VOLKENBOND-ALLERLEI. BUITENLAND. DE CONFLICTEN IN DE DUITSCHE NAT.-SOCIALISTISCHE PARTIJ J. LOTTGERINC HAARLEM'S DAGBLAD VIERDE DINSDAG BLAD 7 APRIL 1931 Geen geheime clausules in de Duitsch-Oostenrijksche Tol-Unie. Bruenincr en Curtius naar Londen. Duatschland De zorgen der Nazi's. De stafchef der storm-afdeelingen der na- tionaal-socialisten, Roehm, heeft in „Völkische Beobachter" een verklaring gepu bliceerd over de gebeurtenissen te Berlijn. Hierin zegt hij o.a., dat de voorbereidingen voor het optreden van Stennes al ver in het verleden liggen. Tweemaal heeft Roehm ge tracht Stennes van zijn plannen af te brengen, doch deze bleef Hitier en Roehm openlijk verwijten doen. Daarop verzocht Roehm vrijheid van handelen, welke hij verkreeg en Stennes werd met zijn onder bevelhebbers afgezet en uit de partij ge sloten. Het gevolg van deze episode zal geen verzwakking, doch een versterking der partij zijn, aldus Roehm. De „Angriff" publiceert een reeks ver klaringen, waaruit blijkt, dat het blad zich weer in het bezit der partij-organisatie be vindt. In een mededeeling der directie wordt gezegd, dat het Stennes Donderdag, met ge bruik making van gewald, gelukte, de re dactie-lokalen en de drukkerij te bezetten. Daardoor bevatte het blad eenige publicaties tegen de nationaal-socialistische beweging en Adolf Hitler. De bedrijfsleider Weissauer is thans ontslagen. Voorts bevat de „Angriff' een mededeeling van Hitier, waarin deze wederom zijn ver trouwen in Goebbels uitspreekt. BERLIJN, 4 April (Wolffbureau)He denavond hielden aanhangers van Stennis hier een vergadering, waar echter ook leden van Stormafdeelingen aanwezig waren, welke Hitier zijn trouw gebleven. Er werd felle kritiek uitgeoefend op de oprichting van het Bruine Huis te Munchen in een tijd, waarin vele S. A.-mannen nauwelijks geld genoeg hebben voor eigen levensonderhoud. Tenslotte voerde ook Stennes het woord. Hij verklaarde, door de leiders derS. A.-Noord tot. zijn optreden gedwongen te zijn, en reeds den volgenden dag had hij bespeurd, dat een groot deel der S. A. hem niet meer trouw was. Stennes gaf zijn aanhangers den tijd tot Dinsdagavond om te overwegen, of zij hun ouden leider Stennis trouw zouden blij ven, dan wel zich onderwerpen aan Hitier. Dinsdagavond moet de geheele S. A. zich aan zijn zijde scharen, ofwel een anderen weg gaan. Stennes zelf zou weten, wat hem te doen stond. Goehring krijgt volmacht voor de Groep Oost BERLIJN, 6 April (V.D.) In verband met het Stennes-conflict heeft de Rijksdagafge vaardigde Goehring van Adolf Hitler de vol gende algemeene volmacht ontvangen: Voor het geheele gebied der groep Oost (met uit zondering van den gouw Berlijn) benoem ik met buitengewone volmachten tot politiek- commissaris H. Goehring. w.g. Adolf Hitler. Oostenrijk. De douane-unie tusschen Duitschland en Oostenrijk. WEENEN, 4 April (V.D.) In een officieele mededeeling van de Oostenrijksche regeering betreffende de douaneovereenkomst tusschen Oostenrijk en Duitschland, wordt categorisch ontkend, dat deze eene overeenkomst eenigen lei geheime clausule bevatten zou. Volgens een telegram uit Parijs wordt de mogelijkheid grooter dat het Permanente Hof van Inter nationale Justitie te Den Haag de kwestie be handelen zal of de douaneunie een schen ding be teekent van het Geneefsche protocol van 1922. Engeland. Het jaarcongres der Independant Labour Party. LONDEN, 6 April (V.D.) Op het jaar- congres der I.L.P., dat te Scarborough