ALLE ASSURANTIËN
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
MUZIEK.
FIRMA HENDRIK KWAK Hzn.
EERSTE KAMER.
HAARLEM'S
DAGBLAD
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 15 APRIL 1931
KON. VER. HET NEDERLANDSCH
TOONEEL.
OUD-HEIDELBERG.
Er mogen geen regeercnde erfprinsen ln
Duitschland meer zijn en misschien ook geen
sentlmenteele, naïeve Kathes, cr moge ln di
toekomst nog veel moer veranderen, toch zal
het stuk van Meyer-Förster nooit geheel ver
ouderen. Wat er altijd jong ln zal blijven,
dat is het verlangen naar de jeugd en de
weemoed om het verlies van de Jeugd. Het
tooneel van den terugkeer van Karl Heinz
naar de stad waar hij jong is geweest en zijn
ontgoocheling, wanneer hij cr alles veranderd
vindt voor mij het mooiste gedeelte van
Oud Heidelberg zal ons altijd weer ontroe
ren. Want hier gaat Meyer-Förster ver boven
het „geval" uit, geeft hij ons het algemeen-
jnenschclljke, de deceptie, het verdriet, dat
wij allen eens ln ons leven doormaken, wan
neer wij ouder geworden nog eenmaal
de zorgclooze, zonnige dagen der jeugd wil
len terugroepen en wij bemerken, dat dit on
mogelijk is.
Wat al herinneringen wekt een voorstelling
van Oud Heidelberg bij ons op. In schier elke
rol zien wij in onze gedachten acteurs en ac
trices, die of reeds gestorven zijn, of h?L too
neel voor goed hebben verlaten. Meunier en
Brondgeest, de eerste Karl Heinzon, Jan C. de
Vos, de warme, gevoelige Jüttner dien wij nooit
mooier hebben gezien dan toen hij zijn zoon,
don Jongen Jan C. in de rol van Karl Heinz
als tegenspeler had en de tooneelen tusschen
die twee van een ontroerende innigheid wer
den, Lobo als Lutz, Cor Schultze als Asterberg,
Marie van Eysden-Vlnk, Emma Morel en
Guusje Poolman in de rol van Kathe.... het
ls alles reeds historie!
Dat Oud Heidelberg nog altijd trekt, bewees
de volte, die zelfs voor een volksvoorstelling
tegenwoordig exceptioneel ls. Het was juist
7 Jaar geleden, dat het populaire stuk van
Meyer Förster hier voor het laatst gespeeld
was en het was dus te begrijpen, dat er be
langstelling voor deze opvoering zou zijn. De
eenlge „oude bekende" voor ons ln dezs n'eu-
wc bezetting was Jac. Reule, die den door fa
milie-omstandigheden verhinderden Gobau in
de rol van Karl Ilelnz verving. Het ziet or voor
ons tooneel toch niet rooskleurig uit, als men
voor de Jeune premier-rollen nog altijd bij
de oude garde terecht moet komen. Want èn
Gobau en Reule zijn toch niet meer de aan
gewezen acteurs voor den jongen Karl Heinz.
Het is waar, dat Reule voor zijn leeftijd dezen
erfprins nog altijd opmerkelijk jeugdig speelt
met een bewonderenswaardige souplesse en
charme. Karl Heinz blijft altijd een van zijn
beste rollen, al zou lk voor mij ln sommige
oogcnbllkken, zooals in het afscheid van
Kathe In III hoe mooi was dat van Meu
nier nog moer waarachtig gevoel willen
hebben. Maar Reule ls voortreffelijk in dc be
drijven na de pauze, vooral ln het tooneel van
dc ontmoeting met de studenten in V, dat hij
met echt aristocratische houding en ook met
gevoel speelt.
In het begin vreesden wij, dat Toumialre
nis Jüttner ons zou teleurstellen; hij zette
hem wat to komisch en te burgerlijk in. Maar
het werd al beter en in het prachtige tooneel
van het afscheid van Karl Heinz was hij
van een warme, innige hartelijkheid, die de
volle zaal aangreep en stil maakte. Dat too
neel was heel mooi van beiden, zoowel van
Tourniaire als van Reule.
Jules Verstraele gaf een geheel eigen Lutz,
die afweek van allo Lutzen, die wij tot nu
toe zagen. I-Iij was niet de kamerdienaar, die
een stok had ingeslikt en wiens lcdenmatcn
van glas schijnen te zijn. Deze Lutz deeo
meer aan een doodbidder denken, aan een
ouderling op een klein plaatsje! Wij moesten
cr eerst wat aan wennen, maar saven ons
langzamerhand gewonnen dank zij het gees
tige spel van Jules Verstraete cp door den
sapnigen kern, die er— in elke opvatting
hi deze rol ligt.
