MER OUD-HAARLEM. EEN GOEDE AMUSEMENTSFILM mII 1 "ê;l 2:d.l |Lg ZATERDAG 7 MAART 1931 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD ma 9HHHB VIJFDE BLAD MODDER. In het laatst der 18e en het begtn der 19e eeuw is het. stadsbestuur tijdelijk uit het Stad* huls verdrongen geweest. Onder de Franschc heerschappij werd in 1799 beslist, dat het De partementaal Gerechtshof In het Stadhuis zou worden gevestigd, dat daartoe door het stadsbestuur en zijn ambtenaren onmiddel lijk ontruimd moest worden. De stad ontving als schadeloosstelling een bedrag van 25.000. Er is toen eerst over gedacht om het Prinsen hof lot raadhuis in te richten, maar dat zou 40.000 gekast hebben en dat was te veel voor de berooide scha kist der gemeente. Er werden eenige hulzen in de Jansstraat aan gekocht waar in der haast een nieuw onder dak voor het gemeentebestuur in gereedheid gebracht werd. Op diezelfde plaats staat nu het oude Gouvernementsgebouw. Natuurlijk was het stadsbestuur verheugd toen het in 1803, na de omwenteling, weer de beschikking over het Stadhuis kreeg- In ruil daarvoor stond de stad vier schilderijen aan het rijk af. C. J. VAN T. De kamer van den secretaris vroeger Indrukwekkend is de groote hal van het Stadhuis, oudstijd Ridder-, later Pleitzaal genoemd, met haar zware eikenhouten zol dering. De wanden zijn versierd met 18 op hout geschilderde portretten van de graven en de gravinnen van Holland, van Dirk I tot Maria van Bourgondië en haar gemaal Maximiliaan van Oostenrijk. Deze stukken, waarvan de maker niet bekend is, maar in elk geval voor 1572 geschilderd zijn, hebben vroeger aan het Karmelietenklooster, het oudste der Haarlemsche conventen, toebe hoord. Al deze afbeeldingen zijn indertijd be schreven in de jaardichten van den beken den Haarlemschen dichter Pieter Langen- dijk, die factor van de rederijkerskamer was, die later omgezet werd in de sociëteit „Trou moet blijeken". De wapenschilden die langs de wanden hangen zijn afkomstig uit de Groote Kerk, waaruit zij bij de omwenteling van 1795 ver wijderd zijn. Zij werden opgekocht door een kerkvoogd die het betreurde, dat de wapens van vele aan zijn geslacht vermaagschapte families door het vuur vernietigd zouden worden en borg ze op in zijn huis. Toen later zijn nalatenschap geveild werd, kochten eeni ge ingezetenen de wapens en boden ze aan het gemeentebestuur aan. Vroeger hing in de hal een groot schilder stuk van het beleg van Haarlem, dat later naar het Frans Halsmuseum is overgebracht. Het levensgroote schilderstuk van den reus Cajanus heeft tot nu toe genade gevonden in de oogen van de heeren die over de kunst schatten in het stadhuis waken. Is het om alle Haarlemmers die in de zaal komen het besef van eigen kleinheid bij te brengen als zij zich stellen naast dezen reus? De walvischkaak vinden wij geen versiering van de zaal. Wel de mooie zware koperen kronen en de 4 beschilderde glasramen die afkomstig zijn uit de Ned. Hervormde kerk te Bloemendaal. i Een der ramen met gebrandschilderd glas in de hal. De hal is een juweel van ouden bouwstijl. Op den dag doet de groote ruimte wat koud aan. maar hoe deftig en voornaam Ls zij bij officieele ontvangsten door het gemeente bestuur. Dan worden de honderden kaarsen in de sierlijke koperen kronen aangestoken en komt weer de oude sfeer. Tot de mooie zalen en kamers die in het Stadhuis gevonden worden moeten in het bij zonder gerekend worden de oude raadzaal (nu trouwkamer le klasse). waar o.a. een mooie gobelin hangt, een zeeslag (de inne ming van Damiate) voorsteldend. Verder ook de trouwkamer 2e klasse, die ook als wacht kamer gebruikt wordt, naast de burgemees- Op den beganen grond worden de folter en martelkamers gevonden, die herinneren Gevel op de binnenplaats. Tenslotte een teekening van den mooien gevel op de binnenplaats van het Stadhuis- Deze behoort tot den vleugel aan den kant der Zijlstraat, dus een der nieuwste gedeel