is ge houden, werd Fenner Brockway tot voorzit ter gekozen als opvolger van Maxton, die als zoodanig aftreedt. Tijdens langdurige besprekingen, welke een tamelijk opgewonden karakter droegen, werd de verhouding tot de Labour-partij behandeld Een voorstel tot algeheele afscheiding werd evenwel met 241 tegen 32 stemmen verwor pen. Roemenië. Het kabinet afgetreden. De geruchten, die reeds eenigen tijd de ronde deden, over het aftreden van het ka- binet-Mironescu zijn bewaarheid. De premier heeft heden koning Carol het ontslag van het geheele kabinet aangeboden, hetgeen door den koning werd aanvaard, In zijn on derhoud met den deuiissionnairen premier sprak de koning den wensch uit, dat alle politieke groepen aan de vorming eener nieuwe regeering zouden deelnemen. Mironescu is daarop onverwijld bespre kingen begonnen met de verschillende par tijleiders, die hij van den wensch des ko- nings in kennis stelde. Zooals men weet is het altijd een bijzonder verlangen van Carol geweest, dat er een nationaleconcentratie- regeering zou komen. De oorzaak van de demissie is, dat de Ka mer Woensdag een door den minister van Handel Manoilescu, ingediend ontwerp in zake staats-deelneming aan een tot dusver in Zwitsersche handen zijnde dynamietfa- briek, heeft verworpen. De Kamer wilde daarmede niet zoozeer tegen het ontwerp als ]tegen den minister van Handel zelf demon- streeren, aldus „De Tel.". Manoilescu diende zijn ontslag in en was er niet toe te bewe gen dit in te trekken. Er hadden verschil lende audiënties plaats, doch men kon niet tot een accoord komen, wat het ontslag van het geheele kabinet ten gevolge had. Uit het feit, dat Titulescu, die Roemeensch gezant is te Londen, telegrafisch naar Boe karest is ontboden, maakt men op, dat ook hij ais eventueel kabinetsformateur in aan merking komt. Revolutie op Madeira. Vogens berichten uit Funchal (Madeira) is daar Paaschzondag een revolutie uitge broken, Zoowel de burgerlijke als de mili taire gouverneur zijn gearresteerd. Twee maanden geleden werden bij ongeregeldheden tijdens de sta king eenige personen gedood. De Portugee- sche regeering heeft toen een nieuwe gou verneur en Hooge Commissaris benoemd, ten einde den toestand op het eiland te bestu- deeren. Deze zijn thans door de opstande lingen gearresteerd. Funchall is de hoofdplaats van het eiland Madeira en telt 75.000 inwoners. De president van Portugal heeft ingevolge een besluit van den kabinetsraad een kruiser naar het eiland gezonden. Aan boord bevindt zich een regiment regeeringsgetrouwe troe pen. BRUNING EN CURTIUS 29 APRIL NAAR ENGELAND. BERLIJN, 6 April (V. D.) Rijkskanselier dr. Bruning en minister van buitenlandsche zaken dr. Curtius zullen, naar de „Vossische Zeitung" verneemt op 29 April naar Enge land vertrekken en op 1 Mei gast zijn van MacDonald op zijn buiten te Chequers. De uitnoodiging hiertoe is reeds voor ver scheidene weken mondeling door den Engel- schen ambassadeur te Berlijn overgebracht en toen vooi'loopig aangenomen. Er zullen besprekingen met Henderson ge houden worden. Het onderwerp is echter niet bekend. LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL JUBILEUM-VOORSTELLING LOUIS GIMBERG. „PAPA" Er stond na afloop der voorstelling van Papa geen deftige commissie op het tooneel; enkel maar Carel van Hees, die als directeur van den Stadsschouwburg en als vriend Gim- berg toesprak en tochin lang hebben wij te Haarlem niet een zoo welgeslaagd jubileum meegemaakt. Wat