FEMINA
Wat de vrouw in 1931 zal dragen
r
EN NIEUW
Hef Nieuwe Jaar In.
HAARLEM'S
DAGBLAD
WOENSDAG
31 DEC. 1930
Van oude en nieuwe modes.
Wanneer er iets nieuws in de mode ge
lanceerd wordt, een speciale mouw of model
van rok, dan denkt men dikwijls: het is pre
cies ais die mode van dertig jaar terug, of
wel mei\ hoort verklaren: er is niets nieuws
onder de zon; twintig Jaar geleden was het
precies zoo! Maar dat is toch heusch niet
waar. De mode wordt nooit herhaald in den
zelfden vorm. Men mag wel eens détails aan
„vroeger" ontleenen, ze worden altijd aange
past aan den nieuwen tijd, die weer andere
eischen stelt, dan dertig, veertig en meer
jaren terug. De vrouw van heden kan nu
eenmaal niet meer terug naar de talrijke
ongemakken, die de mode van vroeger jaren
meebracht. Men denke slechts aan de om
vangrijke hoepelrokken, de ingepende keurs
lijfjes, de ongezonde ingeregen wespentailles
en zoo meer. Aardig is daarom het idee, om
de oude en nieuwe modes eens naast elkaar
te zetten en te zien, waarin het wezenlijke
verschil bestaat. Zie eens naar dat hoepel
rokjuffertje van 1860 (links boven). Juffertje
1930 imiteert het model met een taille rok
met zes ruches. Maar geen hoepels erin!
Beide japonnen hebben een kort lijfje met
revers, maar het moderne drapeert zich
soepel en natuurlijk in zachte plooien om de
taille, terwijl juffertje 1830 een nauw in
geregen figuurtje heeft als in een harnas,
van voren met een punt en een strik. Boven
dien liep zij daarin den ganschen dag. ter
wijl het moderne juffertje haar lange japon
alleen voor 's avonds gebruikt. En dan juf
frouw 1830. Haar bol-geplooide drukke kraag
met ruche en dito kcrte mouwtjes, heeft
mejuffrouw 1930 overgenomen in den vorm
van een platte, geschulpte kraag. De taille
os lager gekomen, op de natuurlijke plaats,
en de drie kanten volants zijn meer in over
eenstemming met onzen tijd dan de stijve,
enkele ruim aangezette voiant van 1830. En
de hoeden? Dezelfde karakteristieke vereen
voudiging en inkrimping doet zich gelden.
Van de omvangrijke driekantige steek van
1715, soms nog grooter gemaakt door een
afhangende struisveer, is ons moderne,
kokette, kleine tricorn-tje gegroeid. Van het
kapertje van 1860 met de lange linten, het
moderne mutsje of de nauwsluitende capeline.
Alom dus meer eenvoud van lijn. meer soepel
heid van bewegen, meer natuurlijkheid in de
opvatting van de kleeding.
HOE MEN DE KLEUTERS
BEZIG HOUDT.
BRIE VENMAND JE.
Een aardig vacantiewerkje voor de grootere
meisjes is wel het vervaardigen van een brie-
venmandje voor Vader of Moeder. Op Vader's
schrijftafel zal voor een brievenmandje zeker
wel een plaatsje te vinden zijn. Wij hebben
voor dit mandje alleen wat karton noodig,
dat met een lapje zijde of een aardig stofje
wordt omgewerkt.
Vijf stukjes karton worden er gesneden en
wel een middenstukje van 15 bij 10 c.M., twee
lange zijden van 15 bij 3 c.M. en de twee
korte zijden 10 bij 3 c.M. Het lapje zijde wordt
daarna dubbel gelegd en men knipt een stuk
je van 23 bij 18 c.M. 1 c.M. wordt dus voor
den inslag gerekend. De hoekjes knipt men
rond af, zooals het modelletje op afbeelding
a U laat zien. (Cliché afb. a).
