OUD-HAARLEM. E"1 TTT"] r~ ZATERDAG 9 MEI 1931 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Waf gespaard bleef. Over de Bakenesserkerk, de Waag en de Amsterdamsche poort. De Bakenesserkerk gezien van de Bakenessergracht. Onze teekenaar is in zijn schetsen voor deze week gelukkig geweest. Nu dient erkend, dat hij ook bijzonder dankbare onderwerpen had, die van de mooiste oude gebouwen uit onze stad. Allereerst de Bakenesserkerk. Dit is een van de mooiste gebouwen die voorgeslachten ons hebben nagelaten. Reeds in de 12de eeuw werd zij gesticht, vermoedelijk door Koning Willem. Het is zeker, dat de kerk in 1328, toen een zware brand bijna de geheele stad verwoestte, ge spaard bleef. Blijkbaar was het te danken aan het feit, dat de kerk buiten de stads muren lag. De stad was dus toen wel heel klein! Allan zegt van de Bakenesserkerk: Het ge bouw onderscheidt zich, zoowel in- als uit wendig. door den grootsten eenvoud, 't Is een redelijk zwaar aangelegd steenen gebouw in Gotischen stijl, die hier en daar, door veran- De Waag. üering én bijbouw wel wat is miskend en oorspronkelijk vrij wat grooter moet geweest zijn dan het nu is. Vroeger stond de Bakenesserkerk op een open terrein. Na de 17de eeuw is het voorplein yoor de kerk geheel ingebouwd. Boven den hier afgebeelden ingang in de Vrouwensteeg is een Latijnsche spreuk gebei teld, die vertaald luidt: Hebben zij, die nieuwe tempels bouwden, lof verdiend, Waarom zou men den ook hen niet eeren, die ze vernieuwen en van het oude dit ge bouw hebben opgericht. De spreuk herinnert aan de verbouwing van 3639. De toren van de kerk is een mooi staaltje interieur, van de Waag. van bouwkunst. Geen wonder, dat zij op vele schilderijen en etsen vereeuwigd is. Het meest wordt de toren dan afgebeeld zooals onze teekenaar hem nu zag: op den voorgrond de oude bouwvallige huisjes aan de Bakenessergracht. De Bakenesserkerk is in gebruik bij de Ned. Hervormde Gemeente. De laatste jaren werd er kinderkerk ge houden, maar nu is de kerk tijdelijk gesloten omdat zij gerestaureerd moet worden. Deze restauratie heeft reeds veel geld ge kost. Zonder steun van rijk, provincie en ge meente heeft de Kerkvoogdij een bedrag van 16.000 besteed voor de verbouwing van het kostershuis. Voor de fundeering van de Ba kenesserkerk is 14.000 uitgegeven, waarvoor verschillende subsidies werden ontvangen. Om het oude gebouw evenwel geheel te her stellen zal alles bij elkaar ongeveer 100.000 noodig zijn. Wegens geldgebrek is het werk thans voorloopig stopgezet. De Rijkscommissie voor Monumentenzorg doet zooals wij eenige weken geleden mededeelden stappen bij de Regeering, om op de begrooting voor 1932 een subsidie voor de restauratie van dit kerkgebouw te krijgen. Die subsidie kan echter alleen worden ver leend als ook provincie en gemeente geld be schikbaar willen stellen. Ook dit is intusschen aangevraagd. Zoo gauw te dien opzichte een gunstig resultaat verkregen is, zullen de res tauratiewerkzaamheden weer met kracht worden voortgezet. De Amsterdamsche Poort. De Waag, het sieraad van het Spaarne, werd in 1598 gebouwd. In een oud boek werd al gemeld, dat de massief blauwe Arduinsteen waarvan het gebouw is opgetrokken duur zamer zou blijken dan ijzer of staal. Die ge- geschiedschrijver heeft gelijk gekregen. Het is evenwel nog niet zoo heel lang gele den, dat van den blauwen Arduinsteen niets te zien was. Alles was toen bedekt met