Waarom knoeien?
DE WERKLOOZEN.
Het licht op den toren.
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 13 APRIL 1931
VIERDE BLAD
Werkverschaffingen te Castricum en te Giethoorn.
Verandering in de steunregeling in verband met voorwaarden van het rijk.
W. en W. van Haarlem hebben in een uit
voerig voorstel aan den raad uiteengezet wat
door de gemeenet in den afgeloopen winter
gedaan is ter bestrijding van de werkloos
heid. 260 man werkten bij werken der ge
meente in eigen beheer uitgevoerd, 265 bij de
woningbouw en 240 bij ander uitbesteed werk.
Bovendien werden 50 werkloozen te Castricum
aan den arbeid gezet.
Totaal dus 815 man.
Thans bestaat er gelegenheid om 24 Haar-
lemsche werkloozen naar de rijkswerkver-
sohaffing te Giethoorn te zenden
De aanvang van de tewerkstelling is be
paald op Woensdag 22 April a.s. in den na
middag. Hoewel overkomst om de twee weken
zal plaatsvinden, zal de eerste maal overkomst
plaats hebben na 2 1/2 week. De tewerkstelling
kan eindigen aan het einde van November.
oZoals uit de voorwaarden blijkt, bedraagt
het inkomen per tewerkgestelde gemiddeld
f 15 (accoordloon) plus f 3.75 (toeslag) plus
f 8 (kostgeld) is f 26,75 (rond f 27). Veelal
zal "demand van zijn kostgeld van f 8 nog
iets overhouden, welk bedrag hij hetzij
aan zijn gezin, hetzij aan zakgeld kan beste-
den.
Bovendien blijkt uit de voorwaarden, dat
in den aanvang nog een trainingtoeslag wordt
gegeven.
De aan deze tewerkstelling verbonden kos
ten, bestaande uit loonen, huisvestingkosten,
en reiskosten zullen voor de gemeente per
man per week ongeveer f 33 bedragen; voor
24 man der halve 24 maal f 33 is f 792 (rond
f 800) en tot einde November over 32 weken
32 maal f 800 is f 25.600.
Voor sociale verzekeringen, eventueele ge
neeskundige behandeling, eventueele uitrus-
tingkosten enz. ware een bedrag van pl.m.
i 1.900 te rekenen, zoodat de totale kosten
moeten worden geraamd op f 27.500.
Het Rijk neemt tot 1 Mei as. 25 pet. der
kosten voor zijn rekening, zoodat voor de
gemeente 75 pet. resteeren. Tot Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland is het verzoek ge
richt een bijdrage te verleenen van de hellt
van hetgeen voor rekening van de gemeente
komt. Voor de gemeente blijft alzoo in totaal
37.5 pet. der kosten.
Is deze geboden gelegenheid om een 24*tai
gezinnen aan de steunverleening te onttrek
ken en een inkomen uit arbeid te verschaffen
ongetwijfeld niet zonder beteekenis, het
groot aantal werkloozen (het aantal werk
zoekenden ingeschreven bij de Gem. Arbeids
beurs bedraagt momenteel 1728, waaronder
1612 werkloozen, terwijl het aantal ingeschre
venen om denzelfden tijd als thans in 1930.
1005, in 1929: 951 en in 1928: 757 was) maakt
het zoo betoogen B. en W. verder noodig
dat nevens de tewerkstelling van Haarlem-
sbhe werkloozen in Giethoorn ook gedurende
de zomermaanden de werkverschaffing op het
provinciaal Landgoed te Castricum, oorspron
kelijk bedoeld alleen voor de wintermaanden,
zal kunnen blijven doorgaan, weshalve B. en
W. een daartoe strekkend verzoek hebben ge
richt aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw en aan Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland.
Afgescheiden van de hierboven uiteengezet
te voorzieningen, blijft voor de gemeente
Haarlem steunv er leening aan een groot aan
tal werkloozen over, welke steunverleening
groote offers van de gemeentekas vergt.
Het 'verschijnen van de circulaire van 7
Januari 1931 bood de gelegenheid van Rijks
wege bijdrage in de kosten voortvloeiende uit
de steunverleening te verkrijgen.
