LETTEREN
EN KUNST
HAARLEM'S DAGBLAD
TOONEEL IN AMSTERDAM.
KON. VER. HET NEDERLANDSCH
TOONEEL.
MENSCHEN IN T HOTEL.
Eindelijkeindelijk is het er dan toch.
het lang verbeide, groote succes bij de Kon.
Ver. „Het Neaerlanasch Tooneel". Avond aan
avond is de Stadsschouwburg te Amsterdam
bij de voorstellingen van „Menschen in 't
Hotel" stampvol en het laat zich aanzien dat
dit stuk van Vicky Eaum de Schlager van
het seizoen op het Leidsche Plein zal wor
den. Dat Ls in dezen voor het tooneel te Am
sterdam zoo moeilijken tijd een extra geluk-
wensch waard.
Het lijkt mij wel zeker, dat dit groote suc
ces meer aan den roman dan aan het too-
neclstuk van Vicky Baum te danken ls. Het
is heel twijfelachtig, of het stuk zoo zou heb
ben getrokken en het publiek in die mate
geboeid, wanneer het boek ..Menschen in 't
Hotel" niet had bestaan. Het zijn dc por
tretten van do personen uit den roman, die
men op het tooneel herkent en met vreugde
begroet. Daar is Grusinskaja, de Russische
danseres, die de herinnering wakker roept
aan de kort geleden zoo tragisch gestorven
Anna Pawlowa, daar is Flammchen, het ty-
pistetje, dat de liefde even goed als een zaak
beschouwt als het machineschrijven. Baron
Vou Galgern, wien men zijn sympathie niet
kan onthouden, al breekt hij ook telkens
weer bij hotelgasten in om te stelen, Prey-
sing, dc textiel-koning van Fredersdorf, die
altijd correct als zakenman en echtgenoot
is geweest, totdat de groote stadslucht ook
hem te pakken heeft, dokter Otternschlag,
de eenzame balling In het drukke stadsge
woel en Krlngeleln, ja Kringelein vooral, het
armzalige boekhoudertje, dat in de enkele
weken, die hem nog te leven overblijven, wil
inhalen, wat hij in zijn eentonig, armoedig
bestaan :n Fredersdorf te kort is gekomen.
Dat het enkel maar portretten zijn en wij
alleen maar het uiterlijk te zien krijgen en
niets meer merkt het grootste deel van het
publiek, dat Vicky Baum's roman „verslon
den" heeft, nauwelijks op. Het kent Immers
de geschiedenis en het vult dus zelf wel aan,
waar het tooneelstuk hiaten vertoont. Een
voorstelling van een uit een boek getrokken
tooneelwerk geeft dezelfde sensatie als het
doorbladeren van een geïllustreerde uitgave
van een roman, nadat men die pas gelezen
heeft.
Kijk, kijk, daar heb Je dat fragment
ja. dat is 'n aardig gedeelte in het boek!
denkt men en bladert verder. Zie. dat is Von
Gaigern op het oogenblik, waarop hij bij
Grusinskaja is binnengedrongen. Jammer,
dat er ook geen plaats is voor dis opwinden
de klimpartij langs den gevel, dat was
toen je het las of Je voer 'n film zat Von
Gaigern valt ons eigenlijk tegen in zijn
blauwe, huiselijke pyjama, wij hadden hem
ons 'n beetje anders voorgesteld, minder
lang en ook meer ais de channeerende
„horame femmes". Maar- Grusinskaja is
wel precies, zooals wij haar gedacht hebben.
Vederlicht en van een tragische eenzaam
heid. Kijk, zooals ze daar zit op haar sofa
In haar (ariatan, als 'n gewonde vogel, her
innert zij aan den stervenden zwaan van
Anna Pawlowa. Ook aan een schilderij van
Degas denken wij. Prachtig is dat!
En daar hebben wij Preysing in de verga
dering met dc vertegenwoordigers van de
Chemnitzer-textlelfabriek. Ja, ja, zoo stond
het ook ongeveer in den roman. Maar van
een huisvader Preysing, den correcten" man,
die wat barsch en onvriendelijk is, als hij
tegen andere vrouwen dan tegen zijn Mulle
en zijn. dochters spreekt, hebben wij eigen
lijk niets gezien. Nu ja, heel even in het be
gin in de telefooncel, maar verder? Hij valt
in Berlijn wel heel gauw om.
O, daar is weer 'n t.ndcre plaat
Flammchen in de bar met Kringelein. Von
Gaigern en Preysing. Heel aardig, heel aardig,
maar toch niet precies zooals in het boek,
denk je. Nu ja, dat is zoo erg niet. zoo kan
het immers ook wel. En daar komt Kringelein
met Von Gaigern terug na zijn opwindende
rondvlucht door Berlijn! Grappig! En nu
wordt hij weer ziekarme Kringelein!