Ileleno TreepVink was een heel lieve,
maar naar onzen 'smaak wel wat erg zoetige
sentlmenteele Küthie! Actrices als Guusie
Poolman hoe klaterde haar lach al in de
zaal, voordat Küthie nog op was Marie
van Eysden en Emma Morel brachten meer
gezonde levenslust met zich op het tooneel!
De gevoelige om niet te zeggen overge
voelige tooneelties kregen van Hélène
TrcepVink haar volle deel.
Van de vele bijrollen noem ik hier den zeer
fijn cn komisch gespeelden Keilerman van
Ellas van Praag! Wat werd dat tooneeltje
tusschen Karl Heinz cn Kellerman In IV door
bolder spel tot Iets heel goeds gemaakt!
Zelden zag ik ook een beteren Rüder dan
Dom. de Gruvter. Deze acteur weet aan der
gelijke rolleties altijd weer een eigen cachet
te geven! Richard Flink speelde graaf Von
Astcrberg zonder eenlge aristocratische allure
maar wel warm-menschelijk cn hartelijk!
Johan te Weehcl wordt langzamerhand spe
cialiteit ln rollen waaruit alle gevoelig»,
menschelljkh'üd gebannen is. Hierin schuilt
een gevaar! 7,iin Excellentie, de Staatsminis
ter Von Haugk wordt in III toch even. één
oogenblik wanneer hij den nrlns wijst op
dc kracht van het eenzaam zijn der vorston
meer dan ambtenaar! Hiervan merkten
wij bij te Wechel al te weinig. Hij liet daar
het mooiste moment van zijn rol ongebruikt
voorbil gaan.
Do studenten waren jong en vroolljk en de
regie had levendigheid in deze tooneelen ge
bracht. Het was een voorstelling, die ook nu
weer aan Oud-Hcldenbcrg zijn doorslaand sue
ces bezorgde! Dat het stuk er trouwens alle
elementen nog voor heeft, bleek mU bij dit
terugzien na zooveel Jaren weer duidelijk.
J. B. SCHUIL.
ACHTSTE CONCERT DER HAARLKMSCHE
BACH VEREENIG ING.
De romantische kunst ln haar verschillen
de uitingen en geledingen vierde hoogtij,
Dinsdagavond; zij bewees haar vitaliteit ook
nog ln onze vermechaniseerde periode. Eigen
lijk doet zoo'n beetje romantiek juist wel
eens een beetje goed, en als men haar in
een meesterstuk als de Sommernachtstraum-
Ouverture kan savoureeren. is er al heel
weinig tegen in te brengen. Een meesterstuk
naar vorm en inhoud, meesterstuk van een
17-Jarlge, dat nu op den leeftijd van 105 jaar
nog volkomen frisch en oorspronkelijk is en
dreigt vele grootheden van tegenwoordig lang
te zullen overleven. Ik behoef niet te zeggen
dat de vertolking door het Concertgebouw
orkest onder Mengelberg prachtig was; dat
de kleurverdeeling weer elke noot der parti
tuur waarneembaar maakte en meer dan
één verrassende schoonheid ontvouwde; dat
de blazersaccoorden aan het begin en aan
het einde zelfs maar weinig ongelijk kwamen
wat al een groote verdienste is, want aibso-
luut gelijk heb ik ze tot dusver nog nooit
hooren inzetten!
