DE ECONOMISCHE TOESTAND.
I0ELL EN 1©©
©potimdim©
STRIJDENDE ZIELEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 30 DECEMBER 1930
Een Terugblik op 1930.
Zoowel nationaal, als internationaal be
keken Is 1930 voor ons land allerminst een
Jaar geweest, waarop met voldoening zal wor
den teruggezien. De voortschrijdende verhoo
ging der tarfefmurcn, de Geest van Geneve,
waaraan velen hoe langer hoe meer gaan
twijfelen, het matig succes der Economische
Conferentie, de groote moeilijkheden, waarin
onze Oostelijke buren feitelijk doorloopend
verkeeren. dit alles moge op menigeen mis
schien weinig indruk maken, te weinig zelfs,
maar blind zijn voor de crisis, welke wij in
eigen land hebben door te maken is toch wel
bijna onmogelijk.
De werkloosheid heeft ten onzent onge
kende afmetingen aangenomen, al zijn wij er
verhoudingsgewijze beter aan toe dan vele
andere landen Deze troost is evenwel een
uiterst schrale. Op 18 November van dit jaar
stonden bij de organen der openbare arbeids
bemiddeling in ons land 90.500 werk
zoekenden ingeschreven, tegenover 45.350 op
denzelfden datum in 1929. Eerstgenoemd
cijfer is aan den lagen kant en zonder eenige
overdrijving mag men aannemen, dat ons
land op dit oogenblik circa 120.000 werk-
loozen telt. Dit beteekent; steun aan onge
veer 300000 personen. In 1929 heeft, volgens
globale raming deze steun achttien mlüloen
gulden bedragen, welk bedrag ten laste
kwam van het Rijk de Gemeenten, de Pro
vincies en de werkloozenkassen. Deze Qijfers
spreken voor zich zelf en geven tegelijkertijd
een schril beeld van de positie, waarin nij
verheid en handel ten onzent verkeeren.
Maar er zijn ook andere barometers, die
helaas maar even duidelijk doen zien. dat
deze werkloosheidscijfers den toestand zonder
overdrijving typeeren. Die andere barometers,
zij mogen nog verschillend van aard zijn. zij
mogen een zekere onvolkomenheid hebben,
maar zij sluiten zich wonderwel aan bij het
beeld der werkloosheid.
De cijfers over onze handelsbeweging maken
dan nog niet eens het kwaadste figuur. In- en
uitvoer over de maanden Januari tot en met
September 1929. naast 1930, geven het
onderstaande beeld:
Invoer:
1929 1930
Januari t m September
millloen K G. 22.797 23.905
Januari t m September
millioen guldens 2 043 1.874
Uitvoer:
Januari t'm September
millioen K.G.12.039 12.287
Januari t'm September
millloen guldens
1.495 1.324
In deze cijfers moet het zelfs opvallen, dat
de waarde van den Nederlandschen ln- en
uitvoer, in K.G. uitgedrukt, vergeleken bij
verleden jaar, gestegen is, al staat daar on
middellijk tegenover, dat de waarde in gul
dens is gedaald. Het beeld onzer handelsbe
weging wettigt mi. evenwel geenszins een
algeheelc ommezwaai, met betrekking dor
door ons land gevolgde handelspolitiek. Wel
zijn de stemmen, die in deze richting willen
werken, talrijker geworden en klinken zij
luider, maar steun vinden in het boven ge
publiceerde cijfermateriaal kunnen zij m.f.
niet. Wordt door hen, die vooral in het laatste
jaar gepleit hebben voor „actieve" handels
politiek en die misschien nog wel verder
wenschen te gaan. niet vergeten, dat wij
groot geworden zijn door den ..vrijen" handel,
dat wij arm zijn aan grondstoffen en in
eigen land feitelijk gene afzetgebied van vol
doenden omvang kunnen vinden?
Soortgelijke cijfers geven, al is het van
andere zijden beschouwd, ook een beeld van
onze positie op nijverheids- en handelsgebied.
