien nog wel verder wenschen te gaan. niet vergeten, dat wij groot geworden zijn door den ..vrijen" handel, dat wij arm zijn aan grondstoffen en in eigen land feitelijk gene afzetgebied van vol doenden omvang kunnen vinden? Soortgelijke cijfers geven, al is het van andere zijden beschouwd, ook een beeld van onze positie op nijverheids- en handelsgebied. Toch deze ,.conjunctuur"cijfers behooren ook die der nieuwe uitgiften voor gewone aan- deelen ln ons land. Het beeld dezer binnen- landsche emissies ziet als volgt uit: Januari t'm September 1929 1930 144.644.000 15.809-000 103 73 115 99 66 25 84 76 95 68 128 87 131 107 104 74 Hier treft wel het zeer groote verschil in 1930 vergeleken bij het vorige jaar en al zal daarvan een zeker percentage niet voor rekening gebracht kunnen worden van in- dustriëele en'of handelsondernemingen, toch zal aan die zijden wel de hoofdschuld liggen. De slechte gang van zaken eenerzijds en de volkomen begrijpelijke terughoudendheid an derzijds men denke slechts aan de geringe lust en het groote risico bij uitbreidingen en ingrijpende wijzigingen spiegelen zich in deze cijfres af. Stelt men daarnaast het sedert Juli 1929 voortdurend dalende wissel disconto der Nederlandscbe Bank van 5'i% fs teruggeloopen tot 3% en de indexcijfers van koersen van aandeelen, dan is het beeld niet rooskleurig. Van deze koersen-indexcijfers zij slechts in het onderstaande een beknopt over zicht gegeven: Indexcijfers Koersen van aandeelen 1921—1925 100. 4e kwart, 1929. Oct. 1930 Nijverheidsondernemingen Banken Scheepvaartondernemingen Andere ondernemingen Totaal Nederland Indische ondernemingen Petroleum Alle fondsen Een dergelijk daling is ook terug te vinden bij de indexcijfers der groothandelsprijzen, terwijl die der kleinhandelprijzen minder daalden. Het aantal geneesmiddelen, om aan alle moeilijkheden een einde te maken, en welke worden aanbevolen, is legio. De ontwrichting van ons economisch leven is evenwel natio naal, doch een fnternationaal verschijnsel. Veel zal dan ook alleen ten goede kunnen keeren, wanneer men Internationaal tot rege lingen komt. Dat mag evenwel geen aan leiding zijn om ln eigen land de beraad slagingen buiten onze grenzen af te wachten en zelf niets te doen. Over enkele zaken, welke binnen onze grenzen op dit oogenblik, in ver band met deze crisis, maar dan ooit de aan dacht vragen, zij nog het een en ander op gemerkt. Een der belangrijkste punten is de inrich ting van onzen voorlichtingsdienst, ten be hoeve van nijverheid, handel en landbouw. De malaise noodzaakt tot verhoogde activi teit. Deze kan alleen gunstige resultaten af werpen, Indien de organen, welke hebben voor te lichten over voldoende en afdoende gegevens beschikken. Daaraan ontbreekt nog zeer veel. De opmerking, welke men wel hoort, INGEZONDEN" MEDEDEELIXGEN a 60 Cts. per regel INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct». per regel. MEUBELEN Levering direct aan PARTICULIEREN Moderne EIKEN EETKAMER compleet 17O.- HUISKAMER AMEUBLEMENT, compleet90.- HUIS-, SALON-, SLAAPKAMEkMELBELEN. BEDDEN, DEKENS enz., alles met 3 jaar schrif telijke garantie. Prima afwerking. Nederi. Meuocl-industrie „NEMI Modelkamers voor HAARLEM KONINGINNEWEG 18 TELEFOON 12868 dat nijverheid en handel, via hunne eigen organen, vlugger en beter achter de benoo- digde gegevens komen, is verklaarbaar en in vele gevallen juist. In een tijd. dat afzetgebieden voor onze producten verlóren'gaan, dat door allerhande belemmerende maat regelen ons economisch leven geschokt wordt, dat nieuwe vindingen, rationaliseering enz de concurrentie-moge- lijkheld