ten. Deze binnenplaatsgevel is mooier dan de gevel in de Zijlstraat, waar een groot stuk blinde muur (de zijwand van de oude raads zaal) wat storend aandoet. Ongeveer 25.000 kubieke meter aarde werd in het afgeloopen jaar weggegraven om de fundeeringen te kunnen leggen voor de j nieuwe gebouwen op het Metro Goldwyn j Mayer studioterrein, voornamelijk laborato- I ria en werkplaatsen voor de vervaardiging I van decoraties. Nu is men in Amerika, zooals j bekend, niet voor een beetje werk vervaard, en de betrekkelijk kleine hoeveelheid grond zou spoedig met behulp van stoom- en elee- trische kranen verwijderd geweest zijn, in- j dien niet alles met de hand had moeten ge- beuren. De zware machines zouden namelijk óf te veel lawaai hebben gemaakt, óf trillin gen van den grond hebben %'eroorzaakt, waardoor in de overige filmstudio's geen klank filmopnamen zouden hebben kunnen i plaats hebben. Ofschoon het bouwen en verbouwen van 1 studio's en werkplaatsen het aanzien van het Metro Goldwijn complex ingrijpend veran derde, behoefde men geen enkel productie schema te wijzigen, alle films werden op de vastgestelde plaats en den afgesproken tijd opgenomen. Behalve de genoemde bouwwerkzaam- I heden, werden alle wegen opnieuw bestraat teneinde een minimum van verkeerslawaai te bereiken. Hiertoe moesten meer dan veertien I kilometer electrische kabel worden verlegd. Waf gespaard bleef. Een hoekje in de vestibule. De teekening van een hoekje der vestibule Iaat duidelijk zien, dat dit in vroeger eeuwen een open terrein was. De justitiekamer die hier boven loopt, rustte op kolommen. In ons vorig artikel wezen wij er reeds op, dat er over gedacht wordt, om den ouden toestand weer te herstellen, zoodat de vestibule bij de Markt getrokken zou worden, om een veilig voetgangersverkeer langs het Stadhuis moge lijk te maken. Willy Forst in het marionetten-theater. HET HAARLEMSCHE STADHUIS. Allereerst geven wij een teekening van de kamer van den gemeente secretaris, Mr. Th. A. Wesstra. Dit is de voormalige Justi tiekamer waarover wij in het vorige artikel schreven. aan het beulswerk van vroeger eeuwen. De martelwerktuigen zijn naar het Frans Hals museum overgebracht. De fraaie haL ,DAS LIED 1ST AUS". de Justitiekamer. Het middenraam aan den kant der Groote Markt was vroeger een deur die uitkwam op het bordes dat boven den Stadhuis-in gang welfde, op ko lommen rus,tend. Voor dit bordes was het schavot opgesteld als de beul zijn droevig werk der gerechtig heid moest vervul len. Boven den f raaien schoorsteen hangt een schilde rij van den kunste naar A. Backer, voorstellend „Zeven hoofdzonden, ge slagen door de straffende hand der Gerechtigheid. Het gebogen hou ten plafond is mooi beschilderd. Ook de kamer van den burge meester heeft een mooi gebeeldhouw- den schoorsteen mantel met schil derstuk. Linia Haid. SPORT ALS GELDMAKERIJ. Hoeveel geld is er uit sport te slaan? De meeste beroepsvoetballers in Engeland zouden u op deze vraag antwoorden, dat het heel weinig is. Hun loonen zijn vooraf be paald en hoewel zij wel eens een aardig som metje verdienen als resultaat van een wed strijd te hunnen voordeele, hebben zij niet veel kans om zich een fortuin te vergaren. Tenminste als zij in Engeland blijven. In Amerika is het er anders mee gesteld. Van een beroepsvoetballer van „over there", Red Grange, wordt zelfs verteld, dat hij in twee maanden twaalfhonderdduizend gulden ver diend heeft. De meeste beroeps-sportbeoefenaren wor den, mits zij waarlijk goed zijn, trouwens zeer goed betaald in Amerika. In het bijzonder zijn het de beroepsgolf spelers, die een goed inkomen toucheeren, hoewel het geen twijfel lijdt of zeer zeker dit bedrijf voelt het aan den lijve, dat het slechte tijden zijn ook aan de andere zijde van den haringvijver. anneer een film zeven weken achtereen in een groote stad de aandacht van honderden bios coopbezoekers vermag te trekken (zulks is naar ik mij