NEW-YORK'S KOSTBAAR BEHEER. Een geweldige schuldenlast. Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING F. WISBRUN LIFFMANN A. FUNKE ZOON BIOSCOOP HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 24 JANUARI 1931 VIJFDE BLAD Uitgaven, schulden, salarissen. Bijzondre correspondentie.) New-York, Januari. New-York slaat met. zijn begrooting alle steden ter wereld. De 48 staatsregeeringen van de Unie zouden met de begrooting van de stad aan den Hudson een onbezorgd be staan kunnen hebben. Londen, Parijs. Berlijn kunnen de vergelijking niet doorstaan. Het New-Yorksche budget nadert de grens van het milliard; in het jaar 1935 zal die grens overschreden worden. Het stadsbestuur heeft dit jaar het kolossale bedrag van 615.869,033 dollar noodig. Sedert tien jaren heeft de stad zich in schulden gestort, haar gefundeerde schuld met meer dan 65 millioen dollar per jaar vermeerderd, de laatste zes jaren zelfs met 77.5 millioen dollar per jaar. Daarmede is het einde natuurlijk nog lang niet bereikt. Een overzicht van de voorgenomen openbare bouwwerken, ondergrondsche spoorlijnen, den nieuwen Hudsontunnel, scholen, gevan genissen, ziekenhuizen, bibliotheken, musea, die thans op twee milliard begroot worden, toont aan. hoe snel de verdere stijging zich zal voltrekken. De nieuwe East River-tunnel alleen zal ongeveer 35 millioen dollar kosten. De toeneming met 7 1/2 pet. die de New- Yorksche begrooting in tien jaren gemid deld heeft te zien gegeven, houdt geen ge lijken tred met de toeneming van het aantal inwoners, die nog niet één procent bedraagt. De ter compensatie van ontvangsten en uit gaven in dezelfde periode ingevoerde be- lastingverhoogingen bedragen per jaar gemid deld 33.889.359 dollar. Deze belastingen waren echter niet voldoende om de uitgaven te dekken, zij worden aangevuld door andere ontvangsten, uit de watervoorziening, den veerdienst, het stedelijk aandeel in de staats belastingen, licenties, boeten enz. De gefun deerde schuld van de stad is van 1.031.198.228 dollar in het jaar 1921 tot 1,606,206,877 dollar in 't afgeloopen jaar dus gemidd. met 65 mill, dollar gestegen, een stijging, waaraan op den duur zonder nieuwe belastingen niet het hoofd zal zijn te bieden. De ontvangsten van de stad bleven in het jaar 1921 alleen bij die van de bondsregee- ring achter, zij overvleugelen die van alle afzonderlijke staten van de Unie ver. Zij zijn sedert 1921 bijna verdubbeld. Dat moet voornamelijk worden toegeschreven aan de enorme uitbreiding van het aantal wolken krabbers en de evenzeer buitengewone toe neming van het aantal eigen huizen buiten .Manhattan, in de Bronx, Queens en Brook lyn, met andere woorden aan de grondbelas ting. Hoezeer de bouw van wolkenkrabbers de stedelijke begrooting kan beïnvloeden toonen eenige interessante voorbeelden aan. Het terrein, waar nu het Pershing Square Buil ding op staat, werd twee jaren geleden onbe bouwd op 4.6 millioen geschat, thans, na den bouw, op 8.8 millioen dollar. Het stuk grond, waarop zich thans de Chryslertoren verheft was op 5 millioen geschat, maar kon als eigendom van de filantropische Cooper Union niet belast worden. Thans evenwel wordt het gebouw, dat een waarde heeft van 12,5 mil lioen dollar, ook dienovereenkomstig belast. In dit verband dient vermeldt te worden, dat minder dan 24 procent van de terreinen op Manhattan het onbelast eigendom zijn van filantropische kerkelijke instellingen Dat een stad als New--York uit haar wa terleidingsysteem jaarlijks een som van 24.366,606 dollar ontvangt, zij terloops op gemerkt.. Deze ontvangsten zouden zeer aan