De GRIEF
De wraak der Verdrevenen
23 JANUARI -1 FEBRUARI
TWTOMBTïUBK
AUTOMOBIELEN
\t
STADSNIEUWS
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor den Politierechter.
Verduistering.
Voor den Politierechter stond Maandag
terecht een voormalig vertegenwoordiger van
de N.V. Auto Centrale, die een gezamenlijk
bedrag van f 332.30 dat hij voor genoemde
Vennootschap had geind, niet had afgedra
gen. maar ten eigen bate had aangewend. Hij
had wel den persoon, die een auto van de
Auto Centrale in huurkoop had, een voor-
loopige quitantie gegeven voor eenige bedra
gen ivoor de afbetaling, de verzekering en
voor wegenbelasting). De Vennootschap heeft
dit geld echter nooit ontvangen.
Verdachte deelde mede, door omstandig
heden tot zijn daad te zijn gekomen.
Het O.M. achtte de verduistering wettig en
overtuigend bewezen, Daar verdachte, volgens
een over hem uitgebracht rapport, niet on
gunstig bekend staat, wilde het O.M. het met
hem „probeeren". De eisch luidde: 3 maanden
voorwaardelijke gevangenisstraf met een
proeftijd van 3 jaar en de bijzondere voor
waarde dat verdachte het door hem ver
duisterde bedrag binnen een bepaalden tijd
zal aanzuiveren.
De Politierechter vonniste conform en gaf
opdracht aan het Gen. tot Zedelijke Verbete
ring, afdeeling Haarlem, verdachte tot hulp
en steun te zijn..
Ruit ingetrapt.
M. G. is werkloos en kan geen werk krijgen.
Hij wijt dit blijkbaar aan ae werkwijze van
de Arbeidsbeurs. Hij heeft eenigen tijd aan de
werkverschaffing gewerkt, maar dat is nu
afgeloopen en nu meent hij, onbillijk be
handeld te worden, daar anderen wel werk
krijgen, maar hij. naar zijn zeggen, steeds
overgeslagen wordt.
Zoo is hij er toe gekomen, toen hij op 21
November van iemand een paar borrels ge
kregen had, ruiten van de loketten aan de
Arbeidsbeurs stuk te trappen.
Hij bekende, heeft er nu spijt van en heeft
den Directeur van de Arbeidsbeurs zijn
excuses aangeboden.
Gedurende de behandeling van deze zaak
bleek ook. dat verdachte, toen hij later in
zijn woning voor het bovengenoemde feit
werd gearresteerd, zich verzet en een agent
rechercheur tegen de kin heeft geschopt.
Het O.M. was van oordeel dat deze ver
dachte zich aan drie strafbare feiten had
schuldig gemaakt: wederrechtelijke vernie
ling. wederspannigheid en mishandeling van
een ambtenaar in functie. De eisch leidde: 8
weken gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. L. G. van Dam, pleitte
de uiterste clementie. G. is geen oproerkraaier
of communist. Hij is thans werkloos en krijgt
f 8 steun per week. Hiervan wordt f 2 afge
houden, verder gaat er nog f 3 hum- af. zoo
dat deze verdachte van f 3 per week moet
leven met een vrouw en twee kleine kinderen.
Het is te begrijpen, dat iemand in deze' om
standigheden in een geprikkelden toestand
komt, al- is, wat hij deed. natuurlijk niet te
rechtvaardigen.. Wanneer het niet mogelijk
is. menschen als verdachte krachtiger te
helpen, zullen verkeerde daden, als nu door
G. gepleegd, veel meer voorkomen.
Zooals bekend, worden de werkloozen bij
toerbeurt te werk gesteld, maar deze ver
dachte komt maar niet aan de beurt. Mis
schien zou het overigens goed zijn. als plei-
ter's client zich bij een Geheelonthoudersver-
eeniging aansloot.
Het vonnis van den Politierechter luidde
drie weken gevangenisstraf.
INVAL IN DEN JANSWEG-
SCHOUWBURG.
