Hooggeplaatste personen. *7Ps :rustard HAARLEM'S DACBLAD DINSDAG 31 MAART 1931 DERDE BLAD door L. A. (Met teekeningen van WLADIMIR BIELKINE.) PAPIERFABRIEK VAN GELDER ZONEN. De lift trekt ons door den betonnen schacht eenige tientallen meters boven den spiegel van de Noordzee, naar de tinnen en transen van de Velsensche papierfabriek der N.V. Ver. Kon. Papierfabrieken Van Gelder Zonen. Op het platte dak van de cellulose- ïabriek en in den zuiveren ijlen sfeer van de hoogere luchtlaag, genieten wij van het prachtige gezicht op den aangevreten, zwaarverminkten duin grond van de Breesaap, en naar het Oosten. Zuiden en Noorden, op Holland, de olijfgroene duin- reep, met als open handpalmen hiel en daar, de helderwitte duinpannen en in liet Westen, als een zilveren cirkelsegment, de Zee. Het is niet zonder opziet, dat wij u, lezer, in verticale richting de reis door de cellu- losefabriek naar het dale laten maken. Op don terugweg immers doen wij één voor één de étages aan om te ontdekken, dat de be reiding der cellulose, étage voor étage, van boven naar beneden, in verticalen zin ge schiedt. Hoe, daar vertel ik u later van, want voor wij afzakken, trap voor trap, ver dieping naar verdieping, tot de cellulose ge reed is, wil ik u inwijden in de geschiedenis van dit groote Nederlandsche bedrijf, dat de merkwaardigheid met zoo veel andere be roemde Nederlandsche industrieën gemeen heeft (men denke aan de onlangs beschre ven ondernemingen van de familie Goed koop in Amsterdam, aan Philips enz.) dat van het zeer klein af, gegroeid is van be scheidenheid in omvang en opzet tot een nationale industrie met een reputatie die onze grenzen wijd overvleugelt. Men denke eens aan de honderden Hectaren Russisch en Finsch woud, die jaar in jaar uit gekapt werden en wier opbrengst in den ijsvrijen tijd de Russische stroomen afzakt en langs de parallellen der duizenden kilometers glimmende spoorwegstaven ons kleine land binnenrolt. Jaren cn jaren zijn er noodig geweest voor de formatie dier onmetelijke bosschen en nu leest ge er uw krant, dit ar tikel opHet is een bekoorlijke en een wonderlijke gedachte. In dit overzicht dat de titel draagt „Van Boom tot Krant" wordt alleen de vervaardiging van het couranten papier behandeld, maar Van Gelder Zonen exploiteert fabrieken in Wormier. Velsen, Apeldoorn en Renkum (2 fabrieken), in Velsen en Renkum 2, speciaal courantenpapier, maar elders alle andere soorten. Van het dak der Velsensche cellulosefa- briek af laten wij den blik over het schier onafzienbare houtpark glijden, het voorland van het woud in de Noordelijke landen het ligt hier geveld, verdeeld, in korte stam metjes, de kern, de stof, het gebeente van wat eens een ontzagwekkend grootsch en levend bosch wasmet züjn rijke fauna en zijn weelderige flora, met zijn leven op tak en blad. De kleine goederen treintjes rijden parmantig af en aan, slingeren zich coquet door de straten van deze gelijk- en gelijkvormige houtstad. Bin nen de muren van de fabrieken werken dag en nacht de groote machines; het huwelijk van cellulose en houtslijp baart papier, mil- lioenen meters courantenpapier en vordert per week 7500 ruimmeters hout. één millioen kilogram steenkolen en 550 duizend kubieke meters gas. Ruim twaalf honderd menschen hebben deel aan dit proces en verleenen er hun onmisbare hulp aan. Het resultaat van deze harmonie is één millioen kilogram cel lulose per week, 850 duizend kilogram cou rantenpapier en 500 duizend kilogram hout slijp. De oorsprong ligt in Worm er. Uit de litte ratuur die men mij ter beschikking stelde, blijkt, dat Marten Schouten in 1783 den molen „De Eendracht" te Wormer, kocht, dien hij met zqn schoonzoon P. Smidt van Gelder als papiermolen in exploitatie bracht. Schouten overleed in het jaar 1797 in Amsterdam en de onderneming werd na dien voortgezet door de weduwe Schouten en Smidt van Gelder. Toen deze Smidt van Gelder zich terugtrok werkte men in de Zaan al met vier molens en dertien kuipen. De Belgische omwenteling beroofde de in dustrie. die door de zonen van