vergroot.cn en dat alles ten tijde eener geweldige Inzinking, doet de behoefte aan een perfect georganlseerden voorlichtings dienst sterk gevoelen. Het is hier niet de plaats over de Inrichting van een dergelijken dienst meerdere opmerkingen te maken: ver andering moet evenwel spoedig komen en in dat opzicht moge misschien iets goeds ver wacht worden van de uitvoering van de plan nen, welke bij gelegenheid van de Algemeene Beschouwingen over de Staatsbegrooting 1931 van de regeeringstafel zijn medegedeeld. En voorts de landbouwcrisis, beter: de akkerbouwcrisis. Er is reeds zooveel over ge schreven, dat slechts met een enkele op merking worde volstaan. Dit brandende vraagstuk hetwelk bij dc Landbouwbegrooting en bij de Waterstaatbegrooting (tariefsver laging) aan de orde kwam. moet toch feite lijk beoordeeld worden tezamen met den be narden toestand, waarin vrijwel ons geheele economische leven zich bevindt. Zou een op meer of minder juiste wijze verleende over heidshulp aan den akkerbouwer nltt even eens verzoeken van gelijke strekking uitlok ken van andere zijden? Immers, waarom hulp aan den laXdbouwer, aan den landbouwer alleen en niet aan den industrieel of aan den handelaar? Is de positie van onze scheeps werven, van onze Twentsche industrie, van de metaalnijverheid enz. van dien aard. dat steun niet urgent zou zijn? Daargelaten of men deze hulp van die zijden wel zou vragen, valt toch niet te ontkennen, dat de landbouw steun wel eens zou kunnen blijken te zijn het begin van den bekenden sneeuwbal. Dan weet men eerst recht waar het begin is ge- geweest, maar men weet nog niet, waar het einde zal zijn. En kan men dan geen steun verleenen, die de overheidskas geheel of erootendeels onge schonden laat? Ongetwijfeld. Men denke daarbij in de eerste plaats aan het gebruik van inlandsch vleesch bij ons leger, in in richtingen welke of onder overheldsbeheer staan of waar de overheid een groote zeggen schap heeft Daarnaast Dr. F. E. Postuma deed het middel aan de hand in zijn ope ningsrede bij gelegenheid voor de vergadering van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel- bond kan de regeering den betrokken ambtenaren opdracht geven om op alle kook scholen, huishoudscholen, enz. waar de re geering invloed heeft, goed duidelijk te maken wat het Rijkdmerk voor de boter en de kaas beteekent. Maar daarmede is men er op lange na nog niet. Zoo ooit. dan is het thans de hoogste tijd om het Nederlandsch Fabrikaat te gebruiken. Wie dc verslagen der vergade ringen van de Commissie voor de Werkver ruiming leest, weet dat in dit opzicht ver betering valt te bespeuren. Voldaan is men evenwel allerminst. Zonder van de bijzon derheden op de hoogte te zijn. vraagt men zich af, of het nu wel zoo op z'n plaats was te Juichen over het feit, dat twee treinladin gen met machines uit Newcastle Beverwijk zijn komen binnenrollen met materiaal voor de nieuwe electrlsché centrale van het P.E.N. te IJmuiden. Ware het en vooral onder de huidige omstandigheden niet aangenamer geweest, indien met rechtmatl- gen trots gewezen had kunnen worden op Nederlandsch product, geheel en al met Nederlandsche middelen naar Bevrewijk ge voerd? Reclame kost geld, goed reclame kost zeer veel geld; het is alweder een uitspraak van Dr. Posthuma in de vergadering van den F.N.Z. Iri deze tQden, dat Rijk en Gemeenten, toch zeker de noodige zuinigheid in acht te nemen hebben, zal ieder middel tot verbete ring van den toestand, hetwelk geen of zeer weinig geld kost. aangegrepen moeten worden. Dat middel zie ik vóór alles in het oordeel kundig gebruik