O, daar hebben we Preysing en Flammchen
op kamer 72 en naarnaasl op kamer 70 Krin
gelein, dood ziek, opzittend in zijn bed en
zoekend naar zijn portefeuille, die Von
Gaigern hem teruggeeft. Het is toch wel
jammer, heel jammer, dat wij niet meer
van Von Gaigern te zien krijgen, O. nu
komt straks die plaat van de inbraak bij
Preysing en dc dood van Von Gaigern. Hoe zon
die zijn? Ochzoo? Dat valt nu toch wel
wat tegen! Zoo doet het toch wel 'n beetje
drakerig aan. Nu Ja, het is ook maar 'n plaat!
Ach zoo. ls Grusinskaja nog niet naar
Praag? Slaapt zij nog od haar kamer ln h*>t
hotel? Even vergeet je den roman, wordt het
tooneel meer dan Illustratie alleen, wanneer
Grusinskaja telefoneert met de leege kamer,
waar Von Gaigern niet meer ls. Dat ls mooi,
dat is ontroerend mooi! Hoor dat fluisterend:
„Chéri, mon chéri", hoe vibreert de lierde
in die woorden! Elsa Mauhs geeft plots het
leven! Jammer; we krijgen weer 'n plaat. O'
wel aardig getcckend die hotel-hall ln den
vroegen morgen met die schoonmakende juf
frouw en den portier zijn overjas nog aan
dlc zoo gelukkig is, omdat eindelijk het
kindje geboren ls. Goed ls dat van Hunschc!
En er is ook wel stemming in heel dlc il
lustratie. Daar komt Kringelein met de pas
veroverde Flammchen. Naieve, goede Kringe
lein! Dat je zoo iets koopen kunt!"ja.
zoo stond het net zoo in den roman, herinner
je je nu. Maar Von Gaigern ls dood, mors
dood! Eigenlijk niet levend geweest! Daar
daalt Grusinskaja met haar impressario en
Witte, den kapelmeester, den hoteltrap ar.
Arme Grusinskaja, die nog niets weet van
den dood van den geliefden man. Ons mede-
lilden gaat naar haar uit. En daar gaat
Kringelein met zijn Flammchen, op weg
naar Engeland! Leuk tafereeltje met. al die
on foo'en azende bedienden op één rij.
Kringelein Ls gelukkig, hij zal nog ceni^e
dagen het leven genieten met volle teugen!
Voor hem schijnt, nu de zon! De draatdem
draa't. draalt aldoor. Nieuwe gasten! ..Er in,
er uit! Er in. er uit!" zucht Dr. Ottern
schlag. dc eenzame balling, die alleen Ls
achtergebleven ln de nu leege hall. Het ls de
laatste plaat en het boek is uit, het scherm
valt.
Is dit een tooneelstuk? Neen, het zijn
enkel fragmenten uit een boek. brokkelig,
min of meer onsamenhangend voor iemand,
die den roman niet gelezen heeft, maar vol-.
DINSDAG 14 APRIL 1931
komen begrijpelijk voor een ieder, die bij de
lectuur van Menschen in 't Hotel genoten
heelt. Het is er al niet anders mee dan met
alle uit romans „getrokken" tooneelstukken,
welke wij de laatste jaren op de planken
hebben gezien: Dc Opstandigen, Het Verraad,
Flierefluiters oponthoud, De Familie Stastok,
Boeren en Burgers, Boefje. Eigenlijk jammer,
dat Vicky Baum, die het tooneelstuk zelf be
werkt heeft, den roman niet heeft losgelaten;
dat zij de gebeurtenissen in het boek zoo
veel mogelijk op den voet hee t gevolgd. Fei
telijk ls het bock meer tooneel dan het too
neelstuk. En nog meer film! Welk een span
nende film zou er van te maken zijn, denk
je telkens, als je het boek leest.
Het begin van het tooneelstuk de telkens
beurt voor beurt verlicht wordende telefoon
cellen, waarin wij de verschillende hoofdper
sonen afwisselend in gesprek zien en hoo-
ren en zij zich dus op een zeer origineele
wijze als op het filmdoek aan ons pre
senteeren, is zeer aardig gevonden. Dat is le
vendig en er zit het „tempo" in van het
drukke, moderne hotelleven. En het eerste
tafereel de hall van het Grand Hotel
stelt, dank zij ook het goed typeerende, door
Johan de Meester ontworpen decor niet te
leur. Maar verder is Menschen in het Hotel
voor een tooneelstuk naar mijn smaak al te
„plaatjesachtig' hetgeen voor het publiek
blijkens het enorme succes allerminst een
bezwaar is.
