Wiiiterspor
111 jo eieren,
Wereldheerschappij*
H.D. VERTELLING
Volksdansen en Schuhplatteln".
y dezen raad Ik ieder aan, die zich
naar Oberstdorf zou willen begeven,
vooral een droge cursus in het
Schuhplatteln te volgen en zoo mo
gelijk eenige lessen ln het Jodelen te
nemen per correspondentie moet een brief
of drie, vier. voldoende zijn.
Wij hadden het niet gedaan wisten om
u de waarheid te zeggen zoo goed als niet:
van de landelijke gewoonten hier af, met he;
gevolg, dat wij na onzen eersten Sohuhpiattel-
avond strompelend, ieder met een aantal los-
geplattelde teenen en van top tot teen bon;
en blauw, naar huis terug keerden, en dal
een uur na onze thuiskomst zich een on
aangename, hoewel vrij ongevaarlijke ziekte
bij ons openbaarde, waarvan het meest mar
kante symptoom een voortdurende, hoewel
steeds mislukkende poging tot jodelen is.
Het begon zoo kalm en bezadigd. Wel in
gepakt en zwaar geoverschoend trokken we
arm in arm naar het alom vermaarde Hotel
Baur, en klommen ietwat onzeker over de uit
komst van dit plots opgekomen plan een
gammele trap op, aan welks top een appel-
wangige strooharlge garderobejuffrouw ons
verwelkomde en statig voorging naar de gar
derobe: een Inderhaast van wat haken voor
ziene badkamer, waar het bad nog uitnoodi-
gend in een hoek stond te lokken. We ne
geerden de lokstem, die overigens evenals het
zilveren stemgeluid van de onbehoorlijke
Lorelei zoo doordringend was, dat hij meer
van een gentle hint dan van een lokstem
weg had, en stapten binnen midden in
een groep mannelijke en vrouwelijke Schuh-
plattiers. waaruit een onophoudelijk en on
verstaanbaar gekwetter opsteeg.
De nationale dracht is hier vrijwel zuiver
TyrooLschde jongens in donkergroene flu-
weelen, opzij goregen broeken met witte
hemden, waarover druk met edelweiss gebor
duurde bretels en malle Tyroler hoedjes met
een piunieauachtig ding achterop, dat het
meest van een kruising tusschen een kippe-
veer en de pluim van een koeiest-aart weg
heeft, de meisjes ln grijze rokjes met een
hei biïjartgroen schortje erover, witte blous-
jes en geborduurde „Streckes".
We waren de eer sten,1 hoewel we niet veel te
vroeg waren, en we bleven het meer dan een
half uur lang: Dat is een alomtegenwoordige
eigenschap van alles wat in Oberstdorf leeft'
en streeft: iedereen heeft den tijd, en gebeu
ren de dingen niet nu. dan komt het over
een uur of een dag of een week ook nog wel
terecht. We begonnen ons net vrij onbehage
lijk en ietwat belachelij-k te 7oeien, toen het
eerste publiek op zijn sokjes binnen kwam
wandelen, en na nog zoowat een half uur
oordeelde de kakelende Schuhplattelende
groep in den hoek het oogenblik gekomen om
der menschheid kenbaar te maken, dat ze
het werkelijk gemeend hadden met hun
overal aangeplakte biljetten en een tafeltje
werd op het tooneel gezet, met een cither
erop. waarachter zich na nog een minuut of
wat heel stiekempjes een oude man in een
zeer nonchalant costuum zette, die zich met
een gezicht, of hij er liever niet rond voor
uit wou komen dat hij het was. die die mu
ziek produceerde, begen te spelen een zacht
onprententieus gerinkel, dat hij tot stand
bracht met een gezicht, alsof de heele zaak
hem niet aanging, en of zijn linkerhand voor
geen geld ter wereld voor den rechter wilde
weten, dat hij cither speelde. En net toen hij
eindelijk moed kreeg, en er met een paa:
welgemikte accoorden rond voor uit kwam
dat hij de schuldige was. werd hij van het
tooneeltje verwijderd en vervangen door eer.
blozend jongmensch met een gemzeveer op
zijn hoed. die naarstig aan een geweldige
harmonika begon te trekken.
