In het land van den Dollar.
HOUTDUIVEN.
Otto Reutter, de worst en Keizer Frans Jozef.
Biographieen in
een notedop.
De drooglegging. Clandestiene herbergen. De
verboden drankhandel. Geprotegeerde brouwerüen.
New-York „natter" dan ooit.
(Bijzondere correspondentie).
Een ware geschiedenis uit de Weensche Plankenwereld
(Van onzen Weenschen correspondent).
Sedert het rapport van de commissie Wic-
kersham is gepubliceerd, waarin een „natte"
commissiemeerderheid een ..droge" minder
heids verklaring heeft onderteeksnd, schijnt
de oplossing van "t phobitlevraagstuk in aan
tocht te zijn. Of wei licht op den weg, waarop
zU nooit kan worden gevonden. En intus-
schen bioeit de drankhandel veel meer dan in
natte tijden en hoe openlijker hij wordt ge
dreven, des te ongestoorder kan hij zich ont
wikkelen. Gevaarlijk ls het clandestiene
drankbcdrljf alleen .wanneer het met voor
zichtigheid en gehelmzinnighmid wordt om
ringd.
Daar is bijvoorbeeld te New-York de 53e
straat West, tusschen de vijfde en de zesde
Avenue. Hier staan geen wolkenkrabbers,
maar solide oude particuliere woonhuizen
van drie verdiepingen met een sousterrain,
gelijk zij twintig Jaren geleden op Engelsch
voorbee'd werden gebouwd. In dit blok staan,
behalve een kerk, ongeveer 45 huizen, waar
onder een paar scltde club- en misschien
twintig particuliere huizen, die men het
kan aanzien, dat er werkelijk onschuldige
menschen In wonen. Maar het verkeer in
deze straat ls wonderlijk. Er moeten in de
overige huizen zeer welgestelde menschen
wonen, die dagelijks reusachtige feesten ge
ven of er ls iets niet In orde. Bedenkelijk
groote blokken Us staan in den vroegen mor
gen voor sommige deuren. Dan rijden groen
tewagens voor en laden groote manden af.
Daar staat de vrachtauto van een groote
slagerij; kisten, waar de beenderen van ge
slachte dieren uit te voorschijn komen, wor
den over het trottoir ges'eept en verdwijnen
ln een sousterrain. Mannengestalten. gewa
pend met wonderlijk zware handtasschen, die
wanneer zij bewegen, een zacht klokkend ge
luid geven, verdwijnen in dezelfde ingan
gen. Da komt de wagen van een fruithan
delaar aanrijden. Ook deze lading gaat den
zelfden weg. Bij het Intreden van de duister
nis staat hier aan belde zijden langs het
trottoir een lange rij auto's. Waar er nog
ruimte tusschen is. staat een man, die er voor
zorgt, dat de plaats vrij blijft. Wie tracht,
zijn wagen hier neer te zetten, wordt er door
dezen, meestal niet naar ijswater ruikenden
Ier op attent gemaakt, dat het parkeeren
hier niet gewenscht Is. Uit de wagens stap
pen dames en heeren. Zij gaan niet de trap
op naar den hoofdingang, maar de enkele
treden af, denzelfden weg a's de groenteman.
Voor de ten overvloede met hekwerk gesloten
deur drukken zij op een knop. De deur gaat
dan op een kier onen. Den man, die haar
opent, fluisteren zij iets in het oor. Sommige
heeren halen hun portefeuille te voorschijn
en legltlmeeren zich met een toegangskaart
op naam. Dan wordt de deur geheel ge-
onend en achter den bezoeker weer gesloten.