Toch deze ,.conjunctuur"cijfers behooren ook
die der nieuwe uitgiften voor gewone aan-
deelen ln ons land. Het beeld dezer binnen-
landsche emissies ziet als volgt uit:
Januari t'm September 1929
1930
144.644.000
15.809-000
103
73
115
99
66
25
84
76
95
68
128
87
131
107
104
74
Hier treft wel het zeer groote verschil in
1930 vergeleken bij het vorige jaar en al
zal daarvan een zeker percentage niet voor
rekening gebracht kunnen worden van in-
dustriëele en'of handelsondernemingen, toch
zal aan die zijden wel de hoofdschuld liggen.
De slechte gang van zaken eenerzijds en de
volkomen begrijpelijke terughoudendheid an
derzijds men denke slechts aan de geringe
lust en het groote risico bij uitbreidingen en
ingrijpende wijzigingen spiegelen zich in
deze cijfres af. Stelt men daarnaast het
sedert Juli 1929 voortdurend dalende wissel
disconto der Nederlandscbe Bank van 5'i%
fs teruggeloopen tot 3% en de indexcijfers van
koersen van aandeelen, dan is het beeld niet
rooskleurig. Van deze koersen-indexcijfers zij
slechts in het onderstaande een beknopt over
zicht gegeven:
Indexcijfers Koersen van aandeelen
1921—1925 100. 4e kwart, 1929. Oct. 1930
Nijverheidsondernemingen
Banken
Scheepvaartondernemingen
Andere ondernemingen
Totaal Nederland
Indische ondernemingen
Petroleum
Alle fondsen
Een dergelijk daling is ook terug te vinden
bij de indexcijfers der groothandelsprijzen,
terwijl die der kleinhandelprijzen minder
daalden.
Het aantal geneesmiddelen, om aan alle
moeilijkheden een einde te maken, en welke
worden aanbevolen, is legio. De ontwrichting
van ons economisch leven is evenwel natio
naal, doch een fnternationaal verschijnsel.
Veel zal dan ook alleen ten goede kunnen
keeren, wanneer men Internationaal tot rege
lingen komt. Dat mag evenwel geen aan
leiding zijn om ln eigen land de beraad
slagingen buiten onze grenzen af te wachten
en zelf niets te doen. Over enkele zaken, welke
binnen onze grenzen op dit oogenblik, in ver
band met deze crisis, maar dan ooit de aan
dacht vragen, zij nog het een en ander op
gemerkt.
Een der belangrijkste punten is de inrich
ting van onzen voorlichtingsdienst, ten be
hoeve van nijverheid, handel en landbouw.
De malaise noodzaakt tot verhoogde activi
teit. Deze kan alleen gunstige resultaten af
werpen, Indien de organen, welke hebben
voor te lichten over voldoende en afdoende
gegevens beschikken. Daaraan ontbreekt nog
zeer veel. De opmerking, welke men wel hoort,
INGEZONDEN" MEDEDEELIXGEN
a 60 Cts. per regel
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct». per regel.
MEUBELEN
Levering direct aan PARTICULIEREN
Moderne EIKEN EETKAMER compleet 17O.-
HUISKAMER AMEUBLEMENT, compleet90.-
HUIS-, SALON-, SLAAPKAMEkMELBELEN. BEDDEN, DEKENS enz., alles met 3 jaar schrif
telijke garantie. Prima afwerking. Nederi. Meuocl-industrie „NEMI Modelkamers voor HAARLEM
KONINGINNEWEG 18 TELEFOON 12868
dat nijverheid en handel, via hunne eigen
organen, vlugger en beter achter de benoo-
digde gegevens komen, is verklaarbaar en in
vele gevallen juist.
In een tijd. dat afzetgebieden voor onze
producten verlóren'gaan, dat door allerhande
belemmerende maat regelen ons economisch
leven geschokt wordt, dat nieuwe vindingen,
rationaliseering enz de concurrentie-moge-
lijkheld vergroot.cn en dat alles ten tijde eener
geweldige Inzinking, doet de behoefte aan
een perfect georganlseerden voorlichtings
dienst sterk gevoelen. Het is hier niet de
plaats over de Inrichting van een dergelijken
dienst meerdere opmerkingen te maken: ver
andering moet evenwel spoedig komen en in
dat opzicht moge misschien iets goeds ver
wacht worden van de uitvoering van de plan
nen, welke bij gelegenheid van de Algemeene
Beschouwingen over de Staatsbegrooting 1931
van de regeeringstafel zijn medegedeeld.