Het Schuhpia-.teln is eigenlijk niet veel mee:
dan een beetje ingewikkelde wals, met wa:
simpele figuren en veel gestamp en geklap
op dijen en schoenzolen, speciaal van de kant
van het mannelijk gedeelte, het vrouwelijk
bepaalt zich vrijwel uitsluitend tot het pro-
duceeren van wat lieve glimlachjes en een
permanent in de rondte tollen, tot hun rokken
bol staan en de groene schortjes wapperen
Het geheel doorspekt met een onnoemelijk
aantal litteraire vrijheden, zooals een trom
melvlies scheurend gejodel en een vrljwe.
iteerls te onpas komend gegcoi met hoeden,
benevens een ontelbaar aantal ongeoorloofde
•erzijdes naar bekende elementen uit het
pubkek.
Dit alles is echter schromelijk bijzaak: de
hoofdzaak van dezen avond zijn eigenlijk wij
zelf geweest. In de pauze plegen de rasechte
Schuhplattiers pas goed van leer te trekken
en met moed. beleid en trouw hun slachtoffers
uit het publiek te zoeken, en in minder dan
geen tijd tolden we allebei ln het rond in
de armen van een keiharde Jongeilng, die je
beet had of je een handkar was, die op
standige neigingen vertoonde. Ik moet eerlijk
bekennen, dat de partijen geenszins tegen
elkaar opgewassen waren: wij hadden stad-
sche schoenen aan, en zij met spijkers besla
gen bsrgtrotters, zij waren getraind tot aan
de pluimen van hun hoeden, en ln Holland
ik vraag bij voorbaat vergeving is een
behoorlijk walsende man een even groot
fenomeen als een ijsbeer ln de binnenlan
den van Eorneo.
,Jk kan niet meer", hijgde na twee mi
nuten de teekenares tegen me ln de armen
van een blozend individu, dat om de minuut
giilend en hartverscheurend regelrecht in
haar oor jodelde, en net toen ik een op
beurend woord van mijn mee-plattelende
lippen wilde laten rollen, zei mijn pootige
partner met een breeden grijns. „Hopla,
Madle!" en gaf me zoo'n zet, dat ik naar
adem snakkend en totaal alle besef van
plaats en tijd verliezend, drie maal om mijn
klapperende ruggegraat draaide.
En de heele ceremonie eindigde lederen keer
met een soort van handjeplak: „Pats1." op
Je eigen hand, „Pats!" zoo hard als Je maar
eenigszins kon op de keiharde hand van Je
partner, met tot slot een besluit een hand
druk, waarbij hooren en zien je verging.
In Holland zou je een dergelijke ceremonie
toepassen als je een goeie mazzel had ge
maakt bij de verkoop van een koe: Hier meet
je je er zelfs al aan onderwerpen als je Je
stadsche teenen bereidwillig ten offer hebt ge
bracht aan de Oberstdorfsohe Schuhplattiers.
Vanmorgen heb ik mijn blauwe plekken ge
teld. Het zijn er vele, ln alle tinten en patro
nen. De teekenares weet niet zeker of ze
twee of drie teenen mist. Ons Jodelen begint
echter sprekend te lijken.
WILLY VAN DER TAK.
Oberstdorf, 4 Januari 1931.
(Nadruk verboden: auteursrecht voorbe
houden).
De Gouden Appel.
door PAUL ELDRIDGE
(geautoriseerde vertaling van
Joseph Gompers)
e prinses deed plechtig een gelofte
aan het altaar der Godin van Lief
de en Moederschap, dat zij nimmer
een man zou huwen, tenzij hij haar
den gouden appel bracht. d:e groei
de aan den gouden boom. welke stond aan
het uiteinde der wereld, daar waar Leven en
Dood slechts door een smallen strook van
elkaar gescheiden zijn.