van Nederlandsche produc ten. Men zal daartoe den strijd in ons land moeten volhouden tegen een bestaande sleur en tegen een groote mate van deftigheid. Iedereen zal ln eigen omgeving niet alleen de gedachte moeten propageeren van het gebruik van eigen producten, maar ook deze gedachte toepassen. Anders Ls het practisch resultaat al buitengewoon klein. En dat daar naast een zekere deftigheid een rol speelt, weet een ieder, die zich slechts de moeite getroost ln zijn allernaaste omgeving eens rond te kijken. Een der voorboden van wat in het komende jaar eerst voor velen recht duidelijk zal wor den, hebben wij gehad bij de behandeling der gemeentebegrootingen 1931: de toekomstige beteekenis der bedrijfswinsten. De nieuwe regeling der financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten geeft aan deze winsten een zeer bijzondere beteekenis. Daarin ligt een dankbaar project voor Wethouders van Financiën om ten slotte de financieele koorden toch nog aaneen te kunnen knoopen. Daarnaast heeft de stormloop In ons land tegen de zoo hatelijke Zakelijke Bedrijfsbe lasting succes gehad. Zoowel Amsterdam als Utrecht en ten deele ook Dordrecht zijn ver overd, het bolwerk Haarlem heeft zich weten te handhaven. De aanhouder zal evenwel zegevieren. Het financieel aspect moet zorgen baren De methode, waarop de Minister van Finan cien enkele millioenen heeft weten te ver overen in een veldslag in het Parlement, welke zich kenmerkte door een groote heftig heid, stuit iedereen tegen de borst. Het stel len der portefeuillekwestie is hier beslissend geweest en niet het ontwerp der accijnsver- hooging op het gedistilleerd. De baten uit Indlë zijn reeds sterk terug loopend. De beteekenis daarvan komt op dit oogenblik nog niet tot uiting, maar in de komende belastingjaren zal daarmede ernstig rekening gehouden moeten worden. In dat verband is het noodzakelijk, dat al leen tot net treffen van die sociale voor zieningen worde overgegaan, welke geen uit stel lijden en die. welke geen nieuwe lasten op de industrie en op den handel leggen. Het is niet geheel overbodig een dergelijke opmerking te lanceeren, want het degelijke principe van: de tering naar de nering te zetten, raakt hoe langer hoe meer op den achtergrond. Dat geldt niet alleen voor het doen en laten van de Overheid, neen, ook in het zoo veel kleinere bedrijf, hetwelk men: ons eigen huishouden zou kunnen noemen, is dat het geval. Dat het afbetalinsstelsel daarbij een rol van beteekenis heeft gespeeld behoeft wel niet nader uiteengezet te worden. Wanneer men evenwel een dergelijk advies geeft, is men zeker door velen voor een reactionair in de slechte beteekenis van het woord uitgekreten te worden, dat zal mi. toch niet mogen leiden tot het verstoppertje spelen en hun. die een dergelijke kwalifi catie meenen te moeten gebruiken zij opge merkt, dat er ook reactie bestaat op gezonden leest geschoeid. Resumeerend kan men zeggen: industri- eelen. handelaren en landbouwers gaat het in ons land in het algemeen gesproken niet goed. de toekomst Is onzeker en in menig geval duister. Vele factoren zijn er welke daartoe aanleiding hebben gegeven. Enkele er van heb ik zeer globaal toegelicht. Moet men thans bij de pakken gaan neerzitten? Dat ware dwaasheid. Met woorden verdrijven wij de malaise niet, er moeten daden ge steld worden. Onze energie moeten wij zoo hoog mogelijk opvoeren, onze jeremiades tot een minimum beperken, onze werklust en werkijver zullen de steunpilaren moeten worden, zooals zij dit reeds gedurende eeuwen voor ons volk geweest zijn. MOLLERU3. JOANNES STALPAERT VAN DER