EEN PANIEK GEDURENDE EEN FEEST.
In den avond van den 15en November van
het vorig jaar was het feest in den Schouw
burg aan den Jansweg. De On d er of fi eieren -
Vereenlging gaf een uitvoering en daarna was
er bal. Toen het pauze was geweest bleven
er twee jongelui in de koffiekamer zitten, die
er van verdacht werden, den schouwburg
te zijn binnengekomen zonder toegangsbewijs
De portier vroeg, hun tbegangsbiljet te
mogen zien. Zè zochten, maar konden geen
biljet vinden: ..Zeker verloren?" Toen kwam
ook de Directeur van den Schouwburg, de heer
Kaart, er bij en vroeg om het toegangsbewijs
te zien, „Dat hoeven we .niet te hebben", zei
den de jongelui, .,we komen alleen een potje
bier drinken!" Dè heer Kaart zei, dat dat zoo
maar niet ging, dat ze bovendien aan de
achterzijde het gebouw waren binnengekomen
FEUILLETON.
Uit het Eng clsch van
J. S. FLETCHER.
(Nadruk Verboden).
17)
Oliver hield er niet van om onder dergelijke
omstandigheden den tijd met onnoodlg ge
praat te verknoeien.
„Is er iets?" vroeg hij streng.
„Wie zegt. dat? Hebt u dan iets gehoord?"
„Ja", verklaarde Oliver beslist, terwijl hij
den hoofdopzichter strak aankeek. „Een van
.ie werklui heeft zich iets laten ontvallen.
Vooruit Crabtree, geen geheimzinnigdoenerij
alsjeblief!Voor den dag ermee. Als er iets is,
waarom heb je me dat dan niet oogenblik-
kelijk laten weten?"
Crabtree aarzelde en keefc tersluiks naar
Rawlinson.
„Wie is die meneer?" fluisterde hij Oliver
in het oor.
„Een goede vriend van me", antwoordde
Oliver kortaf. „Je kunt me gerust zeggen wat
je op het hart hebt".
Crabtree aarzelde nog steeds.
„Ik geloof dat het beter is. dat wij even
naar mijn huis gaan. Er is iets, of beter, er
was iets. maar ik weet waarachtig niet, of
ik verantwoord ben met u te vertellen wat
ik weet In ieder geval kunnen we niet hier
blijven praten
HOOFDSTUK XVII.
Zwijgend liepen ze over den dam voort en
staken na. eenigen tijd den weg' over. Zij gin-
gen recht op het licht af, dat zij op hun
DINSDAG 20 JANUARI 1931
door een toegang die nfet voor het publiek
bestemd was, verzocht hun herhaalde malen
heen te gaan. Aan dit verzoek werd niet vol
daan. „Dan zal ik de politie opbellen!" zei
de Directeur ten slotte. ..Dat lolletje willen
wij wel eens hebbenantwoordden de heeren
Ze kregen hun lolletje.
De politie kwam en zoo vertelde de heer
Kaart Maandagmorgen voor den Politie
rechter had Jobsgeduld met hen. want
zij sarden de politiemannen op alle mogelijke
manieren. Eindelijk werden ze meegenomen
naar het bureau in de Smedcstraat.
Om half één terwijl het bal in den
Schouwburg in vollen gang was kwamen
de indringers terug om hun jassen en hoeden
te halen, die in den Schouwburg waren ach
tergebleven, omdat eerst moest worden uit
gemaakt, dat inderdaad de door hen aan
gewezen kleeren hun eigendom waren. Dit
kon natuurlijk pas blijken, als alle bezoekers
den schouwburg hadden verlaten.
Hun tweede „optreden" in den schouwburg
werd gekenmerkt door nog grooter vrijmoe
digheid en forschheid. dan zij bij hun eerste
bezoek hadden ten toon gespreid. ZO ver
oorzaakten een groot tumult en ten slotte zoo
iets als een paniek onder het publiek
dat meende, dat er iets ernstig of gevaar
lijks gebeurd! of gebeurd was.