merkelijk kunnen worden vergroot, wanneer de watervoorziening zou worden uitgebreid. Minder dan 20 pet. van de terreinen betalen het waterverbruik op grond van watermeters. Uit het New-Yorksche verkeer trekt de stad weinig voordeel. De verkeersmiddelen worden minder van het gezichtspunt der rentabili teit dan wel van het belang van de bevol king uit beheerd en de belastingbetaler heeft voor eventueele tekorten op te komen. Het vijfde deel van de stedelijke schulden rust op het systeem van ondergrondsche spoorlij nen. Ongeveer de helft van de 620 millioen uitgaven in het jaar 1931 is bestemd voor sa larissen en arbeidsloon. Het leger van stede lijke werkkrachten is grooter dan het leger van de Vereenigde Staten. Daar is de partij politiek voornamelijk verantwoordelijk voor. Zij creëerde een immens aantal functies, die niet absoluut noodzakelijk waren, maar waar trouwe partijleden gelukkig mede wer den gemaakt. Ook de bepaling van de salaris sen toont deze invloeden aan. Terwijl elders de verschillende ambten in klassen zijn ge groepeerd, is de New-Yorksche salarispolitiek zeer eigenaardig. Zoo vindt men b.v. in de klasse kantoorpersoneel jaarsalarissen van 900 tot 7000 dollar of voor stenotypisten van 960 tot 4000 dollar, terwijl het ambt «ran boekhouder, naar gelang van de protectie die hij geniet, 1000 tot 6600 dollar opbrengt. De salarissen, in het bijzonder die van de hooge beambten zijn den laatsten tijd verhoogd. Nog hooger dan deze zijn echter de salaris sen van de half-ambtelijk werkzame perso nen, die nog inkomsten hebben uit particu liere werkzaamheden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de acht heerschers in het departement voor markten, waarvan de leider, een zaken man, jaarlijksch 15.000 dollar salaris geniet. Een bedrag van 22 millioen moet- aan pen sioenen worden uitgekeerd; het is in vier jaren tijds met 50 pet. toegenomen. Daar wordt 7 millioen van op de begrooting aange troffen, welk bedrag dient tot financiering van de bankroete pensioenkassen. Dit geldt hoofdzakelijk van de pensioenkas van de politie, brandweer, het departement van hygiëne en van de straatreiniging. Het pensioenfonds van de politie beschikte b.v. einde 1929 over slechts 178.000 dollar en er moet ongeveer 4 millioen dollar aan pensioe nen worden uitbetaald. De New-Yorksche polit-ie-agent betaalt 2 pet van zijn jaar lij ksch inkomen aan het pensioenfonds en verkrijgt daardoor het recht op pensionnee- ring met het halve salaris na een diensttijd van 25 jaren. Een brandweerman daarente gen draagt, hoewel hij dezelfde pensioen rechten heeft, niets aan het pensioenfonds bij. Vermeld zij, dat gemeente personeel 4 tot 15 procent, onderwijzers 3 tot 5 pet. van hun jaarlijksche salarissen aan hun pensioenfonds betalen. Het pensioenfonds van het gemeen- tepersoneel, dat 1382 pensioengerechtigden heeft te verzorgen, bechikte einde 1929 over een fonds van 57 millioen. het onderwijzers pensioenfonds met 2732 pensioengerechtig den over 60 millioen. Pensioengerechtigden zijn leden van het gemeentepersoneel met 20 dienstjaren op 55-jarigen leeftijd. De pen sioenen worden berekend naar het gemid deld salaris van de laatste vijf dienstjaren en zij kunnen soms zeer belangrijk zijn. Zoo ontvangt bijvoorbeeld de tegenwoordige lei der van de Tammany Hall, Curry, naast zijn salaris nog een pensioen van 3600 dollar voor zijn 25-jarige ambtenaarsloopbaan en burge meester Walker zal, wanneer hij na 20 jaren nog gemeente-ambtenaar is, het recht heb ben op een jaarlijksch pensioen van 16.000 dollar. Het New-Yorksche inkoopdepartement is zonder