hoofdzaak is, er was een volle, hartelijk meelevende zaal, een voort durend contact tusschen het publiek en het tooneel. Die volle zaal heeft Gimberg goed gedaan. „Ik was er eerst bang voor", zei hij na Van Hees' hartelijke woorden. „Wij weten nu een maal, dat de dag tusschen Goeden Vrijdag en Paschen een gevaarlijke dag is voor het tooneel. De groote opkomst van het publiek is een reden tot voldoening voor mij, want het is een bewijs, dat men mij in Haarlem niet ongaarne ziet". Gimberg mocht dit zeggen; Carel van Hees had het in zoo juiste woorden uitgedrukt, waarom Louis Gimberg bij het publiek zoo zeer geliefd is. „Jij bent geboren tooneelspeler, een tooneelspeler van groot talent, van charme en beschaving, zooals wij in ons land maar weinigen hebben. Je geeft je in elke rol altijd geheel. Het is een genot om zoo als deze avond je geestig, sprankelend spel te volgen!" Juist, zoo is het. En daar komt nog bij, wat wij juist in dezen somberen tijd van malaise zoo hartelijk waardeeren: dat is het zonnige optimisme, dat niemand met zoo'n gulheid ons kan geven als Louis Gimberg in een roi als de raar De Lazac. „Het is, of het zon licht de kamer binnenstroomt, ajs je papa verschijnt", zoo ongeveer zegt Georgine Cour tan het in het luchtige blijspel van De Cail- lavet en De Fiers. Was dit niet volkomen waar, hebben wij dat allen heel den avond niet zoo gevoeld? De lichtzinnigheid ver schijnt met dezen graaf de Larzac wel in het meest beminnelijk kleed. Eencharmeur, die niet alleen alle vrouwen, maar heel het den graaf de Larzac zien! schreef ik aan het opgewekt, even blij en zonnig voelen als deze gelukkige mensch. Van zijn zorgeloos, heer lijk ontimisme, gaat iets over op ons allen en wij vergeten drie uren lang al onze narig heid en verdrietelijkheden. Hoe graag zou ik Gimberg nog eens als den araaf de Larzae zien! schreef ik aan het slot van het aan hem gewijde artikel in ons blad van 7 Februari, toen nog allerminst ver moedend, dat deze wensch zoo spoedig in ver vulling zou gaan. Het is wel zeker, dat hij ook het publiek vreugde heeft bereid met deze geestige rol, waarin zijn talent op zijn best uitkomt. Van welk een verrukkelijke lichtheid, charme en elegance is dit spel! En van welk een aristocratische, echt Fransche allure! Ook in de momenten van ernst. Ik denk hier aan dat oogenblik, wanneer Jean LANGS DE STRAAT. De onweerstaanbaren. Ze stonden plotseling met z'n drieën op straat, drie congressisten, die de heftigheid, de tallooze formuleeringen, de steeds weer herlevende debatten beu waren geworden. Buiten scheen de zon, triomfeerde de pro- bleemlooze, lichte voorjaarslucht, binnen werden wereldbeschouwingen opgebouwd en afgebroken. Toen zijn ze bezweken en stilletjes wegge- loopen, stonden met verbaasde gezichten op straat in de zon en lachten. Het waren drie ernstige menschen, maar; m e n- s c h e n en bovendien jonge menschen, die zich door de lente af en toe flink beet laten nemen. Ze lachten en liepen met overmoedi ge passen. „Wat is dat: wereldbeschouwing", riep er één en vervolgde: „ik beschouw mijn wereld, jij beschouwt jouw wereld", „We wa ren dunkt me juist aan cultuur-ideaal 25 B", kwam een ander, „geef mij maar eens even frissche ruimte en licht". En tegen een klein joch, die aan een frissche, roode appel kloof, riepen ze: „Toe maar, hap!" Met een stem, dat de jongen met schuwe verlegen oogen en open mond bleef staan en vergat te happen. Ze lachten tegen een heer op