Met heele kleine
rijgsteekjes naait
men de kartonnetjes
zoo strak mogelijk
om. De ronde hoek
jes kunnen dichtge
naaid worden, maar
het staat aardiger,
wanneer men deze
hoekjes met druk
knoopjes afwerkt.
Ook het hengsel je
V
hanger onstaan, wij
maken het mandje
dan wel iets kleiner
en een der opstaan
de randen wordt
verhoogd. Door mid
del van een haakje
wordt het horloge
opgehangen en ook
de hoekjes maakt
men weer met druk
knoopjes af. (Cliché
afb. c).
Een aardig naai
mandje verkrijgt
men, wanneer men
het geheele mandje
vergroot.
Het modelletje van
het brievenmandje
is in de Tijdingzaal
van ons blad te zien.
wordt met druk
knoopjes aan het
mandje bevestigd.
(Cliché afb. b).
Dit is wel een zeer
eenvoudig modelle
tje, maar dat kan op
verschillende manle
ren gewijzigd wor
den.
Uit ditzelfde mand
je kan een horloge-
JAPON.
De meeste japonnen die men tegenwoor
dig ziet, zijn van een effen stof in elk ge
val van een weefsel zonder bepaald patroon.
Het is daarom volstrekt niet verboden iets
te dragen dat buiten de grenzen van het al
gemeen gangbare valt, zoodat we U deze hier
afgebeelde japon gerust durven aanbevelen.
Zij is voor haar onderste helft van een zwart
fluweel, terwijl de rest gemaakt is van een
roode kashmir met goud en zwart dessin. De
rok heeft een dwarse heupstrook, één geheel
vormend met het klokkende middenvoor
pand Aan weerskanten garneeren drie zwarte
knoopjes van galalifch genoemd heupstuk.
De bekoorlijke Avondmode.
W, K.
Alle japonnen zijn voor 's avonds nu zoo
lang. dat ze den grond raken of toch min
stens tot de enkels reiken. Zeer lang betee-
kent zeer chique, op het oogenblik. De tijd
van de parades van mooie (en leelijke bee-
nen, is voorbij en ook meer naar boven, bij
hals en armen, bewondert men niet onver
deeld meer de oude stelling, dat men daar
niet gekleed behoort te zijn. Ten eerste be
dekt de heel lange armhandschoen den arm
tot over den elleboog. Soms ook gaat men
zoo te werk dat de onderarm door een stuk
mouw tot over den elleboog bekleed wordt;
de handen en 'n stukje van den bovenarm blij
ven op deze wijze vrij. Op den drang naar
minder ongekleedheid komt verder tegemoet,
een soort berthekraag van fijn kant, in
zilver, goud of de kleur der stof. Onze teeke-
nlng geeft daar een voorbeeld van. De japon
is van crêpe satin, zwart met zilveren blad-
motiefjes doorweven, waarbij de kleine pele
rine van zilverkant uitstekend past. Het mid-,
den van den rok wordt gekenmerkt door
drie gefronste strooken.
Het Is heelemaal niet verstandig om de
schoenen overdadig met schoencrème of
smeer in te smeren, daar het teveel opdroogt
en korstjes vormt cn den weg baant voor
barsten in het leer,
HET WOORD IS AAN.::
De Kinderen
'n Meisje van vier jaar loopt aan moeder's
hand over straat en ziet in de koude icinter-
lucht den adem van een paard.
„O, Moederkijk eens, dat paard geeft
gas.'".
Nu is December voorbij. December met- al
zijn feesten. En er gaat een nieuw jaar be
ginnen.
De eerste dagen van Januari stemmen ons
meestal niet erg vroolijk. De feestdagen om.
En het nieuwe jaar? Ja, wat is daar eigen
lijk nieuw aan? Alles is bij het oude geble
ven.
Ieder jaar met Kerstmis, met Oudejaars
avond kijken we terug op het oude dat ging,
alsof wij er mee afgedaan hebben. We her
inneren ons allerlei gebeurtenissen, we her
denken het oude. Ja, zoo was het...En wat
zal er nu komen? We wachten op iets nieuws.
