tm
CD
Uit dem Strijd
teöen
„ARNHEM
DE DEURWAARDER EN DE SOVJET.
DE INTERNATIONALE TENTOONSTELLING.
Nieuwe uitgaven.
HAARLEM'S DACBLAD
VRIJDAC 24 APRIL 1931
VIERDE BLAD
door
A. HEEROMA, Oud-Commissaris van Politie te Amsterdam.
wet viel niet te ontkennen; door de reeds
vermelde uitzetting was het vertrouwen in
den sovjet ernstig geschokt. De vrouw, die
wellicht gedroomd had, dat zij- de twistappel
zou zijn, waarom zich een burgeroorlog zou
ontketenen en dat haar levensgeschiedenis
doorvlochten zou worden met roemruchte
daden, die vrouw was bitter teleurgesteld,
nu de hulptroepen bij het eerste pistoolschot
lafhartig de vlucht hadden genomen en, zoo
snel hun voeten konden gaan, langs goten en
daken een veilig heenkomen hadden gezocht,
de verdediging van het bedreigde gebied aan
haar en het kachelhaakje overlatende. Zij
verborg haar minachting voor den sovjet niet
en bij de Amsterdammers, die met Amster-
damsche wijsgeerigheid het experiment had
den gadegeslagen en er vermaak in hadden
geschept, zooals in andere experimenten,
grinnikten. Het was duidelijk, dat. het geloof
in de macht van den hoofdstedelijken sov
jet de grens van het ongeloof gevaarlijk dicht
naderde en de sovjet, wien dit alles niet ont
ging, oordeelde dan ook, dat er iets gedaan
moest worden om het zwijmend prestige te
doen opleven. Wel trachtte men de situatie
nog eenigszïns te redden door te zeggen, dat
men niet had kunnen weten, dat „die pest-
vent van de Hal" onofficieele titel van
ondergeteekende zou komen en dat die zou
gaan schieten, maar de juffrouw vond dit
geen voldoende excuses, ofschoon zij ook
meende, dat hun commissaris, die toen ziek
was, het niet zou gedaan hebben. Zij hield
vol, dat het geen kerels waren, die voor een
paar pistoolschoten aan de haal gingen, een
weerlooze vrouw afgezien van het kachel
haakje aan haar lot overlatende en zij
vroeg het oordeel van de buren over de vraag
of een behoorlijke verdediging volstaan kan
met het slaan op emmers en blikken.
De sovjet wilde zich rehabiliteeren en be
val, dat meer deugdelijke verdedigingsmid
delen moesten worden aangewend, zoodra de
gelegenheid zich aanbood en dat was eerder
dan men misschien gedacht had, want wei
nige dagen later moest in het kattenburg
district weer een uitzetting plaats hebben
en dan konden de twijfelmoedige Katten
burgers ervaren, dat de sovjet wel degelijk
voor zijn taak berekend was.
Barend was weer de aangewezen deurwaar
der en zijn helpers, die de victorie hadden
meegevierd, het geen hun moed had ge
staald, zouden hem weer terzijde staan, ik
was ook'weer van de partij, dus aan onzen
kant was de toestand als voorheen; niet zoo
echter bij de tegenpartij. Daar had men, zijn
vijand niet onderschattend, door recruteering
in Jordaan, Haarlemmerpoortbuurt en Kat
tenburg; de gelederen aanzienlijk versterkt
en niet gerust omtrent verrassingen van de
zijde der tegenpartij, omdat je van de Pieters-
hal alles, kon verwachten, werden dagen te
voren wachtposten in en bij het huis, waar
de uitzetting moest plaats vinden, opgesteld.
Geduchte maatregelen van verweer werden
getroffen. Muziek was afgelast; die riep on
aangename herinneringen wakker, maar de
bewapening zou in orde zijn. Vooreerst
sjouwde men groote straatkeieN naar de goten
endaken; dan spijkerde men planken over
de trap en werden knuppels en zelfs oude re^
volvers te voorschijn gehaald. Men sprak er
over barricaden op te werpen en staaldraden
over de straat te spannen, maar aangezien
de toebereidselen in het geheim moesten ge
schieden en barricaden moeilijk zoolang on
zichtbaar gehouden kunnen worden, werd
hiervan afgezien. Omdat men den dag en
het uur der uitzetting niet wist, begon men,
zoodra men van het geval hoorde, de leger
macht in verschillende woningen in te kwar
tieren, dat wil zeggen, alleen overdag en het
consigne werd gegeven om op het eerste sein
dat het gevaar in dit geval de deurwaarder
met gevolg naderde, onmiddellijk de daken
en de trap té bezetten, zoomede de toegang
tot de woning te versperren.
