NEW-YORK'S KOSTBAAR BEHEER.
Een geweldige schuldenlast.
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
F. WISBRUN LIFFMANN
A. FUNKE ZOON
BIOSCOOP
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 24 JANUARI 1931
VIJFDE BLAD
Uitgaven, schulden, salarissen.
Bijzondre correspondentie.)
New-York, Januari.
New-York slaat met. zijn begrooting alle
steden ter wereld. De 48 staatsregeeringen
van de Unie zouden met de begrooting van
de stad aan den Hudson een onbezorgd be
staan kunnen hebben. Londen, Parijs. Berlijn
kunnen de vergelijking niet doorstaan. Het
New-Yorksche budget nadert de grens van
het milliard; in het jaar 1935 zal die grens
overschreden worden. Het stadsbestuur heeft
dit jaar het kolossale bedrag van 615.869,033
dollar noodig. Sedert tien jaren heeft de stad
zich in schulden gestort, haar gefundeerde
schuld met meer dan 65 millioen dollar per
jaar vermeerderd, de laatste zes jaren zelfs
met 77.5 millioen dollar per jaar. Daarmede
is het einde natuurlijk nog lang niet bereikt.
Een overzicht van de voorgenomen openbare
bouwwerken, ondergrondsche spoorlijnen,
den nieuwen Hudsontunnel, scholen, gevan
genissen, ziekenhuizen, bibliotheken, musea,
die thans op twee milliard begroot worden,
toont aan. hoe snel de verdere stijging zich
zal voltrekken. De nieuwe East River-tunnel
alleen zal ongeveer 35 millioen dollar kosten.
De toeneming met 7 1/2 pet. die de New-
Yorksche begrooting in tien jaren gemid
deld heeft te zien gegeven, houdt geen ge
lijken tred met de toeneming van het aantal
inwoners, die nog niet één procent bedraagt.
De ter compensatie van ontvangsten en uit
gaven in dezelfde periode ingevoerde be-
lastingverhoogingen bedragen per jaar gemid
deld 33.889.359 dollar. Deze belastingen waren
echter niet voldoende om de uitgaven te
dekken, zij worden aangevuld door andere
ontvangsten, uit de watervoorziening, den
veerdienst, het stedelijk aandeel in de staats
belastingen, licenties, boeten enz. De gefun
deerde schuld van de stad is van 1.031.198.228
dollar in het jaar 1921 tot 1,606,206,877 dollar
in 't afgeloopen jaar dus gemidd. met 65 mill,
dollar gestegen, een stijging, waaraan op den
duur zonder nieuwe belastingen niet het
hoofd zal zijn te bieden.
De ontvangsten van de stad bleven in het
jaar 1921 alleen bij die van de bondsregee-
ring achter, zij overvleugelen die van alle
afzonderlijke staten van de Unie ver. Zij zijn
sedert 1921 bijna verdubbeld. Dat moet
voornamelijk worden toegeschreven aan de
enorme uitbreiding van het aantal wolken
krabbers en de evenzeer buitengewone toe
neming van het aantal eigen huizen buiten
.Manhattan, in de Bronx, Queens en Brook
lyn, met andere woorden aan de grondbelas
ting.
Hoezeer de bouw van wolkenkrabbers de
stedelijke begrooting kan beïnvloeden toonen
eenige interessante voorbeelden aan. Het
terrein, waar nu het Pershing Square Buil
ding op staat, werd twee jaren geleden onbe
bouwd op 4.6 millioen geschat, thans, na den
bouw, op 8.8 millioen dollar. Het stuk grond,
waarop zich thans de Chryslertoren verheft
was op 5 millioen geschat, maar kon als
eigendom van de filantropische Cooper Union
niet belast worden. Thans evenwel wordt het
gebouw, dat een waarde heeft van 12,5 mil
lioen dollar, ook dienovereenkomstig belast.
In dit verband dient vermeldt te worden, dat
minder dan 24 procent van de terreinen op
Manhattan het onbelast eigendom zijn van
filantropische kerkelijke instellingen
Dat een stad als New--York uit haar wa
terleidingsysteem jaarlijks een som van
24.366,606 dollar ontvangt, zij terloops op
gemerkt.. Deze ontvangsten zouden zeer aan
merkelijk kunnen worden vergroot, wanneer
de watervoorziening zou worden uitgebreid.