Het is alsof December staat als een rust
poos tusschen de jaren. Het oud December
het nieuwe.
Maar dan komt het nieuwe jaar. het wordt
Januari, en alles is bij het oude gebleven.
Als de laatste Nieuwjaarsvisite vertrokken
is, de chocoladeketel en de biscuitjes zijn
weggeruimd. Als de vuilnisman den kerst
boom op zijn kar heeft gegooid, hulst en
sparregroen zijn weggenomen, dan zitten wij
weer in onze zelfde oude kamer, dan is er
sedert November niets veranderd.
December.Vol verwachting klopt ons
hart"Vrede op aarde".
Maar de verwachtingen gingen niet in ver
vulling en zorgen en moeilijkheden verdreven
den vrede weer.
We wenschen elkaar veel heil en zegen in
het nieuw begonnen jaar. En we gaan ver
der ,,op hoop van zegen". Maar ook een beetje
teleurgesteld.
Moeder grijpt weer naar haar stopmandje,
want broer valt nog net als verleden jaar tel
kens gaten in zijn kousen. De typiste tikt
haar brieven weer.hierbij heb ik de eer
u mede te deelenze zijn nog onveran
derd. De onderwijzeres moet met frisschen
moed beginnen, de kinderen zijn wat achter
geraakt in December; er waren zooveel pret
jes
De kinderen voelen het niet zoo erg. Zij le
ven bij den dag. En veranderingen? O. die
komen wel, denken ze. Ze zien nog een lang
leven voor zich, vol avonturen en emoties. Ze
zijn nog niet ongeduldig. En juist den onge-
duldigen schijnt de Decembermaand zooveel
te beloven.
In den donkeren Kerstnacht ging een licht
on. de dagen worden langer, met schoten en
geloei is het oude jaar op de vlucht gejaagd.
En tóchdezelfde kousen van broer, de
zelfde sommetjes en thema's.
Eigenlijk weten we het welHet nieuwe
moet niet van buiten, maar van binnen uit
komen. De donkere maand met zijn stille
uren heeft het ons wel gezegd. We weten wel,
dat elke uiterlijke verandering au fond geen
verandering is. Wat wilden we eigenlijk? In
een ander huis gaan wonen, misschien wel in
een andere stad of ander land? Wenschten
we andere menschen In onze omgeving, ver
langden we een anderen werkkring? Wat
moest er veranderen?
Och. we verlangden alleen maar om geluk
kiger te zijn.
Én zouden al die uiterlijke veranderingen
ons dat gemaakt hebben? We nemen immers
overal ons zelf mee naar toe Het huis, het
kantoor, het schoollokaal het is maar entou
rage. We hoeven niet te wachten op avontu
ren om te ..veranderen". En avonturen alleen
deen ons niet verandern.
Wat klagen wij dan eigenlijk over de oude
sleur? Aan wie de schuld dat alles altijd bij
het oude blijft? In de stille December uren
wisten we het wel.
En nu? Och ja. we weten het nog wel. Maar
het is zoo moeilijk. Nog moeilijker dan een
nieuw jaar te beginnen is het zichzelf te ver
nieuwen. En toch willen we het zoo graag, we
verlangen zoo naar verandering. En het zou
zoo goed zijn
Maar zelfs als het om ons eigen geluk gaat
schieten we nog een boel tekort. Een nieuw
jaar. Vernieuwing
Ik wensch u allen een gelukkig 1931!
BEP OTTEN.
WINTERWANDELINC.
Een zeer gewaardeerd lezeres dezer rubriek
zond mij. naar aanleiding van mijn beschou
wing onder dezen titel van de vorige week
een ontboezeming, dlc hierop neerkomt, dat
zij iedere vrouw ontraadt om op een winter-
wandeling te gaan, omdat het helaas tegen
woordig niet meer veilig is. Ook mijn lezeres
is natuurvriendin. maar het naar hartelust
dwalen in de vrije natuur is niet meer mo
gelijk, omdat ongure individuen de natuur
haar vrijheid ontnomen hebben.
