UITVERKOOP
LCTTEREN EN KUNST
F.WISBRUN&LIFFMANN
A. FUNKE ZpON
Samenwerking tusschen Frankrijk en Nederland.
HAARf^M'S DAGBLAD
DINSDAG 6 JANUARI 1931
HET TOONEEL.
KUNST VOOR HET VOLK.
Charlotte Köhlef.
Een Impressie van Charlotte Kohier in
^De Kinderkruistocht'1.
„Mag ik den verschillenden .Kunstkringen"
van Haarlem en omstreken met aandrang
een avond van deze voordrachtkunstenares
aanbevelen", schreef ik aan het slot van een
•kritiek over Charlotte Kohier, nadat ik haar
in Juni van het vorige jaar te Amsterdam
De Kinderkruistocht van Marcel Schwob en
De Speelman had hooren voordragen. Ook
zonder deze „aanbeveling" zou Charlotte
Kohier, die al eens meer voor .Kunst Voor
het Volk" is opgetreden, •waarschijnlijk wei
door deze vereeniging geëngageerd zijn. daar
zij op het moment de eerste voordrachts
kunstenares in Nederland is.
Ook gisteren heeft zij mij weer ongemeen
geboeid, zoowel in De Kinderkruistocht als
in De Speelman, Welk een knappe en ook
welk een gedurfde vondst reeds dadelijk
die inzet: het opklinken van Charlotte
Köhier's stem in het duister, het kort reciet
van den inhoud van het verhaal en het dan
la rzaam aangloeien der lampen, totdat zij
gezeten in een eikenhouten leunstoel in het
pure wit in een straienden lichtbundel
2ichtbaar wordt en zij. als eenige figuur in
die groote ruime zaal het tooneel volkomen
vult.
Den naam van Yvette Guilbert noemde ik
den vorigen keer in verhand met Charlotte
Köhier's voordracht! Ook gisteren herinner
de de Hollandsche kunstenares mij herhaal
delijk aan de groote Fransche artiste. Zoo
bijvoorbeeld in haar breede altijd mooie
gebaren bij haar voordracht van De Speel
man. Hoe prachtig suggestief werd zoowel
dóór stem als gebaar het moment van de
hemelvaart van den Speelman met den stoet
der engelen en even later do triomf van Sa
tan! Zoo een heel bee'd voor onze oogen op
roepen met één enkel gebaar dat kunnen al
leen maar de zeer grooten! En ook de expres
siviteit van Charlotte Kohier' gezicht doet
denken aan Yvette Guilbert! Zie hoe zij in
Een Kinderkruistocht een nieuw reciet
voorbereidt, hoe heel haar gelaat langzaam
verandert en de nieuwe persoon als het ware
in haar treedt, tot zij er geheel een mee is,
en te spreken aanvangt.
Ook in de voordracht van gisteren heeft
het fragment van „De Melaatsche". die zijn
vereenzaming en zijn namelooze ellende op
een onschuldig kind wil wreken en ge
troffen door de onschuld en de reinheid
van dat kind al zijn haat en wrok van
zich af voelt glijden, tot hij in ootmoed ter
aarde stort om vergeving af te smeeken voor
zijn zondige gedachten, het meeste indruk op
mij gemaakt! Welk een schroeiende haat
eerst, welk een sublieme overgang daarna tot
de verdeemoediging en de liefde voor het
kind! Hoe zuiver ook die kinderstemmetjes
in hun naïef verhaal, hoe breed, forsch impo
neerend het slot, de monoloog van de medi-
teerende krachtige figuur van Paus Grego-
rius'IX!
Het verhaal van Den Speelman heeft Char
lotte Köhler ons met bijzondere kleur en
levendigheid gebracht!
Het was ook door de geestige fijnheid
een voorbeeld van volmaakte vertelkunst.
Ook hierin herinnerde zij mij met haar
Fransch-gracieus gebaar en de zekerheid,
waarmee'zij elke wisselende stemming wist
uit- te geven, aan Yvette Guilbert.