Minder dan 20 pet. van de terreinen betalen
het waterverbruik op grond van watermeters.
Uit het New-Yorksche verkeer trekt de stad
weinig voordeel. De verkeersmiddelen worden
minder van het gezichtspunt der rentabili
teit dan wel van het belang van de bevol
king uit beheerd en de belastingbetaler heeft
voor eventueele tekorten op te komen. Het
vijfde deel van de stedelijke schulden rust
op het systeem van ondergrondsche spoorlij
nen.
Ongeveer de helft van de 620 millioen
uitgaven in het jaar 1931 is bestemd voor sa
larissen en arbeidsloon. Het leger van stede
lijke werkkrachten is grooter dan het leger
van de Vereenigde Staten. Daar is de partij
politiek voornamelijk verantwoordelijk voor.
Zij creëerde een immens aantal functies,
die niet absoluut noodzakelijk waren, maar
waar trouwe partijleden gelukkig mede wer
den gemaakt. Ook de bepaling van de salaris
sen toont deze invloeden aan. Terwijl elders
de verschillende ambten in klassen zijn ge
groepeerd, is de New-Yorksche salarispolitiek
zeer eigenaardig. Zoo vindt men b.v. in de
klasse kantoorpersoneel jaarsalarissen van
900 tot 7000 dollar of voor stenotypisten van
960 tot 4000 dollar, terwijl het ambt «ran
boekhouder, naar gelang van de protectie die
hij geniet, 1000 tot 6600 dollar opbrengt. De
salarissen, in het bijzonder die van de hooge
beambten zijn den laatsten tijd verhoogd.
Nog hooger dan deze zijn echter de salaris
sen van de half-ambtelijk werkzame perso
nen, die nog inkomsten hebben uit particu
liere werkzaamheden. Dat geldt bijvoorbeeld
voor de acht heerschers in het departement
voor markten, waarvan de leider, een zaken
man, jaarlijksch 15.000 dollar salaris geniet.
Een bedrag van 22 millioen moet- aan pen
sioenen worden uitgekeerd; het is in vier
jaren tijds met 50 pet. toegenomen. Daar
wordt 7 millioen van op de begrooting aange
troffen, welk bedrag dient tot financiering
van de bankroete pensioenkassen. Dit geldt
hoofdzakelijk van de pensioenkas van de
politie, brandweer, het departement van
hygiëne en van de straatreiniging. Het
pensioenfonds van de politie beschikte b.v.
einde 1929 over slechts 178.000 dollar en er
moet ongeveer 4 millioen dollar aan pensioe
nen worden uitbetaald. De New-Yorksche
polit-ie-agent betaalt 2 pet van zijn jaar
lij ksch inkomen aan het pensioenfonds en
verkrijgt daardoor het recht op pensionnee-
ring met het halve salaris na een diensttijd
van 25 jaren. Een brandweerman daarente
gen draagt, hoewel hij dezelfde pensioen
rechten heeft, niets aan het pensioenfonds
bij. Vermeld zij, dat gemeente personeel 4 tot
15 procent, onderwijzers 3 tot 5 pet. van hun
jaarlijksche salarissen aan hun pensioenfonds
betalen. Het pensioenfonds van het gemeen-
tepersoneel, dat 1382 pensioengerechtigden
heeft te verzorgen, bechikte einde 1929 over
een fonds van 57 millioen. het onderwijzers
pensioenfonds met 2732 pensioengerechtig
den over 60 millioen. Pensioengerechtigden
zijn leden van het gemeentepersoneel met
20 dienstjaren op 55-jarigen leeftijd. De pen
sioenen worden berekend naar het gemid
deld salaris van de laatste vijf dienstjaren en
zij kunnen soms zeer belangrijk zijn. Zoo
ontvangt bijvoorbeeld de tegenwoordige lei
der van de Tammany Hall, Curry, naast zijn
salaris nog een pensioen van 3600 dollar voor
zijn 25-jarige ambtenaarsloopbaan en burge
meester Walker zal, wanneer hij na 20 jaren
nog gemeente-ambtenaar is, het recht heb
ben op een jaarlijksch pensioen van 16.000
dollar.