twijfel het grootste stedelijke inkoop agentschap. Het heeft in het afgeloopen jaar inkoopen gedaan voor een bedrag van 16 millioen dollar; het doet alle inkoopen voor de andere afdeelingen, alleen de afdeeling onderwijs koopt voor eigen rekening in. Het financieele beheer van de stad is in de laatste twintig jaren ondanks vele voor genomen verbeteringen bijna onveranderd gebleven. De structuur is nog precies, zooals zij was, toen de plannen voor „Groot New- York" ontstonden. Aan voorstellen tot wijzi ging en aan critiek heeft het echter aller minst ontbroken. (Nadruk verboden.) door KAREL DE JONG. De programma's der komende weck toonen sterk den invloed van de aanstaande hor- denkingen van Mozart's geboortedag vóór 175 jaar. Mozart is schering en inslag en volgens anthroposofische verklaringen, voorkomende in het tijdschrift De Muziek, van Januari, domineerden in Mozart de Venuskr,achten, evenals in Bach de Satumus-, in Beethoven de Jupiter-, in Handel de Mars-, in Haydn de Mercurius-werkingen zich openbaarden. We zouden dus de Mozart-week ook de Venus- week of Venerische week kunnen noemen, naar anlogie van de Witte Week in de Bijen korf. Ik heb van anthroposofie even wemig begrip als van witte weken en zou het dus verklaarbaarder gevonden hebben als men in Mozart's C dur Symphonie de Jupiter- krachten gezocht, aan Handel de peetschap van den god des handels Mercurius toebe deeld, in Haydn's Sehöpfung de werking van zon en maan (die volgens het artikel respec tievelijk Gluck en Schubert beïnvloed heb ben) gezien had, terwijl Mars dan als patroon van Sousa, Eilenberg en Dunkier had kun nen optreden. Om nu echter op Mozart terug te komen: Welk een rijkdom, welk een ver scheidenheid in de meer dan 600 werken die de 35-jarige bij zijn sterven naliet. Bijna geen instrument of instrumentcombinatie is denk baar waarvoor Mozart niet gecomponeerd heeft. En hoe jammer dat er tijdens zijn leven nog geen bureaux voor muziekauteursrecht bestonden, waaraan hij de rechten op zijn werken voor twee honderd Jaar had kunnen ovedragen! Welk een zegenende Mercurius- werking zou zulk een bureau daarvan onder vonden hebben! En Mozart had dan van zijn werken, na aftrek van administratiekosten, misschien zóóveel tantièmes ontvangen, da;, zijn stoffelijk overschot niet vierde klasse in het armengraf gedeponeerd zou zijn, maar er wel een derde-klas begrafenis op over had kunnen schieten. Enfin. Mozart Is lang dood. We zuilen zijn nagedachtenis en zijn werken in eere houden en de baten van de herdenkings-uitvoeringen aan de organiseerende kunstinstituten gun nen. Geen auteursrechtbureau ter wereld kan op een cent daarvan aanspraak maken. Betreffende de oude muziekinstrumenten, die Zondagavond gebruikt zullen worden eenige toelichtingen. De „viole". in. vorm afwijkend van onze viool, kwam als discant-, alt-, tenor- en bas-viole voor. De eerste had vijf snaren, en werd daarom ook wel „quin- ton" genoemd. (Bij de Société des Instruments anciens bespeelt Marinus Casadeus dit in strument). De stemming der snaren was g-c'-e'-a'-d". De overige hadden 6 snaren, waarvan 5 in gelijke intervallen als die der discantvïoie gestemd, en bovendien een nog een kwart lager dan de laagste der andere. De stemming der basviole was b.v.. van be neden naar boven D-g-c-e-a-d'. ..Blockfiuit" INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Ct». per regel. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. HAARLEM UITVERKOOP LAATSTE WEEK! De prijzen van alle restanten zijn nogmaals BELANGRIJK verlaagd. noemde men een fluit die door een mond stuk of „Schnabel" aangeblazen werd, in tegenstelling met de dwarsfluit. Fluiten met mondstuk komen onder den naam „flageo letten" nog wel voor. De blockfluïten be stonden in verschillende grootten; er moeten er zelfs geweest zijn. wier laagste toon groot F was. De „pochette" of zakviool was een mi niatuurviool der dansmeesters; zij had ge woonlijk mar 3 snaren: c', g' en d". De „luit" is een zeer oud snareninstrument van de familie waartoe ook gitaar en mandoline be- hooren; de luit heeft echter meer snaren: vijf parige en één enkele voor de melodie en vijf niet over de toets loopende begelei- dings- of bassnaren. De uitvoering van oude wereldlijke muziek op deze instrumenten schijnt, mij zeer Interessant toe. Op het terrein der symphonïsche muziek trekt het de aandacht dat de negende symphonie van Brukner aanstaande week op 2 plaatsen zal worden ten gehoore gebracht en uitgezonden: Zondagavond te Praag. Don derdagavond te Berlijn. Aan Anton Bruckner was het evenmin als aan Beethoven en Mahler vergund het aantal van 9 symphoniëen te overschrijden. Zyn negende ontstond in de jaren 18911894; drie hoofadeelen voltooide hij; toen hij zijn krachten ontoereikend voor het componeeren van een finale voelde wor den bestemde hij zijn „Te Deum" tot slot gedeelte. De drie voltooide deelen zijn: Eerste hoofddeel (Feierlich), Scherzo (Bewegt) en Adagio (Sehr lansam, feierlich). Te Weenen speelt Josef Pembaur Maandag avond een Liszt-programma. Misschien zal zijn spel per radio minder „gewaltsam" aan doen dan het hier Dinsdagavond 1.1. deed; in elk geval kan de radio-luisteraar zelf de kracht der weergave regelen; dat konden we ln onze concertzaal niet. Het programma der Kamermuziekuitvoerhig der A.V.R.O. van Dinsdagavond vermeldt een Trio op. 100 in Es van R. Schumann; dit is natuurlijk een drukfout, want de drie trio's van Schumann dragen de opusnummers 68, 80 en 110 en st-aan in d, F en g. Bedoeld zal dus wel zijn het tweede trio van Schubert. In Heilsberg wordt Donderdagavond een oud paardje van stal gehaald, een beestje dat jaren lang lustig als paradepaard van piano virtuozen gefungeerd heeft. Ik bedoel Weber's „Concertstück" op. 79 in f min. Een vijftig, zestig jaren geleden kwam het evenals de pianoconcerten van Mendelssohn eiken win ter op de proppen; nu zijn ze alle eenigszins aftandsch geworden en nagenoeg geheel tot studiemateriaal gedegradeerd. Eén enkele maal heb ik het „Concertstück" nog op een echt concert door een echte virtuoze hooren spelen: op een der z.g. Stadsconcerten door wijlen Teresa Carreno. En toen klonk het nog zeer genietbaar. Maar Carreno was ook de eerste de beste niet. Nu is deze groote pianiste al lang overleden en het Concertstück is op stal gezet. Zoo gaat het met de meeste werken: weinige tarten den tijd en toonen eeuwige waarde te hebben. Ik las zoo juist in De Muziek een correspondentie uit Den Haag, waarin staat dat Pijpers piano-concert zulk een werk is; dat het een der belangrijk ste composities is in den ontwikkelingsgang der muziek van onzen tijd. maar dat het tevens behoort tot de zeldzame scheppingen die aan geen enkelen tijd gebonden zijn. evenals het Universum. Vroeger kon men zooiets nooit voorspellen; qc tijd moest het uitmaken. Hoe gelukkig dat de wetenschap ook in deze richting zoo vooruitgegaan is, dat men de onsterfelijkheid van een kunstwerk reeds terstond kan vast stellen. En dan te weten dat er nog menschen rondloopen die daaraan twijfelen! Tot slot de vermelding van nog een zel den uitgevoerd werk: het vioolconcert van Busoni, dat Donderdagavond door Mühlacker wordt uitgezonden. Ik