Over welk een voordrachtskunst moet men
beschikken over heel een avond als Char
lotte Köhler in zittende houding een
stampvolle zaal te boelen en vast te houden,
zóó. dat geen woord en gebaar het publiek
ontgaat. Voorwaar. Charlotte Köhler is een
groote voordrachtskunstenares.
J. B. SCHUIL.
VIER EEN-ACTERS.
Inte Onsman. De Barmhartige Samaritaan.
Inte Onsman. 'n Recept.
Joh. W. Broedeïet. De Slaanwandelaar.
Jan Fcith. De „Knock out".
(ültnven van Haverman's Moderne Too-
neelbibliotheek te Naarden).
Een uitgeversfirma, die zich „modern"
noemt, wekt voor zijn uitgaven al van te vo
ren eenige verwachtingen op. Na lezing der
vier een-acters. welke ik ter recensie van
„Haverman's Moderne Toonee'bib'iotheek"
heb ontvangen, vraag lk mij af, wat voor
voorstel'lne de leider van deze bibliotheek
zich van het tegenwoordig tooneel maakt
wanneer hij op dcre producten het merk
„modern" meent te moeen plakken.
De twee tooneelspelletjes van Inte Onsman
zijn ongeveer een kwart eeuw oud en wij we
ten bij lezing van te voren, wat wij er aan
zullen hebben. Onsman was evenals
Heijermans partijman cn realist, maar
zonder het talent van dezen grooten tooneel-
schrijver. Onsman wilde op het tooneel aller
eerst propageeren en zijn stukken hadden
dan ook meestal een uitgesproken tendenz.
Hij zag de wereld van uit een beoaalden ge
zichtshoek en daarvan gaven zijn toor.eel-
spelen altijd duidelijk het bewijs. Bij Inte
Onsman waren geloovige, orthodoxe men-
schen doorgaans identiek met hardvochtige,
zemelende huichelaars en de kapitalisten
zien wij in zijn stukken meestal niet anders
dan als ploertige vrouwenverleiders.
Kleermaker Slymman de naam herin
nert aan Slijmering uit den Max Ha velaar
en mijnheer X. representeeren de beide soor
ten in „De Barmhartige Samaritaan". Slym
man heeft voor een hulpbehoevende arme
weduwe enkel Wét harde woorden en een
tractaatjè over, mijnheer X die met een
pelskraag en een hoogen hoed het stulpje
van de weduwe betreedt biedt bankbiljet
ten aan. waarvoor hij liefde in ruil vraagt.
Plaats tegenover zulke barmhartige Samari
tanen uii de twintigste eeuw nu eens de edel
moedigheid van Hendrik, die zoo pas uit
de gevangenis terug heel zijn gevangenis-
kas eli zijn hand bovendien aan de arme,
jongé weduwe biedt, dan behoeft het geen
betoog, aan welke zijde de sympathie vah het
publiek zal staan.
Dat zulk soort realisme een zuiver beeld
van de werkelijkheid geeft, zal men moeilijk
kunnen volhouden Een stukje als De Barm
hartige Samaritaan doet dan ook wel heel
erg verouderd aan en het lijkt mij geen be
wijs van litterairen smaak van den uitgever
om het ln zijn moderne tooneelbibliotheek
op te nemen.
,,'n Recept" van denzelfden schrijver
draagt ook duidelijk de sporen van zijn
ouderdom, maar het is minder eenzijdig en
het heeft wat velen zoo gaarne van het
tooneel verlangen een edele strekking. Wel
zijn ook in dit stukje de hardvochtige huis
jesmelker en de uitzuigers van moeder Smit
broeders van Slyman, maar in de hoofd
strekking een warm pleidooi voor „af
schaffing" en voor aansluiting van de arbei
ders bij hun organisatie is dit stukje ten
minste sympathiek. Het ls dramatisch ook
van sterker werking dan ..De Barmhartige
Samaritaan", al is dit een soort realisme, dat
wij al lang ontwend Zijn. Deze eenacters van
Inte Ontman missen de kleur, den leven-
digen dialoog, den humor en de dramatische
bewogenheid van de Volksstukken van Bou-
ber en Elrensohti, om van Heyermans nu
maar niet eens te spreken. Ons tooneel zou
er niet veel bij vereren hebben, wanneer
deze stukjes van Onsman niet herdrukt
waren geworden.
