In het land van den Dollar. HOUTDUIVEN. Otto Reutter, de worst en Keizer Frans Jozef. Biographieen in een notedop. De drooglegging. Clandestiene herbergen. De verboden drankhandel. Geprotegeerde brouwerüen. New-York „natter" dan ooit. (Bijzondere correspondentie). Een ware geschiedenis uit de Weensche Plankenwereld (Van onzen Weenschen correspondent). Sedert het rapport van de commissie Wic- kersham is gepubliceerd, waarin een „natte" commissiemeerderheid een ..droge" minder heids verklaring heeft onderteeksnd, schijnt de oplossing van "t phobitlevraagstuk in aan tocht te zijn. Of wei licht op den weg, waarop zU nooit kan worden gevonden. En intus- schen bioeit de drankhandel veel meer dan in natte tijden en hoe openlijker hij wordt ge dreven, des te ongestoorder kan hij zich ont wikkelen. Gevaarlijk ls het clandestiene drankbcdrljf alleen .wanneer het met voor zichtigheid en gehelmzinnighmid wordt om ringd. Daar is bijvoorbeeld te New-York de 53e straat West, tusschen de vijfde en de zesde Avenue. Hier staan geen wolkenkrabbers, maar solide oude particuliere woonhuizen van drie verdiepingen met een sousterrain, gelijk zij twintig Jaren geleden op Engelsch voorbee'd werden gebouwd. In dit blok staan, behalve een kerk, ongeveer 45 huizen, waar onder een paar scltde club- en misschien twintig particuliere huizen, die men het kan aanzien, dat er werkelijk onschuldige menschen In wonen. Maar het verkeer in deze straat ls wonderlijk. Er moeten in de overige huizen zeer welgestelde menschen wonen, die dagelijks reusachtige feesten ge ven of er ls iets niet In orde. Bedenkelijk groote blokken Us staan in den vroegen mor gen voor sommige deuren. Dan rijden groen tewagens voor en laden groote manden af. Daar staat de vrachtauto van een groote slagerij; kisten, waar de beenderen van ge slachte dieren uit te voorschijn komen, wor den over het trottoir ges'eept en verdwijnen ln een sousterrain. Mannengestalten. gewa pend met wonderlijk zware handtasschen, die wanneer zij bewegen, een zacht klokkend ge luid geven, verdwijnen in dezelfde ingan gen. Da komt de wagen van een fruithan delaar aanrijden. Ook deze lading gaat den zelfden weg. Bij het Intreden van de duister nis staat hier aan belde zijden langs het trottoir een lange rij auto's. Waar er nog ruimte tusschen is. staat een man, die er voor zorgt, dat de plaats vrij blijft. Wie tracht, zijn wagen hier neer te zetten, wordt er door dezen, meestal niet naar ijswater ruikenden Ier op attent gemaakt, dat het parkeeren hier niet gewenscht Is. Uit de wagens stap pen dames en heeren. Zij gaan niet de trap op naar den hoofdingang, maar de enkele treden af, denzelfden weg a's de groenteman. Voor de ten overvloede met hekwerk gesloten deur drukken zij op een knop. De deur gaat dan op een kier onen. Den man, die haar opent, fluisteren zij iets in het oor. Sommige heeren halen hun portefeuille te voorschijn en legltlmeeren zich met een toegangskaart op naam. Dan wordt de deur geheel ge- onend en achter den bezoeker weer gesloten. Er knarst een ketting, een teeken, dat er achter de gesloten gordijnen dingen gebeu ren, die beter voor de oogen van de we reld verborgen kunnen blijven. Hetgeen feite lijk niet noodig zou zijn, want de politieman, die des morgen de ronde deed. zag zoowel de wagens van de leveranciers als de twee man nen met de opgeblazen leeren tasschen en zijn collega, die Juist voorbijgaat, slaat de manoeuvre van het binnenlaten der