Er knarst een ketting, een teeken, dat er
achter de gesloten gordijnen dingen gebeu
ren, die beter voor de oogen van de we
reld verborgen kunnen blijven. Hetgeen feite
lijk niet noodig zou zijn, want de politieman,
die des morgen de ronde deed. zag zoowel de
wagens van de leveranciers als de twee man
nen met de opgeblazen leeren tasschen en
zijn collega, die Juist voorbijgaat, slaat de
manoeuvre van het binnenlaten der bezoe
kers gade of ziet een paar uur later een paar
gestalten, die de asfaltbodem niet hard ge
noeg schijnt, zichzelf wankelend in een taxi
laden. Onnoodig ook omdat Iedere buur uit
de ramen aan den achterkant een druk ge
doe kan waarnemen, hetwelk de gevo'gtrek-
klng toelaat, dat hier niet een familie van
vier rersonen aan tafel zit. In de hoeken van
de binnenplaatsen staan bergen flesschen,
die ln de vroege ochtenduren worden wegge
dragen. Want ofschoon Amerika spilziek is en
veel ln de aschemmers terechtkomt-, dat ons,
Europeanen kostbaar voorkomt jenever-
en wijnflesschen, in het bijzonder die van
het gerenommeerde formaat van de bekend
ste Europeesche merken, hebben hier waarde.
ZIJ worden wel niet naar Europa teruggezon
den. maar in het land zelf tot een nieuwe
bestemming gebracht, zij komen terecht
in een van de duizend geheime jeneverfa-
brieken of ln de badkamer van een bootleg
ger, waar in de badkuip synthetische gin
of „echte" Scotch op botteling wacht.
De clandestiene kroegen leiden een tame
lijk zorgeloos bestaan. Zoolang zij geen open
bare ergernis wekken en de politie naar be
hoor en honoreeren, blijven zij van de bonds-
prohlbitle-agenten verschoond. Aan hun
bars kunnen de geregelde bezoekers zooveel
„drlnks" krijgen, als zij maar kunnen ver
dragen en wanneer een dorstige vreemde
ling aan de deur klopt heeft ook hij kans,
binnengelaten te worden, in het bijzonder,
wanneer hij goed Fransch spreekt, of kan
deen alsof hij een Italiaansche landgenoo is
van den kastelein.
Maar de alcoholhandel en -tapperij wordt-
te New-York nog veel openlijker uitgevoerd
dan In deze s^rakeas'.es. In het bllzonder
den l:\atsten tij-cl zijn op vele straathoeken
sierlijke winkels geopend, ln de étalages
waarvan welbekende, met mooie etiketten
getooide f'es*chen prijken. Dit zijn de cor
dial-shops. eHtgeen ln de uitstalkasten staat
en in het voornaamste vertrek van de zaak,
ls natuurlijk a'coholvrij fabrikaat. Het voor
ste ve,rtrek van de zaak is meestal leeg. De
eigenaar zit in een rieten leunstoel en
schijnt voj vertrouwen zijn faillissement
tegemoet, te gaan. Dat kan hij ook. Want de
weinige klanten, die hun eigen instinct of
een uitnoodlging volgend, die hun. wanneer
zij voor den winkel staan, door een onbe
kende ln den vorm van een gedrukte aan
beveling wordt overhandigd, doen hun
aankoopon in het achterste vertrek. Het is
alleen door een houten schot, dat niet eens
tot den zolder reikt, var het eerste vertrek
gescheiden. Daar staat d:kwijl.s ze'fs een bar
of althars ene toonbank, achter welke de
ware schatten zijn verborgen. Zij ziln meest
al home made. ook wanneer de flesschen
orlrineele etiketten, zegels en alle kenmer
ken van echtheid dragen. De eiiketfenin-
dvstrie heeft z'ch ln de Vereenigde Staten
sedert de prohibitie bijzonder krachtig ont
wikkeld.