WIELEN. TENTOONSTELLING IN DE R-K. LEESZAAL In het gebouw aan de Nieuwe Gracht, waarin de R.K. Leeszaal is gevestigd, is, zoo als bekend, een zaaltje dat nu en dan ge bruikt wordt voor het houden van tentoon stellingen enz. Op het oogenblik is daar een kleine, maar interessante expositie te bewonderen, die een duidelijk overzicht geeft, van het leven en de werken van Joannes Stalpaert van der Wie len, den Delftschen pastoor, die zeer bevriend was met Vondel en Anna Roemers Visscher tot vereerster had. Er zijn verschillende portretten van Stalpaert van der Wielen o.m. een portret in olieverf, afgestaan door den heer Leeuwenberg, al hier en verder interessante eerste drukken; bloemlezingen uit zijn werken en lyrische ge dichten: biografieën, uitvoerig en beknopt: ook een proeve van het handschrift van Van der Wielen is aanwezig. Belangwekkend is ook een specimen van het handschrift van Dr. J. A. Alberdingfh Thym. Aan deze tentoonstelling is een expositie van kerkelijke kunst verbonden. Men heeft daarvoor geput uit de schatten van het Bis schoppelijk Museum en het ligt ln de bedoe ling in het vervolg om de veertien dagen of drie weken het een en ander te laten zien uit deze waardevolle collectie. Thans zijn te zien platen uit het Bisschop pelijk Museum en volledige fragmenten, die slechts nu en dan ln kleine afmetingen in tijdschriften worden gereproduceerd en die betrekking hebben op het Gentsclie altaar (Vlaamsche kunst van Van Eyck» en op het Isenheimer Altar (van Matthias Grünewaldï. Tenslotte vestigen wij de aandacht op de mooie miniaturen uit de 15e eeuw, prachtige voorbeelden van Fransch-Vlaamsche kunst.: ,Xes Trés Belles Heures de Jean de France, Due de Berry". KANTONGERECHT. UITSPRAKEN. A. S. het als bestuurder onder den in vloed van het gebruik van alcoholhouden den drank een rijwiel niet behoorlijk be sturen, na verzet, bekrachtiging van het vonnis dd. 15 October 1930 f 15 subs. 15 da gen hechtenis. B. S. het te Haarlenimerlicde ca. met voorwerpen van welken aard ook. langs de huizen venten zonder voorzien te zijn van een bewijs van vergunning f 2.— subs, twee dagen hechtenis: A. L. overtre ding van het Motor- en Rijwielreglement f 3 subs. 3 dagen hechtenis. W. K. openbare dronkenschap bij herhaling, drie dagen hechtenis. E. G. S. het te Heemstede als bestuurder van een motorrijtuig daarmede met een snel heid van 70 KM. per uur rijden f 15 subs. 15 dagen hechtenis. J. P. P. het te Haarlem als bestuurder van een rijwiel zich aan een in beweging zijnd motorrijtuig vasthouden f 4 subs. 4 dagen hechtenis. N. H. overtreding van het Regiement van politie voor de Vis- sohershaven te IJmuiden 2 subs. 1 week tuchtschool. W. V. overtreding van het Mo tor- en Rijwielreglement 1 subs. 1 dag hechtenis. J. v. Z. het 's avonds op een rij wiel rijden, terwijl dit niet voorzien is van een reflector 1 subs. 1 dag hechtenis. H. S. vrijspraak. H. C. G. en Th. J. B. straatschen derij, ieder 2 subs. 1 week tuchtschool. J. S. het loopen over verboden grond f 8 subs. 3 dagen hechtenis, W. Th. v. B. id. 8 subs. 8 i dagen hechtenis. PERSONALIA. Bij beschikking van den minister van Justitie is aan G. H. Kaaskooper op zijn ver zoek eervol ontslag verleend uit zijn betrek king van plaatsvervangend lid der Kamer van Toezicht over de notarissen en candi- daat-notarissen te Haarlem. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per regel. BONTWERKERS DAMESKLEEDERMAKERS BARTELJORISSTRAAT 26-28 FEUILLETON. ROMAN VAN HUGO BETTAUER. 