De overige romantiek kwam uit de tach
tiger Jaren: de „Achilleus" van Max Bruch
is in 1885, de eerste Symphonie van Mahler
ln 1888 gesohreven. De tachtigers: we den
ken dan aan de revolutionaire renovatoren
onzer Nedeiiandsche litteratuur. Maar Bruch
was geen renovator, nog minder een revo
lutionair; zijn muziek was noch een „Bruch"
mot het verledene, noch een „Anbruoh" van
een nieuw verschiet. Hij was een muzikale
figuur van den tweeden rang, een epigoon,
die Mendelssohn's tradities in Wagnersche
kleuren wist te kleeden, maar bovendien ge
noeg bekwaamheid, geschiktheid en ook wel
inspiratie bezat om zijn muziek ingang te
doen vinden. Zijn eerste vioolconcert neemt
nog steeds een voorname plaats onder de
werken voor viool met orkest in; zijn koor
werken kwamen g«rufmen tijd op het reper
toire van alle groote oratorlumvereenigingen
voor. „Achilleus" ls een dier koorwerken, een
Jongere zuster van „Odusseus"de stof van
beide ls aan de Grieksche mythologie, aan
Odussela en Ilias van Homeros ontleend. In
zooverre zou men dus van klassieke renais
sance kunnen spreken, ware het niet dat
Bruch's muze zich geheel in de banen der
romantische richting bewoog, of ze de lot
gevallen der Achalol dan wel „Das Lied von
der Glocke" tot onderwerp koos. En zoo ver
toont het fragment uit „Achilleus" dat door
de altzangeres Sophie Braslau met het orkest
voorgedragen werd een versmelting van
Mendelssohn en Wagner; de heftige dra
matische bewogenheid van den klaagzang
van Andromache, het voorlaatste nummer
van het werk, uit zich vooral in talrijke
verminderde-septime-accoorden, maar de
melodlek en het coloriet van „Siegfried" zijn
er niet vreemd aan. Intusschen, wanneer
deze muziek een vertolkster heeft als Sophie
Braslau, dan ls de werking nog zeer heftig
en krachtig. Men hoort zelden een alt van
zóó donker timbre en zóó groot dramatisch
uitbeeldingsvermogen, even békorend in het
mezza voce als beklemmend in haar angst
roep, striemend ln haar smartulting. Ik zou
in mijn herinnering deze stem, deze per
soonlijkheid alleen met die van Maria Val-
verde kunnen vergelijken, de Spaansche, die
vóór enkele jaren aan de Opera Italiana ver
bonden was, en die ons o.a. een Carmen
creëerde om nimmer te vergeten.
Dezelfde heftige oplaaiïngen van teleurge
stelde liefde en hartstocht die in de Carmen-
partij treffen, komen in de canciones van
Manuel de Fallals „El amor brujo" voor en
Sophie Braslau zong ze met de heftige, doch
ingetoomde pasde, die haar ook voor de
figuur van Carmen, als uitverkoren zouden
doen schijnen; indien zij zich aan de opera
zou wijden, wat evenwel, naar ik vernam, niet
het geval is. De vertolking der canciones be.
paalde allereerst den grooten Indruk van Da
Faila's muziek, de superieure weergave der
begeleidingen en der zuiver orkestrale num
mers had er Insgelijks een belangrijk aan
deel in.
Toch zit ook in deze muziek, ondanks de
vele herhalingen, die nu eenmaal den Iberl-
schen componisten noodzakelijk schijnt te
zijn, een niet geringe Innerlijke kracht; haar
uitvoering bracht tevens eens een nieuw werk
op de gewoonlijk wat conservatieve Bach-
programma's.
De samenwerking tusschen soliste en orkest
was, dank zij Mengelberg, ideaal. En het
orkest alleen, ln zijn volle schittering, kon
den we hooren In Mahler's eerste symphonie:
wel een poging tot renovatie in den jare 1888,
maar een coup d'essai die nog geen coup de
maitre was, Indien het werk aanvankelijk
weinig aandacht trok zullen de formeele on
volkomenheden wel ten deele daaraan schul
dig geweest zijn. Deze doen zich in de finale
het sterkst voelen, maar niet zij alleen be
palen het onsamenhangende karakter van
dit stuk. De themas missen oorspronkelijk
heid; alles woelt dooreen: Brahm's Tragische
Ouverture, Beethoven's cis moll kwartet,
Schubert's „Lebensstürme", in een Felsen-
mühle dooreengemalen, maar gescheiden
door eindelooze klankwoestijnen. Ook
Bruckner is vaak lang van stof, maar zijn
thema's en zijn kleur zijn mooier, sappiger.
Van Mahler's eerste Symphonie schijnt
het rustlek-krachtige Scherzo met het innige
Trio, het meest geslaagd. De ironie van
Jager's Begrabniss is te weinig duidelijk om
veel indruk te maken, en het eerste hoofd
deel laboreert weer aan lengten en klank-
locgten, zij het ln mindere mate dan de
finale.
Voor Mengelberg was er een krans; men
bracht hem Steh-ovationen; het ware niet
meer dan galant geweest ook voor de zangeres
op te rijzen, te meer daar haar kunst zich
met die van onzen dirlgont meten mocht.
En na Mahler namen de huldebetuigingen
schier geen einde!