Zij vochten met den controleur,
liepen over het tooneel, sloegen den electri-
clen neer, gaven den heer Kaart een klap
enz. enz.
Maandag moesten zij voor den Politie
rechter verschijnen naar aanleiding van deze
heldendaden. Slechts één een pianostem
mer was verschenen, de ander liet verstek
gaan.
Het O.M. vond hun gedrag kwajongens
achtig en stelde voor, het met f 25 boete te
beloonen.
Aldus zal geschieden.
„JACOB VAN LENNEP".
„MILLIONNA1R TEGEN WIL EN DANK".
Als je, om 5 millioen te verdienen, eerst één
millioen moet uitgeven en het lot laat je altijd
maar winnen., al doe je nóg zoo je best om
te verliezen, dan ben je in een lastig parket.
En als dan je meisje nog boos op je wordt
en tenslotte niets meer van je weten wil, om
dat je maar steeds geweldige sommen geeft
aan een andere vrouw, terwijl er toch heusch
niets achter steekt, dan ben je in een nog
veel lastiger parket-
In zulke omstandigheden verkeert Charley
Stafford in het blijspelletje „Millionnair tegen
wil en dank", dat Maandagavond door en
voor Jacob van Lennep" in den Stadsschouw
burg werd opgevoerd. En met zeer groot en
verdiend succes, een succes dat in de eerste
plaats was te danken aan den heer Toon
Snoeks, die al zijn kunnen, zijn enthousiasme
en geroutineerdheid aan deze rol gaf. Hij was
er geheel „in" en zijn gaan en staan op het
tooneel. zijn losheid van beweging en de
spheer die hij wist te scheppen, zoodra hij
in I het tooneel kwam opstormen, toonden
dat hier een dilettant „aan het woord" was,
die ver boven het dilettant-gemiddelde uit
gaat.
Deze Chai'ley Stafford van den heer Snoeks
was èn om de geheele opvatting van zijn
rol èn om tal van teekenachtige details èn
last not least om het tempo, dat hij vol
hield en waardoor hij ook anderen meenam,
héél goed.
Een uitstekend type was ook de Robey
Smith van den heer Tuninga, die alles voor
deze rol meebrengt en menige lach in den
schouwburg deed opklateren. Hij beleefde veel
plezier van deze creatie evenals mevr. Jo
Bouwmeester van wat zij als Robey's vrouw.
Daisy, aan kijfachtigheid en andere minder
aangename eigenschappen te genieten gaf.
Het opkomen van dit waardig echtpaar in
hun ..rijke" kleeding in II, was waar
lijk van een hoogst komische werking.
Mevrouw Dit Tuninga was een lieve, trouwe,
eenvoudige Mary en mevrouw Toni Groene-
weg een zeer verdienstelijke La Rosita. De
heer Van Zandbergen maakte van den half
dwazen uitvinder Mr. Plucky, een heel aardi
ge charge. Noemen we tenslotte mej. Theo
Bouwmeester, die een pittigen, ondeugenden
piccolo gaf.
Het was een vlotte, frissche opvoering van
een niet veel om het lijf hebbend1 blijspel,
dat hier en daar angstig dicht de klucht
nadert, een opvoering, waarop „Jacob van
Lennep" met tevredenheid kan terugzien.
Na afloofc gingen natuurlijk velen naar het
HK.B.-gebouw, voor het bal.
E.
heenweg hadden gezien en dat kennelijk uit
een huis kwam. Geen van allen sprak, alleen
slaakte Oiiver nu en dan een diepen zucht.
Rawlinson begreep, wat er in het hoofd van
zijn gastheer moest omgaan. Wanneer dit
water, dat zióh nu als een effen vlakte voor
hen uitstrekte, zich een weg door den dam
zou banen, zou het niet lang meer duren, of
Mirjam's sombere voorspelling zou worden
vervuld: Oliver's nieuwe paleis waarop hij
zoo trotsch was en dat hem schatten had ge
kost, zou als een kaartenhuis ineen storten.