Niettegenstaande dit alles zeer geheim
zinnig werd behandeld, wist de heele buurt
het en wij natuurlijk ook; ik begon te vree
zen, dat de revolvers ditmaal misschien een
ernstig woord zouden moeten meespreken,
wat ik om verschillende redenen niet
wenschte. Een der redenen lag in het revol-
verschieten zelf.
Ge weet wellicht, dat het politiepersoneel
in het schieten met een klein soort snelvuur
kanon, dat men bij ons revolver noemde,
werd geoefend, waartoe een schietbaan was
gemaakt ergens achter een bureau. Op 5 pas
schoot je daar op een schijf, waarvan de bui
tenste ring een meter middellijn had en daar
achter was een groot scherm gezet, 3 bij 3
meter laten we zeggen, dat als kogelvanger
dienst deedBij die schietoefeningen beleefde
je wonderlijke dingen. Zoo kwam er een
agent, die nooit een revolver in de hand had
gehad en, niet willende zien wat er ging ge
beuren, het hoofd omdraaide en de oogen
sloot: hij schoot midden in de roos. Daarop
kwam een brigadier, die vele jaren militai
ren dienst achter den rug had; hij richtte
,.komt er een jongen met een boomtak.
onverschrokken en zelfbewust: de kogel
vloog over den kogelvanger en kroop in een
raamkozijn. Wat moest je daarvan denken?
Gelukkig hadden we toentertijd een jong
inspecteur, die beweerde, dat hij, vóór hij bij
de politie kwam, zoo bedreven was op ge
noemd vuurwapen, dat bij hem thuis de
musschen uit den boom schoot; de uitdruk
king „blij met een dooie musch" was dan ook
van hem afkomstig. Hij was van oordeel, dat
een onbedreven mensch soms iets beter doet
dan een geoefend en dat het geval van den
diender en den brigadier niet vreemd was.
Nu, dat kan, want ik weet, dat mijn vriend
Jaap de Vechter, de voorzitter van het visch-
college „Het Bolskruikje" een dag had zit
ten visschen met de meest volledige henge
laarsuitrusting, zonder wat te vangen en
even later komt er een jongen met een boom
tak waaraan een gordijnkoord en een krom
me spijker en die haalt er een tweeponds
baars uit, dus de inspecteur had geen onge
lijk in zijn beweren en bovendien was het
een jongen met veel belevenissen. Zoo reisde
hij van Amersfoort naar Hilversum en bij 't
instappen van den trein wilde zijn hond
mee; dat mocht niet, het dier wordt wegge
duwd, raakt onder den trein en hem wordt
een poot afgereden, 't Was ongelukkig, maar
de trein reed al en stopte eerst een kwar
tiertje later in Hilversum. Maar verbeeld je,
daar stond me die hond ook al; op drie poo-
ten had hij den trein bijgehouden.
Ge begrijpt, dat iemand, die zulke din
gen beleefd had, met respect werd aangeke
ken en dat wij allen uiterst verlangend wa
ren om de schietproeven laat ik liever
zeggen proeven van bekwaamheid van
dien inspecteur te zien, waarbij wij ons
safety first achter hem opstelden. Hij
mikte niet langdurig
loerde niet, mikte niet langdurig, maar
bracht met een nonchalante zwaai de revol
ver op gezichtshoogte en schoot.
De uitslag was werkelijk verrassend, want
bij de achterburen drie hoog tuimelde de
kanarie dood van zijn stok.
We begonnen nu te beseffen, dat er iets
met die revolvers niet in den haak moest
zijn, wat later duidelijk gebleken is, want
een hoofd inspecteur schoot zich in het been,
om nog te zwijgen van erger ongevallen, ter
wijl bij mijn weten nooit een voortvluchtige
dief is geraakt.