En laat ik hier dadelijk aan mogen toevoe
gen, dat het den artisten gelegenheid biedt
tot rake typeering en sterk spel. Allereerst
noem ik Elsa Mauhs, die in de rol van Gru
sinskaja boven allen uitgaat en van deze
danseres veel meer weet te maken dan
enkel een episodische figuur. Deze naar lief
de hunkerende kunstenares is in het spel
van mevrouw Mauhs van een ontroerende
menschelijkheid, een figuur, die wij ons ook
later wanneer wij misschien de Menschen
in het Hotel al vergeten zijn zullen blijven
herinneren. Zij bleef aldoor van een fragiele
teerheid, trillend van leven, zoowel in haar
smart om het naderend einde van haar ar-
tistenloopbaan, als in haar plots gevonden
geluk der haar nog vreemde, jonge liefde.
Elsa Mauhs toonde zich in dit stuk weer
onze grande air.oureuse en eerste trage
dienne.
Voortreffelijk ook Frits van Dijk als het
doodzieke boekhoudertje, dat nog eens voor
zijn dood het leven wil leeren kennen, v, Dijk
ontwikkelt zich al meer en meer tot een van
onze beste acteurs. Tragi-komisch is dit bur-
gennanneke temidden van dit luxe-leven,
waarvan hij zoo gretig en met volle teugen
nog wil genieten. Het was heel fijn van spel,
vaag bijna, als in droomstemming soms.
Paul Huf, meer reëel als Preysing, vooral
goed in zijn benauwenis van het op hem aan
stormende ook voor hem nieuwe leven.
Een krachtig gespeelde rol. Nel Stants een
zeer natuurlijke, nu en dan geestige Flamm
chen. die de iiefde als een „nieuwe zakelijk
heid" beschouwt. Een heel mooie rol van
deze actrice. Zeer goed was ook Hans van
Meerten als Dr. Otternschlag, die zich na
zijn oorlogsondervinding afvraagt, of hij
eigenlijk nog bestaat of niet. Lief in haar
zorgzame bedrijvigheid, echt vrouwelijk,
Suzanne, de oude kamenier, door Marie van
Westerhoven gevoelig en met zeer natuurlijk
accent gespeeld. Willem Hunsche. uitstekend
als de portier, die voor de menschen in het
hotel niets ls dan de employé, maar in zijn
gedachten en zijn zorg voortdurend bij Zijn
vrouw in de kliniek is.
Johan de Meester had de moeilijke taak
Von Gaigern. die'in deze roman een zoo be
langrijke rol vervult, en ln het tooneelstuk
zoo stiefmoederlijk bedeeld is, te spelen. Von
Gaigern, de levensgenieter cn optimist, die
voor de misdaad geplaatst, telkens door
medelijden met het slachtoffer niet tot de
daad kan komen, kregen wij slechts heel
vaag te zien. Dit was meer aan Vicky Baum
dan aan Joh. de Meester te wijten. De Mees
ter bracht echter ook niet geheel de figuur
voor dezen sympathieken gentleman-dief
mee en trof het niet, dat hij zijn liefdes
scène met Elsa Mauhs, die zooveel kleiner en
fragieler is, moest spelen. Een acteur als
Gimberg zou als persoon dadelijk voor
deze rol veel meer uit zich zelf hebben mee
gebracht.
Maar als regisseur heeft de Meester zeer
knappe dingen gedaan. De decors vooral
de hall en de bar waren bijzonder geluk
kig geslaagd en de tooneelen daarin gaven de
sfeer van het roezige hotelleven zeer goed
weer. Dat van dc lange spelerslijst niet alle
rollen even sterk bezet waren, spreekt eigen
lijk vanzelf vooral in de vergadering van
de textiel-fabrlkanten kwam dit uit en ook
aan distinctie schoten heel wat gasten in het
hotel te kort maar als geheel was het toch
een zeer boeiende voorstelling, die het suc
ces volkomen verdiende. Het Nederlandsch
Tooneel zal van Menschen in 't Hotel in dit
seizoen zeker nog zeer veel genoegen beleven.
Onder de bezoekers der voorstelling, welke ik
bijwoonde, zag ik talrijke Haarlemmers en
het lijdt geen twijfel, of zeer velen zullen de
volgende daaen uit onze stad nog naar Am
sterdam trekken om Vicky Baum's Menschen
in 't Hotel op het Leidsche Plein te gaan zien.
J. B. SCHUIL.
NIEUW LEVEN.
CABARET-AVOND.