Toen ze bij de opzichterswoning aankwa
men, opende Crabtree het hek. Plotseling
bleef hij staan en luisterde.
.Als ik me niet vergis", zei hij, „hoor ik in
de verte een auto aankomen. Zeker mijnheer
Washington. Ik had hem eigenlijk al eerder
verwacht".
„Dat is de voorzitter van de Commissie
van bijstand voor de watervoorziening", leg
de Oliver zijn gast fluisterend uit. En zich
tot Crabtree wendende, vervolgde hij:
„Weet hij er dan van af. Crabtree? Waar
om heb Je mij dan niets laten weten?"
„Crabtree gaf niet direct, antwoord; hij
wachtte even tot hij de lichten van den na
derenden auto den hoek zag omkomen.
„Ik heb gehandeld volgens mijn opdracht,
mijnheer Carsdale", zei hij toen. „Mijnheer
Washington zal u beter kunnen inlichten; ik
heb hem direct gerapporteerd wat er ge
beurd Is en heeft strikte orders gegeven om
er met niemand over te spreken".
De auto was nu bij het hek gekomen, stop
te en de inzittende stapte er uit. Het was in
derdaad Mr. Washington, de president van
de Commissie van Bijstand.
Stom verwonderd keek hij naar de drie
heeren. die zich in gezelschap van den hoofd
opzichter bevonden.
,.U hier, mijnheer Carsdale?" vroeg hij ver
wonderd. „Dos u hebt er toch iets van ge
hoord? En ik heb order gegeven.Hoe zit
dat, Crabtree?"
INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN
a 60 Cts. per regel.
RAI
MOTORRIJWIELEN
k GEOPEND VAN 1
1 'Q V-MN ,MÖNM~I0N-Mg^p^«|
UITGAAN.
MAATSCH. TOT BEVORDERING DER
TOONKUNST.
Op Vrijdag 23 Januari a.s. zal in den Stads
schouwburg de 3e Kamermuiziekavond plaats
vinden van de Mij. tot Bev. der Toonkunst.
Het beroemde Calvet .Kwartet zal zich op
dien avond doen hooien.
PROCES-VERB.AAL.
Door de politie is proces-verbaal opge*
maakt tegen een Amsterdammer, die een
naaimachine, die hij in huurkoop had, hier
ter scede had verkocht voor f 7.50.
ARBEIDERS TOONEELVEREENIGING
„VOORUITGANG".
Op Woensdag 4 Februari geeft „Vooruit-,
gang" een opvoering van „Magdalena" van
Lu-dwig Thoma, een uit het Duitsch vertaald
tooneelwerk door Mevr. E..SandersHerzberg,
in den schouwburg Jansweg.
Het stuk is onder leiding van mevr. E.
SandersHerzberg ingestudeerd
PERSONALIA.
Onze stadgenoote mej. B. J. Mos, is benoemd
tot onderwijzeres aan de Christelijke School
te Nooröwijkerhout.
Voor het Mercurilts-Diploma Engelsche
Handelscorrespondentie is geslaagd de heer
M. F. J. van Baaren, alhier.
Voor het examen Engelsche Handelscorres
pondentie te Amsterdam slaagde onze stad
genoot de heer .Joh.-'C. Adam.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
heerscht
reeds in vele gesinnen. De sieken
hoesten en kuchen van belang.
Past op. Koopt onmiddellijk de
beroemde Akkcr's Abdijsiroop,
die dc ziektekiemen doodt, de vast
zittende slijm oplost, de hoest-
aanvallen verdrijft. Gebruikt:
mcR> ABDIJSIROOP
VOOR DE SLACHTOFFERS VAN
DEN MERAPI.
DE VOORSTELLING IN HET
REMBRANDT-THEATER.