Even ongestoord werken enkele groote
dest-ill'-erderijen. in he: bijzonder brouwe
rijen. Nu en dan wordt er wel eens zoo'n
inrichting opgeheven, omdat de protectie 1*
geëindigd, maar het meerendeel verheugt
zich in grooten bloei en met bijzonder succe*
werken de brouwerijen, die de vervaardiging
van het a'coholvrije Near-bter is toever
trouwd. Dat zij honderden gallons meer bier
vervaardigen dan alcoholvrij worden ge
mankt. ls een publiek geheim en zelfs de
agenten van de prohibitie weten, dat zeer
yeti meer bier wordt geproduceerd dan in
flesschen gebotteld. Worden de brouwers
daarnaar gevraagd en worden zij gewezen
op de wanverhouding tusschen hun instal
latie en de hoeveelheden, die zij mogen
voortbrengen, dan wijzen zij op „verliezen
door het verdampingsproces" Dat dit „ver
dampingsproces" zich afspeelt in een door
onderaardsche buizen met de brouwerij ver
bonden kelder van een of ander aangren
zend huis, ligt voor de hand
Moet de Washingtonsche prohibitie-agent
Mr. Mc. Campbel. in het belang van zijn
beroep door een of anderen raid van zich
laten hooren. dan zoekt hij bijzonder moei
lijke gevallen uit, die aan den speurzin van
zijn medewerkers eenige elschen stellen. De
simpele opheffing van kleine clandestiene
kreegen, waar meestal niet meer dan het
allernoodzakelijkste avondrantsoen alcohol
in voorraad wordt gehouden, loont de moei
te niet. Interessant wordt het pas, wan
neer gehee'e ladingen, ter waarde van 10000
dollar en hooger, weggehaald kunnen wor
den. Dergelijke mogelijkheden doen zich
voor ln de inrichtingen, waarvan de eige
naars gelooven. hun eigen weg te kunnen
gaan en er zonder protectie te kunnen ko
men. In plaats van geld voor omkooplng te
laten rollen, laten zij hun etablissementen
van dubbele wanden voorzien, een truc, waar
een geroutineerde prohlbltle-agent gewoon
lijk snel achter komt
Het alcoholtransport het goed moet
tenslotte ook uit de geheime destilleerderij
naar de plaats van bestemming worden ge
bracht geschiedt niet alleen met parti
culiere auto's. Groote hoeveelheden worden
ln vrachtwagens vervoerd. Die dragen als
opschrift den naam van een of andere che
mische firma. Om een naam is geen enkele
bootlegger verlegen. De „Rat Killer Fluid
Corporation" zij was wel iets anders dan
een rattenvergiftfabriek liet bijvoorbeeld
gedurende haar bloeiperiode niet minder
dan veertig lastauto's loopen Aan namen
van chemische firma's wordt de voorkeur
gegeven, omdat, indien eens een transport
in handen valt van de prohibitie-agenten,
de jenever eenigszins als een chemisch pro
duct ruikt Hetgeen evenwel in zulke geval
len niet verhindert, dat de lading in den
Hudson terecht komt
New-York ls thans in leder geval „natter"
dan ooit. De hotels, waarvan de liftjongens
een dorstigen gast niet zouden kunnen hel
pen. staan op het punt, uit te sterven.
(Nadruk verboden).
ALS WIJ 600 JAAR VERDER
ZIJN.
Oo een bijeenkomst van het Amerikaansch
Genootschap ter bevordering van de We
tenschap voorspelde een spreker dat in het
jaar 2500 de wereld 35 bllllocn Inwoners zal
hebben, die allen één algemeene taal zullen
spreken.
De bevolking van de wereld ls op het
oogenbllk ongeveer 2 000.000.000 z!e!én.
In de dagen van Willem den Veroveraar
was de bevolking van Engeland ongeveer
1.500.000 en in de 750 Jaren die sinds dien
tijd en het begin van de vorige eeuw ver
liepen groeide dit aantal tot slechts 9 mll-
'ioen. Maar de bevo'king verdubbelde in de'
50 jaren tusschen 1801 en 1851 en verdub
belde nog eens in de vo'eende 50 jaren. In
1901 was de totale bevolking 36.000.000. De
laatste volkstelling toonde een verderen be
langrijken groei aan.
Dat er één algemeene taal zal gesproken
worden over zes eeuwen is wel een gewaag
de voorspelling, maar geheel en al onmoge
lijk lijkt het toch niet.
EEN SUCCESVOL BOEK.
Wel zeer weinig succesvolle stukken zul
len een millioen pond sterling onbrengen.
Dit bedrag werd echter nog overschreden
door ..East Lynre". niet het beroemde boek
van mevrouw Henry Wood, maar een ge
luidsfilm. uit dat boek getrokken.
