AUTOMOBIEL- TENTOONSTELLING AMSTERDAM 25JAN -1 FEB De Technische vooruitgang op de R. A. I. De automobilist die zich aan den verkeers* agent spiegelt, spiegelt zich zachte Achteruitkijkspiegel Spiegeltje, spiegeltje aan de carrosserie, Zeg mij, wat is de schoonste kar van de R.A.LB HAARLEM'S DAGBLAD TWEEDE BLAD ZATERDAC 24 JANUARI 1931 DBBH door HERMAN LEVY. Er is dit seizoen wellicht geen enkele automobieltentoonstelling gehouden welke een zoo volledig en algemeen overzicht van den tegenwoordigen stand van zaken heeft gegeven als de R. A. I. tentoonstelling, welke gisteren ge opend is. Parijs, Londen, Brussel, New York, zij mogen in de internationale automobiel wereld een beieren klank hebben dan Am sterdam, toch blijft de nuchtere werkelijk heid er om ons thans aan te toonen, dat de bescheiden opgezette expositie in het gebouw aan de Ferdinand Bolstraat een internatio nale beteekenis heeft gekregen welke in vele opzichten de genoemde salons overvleugelt. Daardoor leent, meer dan welke andere automobieltentoonstelling ook, de Amster- damsche zich bij uitstek voor een algemeene beschouwing over en een vrij volledig over zicht met betrekking tot den tegenwoordigen stand der automobieltechniek. Het is langzamerhand gewoonte geworden öe tentoonstellingen met een slagwoord aan te dulden. Als men dit ook met de R. A. I.- tentoonstelling zou willen doen, zou men. haar de expositie van soberheid en eenvoud kunnen noemen. Dat klinkt misschien wat vreemd, vooral als men denkt aan al die glimmende en glanzende koetswerken, aan de twaalf- en aestien-cyllnders, aan de tal rijke cabriolets, de luxe-koetswerken, kortom aan alles wat de R. A. I. tot een luxe- deinonsti-atie maakt. En tochDe ten toonstelling is er een van soberheid en rust. Soberheid in de uitvoering, rust in het zoe ken naar extra-nieuwigheldjes. De automo biel, zelfs dit zeer moderne voertuig is nog conservatief gebleven. De auto met cardanas en aandrijving op de achterwielen, met ben zinemotor en rijtuigvorm, is feitelijk niet modern. Het is de constructie van ettelijke tientallen van jaren, en het ziet er naar uit dat het zoo nog wel een tijd zal blijven. Immers is er veel op deze tentoonstelling dat ons noodzaakt het tegendeel te geloo- ven? Ik zou zeggen van niet. Dat bij voor - veeld de voorwielaandrijving thans door twee merken vertegenwoordigd is, n.l. Cord en Ruxton, terwijl het vorig jaar alleen de Cord nog maar als voorvechter van dit principe aanwezig was, zegt nog niets. Want ongeveer tezelfder tijd dat de Cord in het najaar van 1929 werd aangekondigd, verscheen in Ame rika ook reeds de mededeeling van de komst van de Ruxton. Dat de laatste thans pas te zien is, is een gevolg van het feiit., dat de fabriek er vermoedelijk nog geen vertegen woordiger voor had gevonden. Er is echter niets dat er op wijst, dat het aantal spoedig zal toenemen. Eerst wanneer een dergelijke constructie door een aan.'al fabrieken in serie aan de markt zal worden gebracht, zullen wij kunnen beoordeelen of zij levensvatbaarheid en beteekenis heeft ja dan neen. Zoo zijn er meer zaken, welke op een star conservatisme in den automobielbouw wij zen. Het aantal merken dat de centrale chassls-smering als standaard-uitvoering toepast is in verhouding tot het groote aan tal dat er nog niet of wellicht in het geheel niet aan wil, nog vrij klein. En toch zal Iedere automobilist moeten erkennen dat de gebruikelijke smering door middel van de vetspuit verre van ideaal is. Het zelfde moet van de veering worden verklaard. Weliswaar is deze in de laatste jaren zeer veel verbeterd, maar niemand zal durven beweren, dat daarin reeds het laat ste woord is gesproken. Weliswaar blijft men zoekende en op deze tentoonstelling vindt men enkele oplossingen welke waard zijn in de gaten te worden gehouden getuige b.v. de onafhankelijke wielveering van de Röhr of de Schwingachse van Austro Daimler. Steyr e. d.. maar toch is ook over dit vraag stuk het laatste woord nog niet gesproken. Zelfs ten opzichte van het vitale deel van den auto nJ. den motor blijft men nog vast houden aan het oude principe, met al de niet te ontkennen bezwaren daarvan. Het is de vraag wat op den duur de Dieselmo.or ons zal brengen, welke ook het nog steeds moeilijke ontstekingsvraagstuk zou kunnen oplossen, en tevens grootere economie zou be teekenen. Ziet daar slechts enkele opmerkingen wel ke zich bij een algemeene beschouwing over zulk een belangrijke ten toons, elling kunnen voordoen, opmerkingen welke min of meer ook als aanmerkingen zouden kunnen wor den beschoqwd. Na deze beschouwing van eenigszins ne gatieven aard mogen nu de positieve volgen. Dat wil zeggen, dat