BINNENLAND
HAARLEM'S
DAGBLAD
VIERDE
ZATERDAG 9 MEI 1931
BLAD
DE ZWENDEL IN DEN NAAI
MACHINEHANDEL.
Uitwassen van het afbetalings
stelsel.
DE JUSTITIE ALS INCASSOBUREAU.
HOE ER THANS TEGEN WORDT
OPGETREDEN.
Gaarne geef ik gevolg aan den vriendelij-
ken aandrang om iets mede te deelen omtrent
de ervaring in Leiden opgedaan, bij den met
zeer goeden uitslag bekroonden strijd tegen
de misstanden in het afbetallngsstelsel, voor=
zoover dit den naaimachinehandel betrof.
Reeds vóór geruimen tijd wezen de door
den Rijksagent der Declasseering te Leiden
ingestelde onderzoeken, verduisteringszaken
betreffende, uit, dat men aan oncredietwaar-
digen op een onverantwoordelijke wijze luxe
artikelen in huurkoop had la:en opdringen
Bij de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Rijnland werden uit den bona fide
handel ernstige klachten gehoord over den
verkoopsmethode in den naaimachinehandel,
terwijl ook op het spreekuur van de ver-
eeniging „„Protestantsch Bureau voor Sociale
Adviezen" te Leiden, arbeiders zich kwamen
beklagen oven- de wijze waarop agenten van
afbetalingszaken hen met schoone voorspie
gelingen allerlei artikelen hadden „aange
smeerd".
Mr. P. G. Knibbe, secretaris van de Kamer
van Koophandel, den heer P. C. G. A. Wijk-
mans, secretaris-penningmeester van het
Genootschap tot Zedelijke Verbetering van
Gevangenen te Leiden en ondergeteekende,
le secretaris van genoemde vereeniging, be
sloten te trachten de onoirbare praktijken
tegen te gaan.
Het publiek maakte druk gebruik van de
gelegenheid tot het verstrekken van inlich
tingen.
Het is treffend dat het tegen één bepaalde
Maatschappij klachten regende. De crediet-
geefster vertrouwde haar producten in huur
koop toe aan paupers, in wier woningen een
blind paard geen schade kon aanrichten.
De gevolgen van deze hoogst onverantwoor
delijke wijze van credietverleening bleven
niet uit; vele naaimachines werden ver
duisterd!
Geconstateerd werd dat een groot aantal
huurkoopovereenkomsten niet waren geba
seerd op consumptieve behoeften, doch dat
de oorzaak van het aanschaffen van een
naaimachine dikwijls te vinden was in door
werkloosheid en andere moeilijke omstandig
heden veroorzaakte geldnood. De colporteurs
gaven den huurkoopers adressen op van een
Leidschen koopman in naaimachines, die deze
artikelen grif opkocht, zonder navraag naar
de herkomst daarvan te doen!
Ter illustratie van de wijze waarop men
„zaken deed" moge ik vermelden dat men
•leverde aan een minderjarige, die wegens
verduistering kort geleden voorwaardelijk was
veroordeeld; op naam van een ongehuwden
man, die n.b. op sterven lag; aan een oude
wouw die geen naaimachine kon hanteeren;
aan een stokdooven jongen, die de machine
per abuis kocht voor een oude moeder, enz.
enz.
Men ging zelfs zóó ver, dat op afbetaling
geleverd werd aan lieden, van wie de ver-
kooper wist dat zij reeds vroeger huurkoop
artikelen hadden verduisterd en vertrouwde
zelfs aan deze binnen korten tijd verschei
dene machines in huurkoop toe. Desondanks
beweerde de credietgever dat vóór het afslui
ten van elke huurkoopovereenkomst op be
hoorlijke wijze nauwkeurig naar de crediet-
waardigheid van de aspirant-klanten werd
geïnformeerd.
Teekenend is het dat op de avonden, waar
op de commissie zitting hield en dat op het
spreekuur- van den Rijksagent der Reclas-
seering, juist een reiziger van de betrokken
maatschappij in de omgeving van de Ar
beidsbeurs, het bureau van genoemden
ambtenaar, had post gevat; dank zij de
tijdig door den commissaris van politie te
Leiden genomen maatregelen kon echter
niet verhinderd worden dat talrijke klachten
;werden ingediend.
