Hl'
WAAR GAAN WIJ HEEN?
Biographieen in
een notedop.
LACORDAIRE.
LESSING.
1729—178L
Morgen. 15 Febiuari is het 150 jaar geleden,
dat Gott-hold Ephraim Lessing te Brunswijk
stierf.
Met Lessing, kunnen wij wel ongeveer zeg
gen, is de Duitsche letterkunde begonnen, al
thans de nieuwere Duitsche letterkunde. En
zeker werd het Duitsche tooneel niet zijn
opcreden gevestigd. Hij immers is de grond
legger van het Duitsche burgerlijk drama, in
tegenstelling met het klassiek drama, weg»
her eider voor de groote dichters Goethe en
Schalier.
Het tooneel voor Lesslng's zuiverend op
treden, verkeerde in Duitschland in een deplo-
rabelen toestand. Het verhief zich weinig
.boven het peil van den huidigen Vlaamschen
poesjenellenkelder en van een oorspronkelijke
Duitsche 'tooneellltteratuur was al evenmin
sprake als van goede vertalingen, die ten
minste van de Engelsche en Fransche klas
sieken konden bestaan hebben. De harlekijn
was de voornaamste acteur en platheid gold
als de eenige verdienste op het- tooneel.
De Leipziger professor Gottsched was het,
die pogingen deed om hierin verbetering te
brengen en in samenwerking met de tooneel-
speeister Caroline Neuber slaagde hij daar in
zooverre tenminste in, dat vertalingen uit het
Fransch de Duitsche draken vermochten te
verdringen en de harlekijn in letterlijken zin
van het tooneel verdween.
Zoodanig aan het strenge dogma der drie
regels van Aristoteles, die eenheid van plaats,
tijd en handeling voorschrijven, waren echter
ook deze stukken gebonden, dat er nauwelijks
eenige opbloei tot een nieuwe tooneelkunst
van te verwachten viel. Deze bleef dan ook
uit. Het zou eerst Lessing zijn, die door zijn
eigen scheppenden arbeid het nieuwe Duitsche
tooneel, dat het beste van de wereld zou
worden, in de plaats stelde van den chaos
en het niets.'
De geboortestad van Lessing is Kaïmez, in
Saksen. Hij was de oudste zoon van een pre
dikant en genoot een onbekommerde jeugd.
Door zijn in het oog loopende begaafdheid
verwierf hij een studiebeurs voor de .beroemde
vorstenschool St. Alra te Meiszen en daar was
het, dat hij van zijn twaalfde tot zijn zeven»
tiende jaar ijverig en onder een strenge
tucht, welke het kloosterleven benaderde,
zijn studie volbracht.
De vader had hem voor de theologie be
stemd, maar behalve, dat hij zich in dezt
wetenschap groote kennis verwierf, toonde
hij zich ook in philologie zulk een voor
treffelijk leerling, dat zijn leermeesters weldra
moesten bekennen, dat hij de school ont
groeid was.
Zoo verwisselde hij Meiszen na vijf jaar
imet de Leipziger Universiteit en met de ver
huizing van het Saksensche stadje naar de
groote stad het klooster bestaan voor het
studentenleven, Leipzig was de stad v,an
Gottsched en Caroline Neuber en hier
openbaarde zich bij Lessing de hartstochte
lijke liefde voor het tooneel, dat te Leipzig
mar - "Brhouding goed was. Ook Lessing traa
an: aroline Neuber in relatie. Hij vervaar
digde zelf eenige tooneelstukken, die hij haar
voorlegde. Hieronder is „Der Junge Gelehroe"
het jeugdstuk van den dichter, dat .in 1748
voor het eerst opgevoerd werd op de Leipziger
Bühne.
Het artistenleven is nu eenmaal innig ver.
bonden met dat van schuldeischers, dit onder
vond ook Lessing en om de laatst-en te ont
snappen verliet hij Leipzig en begaf zich
naar Berlijn. De theologische studiën scho
ten er tot groot verdriet zijns vaders bij
in. Vertaalwerk en het schrijven van letter
kundige kritieken moesten bijdragen tot- Les
slng's levensonderhoud. Andere blijspelen
volgden op „Der Junge Gelehrte", doch over
troffen het oorspronkelijke stuk geenszins.
In zijn kritieken speurt men echter reeds
de meesterhand.