leeftijd, die zonder jas, met een joligen wandelstok en lentischen tred langs hen ging. Ze lachten met een blik van verstandhouding en merk ten niet dat de man aanmerkelijk statiger zijn weg vervolgde en zich pijnlijk op z'n jeugdige»* bui betrapt voelde, een bui, die op zijn leeftijd niet goed te praten viel. Ze benijdden een kleine, gelige poedel die met toegekne'pen gelukzalige oogjes de zon in z'n krullen verstoppertje liet spelen. Ze bleven stilstaan voor een raam, waar een meisje zoet met poppen speelde en genietend op een kledderig, rood zuurtje zoog. Ze wuifden. De moeder deed gechoqueerd, maar het meisje lachte en dat alleen interesseerde hen. De heele straat yoelde zich trouwens gecho queerd, wist z'n deftigheid geloochend. De menschen keerden zich met geërgerde ge zichten af, of trokken een koud gordijn even een ruk wat dichter, waar zij langs kwa men. 't Kon hen niet schelen, zij vonden het le ven één glorie en vierden hun lente overda dig en onbeschaamd bot. De onweerstaan baren! Want 's avonds gebeurden er in de huizen met de haastig dichtgetrokken gordij nen vreemde dingen. Een huisvrouw borg haar stopwerk op, neuriede een mal liedje, keek in de spiegel en lachte alsof ze een plezierige ontdekking deed. Een stipt en rustig ambtenaar, die op 13 rood woont, liep met hartstochtelijke passen door zijn kamer en greep naar een prospectus van een reis bureau. Een jongen liep fluitend de deur uit om aan de haven bij de kleurige, soms ook wat vermoeide, droomerige schepen te blij ven staan. Als de lente onweerstaanbaar langs de straat gaat Vr. S. De Europeesche Unie. Een Volkenbonds actie tegen het Russische „dumping"? Rondom de aanstaande Ontwapeningsconfe rentie. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. REINIGT en MAAKT NIEUW van OUD CR. HOUTSTRAAT 5a TELEFOON 10 771 Bernard de zoon voor het eerst binnen- kamt en de vader lichtelijk ontroerd zijn emotie nauwelijks verbergen kan. Hoe fijn-gespeeld werd dat! Ook als geheel was het een prettige, goede voorstelling, al leek mij de tegenstelling tus schen den zoon en den vader in II wat on- noodig groot. Jean Bernard moet in de sa lons van den graaf de Larzac wel linksch en onhandig zijn en ook wat provinciaalsch, maar het was onmogelijk aan te nemen, dat een graaf de Larzac die één en al aristo cratische elegance is in dezen innig bur gerlijken zoon zijn vreugde kon hebben. In I en III, toen Jean Bernard bij zich thuis was, vond ik Eduard Palmers veel beter. Mary Dresselhuys maakte wel iets aardigs van het jonge meisje met het Mexicaansch- Roemeensche bloed in de aderen. Het was nu en dan nog wel te veel „gespeeld", maar zij had ook uitstekende momenten, zooals in haar stille drift en verontwaardiging bij de ontvangst van de geparfumeerde briefjes van de post. Een iief figuurtje werd Jeanne Aubrin; zooals dit meisje werd gespeeld door Carla de Raet. Een stil poeem van „Verschwiegene Liebe". Daan van Ollefen had pleizier van zijn pastoor Iocasse, dien hij met humor en gemoedelijkheid weergaf en Louis van Gasteren was heel vermakelijk als Charmeuil, die alle reden heeft zich te be klagen over de onvermoeide jeugd vtfh zijn vriend de Larzac. Cor Dommelshuizen, die Zaterdag Aubrin en den notaris in doublure speelde, voldeed het best als de gezapige boer van Languedoc, die zich zoo weinig op zijn gemak gevoelt in het apenrokje, dat hij op bevel van den graaf moest aantrekken. Een allergenoegelijkste voorstelling, die ons