Ook het boek zelf heeft nog steeds een
verbazend succes. Tienduizenden exemp'a-
ren worden nog jaarlijks verkocht. Om te
begrijpen wat dit beteekent moet men we
ten dat een nieuwe roman, geschreven door
een auteur van naam. meestal slechts een
verkoop van 3n00 a 5000 exemnlaren haalt.
Aan dit boek is een geschiedenis verbon
den. Mevrouw Henry Wood was zeer ernstig
Morsen in Maart. Een straffe Zuid-Ooster
jaagt het singelwater op in driftige golfjes,
die verspatten tegen het hek langs den wal.
Het vriest stevig en een laagje broos druipljs
bedekt al het traliewerk. Menschen met acte
tasschen haasten zich naar hun werk en
locpen gebukt tege-n den snijdenden wind ln.
Ze zien Diet, hoe daar in de laagste takken
van den kas anje, enkele meters boven den
grond, een houtduif kalm de takjes sc-hikt.
die haar plat, simpel nestvloertje zullen vor
men. De lage zon kleurt haar nek purper
rood, glanst over de witte halsvlek en de
blauwgrijze vleugels. Vorst of geen vorst, het
ls Maart en de houtduif vlecht haar nest.
waarin straks de twee glanzend wit:e eierer.
zullen liggen, die men van den grond af
door het wrakke bouwseltje heen bespeurt.
Het is met dit houtduiven gegaan als mei
de merels. Ze endernamen den ..trek van hei
pla teland naar de steden", teen de bestaan?
mogelijkheden in velden, duinen en boricher.
steeds geringer werden. Nu blijft het aantai
merels en houtduiven op het land vrij con
stant en dat ln de steden is zeer sterk toe
genomen en neemt nog steeds toe! Vogels
met aanpassingsvermogen weten zich wel te
handhaven. Brehm neemt de „Ringeltaube"
nóg een uiterst schuwe vogel. Deze uiterst
schuwe vogel trippelt nu twee me;er voor u
uit. over hot. parkpad; zwermt tn vluch'on
van tientallen stuks om de silo's en graan-
lichters en pikt met de musschen een graan
tje mee onder het geraas van het lossen en
ziek en de doktoren verwachtten aanvanke
lijk niet. dat zij zou herstellen. Om eenige
afleiding te hebben op haar ziekbed, begon
ztj „East Lynne" te schrijven en het groot
ste deel van het boek was af, zelfs vóór zij
weer het bed mocht verlaten.
Toen het boek gereed was, werd het door
verschillende uitgevers geweigerd. En toen
het eindelijk verscheen, werden gedurende
de eerste weken slechts weinig exemp aren
er van verkocht. Maar toen kreeg het in
eens vat op het publiek en sinds dien tijd is
de verkoop steeds met gToot succes voort
gezet.
HET ELECTRISCHE MELK
MEISJE.
De electriclteit brengt langzamerhand op
het platteland een geheele verandering te
weeg, in Engeland als overal, maar In het
Britsche Rijk zal de verandering al heel
groot zijn wanneer de plannen, die nu in
Engeland ln voorbereiding zijn, werkelijk tot
uitvoering komen. Er zijn al heel wat streken
ln het platteland, waar arbeiderswoningen
verlicht en verwarmd worden door electricl
teit en waar het werk op de boerderijen ge
schiedt door middel van electriclteit.
Een machine l? uitgevonden, die gedreven
wordt door electriclteit en die de koeien niet
al'een veel beter melkt dan m°nschenhanden
dit kunnen doen, maar ook de melk tot de
luiste temperatuur afkoelt en er daarna
bo'er en kaas van maakt. Door e'ectricite't
wordt de melk gereinigd en gesteriliseerd.
Electricitelt helpt ook om de melk op de ge-
wenschte temperatuur te brengen om ze te
bewaren, en om er boter en kaas van te
maken.
Maar op sommige moderne boerderijen
maakt men nog veel meer gebruik van elec
triclteit. Zij vindt toepas-ing bij dor'machl-
nes en bij het roskammen van paarden- En
dan ls er nog één eigenaardig gebruik: zeu
gen zijn geneigd, in liet don Iter op de biggen
te gaan liggen, hetgeen niet bevorderlijk is
voor het voortbestaan der jonge varkens. Als
middel hiertegen worden nu de varkensstal
len door electriclteit verlicht.