21) (Nadruk verboden). De president gaf aan dit verzoek gehoor en direct daarop kwam, door duizend oogen aangestaard. Lotte Fröhlich de zaal binnen en ln minder dan geen tijd had haar aller aardigste verschijning aller harten veroverd. Dc rijkskanselier, die nog steeds lichte lach- krampaanvallen hal, klem Je e'n monocle in het oog en wierp een blik vol welgevallen op het jonge meisje, waarop president en officier haar uiterst correct behandelden. Lotte Fröhlich verklaarde zich bereid een samenhangend' verhaal te geven. Wat zij mededeelde, werd door Von Dengern's ver klaringen volkomen bevestigd. Sedert langen tijd had <sU moeten aanzien hoe haar ver loofde steeds verbitterder en moedeloozer werd. Ik zag aankom'en, dat hij op zekeren dag alle hoop en vertrouwen in zich zelf zou verliezen en geheel ten onder zou gaan. Ik wist. dat hij vaak bitteren nood leed, dik wijls 's avonds niet at, om mij een paar bloemen te kunnen geven en 's nachts adres sen schreef om tenminste iets te verdienen. Daarbij mocht ik hem niet helpen, ook niet, wanneer dat ln mijn macht had gelegen. Want Hartwig is trotsch en gevoelig en meer dan eens heeft hij mij verzekerd, het als een vergrijp tc beschouwen, dat hij mijn leven aan zijn hopelooze toekomst verbond. In een dergelijke stemming las ik een Fransch boek, dat Hartwig mij geleend had. Een roman, waarin o.m. ook een schilder voorkwam, dien de wereld niet wil erkennen. Later, wanneer hij lauweren heeft geoogst, vertelt hij van zijn strijd en zegt: Destijds was ik zoo ver. dat ik een moord had kunnen begaan, alleen om me uit de duisternis op te heffen. Deze woorden fascineerden mij en lieten me niet meer .os. Ik merkte de passage, maak te con kaniteekenlng en vertelde Thomas Hartwig wat ik ge'czen had HU lachte en zciac: Zoo zoo. dus d3t ls niet een middel om ie dcor dc daad omhoog :e werken, maar om door haar <ie reeds aanwezige werken be- focpiu. tc maken! Ik dron^ echter van dat oogenblik af in vollen ernst aan, dat Thomas iets geweldigs moest doen. om de aandacht op zich te vestigen. In Parijs had zich immers nog niet zoo lang geleden het p roe es-Land ru afgespeeld en mijn vage ideeën namen steeds vastere vormen aan. Hartwig's rijke fantasie deed hem snel voor de zaak winnen en nu werkten wij samen in alle détails een plan uit. waarin een massamoord zou worden ge ïmiteerd en welke dus tot de arrestatie van Hartwig zou moeten lelden. Toen we het er eindelijk over eens waren, haalde Ik al m'n geld bijeen en ging ik zoo snel aan het werk, dat Hartwig geen gelegenheid meer kreeg om zich te bedenken. Hij was het. die de veel belovende advertentie opstelde en ik schreef met verdraaid handschrift vijf antwoorden. MUn Uve- was echter al te groot, ik beging de dwaasheid twee brieven nog op den dag vóór heit verschUnen der advertentie te pos ten. Wanneer niet toevallig deze twee stempels zeer onduidelijk waren geweest, zou die grove fout er wei al te gauw een eind aan hebben gemaakt. In den loop van Juli grimeerde ik me met behulp van chignons en andere dingen vijf maal. huurde vUf maal onder valschen naam een kamer en vertelde steeds weer hetzelfde verhaaltje van m'n verloofde en zijn huis aan de Havel. Al het andere is u bekend. Ons streven was er voornamelijk op gericht de sporen slechts zoover uit te wisschen, dat men Hartwig tenslotte zou kunnen arresteeren en dat is ons dan ook gelukt. Waarom Hartwig niet dadelijk op den eersten dag van het pro ces de zaak heeft opgehelderd, weet ik niet, daar ik natuurlijk sedert hij in voorarrest za.t, geen voeling meer met hem had. Mejuffrouw Fröhlich trok den handschoen van haar fUne, slanke hand, beeedigde haar verklaringen en het publiek zwom in zalig heid