zelf heb het nooit ge hoord. maar ben toch zoo vrij te betwijfelen of het „Ewigkeitswert" bezit. MUZIEK. CALVET-KWARTET VOOR .TOONKUNST". Het Calvet-kwartet dat Vrijdagavond op den Kamermuziekavond van de Afdeeling Haarlem der M. t. B. d. T. optrad heeft met werken van Mozart. Beethoven cn Ravel een voortreffelijken indruk nagelaten. Bekoorlijkheid, stiptheid van samenspel en fraaie klank demonstreerde het ensemble in Mozarts z.g. Könlgs-quartett; diepte van opvatting, begrip van psychologische con trasten in Beethoven's opus 74, moderne virtuositeit, verbluffende rythmische zeker heid in het werk van Ravel. We zijn onwillekeurig geneigd de kwalitei ten van een nieuw optredend kwartet gezelschap te toetsen aan de herinnering die aan wijlen grootmeester Lucien Capet en de zijnen bij ons is achter gebleven. Welnu, we mogen verklaren dat het Calvet-ensemble, welks leden bescheidenlijk hun individueele namen verzwegen, die vergelijking met eere coorstaan. Het m3g ons niet verwonderen dat de opvattingen der jongeren wat minder gereserveerdheid toonen dan die der ouderen. Maar hun grooter élan en toonproauctie leid den hen gelukkig niet tot ruwheid en ver- waarloozing van détails. In solistische momenten toonden zij elk afzonderlijk uitmuntende eigenschappen. De violoncellist gaf in Mozarts kwartet herhaal delijk een buitengewoon mooien toon te ge nieten. Dit 21ste kwartet was evenals no. 22 en no. 23 aan den toenmallgen koning var. Pruisen, een talentvol dilettant-violoncellist, opgedragen; het behoeft dus geen betoog dat de cello in die drie werken met tal van mooie solotrekjes gedacht is. De eerste violist gaf heerlijk spel ln het eerste Allegro en het Adagio van het Harpenkwartet; vooral in dit laatste heerlijke stuk deden zijn toon en op vatting ons herhaaldelijk aan die van Capet denken De altist kwam in een der variaties van Bceth )ve» even zeer schoon op den voor grond. Maar dit waren natuurlijk episoden. Bij een strijkkwartet zijn homogeniteit van klank, gelijkheid van opvat ting, punctueel samenspel, evenwicht In toonproductie hoofdzaken. En die waren alle aanwezig. Bij zonder te vermelden was het algemeen pia nissimo ln de laatste herhaling van net Scherzo van het Harpenkwartet en de over gang naar de finale. Ook de vertolking van het Adagio mag gereleveerd worden: hierin werden de verstillingen en oplevingen ook door den aard van de beurtelings roerloozen en van emotie trillenden klank prachtig tot uitdrukking gebracht. Het zijn slechts enkele grepen uit het vele schoone dat het Calvet-kwartet Vrijdagavond schonk. We zullen deze vier kunstenaars gaarne op ons podium weerzien. K. DE JONG. ..ZANG EN VRIENDSCHAP". Gem. Concertgebouw. Het is, goed geteld, vijftien maanden ge leden. dat ik voor de laatste maal onze lie dertafel hoorde. Bij gelegenheid van 't jubi leum van Haarlem's Politiemuzlekkorps gaf zij haar medewerking.waar zij. voor 't eerst onder Duvosel's leiding, diens Valerlus-be- werkingen uitvoerde. Evenals een vorig maal. waar Fred. J. Roeske tijdelijk den scepter voerde, kon ik van die werken en tevens van de uitvoering daarvan zeer loffelijk gewagen. Mijn laatste herinneringen aan Zang cn Vriendschap mag ik dus terecht noemen van prettigen aard. De gloriedagen echter van Z. en Vr. moe ten. afgaande op de hooggestemde bespre kingen die mij onder de oogen kwamen, juist zijn gevallen in die vijftien maanden, dat ik het koor niet hoorde. Het concert, dat ik beden 23 Januari 1931 bijwoonde, blijkt mij echter, geen voortzetting te zijn van dit glo rieuze tijdperk. Het koor zong voor de pauze drie kleine