een vieze gele verflaag. De toenmalige directeur van Openbare Werken, Ir. L. C. Dumont, die veel voor oude gebouwen gevoelde, heeft er toen voor gezorgd, dat de Waag weer in oude glorie prijkte. Thans zijn in de Waag de teekenzalen van het teekencollege „Kunst zij ons doel" ge vestigd. Doorkijkje van de Amsterdamsche Poort. Alles aan de gevels van de Waag is even goed verzorgd, getuige o.a. het trapje dat naar de bovenverdieping leidt. Van binnen is aan de Waag in den loop der eeuwen veel veranderd dus verknoeid. Tenslotte iets over de Amsterdamsche poort. Deze poort is vrijwel het eenige dat in onze stad aan de oude vesting herinnert, 't Is waar zij staat nu een beetje zonderling in de om geving, te meer nu naast de poortbrug een groote verkeersbrug is gebouwd, maar toch moeten wij het prijzen, dat de poort behou den is. Het isniet met zekerheid te zeggen wanneer de Amsterdamsche Poort gebouwd is. Waar schijnlijk evenwel omstreeks 1425. De naam van den bouwer is ook niet bekend. Vroeger heette zij de SpaarnWouderpoort, maar toen de Vaart HaarlemAmsterdam gegraven was, werd zij herdoopt. Tijdens het beleg van Haarlem heeft de Amsterdamsche poort een rol van beteekenis vervuld. C. J. VAN T. LANGS DE STRAAT. Het verbodene. In de oude stad van Amsterdam zijn vele lange, smalle zijstraten, die uitkomen op de drukke en voorname winkelstraten. In die zijstraten zijn smalle huizen met hooge stoepen en kelderwoningen en nog eenige deuren naast elkaar voor de bovenhuizen. Op de hoeken van die straten en de hoofd straat is dikwijls een café en achter dat café in de zijstraat, een deur van de woning van den caféhouder. Zoo'n deur zag ik onlangs op een middag geheimzinnig op een kier opengaan en daarna verschenen in de opening twee vrou wenhoofden boven elkaar. Het eene hoofd was lang en spits, het andere rolrond. De oogen in die hoofden keken de smalle zij straat af maar hielden vooral de hoofd straat met haar talrijke voorbijgangers in de gaten. Blijkbaar had het onderzoek een bevredigenden uitslag want de hoofden trok ken zich terug, de deur bleef op een kier staan en na zeer korten tijd traden de beide vrouwen gehéél naar buiten, een zwaar kleed torsend. Zooals de hoofden waren, zoo waren de vrouwen zelf: de eene was lang en mager, stakig: de ander kort, rond en dik. in zekere opzichten het penseel van een Rubens waar dig. Maar beiden hadden één ding gemeen: zij waren waakzaam. Onafgebroken en vol spanning hielden zij den omtrek in het oog, steeds blikkend van links naar rechts en van rechts naar links. Intusschen begonnen zij het zware kleed te ontvouwen, verwijder den zich onderwijl van elkaar, tot tusschen haar was de geheele lengte van het nu nog slechts in tweeën gevouv.fdn kleed, waarvan zij thans elk twee hoeken stevig in de ge oefende handenl klemden. Waarna zij plot seling en als op commando met beide handen tegelijk de van veel routine getuigende zwaai beweging maakten, die het middengedeelte van het kleed met een dof geluid hoog deed opbollen, zoodat het In een wolk verre van zich wierp de vele opgerechtigheden, die zich er op genesteld hadden. Wéér zoo'n zwaai, zoo'n plof, zoo'n wolk. En wéér Toen gebeurde er plotseling iets verras sends. De magere juffrouw had zijdelings een snellen, schichtigen blik, de smalle straat in geworpen en op hetzelfde oogenblik gaf zij zoo'n heftigen ruk aan het kleed dat de dikke, die zich juist voor een