liet ver tellen met „Das Lied ist aus" in Rotter dam het geval geweest» dan hebben de twee partijen publiek en theaterdirectie als het ware bij referendum besloten, dat zulk een film den publieksprijs verdient en dan doet de recensent beter er verder maar over te zwijgen. Hij die af en toe naar de bios coop gaat om cr het werk van de voorhoede te bewonderen (Sous les toits de Paris. Ro mance sentimentale, de films van Dupont enz.) moet zich geen illusies maken omtrent ,Das Lied ist aus". maar de honderden die het paleis der utopieën en vergulde droomen binnentreden, om er zich een avond aan een onschuldig en den geest verstrooiend genoe gen over te geven, mogen „Das Lied 1st aus" zeker niet overslaan. Een film die geen an dere bedoeling heeft dan een vermoeide me nigte anderhalf uur te vermaken, moet men overigens een maatstaf naar dien aard aan leggen en wanneer dat geschiedt-, dan komt „Das Lied ist aus" er heel goed af, al heeft een boosaardige duivel mij dan ook in de verzoeking gebracht voor deze critiek ge makshalve een vorige recensie over te schrij ven, bijvoorbeeld die voor ..Die Nacht ge hort uns".... .Das Lied ist aus" onderscheidt zich na melijk in zeer weinig opzichten van andere gecultiveerde gemeenplaatsen. Het is één van die films, die ontegenzeggelijk met veel flair in elkander zijn gezet en alles gemeen hebben met onderhoudende treinlectuur, een goede revue of een zorgvuldig gemonteerde operette. De eenige wezenlijke oorzaak voor het groote succes van een dergelijken film moet zonder twijfel in het muzikale gedeelte ge zocht worden. Liana Haid en Willy Forst zingen de zeer bekende liedjes van Robert Stoiz (Wenn das WÖrtchen. Wenn nicht ware. Adieu mein kleiner Gardeoff.zler. Frag' nicht, warum ich gehe) op een hoogst aantrekkelijke manier cn er gaat van der gelijke wijsjes, met het zoete Weensche aro ma, nu eenmaal een groote aantrekkings kracht uit. Stolz' luchtige composities, juist niet sentimenteel genoeg om vervelend to zijn en Juist nog geestig genoeg om niet grof te lijken, haken zich ras vast in het geheugen en zweven als twintigste eeuwschc volksliedjes op de wind cn op de nethergol- ven van stad naar stad cn van land naar land. Geluidstechnisch is „Das Lied ist aus" zeer goed. Het gesproken en gezongen woord komt bijzonder duidelijk over. Eén der beste scènes van dezen film ls de vertooning van het marionettenthca-ter door Willy Forst. Dit, is weer eens wat nieuws in den geluidsfilm. Wij geven er hierbij een plaatje van. Men zegt waarschijnlijk geen woord te veel, wanneer men voorspelt, dat „Das Lied 1st aus" (der Rotterdamsche en Amsterdam - sche traditie getrouw) zijn zegetocht hier ter stede zal voortzetten. Er zal wel een keer geprolongeerd moeten worden. EEN VOGEL DIE NIET KAN VLIEGEN. Iedereen heeft wel eens hooren spreken over den dodo, den uitgestorven vogel die het symbool is geworden van alles wat oud is. Maar dit dier was niet half zoo interessant als de wonderlijkste vogel van onze dagen: de kiwi. De kiwi behoort thuis ln Nieuw Zeeland en zal alleen des nachts worden aangetroffen. Over dag slaapt hij, ofschoon hij ook des nachts, als hij vermoeid is van zijn omzwer vingen op zoek naar voedsel nog wel eens een tukje doet. Hij doet dit dan staande en steunt daarbij met zijn langen snavel op den grond. Het is moeilijk te zeggen, waarom de kiwi tot de vogels wordt gerekend. Hij kan n-1. niet vliegen, om de doodeenvoudige reden dat hij niet de beschikking over vleugels heeft. Wanneer de kiwi gestoord wordt, maakt hij een geluid, dat absoluut niet aan een vogel geluid doet denken: hij laat dan een soort ge grom hooren. Nog een eigenaardigheid ls de grootte van de eieren van den kiwi. Het gewicht van dat ei is nJ. 5 4 X het gewicht van den vogel die het legt. En het wordt door den mannetjes kiwi uitgebroed. Het wijfje kijkt er niet meer naar om.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 15