De .voorstelling ten bate van de slachtof
fers van de ramp van den Merapi, welke in
het Rembrandt-Theater gegeven zal worden
is vastgestelr op Zondagmorgen 25 Januari,
om half elf. De burgemeester heeft gewei
gerd om voor Zondagmoi-gen muziekvergun-
ning te geven, zoodat van de belangelooze
medewerking, die de orkestleden hadden
toegezegd, geen gebruik kan worden ge
maakt. Wel is echter vrijstelling van verma
kelijkheidsbelasting verleend, zoodat de
gansche opbrengst ben goede kan komen aan
het gestelde doel.
Wij behoeven wel niet'meer aan te sporen
om de voox*stelling te bezoeken, de reden,
waarom zij gegeven wordt en de aard van
het programma, de prachtige Indische film
„Mahasoedji", hebben aantrekkingski-acht
genoeg. Er is dus alle reden om Zondag
morgen een volle zaal te verwachten. De en
treeprijs wordt aan de bezoekers overgelaten,
evenwel met een minimum van 50 cent.
VIERPERSOONS FORD ONTVREEMD.
Zondagavond tussehen half twaalf en
twaalf uur is een vierpersoons Ford Tóuring
Car, die stond voor café Centraal in de
Groote Houtstraat, ontvreemd. De auto
draagt de nummering. G 54432.
VOLKSTELLING.
WIE IS VERGETEN?
B. en W. van Haarlem herinneren hen,
die bij de volkstelling zijn overgeslagen, aan
hun verplichting om van dit verzuim vóór 1
Februari 1931 kennis te geven ter secretarie
der gemeente, Bureau Burgerlijke Stand en
Bevolking, Ged. Oude Gracht 18.
Voor de leden van huisgezinnen rust de
verplichting tot kennisgeving van het ver
zuim op het hoofd van elk huisgezin.
COMITé „DE NIEUWE
BOERHAAVE".
DE FUNCTIES VERDEELD.
Het Donderdagavond door de vergadering
van leden van „De nieuwe Boerhaave" in -
Haarlem en Omstreken gekozen comité heeft
de functies als volgt vei'deeld: C. A. Beute,
voorzitter; Mr. L. G. van Dam, secretaris;
J. Schoo, penningmeester; J. West, 2e secre
tarie
HET LOODGIETERSBEDRIJF.
HET CONTRACT OPGEZEGD.
Door de leden der afdeelingen Haarlem,
Amsterdam, den Haag en Rotterdam van
den Als. Nedeiiandschen Metaalbewerkers-
bond is besloten het contract in het loodgie-
bersbedrijf op te zeggen en. wijzigingsvoor
stellen bij de werkgevers in te dienen. Deze
wij zigings-vooi-stellen houden o.m. in om de
vacanties van 3 op 6 dagen te brengen, ver
volgons om vergoeding te geven voor het ge
bruik van een eigen rijwiel en om een
scheidsgerecht in te stellen. Ten opzichte
van ae ziekte-uitkeei-ing wordt voorgesteld
d.e uitkeeringspremie geheel vi-ij te doen zijn
en de uitkeering in te doen gaan op den
tweeden dag der ziekte, zoodat er dus één j
carenzdag zal zijn.
Met d e werkg e vers zal ver dei- bespx-oken
worden het geven van ontslag vóór de feest
dagen, de mogelijkheid tot- invoeren van een
ouderdomspensioen, het vrijaf nemen voor
eigen rekening op 1 Mei én andere dagen en
ben slotte het vraagstuk van de vakopleiding.
WERKLOOZEN-DEMONSTRATIE
TE AMSTERDAM.
Lou de Visser aan het hoofd
van den stoet.
I-Iet congres van wex-kende- en werklooze
arbeiders uit het geheele land, dat Zaterdag
middag en Zaterdagvond plaats lid in het
gebouw „De Harmonie" aan de Rozengracht
te Amsterdam en geoi'gaxiiseerd was door de
R.V.O. iRoode Vakvereenigings Oppositie) is
Zondag in de straten besloten met het hou
den van een optocht, waartoe door de politie
vergunning was gegeven. Op het Amstelveld
kwamen 's morgens mannen, vrouwen, meis
jes en opgesehotexi jongens bijeen; verschil
lende van hen tarokken de aandacht door eexi
soort uniform, ten bewijze van hun lidmaat
schap van den Rooden Frontstrijdersbond,
terwijl anderen hun verband met deze orga
nisatie deden uitkomen door het dragen van
eexi rooden band, met.de initialen R.V.O.op
een jasmouw.