K. DE JONG.
INGEZONDEN MEDEDEF.LINGEN A 60 Cu. por regel.
HET BETROUWBARE ADRES VOOR UW RADIO-INSTALLATIE
KELLER MACDONALD
GROOTE MARKT 14, TELEFOON 14049
TECHNISCH EN MUZIKAAL GESCHOOLD PERSONEEL
VRAAGT DEMONSTRATIE U VERPLICHT ZICH TOT NIETS
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cte. per regeL
Kantoren: Parklaan 38, Haarlem,
Telef. 10224, b. g. g. 26226.
RANGEERDER OVERREDEN.
Dinsdagavond te ruim half tien is op het
Hollandsche Spoorstation te 's-Gravenhage
een rangeerder overreden en onmiddellijk
gedood.
JAARVERSLAGEN UNILEVER CONCERN.
Verschenen zijn de Jaarverslagen van de
ondernemingen van het Unileverconcern.
Wij ontleenen hieraan:
De omzet en de winsten der voornaamste
producten van Unilever, nl. zeep en marga
rine, konden zich niettegenstaande de eco
nomische crisis, welke zich over de geheele
wereld deed gevoelen, handhaven. Hoewel
gedurende de tweede helft van dit jaar die
onderhoorlge en gelieerde maatschappijen,
welke het olieperserij bedrijf uitoefenen, ern
stig te lijden hadden van den abnormalen
economischen toestand, welke het hun on
mogelijk maakten hunne producten anders
dan met ernstige verliezen af te zetten, be
loopt toch de netto-winst voor dit jaar
f 51,650,609 (f 42,297,407). Tot dit cijfer heb
ben de winsten van onderhoorige gelieerde
maatschappijen slechts bijgedragen, voor
zoover deze als dividenden tot uitkeering ko
men. De zes voornaamste onderhoorige en
gelieerde maatschappijen, van wier geza
menlijk gewoon kapitaal Unilever 99.8 pet.
houdt, hebben hun reserves en saldi op
nieuwe rekening verhoogd met f 3.617,318.
De door de Unileverorganisatie behaalde
netto winst vertegenwoordigt ruim 17 1.'2 pet
over het gewone aandeelenkapitaal, dat ge
durende het afgeloopen jaar in de vennoot
schappen emplooi heeft gevonden, zulks voor
toevoeging van eenlg bedrag aan de reserves
of saldi op nieuwe rekening, doch nadat alle
preferente dividenden van deze winst ln min
dering zijn gebracht en na aftrek van diverse
reserves van verschillenden aard.
De sterke financieele positie is voorna
melijk het gevolg van de in Mei 1.1. plaats ge
vonden, uitgifte van gewone aandeelen en
van het feit, dat winsten en reserves in het
bedrijf zijn gehouden, waardoor het mogelijk
was alle bankvoorschotten terug te betalen
en tevens belangrijke bedragen, in de balans
onder den post „Debiteuren" opgenomen, a
deposito te plaatsen.
De Raad van Bestuur stelt voor een slotdi-
vidend op de gewone aandeelen (met uitzon
dering der in Mei 1930 uitgegeven gewone
aandeelen) te betalen van 6 pet. (onv.)
met het interimdividend van 4 pet. (onv.)
een totaal 10 pet. dividend (onv.) over het
geheele jaar.
Overeenkomstig de bepalingen van de uit
gifte zullen de gewone aandeelen van Unile
ver Ltd. uitgifte Mei 1930, nos 9318751
11318750 gerechtigd zijn tot een dividend van
5 pet., gelijk aan de helft van het totale divi
dend voor 1930 op de overigg gewone aandee
len.
Verder stelt de Raad van Bestuur voor om
f 18.000.000 (onv. aan de reservefondsen van
Unilever toe te voegen en f 1,478.822
(f 2,331,232) naar nieuwe rekening over te
brengen.
Lever Bros. keert over het afgeloopen boek
jaar op de gew. aand. 10 pet. dividend uit
«onv.)
Hea winstsaldo van Ant. Jurgens' Ver. Fa
brieken bedraagt f 22,856.127 (f 23,153,719).
Op de preferente aandeelen werd reeds 6
pet (onv.) uitgekeerd, zoodat ter nadere ver
deeling overblijft f 16.816,817 (f 17.113.429).
Commissarissen stellen voor 10 pet. (onv.) di
vidend op de gewone aandeelen nos.l66.000
uit te keeren.