nieuwe zwaaibe- weging schrap zette, vooruit schoot, haar evenwicht verloor en in al haar welvende rondheid letterlijk over de straat rolde. Snel ler dan men het van een aldus gevormde vrouw zou verwacht hebben, stond zij op en haastte zich achter de magere aan, die reeds het kleed achter zich aan sleepend, het huis in was gevlucht. Heel in de verte, in de smalle straat, nader de kalm een agent. Het was niet het uur, waarop het kloppen van kleeden in de hoofdstad geoorloofd is. J. C. E. EEN NIJLPAARD OP REIS. Eenigen tijd geleden vertelden wij van het geweldige nijlpaard, aan wien men den naam Hubert gegeven had en dat achttien maan den geleden uit Basutoland (Zuid-Afrika) vertrokken was, blijkbaar voor een pelgrims tocht naar het Zuiden. Hubert, zoo deelt het Engelsche tijdschrift Tit Bits mede, is nog altijd op reis; als een tank gaat hij over en door alle hindernissen. Toch reist hij niet buitengewoon snel. Men heeft berekend dat, als hij van plan is door te wandelen naar Kaap De Goede Hoop, hij daarvoor nog wel ongeveer een jaar noodig zal hebben. De inboorlingen hebben ontzag voor hem: zij beschouwen hem als een god. Hubert vindt dit niet eens prettig, want hij houdt niet van volksverzamelingen, die hem staan aan te gapen en hem dingen willen laten eten, waar hij niet van houdt. Hij houdt eigenlijk alleen van moestuinen, waar hij vreeselijke verwoestingen aanricht. In den laatsten tijd brengt Hubert heel wat consternatie in de steden teweeg. Vroeger vermeed hij deze dichtbevolkte centra, maar tegenwoordig legt hij er juist een groo te voorliefde voor aan den dag. Als hij in een stad is aangekomen loopt hij er dwars door heen. de geheele hoofdstraat door, terwijl de menschen voor hem uit vluchten of links of rechts een goed heenkomen zoeken. SPOREN VAN ONZE TAAL. In de gedeelten van Frankrijk, waar vroe ger Vlaamsch werd gesproken, zijn nog altijd sporen van onze taal in de plaatsnamen waar te nemen, al is de schrijfwijze niet geheel ongewijzigd gebleven. In de Vlaamsche To ponymische Mededeelingen komt een be langrijke bijdrage voor, waaruit we hier en kele bijzonderheden overnemen. De oude Vlaamsche vorm „bere", die zoo wel een hoogte als een woning beteekende, leeft nog altijd voort in Berck-sur-Mer aan het Nauw van Calais. De uitgangen „voord" en „voorde", werden gemakkelijk tot „foit". .Noord dat als noirt werd uitgesproken, is in de huidige plaatsnamen „noir" gewor den, zoo heet het vroegere Nord-Boninghe thans Noir-Boningues; Noord-Bosch Is Noir-Bois en Noord-Bouchout is Noirbécours geworden. Noord-Kelmen, dat als Kalman klonk, werd Noircarmes. Zuidhove werd tot Juthove verfranscht. Sinter Caes (Nicasius) bleef wel als pa troon van een dorpskerk bestaan, maar de gemeente werd in Saïnt-Tricat herdoopt, of schoon nooit een heilige Tricat bestaan heeft. Met het oude, dorre Sant-inghevelt is het eveneens zoo gegaan; het werd Saint-Ingle- vert, In Alvégus kan men mét een beetje goe den wil Halfweeghuis, in Sangatte, Zandgat herkennen. Soms, maar zelden, werden benamingen eenvoudig vertaald. Hondeghem is Kienville (Chienville), Mereghem is Merville gewor den. JOEGO-SLAVIE. ii. De Handelsbalans over 1930. De Nederlandsclie inzending voor de Jaarbeurs te Zagreb. De balans van den Joego-Slavischen bui- tenlandschen handel over 1930 toont een de ficit van 180.058.985 Dinar. De totaal uitvoer bedroeg 4.733.223 ton met een waarde van 