Prinsen en koningen, jong, knap van
uiterlijk en beroemd door hun heldendaden,
kwamen van alle vijf hoeken der aarde om
hun hart en hun vermogen te leggen aan de
kleine voetjes der prinses, wier g oote
schoonheid wijd en zijd vermaard was. Doch
zonder haar aanbidders zelfs een enkelen
blik waardig te keuren, vroeg zij. koel en
nonchalant, alsof het er om ging. te weten
hoe laat het was: hebt gij den gouden appel
van den gouden boom voor mij medege
bracht? Sommigen, wanhopig, dreven een
dolk ln hun hart, in haar tegenwoordigheid;
anderen, dapperder, beloofden haar den
gouden vrucht voor haar te zullen halen,
zelfs indien de boom door het gewicht van
den appel reeds overboog naar het land van
den Dood; weer anderen, die nog dapperder
waren, lach en haar uit en noemden haar
een tooverkol, zij togen hulswaa ts om vrien
delijker meisjes te huwen en zij leefden ge
lukkig of droomden van de wreede prinses
Vele jaren gingen voorbij, doch geen prins
keerde terug om haar den gouden appel te
brengen. Op een dag keek de prinses in den
spiegel en zag zij twee kleine rimpeltjes aan
de uithoeken ha~er oogleden. Zij rilde en
dacht met spijt- aan haar gelofte. Zij herin
nerde zich de tallooze jongelieden, die om
haar hand waren komen vragen, knap van
ui eriijk. sterk en beroemd. Reeds sedert ge-
ruimen tijd had zich niemand aan de poor-
van het kasteel gemeld. Zij zuchtte diep en
trachtte met haar smalle, blanke vingertjes
de twee rimpels aan de uithoeken harer oog
leden glad te s rijken.
Een maand later verscheen een jonge prins
voor de poort van het kasteel. Vele lange
jaren had hi] in gevangenschap bij der.
vijand doorgebracht en eerst thans had hij
vernomen van de schoonheid dor prinses
Hij knielde voor haar neder, bood haar zijn
hart en al zijn bezittingen aan.
De prinses vroeg hem vriendelijk, me'
weerzin, terwijl een storm woedde in haar
har': H:bt gij den gouden appel van den
gouden boom voor mij medegebracht?
Hij keek verschrikt op. Vlug hernam zij.
om onaangename gevolgen te voorkomen:
W!j hebben nog tijd genoeg om hieromtrent
te spreken, prins. Inmiddels asSJfc gij mijn gas'
oo dit kasteel. De prins an'woordde haa-: O
prinses, a! hetgeen gij begeert zal he.
uwe zijn
Dienselfden dag nog beval de Prinses, dat
de drie vaardigste goudsmeden van het rij
voor haar verschijnen moesten. Toen zij de
vier en twintig voorgeschreven kniebuigingen
I hadden gemaakt, sprak zij tot hen: Op der*
1 oostelijken hoek van mijn landgoed is een
afgrond. Op den rand van dien afgrond
staat een appelboom. Ik gelast u dien boom
en een der appels zwaar te vergulden, zooda;
het zal schijnen of zij inderdaad van gou
vervaardigd zijn. De ove-ige appels moet gil
verniet lgen. Binnen drie dagen mort he'.
werk gereed zijn. Niemand, behalve gij en ik,
mogen er ook maar hat minste van hoorer
fluisteren. Gij zijt mijn gevangenen totdat
het werk gereed zal zijn. Mijn vertrouwd-
slaaf zal u het goud en de ga-eodschappen
brengen, die gij noodig zult hebben.
De goudsmeden maakten weer vier en
twin ig kniebuigingen en de Prinses klap e
in haar fraaie handen om haar vertrouwden
slaaf te ontbieden.
Drie lagen later stond er aan den rand
van den afgrond van het landgoed cier Prin
ses. gliiu terend in de zon, een goud?n boom
en één gouden appel hing aan z'n twijgen, te
zwaar om door den wind afgos.ooten te wor
den.
De drie goudsmeden hadden hun taai-
prachtig vo.bracht en zij werden, opdat zü
het geheim niet zouden verraden, door den
vertrouwden slaaf onthoofd. Doch de p lnses
was een weldadige vrouw. Zij zorgde, dat de
drie weduwen hertrouwden en schonk haa:
een kleine beurs met goudstukken. De goud
smeden, die zich volkomen met de logica
der prinses hadden kunnen vereenigen, wa
ren dankbaar toen zij vernamen, dat te hun-
ter eere een prachtig monument worden
opgericht, om hen onsterfelijk te maken als
de groo.ste kunstenaars van hun tijd. Ultra
moderne lezers en lezeressen moeten daa~om
de prinses niet als wreed beschouwen, wan
zij zien slechts de oppervlakte der dingen en
denken, dat Goed en Kwaad twee rechte lij
nen zijn in plaats van zeer gecomphceeive
geometrische figuren.