Het New-Yorksche inkoopdepartement is
zonder twijfel het grootste stedelijke inkoop
agentschap. Het heeft in het afgeloopen jaar
inkoopen gedaan voor een bedrag van 16
millioen dollar; het doet alle inkoopen voor
de andere afdeelingen, alleen de afdeeling
onderwijs koopt voor eigen rekening in.
Het financieele beheer van de stad is in
de laatste twintig jaren ondanks vele voor
genomen verbeteringen bijna onveranderd
gebleven. De structuur is nog precies, zooals
zij was, toen de plannen voor „Groot New-
York" ontstonden. Aan voorstellen tot wijzi
ging en aan critiek heeft het echter aller
minst ontbroken.
(Nadruk verboden.)
door KAREL DE JONG.
De programma's der komende weck toonen
sterk den invloed van de aanstaande hor-
denkingen van Mozart's geboortedag vóór 175
jaar. Mozart is schering en inslag en volgens
anthroposofische verklaringen, voorkomende
in het tijdschrift De Muziek, van Januari,
domineerden in Mozart de Venuskr,achten,
evenals in Bach de Satumus-, in Beethoven
de Jupiter-, in Handel de Mars-, in Haydn
de Mercurius-werkingen zich openbaarden.
We zouden dus de Mozart-week ook de Venus-
week of Venerische week kunnen noemen,
naar anlogie van de Witte Week in de Bijen
korf. Ik heb van anthroposofie even wemig
begrip als van witte weken en zou het dus
verklaarbaarder gevonden hebben als men in
Mozart's C dur Symphonie de Jupiter-
krachten gezocht, aan Handel de peetschap
van den god des handels Mercurius toebe
deeld, in Haydn's Sehöpfung de werking van
zon en maan (die volgens het artikel respec
tievelijk Gluck en Schubert beïnvloed heb
ben) gezien had, terwijl Mars dan als patroon
van Sousa, Eilenberg en Dunkier had kun
nen optreden. Om nu echter op Mozart terug
te komen: Welk een rijkdom, welk een ver
scheidenheid in de meer dan 600 werken die
de 35-jarige bij zijn sterven naliet. Bijna geen
instrument of instrumentcombinatie is denk
baar waarvoor Mozart niet gecomponeerd
heeft. En hoe jammer dat er tijdens zijn leven
nog geen bureaux voor muziekauteursrecht
bestonden, waaraan hij de rechten op zijn
werken voor twee honderd Jaar had kunnen
ovedragen! Welk een zegenende Mercurius-
werking zou zulk een bureau daarvan onder
vonden hebben! En Mozart had dan van zijn
werken, na aftrek van administratiekosten,
misschien zóóveel tantièmes ontvangen, da;,
zijn stoffelijk overschot niet vierde klasse
in het armengraf gedeponeerd zou zijn, maar
er wel een derde-klas begrafenis op over had
kunnen schieten.
Enfin. Mozart Is lang dood. We zuilen zijn
nagedachtenis en zijn werken in eere houden
en de baten van de herdenkings-uitvoeringen
aan de organiseerende kunstinstituten gun
nen. Geen auteursrechtbureau ter wereld kan
op een cent daarvan aanspraak maken.
Betreffende de oude muziekinstrumenten,
die Zondagavond gebruikt zullen worden
eenige toelichtingen. De „viole". in. vorm
afwijkend van onze viool, kwam als discant-,
alt-, tenor- en bas-viole voor. De eerste had
vijf snaren, en werd daarom ook wel „quin-
ton" genoemd. (Bij de Société des Instruments
anciens bespeelt Marinus Casadeus dit in
strument). De stemming der snaren was
g-c'-e'-a'-d". De overige hadden 6 snaren,
waarvan 5 in gelijke intervallen als die der
discantvïoie gestemd, en bovendien een nog
een kwart lager dan de laagste der andere.
De stemming der basviole was b.v.. van be
neden naar boven D-g-c-e-a-d'. ..Blockfiuit"
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
HAARLEM
UITVERKOOP
LAATSTE
WEEK!