den eersten papierfabrikant Smidt van Gelder werd voortgezet, van een groot deel van het af zetgebied. Gedeelte1 ij ke vergoeding vond men in de behoeften aan papier van het Nederlandsche leger, dat in dien tijd vooral in Brabant in grooten omvang op de been werd gehouden. Ook toen al was het leger met zijn ingewikkelde administratie een vooTdcelige klant! Dit. nam echter niet weg. dat het heel moeilijk werd de buitenlandsclie con currentie het hoofd te bieden. Van dien kant dreigde groot gevaar, in den vorm van de machinale productie, die ook gekleurd, of naturel papier opleverde. Enkele kleuren moesten warm bewerkt worden, voor warm te had men echterstoom noodig. In 1836 ging een request aan den koning in Zee. De firmanten toonden aan, dat. het be drijf tot ondergang gedoemd zou zijn. wan neer het niet naar de eischen des tijds op nieuw kon worden ingericht. Het pleidooi was goed gesteld, de koning leende er gewil lig oor aan, zijne ministers gaven toestem ming tot het oprichten van een stoomma chine, maaro oude tijd er mocht niet met steenkool gestookt worden. De jonge Nederlandsche industrie moest zich behel pen met turf. Van 1837 tot 1854 tobde men voort. De stoommachine was een misluk king. Maar in 1855 ging de heele onderneming der firma Van Gelder Schouten en Co., over aan ..van Gelder Zonen". In die nieuwe periode ging de handel eindelijk bloeien. Uitbrei ding volgde op uitbreiding. Het oud-Hol- landsche papier was ook in het buiton land zeer in trek geraakt, het eenige euvel was dat het niet zuiver wit was. en daaraan was het tc veel organische stoffen bevatten de poldcrwatcr, schuldig. De ondernemende firmanten kochten daarom in 1869 den molen „De Eendracht" in Apeldoorn; dank zij het zuivere water van de Veluwe ver mocht men van dien tijd af een product oud-Hollandsch te vervaardigen, dat den naam van de firma over de geheele wereld bekend maakte. Uit den grondslag, in de Zaanstreek en op de Veluwe gelegd, groeide het bedrijf in Vel sen, van meet af aan gesticht met het doel om er courantenpapier te maken. In 1896 werd de fabriek aan den Noordelijken oever van het kanaal opgetrokken. Een glorieus tijdperk brak aan. In 1901 en in 1905 wer den te Velsen een cellulose- en een houtslijp fabriek opgericht, en in 1910 werd de tweede cellulosefabriek gebouwd. Het jaar 1907 had den koop tot stand zien brengen die ,De Harten" te Renkum aan de N.V. bracht. In deze fabriek wordt de fijnere kwaliteit drukpapier gemaakt. In 1912 werd een tweede fabriek te Renkum gebouwd, speciaal voor courantenpapier ingericht. Ook voor van Gelder Zonen was de oorlog een catastrophe. Jaarlijks toch gebruikten de fabrieken ongeveer acht honderd hect aren Russisch en Finsch bosch, met hun duizenden en nog eens duizenden fijnspar ren. Plotseling stond de invoer stop. Van dien tijd af moest men zich met den Hollandschen groven den uit Limburg en Brabant, vergenoegen. Deze leverde niet het fijne courantenpapier van ouds bekend op, maar toch wel een papier dat op de rotatie persen bruikbaar was. Wij willen ons tot Velsen en de fabricage van courantenpapier beperken, enkele gege vens uit een boekje van de hand van den heer Brusse, over de andere takken van het bedrijf zijn echter te kostelijk om hier te verwaar- loozen: Na 1870 leverde de fabriek in Apeldoorn het papier voor de zilverbons van de „Banque de France" en voorzag zij de Imprimerie Na tionale van papier. Dat was een prachtige reclame. Voor allerlei luxe-uitgaven en voor den druk van gravures en van etsen, ver langde men vooral in Frankrijk het papier van Van Gelder. Daarop verscheen bijvoor beeld het groote werk van André Michel over Rembrandt,verschenen Rabelais,Molière,Victor Hugo, Guy de Maupassant met diens handtee- keningals watermerk, en tal van andere schoo- ne wei-ken. Ook Duitschland gebruikte het beroemde geschepte papier van Van Gelder voor kostbare uitgaven en geleidelijk begon het afzetgebied zich uit te strekken over Amerika, Scandinavië, Rusland, Engeland en de geheele wereld In het tweede artikel een beschrijving