werkjes van Palestrina, Lotti en Arcadelt, na de pauze nog eens Riga's „Le réveil du printemps". In de eerste drie werkjes kreeg het koor gelegenheid, wijl het bewerkingen zijn van gemengde koren, te trachten de ijle sfeer der knapenstemmen te realiseeren Men b'.eef hier een goed eind beneden de re*, .lljke eischen, die gesteld mogen wordn door den hoorder, die deze muziek kent in haar origineele zet ting. Ik zal de laatste zijn, te ontkennon, dat soortgelijke koorbewerkingen niet van zeer groot nut zijn vóór de koorklank-cultuur. Zoo de zangers daarvan leeren, den mooi doorzichtige» klank van het knapenkoor te benaderen, is er veel gewonnen. Zoo dan daarbij de losheid van het rythme, het zwe vend rythme, goed wordt aangevoeld, mag men tevreden zijn. Inzonderheid Palestrina, en ook Arcadelt, schoten in deze weergave tekort. Arcadelt was daarbij veel te lang zaam, en met terughoudingen in het tempo, die op deze bloeiende zangen van vóór de muziekrenaissance den stempel drukte van den liedertafelstijl. De uitvoering was technisch ook lang niet beheerscht. Maar, al moge Lolti's „Ave regina coelorum" in dit opzicht het minst van de drie zijn te prijzen, ik vond In deze weer gave toch geen aannemelijken grond voor den dirigent, bij het „gaude, Virgo gloriosa" zoo luide den toon aan te geven. Mijn illu sie. nog mooi geregistreerde» koorzang te zullen hooren, bleef door dit Incident illusie. Ook in het groote werk van Riga zal elk be voegd luisteraar, die het wèl meent met den koorzang in 't algemeen en met Z. en Vr. in 't bijzonder, te veel tekortkomingen aanwij zen, (ik noem heel den onschoonen opzet, nog wel hij „oiseaux, chantez votre chanson si douce"; voorts de geheel niet klankschoone onderstemmen vóór „l'amoureux et sa bien aimé", zonderlinge realisatie der „doux bai- sers" in den tekst; of om te eindigen het slotdeel, waar 't effect, het fortissimo-effect, al zeer onschoon deed bij 's vogels „nid mignon de mousse") om niet den wenk te geven, dat hier veel is te leeren, veel is te herzien. Aan mannenkooruitvoeringen zijn hoogere eischen te stellen, zoodat zij aan de merk baar verflauwende belangstelling in den koorzang het noodlge tegenwicht bieden.»Wij hopen en verwachten van „Zang en Vriend schap" dat het zijn taak zal begrijpen. In één opzicht heeft de aloude liedertafel den hoorders een buitengewoon genot be zorgd- On\ de zeer gelukkige keuze der solis ten op 't concert van dezen avond kunnen wij Z. en Vr. niet dankbaar genoeg zijn. In de allerbeste dispositie hoorden wij Annie Woud en Jo Vincent; Annie ',n felle bewo genheid Dworsjak's ..Zigeunerlieder" uitzin gend in de pracht van haar gouden geluld, Jo Vincent de Italiaansche zangen weerge vend zóó schoon en zóó goed doorvoeld als wij van haar nog zelden hoorden. In Ver di's duet uit „Dies irae". later in twee duet ten van Brahms gaven zij, als twee vors in nen des gezangs, heel de volheid van haar artistieke kunnen. Het laatste, ..die Schwes tern", moest nog eenmaal worden gezongen. Welk aandeel Emmy van Eden had in dit heel bijzonder succes, kon de opmerkzame hoorder genoegzaam constateeren. Ook de cellist Charles Van Isterdael gaf van zijn be wondering voor haar begeleidingskunst over duidelijke blijken. Fauré's „Elégie" gaf. bij zonder in 't middendeel, daartoe ook zeer aanleiding- En aan die gelukkige samenwer king dankten wij ook voor oen niet gering gedeelte de prachtvolle uitvoering van Gemi- niani's Suite, waarin Van Isterdael op bril jante wijze partij trok van dc zilveren toon- kleur van zijn schoon instrument. Men zal het algemeen hebben