Dat de kosten voor onze gemeente niet ge
ring zijn, moge blijken uit het volgende: aan
de bouwvakarbeiders is in de maand Februari
j.l. pijn. 9.000 aan steun uitgekeerd, aan de
metaalbewerkers in dezelfde maand pl.m.
f 3.250, terwijl alleen aan steun aan uitge-
trokkenen gedurende het eerste kwartaal van
J931 is uitgegeven pl.m. f 30.000.
Nader overleg heeft tot gevolg gehad, dat
de Minister bereid is, zijn steunregeling bij
aanvaarding door den raad geldig te verklaren
voor de volgende, in onze gemeente werklooze
arbeiders: a. Land- en Tuinbouwarbeiders, b.
Meubelmakers en Stoffeerders, c. Metaalbe
werkers, d. Sigarenmakers, terwijl ook voor
bepaalde groepen transportarbeiders geldig
verklaring in uitzicht is gesteld.
Over het tijdvak van 22 Maart t.m. 2 Mei
as. (wanneer het percentage zal worden her
zien) is de Minister bereid 30 pet. bij te dra
gen in de gedane uitkeeringen, wat vermoe^
delijk zal neerkomen op een bedrag van ruim
f 350 per week. Hierbij zij opgemerkt, dat het
niet is uitgesloten, dat te eeniger tijd meer
dere groepen in de steunverleening worden
opgenomen, terwijl ook eventueel van 2 Mei
a.s. af het subsidie-percentage kan worden
verhoogd, tengevolge waarvan de bijdrage
van Rijkswege voor subsidie hooger zal wor
den.
Het tarief voor uitgetrokkenen is door den
Minister vastgesteld:
a. voor gehuwden en ongehuwde kostwin
ners tot een maximum van f 13.50 per week,
benevens f 1.50 per week per gezinshoofd
boven de 2 personen.
B. en W. zal voor kostgangers f 8 per week
als tarief voor de reglementair nog niet recht
hebbenden en dubbel-uitgetrokkenen worden
voorgesteld: a. voor gehuwden en ongehuw
de kostwinners tot een maximum van f 12.50
per week, benevens f 1.25 per gezinslid boven
de 2 personen; b. voor kostgangersf 8 per
week.
Voor ongeorganiseerden: a. voor geduwden
en ongehuwde kostwinners tot een maximum
van f 10 per week, benevens f 1 voor elk ge
zinslid boven de 2 personen; b. voor kost
gangers f 7 per week.
B. en W. merken op, dat weliswaar de Rijks
regeling niet rept van een afzonderlijke rege
ling voor de ongeorganiseerden, maar dat bij
nader overleg is gebleken, dat daartegen geen
bezwaar bestaat, terwijl B. en W. op deze
onderscheiding prijs stellen, mede ook hier
om dat de tarieven zooveel mogelijk zullen
overeenkomen met de reeds bestaande.
Een punt van verschil tusschen de vi-
geerende gmeentelijke steunregeling en de
Rijksregeling is de aftrek van de inkomsten,
zoowel van de gesteunden zelf als van de
leden van hun gezin. Bij de gemeentelijke
regeling wordt de helft, bij de Rijksregeling
2/3 in mindering gebracht.
Het rijk is niet genegen de Haarlemsche
regeling te aanvaarden, zoodat de helft der
gezinsinkomsten afgetrokken zal moeten
worden.
B. en W. merken op, dat de rijkshulp als
één complex van maatregelen moet worden
beschouwd. Het is derhalve niet mogelijk
daar een deel van te aanvaarden en een deel
te verwerpen. Afwijzing van de steunregeling
dreigt te leiden tot verlies van subsidies voor
de werkverschaffing, niet aanvaarding van
de werkverschaffing heeft verlies van de sub
sidie voor de steunregeling tengevolge.
ALGEM. VEREEN. VOOR
BLOEMBOLLENCULTUUR.
Overproductie van talpen.
ONTSTEMMING IN HET BUITENLAND.
Heden, Maandag, hield de Alg. Vereen, voor
Bloembollencultuur in de bovenzalen van „de
Kroon" haar aangekondigde algemeene ver
gadering.