Inderdaad zijn er in de laatste jaren
vreeselijke geschiedenissen voorgevallen, die
de vrouw wel aanleiding geven, extra op
haar hoede te zijn. Maar toch geloof ik. dat
mijn geachte inzendster wel wat overdrijft.
En zij die zich in de eenzaamheid der natuur
niet op haar gemak voelen, kunnen zich al
tijd nog wel bepalen tot het wandelen in
gezelschap.
E. E. J.—P.
VAN HIER EN DAAR.
Marmeren bladen van waschtafels, nacht
kastjes enz. waarop kringen van karaffen of
glazen enz. gekomen zijn, maakt men goed
schoon met een lap met terpentijn.
Nieuwe schoenen trekt men het beste voor
de kachel of de haard aan. waar men ze
eerst even goed warm heeft laten worden.
Het leer wordt dan soepeler en voegt zich ge
makkelijker naar den voet. Natuurlijk moet
men vochtige schoenen nooit voor het vuur
drogen, want dan wordt het juist hard.
Zwarte peau de suede schoentjes worden
op den duur wel vaal. Men kan ze weer
prachtig zwart maken, door zc in te smeren
met. een mengsel van gelijke dcclen olijfolie
en zwajte ^Oost-Indische), inkt.
Voor heel velen is 1930 geen goed jaar ge
weest. en menigeen zal zonder eenig gevoel
van een weemoedig verlies dit oude jaar ach
ter zich laten en het nieuwe binnenstappen.
Het nieuwe jaar dat heeft de bekoring van
het onbekende, wie weet. wat er voor ons Ls
weggelegd in de periode van twaalf maan
den, die nu vóór ons ligt. Natuurlijk, het kan
ons verdriet brengen, maar het kan ook met
vreugde gepaard gaan, en voor velen die een
moeilijken tijd doorworstelen houdt 1931 toch
.een vage belofte in van betere tijden, die
zeker weet zullen aanbreken. Al is het dan
ook niet te zeggen wanneer, het nieuwe Jaar
kan toch de verandering van tegenspoed in
voorspoed met zich meebrengen en dat geeft
een hoopvol begin.
Naast die hoop op een betere toekomst,
welke in 1931 misschien tot werkelijkheid zal
worden, staan daar op Nieuwjaarsdag de jaar
lijks weerkeerenóe rijen van goede voorne
mens. Naast de kinderlijke, die met zoo'n
overtuigde zekerheid zeggen: ik zal in het
nieuwe jaar dit of dat aan- of afwennen,
staan de voorzichtigere van de „groote men
schen", die een poging zullen wagen, in het
een of ander verbetering aan te brengen.
Kinderwerk zegt u? Doen volwassenen daar
aan niet meer mee?
Kijkt u dan maar eens om u heen en zet
uw ooren open: in deze dagen is er vast
wel iemand, die zooiets beweert als mijn
vriend, die vond: eigenlijk moest een mensch
eenmaal in de twee weken of zoo wat naar
het Rijksmuseum gaan en systematisch al die
prachtige dingen daar gaan zien. Dat is toch
wel degelijk de moeite waard en ik begin er in
Januari eens mee!" Oneindig veel plannen
en plannetjes worden er op die wijze in deze
laatste dagen van het jaar opgeworpen, van
den meest uiteenloopenden aard, van kleine
hebbelijkheden die afgewend behoorden te
worden tot bepaalde gebreken, die onszelf
en anderen hinderen, van kleine genoegens,
die ons het leven veraangenamen, tot diep
gaande, ernstige studie die onze geest ver
rijkt en ons verstand scherpt.
Wat er echter meestal van terecht komt.
is niet zoo veel, maar een voordeel ligt er
toch zelfs alleen in dat voornemen besloten:
dat het ons weer eens herinnert aan onze
tekortkomingen en al hebben wij dan ook
niet genoeg energie om ze blijvend te verbe
teren, wij weten toch dat zij er zijn en daar
mee kunnen wij rekening houden.