De reizigers deden den koopers allerlei
fraaie beloften doch de nakoming daarvan
liet steeds op zich wachten. Werd de crediet-
geefster op die beloften gewezen, dan ver
school zij zich achter de onbevoegdheid van
de reizigers om haar te verbinden.
De colporteurs betaalden geregeld uit hun
eigen zak de eerste afbetaling, hetgeen zeer
wel mogelijk werd gemaakt doordat zij na
het sluiten van den verkoop de provisie
grootendeels kregen uitbetaald.
Dat geen behoorlijk toezicht op het onder
geschikte personeel werd gehouden, staat
onomstootelijk vast; hoe zou levering van
naaimachines bij aantallen in sloppen en
stegen, anders mogelijk zijn?
Behalve, dat zij een klacht indiende bij
verduistering drong de credietgeefster zelfs
bij de Justitie aan op een voorwaardelijke
veroordeeling, met het oog op de bijzondere
bepalingen dat de afbetalingen moesten wor
den voortgezet. Hierdoor werd de Reclas-
seering het onbezoldigd incasso-bureau van
den minder scrupuleuzen verkooper! De Com
missie heeft het daarom zeer toegejuicht dat
de Haagsche politierechter in November 1929
een verdachte, die terecht stond wegens ver
duistering Van een naaimachine, een voor
waardelijke straf, zonder de bijzondere voor
waarde om met de betalinw door te gaan heeft
opgelegd. Z. E. A. gaf daardoor duidelijk
blijk zich er niet voor te willen leenen om
ten behoeve van bepaalde termijnzaken „boe
man" te spelen. Wij zien gelukkig dat de
huurverkooper, wiens klant zich aan verdui
stering schuldig maakt, veel minder dan voor
heen op den Strafrechter kan steunen. Den
laat-sten tijd worden geregeld den verdachten
geen bijzondere voorwaarden ten aanzien
van de betaling van het verduisterde, opge-
legd.
Ten aanzien van beleening is het vermei*
denswaardig dat vele huurkoopers ten onrech
te meenen dat, zoolang zij de afbetalingen
voortzetten, zij zich niet aan een strafver
volging bloot stellen. In verschillende geval
len was stille armoede een der oorzaken van
het delict en ging men tot beleening over, in
de helaas niet verwezenlijkte hoop,
tijdig het onderpand te kunnen inlossen. Aan
den momenteelen geldnood werd daardoor
wel op een bijzondere noodlottige wijze tege
moet gekomen!
Hoewel de credietgeefster, tegen welke zoo
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
veel klachten waren ingekomen, reeds kor
ten tyd na het verschijnen van de publicaties
een onderhoud had met den voorzitter der
commissie P. G. Knibbe, werden de onver
antwoordelijke leveringen op denzelfden
laakbaren voet voortgezet. Zoo leverde men
b.v. op afbetaling aan een steuntrekkende,
die „op een schoen en een slof" uit het
buitenland met zijn vrouw naar Leiden was
komen loopen en aan een failliet, over wien
de politie een boekje zou kunnen open doen;
wel een bewijs hoe werd geïnformeerd!
Het Protestantsch Bureau voor Sociale Ad
viezen te Leiden stelde intusschen voor den
Amsterdamschen Kantonrechter een proce
dure in. De aandacht, welke de Pers aan
dit geding schonk, heeft veel tot verbetering
van de misstanden medegewerkt.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland stelde den betrokken buiten-
landschen Consul met den zwendel in ken
nis. Het resultaat was, dat langs diploma-
rieken weg in het belang van den goeden
naam van de producten uit het betreffende
land, ..de Leidsche Augiusstal" door ontslag
van al het personeel bezemschoon werd ge
maakt en de credietgeefster genoodzaakt
werd haar verkoopstactiek anders in te rich
ten.
Intusschen verraste een van de Amster-
damsche Kantonrechters in April 1931 de
commissie met een voor haar arbeid zeer
belangrijk vonnis, waarbij een eisch tot be
taling van restant-huurpenningen van een
aan een oncredietwaardïge verkochte stofzui
ger werd afgewezen, op grond dat Z.E.A. een
zoodanige transactie in strijd met de goede
zeden achtte. Dit vonnis zegt duidelijk hoe
de Kantonrechter denkt over het in huur
koop toevertrouwen van dure artikelen aan
paupers.