De voorzitter, de heer E. H. Krelage,
zeide in zijn openingsrede o.m. het volgende:
Sedert de vorige algemeene vergadering
doorleefde de vereeniging een veelbewogen
tijdvak, rijk aan prettige zoowel als aan on
aangename ervaringen.
„Kon ik in onze December-vergadering nog
spreken van een naar omstandigheden ge
zonden toestand van het bloembollenvak,
omdat het van de wereldcrisis nog geen noe-
menswaardigen invloed had ondervonden,
in de sinds verloopen maanden heeft zich de
toestand gewijzigd, niet zoozeer als gevolg
van die crisis, dan wel als uitvloeisel van de
reeds eerder ongunstigen toestand in den
landbouw en in de groenteteelt, waardoor
steeds meer bedrijven in bollenteelt werden
omgezet. Een belangrijke uitbreiding der tul
penteelt was daarvan het gevolg en in de
laatste maanden hebben wij ons een denk
beeld kunnen vormen van den omvang van
de overproductie van dit artikel, door de
groote hoeveelheden getrokken tulpen, die
van ons land uit naar het buitenland ver
zonden zijn. Bestond dit te veel aan tulpen
niet, dan zou het aantal bloemen voor export
niet noemenswaardig zijn geweest, en al
thans niet den nadeeligen invloed op den
bollen-export hebben gehad, die dit seizoen
kenmerkt.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
Roep J. Lotfgering
Reinigen Verven Stoppen
Gr. Houtstr. 5a Tel. 10771
Deze moeilijkheden ondervindt de bollen-
export op 't oogenblik in hooge mate zoowel
in Engeland, als in Duitschland en Frank-
rijk. De verklaring dat de verzenders der
bloemen geheel afzonderlijke bedrijven heb
ben en dat zij in geen verband staan met de
exporteurs van bloembollen, blijkt niet. vol
doende om de buitenlandsche klanten te be
vredigen.
Zij hebben slehcts ook voor 't feit, dat op het
zelfde oogenblik, waarop zij gereed staan de
door hen zeiven getrokken bloemen aan de
markt te brengen, waarvoor zij de grondstof:
bloembollen uit Nederland tegen normale
prijzen hebben gekocht, hun land over
stroomd wordt door Nederlandsche bloemen
van bolgewassen, tegen zeer lage prijzen voor
evengoede kwaliteit als die de buitenland
sche trekker zelf heeft gekweekt.
De ontstemming van den buitenlandschen
broeier als geregelde kooper van Nederland
sche bloembollen is volkomen gerechtvaar
digd, en zou zich in de toekomst wel eens
kunnen uiten in onthouding van den aan
koop van bloembollen.
Wil men het zoover laten komen? En hoe
zal men het uiterst moeilijke vraagstuk op
lossen?
Wanneer men doorgaat, jaarlijks een
teveel aan bloembollen te telen, zal het over
schot steeds via de veilingen de trekkers in
ons land bereiken en zullen deze doorgaan
hun honderden millioenen tulpenbloemen op
de buitenlandsche markt te werpen. De ver
koop van bollen aan de buitenlandsche trek
kers zal daardoor belangrijk inkrimpen.
Neemt men zich echter voor, zijn overschot
niet tegen lagen prijs op te ruimen en wordt
deze gedragslijn algemeen gevolgd, dan zul
len de binnenlandsche trekkers niet in staat
zijn goedkoope bollen voor den vroegbroei te
krijgen en wordt een eind gemaakt aan de
overstrooming der buitenlandsche markten
met bolbloemen.
Dit zou natuurlijk beteekenen, derving van
eenig geldelijk voordeel, maar men zou er
zich het behoud van de buitenlandsche koo-
pers door verzekeren. Het geeft echter niets,
of de eenling dat doet; het moet algemeen
geschieden en de ervaring heeft nu wel af
doende geleerd, dat men, althans bij het ar
tikel tulpen, waarop het hier aankomt, niets
bereiken kan door afspraken of verbintenis
sen op het gebied der teeltbeperking.