De prijzen van alle restanten zijn nogmaals
BELANGRIJK
verlaagd.
noemde men een fluit die door een mond
stuk of „Schnabel" aangeblazen werd, in
tegenstelling met de dwarsfluit. Fluiten met
mondstuk komen onder den naam „flageo
letten" nog wel voor. De blockfluïten be
stonden in verschillende grootten; er moeten
er zelfs geweest zijn. wier laagste toon groot
F was. De „pochette" of zakviool was een mi
niatuurviool der dansmeesters; zij had ge
woonlijk mar 3 snaren: c', g' en d". De „luit"
is een zeer oud snareninstrument van de
familie waartoe ook gitaar en mandoline be-
hooren; de luit heeft echter meer snaren:
vijf parige en één enkele voor de melodie
en vijf niet over de toets loopende begelei-
dings- of bassnaren. De uitvoering van oude
wereldlijke muziek op deze instrumenten
schijnt, mij zeer Interessant toe.
Op het terrein der symphonïsche muziek
trekt het de aandacht dat de negende
symphonie van Brukner aanstaande week op
2 plaatsen zal worden ten gehoore gebracht
en uitgezonden: Zondagavond te Praag. Don
derdagavond te Berlijn. Aan Anton Bruckner
was het evenmin als aan Beethoven en Mahler
vergund het aantal van 9 symphoniëen te
overschrijden. Zyn negende ontstond in de
jaren 18911894; drie hoofadeelen voltooide
hij; toen hij zijn krachten ontoereikend voor
het componeeren van een finale voelde wor
den bestemde hij zijn „Te Deum" tot slot
gedeelte. De drie voltooide deelen zijn: Eerste
hoofddeel (Feierlich), Scherzo (Bewegt) en
Adagio (Sehr lansam, feierlich).
Te Weenen speelt Josef Pembaur Maandag
avond een Liszt-programma. Misschien zal
zijn spel per radio minder „gewaltsam" aan
doen dan het hier Dinsdagavond 1.1. deed;
in elk geval kan de radio-luisteraar zelf de
kracht der weergave regelen; dat konden we
ln onze concertzaal niet.
Het programma der Kamermuziekuitvoerhig
der A.V.R.O. van Dinsdagavond vermeldt een
Trio op. 100 in Es van R. Schumann; dit
is natuurlijk een drukfout, want de drie trio's
van Schumann dragen de opusnummers 68,
80 en 110 en st-aan in d, F en g. Bedoeld zal
dus wel zijn het tweede trio van Schubert.
In Heilsberg wordt Donderdagavond een
oud paardje van stal gehaald, een beestje dat
jaren lang lustig als paradepaard van piano
virtuozen gefungeerd heeft. Ik bedoel Weber's
„Concertstück" op. 79 in f min. Een vijftig,
zestig jaren geleden kwam het evenals de
pianoconcerten van Mendelssohn eiken win
ter op de proppen; nu zijn ze alle eenigszins
aftandsch geworden en nagenoeg geheel tot
studiemateriaal gedegradeerd. Eén enkele
maal heb ik het „Concertstück" nog op een
echt concert door een echte virtuoze hooren
spelen: op een der z.g. Stadsconcerten door
wijlen Teresa Carreno. En toen klonk het nog
zeer genietbaar. Maar Carreno was ook de
eerste de beste niet. Nu is deze groote pianiste
al lang overleden en het Concertstück is
op stal gezet. Zoo gaat het met de meeste
werken: weinige tarten den tijd en toonen
eeuwige waarde te hebben. Ik las zoo juist
in De Muziek een correspondentie uit Den
Haag, waarin staat dat Pijpers piano-concert
zulk een werk is; dat het een der belangrijk
ste composities is in den ontwikkelingsgang
der muziek van onzen tijd. maar dat het
tevens behoort tot de zeldzame scheppingen
die aan geen enkelen tijd gebonden zijn.
evenals het Universum.
Vroeger kon men zooiets nooit voorspellen;
qc tijd moest het uitmaken. Hoe gelukkig
dat de wetenschap ook in deze richting zoo
vooruitgegaan is, dat men de onsterfelijkheid
van een kunstwerk reeds terstond kan vast
stellen. En dan te weten dat er nog menschen
rondloopen die daaraan twijfelen!
Tot slot de vermelding van nog een zel
den uitgevoerd werk: het vioolconcert van
Busoni, dat Donderdagavond door Mühlacker
wordt uitgezonden. Ik zelf heb het nooit ge
hoord. maar ben toch zoo vrij te betwijfelen
of het „Ewigkeitswert" bezit.
MUZIEK.