De prins was bereid de groote reis naar
den gouden boom te aanvaarden. De prin
ses deed hem uitgeleide, zij wees naar het
oosten en sprak: Dezen kant uit, mijn Prins!
Eenige uren later, toen de zon in hot wes
ten zonk. bereikte de prins den gouden boom.
Eerst dacht hij, dat ce stralen van de onder
gaande zon e op schenen, maar spoedig
overtuigde hij zich ervan, dat ce boom var.
zuiver goud was. Het werk der goudsmeden
was werkelijk bewonderenswaardig gewees>.
en zij verdienden hun monument ten volle.
En daar aan den hoogsten tak hing de
gouden appel! Eén slag van het zwaard deed
den appel neertuimelen. Hij nam de vrucht
ln zijn handen, woog haar en zag. dat zij
werkelijk van goud was. Eerst dacht hij er
aan terug te snellen naar het paleis der
prinses om de gouden vrucht aan haar klei
ne voetjes neer te leggen, maar hij bedacht
zich en besloot zijn terugkomst een maand
uit te stellen, opdat het den schijn zou heb
ben, dat het niet gemakkelijk is een schoo-
ne vrouw te vefwerven. HIJ verborg den gou
den appel zorgvuldig en nam zijn intrek bij
een oude vrouw in het naburige dorp. De
arme vrouw was blind, zoo ia t zij in hem
niet een prins kon herkennen. Hij bleef er
een volle maand. De maan werd een smalle
sikkel, toen werd het nieuwe maan en ein
delijk vertoonde zij haar vol en rond gelaat.
Toen wist de prins dat de tijd gekomen was
om naar het kas'.eel der prinses terug te
keeren. Hij doopte zijn zwaard in het bloed
van een varken en liet het roesten. Toen
gaf hij met een bijl twee slagen op zijn helm
en kuras. Daarna gaf hij zich twee klein:
schrammen op zijn borst en keerde terug
naar het kasteel.
Inmiddels had de Prinses bevel gegeven
om den gouden boom te vellen en te ver
branden. Natuurlijk liet zij dit werk door
haar vertrouwden slaaf verrichten, die te
vens opdracht had den prins te bewaken
opdat hij niet in gevaar zou komen of ge
brek zou lijden
Groote vreugde heerschte er in het paleis
en door het geheele land, toen de blijde mare
rondging, dat de prins met den gouden appe:
teruggekeerd was. De beroemde hofpoëe;
dichtte een zeer lang gedicht later weri
het een epos waarin hij de groote daden
van den prins bezong: de draken, die hi.
bestreden had, de sissende slaneen, een
kilometer lang en met negen vervaarlijk
koppen, die hij allen had afgeslagen, de too
verkollen, die hij had omgebracht, alle vsV.
heldendaden, die hij verricht had vóór hij
den gouden boom eindelijk had bereikt. Den
boom, duizend voet hoog. in welks top d:
goud-en appel bengelde. Voo-ts bezong hij
hoe de prins den boom beklommen had: zijn
strijd met, apen en allerlei gedrochten, die
hij tijdens het beklimmen te bestrijden had
Gedroch'.en. waarvan de kleinste driemaal
zoo groot was als een mensch. Hij bezong
hoe hij den appel had geplukt; hij bezong
den terugtocht: hoe de prins oceanen ha:
moeten overzwemmen, wouden had moeten
neervellen, totdat hij eindelijk veilig en we
den gouden appel aan de kleine voeten de:
schoone prinses had kunnen neerleggen. He
geroeste zwaard, de gedeukte helm en he
kuras kregen een eereplaats ln het museum
De schrammen op zijn borst werden door de
kundigste heelmeester zorgvuldig behandeld.