En daarom zal het verloop van deze in
zinking zich wel niet onderscheiden van dat
van overeenkomstige vroegere perioden, en
zal door den gebruikelijken kringloop van
lage prijzen inkrimping van teelt her
stel van de juiste verhouding tusschen teelt
en verkoop weer een normale toestand
worden bereikt.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis
van het bloembollehbedrijf wordt gevuld
door hetgeen zich in Amerika heeft afge
speeld bij de conferentie, door de Plant-Qua-
rantaine Administration uitgeschreven ten
einde na te gaan of het invoerverbod voor
narcissen gehandhaafd moest worden.
Uit de mededeelingen van een comité van
in Amerika vertoevende Nederlandsche bol-
lenexporteurs, opgenomen in het Weekblad
voor Bloembollencultuur, is af te leiden dat
eenige andere Nederlandsche firma's in on
derling overleg al het mogelijke in het werk
hebben gesteld om het invoerverbod voor
narcissen door de Amerikaansche regeering
te doen handhaven.
Het is in hooge mate bedroevend en te
leurstellend, dat daaronder firma's zijn, die
wij meenden tot de eersten van ons vak te
mogen rekenen, wier firmanten of directeu
ren deel uit maken of gemaakt hebben van
onze besturen en onze commissies, wier in
zendingen geregeld op onze keuringen ver
schijnen, en die wij nimmer in staat zouden
hebben geacht tot een actie in zoo flagran-
ten tijd met het algemeen belang van den
Nederlandschen bloembollenhandel.
Wij kunnen een open oog hebben voor de
belangen, die deze firma's allengs in Ameri
ka hadden verkregen, wij zouden er vrede
mede kunnen hebben indien zij, ter liquida
tie van die belangen, een overgangstijd had
den bepleit, vóór dat tot eventueele openstel
ling van Amerika voor narcissen werd over
gegaan, maar er bestaan geen enkele ver
ontschuldiging voor de antï-Nederlandsche
houding, die zij hebben aangenomen en het
is nog zeer de vraag, of zij hun eigen belang
daarmede hebben gediend.
Wij zullen eens rustig moeten overwegen,
of er iets. en wat. gedaan moet worden om
het vakbelang te vrijwaren tegen een herha
ling van het gebeurde. Overijlde maatrege
len. onder den verschen indruk der alge
meene verontwaardiging, verdienen stellig
geen aanbeveling, en terugwerkende kracht
zouden eventueele reglementaire bepalingen,
die wij noodig mochten achten, tóch niet
kunnen hebben. Maar in allen gevalle kun
nen de vereenigingen er tegen waken, dat
aan degenen, die ons vak dit hebben aan
gedaan, posten van vertrouwen in het orga
nisatieleven worden toevertrouwd".
Voorts vestigde spr. de aandacht op het
schitterend slagen van de Kerst- en de Fe
bruari - ten toons teil tngen
Hierin ligt een aanwijzing, dat op dezen
weg moet worden doorgegaan en dat regel
matig Kerst- en Februari-tentoonstellingen
in het eigen gebouw moeten worden gehou
den.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Adriani, Prinsenbolwerk 5, armband, Co-
ment, Scheeperstraat 19rood, bril in étui.
Ratsma. Oude Raamstraat lOzw.. ceintuur.
Balm, Kamperstraat 32, geldstuk. Vos, Schre-
veliusstraat 50, horloge. De Jager, Minahas-
sastraat 8. hondenhalsband. Kennel Haerlein,
hond, gevonden door Jansen Spaarnwouder
straat 19; idem, hond, gevonden door Jorna,
Azaliastraat 27; idem. hond. Ten Have,
Spionkopstraat 2, kerkboekje (R.K.). Veer
man, Goedzeestraat 10. mes. Reinalda. Tesla-
straat 36. portemormaie met inh. Bijnema,
A. L. Dyserinckstraat 56, onderdeel van vlie
genden hollander.. Hogervorst, Spaansche-
vaartstraat 105, portefeuille met inhoud.
Baas, Pijnboomstraat 70. rijwielplaatje. Ro
mein, Spaarnhovenstraat 40. rozekrans. v. d.
Kort, H. van Alphenstraat 6, rijwielplaatje.