CALVET-KWARTET VOOR
.TOONKUNST".
Het Calvet-kwartet dat Vrijdagavond op
den Kamermuziekavond van de Afdeeling
Haarlem der M. t. B. d. T. optrad heeft met
werken van Mozart. Beethoven cn Ravel een
voortreffelijken indruk nagelaten.
Bekoorlijkheid, stiptheid van samenspel en
fraaie klank demonstreerde het ensemble
in Mozarts z.g. Könlgs-quartett; diepte van
opvatting, begrip van psychologische con
trasten in Beethoven's opus 74, moderne
virtuositeit, verbluffende rythmische zeker
heid in het werk van Ravel.
We zijn onwillekeurig geneigd de kwalitei
ten van een nieuw optredend kwartet
gezelschap te toetsen aan de herinnering die
aan wijlen grootmeester Lucien Capet en de
zijnen bij ons is achter gebleven. Welnu, we
mogen verklaren dat het Calvet-ensemble,
welks leden bescheidenlijk hun individueele
namen verzwegen, die vergelijking met eere
coorstaan. Het m3g ons niet verwonderen
dat de opvattingen der jongeren wat minder
gereserveerdheid toonen dan die der ouderen.
Maar hun grooter élan en toonproauctie leid
den hen gelukkig niet tot ruwheid en ver-
waarloozing van détails.
In solistische momenten toonden zij elk
afzonderlijk uitmuntende eigenschappen. De
violoncellist gaf in Mozarts kwartet herhaal
delijk een buitengewoon mooien toon te ge
nieten. Dit 21ste kwartet was evenals no. 22
en no. 23 aan den toenmallgen koning var.
Pruisen, een talentvol dilettant-violoncellist,
opgedragen; het behoeft dus geen betoog dat
de cello in die drie werken met tal van mooie
solotrekjes gedacht is. De eerste violist gaf
heerlijk spel ln het eerste Allegro en het
Adagio van het Harpenkwartet; vooral in dit
laatste heerlijke stuk deden zijn toon en op
vatting ons herhaaldelijk aan die van Capet
denken De altist kwam in een der variaties
van Bceth )ve» even zeer schoon op den voor
grond. Maar dit waren natuurlijk episoden.
Bij een strijkkwartet zijn homogeniteit van
klank, gelijkheid van opvat ting, punctueel
samenspel, evenwicht In toonproductie
hoofdzaken. En die waren alle aanwezig. Bij
zonder te vermelden was het algemeen pia
nissimo ln de laatste herhaling van net
Scherzo van het Harpenkwartet en de over
gang naar de finale. Ook de vertolking van
het Adagio mag gereleveerd worden: hierin
werden de verstillingen en oplevingen ook
door den aard van de beurtelings roerloozen
en van emotie trillenden klank prachtig tot
uitdrukking gebracht.
Het zijn slechts enkele grepen uit het vele
schoone dat het Calvet-kwartet Vrijdagavond
schonk. We zullen deze vier kunstenaars
gaarne op ons podium weerzien.
K. DE JONG.
..ZANG EN VRIENDSCHAP".
Gem. Concertgebouw.
Het is, goed geteld, vijftien maanden ge
leden. dat ik voor de laatste maal onze lie
dertafel hoorde. Bij gelegenheid van 't jubi
leum van Haarlem's Politiemuzlekkorps gaf
zij haar medewerking.waar zij. voor 't eerst
onder Duvosel's leiding, diens Valerlus-be-
werkingen uitvoerde. Evenals een vorig maal.
waar Fred. J. Roeske tijdelijk den scepter
voerde, kon ik van die werken en tevens van
de uitvoering daarvan zeer loffelijk gewagen.
Mijn laatste herinneringen aan Zang cn
Vriendschap mag ik dus terecht noemen van
prettigen aard.
De gloriedagen echter van Z. en Vr. moe
ten. afgaande op de hooggestemde bespre
kingen die mij onder de oogen kwamen, juist
zijn gevallen in die vijftien maanden, dat ik
het koor niet hoorde. Het concert, dat ik
beden 23 Januari 1931 bijwoonde, blijkt mij
echter, geen voortzetting te zijn van dit glo
rieuze tijdperk. Het koor zong voor de pauze
drie kleine werkjes van Palestrina, Lotti en
Arcadelt, na de pauze nog eens Riga's „Le
réveil du printemps".