En ik zou het al evenmin als een gemis
hebben gevoeld, wanneer De Slaapwandelaar
nooit ware verschenen. Een „vrooiyk spel
van de tropen" heeft Broedeïet dit zou te-
looze prul genoemd. Verbeeldt U een ïndl-
schen planter, die geholpen door een dok
ter notabene! voor zijn vrouw slaapwan
delen simuleert om.eens 'n nachtje pret
tig naar de ;oos te kunnen eaan! Het stukje
is om te huilen van flauwheid!
In den tijd van Justus van Maurik vond
men misschien in zulk soort grappigheden
nog pleizier. maar nu, ln 1931???
Broedeïet, die zooveel goeds geschreven
heeft en als tooneelschryver dus een naam
heeft op te houden, moest z1"h toch eigenlijk
te goed achten om zulke kinderachtigheden
de wereld ln te sturen!
De ..Knock-out" van Jan Fetth kan lk al
evenmin bewonderen. Feith is een schril ver.
aan wTen men eeest niet kan ontzeggen, maar
In deizen eenacter merken wij daar al heel
weinig van. Het vrouwtje van een ingenieur,
dat zich bij haar geleerden en arbeidzamen
man 'n beetle verveelt, zoekt haar afleiding
inhet bezoeken van bokswedstrijden!
Daarmee verbeurt zij reeds dadelijk onze
svmpathle, maar het. wordt nog veel erger,
als 2ij van den strijd tusschen ijzeren Toon
en den Nokker een drastisch en enthousiast
verslag geeft, dat zoo in eeen sportblad kon
worden genomen. Hoe meer bloed, hoe mooier
het voor haar is! Je wordt bij het lezen alleen
reeds wee in je maag en je begrijpt alleen
niet, dat een ingenieur een intellectueel
man noe iets voor deze vrouw kan voelen.
Nog onbesrypelUker wordt deze Ingenieur
voor ons. als hij zijn vrouw niet het huls uit
zet. wanneer zij hem zoo maar zonder blikken
of blozen vertelt dat zij haar aanbidder, die
haar steeds naar de bokswedstrijden verge
zelt, oevr 10 minuten midden in den nacht
wel te verstaan! verwacht. De Ingenieur
zal zijn vrouw dan toonen wat hij waard is.
Hij ontvangt voor haar den sport- en vrou
wenaanbidder. beeint een niet reglemen
tair bokspartijtje en slaat hem „knock
out!". Dan. na deze roemruchte herovering,
stapt hij trots als een pauw aan den
arm van zijn lieve ega hun gezamenlijke
kamer binnen!
Na het résumé van dit stukje waarin lk
tevergeefs naar een geestig woord heb ge
zocht lijkt het mij niet noodig nog iets
van dit tooneelproduct te zeggen De schrij
ver heeft zich zelf met dit ding knock-out
geslagen.
Het. blij kt toch niet eemakkelljk te zijn een
goeden eenacter te schrijven.
J. B. SCHUIL.
TIJDSCHRIFTEN.
DE KUNST DER NEDERLANDEN.
In het Jongste nummer van „De Kunst der
Nederlanden" wijdt de heer J. Knuttel Wzn.
een artikel aan de tentoonstelling ran wer
ken van Van Gogh en tijdgenooten, die ver
leden jaar ln het stedelijk museum gehouden
werd. De heer Knuttel schrijft onder ande
ren:
„A ma douce France, au cher pays de mes
ancêtres, qui a permis au genie de van Gogh
de s'épanouir"Deze wonderlijke uit
spraak vindt zijn verklaring ln de wel zeer
uitgespoken eallophllie van den Nederlander,
die daarmede zijn catalogus ralsonné van
Vincent opdraagt: Mr J. Baart de la Faille,
die zich niet ontziet het goed-Hollandsche
deel van zijn naam in dit werk aldus te
schrijven: J. B. de la Fail'e wat iedere
Franschman moet lezen a^s Jean Baptlste!