Braak, Glasblazerstraat 19, trui. De Nijs,
Spaarnoogstraat 20, nijptang.
BURGERLIJK ARMBESTUUR.
Ter verbetering van de huisvesting van
het Burgerlijk Armbestuur in het Proveniers
huls aan de Groote Houtstraat no. 144 is
een plan gemaakt. De kosten worden begroot
op f 6.415.
Het komt B. en W. gewenscht voor tegelijk
met de verbouwing in de bestaande en nieuw
te maken lokalen eene centrale verwarming
te doen aanbrengen. Het meest economisch
is het maken van een warmwaterverwar
ming, gestookt door cokes, omdat er een
concierge is, die voor het stoken kan zorg
dragen.
De kosten van aanleg der verwarming met
inbegrip van het maken van een nieuwen
schoorsteen, breek-, timmer-, metselwerk
enz., benevens het verven van radiatoren en
leidingen worden begroot op f 4750.
B. en W. stellen den Raad voor tot uitvoe
ring van genoemde werken een bedrag van
f 11165 beschikbaar te stellen.
BEZUINIGING OP DE INDISCHE
DEFENSIE.
ZESTIG MILLIOEN IS GENOEG.
Aneta seint uit Batavia, dat blijkens de
Memorie van Antwoord inzake de crisismaat
regelen in 1934 de gewone uitgaven van het
departement van oorlog de f 60 millioen niet
meer te boven zullen mogen gaan, Uitgaven
voor moderniseering van de defensie middelen
blijven voorhands achterwege. Voorloopig
wordt' afgezien van de kustverdedlgings-
werken van Soerabaja, de luchtverdiging van
Soerabaja en Tandjong Prlok en de verdedi
gingswerken van de oliehavens Ballk Papan
en Tarakan op Borneo. Verdere bezuiniging
wordt overwogen door reorganisatie van het
leger, eventueel door vermindering van be
paalde eenheden. De Volksraad za! hierom
trent worden gehoord. Onzeker is of inkrim
ping reeds in de begrooting voor 1932 kan
worden opgenomen.
Voor 1931 wordt op den buitengewonen
dienst 48 mille bezuinigd op wo
ningbouw; op den gewonen dienst
ruim f 4 millioen, waarvan ruim f 3
millioen op materleele voorzieningen en
defenslemoderniseering en de rest op oefenin
gen en personeel.
Voor de handhaving van rust en orde blijft
het leger ten volle berekend.
A. V. R. O. ACTIE-COMITé
HAARLEM.
Zaterdagmiddag was het feest voor do
kleine luistervinken van de A.VH.O. in den
Schouwburg aan den Jansweg, die met
A.V.R.O.-viaggen was versierd. Er was geen
plaats onbezet en de kinderen hebben echt
genoten.
Namens het Comité sprak de heer Van Eek
een kort welkomstwoord. Spr. gewaagde van
de plannen voor het houden van een optocht
op Hemelvaartsdag en wekte de kinderen op.
de A.V.R.O.-vlag mee te nemen. Voorts zelde
spr. dat de comités zullen blijven strijden
voor verlengden zendtijd op eigen zender.
Daarna was het woord aan mevr. Antoinette
van Dijk, de bekende en beminde verzorgster
van het wekelljksch kinderuurtje der A.V.R.O.
Men weet het: Antoinette van Dijk heeft
er slag van de kinderen dadelijk te pakken.
Er gaat van haar vriendelijke, sympathieke
en ook 'n klein beetje „ondeugende" persoon
lijkheid iets uit. dat onmiddellijk iets in de
kinderziel doet meetrillen. Wat 'n succes had
zij met haar aardige A.V.R.O.-liedjes, vooral
met het poppenlled voor de meisjes en het
reislied voor de jongens, waarbij de kinderen
voortdurend in de handeling worden betrok
ken.
En niet minder groot was het succes van
den heer Henri Nolles. die met virtuositeit
de poppenkast vertoonde, waarmede hij de
avonturen van Tom in Kabouterland de
revue deed passeeren. Het was een genot, te
zien hoe de kinderen meeleefden en te hoo-
ren. hoe Tom telkens gewaarschuwd werd,
als 'de booze houthakker in aantocht was!
ons compliment aan den heer Nolles voor
zijn vroolijke inleiding, voor de aardige
décors en de mooie poppen. Zijn succes was
wèlverdlend.