Een week later huwden zij Gedurende der
tig dager, en dertig nachten vierde men feest-
De feestvreugde, die toen in 't land heersch
te. was ongekend en nimmer zal in eenig
land zulk een schitterend feest gevierd wor
den. Het aantal kudden schapen en varkens
de scholen visschen. die verorberd werden,
de okshoofden wijn. die leeggedronken wer
den. de bergen meel, die in gebak en broad
veranderd werden, het aantal gesprongen
vioolsnaren en gebarsten doedelzakken, het
getal der bij het dansen versleten schoenen,
dit alles met tal van andere belangwekkende
bijzonderheden kan men vinden ln het l 5e
Canto van het meesterwerk des hofdichters.
Toen de wittebroodsweken voorbij waren-
schreed de Prinses plechtig naar den Tem
pel der Godin van Liefde en Moederschaa.
Devoot knielde zij neder vcor het a.taar en
sprak:
O Godin van Liefde en Moederschap, thans
breng ik u den gouden appel, dien ik u ja
ren geleden plechtig belcofd heb. Gij weet,
dat hij niet geheel van goud is. dat hij n'e:
geplukt werd van den gouden boom, die staat
aan het uiteinde der wereld, daar waar Le
ven en Dood slechts door een smallen
strook van elkaar gescheiden zijn Maar
glinstert deze appel niet wonderschoon?
Groeide hy niet aan den rand van den af
grond! En is een afgrond ntet een smalle
strook tusschen Leven en Dood? en wie weet.
waar werkeiyk het uiteinde der wereld is?
Aanvaard dus, o groote en onsterfelijke go
din. mijn appel; aanvaard ook deze groote
diamanten, wier waarde d.e van een gouden
boom overtreft!
De hoogeprlester. d'e achter het beeld der
Godin van Liefde en Moederschap verkorren
was. fluisterde Iets ln de oo en der On
sterfelijke en zij aanvaardde den gouden ap
pel en de groote diamanten.
Vcor zoover wy weten, was de Prinses na
dien tijd zeer gelukkig. Wat den Prns be
treft, nooit vernam hij iets van de 1st, de
de Prinses gebruikt had. Want we ke man
kan de mysteries, die aan zyn huwehjk voor
afgaan. doorgronden?
In den loop der jaren ging hij he'. greote
Eccs a!s waarheid beschouwen en torn hij
bijna klndsch geworden was. bracht hij nog
eenige verbeteringen aan in de byzonderhe-
den van zyn groote reis. die dcor den hof
dichter in zulke schoone bewoordingen ba-
zongen was.
Uit de herinneringen van Paul Poiret.
(Bijzondere correspondentie).
Poiret! Dertig jaren lang heeft hU als on
beperkt dictator de mod a beheetschreikt;
zijn macht, niet belemmerd door po'.i.iekc
grenzen, zoo ver er vrouwen waren. Schijn
baar willekeurig toegevend aan zijn grillen,
in werkelijkheid evenwel de nog sluimerende
wenschen en behoeften van zijn clientele bij
vcotbaat vermoedend, verwezenlijkend, dreef
hij zijn wil door, om hei moeizaam verover
de weldra aan zijn mededingers en Imitato
ren over te laten. Altijd vooraan, een pio
nier, altijd stuitend op de geestelijk logg.
massa, waren alle moeüUkheden en hinder
nissen zyn deel, zelden het succes.
Toen hy het onwaarschljnUjke had ge
waagd en het corset verbannen, btechuld.g-
de men hem er van, een van de eerste Pa-
rijsche bedrijven ten gronde te hebben ge
richt. Jaren achtereen was hy de schrik van
ae Lyonsche zyde-industrie. die zich goed
schiks of met tegenzin in zijn grillen moest
schikken. En toen hij op een schooner, mor
gen den onversierden hoed dicteerde en dc
veeren, ruches, bioemen en hetgeen ziel:
verder nog had ontplooid, plotseling liet
ve-awijnen, kwam er een dciegatie van d
fabrikanten, die er by geïnteresseerd waren,
gelijk wyien de burgers van Calais by hem.
ten einde te smeeken om opheffing var.
het vernietigende beslui:. Een ware revolu
tie brak evenwel onder de kappers uit. toen
hij het ko.t geknipte haar in de mode
bracht en alleen de ervaring was in staat,
hen er van te overtuigen, cat zij daar he;
dubbele en drievoudige door verdienden.