bezoe kers gade of ziet een paar uur later een paar gestalten, die de asfaltbodem niet hard ge noeg schijnt, zichzelf wankelend in een taxi laden. Onnoodig ook omdat Iedere buur uit de ramen aan den achterkant een druk ge doe kan waarnemen, hetwelk de gevo'gtrek- klng toelaat, dat hier niet een familie van vier rersonen aan tafel zit. In de hoeken van de binnenplaatsen staan bergen flesschen, die ln de vroege ochtenduren worden wegge dragen. Want ofschoon Amerika spilziek is en veel ln de aschemmers terechtkomt-, dat ons, Europeanen kostbaar voorkomt jenever- en wijnflesschen, in het bijzonder die van het gerenommeerde formaat van de bekend ste Europeesche merken, hebben hier waarde. ZIJ worden wel niet naar Europa teruggezon den. maar in het land zelf tot een nieuwe bestemming gebracht, zij komen terecht in een van de duizend geheime jeneverfa- brieken of ln de badkamer van een bootleg ger, waar in de badkuip synthetische gin of „echte" Scotch op botteling wacht. De clandestiene kroegen leiden een tame lijk zorgeloos bestaan. Zoolang zij geen open bare ergernis wekken en de politie naar be hoor en honoreeren, blijven zij van de bonds- prohlbitle-agenten verschoond. Aan hun bars kunnen de geregelde bezoekers zooveel „drlnks" krijgen, als zij maar kunnen ver dragen en wanneer een dorstige vreemde ling aan de deur klopt heeft ook hij kans, binnengelaten te worden, in het bijzonder, wanneer hij goed Fransch spreekt, of kan deen alsof hij een Italiaansche landgenoo is van den kastelein. Maar de alcoholhandel en -tapperij wordt- te New-York nog veel openlijker uitgevoerd dan In deze s^rakeas'.es. In het bllzonder den l:\atsten tij-cl zijn op vele straathoeken sierlijke winkels geopend, ln de étalages waarvan welbekende, met mooie etiketten getooide f'es*chen prijken. Dit zijn de cor dial-shops. eHtgeen ln de uitstalkasten staat en in het voornaamste vertrek van de zaak, ls natuurlijk a'coholvrij fabrikaat. Het voor ste ve,rtrek van de zaak is meestal leeg. De eigenaar zit in een rieten leunstoel en schijnt voj vertrouwen zijn faillissement tegemoet, te gaan. Dat kan hij ook. Want de weinige klanten, die hun eigen instinct of een uitnoodlging volgend, die hun. wanneer zij voor den winkel staan, door een onbe kende ln den vorm van een gedrukte aan beveling wordt overhandigd, doen hun aankoopon in het achterste vertrek. Het is alleen door een houten schot, dat niet eens tot den zolder reikt, var het eerste vertrek gescheiden. Daar staat d:kwijl.s ze'fs een bar of althars ene toonbank, achter welke de ware schatten zijn verborgen. Zij ziln meest al home made. ook wanneer de flesschen orlrineele etiketten, zegels en alle kenmer ken van echtheid dragen. De eiiketfenin- dvstrie heeft z'ch ln de Vereenigde Staten sedert de prohibitie bijzonder krachtig ont wikkeld. Even ongestoord werken enkele groote dest-ill'-erderijen. in he: bijzonder brouwe rijen. Nu en dan wordt er wel eens zoo'n inrichting opgeheven, omdat de protectie 1* geëindigd, maar het meerendeel verheugt zich in grooten bloei en met bijzonder succe* werken de brouwerijen, die de vervaardiging van het a'coholvrije Near-bter is toever trouwd. Dat zij honderden gallons meer bier vervaardigen dan alcoholvrij worden ge mankt. ls een publiek geheim en zelfs de agenten van de prohibitie weten, dat zeer yeti meer bier wordt geproduceerd dan in flesschen gebotteld. Worden de brouwers daarnaar gevraagd en worden zij gewezen op de wanverhouding