Tenslotte weer optreden van mevr. An
toinette van Dijk als grootmoeder, die sprook
jes vertelde. Het was meesterlijk zooals zij dc
geschiedenis van Asschepoester verhaalde.
De kleinen waren een en al spanning.
Toen nog wat versjes en daarna had d«
heer Van Eek de aangename taak de uitvoe
renden, waarbij ook de pianiste mevr. De
Ridder, te bedanken. Een jongen bood mevr.
De Ridder en een klein meisje mevr. van Dijk
bloemen aan. De heer Nolles ontving ook een
souvenir.
Het was een aardig besluit, van den 700
welgeslaagden middag: grootmoeder in haar
makkelijken stoel op het tooneel, met de
kleine meid op haar schoot, die haar de
mooie bloemen had gegeven!
HET JUBTI EUM VAN
„SINT CAECILIA".
Ter gelegenheid van zijn eerste lustrum
hield het R.K. Mannenkoor „Sint Caecilla
Zaterdagmiddag een receptie in het gebouw
„Sint Bavo". welke zeer druk bezocht werd.
Telegrammen met gelukwenschen waren
gezonden door den R.K. Vrouwenbond, door
het Tweede Kanvrlld Ch. van de Bilt. rector
J, P. J. Kok. prof Th. van der Wiel en den
heer P. J. van Kcssel, voorzitter van de Sint
Vincentiusvereeniging, welke allen ln het
ecre-comité zitting hadden genomen.
Bovendien werd het jublleerende bestuur
met een aantal fraaie bloemstukken verrnst
en wel van den R.K. Volksbond, den R.K. Gra-
fischen Bond, dc Koninklijke Liedertafel
„Zang en Vriendschap", den Bond van Over
heidspersoneel en den Bouwarbeidersbond
„Sint Jozef".
Aanwezig waren deputaties van de corpo
raties „Alberdingk Thijm". den Chr. Oranje-
bond, „Zane on Vriendschap", den Bond van
Overheidspersoneel, den R.K. Bond van Han
dels-. Kantoor- en Winkelbedienden, den R.K.
Grafischen Bond, den R.K. Bond van Technici
den Bouwarbeidersbond „Sint Jozef", den R.K.
Volksbond, het Comité van Katholieke Actie,
dc R.K. Middenstandsvereeniging en de Ka
tholieke Oratorlumvereeniging.
Mgr. J. D. J. Aengenent was verhinderd op
de receptie tegenwoordig te zijn en had het
bestuur zijn welgemeende gelukwenschen
doen overbrengen.
DOODELIJK ONGELUK OP EEN MOTOR-
LOGGER
De schipper van den motorlogger ..Katwijk
149", Arie van der Plas, 31 jaar oud is op zee
tusschen de winch bekneld geraakt en aan
de gevolgen overleden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN fcfl Cu. prr reRcl.
Naar buiten op een KIEOfM*
Verlaagde prijzen Stokvis fabrikaat
FEUILLETON.
Avonturen van een journalist-detective
gedurende den grooten oorlog.
yertaald uit het Deensch
door P. J. AERSSENS
19)'
Nu wandelde Vosz de Landmarkt op en
belde in een publieke telefoon Cronsen
op.
„Is er nog geen antwoord gekomen van dien
man uit Hamburg?"
„Ja, ik heb juist een telegram ontvan
gen".
„En?"
„Kan helaas niet komen. Aaboe kan de
zaken verder afdoen".
„Is dat alles?"
„Ja en van Aaboe hebben we niet vee:
te verwachten".
„Och nexen. Maar u zult 't zien, die meneer
Hansen komt nog".
„Denkt u dat?"
„Ik zou erom durven wedden, dat hij
morgenmiddag hier is".
„Hoe zult u dat aanleggen?"
„Nog 'n telegram sturen. Mag ik mij weer
van uw naam bedienen?"
„Gerust!"
„Goed. Is u vanavond nog op uw bureau?"