allen in feeststemming bracht. Gimberg was reeds bij zijn eerste opkomst met zeer bij zondere hartelijkheid en een langdurig ap plaus ontvangen en de ovatie aan het slot liet geen twijfel aan de warme gevoelens van sympathie van het publiek. Het duurde een heelen tijd, voordat Carel van Hees aan het woord kon komen. Het persoonlijk element, dat Van Hees de oud tooneelspeler steeds weer in zijn speeches weet te brengen, geeft aan zijn toe spraken altijd een zekere bekoring. „Ik herinner mij nog, dat je mij eens, toen ik je in je kleedkamer opzocht, een pijp schmink onder mijn neus hield en zelde: „Ruik eens! Verlang je er niet weer naar?" Maar ook, toen je op een anderen avond, nadat je je in een onbenullig stuk- volop had gegeven, tot ons zei: „Beklaag je me niet?" „Zie je", zei Van Hees, „daarin herken ik je geheel, want daaruit voelde ik, hoe volkomen artist je bent en hoe je leeft in je kunst!" Met een hartelijk woord dankte Gimberg wien een krans namens den Stadsschouw burg en een palmtak namens de afdeeling Haarlem van Het Tooneelverbond was aan geboden Van Hees en het publiek, maar het duurde lang, voordat men hem naar zijn kleedkamer liet gaan, want telkens en tel kens weer moest het doek omhoog, juichte dc zaal den knappen auteur toe. Een avond van louter feestelijkheid, waarop wij allen waren aangestoken door de zonnige levensblijheid van den aartscharmeur, den graaf de Larzac, zoo voorbeeldig door Gimberg gespeeld. J. B. SCHUIL. GENèVE, 30 Maart 1931. De bijeenkomst te Parijs van de uit poli tiek opzicht belangrijkste van de drie onder commissies, die de „Europeesche Commis sie" in Januari in het leven had geroepen voor de voorbereiding van de nieuwe zitting dier commissie in Mei. de onder-commissie voor organisatorische kwesties, heeft geheel en al bevestigd, hetgeen ik in Januari over het lot van Briand's voorstel tot stichting van een Europeesche Unie meende te mogen veronderstellen. Na de Januari-zitting van de „Volken bondscommissie voor de bestudeering der Europeesche Unie" schreef ik, dat men eigen lijk reeds kon aannemen, dat de „Europee sche Unie" reeds geboren was, doch in een veel bescheidener vorm dan Briand in Mei wan verleden jaar had in overweging gegeven. Briand's wensch scheen mij toe in zooverre in vervulling te zijn gegaan, dat een afzon derlijk orgaan voor de bespreking van Euro peesche vraagstukken was in het leven ge roepen. Doch met betrekking tot de samen stelling en bevoegdheden van dat Europee sche orgaan scheen de overwinning der En- gelsche opvattingen vast te staan. De „Euro peesche Commissie" zou geheel blijven bin nen het kader van den Volkenbond; zij zou zijn één der vele permanente commissies, die de Volkenbond reeds in het leven had geroepen en wier besluiten de bekrachtiging van den Volkenbondsraad behoeven. De besprekingen, die de vorige week te Parijs onder voorzitterschap van Briand ge houden zijn, hebben zich geheel in deze rich ting bewogen. Geen der 12 regeeringen, die in deze onder-commissie voor organisatori sche vragen vertegenwoordigd waren heeft het nut bestreden van de stichting van een permanent Volkenbondsorgaan, dat zich in het bijzonder met Europeesche vraagstukken zal hebben bezig te houden. Het voortbestaan van de „Europeesche Commissie" (deze naam schijnt mij meer in overeenstemming met de tegenwoordige geestesgesteldheid van Europa dan het meer idyllische woord „Euro peesche Unie", doch omtrent den naam is nog niets