6.780.054.106 Dinar, de totaal invoer bedroeg 1.513.583 ton met een waarde van 6.960.113.191 Dinar. Vergeleken bij 1929 daalde de export in 1930 met 11.9 pet. naar het gewicht en met 14.41 pet. naar de waarde. Deze cijfers waren voor den invoer resp. 9.45 pet. en 8.36 procent. Het overzicht van de belangrijkste uitvoer en invoerartikelen over 1930 ziet er als volgt uit: Uitvoer 1930. Levende dieren 98.807 ton 8.821.803.005 Dinar Levensmiddelen en dranken 987.234 ton 2.480.126.563 Dinar Grondstoffen en halffabrikaten 3.498.429 ton 2.900.166.280 Dinar Fabrikaten 138.752 ton 516.405.264 Dinar Goud, zilver, platina, goud- en zilvergeld 1 ton 552.554 Dinar Invoer 1930. Levende dieren 835 ton 26.713.835 Dinar Levensmiddelen en dranken 165.608 ton, 580.487.104 Dinar Grondstoffen en halffabrikaten 975.075 ton 1.286.782.792 Dinar Fabrikaten 372.065 ton 5.060.082.615 Dinar Goud, zilver, platina, goud- en zilvergeld 0.4 ton 6.046.845 Dinar Wanneer men deze uitvoer- en invoercij- fers vergelijkt met den totalen uitvoer en totalen invoer, dan blijkt, dat bij den uitvoer de groep: Levende dieren, naar de waarde 13.02 pet. uitmaakte van de totaal uitvoer waarde, welke percentages voorts zijn voor de groep: Voedingsmiddelen en dranken: 36.58 pet., voor de groep: Grondstoffen en halffabrikaten: 42.77 pet., voor de groep: Fabrikaten 7.62 pet. en tenslotte voor de groep: Goud enz.: 0.01 pet. Een zelfde bere kening voor de invoercijfers voor bovenge noemde groepen, in procenten uitgedrukt, geeft het navolgende beeld: 0.38 pet., 8.34 pet.. 18.49 pet., 72.70 pet. en 0.09 pet. Uit deze gegevens blijkt duidelijk, dat meer dan 82 pet. van den Joego-Slavischen buitenlandschen handel wordt ingenomen door: Levende dieren, Voedingsmiddelen, Dranken, Grondstoffen en Halffabrikaten, d.w.z. uit de „goedkoopere" producten. Daar tegenover nemen de naar verhouding „duur dere" producten bij den invoer in Joego-Sla- vië een percentage van 72.70 voor hunne re kening. Wat de beteekenis der vijf in de tabel op genomen groepen betreft, kan nog het vol gende worden opgemerkt: de invoer van Fa brikaten steeg in 1930 met niet minder dan 353 millioen Dinar vergeleken bij de overige groepen. Daartegenover is de uitvoer van Fabrikaten in 1930 vergeleken met dien der overige groepen achtergebleven. De uitvoer van Voedingsmiddelen en Dran ken is vergeleken bij 1929 zeer sterk geste gen naar het gewicht, maar als gevolg van de prijsdaling was de opbrengst meer dan 381 millioen Dinar minder. Een geheel ander beeld toont de groep der Grondstoffen. Hier is een zeer aanzienlijke vermindering van de uitvoercijfers vast te stellen. Deze vermin dering bedroeg vergeleken met 1929 bijv. 195.5 millioen Dinar. Daarnaast was ook de invoer van grondstoffen, vergeleken bij 1929 veel minder: circa 13 millioen Dinar. De groep Levende dieren doet een belang rijke vermeerdering van den uitvoer in ge wicht zien vergeleken bij 1929. Deze houdt evenwel geen gelijken tred met de waarde. De toeneming daarvan bedroeg slechts ruim 5 1/2 millioen Dinar. Van Regeeringszijde en van de zijde der veeteeltorganisaties wordt op het oogenblik krachtig geadviseerd om de eigen landbouwproducten te gebruiken voor veevoeder, aangezien de prijzen daarvan zoo laag zijn, dat gebruik in eigen land nog het doelmatigst wordt geacht. Aan den Joego-Slavischen buitenlandschen handel hebben verschillende landen deelge nomen. Noch met betrekking