Poiret beval, de wereld protesteerde, gaf toe
en applaudisseerde tenslotte.
Hij liet de rokken nauw en wyd. kort en ten
slotte weer lang worden; hij liet de taille
bij afwisseling naar boven en naar bsneder.
klimmen gelijk de kikvorsch in het glas wa
ter; hij reisde als een souverein naar Enge
land en naar het hof van den Czaar, trok
met zijn mannequlne door Europa en pre
dikte honderdduizenden Amerikaansohen tus
schen New-York en Las Angeles, hoezeer
elegance en Individualiteit met elkaar ver
band hielden en hoe verachtelijk alle con
fectie was
Maar nu Is hy het spel moe. Hy heeft een
aardig landgoed ln het mooiste deel var
Iie-ae-France; des morgens heeft hy eigen
handig een parelhoen toebereid hy heeft
verstand van koken en laat nu en dan een
raad, een recept het gesprek binnenvloeien
des middags zit hy ln den bloementuin
tusschen phloxen, suikererwten en rijp wor
dende tomaten en sohryft zyn herinnerin
gen. (Intusschen onder den titel: „En ha
bitant 1 "Epoque" by B. Grasset verschenen;
Uit de ranken van deze uitvoerige arabcs-
ke, die Poiret met de geoefende hand van
den artist en de blijmoedige filosofie van den
terugbilkkenden Epikurist teekent, ontstaa;
langzaam een levendig beeld van het PariJ-
sche leven omstreeks 1900, doemt het gjans-
tydperk van dc „grande couture", toen de
staatsiekoetsen op ryen van vier in de Rue
de la Paix wachtten, opnieuw op. Poiret. i
bij Doucet begonnen en een van zyn eerste
werken was een met groote witte en lila
Irissen beschilderde avondmantel voor Ré-
jane, „die het publiek den afloop van het
stuk al in het vierde tooneel liet vermoe
den"; hier teekende hy later de costuunv
van Sarah Bernhardt voor den „Aiglon"
leerde er de grootheden van financiewezen
en aristocratie kennen, die destijds een
LANGS DE STRAAT.
Dressuur.
Op een goelen dag. mogeiyk was het een
kwaden, het is niet aan ons mensehen om
dergelijke dingen te beslissen, en dat Ls maar
goed ook is een Engelschman. die zich in
een Amsterdamsche rammelende tram liet
rondryden door één van onze nationale dikke
Amsterdamsche conducteurs, er in geslaagd
aan zyn vrouw dingen te bewyzen omtrent
de voorbeeldige dressuur onzer Amsterdam
sche tramconducteurs, die werkeiyk het bo-
vennatuuriyke naderen. Ik zal my van een
verdere uitspraak omtrent de volmaakte
waarheid van het onderstaande onthouden.
Alleen dit; het is volkomen juist en histo
risch. dat niet lang geleden in één der groote
Engelsche kranten een uitgebreid en van
groote bewondering getuigend bericht stond
omtrent de meer dan ongeloofiyke welopge
voedheid van ons Amsterdamsche tramper
soneel. Het was van de hand van de vrouw
van bovengenoemden Engelschen heer en be
gon met de mededeellng. dat in Holland geen
tramconducteur eraan denkt om een kaartje
af te geven als men het te betaten dubbeltje
!n zyn linkerhand houdt. GelUk welgedres-
seerde apen nemen zy het louter en alleen
uit de rechterhand aan. Persoonhjk onder
vonden. Zelf geprobeerd. Geen graoj-e. maar
een absoluut feit. Is not it marvellous? Are
not they perfect sweets?
Het is naar, maar waar. Misschien is het
ook niet eens naar, maar waar ls het in allen
gevalle.
Het volgende is namelyk het geval geweest.