De te Leiden gevoerde actie heeft wel be
wezen dat vooral door middel van gepaste
publiciteit, zeer veel ongerechtigheid de kop
kan worden ingedrukt. Scherp is uitgekomen
dat de positie van termijnzaken zeer precair
is en dat zij zich ten aanzien van hun slacht
offers niet meer alles kunnen veroorlooven.
Toezicht uit de burgerij op de practijk van
het afbetaiingsstelsel is zeer wel mogelijk
en geeft voor degenen ,aie zich daarmede
willen belasten, uitermate veel voldoening.
Indien men doorzet durft niet één afbetalings
zaak, tegen wie ernstige klachten inkomen,
zich tegen dat. toezicht te verzetten. De
sanctie is, en dat beseffen zij spoedig
algeheele stilstand van hun verkoop.
Het komt mij voor, dat "dit resultaat ver
uitgaat boven het plaatselijk succes, dat te
Leiden is bereikt.
Met dit alles mag en kan echter ver
duistering niet worden goedgepraat. De
openbare orde en goede zeden eischen onvoor
waardelijk, dat vooral degenen die een of
meerdere voorwerpen in huurkoop ontvan
gen en deze artikelen onmiddellijk te gelde
maakten, niet straffeloos kunnen uitgaan.
Daarbij is er echter de wenschelijkheid, dat
t.a.v. degenen, die op een onverantwoordelijke
wijze hun producten aan oncredietwaardigen
laten opdringen, een strafbepaling in het
leven wordt geroepen; de heler is even slecht
als de steler!
Gelukkig is te Leiden langzamerhand aan
de gewraakte uitwassen van het volkscreaiet-
wezen een einde gekomen. De Commissie te
Leiden zal het op prijs stellen indien de di
verse commissies hun bevindingen te harer
kennis zouden brengen; wellicht wordt dan
een krachtige landelijke actie mogelijk,
TH. J. VAN DER HEYDEN
Handelscredieten
Effecten - Coupons
Lips Kluisinrichting
Nederlandsche
Middenstands-
Bank
Haarlem Gierstraat 14
L. C. J. VAN OGTROP. f
Te Amsterdam is overleden, 93 jaren oud,
de heer L. C. J. van Ogtrop, lid der firma H.
J. van Ogtrop Zonen. De overledene was
commandeur in de orde van den H. Gregorius
den Groote en ridder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw.
De begrafenis is bepaald op Maandag a.s.
te kwart voor elf op het kerkhof St. Barbara.
VLIEGERSHUMOR.
Het Alg. Hold, vermeldt, wat Smirnoff zei-
de van Beekman's verbetering van zijn re
cord: de Indië-vlucht in 8 dagen: „Zeven
dagen is gemakkelijker dan acht dagen, want
in het eerste geval moet je zeven keer vroeg
op, in het tweede geval acht keer".
AUTO TEGEN EEN PAAL
GEREDEN.
DRIE ERNSTIG GEWONDEN.
Donderdagavond te elf uur is de auto van
Kleyssen, uit Weersselo, met vier inzittenden,
komende van de richting Goor op den hoek
Spoorstraat-Blankenburg te Haaksbergen
tegen een paal van het electrische net gere
den en daarna tegen het hoekhuis van café
Ter Welle opgebotst. De auto heeft blijkbaar
groote vaart gehad. Een der inzittenden, J.
Vrielink, bekwam een schedelbreuk, terwijl
mej. D. Siemerink een sleutelbeen brak.
Beide gewonden zijn naar het ziekenhuis
te Enschedé vervoerd. De chauffeur werd
met ernstige hoofdwonden in het zieken
huis te Haaksbergen opgenomen. De vierde
inzittende kwam er met een neusbloeding af.
Twee geneesheeren verleenden hulp. De auto
die zwaar beschadigd is, is door de politie in
beslag genomen. Van het café van den heer
Ter Welle werd de voordeur vernield.
WAT ER NOG AAN OUDE
TARWE IS.
ORGANISATIE DER TARWETELERS VLOT
GELOOPEN.