Directie en commissarissen van Van den
Bergh's Fabrieken stellen voor aan het re
servefonds, ditmaal wederom f 250.000 toe
*e voegen en op de gewone aandeelen B uit
te keeren een dividend van 10 pet. (onv.)
Het beschikbare winstsaldo bedraagt
f 6.225.441 (f 6,286.153), hetwelk wij voor
stellen te verdeelen behalve als vermeld, als
volgt: 6 pet. (onv.) dividend op cum. pref.
winstd. aandeelen A en B, 15 pet. (onv.) ge
wone aandeelen A. Ter beschikking van com
missarissen, ter nadere bestemming f 277,432.
Reserve dlv. bel. f 150.000 (f 200.000). Onver
deeld f 14-.'008 (f 151,114).
In het verslag der Hollandsche Vereeni-
glng tot Exploitatie van Margarinefabrieken
wordt meegedeeld, dat de exploitatie-winst
der Onderhoorige Maatschappijen bedraagt
1' 4.607.979 (f 4.901,962).
Wij meenen dit jaar te kunnen volstaan
met een toevoeging aan het Reservefonds
van f 500.000 (f 750.000), waardoor wij in
staat zijn 17 1/2 pet. (onv.) dividend op de
gewone aandeelen uit te keeren.
Totaal staat ter beschikking van aandeel
houders aan wist f 4.509.032 (f 4.783.592) het
welk het bestuur voorstelt, behalve de reeds
genoemde bestemming, als volgt te verdee
len: 5 1/2 pet. (onv.) dividend Cumulatief
Preferente Aandeelen (reeds 2 3/4 pet. inte
rim-dividend uitgekeerd, slot-dividend 1 Mei
a.s.), 6 pet. Cumulatief Preferente Winstd.
Aandeelen (reeds interlm-divid. van 3 pet.
uitgekeerd, slotdividend onmiddellijk nadat
de Jaarvergadering de rekeningen zal heb
ben goedgekeurd), 3/4 pet. (onv.) Super-divi
dend op Cum. Pref. Winstd. Aandeelen, tan
tièmes f 264.570 (f 291,686), Res. div. Belan
gen f 100.000 (onv.), op nieuwe rekening
f 74.462 (f 71,905).
Naar het B. T. verneemt, zal de Deutsche
Jurgenswerke A. G. over het afgeloopen
boekjaar een dividend van 10 pet. (onv.) op
de gewone en van 6 pet. (onv.) op de prefe
rente aandeelen voorstellen.
Naar een der Duitsche correspondenten
van het Alg. Hbld. meldt, zijn de Unilever-
fabrleken ln Duitschland, die met een ver
korten arbeidstijd werkten, tengevolge van de
verbetering van den afzet en weder toe over
gegaan om zes dagen per week te produceo-
ren.
GEHEEL-ONTHOUDERS KINDERKOOR
„JONG EXCELSIOR'.
Bovenstaande vereeniglng geeft Zondag
middag a.s. onder haar dirigent Jan Over-
huys ln den Stadsschouwburg haar laatste
uitvoering in dit seizoen. Op veel verzoek
wordt opgevoerd „Do Toovcrrlng", kinder
operette in 4 bedrijven, die ln Oostersche
costuums wordt uitgevoerd.
De harmonie muziekvereeniging „Voor
waarts", directeur de heer Henry Schulpzand
verleent hare medewerking.
14 April.
De zaak-Vrijman.
Vanavond is de Senaat kort bijeen geweest.
Zonder moeite ging onder 's presidenten
hamer door de verlenging met een jaar van
de bepaling van artikel 66 van de Drankwet
Aangenomen werd, evenzeer zonder hoof
delijke stemming, het ontwerp betr. de uit
keering van vergoedingen aan den gewezen
Rijksbouwmeester Vrijman.
Dr. Wibaut noemde deze uitkeeringen een
zwakke vergoeding voor het leed, dat de
heer Vrijman te dragen heeft gehad. Terecht
De heer Vrijman, die den Staat vele jaren
met ijver, ambitie en bekwaamheid diende,
is slachtoffer, het toevallige slachtoffer ge
worden van onregelmatigheden, die jaren en
Jaren algemeen waren, en waar tegen het
moeilijk was zich te verzetten, wijl ingebur
gerd en algemeen als gewettigd en onver
mijdelijk aanvaard.
Dr. Wibaut was overigens verheugd, dat
er een eind was gekomen aan de onregelma
tigheden, al was dat eind dan eenlge tiental
len jaren te laat gekomen.