Te. ruim 1 uur stelde de stoet. naar
."schatting uit 1200 a 1300 demonstranten be
staande en waarin zich ook Verschillende de
putaties uit het land bevonden, zich op,
waarna onder sterk politiegeleide cr waren
o.a. zeer veel politiemannen in burger op de
been langs de onevenzijde van de Regu
liersgracht langs Weteringschans en Gerard
Domstraat, ixi langzaam tempo, zóó langzaam
dat het geheel wel een vertraagde film geleek,
naar het Museumplein werd getrokken, mede
onder begeleldixig van een steeds aaxiwassen-
den stroom van nieuwsgierigen. Behalve het
tromgeroffel van de Roode Frontstrijders
trokken de borden en doeken, de eisch en der
werkloozen vermeldende, welke in de stoet
werden meegedragen, zeer de aandacht, hoe
wel daarnevens een groot deel van de be
langstelling der toekijkende Amsterdammers
uitging naar het „driemanschap", dat aan
den kop liep, het Communistische lid der
Tweede Kamer, Lou de Visser, en de Anx-
stex-damsche raadsleden mevrouw Van
Zelnxv. d. Berg en de heer Seegers.
Vooral eerstgenoemde, die een Persianer
bontjas en sous-pieds droeg, ontpopte zich
als een uitstekend aanvoerder wat betx-eft
het gezamenlijk uitroepen van leuzen.
Van het Museumplein trok de stoet langs
Stadshouderskade, Ovex*toom, Bilderdijk-
straat en Rozengracht naar -de W ester -
markt; alles verliep In de volmaaktste orde.
Voor op de Westermarkt de optocht ont
bonden werd, richtte de heer De Visser, die
op dat oogenblik met zijn rug naar een
twaalftal bij den Wester toren geposteerde
politieruiters gekeerd stond, zich met een
toespraak tot de demonstranten, wien hij
duidelijk maakte, dat deze demonstratie de
inzet is van een landelijke actie van het
„werklooze, stervende proleta-iaat".
„Het is mijn schuld niet", antwoordde
Crabtree. „Ik heb uw ox'ders strikt opgevolgd,
en woordelijk aan de werklieden overge
bracht. Maar het schijnt, dat iemand.
„Met die praatjes schieten we niet op", viel
Oliver hem onvriendelijk in de rede. „Voor
uit. vertel me me maar wat er aan de hand
is!"
„Latexx we eerst naar binnen gaan", stelde
Washington voor. „Er zijn reden te over om
de zaak geheim te houden. Wat- er gebeurd
is. mijnheer Carsdale," ging hij voort, „is
iets, dat Jan en alleman niet behoeft te we
ten. Maar laat ik u gerust stellen; momen
teel bestaat er geen enkel gevaar. Maar wie
is die heer daav?"
..'xx Vriend van me", zei Oliver kort..
Washington ging met de anderen naar de
huiskamer en toen ze daar gekomen waren,
richtte hij zich tot Oliver.
„Wat hebt u eigenlijk gehoord?" vroeg hij.
.Dat er een breuk in den dam is", ant
woordde Louis John voor zijn vader, in ieder
geval dat de dam beschadigd is".
,,'t Is een vreemd geval?" mengde Cx-ab-
t.ree zich in het gesprek. „Misschien hebt u,
mijnheer Carsdale vanmorgen in de vroegte
een eigenaardig geluid gehoord, alsof het in
de verte donderde?"
„Zeker", riep Oliver uit. „Ik dacht dat ze
bij Dibb's ixi de steengroeve aan het werk
waren".