ROMEIN DE HOOGHE.
1645—1708.
Van de stad Haarlem bestaat een zeer
mooie gegraveerde plattegrond, „eerbiedig
opgeofferd aan de vroïdscbp" der stad,
waarop alle hulzen zelfs staan aangegeven.
Een exemplaar hangt in de gang van de
Stadsbibliotheek, tegenover de trap, het
trekt terecht meermalen de bewondering
van de bezoekers, die er langs gaan. Deze
kaart doet nog het groote publiek, dat zijn
prenten overigens niet zal kennen. Romein
de Hooghe als een kundig kopersnij der ken
nen, En tevens als een Haarlemsch kun
stenaar. Hoe bekend hij ook was, van zijn
leven zijn ons weinig bijzonderheden geble
ven. Het jaar van zijn geboorte is niet zeker,
het moet 1645 of 1646 zijn. Hij heeft ge
werkt, zoowel in onze stad als te Amsterdam.
In de hoofdstad moet hij gewoond hebben
ln de Kalverstraat. waar hij zich als kunst-
kooper had gevestigd. Op 1 Mei 1673 huwde
hij er met Maria Lansman. Tien jaar eer
laden en bijna vlak voor de zware schoener
der bootwerkers. Een prachtige, zeer snellt
vlieger is de houtduif. Een genot, de speei-
vlucbten van haar en de tamme duiven
boven de dakenzee gade te slaan en een sen.
satie. haar gierende zwenkingen te volgen
als de sparwer, de grootste vijand van alle
duiven, zijn prooi najaagt.
De duiven, die den strijd om het bestaan
in de vrije natuur zijn blijven voeren, leggen
die schuwheid, waarover Brshm schr&af,
echter neg steeds aan den dag. In den herfs:
en den winter trekken ze in troepjes van
tien tot dertig exemplaren over de bouw
landen. waar men ze kan zien rondstappen
op zoek naar onkruid zaden, wormen en
iarven.
Ze zijn dan op geen vijftig meier te be
naderen en vliegen op in een krachtls
vieugelgsklepper, waaraan men ze cck de
nachts dadelijk herkent. Een mooi geluid
die fcrsche roffel der sterke vleugels, waar
van de witte spiegels telkens opblinken. In
de dorpen nestelt de houtduif graag in der.
dichten, waaiervormig gesnoeiden kruin van
de linde voor de lage huisjes. In de zennige
Meiochtend past haar koeren prachtig bij
he: warmreode pannendak en het prilie lin
degroen. Roe-koe-koe-hce hoeDe doffer
keert steeds driemaal achtereen ender een
buigen en opblazen van de hals. Een ver
trouwelijk, licht weemoedig geluld. In de sage
treurt de houtduif om het rcode koetje (roe
koe), dat de slimme, begeerige ekster haar
Een paar dagen geleden heeft de bekende
Duïtsche variété-humorist Otto Reutter
niet ver van de grenzen van ons vaderland,
te Düsseldorf, den laatsten adem uitgebla
zen Otto Reutter ls herhaa'de'ijk hier te
Weenen opgetreden en toen hij het vorige
jaar den leeftijd van zestig jaren had be
reikt, deed hij het volgende granpiee ver
haal. dat zich voor den oorlog binnen de
muren van de schoone Donaustad heeft af
gespeeld.
Reutter werkte mede ln een stuk, dat in
een kazerne speelde. O a. komt er een sol
daat od het tooneel. die er een worst wil
eten. Maar op hetzelfde oogenblik. dat hij
deze worst in zijn mond wil steken, ver
schijnt eèn korrcraal op de planken, die
„ingerukt mar-ch" commandeert en die nu
zelf met welbehagen de worst oopeuze't.