De heer Mendels bracht een ander gege
ven ter sprake.
In de jaren vlak na den oorlog, die won
derlijke tijd van hoogconjunctuur en over
spannen verwachtingen, kocht een verzeke-
ringsmaatschapp „De oude Haagsche" een
huis in de Javastraat, met de bedoeling dat
huis aan den Staat te verhuren, die het
noodig had. De heer Vrijman was de schakel
tusschen Staat en „Oude Haagsche". Met
machtiging van den toenmaligen minister
van Onderwijs verklaarde de heer Vrijman
zich borg voor e.v. waardedaling. Tijdens
zijne gevangenschap moest deze zijn borg-
schap gestand doen en leed een verlies van
f 15000. Dat hem thans ook zal vergoed wor
den.
Natuurlijk komt zooiets thans niet meer
voor. De heer Mendels kreeg dit duidelijke
antwoord van den minister van Financiën.
Waarom het destijds wel kon voorkomen?
Jhr. de Geer wees om de buitengewone om
standigheden van na den oorlog, op den hui-
zennood. Toen 't heel lastig was om aan een
huis te komen, toen het niet verwonderlijk
was, dat het Rijk mee om niet meer te
behoeven te betalen, dan strikt noodig was
van een tusschenpersoon gebruik maak
te. De Kamer ging gemakkelijk mee.
INTIMUS.
IS DE COURANT g|1
WAARIN Oil MET
HET MEESTE SUCCES
ADVERTEERT
BESTUURSWIJZIGING IN HET
NED. TOONEELVERBOND.
DR. TJEBBO FRANKEN VOORZITTER.
In de laatste vergadering van het Hoofd
bestuur van. het Nederlandsch Tooneelver-
bond is aan prof. dr. Schol te op zijn verzo:k
eervol ontslag verleend als voorzitter en is
als zoodanig verkozen dr. Tjebbo Franken te
Haarlem.
Het dagelijksch bestuur is thans als volgt
samengesteld: Dr. Tjebbo Franken, Haarlem,
voorzitter; Mr. dr. J. de Vrieze, Amsterdam,
secretaris, mr. J. van Schevicshaven, Den
Haag, penningmeester. De algemeene jaarver
gadering van het Verbond wordt dit jaar ge
houden te Zutphen op Zaterdag 6 Juni.
DRANKBESTRIJDING.
De loge „Excelsior' van de Orde der Goede
Tempelieren hield Dinsdagavond ln haar
gebouw aan de Wolstraat een openbare bij
eenkomst. De voorzitter, de heer G. J. van
Dam sprak het welkomstwoord, waarna ge
zamenlijk een lied werd gezongen.
Vervolgens ving mevr. J. M. Götte-Koster
uit Amsterdam haar lezing aan over het
onderwerp „Wat het leven veredelt". Alle
nieuwe ideeën, begon spr., worden bespot
telijk gemaakt. Doch langzamerhand werken
die ideeën door, en het aantal spotters ver
mindert. Zoo is het ook met de drankbestrij
ding gegaan. De pioniers op dit gebied heb
ben hard moeten strijden, vooral tegen het
egoisme. Dit moet uitgeroeid worden, want
vriendschap en verantwoordelijkheid voor je
naasten Ls de grondslag van alles, ook van
de drankbestrijding.
Hoeveel funeste gevolgen kleven niet aan
het drankmisbruikI Het geringe genot, dat
alcohol schenkt kan tot de ergste dingen lei
den. Mislukte levens, ongelukkige nakome
lingen, armoede, verkeersongevallen, moord
en doodslag, de vreeselijkste nasleep heeft
alcohol al meegebracht. Misbruik van ster
ken drank heeft geleid tot ellende, zedeloos
heid. ontaarding.
Zeker, de maatschappij bezit middelen er
tegen, o.a. de drankbestrijding. Maar ieder
een moet daaraan medewerken. En de groote
massa is zoo slecht te bereiken!
„Alles, wat te veel gebeurt is verkeerd",
zegt men. „Maar je kunt toch niet alles ver
bieden?"
Neen, dat kan ook niet. En dat hoeft ook
niet. Maar drankmisbruik moet gekeerd
worden, omdat dat de ellendigste gevolgen
meesleept.
Gelukkig verbreidt de drankbestrijding
zich, onder de jongeren vooral. Wat een ver
blijdend verschijnsel is, daar toch de jonge
ren van thans de gebruikers van straks kun
nen worden. Spr. wekte de ouders daarom
op, mede te strijden voor het heil der kin
deren. Zij kunnen, door goede opvoeding en
stichtende voorbeelden zooveel doen.