Mogeiyk ls het u bekend, mogeiyk ls het
u niet bekend, dat ln Amsterdam de conduc
teurs pas na de eerste halte een kaartje
mogen afgeven. Het was den Engelschen
heer niet bekend, maar wel was hy zich tot
in z'Jn vingerspitsen bewust van het wonder-
iyke verhaal dat een vriend hem gedaan
had. en brandde hy van verlangen om nu
werkeiyk eens grondig en ln eigen persoon
te onderzoeken of dat zoovcelste van de
vele sprookjes. d!e in Engeland omtrent Hol
landers de ronde doen, onvervalschte waar
heid was of niet. En naast hem zat zyn
vrouw. Engelsche Mrs. tot in de punt van
haar tameiyk spitsen neus. en brandde mee.
„KUk." zei de Mr. en hield het dubbeltje
ln zyn linkerhand, „wedden dat hy het niet
doet?"
De Mrs. spitste zich, rekte zich uit, gluur
de naar den conducteur, die langs kwam fla-
neeren om vast eens te Inspecteeren wat hy
bij de laatste halte gevangen had. maar niet
taalde naar het uitlokkend ongehouden
dubbeltje. Pas na de eerste halte Gebod van
hoogerhand.
De Mr. keek of hij een haan was. die een
ei getegd heeft. De Mrs. geloofde haar eigen,
overieens zeer be'rouwba-e oogen niet.
„KUk" zei de Mr. „en nou zal je zien, dat
ie het wel aanneemt!"
En het dubbeltje verhuisde naar zyn rech
terhand en werd uitnoodigend in de lucht
gestoken. En de conducteur kwam aanstan-
oen, en nam het aan. en gaf een kaartje. Het
was na de eerste halte.
hoofdrol in Europa speelden. Daarna komt
hy by Worth, den groo en Worth, die r.og
de toiletten van keizerin Eugenie heeft ont
worpen en die Juist de opdracht ontvangt, de
s aalsïc kleed in g van alle souverelnen van
Europa te leveren voor de kroning van
Eduard VII. Maar hU houdt het in vreem
den dienst niet lang uit: hU maakt zich zrtf-
s.andlg, begint eerst bescheiden in do Rue
Auber en breekt dan, wanneer hU in g oaten
stijl begint te werken, driest de traditie van
de ..geheiligde straat" en installeert zich niet
in de Rue de la Paix, maar in den Faubourg
St. Honoré. Het belangrijke van de volgende
Jaren ls echter niet zyn onwaarschijnlijk
snelle opkomst, zyn macht, die zich uit
breidt over voortdurend meer takken van de
mode, de cosmetiek en de decoratieve
kunsten, maar voornameiyk het aandeel, dat
hy had ln het artistieke en gees'.eiyke le
ven. zijn invloed op het theater, zyn positie
als uitgever en Maecenas, de door hem ge
leide en gestichte academie. Poiret schonk
aan de mode a!tyd maar een gedeelte van
iljn aandacht; hij streefde er naar, iedereen
kant van het leven met de kunst in aanra
king te brengen, alle vormsn van uiting door
de welluidendheid der UJnen. de harmonie
der kleuren, het spel der tonen te verkla
ren. Hy gebruikte evenveel geest er. toewij
ding voor een Japon, de samenstelling van
een parfum als voor een feest, dat hij ln
zyn tuin gaf. of voor een concert, zolfs voor
iiet programma van een feest of een concert.
Zoo "liet hy een portefeuille van zUn robes
teekenen door Paul Iribe. toen niemand de
zen naam nog kende. Bernard Naudln ont
wierp zijn programma's. Raoul Dufy schil
derde de stores van zyn particulier Jacht:
Isadora Duncan danste op zyn feesten en
tenslo'te betrad hij samen met Colette zelf
de planken. Vlamlnck en De.ain werdrn zUn
vrienden, Cocteau, aiien die iets nieuws,
wat frlsschen wind en geestdrift brachten,
kruisten zyn wes. ontvingen van hem. lieten
sporen achter in zyn voortdurend grooter en
rijker wordenden geest.
Poirets w erk is by na niet fce cverz'en: hij
staat aan het hoofd van de wereldmode, hij
houdt zich bezig met de vernieuwing van
het theater, gaat naar Rein hardt te Ber-
ïyn, naar de Wiener Werkslatten, ontdekt
Intusschen ln een Engelsch museum een
verzameling van Indische turbans, laat ter
stond zyn secretaresse komen, copleert met
haar samen, om weldra den turban als
cternder crl te lanceeren. Iedere nieuwe
strooming van kunst of litteratuur vindt
weerklank by hem, die hartstoehteiyk het
verlcdcne vereert en onvervaard bereid ls tot
al het nieuwe, al scldjnt het nog zoo ge
waagd en avontuuriyk.