Ecnige jaren geleden heb ik eens een caba
ret-voorstelling bijgewoond van de Geheel-
Onthoudersvereeniging „Nieuw Leven" waar
van ik nog altijd een prettige herinnering heb
bewaard. Met eigen krachten had Nieuw
Leven een aardig programma in elkaar gezet
en de „Vijf Follies" gaven een cabaret-num
mer, zóó beschaafd en goed en verzorgd, als
ik maar zelden nog van dilettanten heb ge
zien. Eigenlijk jammer, dat men het met
zulke krachten niet meer in die richting
probeert! Maar daar staat tegenover, dat de
leden waarschijnlijk ook wel eens gaarne
andere gezichten op het tooneel willen zien
en het is dus begrijpelijk, dat het bestuur voor
zulke avonden cabaret-artlsten van buiten
laat komen.
Zaterdag was het in de Gemeentelijke Con
certzaal op een cabaret-avond van Nieuw
Leven weer stampvol en met de beproefde
artisten. die men geëngageerd had. kon men
zeker zijn van het succes. Er was Barendini,
de bekende ventriloquist met zijn kleinen
kameraad August, die wij hier al op zooveel
cabaret-avonden hebben gezien, er waren
Les Juanitas, op het programma vermeld als
„danseurs de Paris", maar die Parijs blijk-
baar al heel lang hebben verlaten, daar men
ze telkens op de programma's in Holland weer
tegenkomt, en dan waren er niet te ver
geten Tholen en Van Lier, die maar op het
tooneel behoeven te verschijnen om zeker te
zUn van het applaus! Het is in een groote
zaal als van het Gemeentelijk Concertgebouw
altijd moeilijker contact te krijgen dan in een
meer intieme omgeving en dit bleek ook wel
duidelijk bij het aardige nummer van Baren
dini, wiens kleine vriend August alleen maar
op de voorste rijen was te verstaan. Maar het
publiek was goedlachs en zij, die achter in de
zaal zaten en August niet verstonden, lach
ten toch maar mee, omdat het publiek vóór
zoo'n plezier had en August telkens zulke
gekke kreten slaakte!
En Tholen en Van Lier zouden het contact
wel krijgen als was de zaal nog twee maal
zoo groot! Zij zingen hun liedjes met zulk een
entrain en levendige voordracht, dat zij het
publiek er dadelijk „onder" hebben! Tholen
en Van Lier vullen elkander aan, het zijn
twee, die bij elkander behooren, zooals C. en
A., Vroom en Dreesman, Peek en Cloppen-
burg!
Toen ik vóór de pauze heenging, omdat
mijn beroepsplicht mij naar Bloemhof" riep,
was de stemming er in de zaal en ik twijfel
dan ook niet, of Nieuw Leven heeft weer veel
genoegen van dezen cabaret-avond gelrad.
VRIENDSCHAP ZIJ ONS DOEL.
ZENUW-PATIëNTEN.
„Vriendschap zij ons Doel", houdt het voor-
loopig nog maar bij de gemakkelijk te spelen
kluchtige blijspelen, waar de vereeniging heel
verstandig aan doet! De spelers zijn met een
voudige stukken zooals Nlelen's Zenuwpatiën
ten het zekerst van succes en daarom is het
bij deze vereeniging toch in de eerste plaats
om te doen. Voor zulk soort werk eigenen de
krachten van V.Z.O.D., die wijselijk moeilijker
stukken ontwijken, zich ook het best.
Ik kon maar een bedrijf van Zenuw Patiën
ten bijwonen, maar dat was voldoende om
te zien, hoe er gespeeld werd. Van strenge
regie moeten de spelers van V.Z.O.D. blijk
baar niet veel hebben; ieder vertrouwt er op
eigen kracht en Gerard Nlelen zorgt met zijn
Zenuwpatiënten wel voor de lach! De zaal
had uitbundig pleizier om al die bulderbas-
sende zenuw-lijders en het lawaai op het
tooneel werkte aanstekelijk op de zaal. Zoo
was er wisselwerking tusschen de menschen
voor en achter het voetlicht.
Het spel-peil in V.Z.Ó.D. is weinig veran
derd sinds ik de laatste maal een voorstelling
van deze vereeniging bij woonde. Men heeft
bij V.Z.OJD. blijkbaar even veel. pleizier in het
spelen als bij de andere Haarlemsche vereeni-
gingen, waarmee ik niet wil zeggen, dat men
er ook even goed speelt. Het best was de heer
H. van de Eikhof, die als de neurastenicus
Tromp den gang op het tooneel er in hield!