Na dc pauze vergastte mej. Lien Luitjes,
die ln het begin van den avond haar muzi
kale medewerking ook al verleend had, de
aanwezigen nogmaals op eenige pianosoli,
waarvan we vooral den wals van Chopin roe
men. Mevr. C. Kroon-Kuneke hield de tal
rijke toehoorders gespannen bezig met haar
goede declamatie.
STADS-EVANGELISATTE.
Door B. en W. is wederom aan de Stads
evangelisatie toestemming gegeven om open
luchtsamenkomsten te houden en wel op de
Ged. Oude Gracht bij de Kleine Houtstraat,
des Zaterdags om 8 uur. Met de eerste
samenkomst wordt begonnen a.s. Zaterdag
13 April. O.a. zullen de heeren Akse van Be
verwijk en Visser van IJmulden spreken,
SCHIMPNAMEN VAN GROOTE
MANNEN.
In vroegere tijden hadden bijna alle heer-
schers bijnamen, die dikwijls heel vreemd
klinken, maar dat waren dan. evenmin als I
de kenteekenende namen der oudheid, meest I
al geen spotnamen. Men noemde een Mar
cus bij de Romeinen soms „de roode" om
hem van een ander lid derzelfde familie, dat I
denzelfden naam droeg, te onderscheiden,
terwijl men den koningen en keizers der
oudheid dikwijls bijnamen gaf.
Men sprak liever van Albrecht den Beer,
dan van Albrecht I.
Echte schimpnamen kregen dikwijls zeer
populaire, of wel heel ónpopulaire menschen
wier karakterbeeld niet slechts in de ge-
schiedenis, maar ook naar het oordeel der
tijdgenooten, min of meer onbestemd was.
Zij waren niet altijd boosaardig bedoeld;
dikwijls zelfs waren het verkapte liefkozin
gen of kameraadschappelijke benamingen.
Zoo noemden de Engelsche soldaten Wash
ington „de beminnelijke George" (lovely I
George); Blücher heette „Maarschalk Voor- j
waarts": de Berlijners noemden Wrangel
„Papa Wrangel". Abraham Lincoln werd
heel teeder „de eerlijke baviaan", de „Illi-
nois-aap", „vader Abraham" of eenvoudig f
„de lattensplijter" genoemd (naar het be-
roep van houthakker, dat hij in zijn jeugd i
uitoefende).
Frederik de Groote heette „de.oude Frits".
Napoleon „de kleine korporaal" of „Jean
d'épée" (Jan degen), terwijl Cromwell, naar
zijn rooden neus, „Almachtige Neus", „Ko
pergezicht" of „Zijn Neusschap" (His No-
seship) bijgenaamd werd.
Gewoonlijk is het niet vast te stellen wie
zulke schimpnamen uitvindt; zij ontstaan I
eenvoudig, verbreiden zich en hechten zich
zóó aan den betreffenden persoon vast, dat
zij in der eeuwigheid niet meer vergeten
worden, zooals b.v. „de burgerkoning" voor
Louis Philippe (die ook de „barricadekoning"
genoemd werd, wegens de revolutie van 1830).
Vooral in Duitschland en Engeland is i
men vindingrijk in het geven van spot- en j
bijnamen. Italië heeft de eigenschap waar
schijnlijk van de Romeinen geërfd. Die noem
den keizer Lucius Domitius Nero, wegens zijn
drankzucht: „Caldius Biberlus Nero" wat zoo
veel als dronken heethoofd beteekent. Overi
gens is ons ook uit Griekenland menige
schimpnaam overgeleverd geworden; Pericies
werd, naar den vorm van zijn hoofd „Sohlno-
kephalos", „uienkop" genoemd. In Engeland
en Frankrijk is er bijna geen heerscher, dien
het volk niet een popu!airen bijnaam heeft
gegeven: Lodewljk XIV heette „de oude
bonafide" (blijkbaar omdat hij alles ter
goeder trouw deed); zijn opvolger, Lodewijk
XV, noemde men spottend „le bien almé" i
(de welbeminde), omdat zijn voorganger te
lang geregeerd had. Lodewljk XVI bekwam
in de revolutie den naam van „Monsieur
Veto", zijn gemalin „de Oostenrljksche"
heette „Madame Veto" (naar het vetorecht),
ook werd hij de „siotenkoninig" genoemd,
Lodewijk xvm eindelijk, heette „roi panade"
hetgeen óf „koning broodsoep" (naar zijn I
corpulentie), óf „koning pauwegang" be
teekent. De Fransche revolutie bracht een
groote massa schimpnamen mede evenals
Napoleon's tijd.