en geluk. De rUkskanselier spitste de lippen barstte toen weer ln een schaterlach uit en streek zich, schijnbaar ln de beste stemming door zijn dik grUs haar. Wanneer ik al moet toegeven, dat Juf frouw Fröhlioh nie-, direct uit onedele mo tieven heeft gehandeld, mag ik toch niet nalaten er op te wijzen dat h:er niet alleen van een groote onbetamelijkheid, maar boven dien van een vijfvoudige valsche aangifte sprake is. zoodat ik me toch genoodzaakt zal z!en in dezen zin een elsch bij de com petente afdeeling in tc stellen. Lotte scheen zich <iat <L-e:geruen* niet- bijsver aan te trekken en toen uit de achterste rijen een diepe basstem riep: De boete betaal ik! klonk opnieuw een daverend gelach door de zaal. De president deed geen moeite meer het publiek tot de orde te roepen, omdat hij tenslotte den rijkskanselier toch geen terechtwijzing kon toedienen. De vijf vrouwen, de portier Ztmmermann en de uitdrager Goidlust hadden de identi teit der getuige met de dames Müller, Maller, Jensen, Pfeiffer en Cohen spoedig vastge steld. De hospita van de gezette Salma Cohen sloeg daarbij van verwondering de handen ineen en riep onder luid gejuich en gelach van het publiek uit: Nqu, maar de Juffrouw is toch wel mager geworden! Toen ze bU mij woonde, had ze toch minstens zoo'n om vang. En bij deze woorden maakte ze een beweging met haar handen, die aan duidelijk heid niets te wenschen overlie*. Ook de uitdrager Goidlust herkende in Lotte oogenbllkkelijk de dame, die <bU hem in den winkel was geweest en nu werd onder algemeene spanning Thomas Hartwig nog maals voorgeroepen. Verlegen lachend, blozend als een school jongen, bevestigde hU de verklaringen van Von Dengern en zijn verloofde. De zaak had niet zoo'n eenvoudig ver loop als ik me aanvankelijk had voorge steld. Ik nam n.l. ciestUds aan. dat alleen de persoonsbeschrijvingen, welke de hospita's van mij zouden geven, voldoende zouden zijn om mU te vinden, maar daarin werd ik te leurgesteld. Reeds dacht lk er over door een anoniemen brief de aandacht, op mezelf te vestigen, toen m'n verloofde de door de politie in de Gcneral-anzelger geplaatste annonce ontdekte! Ik was er direct van overtuigd, dat hier een val voor mij werd opengezet, doch ik liep er natuurlijk maar al te graag in. Ook toen de commissaris der recherche in de rol van bewonderaar met mij kennis maakte kreeg ik argwaan. Dc heer Von Den gern echter speelde deze rol zoo voortreffelijk dat lk me weer op een dwaalspoor Het bren gen. De vijf brieven had ik natuurlijk op zettelijk ln de iade bij de vele andere gelegd, opdat er spoedig genoeg bewijzen tegen mij zouden worden gevonden. Nu zou ik echter mijn vergrijp ook moreel willen rechtvardigen. Ik ben er mU volkomen van bewust een buitengewone frivoliteit te hebben begaan, ja. zelfs een vrij lage streek, omdat ik hat publiek wekenlang in spanning hie id en dc justitie, dien voornamen factor van eiken staat, onncodig werk heb veroor zaakt. Maar meneer Von Dengern heeft zeer juist beweerd, dat ik de waarde van mijn persoonlijkheid, of beter gezegd van mijn prestaties hoog genoeg aansla om over veel heen te kunnen komen. Het groteske, fantas tische denkbeeld, mijne heeren, dat mijn verloofde en ik hebben opgevat, moest mij ae mogelijkheid bieden mijn werk de waar deering te geven, die het toekwam, om dan met nieuwe kracht verder te kunnen arbei den. Zouden onze nakomelingen het een van de grootste Duitsche denkers en dichters ten kwade dulden, wanneer hij op eenzelfde wijze zijn doel had bereikt als ik? Zeer zeker niet! Ik, die vertrouwen had ln me zelf, zag den weg voor