Deze lange uitweiding zij mij vergeven; ik
wilde slechts duidelijk laten uitkomen, waar
om ik op het gebruik van die revolvers zoo
op straat niet gesteld was; je moet denken:
ik was er zelf ook bij. Nu ja, in die trap, dat
24)
een verrassing is iets waar je niet op
rekent.
was wat anders; daar had die kogel geen
keus en zat hij meteen in een schot.
Dan was er nog een kleinigheid: de heele
affaire was nu eigenlijk te burlesk om er
echt bloed bij te vergieten, 't was meer een
operette-oorlog.
Dat alles zette me tot denken en ik zon
er op de vesting bij verrassing te nemen.
Wat is een verrassing? Iets waar je niet op
rekent en waarop rekende men in het vijan
delijke kamp niet? Dat ik dood op m'n eentje
zou komen, alsof ik een beleefdheidsvisite
ging maken. En omdat men daarop niet re
kende, deed ik het.
Op een goeien morgen stapte ik met een
mijner getrouwen, beiden met een stroohoed-
je op, een sigaartje rookende, luchtigjes door
de Kattenburgerstraat, waar men ons per
soonlijk niet kende; althans niemand schonk
ons eenige aandacht. Bij het bewuste huis
gekomen, waarvan, zooals overal daar in de
buurt, de trapdeur openstond, gingen wij den
een na den ander naar binnen; we beklom
men de trap, wrongen ons onder de aange
brachte versperring door en stonden opeens
in de kamer, waar de meubels op uitzetting
wachtten en waar we de vrouw des huizes
aantroffen in gezelschap van den sovjet
voorzitter, een klein schraal mannetje, dat
bleek werd om zijn neus, toen we ons bekend
maakten. Hij begreep, dat het weer verloren
spel was en wij hem geen gelegenheid zou
den geven om de stormtroepen te requlree-
ren. Ik had echter begrepen, dat ik niet te
lang alleen kon blijven en toen ik aenige mi
nuten binnen was, suisde een politieauto
aan, die vlug z'n mannetjes losteeen stuk
of wat ruiters kwamen er achteraan hollen
en in minder dan geen tijd was de straat af
gezet en kregen de dakenklimmers geen
schijn van kans meer.
De deurwaarder was met zijn helpers ook
met den auto meegekomen en kon ongehin
derd de trap bestijgen, maar ge begrijpt, dat
het met de rust in de Kattenburgerstraat ge
daan was. De stormtroepen, in de verschil
lende huizen geconsigneerd, zagen dreigende
revolvers en paardevoeten, wat voldoende was
om hen in huis te houden, maar als bij too-
verslag gingen alle ramen open en men rekte
de halzen om goed te kunnen zien, terwijl
ieder z'n meening ten beste gaf. 't Is niet noo-
dig te herhalen, wat alzoo gezegd werd, trou
wens dit zou mij niet mogelijk zijn, 't Was
een cacaphonie, maar voor de helpers der
deurwaarder liet den moed niet zinken; met
zijn klerk greep hij zelf het touw, ik liet een
handje helpen en één voor één belandden de
meubeltjes op het trottoir. Daar Opeens nam
de vrouw des huizes, die zich tot dusverre
rustig had gehouden, het initiatief tot een
daad, die haar spijt over de mislukking of
haar woede of weet ik wat moest uitdrukken;
zij snelde naar het geopende raam. kroop op
de vensterbank en was blijkbaar van plan
haar meubels te volgen, maar niet via het
touw, kortweg gezegd, ze wou drie hoog het
raam uitspringen, maar stevige politichanden
grepen haar en sloten haar op in een zij
kamertje, waar een hysterisch gillen de toe
schouwers in de waan moest brengen, dat
er iemand vermoord werd, hetgeen nieuw
protest uitlokte. De meubeltjes volgden el
kaar en weldra was de uitzetting een vol
dongen feit, waarop de kamerbevolking, de
sovjét-voorzitter incluis, langs de niet meer
versperde trap werden uitgeleid.
Nu achtte een
ander sovjet-lid
het oogenblik ge
komen om zich
midden op straat
op te stellen, ten
einde een redevoe
ring te houden
over de rechten
van den kleinen
man, die nihil wa
ren en de slecht
heden des huis
eigenaars, die vele
waren, maar ik ge-
lastte een inspec-
lUJ teur dien redenvxr
[Hm liftl buiten het bezette
7 l|\ gebied te brengen.