En voorts de landbouwcrisis, beter: de
akkerbouwcrisis. Er is reeds zooveel over ge
schreven, dat slechts met een enkele op
merking worde volstaan. Dit brandende
vraagstuk hetwelk bij dc Landbouwbegrooting
en bij de Waterstaatbegrooting (tariefsver
laging) aan de orde kwam. moet toch feite
lijk beoordeeld worden tezamen met den be
narden toestand, waarin vrijwel ons geheele
economische leven zich bevindt. Zou een op
meer of minder juiste wijze verleende over
heidshulp aan den akkerbouwer nltt even
eens verzoeken van gelijke strekking uitlok
ken van andere zijden? Immers, waarom hulp
aan den laXdbouwer, aan den landbouwer
alleen en niet aan den industrieel of aan den
handelaar? Is de positie van onze scheeps
werven, van onze Twentsche industrie, van
de metaalnijverheid enz. van dien aard. dat
steun niet urgent zou zijn? Daargelaten of
men deze hulp van die zijden wel zou vragen,
valt toch niet te ontkennen, dat de landbouw
steun wel eens zou kunnen blijken te zijn
het begin van den bekenden sneeuwbal. Dan
weet men eerst recht waar het begin is ge-
geweest, maar men weet nog niet, waar het
einde zal zijn.
En kan men dan geen steun verleenen, die
de overheidskas geheel of erootendeels onge
schonden laat? Ongetwijfeld. Men denke
daarbij in de eerste plaats aan het gebruik
van inlandsch vleesch bij ons leger, in in
richtingen welke of onder overheldsbeheer
staan of waar de overheid een groote zeggen
schap heeft Daarnaast Dr. F. E. Postuma
deed het middel aan de hand in zijn ope
ningsrede bij gelegenheid voor de vergadering
van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel-
bond kan de regeering den betrokken
ambtenaren opdracht geven om op alle kook
scholen, huishoudscholen, enz. waar de re
geering invloed heeft, goed duidelijk te maken
wat het Rijkdmerk voor de boter en de kaas
beteekent. Maar daarmede is men er op lange
na nog niet. Zoo ooit. dan is het thans de
hoogste tijd om het Nederlandsch Fabrikaat
te gebruiken. Wie dc verslagen der vergade
ringen van de Commissie voor de Werkver
ruiming leest, weet dat in dit opzicht ver
betering valt te bespeuren. Voldaan is men
evenwel allerminst. Zonder van de bijzon
derheden op de hoogte te zijn. vraagt men
zich af, of het nu wel zoo op z'n plaats was
te Juichen over het feit, dat twee treinladin
gen met machines uit Newcastle Beverwijk
zijn komen binnenrollen met materiaal voor
de nieuwe electrlsché centrale van het
P.E.N. te IJmuiden. Ware het en vooral
onder de huidige omstandigheden niet
aangenamer geweest, indien met rechtmatl-
gen trots gewezen had kunnen worden op
Nederlandsch product, geheel en al met
Nederlandsche middelen naar Bevrewijk ge
voerd?
Reclame kost geld, goed reclame kost zeer
veel geld; het is alweder een uitspraak van
Dr. Posthuma in de vergadering van den
F.N.Z. Iri deze tQden, dat Rijk en Gemeenten,
toch zeker de noodige zuinigheid in acht te
nemen hebben, zal ieder middel tot verbete
ring van den toestand, hetwelk geen of zeer
weinig geld kost. aangegrepen moeten worden.
Dat middel zie ik vóór alles in het oordeel
kundig gebruik van Nederlandsche produc
ten. Men zal daartoe den strijd in ons land
moeten volhouden tegen een bestaande sleur
en tegen een groote mate van deftigheid.
Iedereen zal ln eigen omgeving niet alleen
de gedachte moeten propageeren van het
gebruik van eigen producten, maar ook deze
gedachte toepassen. Anders Ls het practisch
resultaat al buitengewoon klein. En dat daar
naast een zekere deftigheid een rol speelt,
weet een ieder, die zich slechts de moeite
getroost ln zijn allernaaste omgeving eens
rond te kijken.