tusschen hun instal latie en de hoeveelheden, die zij mogen voortbrengen, dan wijzen zij op „verliezen door het verdampingsproces" Dat dit „ver dampingsproces" zich afspeelt in een door onderaardsche buizen met de brouwerij ver bonden kelder van een of ander aangren zend huis, ligt voor de hand Moet de Washingtonsche prohibitie-agent Mr. Mc. Campbel. in het belang van zijn beroep door een of anderen raid van zich laten hooren. dan zoekt hij bijzonder moei lijke gevallen uit, die aan den speurzin van zijn medewerkers eenige elschen stellen. De simpele opheffing van kleine clandestiene kreegen, waar meestal niet meer dan het allernoodzakelijkste avondrantsoen alcohol in voorraad wordt gehouden, loont de moei te niet. Interessant wordt het pas, wan neer gehee'e ladingen, ter waarde van 10000 dollar en hooger, weggehaald kunnen wor den. Dergelijke mogelijkheden doen zich voor ln de inrichtingen, waarvan de eige naars gelooven. hun eigen weg te kunnen gaan en er zonder protectie te kunnen ko men. In plaats van geld voor omkooplng te laten rollen, laten zij hun etablissementen van dubbele wanden voorzien, een truc, waar een geroutineerde prohlbltle-agent gewoon lijk snel achter komt Het alcoholtransport het goed moet tenslotte ook uit de geheime destilleerderij naar de plaats van bestemming worden ge bracht geschiedt niet alleen met parti culiere auto's. Groote hoeveelheden worden ln vrachtwagens vervoerd. Die dragen als opschrift den naam van een of andere che mische firma. Om een naam is geen enkele bootlegger verlegen. De „Rat Killer Fluid Corporation" zij was wel iets anders dan een rattenvergiftfabriek liet bijvoorbeeld gedurende haar bloeiperiode niet minder dan veertig lastauto's loopen Aan namen van chemische firma's wordt de voorkeur gegeven, omdat, indien eens een transport in handen valt van de prohibitie-agenten, de jenever eenigszins als een chemisch pro duct ruikt Hetgeen evenwel in zulke geval len niet verhindert, dat de lading in den Hudson terecht komt New-York ls thans in leder geval „natter" dan ooit. De hotels, waarvan de liftjongens een dorstigen gast niet zouden kunnen hel pen. staan op het punt, uit te sterven. (Nadruk verboden). ALS WIJ 600 JAAR VERDER ZIJN. Oo een bijeenkomst van het Amerikaansch Genootschap ter bevordering van de We tenschap voorspelde een spreker dat in het jaar 2500 de wereld 35 bllllocn Inwoners zal hebben, die allen één algemeene taal zullen spreken. De bevolking van de wereld ls op het oogenbllk ongeveer 2 000.000.000 z!e!én. In de dagen van Willem den Veroveraar was de bevolking van Engeland ongeveer 1.500.000 en in de 750 Jaren die sinds dien tijd en het begin van de vorige eeuw ver liepen groeide dit aantal tot slechts 9 mll- 'ioen. Maar de bevo'king verdubbelde in de' 50 jaren tusschen 1801 en 1851 en verdub belde nog eens in de vo'eende 50 jaren. In 1901 was de totale bevolking 36.000.000. De laatste volkstelling toonde een verderen be langrijken groei aan. Dat er één algemeene taal zal gesproken worden over zes eeuwen is wel een gewaag de voorspelling, maar geheel en al onmoge lijk lijkt het toch niet. EEN SUCCESVOL BOEK. Wel zeer weinig succesvolle stukken zul len een millioen pond sterling onbrengen. Dit bedrag werd echter nog overschreden door ..East Lynre". niet het beroemde boek van mevrouw Henry Wood, maar een ge luidsfilm. uit dat boek getrokken. Ook het boek zelf heeft nog steeds een verbazend succes. Tienduizenden