gewaardeerd, dezen uit- nemenden kamermu2iekspeier ook eens an ders dan in trio of kwartet te hebben ge hoord. Voor het damestrio was er een keur van de schoonste bloemen. G- J. KALT. VERKEERSONGEVALLEN. DE GEVAARLIJKE HOEK Toen Donderdagmorgen de verkeersagent op den gevaarlijken hoek Groote Markt Barteljorisstraat zijn post nog niet had in genomen. heeft daar een aanrijding plaats gehad tusschen vrachtauto, geladen met grint, die van de Barteljorisstraat naar de Koningstraat wilde rijden, en een bestelauto, die van de Groote Markt naar de Zijlstraat wilde. Eerstgenoemde wagen werd in het midden geraakt en daardoor ontzet. De bestelauto werd aan de voorzijde zóó ernstig beschadigd, dat zij moest worden weggesleept. Tegen den bestuurder P., die van de Groote Markt kwam. werd proces-verbaal op gemaakt. VEREEN. VAN JONG HERVORMDEN. Men schrijft ons: Donderdagavond hield de Vereen, van Jong Hervormden haar 5e jaarvergadering. Er was veel belangstelling uit kerkelijke krin gen. De vereenlging blijkt een zeer nuttige taak te vervullen, zoodal in navolging van Haarlem reeds in verschillende plaatsen ge lijksoortige corporaties aijn gevormd, Fricdexikc. Een romantische film naar de bekende operette van Lchar. Goethe's jeugdliefde is zooals men zal weten het gegeven geworden voor de over bekende operette van Lehar „Frledorike" cn dc liefde van den Jongen Goethe voor Fric- derike Brion, de dominéesdochter. was al evenzeer eer. dankbaar gegeven voor een ge luidsfilm. Het is overbodig het zoo zeer bekende ver haal van hetgeen zich op de pastorie van „pastor Brion" afspeelde, hier te citeeren. Richard Tauber en Hirsch en de gramophoon hebben ons overvloedig onthaald op „Rüslcin. Rösiein. Rös'.cln Rot" en alles wat daarbij behoort en zij die de tragedie van Friederike op een geheel nieuwe en uitvoerige manier nog eens verbeeld willen zien. moeten zeker eens een bezoek aan ..Palace" brengen. Het vroohjke leven op de piattelandspastorie is heel aardig weergegeven en den sentimentee- len kant van het geval heeft men gelukkig niet noodeloos gechargeerd. Van het bUprogramma vermelden wij de buitengewoon interessante geluidsjournaals, die onder anderen een bijzonder belangwek kende passage bevatten, gewijd aan lucht- acrobatick. Na dc pauze draait een dier voortreffelijke en zeer geestige geluidsteekenfllms. die wij reeds zoo dikwijls in deze rubriek hebben ge prezen. Op het tooneel treedt een drietal acroba ten op. dame en twee heeren. die verbluffend werk verrichten. Het programma is dus zeer gevarieerd en zal zonder twijfel de nodoige aandacht trek ken. REMBRANDT THEATER. Ilenny Porten in haar eerste sprekende en zingende film Skandal um Eva. Hoe is het mogelijk, dat een actrice als Henny Porten zich zoo vele Jaren schuil heeft kunnen houden, dat de filmcnthousiasten van deze generatie niet of nauwelijks haar naam kennen, terwijl, wij ouderen, ons haat- van jaren geleden herinneren en dat wel als een heel geliefde ster. Hot was een genot Henny Porten, die in al dien tijd geen Jaar ouder geworden is. weer in haar groote talent te kunnen bewonderen. Haar spel. haar aan geboren bevalllghid en haar natuurlijkheid plaatsen haar direct al weer in dc rij van haar meest veelbelovende kunstzusteren. of eigenlijk staat zij toch weer heel apart in die rij. omdat zij heeft, wat zoo vele van die andere sterren missen; een benijdenswaar dige natuurlijkheid en een levendig, nobel gezichtje dat haar kan veroorlooven een aller soberst gebruik van de z.g. film-make-up te maken. Haar zangstem is een verrassing, die heel prettig stemt. In Skandal um