Eén eigenschap is er echter, en die is van
zooveel belang, en er zijn er aoovelen om niet
te zeggen de meesten, welke die lang niet
genoeg op hun eigen karakter laten inwerken
dat deze eigenlijk voor iedereen geldend kan
heeten: dat is de verdraagzaamheid.
Verdraagzaamheid van gezinsleden onder
ling, van man en vrouw, van familieleden,
van de jeugd tegenover den ouderdom, var.
den ouderdom tegenover de Jeugd, van kin
deren onder elkaar en tenslotte van het
eene volk tegenover het andere. Dit aan-
kweeken van wat meer geduld tegenover
eikaars eigenschappen zouden wij een col
lectief goed voornemen kunnen noemen, dat
van enorm groot belang is voor het geziris
en familieleven, maar ook voor onze geheele
maatschappij.
Wie zich gepasseerd voelt in onzen tegen-
woordigen tijd, zet een hooge borst op en
zoekt zijn recht te krijgen, niet bekennende,
dat het geheel op een misverstand, op een
onachtzaamheid, of op een tekortkoming van
zijn eigen kant kan berusten.
De menschen maken elkaar het leven zuur
door eindelooze ruzietjes om futiele dingen,
die op den keper beschouwd, niet het minste
gewicht in de schaal leggen, familieleden be-
crltLseeren en bekijken elkaar om kleine
jalouzietjes. om dingen van niets, en ieder
een is er maar geweldig van overtuigd, dat
men niet moet rusten, voordat er „recht"
gedaan is.
Jonge menschen beklagen zich over de
ouderen, omdat zij hen n.et begrijpen en hen
dwarsboomen; de ouderen schudden hun
hoofd over de jeugd, die geen eerbied voor
den ouderdom kent en er zulke rare denk
beelden op na houdt.
En dat alles omdat ieder in zijn eigen per
soonlijke huisje, dat karakter heet. de wereld
anders bekijkt en niet de minste moeite
wenscht te doen, om zich In de gedachten-
gang van zijn medemenschon te verplaat
sen.
lleusch. het zou de moeite waard zijn. wan
neer wij in dit nieuwe jaar eens een ernstige
poging waagden, om elkaar beter te begrijpen,
om eikaars eigenaardigheden beter te ver
dragen en om wat dichter naar elkaar toe te
komen.
De verhouding tusschen de volken zou er
beter door worden en de wereld zou ook daar
door weer wat lichter en wat hoopvoller kun
nen worden.
E. E. J.—P.
Onze mooie leeren stoelen.
Het is net, of er tegenwoordig veel meer
leer verwerkt en gebruikt wordt. Men ziet
veel meer met leer overtrokken stoelen en
leeren voorwerpen, tasschen, boekomslagen,
enfin alle mogelijke voorwerpen van leer. En
leeren stoelen bijvoorbeeld mogen weliswaar
wat duurder in aanschaffing zijn. op den
duur haalt men het er toch weer uit. daar ze
veel langer mee kunnen goede leeren stoe
len zijn vrijwel onverslijtbaar en langer
mooi blijven. Wanneer men ten minste voor
goed onderhoud zorgt. En daaraan ontbreekt
nog wel eens wat. zij het dan ook uit on
wetendheid. De zorg voor het leer kan men
feitelijk nog beter aangeven, door te zeggen
wat men niet moet doen, dan wat men wel
moet doen. Men moet nooit met meubel-
was of meubelpolitoer om vloeibare meubel-
wrijfmiddclen aan leer komen! Men moet
nooit leer wrijven met olie. vernis enz. die
terpentijn, benzine, alcohol of alkalies <soda.
potasch enz.) bevatten! Daarmee bederft
men het leer grondig.
Zeker, er komen wel eens vette vlekken in
leeren stoelen, vooral als men leeren fau
teuils heeft met een hooge rugleuning waar
tegen men het (altijd eenigszlns vettige
hoofd laat rusten. Andere leeren voorwer
pen. handtaschjes, enz. worden ook wel vet
en vuil door veel aanpakken enz. Welnu, die
kan men met. een zachte ledcrzeep of een
zacht sopje (vooral geen soda erin!) afne
men. Hot beste gaat men als volgt te werk.