exemp'a- ren worden nog jaarlijks verkocht. Om te begrijpen wat dit beteekent moet men we ten dat een nieuwe roman, geschreven door een auteur van naam. meestal slechts een verkoop van 3n00 a 5000 exemnlaren haalt. Aan dit boek is een geschiedenis verbon den. Mevrouw Henry Wood was zeer ernstig Morsen in Maart. Een straffe Zuid-Ooster jaagt het singelwater op in driftige golfjes, die verspatten tegen het hek langs den wal. Het vriest stevig en een laagje broos druipljs bedekt al het traliewerk. Menschen met acte tasschen haasten zich naar hun werk en locpen gebukt tege-n den snijdenden wind ln. Ze zien Diet, hoe daar in de laagste takken van den kas anje, enkele meters boven den grond, een houtduif kalm de takjes sc-hikt. die haar plat, simpel nestvloertje zullen vor men. De lage zon kleurt haar nek purper rood, glanst over de witte halsvlek en de blauwgrijze vleugels. Vorst of geen vorst, het ls Maart en de houtduif vlecht haar nest. waarin straks de twee glanzend wit:e eierer. zullen liggen, die men van den grond af door het wrakke bouwseltje heen bespeurt. Het is met dit houtduiven gegaan als mei de merels. Ze endernamen den ..trek van hei pla teland naar de steden", teen de bestaan? mogelijkheden in velden, duinen en boricher. steeds geringer werden. Nu blijft het aantai merels en houtduiven op het land vrij con stant en dat ln de steden is zeer sterk toe genomen en neemt nog steeds toe! Vogels met aanpassingsvermogen weten zich wel te handhaven. Brehm neemt de „Ringeltaube" nóg een uiterst schuwe vogel. Deze uiterst schuwe vogel trippelt nu twee me;er voor u uit. over hot. parkpad; zwermt tn vluch'on van tientallen stuks om de silo's en graan- lichters en pikt met de musschen een graan tje mee onder het geraas van het lossen en ziek en de doktoren verwachtten aanvanke lijk niet. dat zij zou herstellen. Om eenige afleiding te hebben op haar ziekbed, begon ztj „East Lynne" te schrijven en het groot ste deel van het boek was af, zelfs vóór zij weer het bed mocht verlaten. Toen het boek gereed was, werd het door verschillende uitgevers geweigerd. En toen het eindelijk verscheen, werden gedurende de eerste weken slechts weinig exemp aren er van verkocht. Maar toen kreeg het in eens vat op het publiek en sinds dien tijd is de verkoop steeds met gToot succes voort gezet. HET ELECTRISCHE MELK MEISJE. De electriclteit brengt langzamerhand op het platteland een geheele verandering te weeg, in Engeland als overal, maar In het Britsche Rijk zal de verandering al heel groot zijn wanneer de plannen, die nu in Engeland ln voorbereiding zijn, werkelijk tot uitvoering komen. Er zijn al heel wat streken ln het platteland, waar arbeiderswoningen verlicht en verwarmd worden door electricl teit en waar het werk op de boerderijen ge schiedt door middel van electriclteit. Een machine l? uitgevonden, die gedreven wordt door electriclteit en die de koeien niet al'een veel beter melkt dan m°nschenhanden dit kunnen doen, maar ook de melk tot de luiste temperatuur afkoelt en er daarna bo'er en kaas van maakt. Door e'ectricite't wordt de melk gereinigd en gesteriliseerd. Electricitelt helpt ook om de melk op de ge- wenschte temperatuur te brengen om ze te bewaren, en om er boter en kaas van te maken. Maar op sommige moderne boerderijen maakt men nog veel meer gebruik van elec triclteit. Zij vindt toepas-ing bij dor'machl- nes en bij het roskammen van paarden- En dan ls er nog één eigenaardig gebruik: zeu gen zijn geneigd, in liet don Iter op de biggen te gaan liggen, hetgeen niet bevorderlijk is voor het voortbestaan der jonge varkens. Als middel hiertegen worden nu de varkensstal len door electriclteit verlicht. ROMEIN DE HOOGHE. 