De anderen volgden hem allen, naar hun ver
mogen met het resultaat dat de Zenuw-Pa-
tienten 't publiek kostelijk vermaakten. Zoo
dat. wij kunnen zeggen, dat V.Z.O.D. veel
plezier van Nlelen's stuk heeft gehad!
J. B. SCHUIL.
(Reeds in een deel van een vorige
oplaag opgenomen)
DE HEER PLESMAN OVER
HOLLAND—INDIë.
Nog een paar wenschen.
IN DE TOEKOMST VIJF DAGEN REIZEN?
Zaterdag 14 Maart, toen de PHAïT. te
Batavia is aangekomen, heeft het „Bata-
viaasch Nieuwsblad" dadelijk den heer Ples-
man, die de reis wellce tien dagen duurde
had meegemaakt, geïnterviewd.
Wij lezen hierover in het Hbld.:
Het vertrouwen van de Indische regeering,
blijkende uit haar krachtige medewerking, in
de Indische luchtvaart gesteld, mag thans
reeds gerechtvaardigd heeten. De veronder
stellingen en verwachtingen, welke bij d& op
richting van de K.N.LL.M. werden uitgespro
ken, zijn volkomen bewaarheid geworden.
De eerste stap op den weg van verdere ont
wikkeling zal nu wel zijn het tot stand bren
gen van de verbinding MedanSingapore.
De heer Plesman maakte verschillende op
merkingen aan de hand van op den heenweg
'opgedane ervaringen.
Ten eerste zal men moeten zorgdragen, dat
vliegtuigen overal veel vlugger dan nu moge
lijk is, benzine en olie kunnen innemen.
De organisatie van de „Shell" is goed,
maar vereischt toch verbetering. De Ideale
toestand zou zijn, dat men overal binnen een
half uur duizenden liters benzine kan inne
men.
Ten tweede zullen de draadlooze verbin
ding en draadlooze richtingsbepaling tus
schen vliegtuigen en luchthavens behoorlijk
georganiseerd moeten worden, zoodat men
niet meer naar een vliegveld zal behoeven te
zoeken. Alle postvliegtuigen van de verbin
ding HollandIndië zullen een goede radio
installatie meekrijgen.
In de derde plaats moeten alle vliegvelden
van naehtverlichting worden voorzien, opdat
men onder alle omstandigheden het einddoel
kan bereiken, ook dan wanneer een vliegtuig
vertraging heeft ondervonden en daardoor in
het donker aankomt. Daarmede wordt ver
meden, dat men genoodzaakt is een traject
te bekorten en op een tusschenstation te
overnachten.
Ten vierde zal op vele plaatsen de trans
port-organisatie van en naar de vliegvelden
die vaak vrij ver van het hotel liggen,
waar men moet overnachten en daarmede
door een zeer slechten weg zijn verbonden
moeten worden verbeterd.
Wat de weekverbinding IndiëHolland be
treft, merkte de heer Plesman nog op, dat die
wekelijksche dienst ook voor de K.L.M. alles
gemakkelijker zou maken. De organisatie
wordt er door vereenvoudigd, zoowel voor
wat het personeel aangaat als voor het ma
terieel. Voor piloten en mecaniciens is een
belangrijk verkort verblijf in Indië door
dat zij uiteraard eerder met hun vliegtuig
terugkeeren heel wat aangenamer dan de
drie weken, welke zij nu hier te lande moe
ten doorbrengen In vele opzichten ls het
effect van een weekdlenst niet twee keer zoo
groot als van een twcewekelijkschen, doch
vele malen beter dan deze.
Voor Zakenmcnschen wordt de mogelijk
heid geopend om even naar Indië te gaan,
omdat de onderbreking slechts vijf weken be
hoeft te duren.
Indien de K.L.M. in zijn ontwikkeling niet
door onvoorziene omstandigheden of andere
oorzaken wordt geremd, voorziet de heer
Plesman, dat over een jaar of vijf, zes, de
reis in vijf dagen zal worden gedaan.
EEN BAZAR.
In de groote zaal van het gebouw „Het
Blauwe Kruis" op de Oude Groenmarkt wordt
a.s. Woensdag en Donderdag een bezar ge
houden door de Meisjesvereeniging „Nut en
Ontspanning" ten bate van de Oud-Kath.
Gemeente te Haarlem.
Van verschillende kanten ondervindt de
Meisjesvereeniging medewerking voor haar
bazarwerk. Nijvere handen zijn druk bezig
aan de verzorging van tal van mooie stands.
Ook aan de attracties voor dames, heeren en
kinderen wordt veel zorg besteed.
Een Comité van aanbeveling heeft zich ge-
vormd, waarin zitting hebben Mgr. H. T. J.
van Vlijmen (Bisschop van Haarlem), C. F.