Een der voorboden van wat in het komende
jaar eerst voor velen recht duidelijk zal wor
den, hebben wij gehad bij de behandeling der
gemeentebegrootingen 1931: de toekomstige
beteekenis der bedrijfswinsten. De nieuwe
regeling der financieele verhouding tusschen
Rijk en Gemeenten geeft aan deze winsten
een zeer bijzondere beteekenis. Daarin ligt
een dankbaar project voor Wethouders van
Financiën om ten slotte de financieele
koorden toch nog aaneen te kunnen knoopen.
Daarnaast heeft de stormloop In ons land
tegen de zoo hatelijke Zakelijke Bedrijfsbe
lasting succes gehad. Zoowel Amsterdam als
Utrecht en ten deele ook Dordrecht zijn ver
overd, het bolwerk Haarlem heeft zich weten
te handhaven. De aanhouder zal evenwel
zegevieren.
Het financieel aspect moet zorgen baren
De methode, waarop de Minister van Finan
cien enkele millioenen heeft weten te ver
overen in een veldslag in het Parlement,
welke zich kenmerkte door een groote heftig
heid, stuit iedereen tegen de borst. Het stel
len der portefeuillekwestie is hier beslissend
geweest en niet het ontwerp der accijnsver-
hooging op het gedistilleerd.
De baten uit Indlë zijn reeds sterk terug
loopend. De beteekenis daarvan komt op dit
oogenblik nog niet tot uiting, maar in de
komende belastingjaren zal daarmede ernstig
rekening gehouden moeten worden.
In dat verband is het noodzakelijk, dat al
leen tot net treffen van die sociale voor
zieningen worde overgegaan, welke geen uit
stel lijden en die. welke geen nieuwe lasten
op de industrie en op den handel leggen. Het
is niet geheel overbodig een dergelijke
opmerking te lanceeren, want het degelijke
principe van: de tering naar de nering te
zetten, raakt hoe langer hoe meer op den
achtergrond. Dat geldt niet alleen voor het
doen en laten van de Overheid, neen, ook in
het zoo veel kleinere bedrijf, hetwelk men:
ons eigen huishouden zou kunnen noemen,
is dat het geval. Dat het afbetalinsstelsel
daarbij een rol van beteekenis heeft gespeeld
behoeft wel niet nader uiteengezet te worden.
Wanneer men evenwel een dergelijk advies
geeft, is men zeker door velen voor een
reactionair in de slechte beteekenis van het
woord uitgekreten te worden, dat zal mi. toch
niet mogen leiden tot het verstoppertje
spelen en hun. die een dergelijke kwalifi
catie meenen te moeten gebruiken zij opge
merkt, dat er ook reactie bestaat op gezonden
leest geschoeid.
Resumeerend kan men zeggen: industri-
eelen. handelaren en landbouwers gaat het in
ons land in het algemeen gesproken niet
goed. de toekomst Is onzeker en in menig
geval duister. Vele factoren zijn er welke
daartoe aanleiding hebben gegeven. Enkele
er van heb ik zeer globaal toegelicht. Moet
men thans bij de pakken gaan neerzitten?
Dat ware dwaasheid. Met woorden verdrijven
wij de malaise niet, er moeten daden ge
steld worden. Onze energie moeten wij zoo
hoog mogelijk opvoeren, onze jeremiades tot
een minimum beperken, onze werklust en
werkijver zullen de steunpilaren moeten
worden, zooals zij dit reeds gedurende eeuwen
voor ons volk geweest zijn.
MOLLERU3.
JOANNES STALPAERT VAN
DER WIELEN.
TENTOONSTELLING IN DE R-K. LEESZAAL
In het gebouw aan de Nieuwe Gracht,
waarin de R.K. Leeszaal is gevestigd, is, zoo
als bekend, een zaaltje dat nu en dan ge
bruikt wordt voor het houden van tentoon
stellingen enz.
Op het oogenblik is daar een kleine, maar
interessante expositie te bewonderen, die een
duidelijk overzicht geeft, van het leven en de
werken van Joannes Stalpaert van der Wie
len, den Delftschen pastoor, die zeer bevriend
was met Vondel en Anna Roemers Visscher
tot vereerster had.