1645—1708. Van de stad Haarlem bestaat een zeer mooie gegraveerde plattegrond, „eerbiedig opgeofferd aan de vroïdscbp" der stad, waarop alle hulzen zelfs staan aangegeven. Een exemplaar hangt in de gang van de Stadsbibliotheek, tegenover de trap, het trekt terecht meermalen de bewondering van de bezoekers, die er langs gaan. Deze kaart doet nog het groote publiek, dat zijn prenten overigens niet zal kennen. Romein de Hooghe als een kundig kopersnij der ken nen, En tevens als een Haarlemsch kun stenaar. Hoe bekend hij ook was, van zijn leven zijn ons weinig bijzonderheden geble ven. Het jaar van zijn geboorte is niet zeker, het moet 1645 of 1646 zijn. Hij heeft ge werkt, zoowel in onze stad als te Amsterdam. In de hoofdstad moet hij gewoond hebben ln de Kalverstraat. waar hij zich als kunst- kooper had gevestigd. Op 1 Mei 1673 huwde hij er met Maria Lansman. Tien jaar eer laden en bijna vlak voor de zware schoener der bootwerkers. Een prachtige, zeer snellt vlieger is de houtduif. Een genot, de speei- vlucbten van haar en de tamme duiven boven de dakenzee gade te slaan en een sen. satie. haar gierende zwenkingen te volgen als de sparwer, de grootste vijand van alle duiven, zijn prooi najaagt. De duiven, die den strijd om het bestaan in de vrije natuur zijn blijven voeren, leggen die schuwheid, waarover Brshm schr&af, echter neg steeds aan den dag. In den herfs: en den winter trekken ze in troepjes van tien tot dertig exemplaren over de bouw landen. waar men ze kan zien rondstappen op zoek naar onkruid zaden, wormen en iarven. Ze zijn dan op geen vijftig meier te be naderen en vliegen op in een krachtls vieugelgsklepper, waaraan men ze cck de nachts dadelijk herkent. Een mooi geluid die fcrsche roffel der sterke vleugels, waar van de witte spiegels telkens opblinken. In de dorpen nestelt de houtduif graag in der. dichten, waaiervormig gesnoeiden kruin van de linde voor de lage huisjes. In de zennige Meiochtend past haar koeren prachtig bij he: warmreode pannendak en het prilie lin degroen. Roe-koe-koe-hce hoeDe doffer keert steeds driemaal achtereen ender een buigen en opblazen van de hals. Een ver trouwelijk, licht weemoedig geluld. In de sage treurt de houtduif om het rcode koetje (roe koe), dat de slimme, begeerige ekster haar Een paar dagen geleden heeft de bekende Duïtsche variété-humorist Otto Reutter niet ver van de grenzen van ons vaderland, te Düsseldorf, den laatsten adem uitgebla zen Otto Reutter ls herhaa'de'ijk hier te Weenen opgetreden en toen hij het vorige jaar den leeftijd van zestig jaren had be reikt, deed hij het volgende granpiee ver haal. dat zich voor den oorlog binnen de muren van de schoone Donaustad heeft af gespeeld. Reutter werkte mede ln een stuk, dat in een kazerne speelde. O a. komt er een sol daat od het tooneel. die er een worst wil eten. Maar op hetzelfde oogenblik. dat hij deze worst in zijn mond wil steken, ver schijnt eèn korrcraal op de planken, die „ingerukt mar-ch" commandeert en die nu zelf met welbehagen de worst oopeuze't. Min had het stuk al wel een keer of der tig gesnee'd en al de tooneelspe'ers waren ialoersch op den man die de rol van den korporaal vervulde. Zij staken hun hoofden bijeen en besloten, dat