Een bijzonder gunstige invloed heeft de
vriendschap van Moses Mendelssohn gehad,
5-n het bijzonder op Lessing's kennis van de
Engelsche literatuur. Door Mendelssohns in»
l,essin(j's geboortehuis te Kamenz in Saksen.
troductie is de jonge dramaturg een der be
langrijkste en zeker de eerste Shakespeare-
kenners in Duitschland geworden.
Lessing is 26 jaar oud als hij de Duitsche
literatuur verrijkt met de eerste burgerlijke
tragedie, het familietreurspel Miss Sara
Sampson.
Voor het eerst werden gewone burgers als
dramatische helden ten tooneele gevoerd, voor
het eerst was het onderwerp niet gekozen uit
de klassieke wereld. Om de opvoering mogelijk
te maken moest de schrijver echter van Ber
lijn naar Leipzig terugkeeren, daar in de
Duitsche hoofdstad geen theater, geen gezel
schap en geen publiek voor het stuk te vinden
was.
In 1759 was Lessing ie Amsterdam, alwaar
hij wegens het uitbreken van den oorlog een
reis naar Engeland moest onderbreken.
Na eenige jaren Lr. Berlijn terug geeft hij
„die Briefe. die neueste Literatur betreffend"
uit, de felle critiek, welke den grondslag
moest- helpen vormen vóór het schoon? bouw
werk dat hij.bezig was te voltrekken. Niemand
spaart hij, Klopstock en Wieland zoogoed
als Gottsched niet, welke laatste er ongenadig
afkomt. Hevige aanvallen richt hij op het
Fransche drama, de regels van Aristoteles.
Duidelijk openbaart zich zijn breken met
de Franscye tooneel techniek in „Minna von
Barnhelm oder das Soldatenglück" het leven
de monumentale stuk, dab nog twee jaar ge=
leden, bij de herdenking van Lessings ge
boortedag ook in Nederland wederopvoeringen
beleefde. Het is in Berlijn geschreven, nadat
Lessing vijf jaar in Breslau had gewoond als
secretaris van generaal Tauenzien, de .gouver
neur van Silezië, welke betrekking hij -gezocht
had om der wille van de actualiteit.
Terzelfder tijd publiceerde hij de oritische
beschouwing der epische poëzie. getiteld:
..Laokoon oder über die Grenzen der Malerei
und Poësie". Zijn theorie, waarin hij het
onderscheid aantoont tusschen de plastiek
van den schilder en van den dichter, welke
vroeger voor Identiek gehouden werd, heeft
groote invloed geoefend op' Schiller en
Goethe os.
Lessing hoopte als koninklijk bibliothecaris
te worden aangesteld, dit geschiedde echter
niet, Frederik de Groote benoemde een
Franschman zonder betsekenis en Lessing
verliet gebelgd de hoofds'.ad om zich te
Hamburg te vestigen. Hier is de beroemde
Hamburgische Dramaturgie ontstaan, Les
sing's volledige* -kunstzinnige belijdenis, het
standdaardwerk voor de opbloeiende Duitsche
letterkunde.
De practijk verwezenlijkte voorhands even
wel de theorie niet-, de auteur geraakte op-
Hei huis in Brunswijk, waar Lessing
gestorven is.
nieuw in benarde pecuniaire omstandigheden
en hij was er slecht aan toe, toen de redding
opdaagde in den vorm van het bïbliotheca-
risambt te Woifenbüttel. Hier ook huwde
Lessing met Eva König, twee jaar later stierf
zij echter. Tegelijk wendde zich het geluk
wederom ten eenenmale van hem af. Talrijke
vijanden wisten gedaan te krijgen, dat zijn
werk onder censuur gesteld werd. Dat juist
in dezen tijd zijn laatste prachtige gedicht
„Nathan der Weise" tot stand komt, dat
wel het evangelie der verdraagzaamheid ge»
noemd mag worden, bewijst wel, hoe ver Les
sing zich boven de bejegening door de wereld
gesteld had.
In dezen -tijd is mede het treurspel Emilia
Galotti verschenen, de practische toepassing
van de in de Dramaturgie ontwikkelde
theorieën.
Toen Lessing stierf was hij eerst 52 jaar
oud.
Doch hij was er reeds in geslaagd den weg
te bereiden voor Goethe, die -toen 32 w,as en
voor Schiller, die in 1781 22 jaren telde.
HET ABONNEMENT VAN CHUM.