„Dat meende ik ook", bevestigde Crabtree.
„Maar 't was een ontploffing op den dam!"
„Een ontploffing?" herhaa'de Oliver ge
schrokken. „Je wilt toch niet zeggen dat er
opzet in 't spel is".
Crabtree keek Washington aan en haalde
toen de schoudex-s op.
„Ik weet zelf niet wat ik er van denken
moet", zei hij toen. „Ik weet alleen dat het
een ontploffing was".
„Wat gebeux-de er precies?" vroeg Louis
Johxx.
„Ja", drong Oliver aan. „Wat gebeurde er
TRIOMPH VAN DEN ARBEID.
Doixderaag as- zal in de Gemeentelijk Con
certzaal de jubileumsfilm van het N.V.V.
worden vertoond.
Medewerking zal worden verleend door
,.De Stem des Volks"; den heer L. J, Bakkei-,
Hoofdbestuurslid van den Nederlandschen
Bond van Personeel in Overheidsdienst zal de
feestrede uitspreken. Naast de film „Trlomph
van den Arbeid" zullen nog twee films ver
toond worden betrekking hebbende op het
werk der arbeidersbeweging.
MAKELAARS.
Bij de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Haarlem en Omstreken is ingeko-
mexx een verzoek van de Arrondissements-
richtbank te Haarlem om advies uit te bren
gen betreffende de beëediging van de navol
gende personen als makelaar in de achter
hun naam vermelde vakken:
1. P. Verdam, IJmulden-Oost, Rembrandt-
laan 7, als makelaar in onroerende goederen.
2, H. Oudshoorn, Velsen, Meervlietstraat 78,
als makelaar In roerende en onroerende goe
deren, assurantiën.
3: J. W. Th. Flbbe, HaaxTem, Koninginneweg
7, als makelaar in roerende en onroerende
goéderen, assurantiën.
4. A. Kuiper, Heemstede, Landzichtlaan 37,
als makelaar in onroerende goederen, hy
potheken en assurantiën.
5. H. J. L. Klein Schiphox'st, Haarlem, Zijl-
weg 198, als makelaar ixx onroerende goede
ren.
6. H. M. Koning, Velsen, Hoofdstraat 351,
als makelaar in onroerende goedex-en, assu
rantiën, hypotheken en bouwmaterialen.
7. W. Posma, IJnmiden. Houtmanstraat 22,
als makelaar in onroerende goederen.
8. J. P. A. Nelissen, Haarlem, Spaarde 2,
als makèlaar in onroerende goederen.
JUBILEUM J. ZIJLSTRA.
Heden, Maandag, is de heer J. Zijlstra 25
jaar werkzaam bij de firma Joh. Enschedé en
Zonen alhier, afdeeling verificatie.
De heer Zijlstra is hedenmorgen door een
commissie, bestaande uit de heex-en E. J. Ab-
spoel en J. D. Klabou van zijn woning ge
haald en naar de afdeeling gebracht. Hier
vcei-de de heer Abspoel het woord. Hij bood
den jubilaris een Ankex-horloge, een lamp en
een palm aan.
Van het personeel ter drukkerij en kamer
B 19 ontving hij bloemexx. Op de afdeeling
controle werd de jubilaris toegesproken door
den heer De Groot, in plaats van den heer
Bethe, die door ongesteldheid vei'hindexxl
was, zijn werkzaamheden te vex-vullen,
In den loop van den morgen werd de heer
Zijlstra. op het kantoor van mi'. Joh. Ensche
dé ontvangen, waar. hem de gebruikelijke
enveloppe ter hand werd" gesteld.
eigenlijk?"
De hoofdopzichter keek onzeker naar den
president en deze gaf hem een wenk dat hij
verder kon vertellen.