de lezer thans van mij mag eischen, dat ik op de voornaamste ten- denzen van wat deze tentoonstelling heeft gebracht, eens den nadruk leg. Er is in de automobielwereld steeds een tegenstelling geweest tusschen de Europee- sche en de Amerikaansche industrie. Dat is een strijd geworden, welke zelfs een aanzien lijken omvang had aangenomen. Die strijd schijnt nu, voorloopig althans, achter den rug te zijn. Men krijgt den indruk, dat Euro- pakkans heeft gezien om aan de Amerikaan sche overheersching het hoofd te bieden en zelfs met succes den strijd te aanvaarden voor de toekomst. Een eerste vereischte daar bij was, dat de fabrieken zich niet alleen met volle energie op de verlaging van den kostprijs gingen toeleggen, maar tevens, dat zij een product konden vervaardigen, dat in staat was om in souplesse, acceleratie e. d. met. den Amerikaanschen wagen te wed ijveren, zonder daarbij echter de economie in het. gebruik, welke factor in Europa toch nog steeds een groote rol speelt, uit het oog te verliezen. Dat alles was echter niet mogelijk zoolang men zichzelf bleef wijsmaken, dat ieder jaar nieuwe modellen noodig waren. Er is dus, ik schreef het reeds in den aanvang, rust ge komen in den drang naar nieuwigheden, een rust, welke trouwens naar alle waarschijn lijkheid ook nauw verbonden is aan den economischen toestand, waarmede de fabrie ken ernstig rekening te houden hebben. De groote Europeesche fabrieken hebben de nieuwtjes niet gezocht in modegrillen, welke er op gericht waren, modellen welke nog maar een jaar bestonden, te veranderen; ze hebben zich toegelegd op constructieve ver betering, innerlijke versterking en ver fraaiing. En daarvan profiteeren handel en koopers meer dan van de herhaaldelijke wij zigingen van lijnen der radiateurs en meer van dergelijke aardigheden, welke aan de waarde van het product zelf niets afdoen. Het heeft er veel van dat door den nood der tijden de fabrikanten tot inkeer zijn ge komen, en dat zij geleerd hebben, dat zij noch zichzelf, noch nun vertegenwoordigers, noch den koopers eenig voordeel hebben verschaft met die mode-rage. welke oogen- schijnlijk wel het voordeel had, dat bezitters van zoogenaamde oude wagens genoodzaakt waren nieuwe te koopen, maar ten slotte het publiek toch deden begrijpen, dat het min of meer bij den neus werd genomen. Ook de handel zelf heeft meermalen het bezwaar van die politiek ondervonden, want hij bleef dikwijls met oude modellen zitten, welke oud waren geworden omdat de fabriek plot seling met nieuwe modellen voor den dag kwam. Dat overigens in Amerika Europeesche wagentjes als de Mathis en Austin Seven een toekomst hebben is teekenend voor den toe stand. Het heeft veel van de omgekeerde wereld na de sterke invasie van Amerika in Europa. En wie weet wat ons ten opzichte van de nieuwe 6-cylinder Opel. de Prima- quatre van Renault en de talrijke Engelsche wagentjes nog te wachten staat. Een der meest op den voorgrond tredende verschijnselen dezer tentoonstelling is de hardnekkige toeneming der multi cylinders. Ik heb getracht een lijst op te maken van de verschillende wagens naar gelang van het aantal cylinders, en daaruit is mij geble ken dat er ongeveer 60 zescylinder-typen ge- exposeerd zijn naast vrijwel hetzelfde aantal achtcylinders. Dat is torii wel teekenend voor den toestand als men nagaat dat het vorig jaar het aantal zescylinders nog sterk over- heerschend was. Twaalfcylinders zijn er thans reeds drie tegen het vorig jaar slechts een, en van de 16 cylinders is alleen de Cadillac aanwezig, aangezien de nieuwe Marmon 16 cylinder blijkbaar niet tijdig genoeg uit Amerika ver zonden kon worden. Toch doet zich, ondanks de zege van den multi cylinder, een typisch verschijnsel voor, n.l. dat daarnaast ook de viercylinder eer in populariteit toe- dan afneemt. Wel licht wordt daarvan op den duur de zes- cylinder de dupe. Want het blijkt ten slotte toch dat de eenvoudige vier-cylinder als economisch vervoermiddel groote voordeelen bezit. Henry Ford heeft wel gelijk gehad toen hij eenige Jaren geleden met een viercylin der verscheen, terwijl anderen beweerden dat de viercylinder laad afgedaan. Nu keert men zelfs in Amerika weer tot den vier cylinder terug, getuige het succes van Austin en Mathis. Welnu ook in Europa blijft de viercylinder zich handhaven en zelfs zijn positie versterken. Al is het wat brutaal van de volmaakte automobiel te durven spreken, zoolang cr nog zooveel tc wenschen over blijft, toch mag niet ontkend worden, dat de moderne automobiel zooals hij thans in allerlei vor men en uitvoeringen op de R. A. I. te zien is. een hooge trap van ontwikkeling heeft be reikt. Vooral aan