Chum, de hond van een Engelsche zaken
man. is waarschijnlijk de eenige hond ter
wereld dieeen abonnement op den trein
heeft. Gedurende 15 maanden nu reeds neemt
zijn ..baas" hem mee van zijn woning in een
der Londensche voorsteden naar zijn kantoor
in de nabijheid van Westminster Abbey. Chum
w 11 niet thuisblijven. Eerst werd de volle
vracht voor hem betaald mor.r later kreeg hij
een honden-abonnement: het eerste, dat ooit
werd uitgegeven. De prijs was eerst 2 pond
sterling, maar ïs nu met de helft verminderd.
Chum lijkt veel op een collie. Hij komt van
Shetland, waar honden van deze soort veel
door schaapherders worden gebruikt. 3»j
zijn zeer verstandig en trouw.
Veel honden weten al wat motorrijden is.
maar Chum is de eerste hond, die iederen
dag per trein heen en weer reist en van
dat reizen geniet ook.
DE NIAGARA VERDWIJNT OP
DEN DUUR.
De beroemdste waterval ter wereld, de
Niagara, is zeer van uiterlijk veranderd, sinds
hij bijna 250 jaren geleden door een blanke
werd ontdekt, al zijn deze twee en een halvn
eeuw dan ook niets, vergeleken bij den tijd,
gedurende welken deze waterval al bestaan
heeft in die gerekend wordt door de mannen
der wetenschap op tusschen de 20.000 en
35.000 jaren. Gedurende de laatste 250 jaar.
hebben deelen van den watrval aan den
Canadeeschen kant zich 800 voet terugge
trokken. Aan de Amerikaansche zijde viel
betrekkelijk weinig verandering te consta-
teeren in dezelfde periode, ofschoon ook daar
toch voortdurend erosie (afslijting) plaats
heeft, hetgeen niet te verwonderen is als
men bedenkt dat 93.000.000 gallons water
(een gallon is 4)^ liter) per minuut daar
naar beneden storten.
En het is juist deze erosie, die op den
duur een einde zal maken aan de Niagara.
Door de vortdurende afslijting toch zal
klip, waarrover het water valt, ophouden te
bestaan en dan zal er geen waterval meer
zijn. alleen een serie stroomversnellingen.
Maar dit zal nog duizenden jaren duren!
JUBILEUM VAN DEN POST-
WISSEL.
Het was dezer dagen juist vijftig Jaar ge
leden, dat de eerste postwissel in Engeland
verzonden werd. De man die den stoot er toe
gegeven had, was Edward Norris. lid van het
Britsche Parlement, die het denkbeeld aan
de hand deed, dat de Posterijen gedrukte
wisselformulieren zouden uitgeven voor de
betaling van kleine bedragen.
Toen de eerste postwissels verschenen,
werden zij ontvangen met luide protesten,
want men meende dat de postwissels een
soort papieren munt zouden kunnen worden
en in die dagen was goud algemeen in ge
bruik. Maar er werd van officieele zijde geen
aandacht aan de protesten geschonken.
De postwissels werden dan ook zeer spoe
dig populair. Tot 1910 waren er bijna 120
mil'ioen postwissels verkocht.
Gedurende den oorlog werden zij minder
gebruikt, behalve gedurende een periode toen
het goud werd ingehouden. Maar nu stijgt
het aantal weer voortdurend en er wordt
verwacht, dat in de naast* toekomst er wel
200 millioen per jaar zullen worden ge
bruikt.
DE STEDEN EN HET VERKEER
Het allermodernste begrip op verkeersge
bied is, dat niet het verkeer zich bij de straat
moet aanpassen, maar de straat bij het ver
keer.
Verschillende manieren, om aan de eisChen
van het moderne verkeer tegemoet te komen,
zijn toegepast. In New York heeft men wegen
boven elkaar aangeiegd. en volgende ge
slachten zullen dit ook wel te Londen
zien.
Men heeft ook al voorgesteld, om in winkel»
centra als Oxfordstreet te Londen inspringen
de trottoirs te maken „onderlangs" de winkel
zaken, zoodat de trottoirs van thans bij de rij
wegen zouden kunnen getrokken worden.
Hoe het ook zij: herbouw van de steden
zal in de toekomst noodig zijn. Tenzij het
vliegwezen zich spoedig zoodanig zal ont
wikkelen, dat het verkeer langs de wegen be
langrijk ontlast wordt en dat het van méér
belang is, landingplaatsen voor vliegtuigen
te maken op de daken van de huizen, dan
parkeerplaatsen voor auto's enz.