Min had het stuk al wel een keer of der
tig gesnee'd en al de tooneelspe'ers waren
ialoersch op den man die de rol van den
korporaal vervulde. Zij staken hun hoofden
bijeen en besloten, dat een hunner zich als
wachtmeester zou verkleeden en dat hij on
zijn beurt den korporaal bevel zou geven
in te rukken om dan zelf de worst op te
eten. Zoo gezegd, zoo gedaan. Men had
reeds alle toebereidselen getroffen en de
korooraal mocht er natuurlijk van te voren
niets van weten. Doch op den dag voordat
men dit plan ten uitvoer zou brengen
men had daartoe een Zondag gekken
kwam de régisseur Franz B. naar Reutter
toe en zei: „west je wat. wanneer Xaver
(een van de andere acteurs) als wacht
meester opkomt, dan verschiin ik op eens
a7s luitenant. Dan laat ik Xaver weer op
zijn beurt het terrein verlaten en dan kan
ik lekker de worst opeten. Maar je mag er
met niemand over spreken".
Reutter vertelt dan, dat hij den régisseur
plechtig be'oofde zijn mond te houden en
dat hij daarop onmiddellijk naar den di
recteur van het ensemble toedraafde, dien
hij alles vertelde. De directeur moest zoo
verschrikkelijk lachen, dat hij zijn buik met
beide handen moest vasthouden. „Wanneer
de régisseur als luitenant opdaagt, zal ook
der had hij zich te Parijs bevonden. Na zijn
vestiging te Amsterdam werd hij door Jo
hannes Sobieski, wiens portret hij geschil
derd had, in den Poolschen adelstand verhe
ven. In 1683 vinden wij hem onder de deel-
genooten aan de broederschap der schilders
te 's-Graven!hage, doch ln '87 was hij te
Haarlem terug. Als zijn leerling wordt ge
noemd Frans Decker. Te Haarlem en Am
sterdam moet hij nog al eens geschillen ge
had hebben met de autoriteiten, die hem
niet goed gezind waren, naar 't heette we
gens het afbeelden van dingen, die aanstoot
gaven. Wellicht was ook de politiek de oor
zaak, want hij was een vurig Oranjeklant
en de regenten waren van de tegenoverge
stelde partij. Daarentegen heeft hij de be
scherming genoten van den stadhouder, Wil
lem m, die hem zelfs benoemde tot commis
saris en directeur van de bergwerken van
het graafschap Lingen. Na den dood van den
Koning-Stadhouder bleef hij onbeschermd
en het gevolg was een reeks van schriftelijke
aanvallen tegen hem.
V-an zijn hand hebben wij schilderijen,
teekeningen, prenten, op geschiedkundig ge
bied van topografischen aard, illustraties
van boeken en zwarte kunstprenten. Behalve
de kaart van Haarlem vervaardigde hij er
ook een van Rottevdam, en een wereldkaart.
Oder de portretten treffen wij er aan
van van Willem Hl, Adrlaan Pauw, Johan
nes Sobleski.
Bij de geschiedkundige prenten is een „Be
legering van Haarlem" voorts eenige zinne
prenten, ter eere van zijn beschermer Wil
lem Hl, die hij op tal van prenten afge
beeld heeft, ter gelegenheid van verschil
lende gebeurtenissen, zooals de overtocht
naar Engeland, de kroning. Onder de zwar
te kunst prenten is een allegorie op Willem
in.
Vele werken heeft hij van illutraties voor
zien, zoo eenige van Van Hoogstraten, van
Boccaccio en La Fontaine. Hij heeft vele
navolgers, onder wie Jan Luiken en Cornells
van Noorde. Naar eenige zijner etsen werden
schilderijen gemaakt, die zich in het Rijks
museum bevinden. Voorts ls er een schil
derij van zijn hand op de Munt Ln Utrecht.
Het is een zinnebeeldige voorstelling van
het muntwezen, toebehoorsnde "aan het
Rijksmuseum te Amsterdam.
In het Amsterdamsche Prentenkabinet zijn
teekeningen van zijn hand te vinden.
ontfutseld heeft. De dorpelingen we'.en die
poëtische bijdrage tot het Meische ochtend-
feest van kleur en geluid niet altijd te waar-
deeren, ook al omdat de duiven na afloop van
het concert zich ijverig toeleggen op het
oogsten van de erwten en boontjes, die pas
door de tuinders gezaaid zijn. Zoo bestond ir.
onze streek de wreede gewoonte, om jonge
houtduiven in het nest met bindgaren aan
een tak vast te binden. De ouden bleven voe
ren. tot de Jongen dik en vet waren en dan
werden de vogels buitgemaakt. Een malsch
boutje meer en een schadelijke vogel min
der.