Er zijn verschillende portretten van Stalpaert
van der Wielen o.m. een portret in olieverf,
afgestaan door den heer Leeuwenberg, al
hier en verder interessante eerste drukken;
bloemlezingen uit zijn werken en lyrische ge
dichten: biografieën, uitvoerig en beknopt:
ook een proeve van het handschrift van
Van der Wielen is aanwezig. Belangwekkend
is ook een specimen van het handschrift van
Dr. J. A. Alberdingfh Thym.
Aan deze tentoonstelling is een expositie
van kerkelijke kunst verbonden. Men heeft
daarvoor geput uit de schatten van het Bis
schoppelijk Museum en het ligt ln de bedoe
ling in het vervolg om de veertien dagen of
drie weken het een en ander te laten zien uit
deze waardevolle collectie.
Thans zijn te zien platen uit het Bisschop
pelijk Museum en volledige fragmenten, die
slechts nu en dan ln kleine afmetingen in
tijdschriften worden gereproduceerd en die
betrekking hebben op het Gentsclie altaar
(Vlaamsche kunst van Van Eyck» en op het
Isenheimer Altar (van Matthias Grünewaldï.
Tenslotte vestigen wij de aandacht op de
mooie miniaturen uit de 15e eeuw, prachtige
voorbeelden van Fransch-Vlaamsche kunst.:
,Xes Trés Belles Heures de Jean de France,
Due de Berry".
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN.
A. S. het als bestuurder onder den in
vloed van het gebruik van alcoholhouden
den drank een rijwiel niet behoorlijk be
sturen, na verzet, bekrachtiging van het
vonnis dd. 15 October 1930 f 15 subs. 15 da
gen hechtenis. B. S. het te Haarlenimerlicde
ca. met voorwerpen van welken aard ook.
langs de huizen venten zonder voorzien te
zijn van een bewijs van vergunning f 2.—
subs, twee dagen hechtenis: A. L. overtre
ding van het Motor- en Rijwielreglement
f 3 subs. 3 dagen hechtenis. W. K. openbare
dronkenschap bij herhaling, drie dagen
hechtenis.
E. G. S. het te Heemstede als bestuurder
van een motorrijtuig daarmede met een snel
heid van 70 KM. per uur rijden f 15 subs. 15
dagen hechtenis. J. P. P. het te Haarlem als
bestuurder van een rijwiel zich aan een in
beweging zijnd motorrijtuig vasthouden f 4
subs. 4 dagen hechtenis. N. H. overtreding
van het Regiement van politie voor de Vis-
sohershaven te IJmuiden 2 subs. 1 week
tuchtschool. W. V. overtreding van het Mo
tor- en Rijwielreglement 1 subs. 1 dag
hechtenis. J. v. Z. het 's avonds op een rij
wiel rijden, terwijl dit niet voorzien is van
een reflector 1 subs. 1 dag hechtenis. H. S.
vrijspraak. H. C. G. en Th. J. B. straatschen
derij, ieder 2 subs. 1 week tuchtschool. J. S.
het loopen over verboden grond f 8 subs. 3
dagen hechtenis, W. Th. v. B. id. 8 subs. 8 i
dagen hechtenis.
PERSONALIA.
Bij beschikking van den minister van
Justitie is aan G. H. Kaaskooper op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend uit zijn betrek
king van plaatsvervangend lid der Kamer
van Toezicht over de notarissen en candi-
daat-notarissen te Haarlem.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct«. per regel.
BONTWERKERS DAMESKLEEDERMAKERS
BARTELJORISSTRAAT 26-28
FEUILLETON.
ROMAN VAN HUGO BETTAUER.
21)
(Nadruk verboden).
De president gaf aan dit verzoek gehoor
en direct daarop kwam, door duizend oogen
aangestaard. Lotte Fröhlich de zaal binnen
en ln minder dan geen tijd had haar aller
aardigste verschijning aller harten veroverd.
Dc rijkskanselier, die nog steeds lichte lach-
krampaanvallen hal, klem Je e'n monocle
in het oog en wierp een blik vol welgevallen
op het jonge meisje, waarop president en
officier haar uiterst correct behandelden.