Generaal Murat heette onder de soldaten
„le beau sabreuri", hetgeen een knappe, moe- j
dige, doch niet juist kloeke strijder met den
sabel beteekende.
Het ergste kwam Napoleon m weg, die
slechts „de zwetser" heette of wegens zijn
wedei'waardigheden voor Boulogne, Straats- j
burg en Parijs „boustrapa" werd genoemd; j
niet minder boosaardig voor hem is de
dialectische uitdrukking „Rantipole", dat
„halve gare" beteekent.
In Engeland hadd enen hebben personen
die vooraanstaande plaatsen in het openoare
leven innemen, hun „nicknames". De staats
man Pitt noemde men wagens zijn magerheid
„de eindelooze" en James Fox heette wegens
zijn donkere gelaatskleur „de neger". John
Law, de beruchte uitvinder van het papier
geld, werd „de papierkoning" genoemd en
koningin Elizabeth werd door haar hovelin
gen de „koningin van het geluk", de „glorie
van haar geslacht", „roem der natuur", „de
ware D;ana" en „Wereldwonder" bijgenaamd.
Het volk noemde haar minder vleiend „bloe
dige koningin Betje" (bloody queen Besa).
De schimpnamen van Duitsche grooten 1
zijn wellicht minder populair, maar daarom
niet minder boosaardig. Maximiliaan, de I
laatste ridder, die zijn leven lang in geld-
verlegenheid zat, noemden de Italianen
„Pochi Danari", weinig geld. Calvin werd j
door zijn kameraden wegens zijn zucht tot
aanklagen „de accusatief" genoemd. Karei V
heette, na zijn afstand van den troon, wei
nig beleefd „de onttroonde vreter". Voltaire, I
die men „zendeling des duivels" maar ook
„Apostel der ontrouw" noemde, dacht voor I
zijn vriend, Frederik den Grooten, de
schimpnaam uit: „Luc" (zoo heette een aap
van Voltaire, en in een vergelijking met Fre- j
derik zei Voltaire eens: „ik noem hem Luc;
want hij is zooals de aap hier; hij bijt wien
hem streelt"). In Frankrijk werd Frederik „le
sablonier", de zandverkooper genoemd, om- I
dat hij heerscher van „het zandige mark"
(Brandenburg) was.
Goethe had wat niet zoo algemeen be
kend is in Wetzlar onder zijn vrienden
den bijnaam gekregen van „de oprechte",
waarvan hij zelf zegt: „dien naam heb ik
verdiend door mijn opmerkzaamheid voor
de eerlijke Duitsche aartsvaders".
Herder werd wegens zijn voorliefde voor
den Engelschen deken Swift, „de Deken" ge
noemd.
„Schubert kreeg den bijnaam van „Cane-
vas", omdat hij, als iemand aan hem was i
voorgesteld, vroeg „Kann er was?"
Frederik Wilhelm IV noemde men, wegens
zijn voorliefde, voor bet bekende champag-
nemerk „Cliquot". Wilhelm I heette in zijn
jonge dagen „de kartetsenprins", omdat hij, I
zooals bekend, het bevel tot vuren gaf in de I
„revolutie van '48".
Moltke noemde men „de groote zwijger".
Als nadgere bepaling viegde men er aan toe,
dat hij in zeven talen kon.... zwijgen.
Victor II van Italië, had den bijnaam van
„Guaff", (de rauwe neus) en de tegenwoor
dige koning van Italië heet, wegens zijn
kleine gestalte in den volksmond „Ro bam
bino" (koning-kind.)
De spotlust der Weeners had Frans Joseph
I „Herr Prohaska" gedoopt. Dit is een bena
ming die vaak aan kleine Tsjechische amb
tenaren en beambten gegeven wordt, en men
vond, dat Frans Joseph er zoo uitzag. Zijn
opvolger werd eenvoudig en uitsluitend
„Karei de laatste" genoemd.
lederen dag ontstaan nieuwe spot-titcls en
kenteekenende schimpnamen. Een tceken
van waarachtige grootheid is het, als die
spotnamen eerenamen worsen. Ook aandui
dingen als „Geuzen" en dergelijkon zijn
oorspronkelijk scheldnamen geweest.