De onstandvastigheid der menschelijke idealen.
Door
NORMAN ANCELL.
(Auteur van de „The Great Illusion" enz.)
Een merkwaardig feit. dat zijn oorsprong
vindt in de onrust en de conflicten, die op
het oogenbiik ae verhoudingen tusschen Oost
en West en de vele Europeesche s aten on
derling kenmerken, is dat de aanleiding tot
deze conflicten slechts voor een gering deel
economisch te verklaren zijn. Zij zijn dit
zelfs in hoofdzaak niet al worden zij door
ieder economisch genoemd- Wij zouden niets
over protectionisme in Europa hooren als er
geen factor was die met economie niets te
maken heeft. n-L de verdeeling van Europa
in verschillende naties. Wij zouden evenmin
denken over onderlingen naijver tusschen
den Britschen en den Duitschen handel, als
de Amerikanen er over zouden denken om
Pennsylvanië den concurrent van Ohio" te
noemen, als er geen politieke verdeelingen
waren, die reeds dateeren uit den tijd lang
voor de tegenwoordige industrieele revolutie
en die met economische wetten hoegenaamd
niets te maken hebben.
De zeer vereenvoudigde stelling van de
leer van het determinisme in de economie,
zegt: ,.De economische belangen bepalen de
richting waarin de menschheid gaat!" Maar
dit wordt door de meest sprekende feiten in
de Europeesche samenleving gelogenstraft.
Wanneer b.v. Europa zich zelf naar het Ame
rikaansche voorbeeld tot een eenheid maakte,
aan zou zonder twijfel de economische ge
steldheid van het volk verbeteren en het ka
pitalisme versterken. Indien Europa zijn
tollen verhoogt, zou het volk armer worden
en het kapitalisme verzwakken.
Europa volgt op het oogenbiik den weg, die
naar verarming voert- en die het kapitalisme
verzwakt en het schijnt op deze weg te wi-
len voortgaan. Zal het dezen weg volgen uit
economische motieven, naar de voorschrif
ten van het kapitalisme?
Het zou ongetwijfeld verstandiger zijn, de
Juiste wetten der economie in het oog te hou
den. want het verlangen naar welvaart, de
veiligheid en het belang van de menschen en
hun kinderen zijn betere drijfveeren dan de
dierlijke instincten, zooals kuddegeest, de
wrok over de tegenwoordigheid van „vreem
de" elementen op ..ons" grondgebied, de
grootheidswaanzin van eigen nat.e, wat ge
woonlijk onder den naam van „nationalisme"
optreedt, aisof politiek naiionalisme niet on
vermijdelijk zeer nauw met deze d.ngen ver
bonden is.
De grootste economische welvaart berust
op den hoogsten graad van mensche.ijke sa
menwerking en deze, op zijn beurt, houdt ln:
geschiktheid om een contract na te komen,
goeden wil en goed vertrouwen.
Maar de nationalismen, die Europa gedu
rende de laatste tweehonderd jaar hebben
voortgejaagd en zijn beschaving hebben be
dreigd. en die nu ook in het Oosten beginnen
te spoken, gaan heel licht over in zuiver
hartstochtelijke wraakgeaach.cn, waarin het
verlangen een tegenstander te verslaan, hem
te dwingen zijn nederlaag te erkennen, hem
te vernederen, de menschen s.echts ver
blindt en alleen hun eigen belang doet zien.
Dit beteekent niet. dat zij tot ander inzicht
zijn gekomen, maar dat zij, als de slachtoffers
van hun eigen begeerten, de oogenblikkelijke
bevrediging hooger stellen dan toekomstige
voortdurende welvaart- Verlangen naar voor
spoed van eigen volk is ten s.otte een ach
tenswaardiger drijfveer dan het verlangen
een ander volk te kwetsen.
De economische belangen van verschillende
groepen kunnen tezamen gebracht worden,
omdat de verdeeling van arbeid, die het we
zen van doeltreffende economische activiteit
is, ze onderling afhankelijk maakt. Maar men
kan niet den wensch van beiden bevredigen,
den ander vernederd of gewond te zien.