Nieuwenhuyzen (Pastoor der Oud-Kath. ge
meente), P. van Thiel en M. Botman (leden
van het Kerkbestuur) en de dames C. M
Gravemaker, Th. W. SeijffertGroenhart en
A. L. Hol—Rol (Bestuur van de Dam es-
vereeniging „De Helpende Hand".
MARGUERITE COUPERUS.
De balladen en volksliedenzangeres mevr.
Marguerite Couperus is wederom uitgenoodigd
in Parijs dit seizoen op te tx-eden.
Op 24 April verleent zij haar medewerking
bij een programma van „Oude en Nieuwe
Muziek" in de „Salie Debussy", met Neder-
landsche geestelijke en wereldlijke gezangen
uit de Middeleeuwen: Renaissance 16e en 17e
eeuw.
Op 23 April treedt zij op voor de Société
d'Ateliers de Peinture; op den 25en voor de
„Soc. Internationale de MuSïque" te Parijs.
Met Marguerite Couperus zullen in Parijs
optreden de jonge Nederlandsche kunstenaars
R. Hazenberg plano en S. Dwinger viool, die
o.a. de Sonate no. 1 van N. Pijper uibvoeren.
VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE JONGEREN
ORGANISATIE.
De afdeeling Haarlem van deze vereeniging
houdt een bijeenkomst op Woensdag 15 April
in het geibouw van den Kegelbond.
Spreekster is Mevr. W. A. L. Ros-Vrijman
uit Den Haag, met het onderwerp: „De rech
ten van de vrouw".
Wat heeft de vrouw bereikt?
Wat wenscht zij nog te bereiken?
NED. NATUCRH. VEREENIGING.
Zondagmorgen maakte een zestigtal leden
van de afdeeling Haarlem der NN.V. onder
leiding van den bekenden Ornitholoog J.
P. Strijbos, een excursie naar de duinen der
Amsterdamsche Waterleiding.
Uit de groote opkomst bleek wel duidelijk
de belangstelling voor een dergelijken tocht
Altijd is het een genot door dit duingebied
te zwerven, zeker op zulk een moolen voor
jaarsdag en onder de prettige leiding van
iemand, die het vogelleven zoo door en door
kexit.
Waargenomen werden o.m. scholeksters,
kieviten, tureluurs, enkele wulpen, eenden,
dodaars, fitis, koolmees, boompieper, groote
lijsters, torenvalken, tpuiten. Verder werden
gezien oud wielewaalnest, een fazantennest
met drie eieren, verscholen in een meidoorn,
een merelnest, enz.
Om pl.m. 1 uur keerde het gezlschap voldaan
huiswaarts.
EEN KINDERBEWAARPLAATS IN
HAARLEM-NOORD.
Men schrijft ons:
Naar aanleiding van het berichtje over de
oprichting van een Kinderbewaarplaats in
Haarlem-Noord heeft zuster Schouten, van
het Maatschappelijk Werk voor Zieken, eens
gezegd, hoe zij daarover denkt:
„Is er een crèche in Haarlem-Noord noo
dig?"
Verschillende keeren werd mij dit gevraagd
en telkens weer kan ik er slechts op ant
woorden: ja, dringend en dringend noodig!
Er is er ook een noodig in het uitgebreide
Amsterdamsche kwartier met daaraan gren
zende Slaclithuisbuurt, maar toch het al
lermeest en het alleereerst in Haarlem-
Noord.
De moeders uit het Amsterdamsche kwar
tier, uit de Slachthuisbuurt kunnen nog,
al is het met tijdverlies, haar kindertjes
brengen naar de bestaande crèche in de As
terstraat, doch voor de moeders uit Haarlem-
Noord is dit onmogelijk!
Denkt u eens in: uit de Rivierenbuurt, uit
de Vogelbuurt, uit de Indische wijken, kin
dertjes brengen naar de Asterstraat!!
Ten eenenmale uitgesloten!
Hoe gaarne zouden ook daar de moeders,
die met te weinig inkomsten te kampen heb
ben er wat bijverdienen door een paar da
gen per week uit werken te gaan. of voor
huisverzorging te gaan werken, maar in
Haarlem-Noord kan dit bijna nooit! Telkens
weer hoor ik de klacht: „Ja, Zuster, ik zou er,
o, zoo graag wat bijverdienen, maar waar
moet ik de kleintjes laten?"
Hoe dikwijls zit ik met de handen ln het
haar, om een geschikte huisverzorgster te
vinden iix Haarlem-Noord.