(lAJ frJ De inspecteur
vT* 3 meende dat te
3 moeten doen door
den prediker een
tik met den gum
mistok te geven,
wat niet erg goed
gezien was. maar
wat wel gauw ge
zien was door de tallooze hoofden, die uit de
ramen staken. En daar brak me een heksen-
sabbath los, die alle beschrijving tart. Men
gierde, brulde, dat hooren en zien verging en
het scheen, dat al die hoofden met bijbe-
hoorende lijven naar beneden zouden komen,
zoover rekten zich de eigenaars met uitge
stoken armen en dreigende vuisten. De
paarden van de afzetting werden er zenuw
achtig van en trappelden onrustig, de diena
ren grepen naar de revolvers, maar ik riep
den driftigen inspecteur en de melk kookte
niet over.
Barend was klaar en wij vertrokken,
waarmee de pret was geëindigd.
....teneinde een
redevoering te
houden
....de ramen gingen open.
deurwaarders was dit geen welluidende mu
ziek, want er klonk dreiging uit tegen de ar
beiders, die een mede-arbeider op straat
gingen zetten. De helpers hadden er tabak
van en sloopen weg, zoodat, toen het op af-
hijschen aankwam, er niemand was om dit
noodzakelijk werk te verrichten. Maar de
TIJDSCHRIFTEN.
„Openbare Werken".
Wij ontvingen de eerste aflevering van het
nieuwe 14-daagsche tijdschrift „Openbare
Werken", een uitgave van Moorman's Perio
dieke Pers. Het blad is gewijd aan de water
staats- en gemeentewerken in Nederland en
Indië.
In de inleiding wordt medegedeeld, dat het
tijdschrift in de eerste plaats zal behandelen
de technische zijde van openbare werken,
zoowel gemeentelijk als die. welke door de
provinciale of de rijkswaterstaat tot stand
komen. Wat de gemeentelijke openbare wer
ken betreft, komt allereerst in bespreking
alles wat in den ruimsten zin onder Stede
bouw begrepen wordt, dus al datgene wat
behoort tot den werkkring van de directies
van gemeentewerken, zoowel in groote als in
kleine gemeenten.
Het eerste nummer bevat o.a. artikelen over
het openbare slachthuis te Breda, keuring van
straatklinkers, de nieuwe normaalspoorver
binding Solo—Djocja, e.a.
Het tijdschrift is zoowel typografisch als
fotografisch zeer goed verzorgd.
„Oedaya".
Wij ontvingen het April-nummer van
het Nederlandscli-Indonesisch Verbond.
Raden Mas Noto Soeroto wijdt een hoofd
artikel aan hetgeen „De Avondpost" schreef
naar aanleiding van zijn bedanken als vast
medewerker aan het weekblad „De Rijks
eenheid"
Het feestprogramma.
(Van onzen Parijschen correspondent.)
Het is werkelijk verrassend om te zien, hoe
de Tentoonstelling, naarmate de datum van
opening nadert, meer en meer een plaats
gaat innemen in het dagelijksche leven.Waar
men ook komt, hoort men praten over het
aanstaande wereldwonder, de couranten -
tijdschriften zijn er vol van, overal vindt
men reclame voor de Expositie, de groote
boulevard en alle wegen welke naar Vincen-
nes leiden liggen opgebroken teneinde ver
nieuwd te worden voor het te verwachten
verkeer, de modehuizen en modistes trach
ten nieuwe, door exotische kunsten ge-
inspireerde modellen te lanceeren. de uitstal
kasten van de boekhandelaren zijn vol wer
ken over koloniale aangelegenheden.En reeds
ziet men op de café-terrassen de wonderlijk
ste typen, allerlei kleurlingen, negers. Ara
bieren, sidis, Marokkanen, Tonkineezen, en
Anamieten, die naar hier zijn gezonden voor
de tentoonstelling, reeds marcheeren deta
chementen koloniale troepen door de straten
om voor enkele maanden naar Vincennes te
worden gedetacheerd.