In de steden worden ze minder fel vervolgd
maar wel gaan daar veel legsels verloren.
De houtduif toont namelijk een voor een
vogel zeldzaam geringe gehechtheid aan de
eieren. Als de broedende duif opgejaagd wordt
keert ze meesal niet op het nest terug. Van
daar dat men vaak houtduivennesten met
halfvergane eieren vindt, zcoals men ook ir.
de duinen meermalen ln berk of den het
:akkenkommetje van de tortel aantreft me,
bedorven eieren.
Ga in dezen tijd eens letten op het minne
spel der houtduiven en op de balts vlucht van
-'en doffer. Op een iepetak in het park zit de
doffer naast het gaaike. Leiblauw glanst de
kep, wit ce nekr:ng. Me aalgloed lig: ove.
de borst. Buigend er. knikkend dringt hij zich
egen 't duifje, dat preutsch van hem weg
schuift. Zoo dribbelen ze over de tak; zh
>rijgt ro? een duwtje en klaow'ekt naar om
laag. De doffer stijgt- met snelle zwaai d:
ucht ln. slaat plotseling met een ver hoor
baren klap de vleugels boven den rug tezamen
en daalt in prachtige glijvlucht. Klimt nc?
eens tot boven de kruinen en zweeft weer ln
aan wijden boog naar omlaag. Zoo geeft de
doffer uiting aan zijn levensdrift en het ls
als wil hij het gaaike bekoren met zijn vitale
vliegkunsten.
hij leelijk staan te kilken en zal ook hy de
worst niet krijgen. Want ik trek een. ma
joorspakje aan en ik zal hem zijn worst af
nemen!"
„Zoo" dacht Reutter nu, „ik heb het spel
gewennen, want geen van de anderen zal de
worst eten. ook de directeur niet. Die worst
is voor mij" en hij ging naar een firma 4oe,
welke carr.avalspakken en militaire unifor
men verhuurde en hij verliet dit huis met
een prachtig generaalsuniform onder zijn
arm.
De voorstelling was begonnen. de soldaat
had als gewoon ijk rechtsomkeert moeten
maken, toen de korporaal kwam. de korpo
raal had tot zijn groote consternatie de
olaat moe'en poetsen, toen de wachtmees
ter zijn jcyeuse entrée had gemaakt, de
wachtmeester was dcor den luitenant en de
luitenant door den majoor op de vlucht ge
dreven. Toen de als majoor uitgedoste di
recteur van het gezelschap nu juist ln zijn
worst wi'de hapoen, verscheen Reutter on
eens als generaal. Voor deze hooggeplaatste
persoonlijkheid moest ook de theaterdirec
teur wijken en net toen de generaal nu met
een breeden gllm'ach op het gelaat de zoo
moeizaam veroverde worst ln zijn mond
wilde steken, werd de deur opnieuw open
geworpen en wie verscheen op het tooneel?
Niemand minder dan keizer Frans Jo~ef.
Reutter was zelf zóó perplex, dat hij ln den
beginne nle wist of het de werkelijke keizer
was of slechts een als monarch gegrimeerde
en gecostumeerde tooneelspeler. Eerst toen
de „keizer" hem beval evenals zijn voorgan
gers het veld te ruimen, snaote hij, dat hij
er zelf ook ingevlogen was. Frans Jozef be
gon de worst nu lekkertje* op te peuze'en.
en het publiek was zóó opgetogen door dit
schitterende schouwspel. dat het op dave
rende wijze applaudisseerde „Nog nooit",
zoo vertelde Reutter. „heb ik een schouw
burgpubliek zoo uitbundig en zoo langen
tijd zonder onderbreking hooren juichen en
in de handen klappen". Met den spitsvondi-
gen Frans Jozef-vertolker hebben de an
dere acteurs nog tot diep in den nacht
feest gevierd!"
LANGS DE STRAAT.
Het frissche drietal.