van de Velsensche Fabriek, van de manier waar op courantenpapier gemaakt wordt, uit cel lulose en houtslijp. Wij slaan dus een laatsten blik om ons heen. van het dak van de Cellulosefabriek, op den Breesaap. Daar, achter de nevels, moot Wormer liggende grond die de oude molen droeg, de stamvader van de fabrieken van Van Gelder Zonen, de naam, die bekend is over de geheele wereld, die door duizenden kostbare boekwerken naar alle uithoeken van de aarde is gedragen. En die ook ten nauwste verbonden is met het Nederlandsche courantenwezen. Van Boom tot Krant. Van het woud met zijn geheimzinnige diepten en duisternissen, zijn ruischende geluiden zijn ijskoude beken, zijn leven en zijn sterven, zijn planten en zijn dieren, tot de rotatiepers, tot de huls kamers INGEZONDEN MEDE DEELING EN a 60 Cts. per rcgeL de fijne custard irwi. ee*\ zakje VJPJr VANILLESUIKER irv veder pok.S HET TOONEEL BELINDA. Belinda, de mysterieuse titel van het door het Frits Bouwmeester-Ensemble Zondag in den Stadsschouwburg gespeelde blijspel, bleek de naam te zijn van mevrouw Tremay- ne, een vrouwtje, dat 18 jaaT geleden door haar man was verlaten en bij den aanvang van het stuk sterk flirter.de was met twee mannen, in de hoop met één van de twee weer naar het stadhuis te kunnen gaan. Ha rold Baxtor. de eene pretendent is een erg droog prozaïsch heer, die leeft in statistieken, Willy Devenish, de andere, een dichterlijk aangelegd jongmensch, dat zwemt in poëzie. Wanneer aan het slot van het eerste bedrijf nog een derde heer verschijnt, een onbeken de, die zegt te luisteren naar den naam van Brown, doch op het programma reeds dade lijk 'n beetje onhandig wordt verraden als te zijn John Tremayne, dan ligt het ver der verloop van het blijspelletje helder en klaar voor ons, vooral ook, omdat Delia Belinda's dochter juist uit Frankrijk is te ruggekomen cn voortreffelijk bij den jongen dichter blijkt te passen. Het is het oude ver haaltje van de twee honden, die vechten om een been en de derde, die er mee heen loopt! Belinda krijgt haar weggeloopen man terug, Delia wordt gelukkig gemaakt met den dich ter, en de uitgedroogde heer Baxtor vindt zijn Toen ik regels zat te lijmen Dezer dagen, in mijn cel, (Cel is dichterlijke v r ij held En geen s t r a foord, snapt u wel) Toen ik daar dan zat te rijmen En mijn blik wat weiden liet, Zag ik eensklaps door mijn venster 't Beeld, dat u hierboven ziet. Nou, u wilt me wel gelooven, Toen was 't met dat rijm gedaan. Zelfs een dichter kan tenslotte Zulk een schouwspel niet weerstaan. Tjonge, mocht ik toen zoo denken. Als je hoort bij 't ras dat bouwt. Moet je toch wel van de soort zijn. Die zijn zenuwen vertrouwt. Stel eens voor, dat een dier mannen Boven daar eens duizelig wordt En in plotselinge flauwte Loodrecht naar beneden stort. U leest dagelijks mijn rijmen. Denkt daar wellicht heel wat van. Maar wat is dat, vergeleken Bij den arbeid van zco'n man. Alle menschen wat een hoogte, Tc Weet wel. dat 'k me daar niet waag. Ik voel enkel door het kijken Al een vacuum in mijn maag. U herkent de situatie? Tegenover ons kantoor Het gebouw van Vroom en Dreesmann, Daar geschiedt die arbeid voor. **- Links die groep van nijvre mannen. Heeft tenminste nog een dak. Waar ze zich op voortbewegen. Dat is niet zoo'n duiz'lig vak: Maar die twee, die daar zoo kranig Zwevend hangen aan een kraan. Tjonge nee. ik zou niet gaarne. In hun stoute schoenen staan. 'k Zou hun handen willen schudden. Maar ik weet alleen niet hoe. Want z ij komen niet beneden, I k durf niet naar boven toe. Hoe die hooggeplaatsten hccten, Vraagt ge? 'k help u uit dien droom: Links der beiden de heer Dreesmann, Rechts natuurlijk de heer Vroom. P. GASUS. Zen gedeelte van de papierfabriek Ui Velsen dat icdcrcn beieoncr van de streek bekend is, troost in de bibliotheek, waar de boeken hem betere dingen leeren dan de dwaasheid der liefde. Een heel onschuldig, luchtig gevalletje, dat op het programma zonder eenige pretentie aangekondigd wordt als een .Aprilgrap' en ook niet meer wil zijn dan dat. Een taartje met veel schuim en weinig substantie, dat gemakkelijk verteert, en waarvan je zelfs den smaak den volgenden dag al weer vergeten hebt! Een stukje om te genieten na "n gezellig diner, wanneer je tot elkander zegt: Alles goed en wel, maar in hemelsnaam geen zware kost! 