Wij gunnen Frankrijk dezen loochenaar
van eigen nationaliteit wanneer hij ten
minste niet de ongemotiveerde onkieschheid
begaat, ook den Nederlandschen kunstenaar
van Gogh te willen franciseeren".
De heer Knuttel oefent voorts kritiek uit
op de wijze waaron de heer Baart de la Faille
ln ordracht van de Nederlandsche regeering
de tentoonstelling samenste'de.
Daarna geeft de schrijver een be
schouwing ten beste over de tentoonstel
ling van de werken van Van Gogh en de tijd
genooten, waaruit wij hier verder niets ci-
teeren, omdat er reeds zooveel over deze ex
positie geschreven ls.
De heer Jozef Muls. conservator van het
museum voor schoone kunsten te Antwerpen,
heeft een lezenswaardige bijdrage geschre
ven over het werk van Jacob Smits, bij een
INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN
a 60 Cts. per regel.
INVENTARIS-
IN
ALLE
AFDEELINGEN
reeks belangwekkende illustraties. „Een fel
bewogen, hartstochtellik en heroïsch leven
heeft hij geleid. Door fijn Hollandschen oor
sprong en zijn volledige Inburgering ln het
vrome Kempenland van Antwerpen Ls hij
in den vo'len zin des woords een groot-Ne-
derlandscche figuur geworden". De schrijver
volgt de levensgeschiedenis van den kunste
naar die Sn 1855 in Rotterdam geboren werd
..Hij kan de weelde niet verdragen en kiest
het vrije, onzekere leven. Het komt tot een
scheiding met zijn vrouw. Hij vestigt, zich te
Blarlcum, wordt directeur van de Academie
voor Decoratieve Kunst te Haarlem". Einde
lijk komt hij tot rust ln het Kempenland
waar hij een bescheiden boerenhuis koopt en
hard begint te werken.
De heer Muls geeft eindelijk een uitvoerige
en uit litterair oogpunt belangwekken
de beschrijving van Smits, de voor'coper van
Servaes, Pemeke. en van den Bergh Hij
kondigt tevens het verschijnen aan van een
pracht uitgave van een boék van den heer
Ernst van den Bosch over Smits.
Ais tweede artikel is in dtt hummer opge
nomen een documentaire beschrijving van
T. H. Fokker, geheeten „Wenzel Cobergher,
schilder". Cobergher is een Antwerpenaar
die in 1551 geboren werd. en die wellicht een
groote figuur zou zijn geworden, indien niet
Rubens, die kort na den terugkeer van Co
bergher, uit Italië de nieuw* opvattingen der
Barok medebracht, hem hadden verdrongen"
Cobergher was een veelzijdig man. De heer
Fokker schetst hem als schilder, maar vroe
ger reeds heeft Dr. J H. Plantenga hem als
architect uitvoerig behandeld „Zijn verdien
ste als waterstaatsingenieur heeft J. Korthals
Altes uiteengezet".
Vervolgens werd het eerste vervo'g opge
nomen van het opstel „Le drame de l'art
Flamand", Elle Faure
In de .Kronieken" wordt het nieuwe mu
seum te Brugge behandeld. Belangrijk is de
boekbespreking van Drs. A Stubbe's „Per-
meke". De recensent geeft Permeke de plaats
die hem toekomt.
MAATSCHAPPIJ „TOT NUT VAN
T ALGEMEEN".
DR. VAN DER SLEEN OVER SUMATRA-
Voor het departement Haarlem van de
Maatschappij „Tot Nut van 't Algemeen" heeft
dr. W. G. N. van der Sleen, die. zooals onze
lezers weten, eenigen tijd geleden van zijn
reis door den Indischen Archipel is terugge
keerd, een voordracht met lichtbeelden ge
houden over Sumatra. Deze lezine had plaats
in de tuinzaal van het Gemeentelijk Concert
gebouw.
De heer Van der Sleen gaf allereerst een
inleiding over de gebieden op Sumatra, die
hif wilde behandelen, n l. Palembang en om
geving. Deli en Atjeh.