In de Jeugd behoort de zin voor het oorspron
kelijke te leven en de drang naar het avon
tuurlijke, naar strijd.
Ha, die tijd waarin het hemel in de ziel ia
„en alles even blijd", de tijd, waarin de jon-
gensklel, of laten we voor dezen tijd liever
zeggen: de pull-over ons om de sohoud'ren
glijdt en de plus fours onze onderdanen be
kleedt! Tijd van de goddelijke onbezorgdheid,
van den snaakschen Inval, van het handelen
naar de ingeving van het oogenblik!
Nietwaar: wat worden we akelig bedacht
zaam, naarmate het getal onzer jaren groeit,
We zeggen dit niet en we doen dat niet,
omdat Ja: omdat je toch maar nooit kan
weten, wie het hoort of wie het ziet en je er
wel eens la t van zou kunnen ia-ij gen of er
nadeel bijna altijd financieel nadeel
van zoudt kunnen ondervinden. O. zeker:
onze overwegingen zijn in dergelijke gevallen
bijna altijd van zeer Dobelen aard, maar ju'sfc
het feit., dat wij gaan „overwegen", bewijst
dat wil toch in den loop der jaren Iets heel
moois verloren hebben, dat ons in onze jeugd
eigen was, al hebben we er dan misschien
andere goede dingen voor in de plaats ge
kregen.
Fel blies de Oostenwind over en door Am
sterdam ln een der eerste dagen van Lente
maand 1931. Onverwachts kwam hij soms op
hoeken van straten of op pleinen op je aan
stormen. benam Je haast den adem, belem
merde je bij het dóórloopen en zond zijn
ijzige kou dwars door Je heen, in spijt van
winterjas of bontmantel.
De menschen spoedden zich voort langs
de straten, diep weggedoken in hun kragen
en als ze wat tecen elkander zeiden, uitten zij
klachten over die vermalediide kou. die zoo
laat in den winter, vlak vóór de lente, nog
kwam, nadat we, in Januari, getrakteerd
waren op lentezoelte, zuidenwind en weldoen-
den zonneschijn.
Maar in die venijnige kou gebeurde er vóór
een der bekende Amsterdamsche eet- en.
drinkge'egenheden iet*, dat menigeen de
borst zal verwarmd hebban.
Ik zal u zegden, wat het was:
Op het heele terras van het café stonden één
•af el en drie stoe'en en oo e'k van die stoe'en -at
een jonge man, bloot'boofds en ronder overias.
Jawel, elj die dezer dagen de doordringende
hikoude aan den lijve hebt ondervinden, gij
leest goed: b'oothoofds en zonder overjas.
En alsof dit nog niet genoeg was, dronken zij.
terwijl daarbinnen, achter de groote ruiten
van het café. de menschen zich te goed deden,
aan allerlei warm makende dranken, met
blijkbaar groot we1behacren koude kwast en
koel bier! Zij converseerden vroolljè met el
kaar, tusschen krachtige ha'en aan hun siga
retten door en neeeerd°n vo^omen de ver
wonderde of sooU-ende blikken van de m°n-
•chen die langs liepen of de kon^e trot"°e-
■•ende hieven staan, om bet frissche drie
tal vol verbarino' ie ris»-en.
„De be?vpn w'Ven ab'obmt bn't'm riri^n!"
~ri kellner, in antwoord op mijn vragen-
den blik.
Ik voo1rte rnn^t^'e voor bet drW.aL r>e
'nval. dien ril ba^eo '»ek'-e<»«n ert ïdtws-
ring er van varen één gewe°*t. 7!i ^ridn,
'n hun beeiMi''en bnmi ovo-m.%5^ niet
oi'A^'Of"n". 7M hadden
En vp~Tn/-iad''*,r> ril 7p'f wri dot rij
•'oor o""-'wooi ont-ed°n de
on f""» 'OO zon''?' 1,rle hi«rnnan
,-w-~"mnd leverden, die ooit geleverd kaD
•vorden?
J. C. E.
In Ch'ca'o wordt v.an de k'e-'"e loudens
verwacht, dat zij ln de vingerafdrukken van
hun vaders zullen volgen.
(Llfe.T
door
B.B.