De legaiies en consulaten hebben het
nimmer zoo druk gehad, de politie heeft
extra versterking gekregen om toezicht te
houden en eenige controle uit te oefenen,
nu volgepropte terreinen over de grenzen
komen met reizigers, die thans zonder pas
poort het land mogen binnenkomen. De sta
tions hebben een extra beurt gekregen, de
gemeentelijke bedrijven zijn in actie geko
men, weldra zal de speciale metrolijn van
Opéra naar Vincennes. welke tachtigduizend
reizigers per uur transporteert in beide rich
tingen, voor het publiek worden opengesteld,
zelfs de standbeelden op de voornaamste nle:
nen zijn schoongeschrobd. overal nieuwe
booglampen geplaatst. En heel den dag da
veren zware lastauto's door de straten, voe
ren van de stationsemplacementen de meest
heterogene en bizarre voorwerpen en dingen
aan; inlandsche prauwen, heele negerhutten,
exotische planten, kooien met leeuwen en
tijgers, olifanten en kameelen. Dan weer sig
naleert men van Le Bourget, dat er een zen
ding van duizend krokodillen is aangeko
men, dan weer meldt men dat in Meurice of
Claridge een of andere Oostersche prins, een
maharadja of een chef van een stam is aan
gekomen. En 't is alles voor de Exposition
Coloniale.
Het heeft nog heel wat werk gegeven om
precies den datum van opening vast te
stellen, wantnatuurlijk zal alles niet op
tijd klaar zijn, hoewel het voornaamste dan
toch voltooid is. Maar we weten bij onder
vinding dat er in die laatste dagen welke
aan de opening voorafgaan wonderen wor
den verricht en er wordt thans dag en nacht
doorgewerkt. En zoo heeft men dan den 6en
Mei gekozen voor de opening door den presi
dent van de Republiek, terwijl het publiek
eerst den volgenden dag toegang krijgt.
Een van de meest ingewikkelde problemen
was het samenstellen van een feestpro
gramma. immers, men moet het publiek ook
de noodige attracties geven, buiten hetgeen
tentoongesteld wordt. En daarom heeft men
aan de verschillende deelnemende naties ,het
verzoek gedaan om ook dit onderwerp te wil
len bestudeeren en een plan in te dienen op
dat het algemeen bestuur daarin eenheid zou
brengen. Van Nederlandsche zijde heef'
men "onmiddellijk zich bereid verklaard
hieraan mede te werken en zoo zullen we,
waarschijnlijk in Juli. een heele Nederland
sche week krijgen. De Koninklijke Militaire
Kapel, reeds welbekend aan bet Parijsc'ne
publiek, zal geheel-voltallig, onder leiding
van kapitein Boer, naar Vincennes komen.
Het optreden van ae Balineesche dansers en
danseressen en van die van den sultan van
Djocja, gamelang, belooft een groot succes
te worden en men is in onderhandeling met
talrijke kunstenaars om een uitgebreid pro
gramma samen te stellen.
Het muziekkorps van de Britsche Garde,
van de Spaansche hellebardiers, van de Gar
de van Koning Albert, van de inlandsche
koninklijke garde van Hué, van de Sénégalee-
zen van het Vreemdelingenlegioen, van de
Fransche vloot, de orkesten Lamoureux, Co
lonne, Pasdeloup, Conservatoire zijn uitge-
noodigd en zullen verschillende concerten
geven.
De groote feestdagen zijn Donderdags, Vrij
dags, Zaterdags en Zondags. Elke afdeeling
krijgt een dag: Noord-Afrika. Midden-Afrika,
met een optocht van den negerkoning Be
hazin, die speciaal met een heel uitgebreid
gevolg naar Parijs overkomt, en een feest bij
de neger-koningin Ranavalo. Voor Indo
china de optocht van Ramayana en het le
vend schaakspel. De onder-koning King
Huoc met zijn gardes en gevolg, zullen op
het feest verschijnen.