mij gebarricadeerd met hindernis sen, die ik niet uit denweg kon ruimen. Het is gemakkelijk te beweren, dat het genie zich baan breekt. Men kent nu eenmaal al leen het genie dat zich baan gebroken heeft, maar nie;. de velen, die onderweg gestruikeld zijn en achtergebleven als even zoovele slachtoffers van het onbarmhartige leven. Had ik geduldig voortgewerkt. dan zou mijn roman ten laatste waarschijnlijk nog slechts als pakpapier zijn gebruikt en mijn drama had bij directeur Hohlbaum zóó lang in de kast gelegen tot de muizen het hadden cp- geknaagd. Ik wilde en zou echter niet wach ten en liever liet ik mij door een frivole schelmenstreek aan het daglicht sleuren, dan in alle bescheidenheid in het donker onder te gaan. Een diepe stilte volgde op deze woorden; eerst na eenige oogenblikken werd hier en daar ..bravo" geroepen. De rijkskanselier knikte bedachtzaam en wierp 'n langen bilk vol medelijden op Thomas Hartwig. De president stelde een vraag: Vertelt u mij nu eens, meneer Hartwig. waarom u aan deze niet geheel onberispelijke geschiedenis niet gisteren reeds een eind heeft ge maakt? Hartwig glimlachte: Meneer de president, dat kwam voort uit- een zeer menschelljk gevoel. Ik was een voudig bang voor de critlek! Ware gisteren de bom gebarsten, dan had dat het lot van mijn drama belangrijk kunnen beïnvloeden. Niet dat ik aan den goeden wil en de eer lijkheid der critici twijfel, maar het is nu eenmaal heel wat anders te oordeelen over het stuk van iemand, die de opvoering daar van slechts door een wanhoopsdaad weet te bewerkstelligen cn morgen reegis weer mm- den in het Berlijnsche leven kan opduiken, dan over dat van iemand, die om zoo te zeg gen niet meer tot de levenden behoort. Ik gaf er de voorkeur aan te wachten tot ae critici hun oordeel geveld zouden hebben en daarom heb ik ook besloten eerst vandaag te spreken. De president wierp een vragenden blik op den officier, waarop deze zich van zij a zetel verhief: Edelachtbare heeren president en rech ters, mijne heeren gezworenen! Daar aan het feit, dat hier, volgens de ln deze zitting geleverde bewijzen, van een misdaad geen sprake ls, niet meer behoeft te worden ge twijfeld, neem ik hiermede de tegen Thomas Hartwig ingediende aanklacht terug en heb ik de eer te requireeren tot ontslag van rechtsvervolging en onmiddellijke invrijheids- stelling van den beklaagde. Overigens be houd ik me voor ook tegen hem een aan klacht in te dienen wegens misleiding en het aansporen tot het doen van een valsche aanklacht. Daarmede was de groote Berlijnsche sensatie beëindigd en toen een kwartier later Thomas Hartwig aan de zijde van Lotte Fröhlich het gerechts,gebouw verliet, werd hij door luide toejuichingen, vermengd met spotten de uitroepen uit een dichte menschcnmenigte ontvangen. Slechts met moeite konden zij zich een weg banen door de honderden nieuwsgierigen om in de reeds bestelde taxi te vluchten. Het was echter Joachim von Dengern, die het portier voor hen opende en hen de hand schudde om dan kort en droog op te merken: Op gevaar af, dat u mij verraden zult en mij daardoor ernstig in m'n carrière zou benadeelen, wil ik u toch wel verzekeren, dat ik reeds destijds, toen ik u van het post kantoor op den voet volgde, argwaan ben gaan koesteren ten opzichte van uw „eer lijke" bedoelingen als massa-moordenaar. U heb lk nooit voor een misdadiger, uw verloofde daarentegen steeds voor een zeer slim per soontje gehouden. En dat spelletje beviel me zóó goed, dat ik 't ook tot het eir.de toe gespeeld wilde zien!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1930 | | pagina 6