Deze memoires zyn geen afscheid, alleen
een korte rustpoos, het om zich heen zien
van iemand, die den loop der dingen scherp
ln het oog houdt om op een gegeven oogen
blik weer in te grijpen. Hier en daar laat
hy zyn profotlsche stem hooren, wyst hij
op de toekomstige veranderingen van smaak
en mode. laat hy de een of andere van
daag nog monsterachtige vernieuwing opko
men en besluit mot de schoone erkenning:
„Wat lk ooit heb ondernomen en van wel
ken aard myn bezigheid ook is geweest, al-
MJd heb lk geheel myn temperament er ln
gelegd en geheel mijn hartstocht!''
(Nadruk verboden)
M. O.
„You see?" zegevierde de Mr.
„Waddeen keurig vollek!" zuchtte de Mrs.
in het Engelsch.
En schreef een bewonderend stuk in een
Engelsche krant en vertelde al haar vrien
den en vriendinnen en het waren er vele
van de voorbeeldig gedresseerde Holland-
sche tramconducteurs.
Zoo gaat het. Engeland is Engeland en
Holland Ls Holland. Al wordt het Kanaal met
wonderiyke verhalen over Holland gedempt
en al zweren wy allen, dat we heelemaal geen
weggeloopen Artls-inventaris zyn. Zoo is
de Engelschman.
W. T.
ONVERSLIJTBARE AUTO'S.
Een nieuw soort staal dat gefabriceerd
wordt door een Brltsche firma zal de auto
van de toekomst zoo goed als onversiytbaar
maken. Het Ls zóó haro dat het zelfs me: dc
scherpste vijf onmogelijk is er krassen op te
maken.
Met dit staal zyn proeven genomen bU
het bouwen van auto's. En zelfs nadat men
de auto 10.000 myien bad laten loopen met
groote snelheid en onder de slechtste, expres
te voorschyn geroepen, omstandigheden, was
er van siytage van het staal, ook na de
nauwkeurigste metingen, niets te bespeuren.
Wanneer van dit metaal assen worden ge
maakt en cylinders er van binnen mee wor
den bekleed, zal een auto gedurende onbe-
paalden tUd kunnen gebruikt worden. Si:chts
kleine, onbeteekenende vernieuwingen zui.en
nu en dan noodig zyn.
Een ander verwonderlijk metaal wordt
thans ook in Engeland vervaardigd. Het is
een alumlnlum-alliage. waarvan de bes'.and-
deelen zorgvuldig geheim worden gehouden,
belangrUk lichter dan aluminium en bijna
even sterk ah staal. Fabrikanten zullen het
kunnen gebruiken voor het vervaardigen van
onderdeden die tot nu toe steeds van staal
werden gemaakt. Door het veel geringere
gewicht zullen dan deze onderdeden iar.g
niet zco vlug siyten dan wanneer zij van
staal waren gefabriceerd.
„EVEN OPBELLEN!"
cyfers, die onlangs z'Jn gepubliceerd ln
de ..Telegraph and Telephone Journal" toonen
aan. dat er op 31 December 1929 niet minder
dan 34 400.000 tdephoontoestellen in de wereld
ln gebruik waren. In dat Jaar was het aan
tal sedert 1928 met 1.750 000 to: genomen.
Sedert Ls weer een Jaar voorbygegaan en de
toeneming gedurende 1930 is waarschijnlijk
groot genoeg geweest om te beweren dal er
thans op de geheele wereld bijna 37.000.000
tdephoons zyn, een aantal ongeveer gelijk
aan dat der bevolking van Engeland.
Engeland heeft vier telephoon:c*estellen
op elk honderdtal Inwoners, Nieuw-Zeeland
tien en de Vereenlgde S;aten 17. Nocrd-
Amerika heeft drie telephoons van elk vljf-
tal ln de wereld. Het totaal aantal telefoons
jü dat land Ls thans 21.706.000.