Lotte Fröhlich verklaarde zich bereid een
samenhangend' verhaal te geven. Wat zij
mededeelde, werd door Von Dengern's ver
klaringen volkomen bevestigd. Sedert langen
tijd had <sU moeten aanzien hoe haar ver
loofde steeds verbitterder en moedeloozer
werd. Ik zag aankom'en, dat hij op zekeren
dag alle hoop en vertrouwen in zich zelf zou
verliezen en geheel ten onder zou gaan. Ik
wist. dat hij vaak bitteren nood leed, dik
wijls 's avonds niet at, om mij een paar
bloemen te kunnen geven en 's nachts adres
sen schreef om tenminste iets te verdienen.
Daarbij mocht ik hem niet helpen, ook niet,
wanneer dat ln mijn macht had gelegen.
Want Hartwig is trotsch en gevoelig en meer
dan eens heeft hij mij verzekerd, het als een
vergrijp tc beschouwen, dat hij mijn leven
aan zijn hopelooze toekomst verbond.
In een dergelijke stemming las ik een
Fransch boek, dat Hartwig mij geleend had.
Een roman, waarin o.m. ook een schilder
voorkwam, dien de wereld niet wil erkennen.
Later, wanneer hij lauweren heeft geoogst,
vertelt hij van zijn strijd en zegt: Destijds
was ik zoo ver. dat ik een moord had kunnen
begaan, alleen om me uit de duisternis op
te heffen.
Deze woorden fascineerden mij en lieten
me niet meer .os. Ik merkte de passage, maak
te con kaniteekenlng en vertelde Thomas
Hartwig wat ik ge'czen had HU lachte en
zciac: Zoo zoo. dus d3t ls niet een middel
om ie dcor dc daad omhoog :e werken, maar
om door haar <ie reeds aanwezige werken be-
focpiu. tc maken! Ik dron^ echter van dat
oogenblik af in vollen ernst aan, dat Thomas
iets geweldigs moest doen. om de aandacht
op zich te vestigen. In Parijs had zich immers
nog niet zoo lang geleden het p roe es-Land ru
afgespeeld en mijn vage ideeën namen steeds
vastere vormen aan. Hartwig's rijke fantasie
deed hem snel voor de zaak winnen en nu
werkten wij samen in alle détails een plan
uit. waarin een massamoord zou worden ge
ïmiteerd en welke dus tot de arrestatie van
Hartwig zou moeten lelden. Toen we het er
eindelijk over eens waren, haalde Ik al m'n
geld bijeen en ging ik zoo snel aan het werk,
dat Hartwig geen gelegenheid meer kreeg
om zich te bedenken. Hij was het. die de veel
belovende advertentie opstelde en ik schreef
met verdraaid handschrift vijf antwoorden.
MUn Uve- was echter al te groot, ik beging
de dwaasheid twee brieven nog op den dag
vóór heit verschUnen der advertentie te pos
ten. Wanneer niet toevallig deze twee stempels
zeer onduidelijk waren geweest, zou die grove
fout er wei al te gauw een eind aan hebben
gemaakt.
In den loop van Juli grimeerde ik me met
behulp van chignons en andere dingen vijf
maal. huurde vUf maal onder valschen naam
een kamer en vertelde steeds weer hetzelfde
verhaaltje van m'n verloofde en zijn huis aan
de Havel. Al het andere is u bekend. Ons
streven was er voornamelijk op gericht de
sporen slechts zoover uit te wisschen, dat men
Hartwig tenslotte zou kunnen arresteeren en
dat is ons dan ook gelukt. Waarom Hartwig
niet dadelijk op den eersten dag van het pro
ces de zaak heeft opgehelderd, weet ik niet,
daar ik natuurlijk sedert hij in voorarrest
za.t, geen voeling meer met hem had.
Mejuffrouw Fröhlich trok den handschoen
van haar fUne, slanke hand, beeedigde haar
verklaringen en het publiek zwom in zalig
heid en geluk.
De rUkskanselier spitste de lippen barstte
toen weer ln een schaterlach uit en streek
zich, schijnbaar ln de beste stemming door
zijn dik grUs haar.