In de binnenstad, in het Rozenprieel, ja in
de straten van het Amsterdamsche-, en het
Slachthuiskwartier, daar hebben we ze te
kust en te keur de flinke vrouwen, die o, zoo
gaarne de behulpzame hand bieden bij een
zieke die het prettig vinden voor ons te wer
ken: de „Asterstraat" zorgt wel voor de
kleintjes en de kleine verdiensten zijn zeer
welkom in dezen tijd van werkloosheid.
Wat een uitkomst de .Asterstraat" ls voor
ons werk, ls niet te zeggen!
Zijn de moeders zwak na lang ziek zijn en
de kindertjes thuis nog te druk en te bewer
kelijk voor moeder, we gaan even naar de
Asterstraat en de zuster daar weet wel een
plaatsje te maken.
Is 't moedertje te jong en te onervaren om
haar kindje te verzorgen, de „Asterstraat"
helpt en brengt baby door de eerste moei
lijke maanden, worden de kindertjes thuis
slecht verzorgd door onkunde of onwil, de
.Asterstraat" wascht ze, voedt ze, en onder
richt de moeders.
Waarom kan dit alles niet in Haarlem-
Noord? Waarom moet zoo'n groot deel van
Haarlem, het deel dat het meest zoo'n toe
vluchtsoord voor de kindertjes noodig heeft,
dit missen?
Uit gebrek aan geld? Neen, immers!
In Haarlem en Omstreken wonen toch ge
noeg menschen, die medeleven met hunne
minder gegoede medemenschen.
En indien men nog niet voldoende over
tuigd is van het nut en de noodzakelijkheid
van de oprichting van een kinderbewaar
plaats ook in Haarlem-Noord, laat men dan
ook eens gaan kijken ln de meer dan volle
crèche in de Asterstraat. Ziet, hoe heerlijk
daar de kleintjes spelen en slapen!
Laat de giften toestroomen, opdat spoedig
ook zoo'n heerlijk oord te vinden zal zijn in
Haarlem-Noord
Het giro-nummer van de penningmeeste-
resse, mevrouw E. van Dam—Cohen is; 12431.
INCEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Re
dactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst o? niet
geplaatst, wordt de kopij den Inzender niet te
ruggegeven.
BESTRIJDING VAN DEN
HANDEL IN VROUWEN.
Bestaat er nog wel zoo iets als „handel in
vrouwen", of is dit maar een legende, in het
leven geroepen door sensationeele tendens
romans, sensatie-films, congressen van phra-
zeerende philantropen enz. Men heeft wel ge
hoord van de rapporten van den Volkenbond,
die een handel naar z.-Amerika aan het licht
brachten, maar dat zijn excessen waar de
Volkenbond iets op moet bedenken, maar
waar wij ons hier in ons rustige, toch reeds
door de malaise voldoende geplaagde land
niet om behoeven te bekommeren.
Deze redeneering is oppervlakkig, maar er
is iets waars in, wanneer men nJ. onder
„handel" verstaat een romantische oplich
ting van geheel onschuldige vrouwen en
meisjes naar Buenos Ayres of Turkije.
Het is niet twijfelachtig dat ook zulke ge
vallen zijn voorgekomen, al draagt in de wer
kelijkheid zich alles altijd heel anders toe,
dan in de film en de tendenz-roman,, wat
niet zeggen wil dat de werkelijkheid minder
vreeselijk is, maar het gaat anders. Vandaar
dan ook dat ons „nationale comité) nimmer
gebruik heeft willen maken van de sensatie
film of het sensatie-boek voor propaganda.
Wij zijn begonnen bij de oprichting in 1900
van ons Comité (als tak van de „Internatio-
nale Vereeniging tot bestrijding van den
handel in vrouwen", opgericht te Londen in
1898 na de schokkende onthullingen van
William Stead in de Pall Mall Gazette), met
hier te lande een ernstig onderzoek in te
stellen naar het al of niet bestaan van dien
handel. De enquête werd gevoerd door een
inspecteur van politie te Haarlem, de heer J.
Balkestein, die daartoe een jaar verlof kreeg.
Aan het licht kwam dat een geregelde
handel in minderjarige Fransche meisjes ge
voerd werd, door groote Amsterdamsche bor
deelhouders die daarvoor agenten sonden
naar Parijs. Deze lokten daar jonge, meestal
wat lichtzinnige meisjes met valsche voor
stellingen en op valsche papieren naar Am
sterdam en wisten haar daar door intimida
tie tot het prostitutieleven in de huizen van
ontucht te brengen. Meestal werden zij spoe
dig vervoerd naar een bordeel in den Haag
en van daar naar Engeland en Z.-Amerika of
naar elders. Dit ging uit juist van de toen
maals officieel door de overheid erkende ge
stelde en gecontroleerde huizen van ontucht,
voor de oogen van de politie, die misleid wérd
of zich blind hield.