„Ja, da't wil zeggen
„Het zou wel goed zijn, als ik u daar nog
kon treffen".
„Waarom?"
„Omdat ik u binnen enkele uren een paar
arrestanten kom brengen. Zij wachten hier
yoor de val".
„Voor welke val?"
„Voor hun eigen hol"
„Waar is dat?"
„In de crypte van de Trinitatis-kerk. Maar
excuseer me; ik heb haast. Ik zal nog even
een telegram naar Hamburg verzenden".
„Afgesproken".
Vosz telefoneerde nog gauw met het tele
graafkantoor en gaf een telegram op. Dan
dook hij weer in zijn nis. Petersen stond nog
steeds naast zijn mandje met bloemen.
Het was nu negen uur.
Het liep tegen half tien en daar hoorde
hij een zacht geruisch. Hij sloop naar voren
om te kunnen zien wat er gaande was en hij
zag, wat hij verwacht had. De gedenksteen
week langzaam terzijde, heel langzaam. Aan
den eenen kant was nu een opening, gx-oot
genoeg om een mageren man doorgang tp
verschaffen. Vosz zag een hand te voor
schijn komen. De hand tasttte over den
rand van het voetstuk en klemde zich dan
stevig vast, alsof de persoon, wien deze hand
toebehoorde, voornemens was zich op te
trekken.
Vosz bleef waas hij was. Hij gaf Peter
Petersen, die zich vlug in een hoek terug
getrokken had, een teeken, dat hij zich voor
loopig kalm moest houden. Deze val zou haar
werk zelf wel doen.
En zoo stond Vosz dan eenige minuten met
een kalmte, die waarlijk verbluffend was.
Hij zag, hoe de hand door een arm ge
volgd werd en dan verscheen het bovem
lichaapi, van een kieinen goedgekleedert
man.
Vosz stond gereed om toe te springen.
Maar het was nog te vroeg.
De man keek eerst omzichtig rond. Toen
er niets verdachts te bespeuren viel, boog
hij zich voorover, stak zijn arm door de
opening en trok een tweeden man naar boven.
Samen duwden zij de steen op zijn oor
spronkelijke plaats en grepen dan het ijze
ren hek vast, hetwelk het gedenkteeken om
gaf, met de bedoeling er overheen te klaute
ren. Doch op hetzelfde oogenblik stieten
beiden een doordringenden gil uit en klamp
ten zich vaster en vaster, bijna krampachtig,
vast aan het hek, dat onder electrisdhen
stroom stond.
Nu sprong Vosz toe. Ook Petersen, die
zijn vrouwenkleeren afgeworpen had, was ter
plaatse, en een oogenblik later hadden de
beide mannen de handboeien om.
Buiten zichzeive van woede keken zij Vosz
aan en hij, die 't eerst over de omheining
wilde klimmen, sprak bevend van toorn:
„Wacht maar, m'n beste meneer Vosz. Nog
*n poosje geduld en u bent aan de beurt, u
en Yvonne. Dat zult u ons duur betalen".
Deze woorden deden Vosz goed.
Had Yvonne hen dan werkelijk verlaten?
Was het niet haar bedoeling geweest om hem
in den rug aan te vallen? Was de vrees dan
alleen te wijten geweest aan zijn oververhitte
fantasie?
Hij dorst het nog niet te gelooven, maar
wilde er nu verder niet meer aan denken
Er was nog zooveel, dat zijn gedachten in
beslag nam.
Vosz liet door Peter Petersen, den kran-
tenverkooper" en eenige agenten, die in de
buurt geposteerd waren, de beide arresten-
ten naar het politiebureau brengen.
Zelf stapte hij op het gedenkteeken toe
Hij sprong op het voetstuk, zette zijn
schouder tegen den zwaren steen en duwde
dien opzij. Het ging gemakkelijk, heel licht
zelfs en voor zijn voeten lag nu een donkere
diepe schacht. Hij draaide zijn electrische
lantaarn aan en keek in de diepte. Onge
veer anderhalven meter onder den grond zag
hij een soort stoepje. Hij liet zich naar be
neden zakken en bevond zich nu in een graf
kamer.