„Tien minuten nadat ik dat gerommel ge
hooid had", ging Crabtree voort, „kwam een
werkman hier bij mij, en deelde mij mede,
dat hij plotseling een hel wit licht, had ge
zien in het midden van den dam. Het duur
de maar een seconde en daax-na hoorde hij
ook gerommel en het vallen van brokken
steen. Ik ben natuurlijk onmiddellijk met
hem meegegaan. De leuning was geheel ver
nield. maar wat erger is, er was een breuk
een gat in den dam".
„Zeg eens Crabtree?" vroeg Oliver naden
kend, „wat den'k jij van het geval? Zeg eexxs
eerlijk, zou jij iemaxxd weten, die in staat is
om zoo lets met opzet te doen?"
Crabtree keek Washington aan, die wijfel-
achtig het hoofd schudde.
„Crabtree exx ik", antwoordde Washington
na een pauze, „zijn er volkomen over eexxs
dat alles er op wijst, dat iemand met opzet
getracht heeft dexx dam te verwoesten. De
bedoeling was waarschijnlijk eeix klein gat
in den dam te maken exx het water de rest
te laten doexx".
„Exx de ingenieurs hebben mij indertijd de
vei'zekeriixg gegeven, dat de dame voor geen
macht ter wcre'.d zou bezwijken", mompelde
Oliver.
,,Maar ze hebben ook niet kunnen denken
dat iemand ontplofbare stoffen zou gebrui
ken om hem moedwillig te vernielen", bi-acht
Washington in het midden.
„Ik kan me maar niet voorstellen", zei Crab
tree nu weer, „wie zoo door en door gemeen
zou zijn om iets dergelijks met moedwil uit
te halen. Als die dam bezwijkt., mijnheer
Carsdale, dan wox-dt een groot deel van Hal-
firth in een minimum van tijd finaal ver
woest. Dat kost mensc'nen'evens. Wie zou het
in 's hemelsnaam Ixx zijn hoofd krijgen om
zooiets te willen?"
Oliver zweeg en fx-onste het voorhoofd.
„Wat voor maatregelexx heb je genomen'',
vroeg Louis John aan Crabtree.
„Ik heb onmiddellijk het metselwerk laten
nakijken exx de ingenieurs getelegrafeerd.
Moi'gen tegen twaalf uur kunnen ze hier zijn.
De schade heeft oogenschijnlijk niet veel te
beduiden. Maai-", voegde hij er op langzaam
en peiixzeixden toon aaxx toe, „de mogelijk
heid bestaat, dat het bij dezen eenen keer
niet zal blijven".
„Och kom", weerde Louis John af. „Dat is
toch onzin. Er is immers politie ixx Halflrfch
en er zijn werklui om en bij het reseiwoir aaxi
den arbeid."
„Jawel", gaf Washngton teoe, „ïxxaar u zult
moeten ex-kexxxxen. dat noch de politie, noch
de wei-khxi dexx dam voox-tdurend kunnen
controleeren. En bovendien, hoe weet u, dat
niet een van onze eigen werklieden de bom
daar heeft neergelegd?"
„Bom?" herhaalde Louis John „Weet u
dan zeker dat het een boom was?"
Crabtree ging naar een kast, nam er een
sigarenkistje uit exx zette dat. op tafel.
„Dit is wat we gevonden hebben, een paar
honderd meter van het gat", vertelde hij.
„Wat het. precies is. weet ik ïxiet".
Louis John onderzocht den inhoud van het
kistje nauwkeurig, terwijl de anderen nieuws
gierig toekeken. Hij nam de stukken metaal
op en rook er aan.
„Dynamiet", zei hij tens'otte. „De zaak is
erger daix ik dacht", voegde hij er zacht aan
toe. „veel erger. Hebt u nooit gehoord", wexxd-
to hij zich tot Washington, „dat dynamiet in
benedenswaartsche riclxting ontploft? Het is
dus mogelijk dat er in den dam inwendige
breuken zijn. die bij oppervlakkig ondex-zoek
onzichtbaar zijn en die alleen de ingenieurs
kunnen constateeren".
Washington knikte ernstig
(Woi-dt vervolgd)*
(Reeds in een deel van de vorige oplaag
opgeixomen.)