In Palembang treft men een bijzonder in
telligente bevolking aan die de lust en kracht
tot werken in ruime mate bezit en ook de
hersens heeft om die eigenschappen te exploi-
teeren. Dit is iets bijzonders, want over het
algemeen is de Inlander gemakzuchtig en
geneied. zoodra hij het zich kan veroorloven
het bijltje er bij neer te leggen, in tegenstel
ling met den Europeaan, die steeds naar uit
breiding van zijn macht streeft. De Palem-
bangers hebben het hun toegewezen land
uiterst productief gemaakt en tot grooten
bloei weten te brengen. De geschiedenis van
Zuid-Sumatra heeft men kunnen nagaan
tot de derde en vierde eeuw, toen zich hier
een machtig Boeddhistisch rijk uitstrekte,
waaraan alle overige deelen van den Archipel
schatnlichtlg waren. De weinige overblijfse
len, die men heeft teruggevonden wijzen er
op. dat de cultuur van dit rijk op een hoog
peil stond.
Van de voorgeschiedenis van Dell fs zoo
goed als niets bekend. De eerste Hollanders
kwamen er in 1893. terwiil de Maleiers reeds
vroeger het gebied bezochten. Laatsgenoem-
den voerden een leven^igen handel met de
Batakkers, van wien zij de gevangenen als
slaven kochten en daarvoor sabels, geweren,
kogels e.d. in ruil gaven. Spreker vertelde
voorts het een en ander over de arbeids
krachten op Sumatra. Er is op dit eiland ont
zaglijk veel te ontginnen en omdat er geen
menschen genoeg zijn, is men genoodzaakt
uit andere gebieden van Insulinöe arbeiders
te importeeren. In vroeger tijden kwamen
deze emigranten vooral uit Chtna, thans zijn
het voornamelijk Javanen. Door de poenale
sanctie is het voor den ondernemer mogelijk
de contractkoelies voor een bepaalden tijd
aan zijn plantage te binden. Spreker was van
oordeel, dat. zoowel voor den ondernemer als
den arbeider de poenale sanctie een
zegenrijke fnselllng genoemd kan worden.
De contractkoelie verdient een flink
salaris, krijgt een gerleflüke woning en heeft
wanneer hij 25 jaar in dienst van de maat
schappij ls recht op een pensoen, dat de helft
van zijn traktement bedraagt.
Een contractperiode duurt drie jaar. maar
de meesten inlanders keeren kort na het af-
loopen der overeenkomst naar de mastschap-
pll terug om zich opnieuw te verbinden.
Voor de geschiedenis van Atjeh memoreerde
spreker den strijd tegen de zeeroovers, die
landen tijd de noordkust van Sumatra on
veilig maakten Thans ontwikkelt dit gebied
z'ch meer en meer. wegen worden aangelegd
en handel, nijverheid en veeteelt staan reeds
op zeer hooeen trap.
Na deze inleiding vertoonde de heer Van
der Sleen een serie interessante lichtbeelden,
door hem zelf vervaardigd. Een groot ge
deelte daarvan zijn luchtfoto's die hij uit een
der KKJJLM. vliegtuigen nam. De sugges
tieve opnemingen van den beruchten Merapi.
de schitterende wolkenpartijen, waar het
vliegtuig hoog bovenuit vloog, en de
„snapshots" van de havenplaatsen vroegen ln
de eerste plaats onze aandacht Ook de foto's
van Palembang, het „Venetië van het Oosten"
vermochten de aanwezigen te boeien. Van
Op Koloniaal Gebied.
Een onderhoud met den Gouverneur-Generaal van Indo-China.
(Van onsen Par Ij schen correspondent).