In de eerste drie werkjes kreeg het koor
gelegenheid, wijl het bewerkingen zijn van
gemengde koren, te trachten de ijle sfeer der
knapenstemmen te realiseeren Men b'.eef hier
een goed eind beneden de re*, .lljke eischen,
die gesteld mogen wordn door den hoorder,
die deze muziek kent in haar origineele zet
ting. Ik zal de laatste zijn, te ontkennon, dat
soortgelijke koorbewerkingen niet van zeer
groot nut zijn vóór de koorklank-cultuur.
Zoo de zangers daarvan leeren, den mooi
doorzichtige» klank van het knapenkoor te
benaderen, is er veel gewonnen. Zoo dan
daarbij de losheid van het rythme, het zwe
vend rythme, goed wordt aangevoeld, mag
men tevreden zijn. Inzonderheid Palestrina,
en ook Arcadelt, schoten in deze weergave
tekort. Arcadelt was daarbij veel te lang
zaam, en met terughoudingen in het tempo,
die op deze bloeiende zangen van vóór de
muziekrenaissance den stempel drukte van
den liedertafelstijl.
De uitvoering was technisch ook lang niet
beheerscht. Maar, al moge Lolti's „Ave regina
coelorum" in dit opzicht het minst van de
drie zijn te prijzen, ik vond In deze weer
gave toch geen aannemelijken grond voor
den dirigent, bij het „gaude, Virgo gloriosa"
zoo luide den toon aan te geven. Mijn illu
sie. nog mooi geregistreerde» koorzang te
zullen hooren, bleef door dit Incident illusie.
Ook in het groote werk van Riga zal elk be
voegd luisteraar, die het wèl meent met den
koorzang in 't algemeen en met Z. en Vr. in
't bijzonder, te veel tekortkomingen aanwij
zen, (ik noem heel den onschoonen opzet,
nog wel hij „oiseaux, chantez votre chanson si
douce"; voorts de geheel niet klankschoone
onderstemmen vóór „l'amoureux et sa bien
aimé", zonderlinge realisatie der „doux bai-
sers" in den tekst; of om te eindigen het
slotdeel, waar 't effect, het fortissimo-effect,
al zeer onschoon deed bij 's vogels „nid
mignon de mousse") om niet den wenk te
geven, dat hier veel is te leeren, veel is te
herzien.
Aan mannenkooruitvoeringen zijn hoogere
eischen te stellen, zoodat zij aan de merk
baar verflauwende belangstelling in den
koorzang het noodlge tegenwicht bieden.»Wij
hopen en verwachten van „Zang en Vriend
schap" dat het zijn taak zal begrijpen.
In één opzicht heeft de aloude liedertafel
den hoorders een buitengewoon genot be
zorgd- On\ de zeer gelukkige keuze der solis
ten op 't concert van dezen avond kunnen
wij Z. en Vr. niet dankbaar genoeg zijn. In
de allerbeste dispositie hoorden wij Annie
Woud en Jo Vincent; Annie ',n felle bewo
genheid Dworsjak's ..Zigeunerlieder" uitzin
gend in de pracht van haar gouden geluld,
Jo Vincent de Italiaansche zangen weerge
vend zóó schoon en zóó goed doorvoeld als
wij van haar nog zelden hoorden. In Ver
di's duet uit „Dies irae". later in twee duet
ten van Brahms gaven zij, als twee vors in
nen des gezangs, heel de volheid van haar
artistieke kunnen. Het laatste, ..die Schwes
tern", moest nog eenmaal worden gezongen.
Welk aandeel Emmy van Eden had in dit
heel bijzonder succes, kon de opmerkzame
hoorder genoegzaam constateeren. Ook de
cellist Charles Van Isterdael gaf van zijn be
wondering voor haar begeleidingskunst over
duidelijke blijken. Fauré's „Elégie" gaf. bij
zonder in 't middendeel, daartoe ook zeer
aanleiding- En aan die gelukkige samenwer
king dankten wij ook voor oen niet gering
gedeelte de prachtvolle uitvoering van Gemi-
niani's Suite, waarin Van Isterdael op bril
jante wijze partij trok van dc zilveren toon-
kleur van zijn schoon instrument. Men zal
het algemeen hebben gewaardeerd, dezen uit-
nemenden kamermu2iekspeier ook eens an
ders dan in trio of kwartet te hebben ge
hoord.