De Tarwe-organisaties voor Noord-Holland
en voor Zuid-Holland deelen mede, dat de
volgende voorraden van oogst 1930 aanwezig
zijn: in Noord-Holland 12403 ton, toebehoo-
rende aan 694 tarwetelers; in Zuid-Holland
6518 ton, toebehoorende aan 1005 tarwete
lers.
De tarwe-organisaties voor Noord-Holland
en die voor Zuid-Holland deelen mede. dat
de aansluiting als lid zeer naar wensch is
geloopen. In de meeste streken zijn alle tar
wetelers lid geworden.
De aangifte voor voorraden van oogst 1930
is gesloten. Voor den verbouw in 1931 kan de
aangifte geschieden tot uiterlijk -15 Mei.
MEER LICHT IN DE AMSTER-
DAMSCHE MOORDZAAK.
Toch een roofmoord
ER WORDT EEN KNIPBEURS MET GELD
VERMIST.
EEN AANWIJZING NAAR EEN
SCHULDENAAR?
UIT DE PERS.
Er is thans iets meer licht gekomen in de
moord op de concierge v. d. Velden aan het
Rokin te Amsterdam. Wij lezen hierover in het
Hbid.:
Wat de motieven tot het misdrijf betreft,
wint meer en meer de meening veld, dat er
verband bestaat tusschen het geldschieters-
bedrijf van den verslagene en den moord, 't is
namelijk aan het licht gekomen, dat Van der
Velden lang zulk een onschuldig klein geld-
schietertje niet was als men aanvankelijk
meende, en dat de bedragen, welke hij had
uitstaan, een totaal van tachtig gulden, dat
aanvankelijk werd aangenomen, ver te boven
gingen. Inderdaad leende hij meest sommetjes
van tien gulden uit, maar hij leende ook veel
grootere bedragen uit, waarvoorde rente
niet steeds gelijk was. Gezien het feit, dat
die rente voor bedragen van f 10 opliep tot
één dubbeltje per week (plus de afbetaling
van f 1.per week), mag men vaststellen
dat deze geldschieter in werkelijkheid een
woekeraar is geweest, aldus het blad.
En wanneer men achterstallig was met de
aflossing en de rente-betaling, kon Van der
Velden 't zijn klanten erg lastig maken,
schandaal aan de deur en zoo. Aan zijn ge-
heele omgeving leende hij geld. iedereen uit
die omgeving had geld van „opa" geleend,
zelfs de werklieden, die in het pand op het
Rokin reparaties kwamen verrichten.
Tot degenen, die bij Van der Velden in het
krijt stonden, behoorde ook een onbekende
bewoner van de Ceintuurbaan of de naaste
omgeving van de Ceintuurbaan omtrent wien
Van der Velden zich meermalen had uitge
laten. dat hij met hem veel last V"-d en
dat hij toch het geld een groote som
dat hij hem geleend,had. zoo gauw mogelijk
terug moest hebben! omdat hij anders zelf
in moeilijkheden zou komen. Wie nu die on
bekende van de Ceintuurbaan is, bleef tor
dusver volkomen onbekend, ook het bedrag
dat deze schuldig was. Een ander briefje, in
de nalatenschap van Van der Velden gevonden
had betrekking op een bedrag van f 200, maar
dat was geheel afbetaald.
Een zwart notitieboekje, dat Van der Velden
gewoon was steeds bij zich te dragen, zou
omtrent een en ander wellicht uitsluitsel heb
ben kunnen brengen, maar dit boekje blijkt
verdwenen te zijn. Vermoed wordt derhalve,
dat de moordenaar er belang bij had dit aan-
teekenboekje te laten verdwijnen en het der
halve geroofd heeft nadat hij zijn slachtoffer
vermoord had. Tevens is verdwenen een groot
model knipbeurs, die Van der Velden ook den
avond van den moord bij zich moet hebben
gehad. Een knipbeurs van zeemleer, die een»
bruin was en in het gebruik zwart was ge
worden, een knipbeurs gelijk de groenten-
boeren plegen te gebruiken, met metalen
beugel en knipjes. Nog denzelfden Maandag
had Van der Velden uit die beurs een gulden
gehaald om er de werkster iets mee te be
talen. Hoeveel geld er verder inzat, is onbe
kend en evenmin weet men, waarom de moor
denaar zich van die beurs meester maakte,
terwijl hij een portefeuille'tje. waarin f 360
aan bankpapier zat. onaangeroerd liet. In een
der zakken van het slachtoffer is voorts nog
een los kwartje gevonden, dat hoogstwaar
schijnlijk uit de beurs is gevallen toen ae
dader haar roofde.