Het was ons bekend dat men in verschil
lende Nederlandsche kringen, zoowel ln het
vaderland zelf als ln de koloniën, met een
zekere angst de gebeurtenissen in Indo-
China volgde. Immers, gedurende de laatste
maanden kwamen telkentnale uit Saigon, de
hoofdstad d?r enorme Fransche kolonie, tele
grammen. waarin melding werd gemaakt van
ernstige communistische woelingen en op
standen tegen het Fransche gezag. Sommige
Fransche bladen wisten te vertellen, dat de
communisten bij tientallen Nederlandsch
Oost-indlë, waar het leven hoe langer hoe
moeilijker voor hen wordt, verlieten, om zich
In de naburige kolonie te nestelen en daar
hun agitatie voort te zetten, ponder dat de
Fransche autoriteiten ln staat waren, om
het gevaar te keeren Hoe dit zij. één ding is
zeker en de treurige gebeurtenissen ih de
beWe overzeesche bezittingen hebben het
maar al te zeer bewezen én voor Frank-
.ljk, èn voor Nederland, blijft het commu
nisme e?n niet te onderschatten gevaar: Toen
we. dadelijk na de fantastische berichten in
de Fransche pers, een ondersoek Instelden
naar de waarheid van deze verhalen, als
zouden wij. al was het dan ook onbewust,
van de communisten een ..export-artikel"
maken voor Frankrijk, bleek ons, dat hier
van geen sprake Ls. Sléchte één bendeleider
heeft onze kolonie kunnen verlaten en zich
ln Indo-China weten te vestigen.
Kort. na de eerste bloedige drama's ln An-
nam, hadden we een lang onderhoud met den
gouverneur van daar. den heer Jabouille, die
speciaal naar Parijs was gekomen om een
uitvoerig rapport uit te brc-ngen over de ge
vaarlijken toe tanden.'t Zwaartepunt ln het
onderhoud met dezen bewindsman, was: als
de politiek er zich maar niet ln mengt en
men ons vrij laat handelen, dan kunnen we
voorgoed een einde aan het gevaar maken.
Dit ls echter ln Frankrijk zelden het geval.
Zoodra de Gouverneur-Generaal, de heer
Pasquier, een energieken maatregel neemt,
komen de linker Kamergroepen in actie en
't is dan ook zeker niet aan den G.-O. te wij
ten, dat de communistische draak telkens
weer den kop kon opsteken.
Toen nu de heer Pasquler een orficleel be
zoek aan den Nederlandschen O.-O. bracht
en Jhr. de Graeff de visite beantwoordde,
hoorden we hier en daar vertellen, dat er
tusschen de belde bewindslieden sprake was
geweest van een gezamenlijke actie tegen
de communisten. Sommigen meenden zelfs,
dat ook Engeland zich er mede bemoeide en
er een verbond was gesloten tusschen de drie
mogendheden om vereend en desnoods met
het zwaard de „misdadige benden" uit te
roeien. In verband hiermede ls onze eerste
bezigheid geweest, om na aankomst van
Pasquler te Parijs een audiëntie aan te vra-
tren en met de grootste bereidwilligheid heeft
de G.-G. ons dit toegestaan.
Alvorens enkele vragen te stellen, hebben
we den heer Pasquler verteld, hetgeen we
hierboven schreven.
De komst van Jhr. de Graeff die niet al
leen Saigon, maar ook de binnenlanden hee't
bezocht, bewijst wel. dat de toestand niet.
zóó ernstig is. als sommigen het wel zouden
willen voorstellen, zoo betron de hoer Pas-
auieT. Het land is volkomen rustig en de
communistische uitspattingen, die ongetwij
feld ernstig tdn. blijven slechts plaatselijk.
Nu kunt u wel nagaan, dat het ln zoo'n uit
gestrekt gebied a!s Indo-China héél moeilijk
ls. om overal controle te oefenen en ?.oo elke
gisting te voorkomen. Wèl versterkten we
aanzienlijk ons toezicht en zoodoende werd
elke beweging gelocaliseerd. Het ls onz'n te
beweren, dat de communisten uit Neder-
"andsch-Indië bij ons zouden komen; slechts
één geval daarvan is ons bekend. Integen cel
de gevaarlijke elementen komen van het
Noorden, uit China. Ik heb dan ook den In
druk. dat deze toevloed zal ophouden, too'ra
er in China weer normale toestanden zullen
heersehen.
Maar wat doet u. om de Noordelijke
grenzen le beschermen?
De grenzen worden bewaakt, maar ver
geet u niet. dat de grenslijn hier vier duizend
kilometers lang ls. zoodat het altijd nog wel
mogelijk blijkt, dat sommigen ongemerkt
kunnen b'nneh Salinen.