De voornaamste feesten zullen 's nachts
plaats hebben op en om het meer. Zoo krijgt
men een Afrikaanschen nacht, een nacht in
de Antillen, in Tahiti, in Indo-China, de re
constructie van een nachtfeest op een meer
van Cambodga, met optochten, muziek, dan
sen, waterspelen, boottochten, fakkel-op
tochten, vuurwerken, waterballets, van Loie
Fuller, illuminaties, lichtfonteinen over het
meer. Een optocht van alle mogelijke ver
keersmiddelen, van pousse-pousse tot lucht
schip en rupsautos, van het Vreemden-
Legioen. dat juist zijn eeuwfeest viert, een
historische optocht van 't Fransche koloniale
leger, van 1650 tot op heden, fantasias van de
Arabieren, van dc troepen uit Senegal en uit
Indo-China. gondelvaarten, bloemencorso.1;,
atletiekwedstrijden, parades, kinderfeesten,
optochten van versierde autos, theater-voor
stellingen. natuurlijk de noodige galadiners
in ae diverse exotische restaurants, lezingen,
bioscoopvoorstellingen, speciale galadagen
op de Congo-afdeelir.g voor het bezoek van
de Belgische vorstelijke familie, bij de Italia
nen, (waarschijnlijk zal kroonprins Umberto
het Tripoli-paviljoen openen), bij de Engel-
schen, bij de Amerikanen,deze zin, met
opsomming van alle feestelijkheden, wordt
te lang. enwe zouden er zoo graag Iets
aan toevoegen wanneer we er aan denken
dat op 8 Mei de officieele opening van hel
Nederlandsche paviljoen moet plaats vinden.
Wat een vreugde zou het zijn, niet alleen bij
de Nederlanders in Parijs, maar vooral in
Nedcrlandsch-ïndië, waar men zoo schitte
rend werk heeft geleverd voor de Nederland
sche glorie in den vreedzamen internatio
nalen strijd, wanneer het hooge bezoek van
een der leden van ons Vorstenhuis luister
zou bijzetten aan het grootsche feest. Het
zou voor millioenen de apotheose zijn van
deze internationale bijeenkomst, waar
in we ons op zoo overtuigende wijze een jon
ge, en krachtige natie toonen.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regcL
LEVENS
VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
de basis voor een zorgenvrij bestaan.
W. C. Lemel, voorzitter van het Verbond
bespreekt Indonesië als samenstellend deel
van de organische Rijkseenheid en uit de
„Volkscourant" is een artikel overgenomen
van J. H. Pamekas over de positie van de
Indonesische vrouw. Voorts noemen we de
Wayang-liederen door Raden Mas Noto
Soeroto en een artikel van W. M. Klaar be
treffende eenige beginselen van het Verbond.
„Maatschappij Belangen".
Het tijdschrift ..Maatschappij Belangen"
opent met de mcdcdeellng. dat de 154ste
j aarlij ksche algemeene vergadering der
Maatschappij op Donderdag 25. Vrijdag 26 en
Zaterdag 27 Juni te Deventer zal worden ge
houden.
Een excursie naar de Zuiderzeewerken zal
op Vrijdag 12 Juni door de Maatschappij ge
organiseerd worden.
In een artikel over: „Crisis en Loonen" be
toogt B. d. H. dat ook de loonen zich in het
gewijzigde prijspeil zullen moeten aansluiten.
Hij waarschuwt echter tegen algemeene leuzen,
die op algemeene loonsverlaging aandringen,
of wel, deze in het algemeen onmogelijk noe
men.
Mejuffrouw Mr E. C. van Dorp schrijft
over: ..Het raadsel van den goudstroom naar
Frankrijk". Zij wijt deze uitsluitend aan
monetaire oorzaken. Door stabilisatie van den
frank op de lage basis was de circulatie te
gering. Vandaar de goudstroom, die door de
Bank van Frankrijk niet gekeerd ls, hoewel ze
dit door koop van deviezen en uitzetting van
het binnenlandsch crcdiet had kunnen doen.
In oen artikel over: Conjunctuuronderzoek"
dringt de heer G. C. Limborgh Meyer aan op
de medewerking van zakenlieden aan veree-
nigingen die het zoo noodzakelijke conjunc
tuuronderzoek ter hand nemen, zooals het
Nederlandsch Economisch Instituut te Rot
terdam.
In een artikel: „Overproductie?" bepleit
A. J. R. Mauritz aan de hand van een aantal
cijfers over wereldproductie en wereldvoor
raden de stelling, dat de overproductie slechts
relatief is ten opzichte van het prijsniveau.
Een opstel over „Doelmatige onderwijs
organisatie" geeft een samenvatting van het
onlangs verschenen rapport der Maatschappij
over dit onderwerp.
Een artikel over: „Het Industrialisatie-
vraagstuk voor Nederlandsch-Indié geeft een
samenvatting van een voordracht van Ir. J.
van der Waerden voor het departement
Haarlem.
Verder bevat dit nummer nog verslagen van
eenige lezingen voor departementen der
Maatschappij gehouden, en jaarverslagen.