tot den uitvoer noch met betrekking tot den invoer neemt Nederland een plaats van eenig belang in. In onderstaande statistiek over de tien be langrijkste landen komt ons land niet voor. Dit overzicht ziet er als volgt uit: Buitenlandsche Handel van Joego-Slavië over 930: Uitvoer. In totaal Dinar uitvoer Italië 1.919.355.435 28.30 Oostenrijk 1.198.790.641 17.60 Duitschland 790.715.796 11.60 Tsjecho-Slowakije 556.115.169 8.20 Hongarije 486.8.14.714 7.18 Griekenland 409.958.868 6.05 Frankrijk 283.094.940 4.18 Roemenië 200.064.672 2.95 Zwitserland 178.475.051 2.63 Engeland 104.433.688 1.54 Invoer. In totaal Dinar .yvoer. Tsjecho-Slowakije 1.224.668.477 17.60 Duitschland 1.221.420.036 17.50 Oostenrijk 1.170.584.597 16.82 Italië 782.847.599 11.25 Engeland 411.826.425 5.92 Hongarije 405.475.065 5.82 Ver. Staten v. Amerika 285.420.263 4.10 Frankrijk 290.107.248 3.87 Roemenië 222.739.594 3.20 Britsch-Indië 159.912.632 2.30 De positie van Italië valt direct in het oog. In de Italiaansche pers heeft het feit, dat Italië in de uitvoer-lijst de eerste plaats in neemt en in de invoer-lijst de vierde tot veel commentaar aanleiding gegeven. Men ver langt in Italië een herziening van het Ita- liaansch Joego-Slavische handelsverdrag. De resultaten van dit streven zullen moeten worden afgewacht. Nederland neemt in de rij dezer landen dé 14de plaats in wat betreft den invoer in Joego-Slavië. terwijl ons land de 13de plaats inneemt in den uitvoerhandel van Joe?o- Slavië. Uit Nederland werd in 1930 12.720 tan goederen met een waarde van 85 millioen Dinar in Joego-Slavië ingevoerd, terwijl Joego-Slavië naar Nederland 82.029 ton goe deren met een waarde van 61 millioen Dinar uitvoerde. De Jaarbeurs te Zagreb dateert van het jaar 1909. Evenals de andere Jaarbeurzen in het meer Oostelijk gedeelte van Europa heeft ook die te Zagreb een afwijkend karakter van de Westersche jaarbeurzen. Zij zijn meer to beschouwen als jaarmarkten en ten deele functionneeren zij als tentoonstellingen. Eerst na den oorlog heeft de Jaarbeurs te Zagreb een internationaal karakter gekregen. Zij wordt aangekondigd als de oudste en grootste in Zuid-Oost Europa met 1000 tot 1500 deel nemers en 150.000 tot 200.000 bezoekers. Haar beteekenis beperkt zich niet tot de grenzen van Joego Slavië. maar strekt zich uit over de Balkanlanden in het algemeen. De bezoe kers genieten o.a. op de spoorwegen in Dultsch land en Oostenrijk een reductie van 25 en op de Joego Slavische spoorwegen een reductie van 50 procent. In het voorjaar heeft een z.g. „Spezial-Messe" plaats, welke ditmaal van 25 April tot 5 Mei wordt gehouden. Behalve de achtste auto-salon en de vijftiende land- bouw-jaarbeurs (speciaal landbouwwerktui gen enz.) is daaraan tevens een tentoonstel ling op verkeers- en hygiënisch gebied ver bonden en voorts de Hollandsche bloemen en plantententoonstelling.Tegelijkertijd wordt van 25 tot 28 April de zesde internationale pluimvee- en konijnententoonstelllng gehou den. Later in het jaar, van 29 Augustus tot 7 September heeft de algemeene Jaarbeurs plaats, welke openstaat voor deelnemers met alle goederen. In het kader dezer algemeene Jaarbeurs worden evenwel dikwijls kleinere vakbeurzen gehouden, zooals voor bouwmate rialen, levens- en genotmiddelen, textielgoe- deren en bont, leder, papier, enz. Gedurende de laatste twee dagen dezer algemeene Jaar beurs zal dit jaar een internationale veeten