De oproep in de bladen omtrent de wapens,
waai'mede de moord geschied is. heeft reeds
succes gehad. Gebleken is n.l., dat het dolk
mes gekocht is bij de fa. J. Pimentel, in sport
artikelen, Utrechtschestraat 101. Het wapen
kon herkend worden aan een winkelmerk, dat
met potlood op de scheede was aangebracht.
Maar niemand in de zaak herinnert zich, wie
juist dit mes gekocht heeft. Want in deze
periode van sportbeoefening en voorbereiding
voor kampeering, worden dergelijke messen
grif verkocht, dit seizoen wel reeds ongeveer
tachtig stuks. Maar misschien kan het publiek
dat de paar laatste weken in den winkel van
de fa. Pimentel inkoopen heeft gedaan, de
politie iets naders mededeelen omtrent
iemand, dien men er gezi enheeft. terwijl hij
bezig was zoo'n dolkmes te kopen. Alle in
lichtingen dienaangaande zijn de politie
gaarne welkom.
Omtrent den hamer is gebleken, dat dit
soort hamers de laatsten jaren hier niet meer
geïmporteerd werd, doch er zijn hier nog tal
van exemplaren te koop, o.a. op de markten.
Deze gegevens dankt de politie aan den im
porteur van destijds, die in Den Bosch
woont en den oproep in de krant had gelezen.
Vast staat, dat beide wapens hamer en
dolk niet in het pand Rokm 99 aanwezig
waren vóór de moord geschiedde, zoodat men
wel mag aannemen, dat de dader deze voor
werpen heeft meegebracht.
Bij de politie heeft zich nog aangemeld
de burger, die den avond van den moord de
assistente van den tandarts had gevraagd,
doch ook deze burger kon geen enkele bij
zonderheid mededeelen.
Omtrent den verslagene komt meer en meer
vast te staan, aldus het blad, dat hij in den
waren zin des woords een zonderling was.
waarin ook de reden ligt dat zijn vrouw al
meer dan twintig jaar niet meer bij hem
woonde.
Het lijk van het slachtoffer is Vrijdag door
de justitie vrijgegeven, zoodat de teraarde
bestelling spoedig zal kunnen geschieden.
DE AANGEKONDIGDE LEGER-
REVUE.
MET ZULK EEN INSTRUMENT PARADEERT
MEN NIET.
Dé Volkskrant antwoordt de Maas
bode op haar opmerkingen over de in Bra-
bant te houden lcgerrevue als volgt:
Men kan nu we", zeggen, dat we met een
troepje Belgische chauvinisten geen rekening
behoeven te houden, maar een militair schouw
spel vlak bij de Belgische grcr.s ter huldiging
van de Nederlandsche troepen, cie een eeuw
geleden de „muiters" op hun facie sloegen, is
juist een kolfje naar de hand van hen. die
er belang bij hebben, de Belgisch-Nenerland-
sche betrekkingen te vertroebelen. We heb
ben voorioopig aan het Moerdijk-kanaal
onoplosbare puzzle naar het schijnt meer
dan genoeg en behoeven geen nieuwe wrij-
vingsvlakken aan te dragen.
Anders dan wij is De Maasbode van oor
deel, dat het opkomen tegen een legerrevue
de ontwapeningsaoiie eerder tot nadeel dan
tot voordeel kan strekken.
Dit is ons niet duidelijk.
De ontwapeningsactie is gericht op de af
schaffing der legers, minstens op de af
schaffing van den dienstplicht, door Paus
Benedictus XV verlangd; op de vervanging
van het geweld, vertegenwoordigd door en
verpersoonlijkt in het leger, door de scheids
rechterlijke uitspraak.