De eigenlijke moeilijkheden, zooals Indlë,
Palestina en Egypte die kennen en de onrust
in de meeste centrale landen van Europa ko
men niet voort uit materleele zorgen, maar
zijn aspiraties, de wensch naar zelf-regeerlng
waarmee bedoeld wordt de regeering van
„onze" groep (geografisch of godsd.enstlg),
tegenover een andere groep. Waar het econo-
JOURNALIST EN PREDIKER.
et oude gebruik, om fn den veertig-
daagschen vasten door beroemde
kanselredenaars vasten-medititaties
of vastenconferenties te doen houden
gaf in Frankrijk soms aanleiding, er
een politiek karakter aan te verbinden, af
hankelijk van den redenaar, die voor het
houden dezer conferenties in de Notre Dame
werd aangewezen.
Als een van de grootste Fransche kansel
redenaars uit de 19de eeuw wordt nog altijd
genoemd Jean Baptiste Henri Dominique La
cordaire, die den 12den Mei 1802 als zoon van
een plattelands-geneesheer te Recey sur
Ource werd geboren. Toen hij vier jaar was,
verloor hij zijn vader: zijn moeder, die stamde
uit een familie van advocaten, wilde ook haar
zoon voor dit ambt doen opleiden. De jongen
toonde hiervoor veel aanleg en de groote
Berry er voorspelde Lacordaire, na zijn eerste
optreden voor de rechtbank, een succesvolle
loopbaan.
Groot was dan ook de verwondering van
zijn kennissen en vrienden, toen hij be
sloot priester te worden en 22 jaar oud. in
1824. het seminarie van Issy betrad. Meer en
meer bleek welk een buitengewonen aanleg
Lacordaire bezat om een bekwaam schrijver
een journalist te worden: een duidelijken
krachtigen brillanten stijl en de gave om de
gebeurtenissen van den dag te behandelen op
een wijze, dat ze de algemeen* belangstelling
opwekten. Zelfs thans nog honderd jaren
later, kan men zijn artikelen die hij in
L'Avenir schreef, niet lezen, zonder getroffen
te worden door hun krachtigen stijl.
In vereeniging met Lamennais en Monta-
lembert had hij in 1830 L'Avenir opgericht. Al
heel spoedig stonden dc krant en de leden
der redactie in het brandpunt der belangstel
ling. want hei agressieve karakter bracht het
blad in conflict zoowei met de regeering als
met de bisschoppen, en het waren vooral de
artikelen van Lacordaire, nog meer dan die
van Lamennais, welke het felst geschreven
waren.
Toen het blad door de bisschoppen van
Frankrijk was veroordeeld, besloot men op
aansporen van Lamennais bij Paus Grogorius
XVI een uitspraak te verkrijgen over de po
litiek. welke net voerde, maar tot groote te
leurstelling van de redactie werd het ook
door Rome veroordeeld.
Lacordaire en Montalembert bogen voor
het pauselijk gezag, maar Lamennais kwam
in openlijken opstand en volhardde in die
houding tot aan het einde van zijn leven.
Het is zeker merkwaardig, dat het eerste
optreden van Lacordaire als prediker een
volkomen mislukking was. Montalembert en
anderen waren 't er algemeen over eens: „Hij
heeft veel talent, maar een redenaar zal hij
nooit worden".
Even merkwaardig is, dat ook Lacordaire
zelf deze meening was toegedaan en dat hij
reeds het volgend jaar bekend was als een
beroemd redenaar, zoodat de aartsbisschop
van Parijs hem benoemde tot prediker van
de Notre Dame.
Na twee jaar begaf Lacordaire zich naar
Rome met de gedachte Dominicaan te
worden en deze oude orde ook in Frankrijk
weer met nieuw leven te bezielen. Toen hij
terugkwam en den Hden Februari 1841 weer
den kansel van de Notre Dame besteeg, was
hij gekleed in het witte habijt der Domini
canen en hield toen zijn beroemde rede over
„De religieuze roeping van het Fransche
volk". Duizenden stroomden samen onder
zijn gehoor en het onderwerp van den dag
was. de vastenpredlcatles te hebben gehoord
van den Dominicaner monnik Lacordaire.
Even beroemd waren zijn lijkredenen, b.v. op
Generaal Drouet in 1847 en op Daniel
O'Connell ln 1848 in de Notre Dame. enkele
dagen vóór het uitbreken der revolutie.