een hunner zich als wachtmeester zou verkleeden en dat hij on zijn beurt den korporaal bevel zou geven in te rukken om dan zelf de worst op te eten. Zoo gezegd, zoo gedaan. Men had reeds alle toebereidselen getroffen en de korooraal mocht er natuurlijk van te voren niets van weten. Doch op den dag voordat men dit plan ten uitvoer zou brengen men had daartoe een Zondag gekken kwam de régisseur Franz B. naar Reutter toe en zei: „west je wat. wanneer Xaver (een van de andere acteurs) als wacht meester opkomt, dan verschiin ik op eens a7s luitenant. Dan laat ik Xaver weer op zijn beurt het terrein verlaten en dan kan ik lekker de worst opeten. Maar je mag er met niemand over spreken". Reutter vertelt dan, dat hij den régisseur plechtig be'oofde zijn mond te houden en dat hij daarop onmiddellijk naar den di recteur van het ensemble toedraafde, dien hij alles vertelde. De directeur moest zoo verschrikkelijk lachen, dat hij zijn buik met beide handen moest vasthouden. „Wanneer de régisseur als luitenant opdaagt, zal ook der had hij zich te Parijs bevonden. Na zijn vestiging te Amsterdam werd hij door Jo hannes Sobieski, wiens portret hij geschil derd had, in den Poolschen adelstand verhe ven. In 1683 vinden wij hem onder de deel- genooten aan de broederschap der schilders te 's-Graven!hage, doch ln '87 was hij te Haarlem terug. Als zijn leerling wordt ge noemd Frans Decker. Te Haarlem en Am sterdam moet hij nog al eens geschillen ge had hebben met de autoriteiten, die hem niet goed gezind waren, naar 't heette we gens het afbeelden van dingen, die aanstoot gaven. Wellicht was ook de politiek de oor zaak, want hij was een vurig Oranjeklant en de regenten waren van de tegenoverge stelde partij. Daarentegen heeft hij de be scherming genoten van den stadhouder, Wil lem m, die hem zelfs benoemde tot commis saris en directeur van de bergwerken van het graafschap Lingen. Na den dood van den Koning-Stadhouder bleef hij onbeschermd en het gevolg was een reeks van schriftelijke aanvallen tegen hem. V-an zijn hand hebben wij schilderijen, teekeningen, prenten, op geschiedkundig ge bied van topografischen aard, illustraties van boeken en zwarte kunstprenten. Behalve de kaart van Haarlem vervaardigde hij er ook een van Rottevdam, en een wereldkaart. Oder de portretten treffen wij er aan van van Willem Hl, Adrlaan Pauw, Johan nes Sobleski. Bij de geschiedkundige prenten is een „Be legering van Haarlem" voorts eenige zinne prenten, ter eere van zijn beschermer Wil lem Hl, die hij op tal van prenten afge beeld heeft, ter gelegenheid van verschil lende gebeurtenissen, zooals de overtocht naar Engeland, de kroning. Onder de zwar te kunst prenten is een allegorie op Willem in. Vele werken heeft hij van illutraties voor zien, zoo eenige van Van Hoogstraten, van Boccaccio en La Fontaine. Hij heeft vele navolgers, onder wie Jan Luiken en Cornells van Noorde. Naar eenige zijner etsen werden schilderijen gemaakt, die zich in het Rijks museum bevinden. Voorts ls er een schil derij van zijn hand op de Munt Ln Utrecht. Het is een zinnebeeldige voorstelling van het muntwezen, toebehoorsnde "aan het Rijksmuseum te Amsterdam. In het Amsterdamsche Prentenkabinet zijn teekeningen van zijn hand te vinden. ontfutseld heeft. De dorpelingen we'.en die poëtische bijdrage tot het Meische ochtend- feest van kleur en geluid niet altijd te waar- deeren, ook al omdat de duiven na afloop van het concert zich ijverig toeleggen op