beslist) schijnt dus inderdaad ver zekerd. Doch omgekeerd heeft ook Briand niet langer erop aangedrongen, dat er naast de bijeenkomsten van de vertegenwoordigers van alle Europeesche volkenbondsstaten zit tingen van een kleineren „Europeeschen Raad" zouden zijn, nóch dat de Europeesche Unie een eigen secretariaat zou hebben. In het eenstemmig aangenomen rapport van den Zwitserschen minister, van buitenland sche zaken Motta, die in September tot de overtuiedste aanhangers der Britsche opvat ting behoorde dat de Europeesche Unie ge heel en al een Volkenbondsinstituut behoor de te zijn, is uitdrukkelijk aan de in Mei wederom bijeenkomende Europeesche com missie voorgesteld, dat de secretaris-generaal van den Volkenbond tevens de secretaris der Europeesche commissie zijn zal. De organisatie van de Europeesche Unie zal voorloopig zoo soepel mogelijk worden gehouden. Het aangenomen rapport van Motta zegt niet over het aantal jaarlijksche bijeenkomsten van alle ministers van buiten landsche zaken der Europeesche volken- bondssstaten. Vastgesteld wordt slechts, dat de Europeesche Unie (of Europeesche Com missie) ieder jaar na de zitting der Volken- bondsvergadering bijeen zal komen, om haar voorzitter te benoemen en eventueel een onder-voorzitter. ^1 ligt het wel in de be doeling, dat de Europeesche Commissie nog één of twee keer in hetzelfde jaar een zitting zal houden, aan een der zittingen van den Volkenbondsraad voorafgaand, uitdrukkelijk wordt dit voorgeschreven. Het zal van de omstandigheden afhangen, van de vraag of er werkelijk iets „Europeesch" te bespreken is, of in den loop van het jaar een nieuwe Europeesche bijeenkomst zal gehouden wor den. Ook permanente onder-commissies, zoo als de Deensche minister van buitenlandsche zaken Munch gewenscht had, zullen voor loopig althans nog niet in het leven worden geroepen. Men gaf te Parijs de voorkeur er aan steeds bijzondere onder-commissies ad hoe voor één bepaald vraagstuk tc benoe men, als dit noodig zou zijn. Met betrekking tot de medewerking der Europeesche niet-Volkenbondsstaten ïn de Europeesche commissie bleef de groote meer derheid der onder-commissie-Briand van meening. dat een volkomen gelijkstelling tusschen de Volkenbondsstaten en de niet- Volkenbondsstaten ongewenscht is. Alleen de vertegenwoordigers van Duitschland en Italië pleitten voor een opheffing van eenig onder scheid. Zij waren dan ook tegen het besluit van de groote meerderheid der commissie, om In Mei eerst de organisatorische kwes ties te bespreken en slechts daarna de be sprekingen te houden over de economische vraagstukken, waartoe ook Sovjet-Rusland. Turkije en IJsland uitgenoodigd zijn. Wij zullen nu moeten afwachten, of de drie bovengenoemde niet-leden van den Volken bond, en in het bijzonder de Sovjetregeeri"g. zich erbij zullen neerleggen, dat zij aan een gedeelte der Europeesche besprekingen niet zullen mogen deelnemen. Intusschen heeft men te Parijs reeds een uitbreiding gegeven aan de in Januari tot deze drie staten ge richte uitnoodiging. Terwijl de Europeesche commissie in Januari besloten had. dat de niet-Volkenbondsstaten zouden worden uit genoodigd tot deelneming aan de besprekin gen „over de economische wereldcrisis, voor zooverre deze in het bijzonder de Europee sche staten betreft", heeft de commissie te Parijs deze uitnoodiging zoo uitgelegd, dat dc niet-Volkenbondsstaten aan alle econo mische beraadslagingen zouden kunnen deel nemen, dus b.v. ook over