Men wrijft met een vochtige doek over een
stuk zeep en wrijft daarmee dan over het
leer. Dan neemt men het leer af met een
vochtigen doek zonder zeep. Ten slotte
droogt men het leer door het op te wrijven
met een sehoone, zachte (liefst flanellen)
wrijflap. Op die manier moet het leer een
groot stuk opknappen. Eindelijk kan men het
leer. nadat het aldus goed schoon en stofvrij
ls gemaakt, nog inwrijven met ledervet, dat
men in de kleur van het leer kan koopen.
Vooral kaal geworden leer. kan men op die
manier weer aardig doen glimmen. Men mo<*t
flink inwrijven, met niet te veel vet. zoodat
het goed ln alle poriën dringt, waardoor het
leer soepel blijft. Daarna stevig uitborsteion
en wrijven, opdat er vooral geen overtollig
vet achterblijft, dat het leer maar dof cn
kleverig zou maken. Meng uitgedroogde
smeermiddelen van leer nooit aan met ter
pentijn, doch alleen met wat water. Op die
manier houdt U Uw leerwerk mooi en gaaf.
Lange rokken komen terug.
door JEAN CHARLES WORTH,
(den vermaarden Parljschen couturier).
Het meerendeel van de menschhcid denkt,
dat de couturiers een troepje toovenaars zijn,
die al naar het hun invalt verschillende com
binaties van stijl, kleur en lijn scheppen, die
wij „mode" noemen.
Nu is dit, evenals de geschiedenis van
Mark Twain's dood, erg overdreven. Wij zijn
slechts de vertolking van stroomingen, van
noodzakelijkheden en wat nog belangrijker
is de vertolkers van Geheime Wenschen.
Onze verbeelding die, dat moet fk beken
nen, ons levensgeluk ls, evenals van allen,
die iets scheppen moet ondergeschikt
blijven aan de eischen, die gesteld worden.
In tegenstelling met de algemeene opinie,
bijvoorbeeld, waren rcij het niet, die de lange
rokken verleden jaar weer ln de mode brach
ten. De vrouw eischte het, omdat de korte
rok haar verveelde.
De oorlog was verantwoordelijk voor dezen
korten rok, evenals voor het korte haar, en in
1929 besloot de vrouw, dat het tijd werd den
oorlog te vergeten. Misschien besefte zij deze
gedachte niet. maar wij begrepen wat er
ln die kortharize kopjes omging, en daar
om hebben wij deze onbewuste gedachten in
sehoone vormen voor haar omgezet. Eigenlijk
ligt het geheim van succes meestal daarin,
dat men het publiek iets geeft, waar het be
hoefte aan gevoelt, zonder dat het dit nog
gerealiseerd heeft. Het is wel waar, dat we
nog niet aan de lange rokken voor overdag
toe zijn, maar ieder seizoen worden ze langer
(het geeft niets uw hoofd erover te schud
den). De korte rok zal toch niet meer op
zijn plaats blijven In de naaste toekomst!
Voor 's morgens neen, misschien nooit
meer: maar voor 's middags heel zeker wel.
Er is een voortdurende vraag naar grooter
vrouwelijkheid. Geen sportcostuum voor
lederen dag meer. Ik weet. dat het een
practLsch idee was, maar op mij maakte het
toch altijd den indruk van „lai.ssez-aller", van
onverschilligheid, en ik ben blij dat het voor
bij ls. De algemeene smaak leidt op het
oogenblik niet naar de ..rijke" mode, wat
dwaas zou zijn in dezen tijd. maar meer naar
de „elegante" mode, wat heel iets anders Is.