Welnu, terwijl de ontwapeningsactie, naar
we ons voorstellen, in vollen gang is. geeft
men ons een verheerlijking van het leger te
zien, die, gevoegd bij de bij zulke gelegen
heden onmisbare toespraken, op het ijveren
voor ontwapening schier den blaam werpt
van onmannelijkheid en lafheid. Wij erken
nen wat we reeds eerder schreven: in de
gegeven omstandigheden is een leger nood
zakelijk. Maar tot deze erkenning bepale men
zich: al wat aan het leger een zekeren
nimbus kan verleenen blijve beter achter
wege. Om deze reden vooral, dat wat men
bij een leger-revue ziet de uiterlijke schitte-
rir.g is, die de oorlogsellende als het ware
maskeert: de ellende van de loopgraven, de
ellende van het giftgas, de ellende der red-
delooze en reöelooze verwoesting.
Indien men aan het volk een leger-revue
vertoont, dan moet men het ook al de el
lende laten zien, die van den oorlog een vol
lediger beeld geeft dan door een opgewekt
militair schouwspel met muziek en vaam
dels en vlaggen alléén verkregen wordt. Bij
een zoo afschuwelijk en weerzinwekkend
iets als waartoe de moderne oorlog verworden
is, mag men het leger, een thans nog onmis
baar instrument, niet afschaffen, en moet
het zich. zooals De Maasbode het uitdrukt,
gedragen weten door den moreelen steun der
natie, maar met zulk een instrument pa
radeert men niet, zoo min ais de chirurg
het doet met zijn instrumenten of de beul
met zijn valbijl.
De gewone man zal het, meent De Maas
bode, begrijpelijk vinden, dat men bij voor
komende gelegenheden met zijn weermacht
ook eens paradeert. De gewone man die denkt
en doordenkt zal anders redeneeren. Men
maakt propaganda voor de ontwapeningsaotie
zal hij zeggen, maar nu lijkt het mij toch
gek, dat men te zelfder tijd de kracht en den
luister en ae paraatheid van het leger eta
leert.
Hij zal strijdigheid in opzet zien, en wij
durven niet zeggen dat hij ongelijk heeft".
De Maasbode merkt hierbij nog op
„Het katholieke blad wil het leger niet
met een „nimbus" omgeven.
Daar voelen ook wij weinig voor en we
staan zuiver zakelijk buitengewoon dicht, ja
vlak naast onzen collega.
Slechts hebben wij meer gevoel voor een
min of meer gevaarlijken kant van de overi
gens zoo buitengewoon gezonde ontwape
ningsactie, dat men n.l. te zeer den nadruk
legt op het „kwaad" en te weinig op het
„noodzakelijke" van een tot het strikt noodige
beperkte weermacht en daardoor de moreele
kracht daarvan schaadt.
Indien men het volk een leger-revue toont,
zoo meent do ..Volkskrant" moet men ook de
ellende van den oorlog laten zien.
Dat meenen wij ook en meteen, dat dit
door de anti-oorlogsfilms ook vrij afdoende
geschiedt.
Wij schreven reeds, dat wij om het achter
wege blijven van de revue „volstrekt niet
rouwig" zouden zijn. ofschoon wij. vooral
voor het moreel van het kader, er niet alle
nut aan kunnen ontzeggen".
DE LEGERREVUE.
„ALLERBEDENKELIJKST VOORNEMEN".
Ook H e t V o 1 k schrijft thans over de door
..De Avondpost" aangekondigde legerrevue.
Het blad oordeelt als volgt:
„De „Avondpost" toonde zich steeds in mi
litaire zaken een bij uitstek wel-ingelicht
blad, zoodat wij moeten aannemen, dat dit
anders waarlijk ongelooflijk schijnend be
richt waarheid bevat.
Wij kunnen ons echter niet voorstellen dat
de minister van buitenlandsche zaken met dit
militaire verzinsel instemt en er zijn goed
keuring aan gehecht heeft.
Een herdenking van den ongelukkigen tien-
daagschen veldtocht tegen de Belgen zoo uit
dagend mogelijk vlak op de Belgische grens
te doen houden is een militaristisch-nationa-
listische inval, die er slechts toe kan bijdra
gen de verhouding tot België te bemoeilijken.
Wordt zooiets door den Generalen Staf in
overleg met de koningin maar op eigen houtje
beslist, zonder de verantwoordelijke regee
ring er in te kennen?
Of heeft de regeering zoowaar tot dit aller-
bedenkelükst voornemen haar toestemming
gegeven en voor welke duistere invloeden is
zij dan gezwicht?