Kort daarop werd hij gekozen tot lid van
de Kamer aLs afgevaardigde van het Depar
tement Bouches du Rhöne. In zijn klooster
kleed trad hij de rumoerige vergadering
binnen, waar hij zijn plaats had niet ver van
zijn vroegeren vriend Lamennais. Zijn ver
schijnen wekte in deze omgeving natuurlijk
groot opzien, maar zij. die ook hier
hadden gehoopt op een schitterende
redevoering van den beroemden kansel
redenaar, zagen zich teleurgesteld. Lacor
daire was hier uit zijn sfeer. Wel hield hij
verschillende redevoeringen, maar op dit ge
hoor hadden zij geen invloed. Zelf was hij
zoo verstandV dit in te zien en na enkele
weken trok hij zich uit de Kamer terug.
Na 1853 betrad hij niet meer den kansel
doch wijdde zich aan het onderwijs, om
echter in Februari 1860 in de Fransche Aca
demie de plaats in te nemen van den over
leden Alexis de Tocqueville. De begroetings
rede werd uitgesproken door Guizot en zijn
geheel optreden droeg het karakter van een
politieke demonstratie.
Zijn groote populariteit had Lacordaire voor
een deel te danken aan de schijnbare paradox
van trouwen zoon van Rome en democraat.
Hij was. wat zeer zeldzaam is. oen werkelijk
ïmproviseerend spreker. Het was de gloed
van zijn rede. zijn vloeiende, schitterende
voordracht en niet de diepte of orginaliteit
van zijn ideeën, die de massa tot hem dreef.
Hij bereidde zijn preeken voor door korte,
maar intensieve studie en maakte geen aan-
teekeningen.
Als verslaggevers opgeschreven hadden wat
hij zelde. zag hij het even door en meestal
konden zc hun copie zonder verandering
doorzenden naar de pers.
,.W. S,
mlsche vraagstuk op den voorgrond treedt,
komt het in het algemeen voort uit de ge
woonte het algemeen economische belang te
verbinden met dat van een groep.
Deze argumenten mogen op ons een vreem
de indruk maken, maar de jaren van den.
oorlog in Europa hebben deze merkwaardige
waarheid aan het licht gebracht deze onde
finieerbare. onweegbare, ongrijpbare gees
telijke waarden mogen met klaarblijkelijke
oprechtheid door groote massa's menschen
worden uitgeroepen: plotseling worden ze
weer weggeworpen als van weinig waarde
Terwijl bijv. de democratieën van West-
Europa voor den oorlog toegaven, dat de
Duitsche organisatie een groote beschaving
had scholden zU op haai* autocrat.e. op haar
vrijheidsberooving, op haar uniformen, op
haar politie-optreden, *op haar militarisme,
dat vervloekte „drillen cn trappen", als
menschonteerend en vernederend.
Rechtschapen menschen. werd gezegd,
stonden in alle deelen der wereld op. om zich
te wijden aan de dingen, die zij het lioogite
achten voor den mensch: vrijheid en demo
cratie, bevrijd van het Pruisische „masz-
regeln".
Welnu: nadat de wereld (en wij weten tot
welken prijs!) voor vrijheid cn democratie
geschikt was gemaakt en de overwinning ln
den oorlog aan de democraten was, volgt bij
de overwinnaars een soort epidemie van dic
tatorschappen!
Italië, wij herinneren het ons allen, was een
der grootste voorvechters voor vrijheid on de
mocratie! Mussolini proclameert thans bru
taalweg. dat het nieuwe Italië met ..die twee
stinkende lijken" hoegenaamd niets meer te
maken wil hebben! En wat het mllitalrisme
betreft; dat de oorlog voor altijd zou verja
gen, blijkt het. dat de geweldigste prestaties
van den Kaiser" op het gebied van sabel-
gerinkel slechts waren vergeleken bij de ge-
matlgdste van Mussolini's proclamaties van
Europa. En Italië beaamt het en op a'lerlef
plaatsen ln Europa is zelfs eenig applaus.
Ieder land heeft zjjn groep van Fascisten-
volgelingen! En niemand tobt er in hot minst
over dat het heele vrijheidsbeginsel over
boord is gezet. Het kost moeite om ln ons ge
heugen terug te roepen, dat voor den oorlog
Iemand een reis om de wereld kon maken,
zonder zooiets als een paspoort te bezitten:
ja. de meeste menschen hadden nog nooit
zoo'n ding bezeten. Nu lezen we. dat in enkrie
van die „vrijheidsgebieden" een burger een
paspoort moet hebben voor iedere reis. die
hij onderneemt en de buitenlander mo?t ge
visiteerd worden voor iedere treinreis, die hij
maken wil- Gewoonlijk drie. soms vijf foto's
moeten bijgevoegd, voor iedere pas....