Het haar wordt langer, krullen komen terug
en aigrettes en andere veeren verschijnen
weer. Echte juweel en komen weer in de
gunst, na verscheidene seizoenen ln de bank
te hebben doorgebracht In de naaste toe
komst laat ik het te gemakkelijk ensemble
varen voor den „tailleur" met de aardige
waschzijden blouse voor morgens en de
korte Jas over een zijden Japon voor 's mld-
mfddags.
De overjas zal in den toekomst slechts voor
sport of op reis gebruikt worden, met andere
woorden; het zal voortaan slechts een nuttig
en geen elegant kleedingstuk meer zijn.
Geen tweeds of fantaslestoffen meer, maar
in hun plaats fijne serges en mooi geweven
effen stoffen. Maar hierop is één kleine uit
zondering. de geruite stof. Ik geloof dat die
meer öoü 0Q4 populair zal worden; en ik
heb de echte patronen in Schotland besteld.
Ik weet natuurlijk, dat het ensemble ge
makkelijker was, dan het mantelpak, en
economischer bovendien; maar wat wilt U?
De groote warenhuizen hebben dit Idee al ln
massaproductie omgezet en zoo moeten wij
naar Iets nieuws uitzien. De vrouw zal er
wel wat over mopperen. Die witte blouses
moeten met zooveel zorg behandeld worden,
zoo keurig gewasschen cn gestreken, en
dienstmeisjes zijn moeilijk te krijgen en
hoe kan de lange rok ooit op zijn plaats zijn
in den hedendaagschen tijd van haast en
strijd om het bestaan? Mevrouw, geloof me,
u wenscht verandering. Er ls te veel goed-
koope.opzichtige tweed. Er zijn teveel beenen
zichtbaar tot de knie. U moet iets nieuws
hebben. En bovendien als de tijd van lange
rokken on witte blouses er is zult u erin
slagen die te dragen, zooals u er altijd in
slaagt te volvoeren, wat u wenscht.
Blauw zal waarschijnlijk de voorkeur heb
ben ln het komende seizoen. Het komt meest
al In de mode met de tailleurs", want er is
niets wat zoo keurig staat als een donker
blauw mantelpak. In verband met de kwestie
der kleuren ls het Interessant op te merken,
dat kleuren meestal in combinaties ln de
mode komen, en dat gedekte kleuren meestal
felle opvolgen. Die vroolijke kleuren verve
len ons en bijna altijd krijgt zwart dan de
voorkeur, gecombineerd met zacht rose of
turkoois-blauw. In dit seizoen nemen alle
schakeeringen van groen cn bruin de eerste
plaats ln en ln de lente zal ook nog veel groen
gedragen worden, tenzij weer de grands
magasins" er teveel var. hebben geprodu
ceerd, zoodat iedereen het draagt.
Ook man tel japonnen worden weer gedra
gen.
Ik geloof, dat de hoeden nog kleiner zullen
worden, ondanks den langer wordenden rok,
zoodat de silhouette nog Jeugdiger zal zijn.
En bovendien denk lk over een heel speciale
creatie, die ik „cinemajapon" zal noemen.
Het zal een Japon zijn, die noch voor
's avonds noch voor 's middags ls, een japon
die men kan dragen bij een dlnortje thuis of
bij goede vrienden, die plotseling het idee
krijgen naar de bioscoop te gaan. Die japon
zal zeer elegant zijn, niet gedecolleteerd en
zal vooral een uiting zijn van den persoon
lijken smaak van de draagster.
En tot slot een woordje over mouwen. Er
zal Iets zeer tegenstrijdigs gebeuren: wij zul
len weer lange mouwen dragen bij de avond-
Japon ik geloof dat binnenkort alleen de
zéér offlcleele Japon geen mouwen zal heb
ben. Ook voor sport en overdag zullen korte
mouwen de voorkeur genieten. Veel van mijn
nieuwe sport-blouses en Jumpers hebben kor
te mouwen, tot even boven de elleboog, maar
ik geloof toch niet dat deze gril lang zal
duren. De meeste vrouwen geven er toch da
voorkeur aan hun armen te bedekken ©n
misschien hebben ze gelijk.