Opheldering is dringend noodzakelijk."
FILIALEN DER DUITSCHE
BEWAPENINGSINDUSTRIE?
TE AMSTERDAM. ROTTERDAM EN
DORDRECHT.
De Provinciale Groninger Courant maakt
melding van het volgende:
De sociaal-democratische persdienst te
Berlijn deelt mede, dat de Duitsche bewa
peningsindustrie, voornamelijk Krupp en
Minimax-concern, sedert geruimen tijd in
Nederland te Rotterdam en Amsterdam
hulpbedrijven heeft ingericht.
In Rotterdam werkt-, zoo zegt het bericht,
oc firma Krupp onder den firmanaam der
Werf Piet Smit. die onder leiding staat van
den heer v. Beuningen, broeder van den uit
de Utrechtsche documenten-affaire beken
den heer Van Beuningen. Deze laatste is
president van den Raad van Toezicht dep
genoemde werf. Verder is hij aandeelhouder
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant en wel
licht ook geïnteresseerd in he: Utrechtsch.
Dagblad, zoo zegt de sociaal-democratische
persdienst.
Verder zegt het bericht, dat de in 1916
opgerichte „Hollandsche Industrie- en Han
delmaatschappij". welke onder Duitsche '.ei-
ding staat, als tusschenlichaam tusschen de
Duitsche opdrachtgevers er. de werf Piet
Smit fungeert en dat zich ook te Dordrecht
een wapenfabriek, die onder OostenrUkscho
leiding staat, bevindt
In den laatsten rijd is bekend geworden,
dat ook het Minimaxconcern te Amsterdam
(Schinkelhaven) een wapenfabriek heeft in
gericht van nevelapparaten en vlammenwer
pers. Een demonstratie had verleden herfst
plaats voor Nederlandsche hoofdofficieren in
aanwezigheid van den generaal-majoor
Schuurman. Een gewezen Duitsch zee-officier
trad als reiziger in vlammenwerpers, gifgas
sen etc. met genoemde heeren in relatie bij
die gelegenheid, zoo schrijft de sociaal-de
mocratische persdienst, die de Duitsche
openbare meening oproept om zich tegen
het gevaarlijk spel der Duitsche bewapenings
industrie te verzetten.
En het blad teekent daarbij aan:
Wij kunnen niet beoordeelen in hoeverre
dit bericht geloof verdient. Het. komt- ons
voor, dat het. tamelijk onzinnig is. Het-
Utrechtsch Dagblad deelt bijvoorbeeld al
vast mede. dat het alleen aanöeelcn op naam
heeft en dat de naam Van Beuningen daar
onder niet voorkomt.
Maar niettemin komt het ons zeer ge-
wenscht voor. dat de Nederlandsche regee
ring. na een onderzoek ten aanzien van deze
aangelegenheid, een verklaring te dezen
opzichte publiceert.
Dat dit een tegenspraak van het zonder
linge bericht zal zijn, lijkt ons wel zeer waar
schijnlijk.
Maar deze is ook noodzakelijk, want de
betreffende persdienst lanceert het in alle
buitenlandsche sociaal-democratische orga
nen, en de invloed van zulk een berichtge
ving valt niet te onderschatten.
DE
NIEUWE G.-G.
BUITENZORG.
TE
„EEN EXPERIMENTEELE BENOEMING".
Eenige bladen geven hun opinie over den
nieuwen gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indlë, jhr. mr. B. C. de Jonge.
De hoefijzer-correspondent van het Alge
meen Handelsblad lib.) is over de be
noeming niet erg te spreken. Hij vermoedt,
dat zij in het bijzonder in Indische kringen
èn in Indië zelf met de uiterste verbazing
zal zijn vernomen. „En wij vreezen, dat het
bij verbazing niet zal blijven maar er in vrij
breeden kring ook teleurstelling zal worden
gevoeld. Teleurstelling over het feit, dat men
thans, in dezen tijd en m omstandi?-
heden, zoo moeilijk als die waarin Indië
verkeert. Indië opnieuw tot het object maakt
van een expe rimcnteele benoe
ming.