toonstelling worden gehouden. De Nederlandsche inzending is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met dc Nederlandsche Joego Slavische Kamer van Koophandel te Rotterdam. In den nazomer van het vorige jaar werden reeds op de terrei nen dezer Jaarbeurs duizenden bloembollen geplant. Daarnaast werd een uitgebreide bin neninzending opgenomen in het hoofdgebouw dat een oppervlakte beslaat van 60 bij 30 M2. In dit gebouw wordt het geheele midden, be nevens het tooneel, door Nederland inge nomen. Laatstbedoelde plaatsruimte heeft een oppervlakte van 75 M2. en is gereserveerd voor de firma J. v. Gelderen te Boskoop. Daarvoor ligt in een halvemaanvorm, ter grootte van 24 M2. de inzending van dc vas- teplantenkwcekerij dor firma Dagnella en Cox te Amerongen. De 80 M2. van het mid denvak worden ingenomen door de bloem bolleninzending bestaande uit afgesneden tul pen en narcissen. Aan beide zijden daarvan is de collectieve inzending van Aalsmeer op gesteld. over een oppervlakte van 2 x 145 M2. Laatstgenoemde inzending omvat ruim 3000 der fraaiste seringentakken en 7000 afgesne den rozen. De firma v. Gelderen exposeert ge forceerde bloeiende heesters, rhododendrons, coniferen en andere groenblijvende planten. Het grootste gedeelte van deze bloemen en planten werd op 21 April j.l. per extra wa gon uit Amsterdam verzonden cn heeft circa 48 uur gereisd. Voorts was reeds vroeger een wagon verzonden met standaards, mos en an der materiaal, zoomede een klein gedeelte der planten. Deze vrachtgoedzending is circa 7 a 8 dagen onderweg geweest. De invoer rechten in Joego Slavië zijn van dien aard, dat de hoop gewettigd is. dat men nieuw af zetgebied kan vinden. Deze bedragen voor snijbloemen per 100 K.G. 60 gouddinar (1 gouddinar is 48 cent) of f 28.80 en voor le vende planten en heesters per 100 K.G. 10 gouddinar of f 4.80, terwijl zij voor de bloem bollen per 100 kilo 30 gouddinar of f 14.40 be dragen. In het gevormde Eere-comité hebben o.m, zitting genomen de Ministers van Landbouw in Joego Slavië en in ons land, verschillende vertegenwoordigers der tulnbouwverecnigln- gen enz. terwijl ook van de zijde der pers in de Balkan zeer veel aandacht aan deze expositie is besteed. De officieele reclameplaat werd door een Joego Slavischen professor ontwor pen en in 5000 exemplaren in dc Balkanlan den verspreid. Aan de drie groote tuinbouwor ganisaties is medegedeeld, dat alle leden worden uitgenoodlgd de tentoonstelling gra tis te komen bezichtigen. Teneinde de reclame van Hollandshce zijde zoo intensief mogelijk te kunnen voeren zijn eenige films uit ons land medegenomen. Behalve de zoo bekende bloembollenfilm: Van Bol tot Bloem is ook nog de beschikking verkregen over een film uit Aalsmeer en een van de Vereenlglng Ne derland in den Vreemde. Bij gelegenheid van de opening der tentoonstelling op Zaterdag a.s., 25 April, vermoedelijk te circa 11 uur, zullen waarschijnlijk tal van officieele per sonen aanwezig zijn. Van Nederlandsche zijde zal o.m. het woord gevoerd worden door de heeren H. II. van Dam, Consul van Joego Sla vië te Rotterdam en Jac. Smits, voorzitter van den Nederlandschen Tuinbouwraad. Na de opening heeft in den z.g. Ratskeller een lunch plaats, welke wordt aangeboden door den Ned. Tuinbouwraad. In den namiddag wordt de eerste vertooning gegeven van de film: Van Bol tot Bloem. MOLLERUS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 21