de verhooging van veilig heid en comfort is zeer veel aandacht be steed. Daar is b.v. de versterking van het chassis; het frame is sterker geworden en stijver, ten einde de bezwaren op te heffen welke een slap chassis nu eenmaal meebrengt. Men heeft het chassis verlaagd, eensdeels om daardoor het geheel een sierlijker lijn en vorm te kunnen geven, anderdeels echter om het zwartepunt te kunnen verlagen, hetgeen de vaste ligging op den weg ten goede komt. De meeste merken komen dan ook met een doorgebogen chassis uit of losten de ver laging nog radicaler op door een chassis Sur- baissé zooals VoLsin en Panhard dat hebben gedaan. Ook de veering is verbeterd. Men heeft lagere veeren aangebracht, en zelfs de Schwingachsen en onafhankelijk geveerde wielen zijn in grooteren getale aanwezig. Over het algemeen is de stalen carrosserie in de meerderheid tegenover de leeren koets werken, zooals Weyman ze maakte. Ook dat bewijst-, dat men de veiligheid voor alles stelt. Daar overigens de snelheid een be langrijke factor in het automobilisme is ge worden, moest daarmede uit den aard der zaak de verhooging van de veiligheid gelij ken tred houden. De remmen zijn krachtiger, beter, veiliger geworden, zoo noodig nog aangevuld door de zoogenaamde Servo rem. Dat was trouwens nog meer noodig, nu het freewheel een belangrijke plaats gaat inne men in de constructie. Het gebruik van een freewheel verlangt vooral een veilig rem- systeem van groote capaciteiten. Na Stude- baker zijn thans ook Auburn, Hupmobile en Lincoln met een freewheel verschenen. De motor- en versnellingsbak zijn natuur lijk evenmin aan de aandacht van de steeds maar naar verbeteringen zoekende construc teurs ontsnapt. De versnellingsbak, feitelijk naar onze begrippen voor een volmaakte automobiel een onding, is zooveel mogelijk verbeterd; verschillende wagens hebben het synchro-mesh systeem, dat automatisch voor de synchronisatie van de versnellingen zorgt, waardoor dus het over- en terugscha kelen zonder het hinderlijke knarsen dat overigens ook sleclit is voor de tanden kan geschieden. Verder komt de gerulsch- looze tweede of derde versnelling zulks naar gelang de versnellingsbak drie of vier versnellingen heeft meer en meer in de mode. en een merk. nJ. de Fransche Panhard heeft het zelfs tot vier geruischlooze ver snellingen gebracht. Overigens heeft het freewheel het overschakelen ook al tot een onbeteekenende manipulatie gemaakt. Daar naast zijn er nog andere systemen, zooals de Schnellganggetriebe van Maybach. waar bij het vacuum medewerkt om ontkoppelen en overschakelen overbodig tc maken en men alles door middel van een knopje op het stuur regelt, of de electrische reiai van Volsin door middel van een handle op het dashboard. De motor wordt steeds beter, sterker en minder verslijtbaar gemaakt. Krupp kwam met de oppervlakteverharding van de stalen cyllnderwanden door middel van koolstof, een miadel dat de slijtage uitsluit en naslij- pen overbodig maakt. Temperatuurregeling van koelwater en olie; verbeterde benzine toevoer door middel van een pomp inplaats van het vacuum, volkomencr vergassing door downdraft carburateuren c. d.. het zijn alle middelen welke er toe bijdragen het rende ment van den motor tc verhoogen en de algemeene bed rijf son kosten tc verminderen. Daarnaast vragen dan tenslotte de koets werken nog onze aandacht. Zooals ik hier boven reeds schreef is de stalen carrosserie overheerschend. De open modellen vindt men slechts sporadisch en dan nog maar als sportmodel. De gesloten koetswerken hebben het pleit gewonnen, maar toch blijft het de vraag of niet de aanwezigheid van zoo vele en zeer mooie cabriolets voor 2 en 4 perso nen er op wijst dat men boven alles prijs stelt op een wagen a double usage, n.l. welke zoowel open als dicht is te rijden. Dat is in de meeste gevallen voor een land als het onze met zijn wisselvallig klimaat toch het aantrekkelijkst. Zelfs op een Ford-chassia kan men een mooie vlerpersoons cabriolet zien, welke in serie vervaardigd wordt door een Nederlandsche koetswerkfirma, n.l. Schutter en Van Bakel. In vergelijking met die toenemLng van de cabriolet, lijkt het dat dc open-dak-constructie ten slotte slechts een middel is van voorbijgaande beteekenis. Ziet daar in groote lijnen een algemeene technische indruk vaq de Vrijdag geopende R. A. I.-tentoonstelling. Vermoedelijk zal men mij op onvolledigheid kunnen betrap pen, maar men houdc dan rekening met de omstandigheid, dat een volledige beschou wing ook groote uitvoerigheid zou noodig maken, hetgeen ik heb trachten te voorko men in dit populair-bedoeldc praatje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 5