Worden de oproerkraaiers bewaakt?
Natuurlijk. Zoodra er één verdacht ls,
wordt hU dag en nacht bespied en zoo noodig
gearresteerd.
En nu de groote en misschien onbe
scheiden vraag. Monsieur de GouverneUr-
Oénéral; toen u in Nederlandsch Oost-IndiS
waart en toen Jhr. De Graeff by u op be
zoek was. heeft u toen gesproken over een
samenwerking tusschen de Fransche en Nodcr
lnndsche kolonies?
Ja. dat hebben we. want we deelen ten
dien Opzichte volkomen eikaars inzichten.
Maar lk haast me, om u te zeggen, dat er
geen sprake fs van ecnig geheim diplomatiek
verbond of van een overeenkomst, zooals som
migen veronderstellen U begrUpt ook wol, dnt
dit Juridisch onmogelijk zou zijn. WIJ kunnen
niet van Nederland eischen, dat hot ons
communisten uitlevert en 't omgekeerde gaat
evenmin.
Maar. aLs lk 't goed begrijp, is er toch
een samenwerking. Waarin bestaat deze aan?
Hierin: zoodra er zich. hetzij by ons,
hetzij op Java of Sumatra verplantingen
voordoen en dus ook de mogelijkheid, dat on-
gewonschte elementen bij ons zouden komen,
of omgekeerd, waarschuwen we elkaar. Zoo
doende kunnen wij de verdochten dadelijk
bij hun aankomst onder toezicht houden en
al hun wegen nagaan en hierdoor wordt het
gevaar getemperd, dat de beweging zich uit
breidt.
Dus u bent wel voor-tander van samen
werking tuischen Frankrijk en Nederland?
Zeer zeker. Ook ln andere opzichten.
Toen ik mijn reis in Nederl. Oost-Indlë
maakte, een reis, waarvan ik onvergetelijke
indrukken hob meegenomen, heb lk me mot
eigen oogen ervan kunnen overtuigen, hoe de
Nederlanders ln het koloniseeren on,:" meer
deren zijn. Daarom acht lk het van 't aller
grootste belang, dat er ook op 't geb'.ed der
cultures ontginningen, irrlgatiewerken. on
derwijs, luchtverbtndingen, kunst, een nauwe
samenwerking bestaat. Onzerzijds kunnen v.e
ook, ln sommige opzichten, den Nederlanders
van nut zijn en zoo zie ik met het groot: te
genoegen, hoe er meer en meer een uitwisse-1
ling tusschen Nederlandsch Ooet-Indië en
Indo-China plaats heeft.
Dell vertoonde de heer Van der Sleen plaat
jes uit de verschillende plantages en ook van
do huisvesting der contractkoelies, die inder
daad niets te wonschen'overlaat.
Aan het einde van deze serie lfchtbeelden
steeg een enthousiast applaus uit de geheel
bezette zaal op, hetgeen wel bewees, hoezeer
men de geestige en onderhoudende voordracht
van den spreker waardeerde.
UIT DE STAATSCOURANT.
RECHTERLIJKE MACHT.
Benoemd ls tot griffier bij het kantonge
recht te Waalwijk, mr. M. F. H. Brouwers,
advocaat en procureur en waarnemend grif
fier bij de rechtbank te Roermond en bij het
kantongerecht te Venlo; idem te Beetstcr-
zwaag mr. H. E. de Jonge, advocaat en procu
reur en waarnemend griffier bij het kanton
gerecht te Groningen.
SPOORWEGEN".
Op verzoek is wegens gezondheidsredenen
met 1 Februari eervol ontslagen de rijks
inspecteur voor de spoorwegen J. C. Lom an
te 's-Gravcnhage en ls met dien datum als
zoodanig benoemd J. Canters ter standplaats
Arnhem.
POSTERIJEN EN TELEGRAFIE.
Benoemd zijn tot electro-technisch hoofd
ambtenaar der telegrafie en telefonie G. A.
Bor en G. Emmerik, thans electrotechnlsch
ambtenaar te Vlisslngen en te 's-Graven-
hage (directie T. D.)
SAMENWERKING DER KLEINE
STATEN.