Onder invloed van deze onthullingen zijn
toen hier te lande en ook in andere landen de
officieele bordeelen gesloten, eerst in Am
sterdam in 1902, later in andere steden, ein
delijk in ons geheele land in 1911.
Doorgaand onderzoek, ook in andere lan
den, eindigend in het reeds geciteerd rapport
van den Volkenbond toonde aan dat de
hoofdoorzaak van den vrouwenhandel was
het bordeelwezen en de reglementeering van
de prostitutie. Daarmede was aangetoond,
wat reeds velen hadden begrepen, n.l. dat de
geheele prostitutie niet anders is dan vrou
wenhandel. Immers of die vrouwen nu min
derjarig of meerdei-jarïg. schuldig of on
schuldig zijn, of zij door bedrog of geweld'töt
prostitutie worden gebracht, of in lichtzin -
nigheid door zwakte, zwakzinnigheid, of
.slechtheid in de strikken vallen, die haar ge
spannen worden, het feit dat de Maatschap
pij vrouwen en kinderen vraagt die haar
lichamen verkoopen, dat zeer velen daar gel
delijk van profiteeren, daar van leven, deze
gelegenheden in het leven roepen, dat
maakt de handel uit Prostitutie is vrouwen
handel, en een overheid die dezen handel
'steunt, beschermt, regelt en er van profi
teert, is medeplichtig.
Nauw hiermede samen hangt de propagan
da voor den vrouwenhandel, d.i. de porno
grafie, de geheele z.g. prikkellectuur en vele
mondaine illustraties. Dit alles dient om de
hartstochten te prikkelen en te voeren naar
de prostitutie. Vandaar dat in vele van deze
illustraties advertenties voor Rendez-vous,
verdachte massage-gelegenheden enz. te
vinden zijn. Terecht heeft daarom de Inter
nat. Vereeniging tegen den Vrouwenhandel
(en dus ook ons Nat. Comité) de bestrijding
van de pornografie op haar programma ge
plaatst,
Dit alles bestrijdt deze Vereeniging, tegen
dit alles wil deze Vereeniging vrouwen en
meisjes beschermen. Daarom richtte zij in
Amsterdam een Informatie Bureau op in
welks bestuur alle groote Vereenigingen tot
bescherming van vrouwen vertegenwoordigd
zijn.
Met het Nationale Comité is voor eenige
jaren Samengesmolten de Ned. Vereeniging
tegen prostitutie, tak van de Fédération abo-
litionniste internationale, de bekende ver
eeniging door Mevrouw Butler in Engeland
reeds in 1875 opgericht, een vereeniging ge
richt tegen de reglementeering van Over
heidswege van de prostitutie, die dus reeds
lang vóór de „Vereeniging tegen den vrou
wenhandel" door W. Alex. Coste werd opge
richt, in alle prostitutie vrouwenhandel zag.
Toen in 1911 in ons land de officieele hui
zen van ontucht en de reglementeering door
de nieuwe wet waren opgeheven, was de tijd
gekomen waarop de Vereeniging tegen de
prostitutie kon samensmelten met het Nat.
Comité tegen den vrouwenhandel.
Dat de twee groote Intern, vereenigingen
riog niet zijn samengesmolten, heeft eigen
lijk geen reden, de oorspronkelijke groei
houdt dit nog tegen (het dateert uit den tijd
toen in de Vereeniging tegen den vrouwen
handel nog velen waren die meenden dat de
bordeelen onmisbaar waren, en alleen den
handel in minderjarigen en in vrouwen, die
bedrogen of gedwongen in dit leven waren
gekomen wilde bestrijden), maar het is
slechts een quaestie van tijd, want thans na
jaren langen strijd, staan beide vereenigin
gen volkomen op het zelfde standpunt.
Zoowel de Internat. Federatie als het Nat.
Comité lijden sterk in hun ontwikkeling aan
gebrek aan financieelen steun.
De Fédératie die haar zetel in Genève
heeft, die met alle volken in aanraking komt,
waar de oude toestanden nog bestaan, zou
veel krachtiger kunnen werken, en ons Comi
té zou zich veel meer kunnen ontplooien,
wanneer beide niet door gebrek aan geld ge
drukt werden.
Het is daarom zeer verheugend dat in
Haarlem (waar in verschillend opzicht dit
werk begonnen is) een dames-comité is op
gericht dat bedoelt zoowel het internatio
nale als het nationale werk te steunen.
A. DE GRAAF,
Voorz. v. d. „Fédération abolitionniste
internationale" en van het Nat.
Comité tegen den handel in vrouwen.