Eva heeft zij de zeer sym pathieke rol van de geliefde jonge leerares op een Lyceum. Een leerares. die de harte lijke oudere vriendin is van haar leerlingen, die zich innig verheugen in het geluk van de leerares. wanneer deze zich verloofd heeft. Edoch, al heel gauw komt een donker wolkje haar gelukshcmel tijdelijk verduiste ren, maar Eva is een vrouw van de daad. Zij neemt de draden van het Lot zelf in handen en weet door haar zeir-besturen, dc gchcele treschledcnis tot een goed einde te brcnecn. Haar medespelenden zorgen ieder voor zich voor oen uitstekende vertolking van hun rol. het gezellige troenjc Lyceummeisjes brengt, nog meer levendigheid in het geheel. Het is een film. waarbij men zich bijzonder amu seert. Nu we Henny Porten weer terugheb ben, hoop ik. dat er nu weer geregeld gele genheid zal zijn haar te zien cn ook to hoo ren. Henny is een fijne actrice met charme en cachet. Max Fleischer's geluidsteekcnftlm „Swing you Sinners" geeft weer gelegenheid zijn on navolgbare toekentalent te bewonderen. De goochelaar Larette brengt de bezoekers in stomme verbazing over zijn goocheltoe ren. Men verzuime niet deze week kennLs met Henny Porten te gaan maken of de kennis making te gaan vernieuwen! LUXOR-THEATER „De jacht n**r het geluk". „Apachenlief je". Tooneel: The Four Vree'». Als eerste hoofdnummer wordt vertoond: „De Jacht naar het geluk". Marie Prevost ver vult in deze film de hoofdrol en wel die van Margie Dolan, een kantoorjuffrouw, die droomt van verre reizen. Ze is echter ver loofd met een drogistbedlcnde. Als ze eens eenige brieven moet brengen aan boord van een schip verstopt ze zich cn wordt als het schip reeds ïn zee is. gevonden. Ze wordt nu linnenjuffrouw aan boord, totdat ze ontdekt wordt door een paar oplichters die gebruik van Margie willen maken om hun doel te be reiken. De reis ls naar de Rivièra. Intusschen heeft het meisje spijt van haar plotseling vertrek en zendt een telegram aan.haar ver loofde. die ook naar de Rivièra snelt en daar na heel wat verwikkelingen Margie terug vindt. Er komt zelfs nog een vermakelijk duel tusschen Margie en de opllchtster in voor. Een uitstekend gespeelde film met mooie op nemingen. Het Luxor-Nieuws is als immer zeer inte ressant. Op het tooneel; The Four Vree's. Dit vier tal liet allereerst een serie plastische standen zien en vervolgens kon men genieten van goede acrobatiek. Dit nummer viel eveneens in den smaak. Als hoofdnummer na dc pauze draait dan: Apachen-liefje", een detective-film van de goede soort. De ontslagen gevangene Cresper gaat op zoek naar den man die hem behulp zaam is geweest bij de inbraak, waarvoor hij in de gevangenis is gekomen. De mede plichtige is nooiL gevonden. De politie laat de gangen van Cresper nagaan, omdat zij wil weten wie het geld heeft. Cresper wantrouwt de beide detectives; Safl (de vrouwelijke detective) evenwel vertrouwt hij volkomen. Hij neemt haar mee naar Weenen. waar Morland. de medeplichtige woont. De beide mannen komen tot een vergelijk, doch Cresper wordt hoe langer hoe veelcischender, zoo zelfs, dat hij de dochter van Morland, die reeds verloofd is. tot vrouw wil hebben. Hierdoor ontstaan veel onaangename ver wikkelingen. met denverloofde van het meisje, met Morland en met Safl. Deze ge schiedenis eindigt met den dood van Cresper, doch niemand wil zeggen wie daaraan schul dig is. Dc oplossing is een verrassing voor de toeschouwers. Ook ln deze film is veel goed spel tc ge nieten. waarvoor de namen van dc mede werkenden borg zijn. Een uitstekend programma,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 17