„Immers, de heer De Jonge is, ten aanzien
van Indië, geheel en al een „baar", een
„orang baroe", d.w.z. iemand die Indië nog
nooit degelijk heeft kunnen zien. HU is amb
tenaar aan Koloniën en directeur van de
„Koninklijke" geweest zoodat hU althans in
direct met Indische zaken eenige aanraking
heeft gehadmaar men krijgt geen be
grip van de Indische sfeer cn van do Indi
sche werkelijkheid, hetzij door olie hetzU
door papier.
En dat is het Juist, wat thans, meer dan
ooit, zelfs meer dan bij het optreden van don
heer De Graeff, het eerst, noodige Is in
een G. G.: het onderscheiden, om onder en
achter de uiterlijke verschijnselen te kijken
en om door de menschen heen te zien,
„Het is een bende rondom den G. G."
verklaarde ons nog dezer dagen een insi
der bij uitnemendheid, daarmee doelend op
het volkomen gemis aan werkelijkheidszin bij
de voornaamste adviseurs, waarmee do heer
De Graeff zich allengs heeft omringd. En
door die adviseurs zal de nieuwe G. G.. gedu
rende geruimen tijd, zich moeten laten
leiden: Hoe kan hij. grasgroen nieuweling,
zelfstandig beslissen wat moet en wat
niet deugt?
„Wij kunnen dus niet anders zeggen dan
dat. wij voor de naaste toekomst van Indië
lang niet gerust zijn. We kunnen slechts h o-
p e n dat, na den tegenvaller van het be
wind- De Graeff, het bewind-De Jonge mee
zal vallen..
„Het is wel opmerkelijk, dat de heer De
Jonge nu ten tweeden male „uit de lucht
komt vallen". Want dat deed hij in 1917, bij
zijn optreden als minister van Oorlog leerste
burger-minister van Oorlog) óók al. Ieder
een was toen, over de benoeming-De Jonge
verbaasd.
„Nu. een Indruk van bijzondere kracht
heeft het korte bewind van den heer De Jon
ge als minister van Oorlog bij ons niet achter
gelaten en toch is rustige. onverbiddolU-
ke. vaste kracht thans onontbeerlijk voor
dengene, die daarginds een ontredderde na
latenschap met vele rumoerige en dwaze erf
genamen gaat aanvaarden.
„Het is dus zeker niet zonder bezorgdheid,
dat wij deze benoeming tegemoet zien.
„Maar, natuurlijk ook niet geheel zonder
hoop".
De Maasbode (R.K.) meent, „dat de
benoeming, ongetwijfeld niet weinigen ver
bazen zal en dit te meer, daar de naam
van den nieuwen onderkoning publiek nim
mer genoemd is. Men kan zeggen, dat deze
althans in dit opzicht zijn verleden getrouw
is gebleven en dat hij voor de tweede maal
als „groote onbekende" het openbaar too-
neel betreedt. Met een reeks vraagteekens
wt-rd Jhr. de Jonge immers in de geheclc
Nederlandsche pers begroet, toen hij optrad
in het kablnet-Cort van der Linden. Hij
mocht dan al geen homo novus zijn in de
hooge Haagsche kringen, zeker niet in die
der ambtenaren, men wist toch bijkans niet
wie de toenmalige opvolger van Minister
Bosboom was. noch ook waar diens benoe-
min aan toe was te schrijven. Maar zijn
optreden als minister typeerde den man, die
op den troon van Buitenzorg zal zetelen, als
realist, als man van karakter cn tevensChris-
telijke beginselen.
Met den huldigen minister van Koloniën
heeft de nieuwe Gouverneur dus gemeen, dat
hij geestverwant is van de Chr. partijen,
maar óók dat hij, evenals de heer De Graaff,
bij geen enkele politieke partij is aangeslo
ten.
Wij willen wel getuigen, dat wij vertrou
wen in deze moeilijke omstandigheden op
den troon van Buitenzorg te zien plaats
nemen een man, die in de korte periode van
zijn ministerschap karakter toonde en be
kwaamheid, en naar het woord van Jhr.
Ruys. door zijn departement een „nieuwen
frlsschen wind" deed spelen".
Dc Standaard (A. R.) oordeelt als
volgt:
Een volkomen gaaf en eerlijk karakter.
Een goed verstand.
Een evenwichtig temperament.