'n Blijspel, waarbij je je niet hoeft in te spannen, dat je ook niets wil ..leeren", waarbij je ook niet vermoeiend vee» behoeft te lachen en waarmee je je toch ge- noegelük diverteert! Charivarius zorgde voor den Hollandschen tekst van dit Engelsche blijspelletje en wij wisten dus van te voren, dat wij in beschaafd gezelschap zouden zijn en den geest van Milne's Aprilgrap geen oogenblik geweld zou worden aangedaan. Het Frits Bouwmeester-ensemble speelde dit stukje in een opgewekten' lichten toon, zonder het grappige te forceeren of het cr ook maar een moment dik op te leggen. Een aardige, vlotte vertooning, die wij met ge noegen hebben gezien. Sophie Stein was Belinda. Zij gaf den toon aan met haar licht spel. dat niet zonder charme was- Speelsch. coquet zonder raffine ment en vluchtig. Dolly Bouwmeester was het aardige dochtertje dat in dit stuk maar heel weinig te doen kreeg. Een kostelijk type maakte Jan van Dommelen van Harold Bator, den boekenwurm, die meer verstand heeft van statistieken dan van vrouwen. Dat was werkelijk geestig spel in kluchtigcn stijl maar nooit een oogenblik te zwaar. Voor hem was dan ook terecht het suc ces van den avond. Adolf Rijkcns als de vlin derachtige, verliefde poëet en Frits Bouw meester als de teruggekeerde en in dank weer geaccepteerde echtgenoot completeerden het ensemble en speelden in denzelfden vlotten prettigen toon. Deze deugden werden dan ook beloond met een dankbaar applaus, zoodat wij van een vriendelijk onthaal kunnen schrijven. Vooraf ging De Ernst des Levens, de sterke eenacter van FelLx Salten, dien wij indertijd, al van de Rotterdammers en van de H- T. C. mochten zien. Dit is allerminst een luchtig schuimtaartje; integendeel het ligt je na af loop nog vrij zwaar op de maag. Het is de navrante geschiedenis van den jongen man, die een dokter, nadat deze hem gehoond heeft omdat hij de waarheid van zijn spoedig ver wacht, naderend einde niet rustig kon aan- hooren, een les geeft en hem op hardhandige wijze leert, hoe ver praktijk en theorie van elkaar verwijderd liggen. Frlts Boutfmees'er als de jonge ter dood veroordeelde man en Jan van Dommelen als de grove dokter maak ten dankbaar gebruik van de spclmogelijkhe- den, die deze eenacter hun bood. Toch kan ik mij een sterkere voorstelling denken bij een nog markanter uitbeelding van het decaden te en verfijnde van den jongen zieken en van t protsige. grove en vooral Duitsche van den medicus! Maar ook zóó gespeeld miste deze eenacter met zijn geconcentreerde handeling en zijn climax zijn effect niet. De Ernst des Levens had bij het publiek veel succes. J. B. SCHUIL. DE V.A.R.A.-FEESTAVOND IN DE GEM. CONCERTZAAL. De af deeling Haarlem van de Vara heeft thans ook haar eigen vlag. Op een feestavond in de tot de laatste plaats bezette Ge meentelijke Concertzaal is deze vlag gisteren avond door de commissie, die het initiatief hiervoor had genomen, aan het bestuur over- gedragen en het daverend applaus, dat opging toen het door de twee kunstenaars Nico Schrier en Huib de Ru ontworpen doek, op het tooneel werd ontplooid, was wel het be wijs, hoe zeer dit nieuwe bezit door de Vara- leden op prijs wordt gesteld. Een orkestje onder leiding van den heer Winkelman had den avond met de Interna tionale geopend. Toen het gordijn daarna op ging, plaatste men de nieuwe vlag met de felle kleuren op het midden van het tooneel cn droeg Adolf Bouwmeester geestdriftig en met klankrijke stem Het Lied van de Vlag van A. B. Klecrckoper voor. Het publick gaf uiting aan de gevoelens, die dit vers opwekte door ccn frenetiek applaus. Daarna waa hcl woord aan den heer H F. Oets, die namens het be stuur van de afdeellng Haarlem den schen kers zyn dank bracht voor dit nieuwe blijk van medeleven met de Vara. Tegen de verwachting