het oogsten van de erwten en boontjes, die pas door de tuinders gezaaid zijn. Zoo bestond ir. onze streek de wreede gewoonte, om jonge houtduiven in het nest met bindgaren aan een tak vast te binden. De ouden bleven voe ren. tot de Jongen dik en vet waren en dan werden de vogels buitgemaakt. Een malsch boutje meer en een schadelijke vogel min der. In de steden worden ze minder fel vervolgd maar wel gaan daar veel legsels verloren. De houtduif toont namelijk een voor een vogel zeldzaam geringe gehechtheid aan de eieren. Als de broedende duif opgejaagd wordt keert ze meesal niet op het nest terug. Van daar dat men vaak houtduivennesten met halfvergane eieren vindt, zcoals men ook ir. de duinen meermalen ln berk of den het :akkenkommetje van de tortel aantreft me, bedorven eieren. Ga in dezen tijd eens letten op het minne spel der houtduiven en op de balts vlucht van -'en doffer. Op een iepetak in het park zit de doffer naast het gaaike. Leiblauw glanst de kep, wit ce nekr:ng. Me aalgloed lig: ove. de borst. Buigend er. knikkend dringt hij zich egen 't duifje, dat preutsch van hem weg schuift. Zoo dribbelen ze over de tak; zh >rijgt ro? een duwtje en klaow'ekt naar om laag. De doffer stijgt- met snelle zwaai d: ucht ln. slaat plotseling met een ver hoor baren klap de vleugels boven den rug tezamen en daalt in prachtige glijvlucht. Klimt nc? eens tot boven de kruinen en zweeft weer ln aan wijden boog naar omlaag. Zoo geeft de doffer uiting aan zijn levensdrift en het ls als wil hij het gaaike bekoren met zijn vitale vliegkunsten. hij leelijk staan te kilken en zal ook hy de worst niet krijgen. Want ik trek een. ma joorspakje aan en ik zal hem zijn worst af nemen!" „Zoo" dacht Reutter nu, „ik heb het spel gewennen, want geen van de anderen zal de worst eten. ook de directeur niet. Die worst is voor mij" en hij ging naar een firma 4oe, welke carr.avalspakken en militaire unifor men verhuurde en hij verliet dit huis met een prachtig generaalsuniform onder zijn arm. De voorstelling was begonnen. de soldaat had als gewoon ijk rechtsomkeert moeten maken, toen de korporaal kwam. de korpo raal had tot zijn groote consternatie de olaat moe'en poetsen, toen de wachtmees ter zijn jcyeuse entrée had gemaakt, de wachtmeester was dcor den luitenant en de luitenant door den majoor op de vlucht ge dreven. Toen de als majoor uitgedoste di recteur van het gezelschap nu juist ln zijn worst wi'de hapoen, verscheen Reutter on eens als generaal. Voor deze hooggeplaatste persoonlijkheid moest ook de theaterdirec teur wijken en net toen de generaal nu met een breeden gllm'ach op het gelaat de zoo moeizaam veroverde worst ln zijn mond wilde steken, werd de deur opnieuw open geworpen en wie verscheen op het tooneel? Niemand minder dan keizer Frans Jo~ef. Reutter was zelf zóó perplex, dat hij ln den beginne nle wist of het de werkelijke keizer was of slechts een als monarch gegrimeerde en gecostumeerde tooneelspeler. Eerst toen de „keizer" hem beval evenals zijn voorgan gers het veld te ruimen, snaote hij, dat hij er zelf ook ingevlogen was. Frans Jozef be gon de worst nu lekkertje* op te peuze'en. en het publiek was zóó opgetogen door dit schitterende schouwspel. dat het op dave rende wijze applaudisseerde „Nog nooit", zoo vertelde Reutter. „heb ik een schouw burgpubliek zoo uitbundig en zoo langen tijd zonder onderbreking hooren juichen en in de handen klappen". Met den spitsvondi- gen Frans Jozef-vertolker