twee onderwerpen, die op verzoek van België op de agenda der Mei-zitting zijn geplaatst, en die niets of heel weinig met de economische crisis uit staande hebben, n.l. het transit van electrl- sche energie en de economische behandeling van buitenlanders. Deze uitbreiding van de in Januari vastgestelde bewoordingen der uitnoodiging aan Sovjet-Rusland, Turkije en IJsland is reeds een niet-onbelangrijke con cessie aan Duitschland en Italië geweest. In het Zwitsersche parlement werd de orige week een kort debat gevoerd over de vraag, of de Zwitsersche regcering bij den Volkenbond zou moeten aandringen op een (Temeenschappelijke Volkenbondsactie tegen het Russische „dumping". Een liberale afgevaardigde van het kanton Waadtland zette uiteen, onder welke slechte arbeidsvoorwaarden in Sovjet-Rusland wordt gewerkt, zoodat het geen wonder is. dat de Russen goederen naar andere Europeesche landen konden uitvoeren tegen prijzen, waar tegen geen concurrentie mogelijk is van de zijde van landen, die voor goede sociale toe standen te hunnent zorgen. Door den invoer van Russische waren in Zwitserland toe tc laten maakte de Zwitsersche regcering zich schuldig aan de ondersteuning van het*vijf jarige plan der Sovjetregeering en nam zij een deel der verantwoordelijkheid op zich voor het erbarmelijke lot der Russische ar beidersbevolking en voor dc ontwrichting van het economische leven in dc andere sta ten van Europa. Het liberale kamerlid drong dus uit politieke, sociale en „Europeesche" overwegingen erop aan, dat Zwitserland den Volkenbond tot een gemeenschappelijke anti dumping-actie, die tegen de Russische uit voeren van waren beneden den prijs der wereldmarkt gericht zou zijn, zou aansporen. Het antwoord van den Zwitserschen minis ter voor economische aangelegenheden Schulthess was totaal afwijzend De minister was zoo kort en droog, als men bij mogelijk heid slechts zijn kan. Over de slechte ar beidstoestanden in Sovjet-Rusland, over de politieke zijden der kwestie, over de gevaren die het Russische dumping voor de geheele Europeesche economie medebrengt, geen woord! Hetgeen des te opvallender was, waar Zwitserland toch een der landen ls. die uit politieke overwegingen nog steeds geweigerd hebben de Sovjet-regeering te erkennen, en waar de Zwitsersche regeering zelf juist een paar weken geleden nog besloten had de Sovjetregeering niet uit te noodigen tot de internationale tentoonstelling voor Volks kunst, die in 1934 tc Bern zal gehouden worden De Zwitsersche regeering beschouwt deze geheele kwestie van het Russische dumping uitsluitend van onmiddellijk Zwitscrsch eco nomisch belang, zonder het oog op een eenigszins verdere toekomst gericht te heb ben. Sovjet-Rusland voerde In 1930 voor 18 12 millloen Zwitsersche franken naar Zwitserland uit, Zwitserland voerde in dat zelfde jaar voor 16 12 millioen Zwitsersche franken in Sovjet-Rusland in. Indien de Zwitsersche regeering den Russischen uit voer zou stopzetten, zou de Sovjet-regeering waarschijnlijk hetzelfde doen met de Zwit sersche industrieele artikelen en geen be stellingen in Zwitserland meer doen. De Zwitsersche regeering zal dus niet ingrijpen, ofschoon zij erkende, dat voor ongeveer 10 millioen Russisch graan, petroleum en ben zine beneden den prijs op de wereldmarkt door Rusland aan Zwitserland wordt ver kocht, Daar de Russische invoeren echter hoofdzakelijk goederen betreffen, die Zwit serland zelf niet voortbrengt, bestaat er voor Zwitserland