in zoo zeide de heer oets zal het met de Vara gaan, nletj alleen omdat de regeering de Vara den zend tijd gaf. die de Moderne Arbeidersbeweging rechtens toekwam, maar bovenal, omdat zij gedragen wordt door het proletariaat. De V-A.R.A. zetelt in de harten van de ar beiders en één der symptomen hiervan was wel deze schitterende vlag voor de afdeeling Haarlem, die thans en deze mededeeling werd met luid applaus ontvangen de 4000 leden reeds gepasseerd iss Het idee van de vlag was dit maal niet van het bestuur, doch, van de leden zelf uitgegaan. Eigenlijk zoo merkte dc heer Oets lachend op was dat niet organisatorisch, maar hier had het be stuur er toch volkomen vrede mee ge(iad. Het zou er trouwens ook weinig tegen hebben kunnen doen, want toen liet bestuur het hoorde, was de zaak al bijna klaar. Har telijk dank bracht spreker namens het be stuur aan dc commissie, die het initiatief had! genomen, aan de ontwerpers van dc vlag de heeren Schrier en de Ru en bovenal aan de zeer velen, die met hun giften hadden geholpen om het plan tot verwezenlijking te brengen, waardoor ccn zoo alle verwaclitin gen overtreffend resultaat was verkregen en de vlag thans hier op het tooneel stond. Nog eens daverde het applaus, waarna de vlag de zaal werd in gedragen en de afdeeling Haar lem van dc V.A.R.A. iiaar nieuw bezit in ont vangst nam. Toen het gordijn weer openging verscheen Kees Pruis met zijn glunder, vroo- lijk gezicht en nam het „bonte feest programma" een aanvang. Het groote succes van den avond was wel voor Kees Pruis. Hij behoefde zich maar tc vertoonen. en de lach was al in de zaali Kees Pruis behoort tot die bevoorrechten, die on middellijk contact met hun publiek hebben, zonder dat zij er eigenlijk eenige moeite voor behoeven te doen. Kees Pruis weet precies, hoe hij met zijn publiek dat hij aldoor met „kinderen" aanspreekt moet omgaan*. Hij behoeft er in het geheel geen rare grimassen zooals sommige komieken voor te maken; hij komt, ziet. en overwint. En ook in zijn voordrachten blijft hij sober, tracht hij niet het succes te forceeren. Zijn liedjes heb ben dat zeker iets, dat een publiek direct pakt, en ze slaan dan ook dadelijk in. Het meest heb ik Kees Pruis gewaardeerd in zijn voordracht van Charivarius' „De Sol- datenhond". Dat werd heel knap, zonder eenige emphase, gevoelig en warm voorge dragen. Naast Kees Pruis bleek Stella Seemer fa voriet in deze zaal van Vara-leden te zijn. Ook zij heeft evenals Pruis •dadelijk den populairen toon te pakken, die het succes bij het pu bliek waarborgt. Zij had met haar geestig voorgedragen .Dienstbod ennood" een groot succes, dat echter nog overtroefd werd door de Jordaanmoedcr met de drielingen. Toen lag de zaal wat wij zoo noemen „dub bel". Warm applaus was er ook voor den heer Brandon, die op virtuoze wijze ons meest na tionale instrument, de harmonica sinds zij op het podium is gekomen noemen wij haar accordeon bespeelde cn groote be wondering was cr voor do „Fingerfertigkeit" van Libcrto, den ..manipulator", dien wij in goed Hollandsch ccn goochelaar zouden noe men. Aan het slot van dit bonte voor het grootste deel uitbundig vroolijke pro gramma stond Adolf Bouwmeester voor de zware taak de transformatie schets „Eindelijk Vrij" te moeten spelen. Zij was te ondank baarder. omdat door het zeer late uur tijdens het spel vele toeschouwers de zaal verlieten en daardoor de stemming stoorden. Van de gevoelige schets „Feest" van Heijer- mans is in deze wel „zeer vrije" bewerking met de vele aanvulsels al heel weinig over gebleven en ook in de opvoering wordt het stukje er allerminst fijner op. Het is jammer, dat Adolf Bouwmeester ar tistiek zich niet weet in te toornen en voor al in het grappige altijd te veel wil geven. Zijn prestaties worden cr niet beter door. Maar als geheel was het een uitstekend ge slaagde avond, waarop het publiek waarlijk in vroolijke feeststemming was. De nieuwe vlag stond dezen eersten avond tusschen louter opgewekte menschen geplant. tl. B. SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 9