Wanneer ik al moet toegeven, dat Juf
frouw Fröhlioh nie-, direct uit onedele mo
tieven heeft gehandeld, mag ik toch niet
nalaten er op te wijzen dat h:er niet alleen
van een groote onbetamelijkheid, maar boven
dien van een vijfvoudige valsche aangifte
sprake is. zoodat ik me toch genoodzaakt
zal z!en in dezen zin een elsch bij de com
petente afdeeling in tc stellen.
Lotte scheen zich <iat <L-e:geruen* niet- bijsver
aan te trekken en toen uit de achterste rijen
een diepe basstem riep: De boete betaal ik!
klonk opnieuw een daverend gelach door de
zaal. De president deed geen moeite meer
het publiek tot de orde te roepen, omdat
hij tenslotte den rijkskanselier toch geen
terechtwijzing kon toedienen.
De vijf vrouwen, de portier Ztmmermann
en de uitdrager Goidlust hadden de identi
teit der getuige met de dames Müller, Maller,
Jensen, Pfeiffer en Cohen spoedig vastge
steld. De hospita van de gezette Salma Cohen
sloeg daarbij van verwondering de handen
ineen en riep onder luid gejuich en gelach
van het publiek uit: Nqu, maar de Juffrouw
is toch wel mager geworden! Toen ze bU
mij woonde, had ze toch minstens zoo'n om
vang. En bij deze woorden maakte ze een
beweging met haar handen, die aan duidelijk
heid niets te wenschen overlie*.
Ook de uitdrager Goidlust herkende in
Lotte oogenbllkkelijk de dame, die <bU hem in
den winkel was geweest en nu werd onder
algemeene spanning Thomas Hartwig nog
maals voorgeroepen.
Verlegen lachend, blozend als een school
jongen, bevestigde hU de verklaringen van
Von Dengern en zijn verloofde.
De zaak had niet zoo'n eenvoudig ver
loop als ik me aanvankelijk had voorge
steld. Ik nam n.l. ciestUds aan. dat alleen
de persoonsbeschrijvingen, welke de hospita's
van mij zouden geven, voldoende zouden zijn
om mU te vinden, maar daarin werd ik te
leurgesteld. Reeds dacht lk er over door een
anoniemen brief de aandacht, op mezelf te
vestigen, toen m'n verloofde de door de politie
in de Gcneral-anzelger geplaatste annonce
ontdekte! Ik was er direct van overtuigd,
dat hier een val voor mij werd opengezet,
doch ik liep er natuurlijk maar al te graag
in. Ook toen de commissaris der recherche
in de rol van bewonderaar met mij kennis
maakte kreeg ik argwaan. Dc heer Von Den
gern echter speelde deze rol zoo voortreffelijk
dat lk me weer op een dwaalspoor Het bren
gen. De vijf brieven had ik natuurlijk op
zettelijk ln de iade bij de vele andere gelegd,
opdat er spoedig genoeg bewijzen tegen mij
zouden worden gevonden.
Nu zou ik echter mijn vergrijp ook moreel
willen rechtvardigen. Ik ben er mU volkomen
van bewust een buitengewone frivoliteit te
hebben begaan, ja. zelfs een vrij lage streek,
omdat ik hat publiek wekenlang in spanning
hie id en dc justitie, dien voornamen factor
van eiken staat, onncodig werk heb veroor
zaakt. Maar meneer Von Dengern heeft zeer
juist beweerd, dat ik de waarde van mijn
persoonlijkheid, of beter gezegd van mijn
prestaties hoog genoeg aansla om over veel
heen te kunnen komen. Het groteske, fantas
tische denkbeeld, mijne heeren, dat mijn
verloofde en ik hebben opgevat, moest mij
ae mogelijkheid bieden mijn werk de waar
deering te geven, die het toekwam, om dan
met nieuwe kracht verder te kunnen arbei
den. Zouden onze nakomelingen het een van
de grootste Duitsche denkers en dichters ten
kwade dulden, wanneer hij op eenzelfde wijze
zijn doel had bereikt als ik? Zeer zeker niet!