Voor het damestrio was er een keur van
de schoonste bloemen.
G- J. KALT.
VERKEERSONGEVALLEN.
DE GEVAARLIJKE HOEK
Toen Donderdagmorgen de verkeersagent
op den gevaarlijken hoek Groote Markt
Barteljorisstraat zijn post nog niet had in
genomen. heeft daar een aanrijding plaats
gehad tusschen vrachtauto, geladen met
grint, die van de Barteljorisstraat naar de
Koningstraat wilde rijden, en een bestelauto,
die van de Groote Markt naar de Zijlstraat
wilde. Eerstgenoemde wagen werd in het
midden geraakt en daardoor ontzet. De
bestelauto werd aan de voorzijde zóó ernstig
beschadigd, dat zij moest worden weggesleept.
Tegen den bestuurder P., die van de
Groote Markt kwam. werd proces-verbaal op
gemaakt.
VEREEN. VAN JONG HERVORMDEN.
Men schrijft ons:
Donderdagavond hield de Vereen, van Jong
Hervormden haar 5e jaarvergadering. Er
was veel belangstelling uit kerkelijke krin
gen. De vereenlging blijkt een zeer nuttige
taak te vervullen, zoodal in navolging van
Haarlem reeds in verschillende plaatsen ge
lijksoortige corporaties aijn gevormd,
Fricdexikc. Een romantische
film naar de bekende operette
van Lchar.
Goethe's jeugdliefde is zooals men zal
weten het gegeven geworden voor de over
bekende operette van Lehar „Frledorike" cn
dc liefde van den Jongen Goethe voor Fric-
derike Brion, de dominéesdochter. was al
evenzeer eer. dankbaar gegeven voor een ge
luidsfilm.
Het is overbodig het zoo zeer bekende ver
haal van hetgeen zich op de pastorie van
„pastor Brion" afspeelde, hier te citeeren.
Richard Tauber en Hirsch en de gramophoon
hebben ons overvloedig onthaald op „Rüslcin.
Rösiein. Rös'.cln Rot" en alles wat daarbij
behoort en zij die de tragedie van Friederike
op een geheel nieuwe en uitvoerige manier
nog eens verbeeld willen zien. moeten zeker
eens een bezoek aan ..Palace" brengen. Het
vroohjke leven op de piattelandspastorie is
heel aardig weergegeven en den sentimentee-
len kant van het geval heeft men gelukkig
niet noodeloos gechargeerd.
Van het bUprogramma vermelden wij de
buitengewoon interessante geluidsjournaals,
die onder anderen een bijzonder belangwek
kende passage bevatten, gewijd aan lucht-
acrobatick.
Na dc pauze draait een dier voortreffelijke
en zeer geestige geluidsteekenfllms. die wij
reeds zoo dikwijls in deze rubriek hebben ge
prezen.
Op het tooneel treedt een drietal acroba
ten op. dame en twee heeren. die verbluffend
werk verrichten.
Het programma is dus zeer gevarieerd en
zal zonder twijfel de nodoige aandacht trek
ken.
REMBRANDT THEATER.
Ilenny Porten in haar eerste
sprekende en zingende film
Skandal um Eva.
Hoe is het mogelijk, dat een actrice als
Henny Porten zich zoo vele Jaren schuil heeft
kunnen houden, dat de filmcnthousiasten
van deze generatie niet of nauwelijks haar
naam kennen, terwijl, wij ouderen, ons haat-
van jaren geleden herinneren en dat wel als
een heel geliefde ster. Hot was een genot
Henny Porten, die in al dien tijd geen Jaar
ouder geworden is. weer in haar groote talent
te kunnen bewonderen. Haar spel. haar aan
geboren bevalllghid en haar natuurlijkheid
plaatsen haar direct al weer in dc rij van
haar meest veelbelovende kunstzusteren. of
eigenlijk staat zij toch weer heel apart in die
rij. omdat zij heeft, wat zoo vele van die
andere sterren missen; een benijdenswaar
dige natuurlijkheid en een levendig, nobel
gezichtje dat haar kan veroorlooven een aller
soberst gebruik van de z.g. film-make-up te
maken. Haar zangstem is een verrassing, die
heel prettig stemt.