In Engeland zelfs, moeten de bezoekende
Amerikanen en andere vreemdelingen iedere
verandering van hun adres aan de politie op
geven. moeten zij „permissies" van de po'itie
verkrijgen om te mogen blijven, mogen zij
geen betaalde betrekking aannemen, behalve
met bijzondere toestemming, die met ont
zaglijke moeite verkregen kan worden van
het Bureau van den Minister van Arbeid..Het.
.Maszregelnd", voor-oorlogsch Duitschland
kende deze dingen niet! In die dagen was liet
land. wanneer een jong officier een Elzasser
schoenmaker een mep gaf in opschudding
over zooveel tyrannie en heel Europa be
schouwde dat als een bewijs voor de gestreng
heid van dc IJzeren Vuist! Eenige maanden
geleden werden in het republlke.nsche Wec-
nen negentig personen gedood in een op
stootje met de politie en Europa merkte het
niet op! De verantwoordelijke po'.ltie-autori-
teit wordt Eerste Minister. In die oude dagen
der verdrukking in het Keizerrijk Oostenrijk
zou de politie-autoriteit. die in zulke omstan
digheden den dood van een burger niet voor
komen had, zijn ontslag hebben thuis ge
kregen!
In enkele jaren zijn we gewoon geworden
aan een toestand van regelingen van boven
af. die ons vóór den oorlog geschokt en op
stand geprovoceerd zou hebben. Nu word' die
toestand zonder protest geslikt door volken
die voor politieke vrijheid gevoch en hebben,
zooals de Italianen, die „Vrijheid" beschouw
den als datgene, waarvoor zij leven en s-er-
ven wilden!
Dit bewijst de onstandvastigheid cn rek
baarheid van deze begrippen; bewijst ook
dat wij onszelf bedrogen toen wij meenden,
dat haat tegen het regelen van alles van
hooger hand de aan'.eldende oorzaak was van
ae haat tegen de Duitschers. De haat tegen
Duitschland was de oorzaak van ons ophe
melen der vrijheid. De oorzaak van d en haat
was vrees voor de toeneming van Duhsch-
lands macht. Toen Rabindranath Ta gore ln
zijn Hibbert-lezing te Oxford, sprak over de
moeilijkheden tusschen Indlë en Engeland
(maar in werkelijkheid tusschen het Oosten
en Europa), gaf hij toe. dat hU geen middel
wist, om de conflicten snel op te lossen ..Wat
het meest noodig is, is een pehee'.e en radi
cale verandering in liet gemoed, den wil en
het hart der menschen."
Allen zullen het hierover eens zijn. omdat
elk dezen raad uitlegt op dc wijze, die hem
het best convenieert.
De woorden zijn te vaag! Wanneer wij spij
kers met koppen wilden slaan, dan moeten
wij duidelijker zijn. wat betreft de mees' fun-
damenteele vraag in verband met de politiek,
de vraag, die al dateert van Aristoteles. en
nog steeds onbeantwoord gebleven is: „Welke
zijn die waarden, die door onze politieke sa
menlevingen bevorderd moeten worden?"
Streven wij naar welvaar' in de beteekc-
nls van voldoend levensonderhoud, gezond
heid. veilighe d en comfort? of zijn het de
minder stoffelijke dingen? En a!s zij minder
materieel zijn, zijn het dan dingen, die met
de stoffelijke behoeften kunnen samengaan
en kunnen zij algemeen zijn? Als de een wil
heerschen over den ander kunnen beider be
langen niet samengaan; dan kan ai een de
een iets verkrijgen, wat den ander ontnomen
wordt. En ais beider, een compagnon chap
weigeren (dat aan beiden gegeven zou kun
nen worden), dan beteeken' dat waarschijn
lijk een verloochenen van de matericc'e d u-
gen voedsel, leven, gemak, die toch de ha-
sis vormen van alle geestelijk goed.
Dit zijn de vragen die de kern raken, zij
worden zelden gesteld, nog minder beant
woord. Het zijn geen vragen, waarmee de
practische politicus zich kan ophouden. Zij
moeten misschien buiter. de po'Uiek gesteld
worden. Maar zoolang niet meer menschen
helderder denkbeelden over deze dlng:n
klaarder krijgen, zoolang -/.al het politieke
probleem onoplosbaar blijven.
(Nadruk verboden),