HET VERDRAG TOT ECONOMISCHE
TOENADERING.
Hot ministerie van Bultenlandsche Zaken
publiceert den Inhoud van het op 22 De
cember te Oslo tucschen Nederland, België.
Luxemburg en de drie Scandinavische landen
gesloten verdrag tot economische toenade
ring.
Volgens art. 1 verbinden partijen zich
om niet over te gaan tot verhooging van haar
Invoerrechten of Instelling van nieuwe invoer
rechten zonder ten minste 15 dagen voor de
ln werking treding daarvan kennis te hebben
gegeven aan de andere partijen. Indien een
der partijen de ontworpen verhoog'.ngen of
nieuwe rechten van zoodanigen aard acht.
iat zij afbreuk doen aan haar belangen, heeft
zy het recht binnen tien dagen de verande
ringen voor te stellen ale zij te harer be
veiliging noodig acht.
Wanneer hieraan niet tegemoet gekomen
wordt, heeft de benadeelde party het recht
om het verdrag op te zeggen, hetgeen 15
dagen later kan Ingaan. Het verdrag wordt
gesloten voor zes maanden en bij niet weder
opzegging telken» opnieuw voor zea maan
den.
Een staat, die niet partij is, zal kunnen
toetreden, indien de Hooge Verdragsluitende
Partyen daarin toestemmen.
De party, die het verdrag slechts voor h.i3r
gebied in Europa beschouwd wil zien heeft
het recht later aan de Noorsche regeering
te verklaren, dat klj het wenscht te zien
uitgebreid tot haar overzeesche gewesten,
koloniën, of gebieden, welke onder haar
mandaat zyn geplaatst.
BU het verdrag is een protocol gevoegd,
waarin de vertegenwoordigers der regeerin
gen verklaren dat hun regelingen de samen
werking op economisch gebied wenschen voort
te zetten. ZU zullen de mogelijkheid onder het
oog zien om de toepassing van het beginsel
hetwelk aan het verdrag ten grondslag ligt,
uit te breiden tot andere bepalingen, welke
zich leencn tot het bevorderen van het on
derling ruilverkeer.
RADIO OP DE INDIë-VLUCHTEN.
TEPAS ALS AMATEUR-TELEGRAFIST.
Het Corr. Bureau meldt:
Op verzoek van den piloot Q. Tepas. die in
zijn diensttijd by de marineluchtvaaridienst
zich in telegrafeeren had bekwaamd, is het
KL.M.-postv iegtulg Ph-AFO. waarvan de
aaukomst tc Akyab ls gemeld, uitgerust met
een kleinen draadloozen zender en ontvan
ger. Volgens van den bestuurder Tepas ont
vangen berichten heeft dit drnadlooze toe
stel goed voldaan: tot nu toe Is met alle
daarvoor in aanmerking komende grondsta
tions langs de route, verbinding mogelijk ge
weest.
BOTER IN PLAATS VAN MARGARINE?
De Algemeene Nederlandsche Zulvelbond
heeft aan den minister van Defensie ver
zocht, te willen besluiten dat voortaan voor
de behoeften van leger en vloot uitsluitend,
boter ln plaats van margarine zal worden
aangekocht.
NOODLIJDENDE DÏF.REN.
Evenals alle Jaren geven wij hier eeti
kort overzicht over de zwervende dieren, wel
ke In 1930 belangeloos in de kennel „Fauna"
aan de Parklaan werden opgenomen. Dat dit
aantal ln het afgeloopen Jaar niet noe
menswaardig Ls verminderd moge biyken
uit de onderstaande cyfers.
Niet minder dan 633 honden en katten
werden als vondeling ondergebracht. Van de
ze dieren werden er slechts 57 door 'ie
rechtmatige eigenaars opgeëlscht. Voor 173
gezonde dieren werd weer een goed tehuis
gevonden.
Ook het drukke verkeer elschte heel wat
slachtoffers ln 1930. Voor 126 dieren, welke
overreden waren, werd de hulp van dc ken
nel Ingeroepen.
Het ls dan ook aan te bevelen de dieren
langs den weg aan de lijn te houden.