In Skandal um Eva heeft zij de zeer sym
pathieke rol van de geliefde jonge leerares
op een Lyceum. Een leerares. die de harte
lijke oudere vriendin is van haar leerlingen,
die zich innig verheugen in het geluk van
de leerares. wanneer deze zich verloofd
heeft. Edoch, al heel gauw komt een donker
wolkje haar gelukshcmel tijdelijk verduiste
ren, maar Eva is een vrouw van de daad. Zij
neemt de draden van het Lot zelf in handen
en weet door haar zeir-besturen, dc gchcele
treschledcnis tot een goed einde te brcnecn.
Haar medespelenden zorgen ieder voor zich
voor oen uitstekende vertolking van hun rol.
het gezellige troenjc Lyceummeisjes brengt,
nog meer levendigheid in het geheel. Het is
een film. waarbij men zich bijzonder amu
seert. Nu we Henny Porten weer terugheb
ben, hoop ik. dat er nu weer geregeld gele
genheid zal zijn haar te zien cn ook to hoo
ren. Henny is een fijne actrice met charme
en cachet.
Max Fleischer's geluidsteekcnftlm „Swing
you Sinners" geeft weer gelegenheid zijn on
navolgbare toekentalent te bewonderen.
De goochelaar Larette brengt de bezoekers
in stomme verbazing over zijn goocheltoe
ren.
Men verzuime niet deze week kennLs met
Henny Porten te gaan maken of de kennis
making te gaan vernieuwen!
LUXOR-THEATER
„De jacht n**r het geluk".
„Apachenlief je". Tooneel:
The Four Vree'».
Als eerste hoofdnummer wordt vertoond:
„De Jacht naar het geluk". Marie Prevost ver
vult in deze film de hoofdrol en wel die van
Margie Dolan, een kantoorjuffrouw, die
droomt van verre reizen. Ze is echter ver
loofd met een drogistbedlcnde. Als ze eens
eenige brieven moet brengen aan boord van
een schip verstopt ze zich cn wordt als het
schip reeds ïn zee is. gevonden. Ze wordt nu
linnenjuffrouw aan boord, totdat ze ontdekt
wordt door een paar oplichters die gebruik
van Margie willen maken om hun doel te be
reiken. De reis ls naar de Rivièra. Intusschen
heeft het meisje spijt van haar plotseling
vertrek en zendt een telegram aan.haar ver
loofde. die ook naar de Rivièra snelt en daar
na heel wat verwikkelingen Margie terug
vindt. Er komt zelfs nog een vermakelijk duel
tusschen Margie en de opllchtster in voor.
Een uitstekend gespeelde film met mooie op
nemingen.
Het Luxor-Nieuws is als immer zeer inte
ressant.
Op het tooneel; The Four Vree's. Dit vier
tal liet allereerst een serie plastische standen
zien en vervolgens kon men genieten van
goede acrobatiek. Dit nummer viel eveneens
in den smaak.
Als hoofdnummer na dc pauze draait dan:
Apachen-liefje", een detective-film van de
goede soort. De ontslagen gevangene Cresper
gaat op zoek naar den man die hem behulp
zaam is geweest bij de inbraak, waarvoor
hij in de gevangenis is gekomen. De mede
plichtige is nooiL gevonden. De politie laat
de gangen van Cresper nagaan, omdat zij wil
weten wie het geld heeft. Cresper wantrouwt
de beide detectives; Safl (de vrouwelijke
detective) evenwel vertrouwt hij volkomen.
Hij neemt haar mee naar Weenen. waar
Morland. de medeplichtige woont. De beide
mannen komen tot een vergelijk, doch
Cresper wordt hoe langer hoe veelcischender,
zoo zelfs, dat hij de dochter van Morland,
die reeds verloofd is. tot vrouw wil hebben.
Hierdoor ontstaan veel onaangename ver
wikkelingen. met denverloofde van het
meisje, met Morland en met Safl. Deze ge
schiedenis eindigt met den dood van Cresper,
doch niemand wil zeggen wie daaraan schul
dig is. Dc oplossing is een verrassing voor de
toeschouwers.
Ook ln deze film is veel goed spel tc ge
nieten. waarvoor de namen van dc mede
werkenden borg zijn.
Een uitstekend programma,