Ik, die vertrouwen had ln me zelf, zag den
weg voor mij gebarricadeerd met hindernis
sen, die ik niet uit denweg kon ruimen.
Het is gemakkelijk te beweren, dat het genie
zich baan breekt. Men kent nu eenmaal al
leen het genie dat zich baan gebroken heeft,
maar nie;. de velen, die onderweg gestruikeld
zijn en achtergebleven als even zoovele
slachtoffers van het onbarmhartige leven.
Had ik geduldig voortgewerkt. dan zou mijn
roman ten laatste waarschijnlijk nog slechts
als pakpapier zijn gebruikt en mijn drama
had bij directeur Hohlbaum zóó lang in de
kast gelegen tot de muizen het hadden cp-
geknaagd. Ik wilde en zou echter niet wach
ten en liever liet ik mij door een frivole
schelmenstreek aan het daglicht sleuren, dan
in alle bescheidenheid in het donker onder
te gaan.
Een diepe stilte volgde op deze woorden;
eerst na eenige oogenblikken werd hier en
daar ..bravo" geroepen. De rijkskanselier
knikte bedachtzaam en wierp 'n langen bilk
vol medelijden op Thomas Hartwig.
De president stelde een vraag: Vertelt u
mij nu eens, meneer Hartwig. waarom u aan
deze niet geheel onberispelijke geschiedenis
niet gisteren reeds een eind heeft ge
maakt?
Hartwig glimlachte:
Meneer de president, dat kwam voort
uit- een zeer menschelljk gevoel. Ik was een
voudig bang voor de critlek! Ware gisteren
de bom gebarsten, dan had dat het lot van
mijn drama belangrijk kunnen beïnvloeden.
Niet dat ik aan den goeden wil en de eer
lijkheid der critici twijfel, maar het is nu
eenmaal heel wat anders te oordeelen over
het stuk van iemand, die de opvoering daar
van slechts door een wanhoopsdaad weet te
bewerkstelligen cn morgen reegis weer mm-
den in het Berlijnsche leven kan opduiken,
dan over dat van iemand, die om zoo te zeg
gen niet meer tot de levenden behoort. Ik
gaf er de voorkeur aan te wachten tot ae
critici hun oordeel geveld zouden hebben
en daarom heb ik ook besloten eerst vandaag
te spreken.
De president wierp een vragenden blik
op den officier, waarop deze zich van zij a
zetel verhief:
Edelachtbare heeren president en rech
ters, mijne heeren gezworenen! Daar aan
het feit, dat hier, volgens de ln deze zitting
geleverde bewijzen, van een misdaad geen
sprake ls, niet meer behoeft te worden ge
twijfeld, neem ik hiermede de tegen Thomas
Hartwig ingediende aanklacht terug en heb
ik de eer te requireeren tot ontslag van
rechtsvervolging en onmiddellijke invrijheids-
stelling van den beklaagde. Overigens be
houd ik me voor ook tegen hem een aan
klacht in te dienen wegens misleiding en het
aansporen tot het doen van een valsche
aanklacht.
Daarmede was de groote Berlijnsche sensatie
beëindigd en toen een kwartier later Thomas
Hartwig aan de zijde van Lotte Fröhlich
het gerechts,gebouw verliet, werd hij door
luide toejuichingen, vermengd met spotten
de uitroepen uit een dichte menschcnmenigte
ontvangen. Slechts met moeite konden zij
zich een weg banen door de honderden
nieuwsgierigen om in de reeds bestelde taxi
te vluchten. Het was echter Joachim von
Dengern, die het portier voor hen opende
en hen de hand schudde om dan kort en
droog op te merken:
Op gevaar af, dat u mij verraden zult
en mij daardoor ernstig in m'n carrière zou
benadeelen, wil ik u toch wel verzekeren, dat
ik reeds destijds, toen ik u van het post
kantoor op den voet volgde, argwaan ben
gaan koesteren ten opzichte van uw „eer
lijke" bedoelingen als massa-moordenaar. U
heb lk nooit voor een misdadiger, uw verloofde
daarentegen steeds voor een zeer slim per
soontje gehouden. En dat spelletje beviel me
zóó goed, dat ik 't ook tot het eir.de toe
gespeeld wilde zien!