hebben de an dere acteurs nog tot diep in den nacht feest gevierd!" LANGS DE STRAAT. Het frissche drietal. In de Jeugd behoort de zin voor het oorspron kelijke te leven en de drang naar het avon tuurlijke, naar strijd. Ha, die tijd waarin het hemel in de ziel ia „en alles even blijd", de tijd, waarin de jon- gensklel, of laten we voor dezen tijd liever zeggen: de pull-over ons om de sohoud'ren glijdt en de plus fours onze onderdanen be kleedt! Tijd van de goddelijke onbezorgdheid, van den snaakschen Inval, van het handelen naar de ingeving van het oogenblik! Nietwaar: wat worden we akelig bedacht zaam, naarmate het getal onzer jaren groeit, We zeggen dit niet en we doen dat niet, omdat Ja: omdat je toch maar nooit kan weten, wie het hoort of wie het ziet en je er wel eens la t van zou kunnen ia-ij gen of er nadeel bijna altijd financieel nadeel van zoudt kunnen ondervinden. O. zeker: onze overwegingen zijn in dergelijke gevallen bijna altijd van zeer Dobelen aard, maar ju'sfc het feit., dat wij gaan „overwegen", bewijst dat wil toch in den loop der jaren Iets heel moois verloren hebben, dat ons in onze jeugd eigen was, al hebben we er dan misschien andere goede dingen voor in de plaats ge kregen. Fel blies de Oostenwind over en door Am sterdam ln een der eerste dagen van Lente maand 1931. Onverwachts kwam hij soms op hoeken van straten of op pleinen op je aan stormen. benam Je haast den adem, belem merde je bij het dóórloopen en zond zijn ijzige kou dwars door Je heen, in spijt van winterjas of bontmantel. De menschen spoedden zich voort langs de straten, diep weggedoken in hun kragen en als ze wat tecen elkander zeiden, uitten zij klachten over die vermalediide kou. die zoo laat in den winter, vlak vóór de lente, nog kwam, nadat we, in Januari, getrakteerd waren op lentezoelte, zuidenwind en weldoen- den zonneschijn. Maar in die venijnige kou gebeurde er vóór een der bekende Amsterdamsche eet- en. drinkge'egenheden iet*, dat menigeen de borst zal verwarmd hebban. Ik zal u zegden, wat het was: Op het heele terras van het café stonden één •af el en drie stoe'en en oo e'k van die stoe'en -at een jonge man, bloot'boofds en ronder overias. Jawel, elj die dezer dagen de doordringende hikoude aan den lijve hebt ondervinden, gij leest goed: b'oothoofds en zonder overjas. En alsof dit nog niet genoeg was, dronken zij. terwijl daarbinnen, achter de groote ruiten van het café. de menschen zich te goed deden, aan allerlei warm makende dranken, met blijkbaar groot we1behacren koude kwast en koel bier! Zij converseerden vroolljè met el kaar, tusschen krachtige ha'en aan hun siga retten door en neeeerd°n vo^omen de ver wonderde of sooU-ende blikken van de m°n- •chen die langs liepen of de kon^e trot"°e- ■•ende hieven staan, om bet frissche drie tal vol verbarino' ie ris»-en. „De be?vpn w'Ven ab'obmt bn't'm riri^n!" ~ri kellner, in antwoord op mijn vragen- den blik. Ik voo1rte rnn^t^'e voor bet drW.aL r>e 'nval. dien ril ba^eo '»ek'-e<»«n ert ïdtws- ring er van varen één gewe°*t. 7!i ^ridn, 'n hun beeiMi''en bnmi ovo-m.%5^ niet oi'A^'Of"n". 7M hadden En vp~Tn/-iad''*,r> ril 7p'f wri dot rij •'oor o""-'wooi ont-ed°n de on f""» 'OO zon''?' 1,rle hi«rnnan ,-w-~"mnd leverden, die ooit geleverd kaD •vorden? J. C. E. In Ch'ca'o wordt v.an de k'e-'"e loudens verwacht, dat zij ln de vingerafdrukken van hun vaders zullen volgen. (Llfe.T door B.B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 16