Hij gruwde even, toen hij zag, dat dat
gene wat hij voor een stoepje gehouden had,
een grafsteen was, Het gat waar hij zich
doorheen had laten zakken, was blijkbaar in
groote haast uitgehouwen: op den grond lag
een hoop steenbrokken en kalkstof.
Alles was werkelijk zoo, zooals Vosz het
zich voorgesteld had. Er was eigenlijk niets
wat hem nog kon verrassen, ook niet een
tweede gat, in den muur, welke deze graf
kamer van een andere scheidde.
Vosz kroop op zijn knieën door de opening,
welke ongeveer een meter hoog was. In het
nieuwe vertrek, waar hij nu kwam, bevon
den zich vier graven, twee groote en twee
kleine, blijkbaar kindergraven. Waarschijn
lijk was dit dus een familiegraf.
Maar Vosz had nu geen tijd, om zich in
beschouwingen te verdiepen. Hij moest verder.
In den muur gelegen tegenover dien, waar hij
zooeven doorgekropen was, zat weer een gat.
Vosz liep aldoor verder en vond nog drie
muren, alien met een uitgehouwen opening
Ieder ander zou op zulk een ontdekkings
reis een vreemde en griezelige gewaarwor
ding gevoeld hebben. Vosz liet zich echter
niet afschrikken. Omgeven door grafzerken
en te midden van deze muffe atmosfeer en
de vochtige muren, een modderlgen bodem
met vleze spinnewebben in de hoeken, be
dacht hij hoe noodzakelijk het was, deze
ruimte flink te ventileeren. Anders zal het
hier minder behaaglijk zijn, overlegde hij
bij zichzelf.
Eindelijk kwam hij in het laatste ver
trek. Zooals aan alles duidelijk te zien was,
hadden de beide boeven deze kamer ingericht
als „werkkamer". Het rook er naar petro
leum. Kwam uit! Daar stond een petroleum
lamp, die-nog maar pas uitgedoofd was.
Toen Vosz het licht van zijn lantaarn door
het vertrek liet schijnen, zag hij een aller
zonderlingste inrichting.
In 't midden stond een groote, vierkante
grafsteen die blijkbaar voor een soort schrijf
tafel gebruikt werd. Daarnaast een geheim
zinnig toestel; veel draden en knopjes en,
.aueiijes; zeer ïngen.eus geconsirueeru. Hier
bij liet Vosz echter zijn gedachten niet lang
sti'. staan; hij had zoolets hier verwacht.
Maar daar stond ook eentelefoon!
Hier onder in de crypte der kerk, in een
grafkamer, die misschien honderd en meer
jaren dichtgemetseld was geworden, hier
stond op een grafsteen een telefoon.
Nu begreep hij, hoe het die beide kerels
mogelijk was met Yvonne te tclefoneeren,
terwijl zij toch in den toren waren. Toen hij
dat zij hun schuilplaats verlaten hadden. En
zijn plan was dan ook geweest ,hen te van
gen, ais zij naar binnen wilden.
Maar nu was ook dit raadsel opgelost. HIJ
nam den hoorn op en belde.
Vosz kou zijn eigen ooren nauwelijks ge
looven, toen hij de stem van de telefoonjuf
frouw hoorde, die zich meldde:
„Stad".
„Kunt u mij ook zeggen Juffrouw, van
welk nummer uit ik hier telefoneer?"
„Van welk nummer uit u telefoneert?"
„Ja".
„Dat is stad 2965. Maar u kunt het num
mer toch op het toestel vinden?"
„Neen, Juist niet. Het nummer Is verwij
derd", sprak Vosz. Dan vroeg hij:
„Op wiens naam staat 2905?"
Enkele oogenbhkken later kwam het ant
woord:
„Thomsen. Noordstraat".
Nu ging Vosz een licht op! Dit was dus de
telefoon uit de woning, die de beide boeven
van den kunstschilder Harald Thomsen ge
huurd hadden, vlak tegenover het kantoor
van Viggo Hansen. Dat één van hen electro-
technicus moest zijn, daar hoefde hij niet
aan te twijfelen. Het was werkelijk vernuf
tig bedacht!
(Wordt vervolgd).