geen reden, aldus redeneerde minister Schulthess, hier tusschenbeide te komen. Van een aansporing tot den Volken bond. om een gemeenschappelijke anti dumping-actie tegen Russische waren te on dernemen, wilde Schulthess natuurlijk even min iets weten. Trouwens, de Volkenbond had in het economische Volkenbondscomttë hierover reeds beraadslaagd en daarbij was wel gebleken, dat verschillende staten, die tot Zwitserland's economische concurrenten behooren. waaronder ook een paar groote mogendheden (Schulthess bedoelde hiermede natuurlijk Duitschland en Italië), aan een Volkenbondsactie tegen het Russische dum ping zeker niet zouden willen mededoen. Ten slotte nog een enkel woord over de ont wapeningsconferentie van Februari 1932 en volgende maanden. Nadat Henderson de vorige week een schrijven tot den Volken bond had gericht in het belang van het ver krijgen van gelijkvormige opgaven inzake den tegenwoordigen stand van bewapening in de verschillende landen, opdat deze opga ven internationaal vergelijkbaar zouden zijn, heeft thans Curtius een andere kwestie bij den Volkenbondsraad aanhangig gemaakt, die ook met het ontwapeningsvraagstuk ln nauw verband staat. De voorbcreidings- commissie-Loudon voor de ontwapenings conferentie had ln December besloten, dat de conventie voor de internationale bcwape- ningsvermindering den staten de verplich ting zou opleggen niet slechts jaarlijksche mededeelingen te doen omtrent den omvang van hun militaire luchtvloot, doch ook om trent den omvang van hun civiele luchtvloot. Graaf Bernstorff had in naam van Duitsch land ertegen geprotesteerd, dat een conven tie over de militaire bewapening zich met de luchtvloot voor handelsdoeleinden zou bezig houden, en de gedelegeerden van Amerika en van Nederland hadden zich bij dit verzet aangesloten. Het gevaar, dat burgerlijke luchtschepen in militaire zouden veranderd worden, had de meerderheid der commissie ertoe bewogen een bepaling op te nemen van de bovenaangedulde strekking. Curtius heeft thans aan den Volkenbond ln overwe ging gegeven, dat een afzonderlijke conven tie over publiciteit met betrekking tot de burgerlijke luchtvloot zal gesloten worden, opdat de aangevochten bepaling geheel uit het ontwerp-ontwapeningsconventle zal kun nen verdwijnen. De Volkenbondsraad zal ln Mei hierover beraadslagen en dan ook nog wel andere onderwerpen bespreken, waar over Curtius zich warm zal maken! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. VECHTPARTIJ. Zaterdagmiddag kregen twee personen, die onder den invloed van drank waren, ru zie, dip tot een vechtpartij kwam. Een der vechtersbazen, welke vrij ernstig gewond was, werd naar het St.-Antoniusgast huis vervoerd. Na verbonden te zijn en nadat proces verbaal was opgemaakt, kon hij huiswaarts keeren. BURGERLIJKE STAND LISSE Geboren: Helltje, dochter van J. H. v. d. Velden en H, de Graaff. Adrlanus Hendrlcus, zoon van M. J. v. Ruiten en O. H. Perr' s. bodewijk Maarten, zoon van D. Vergu C. Broekhu'/.en. Wilhelrnina Anna, d r van J. M. v. d. Eist en J. C. Elfering. Mat' !- da Cornelia, dochter van J. Meijer en P. H. v. Bakel. Overleden: Theodorus Pieter.se, oud 63 jaren. Johan Steenbrink, echtgen. van M. de Vos, oud 57 jaren. Ondertrouwd: Ondertrouwd: M. M. de Haas en M. v. d. Zwet. H. J. v. d. Wie! en A. M. v. Zeist; J. J. v. Kesteren en L. Zwiers. H. de Butter en H. P. Kuipers; C P. Warmerdam cn J. Vrij burg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 13