Penrod.
Booth Tnrklngton heeft de avonturen to
boek gesteld van den elfjarigen ondeugd
Penrod. Op geestige wijze vertelt hij van het
kattekwaad door den jongen uitgehaald, ver
gezeld van zijn trouwen hond Nero. II. v. d.
Leeuw vertaalde de geschiedenis uit het En-
gelsch, Gordon Grant leverde er vele grappi
ge teckeningen bij en de N.V. Uitgeversmaat
schappij P. den Boer, te Utrecht, gaf het bock
uit.
Jan Lustig.
Bij W. J. Thieme cn Cie. te Zutphen is ver
schenen Jan Lustig, zangspel voor kinderen,
door J. de Groot. Het is de geschiedenis van
een levenslustigen schoenmaker, die in ruil
voor een soms gelds zich verbindt 's morgens
voor twaalven niet meer te zingen. Hij kan
dit natuurlijk niet volhouden, maar ten
slotte komt alles op zijn pootjes terecht. Aar
dige melodietjes illustrecren den vlotten tekst.
Dc Steppcnwolf.
Ons werd dit bock toegezonden van Her
mann Hesse. Het zijn de aanteekeningen van
Harry Hallcr, een menschcnschuw, eenzcJvig
man, die zichzelf daarom den Steppenwolf
noemt. Het boek Ls door Maurlts Dekker uit
het Dultsch vertaald, dat aan sommigo
woorden en uitdrukkingen (begeesterd e.a.)
te merken is.
Dc Nederlandsche Uitgevers-Maatschappij
tc Amsterdam gaf het uit.
Albert Vcnvey en Bilderdijk.
Het zal 18 December honderd jaar geleden
zijn, dat Bllderdijk in Haarlem overleed,
waar hij de laatste drie jaren gewoond nacL
Naar aanleiding hiervan is Aug. Heyting met
nieuwe studies begonnen: „Willem Bildcrdljk
als dichter", waarvan het eerste deel: Albert
Verwey en Bilderdijk ls verschenen. Hij heeft
Bilderdijk in vergelijking willen brengen met
een der tachtigers, die zich immers voor
vijanden zijner poëzie uitgaven. En omdat
Bllderdijk zich het liefst lyricus voelde en als
lyricus zeer veelzijdig was. nam Heyting ook
den veelzijdlgsten lyricus der tachtigers. Al-
bert Verwey. En we halen in dit verband aeze
zinsnede uit Heytlngs werk-aan.
„Al heeft Verwey heden nog niet bereikt
wat Bllderdijk volbracht, zijn persoonlijk
heid leek mij toch belangrijk genoeg om er
bij te blijven stilstaan."
Verwey droeg Bilderdijk vroeger haat toe,
volgens Heyting, omdat B. hem (Verwey! in
den weg stond, omdat deze door de punten
van overeenkomst in Bilderdijk een soort
mededinger had. Verwey draalt echter later
bij. „Het Ls", schrijft Heljting, „of Verwey
tegenover Bilderdijk stap voor stap terug
trekt," het kardinale punt: Bllderdijk waar
achtig. kan en zal hij nooit toegeven in zijn
ijdele stijfhoofdigheid, maar hij ken: hem de
een deugd na dn andere toe, die hij hem
vroeger ontzegde".
Bilderdijk heeft een zeer vruchtbare p«n
gevoerd. Veel, zeer veel heeft hij geschreven,
waarbij echter jammer genoeg, een groot
aantal rijmelarijen te vinden is. Het is de
verdienste van Heyting (of liever van G. van
Elrlng. onder welk pseudoniem hij vroeger
studiën over B. schreefj het weinlgje koren
van het vele kaf gezuiverd te hebben. Zoo
ook drukt hij in dit nieuwe v^erk eenige
waarlijk schoone verzen af, al zijn er enkele,
andere bij. die wij met den besten wil niet als
„verzen" kunnen aanvoelen, ondanks Hey-
tings vurige verdediging. Door zijn bewonde
ring voor Bilderdijk laat de schrijver zich
echter bij zijn aanvallen tegen B.'s vergui-
zers soms te scherpe bewoordingen verlei
den.
Het boek is uitgegeven door de N.V. Electri-
sche Drukkerij „Luctor et Emergo" in Den
Haag.