Drie maanden in Indië.
Pierre Napoléon Bonaparte en Victor Noir.
Roem van Deli.
Sorteeren van tabak door Chlneezen.
.n nu moet je die kinderachtige si
garetten eens opbergen", zei een
der verstokte slgarenrookers van
ons groepje tegen me, toen ik na
glorieuze ontbijt in hotel De
Boer een sigaret aanstak. ,.Het is een blaam
voor dit land, als je hier geen sigaren
rookt!''
En of ik al beweerde, dat leder hier In
Medan met een groote blikken doos siga
retten in de hand loopt, dat gaf allemaal
niets. „Sigaren moet je hier rooken, als je
Deli respecteert", besloot hij.
Zoo waren de gemoederen al vroeg in den
ochtend vervuld van het geurige kruid, waar
van we dien morgen de bewerking zouden
zien, n.l. van de wereldberoemde Deli-cabak.
Want, niet waar, als je praat over Deli, denk
je onwillekeurig aan tabak.
Nu is de tabakscultuur tegenwoordig niet
meer de grootste van Deli; wat den omvang
betreft; zij heeft de eerste plaats moeten
afstaan aan een jonger zusje, n.l. de rubber,
terwijl ook de thee-, de koffie-, de olie-
palm- en de sisal opkomen; maar omdat de
tabak de oudste is op de Oostkust en met
recht „Roem van Deli" mag heeten, wil ik
van deze merkwaardige cultuur hier een en
ander vertellen.
Het is in het algemeen maar aan weinig
pioniers gegeven, om het werk dat zij begon
nen zijn voltooid te zien: maar Jacob Nien-
huys, de pionier van Deli, heeft de groote
ontwikkeling van dit gewest nog mogen be
leven, vóór hij in 1927 op hoogen leeftijd
in Bloemendaal overleed. Weinig zal hij ge
dacht hebben, toen hij in 1862 de Deli-rivier
opvoer, om te zoeken naar de goede tabaks-
gronden, waarvan een Arabier hem op Java
had verteld dat zijn exploratietocht zulke ge
volgen zou hebben gehad. De Sultan van Deli
hielp hem aan grond en in 1865 arriveerden
de eerste vijftig pakken Delitabak op de
Amsterdamsche markt, waar al dadelijk een
goede prijs gemaakt werd. En tegenwoordig
is het in Holland, het land van de goede si
garen, overbekend, dat het Deli-dekblad als
het beste ter wereld wordt beschouwd, waar
voor dikwijls fabelachtige prijzen betaald
worden.
Die uitstekende kwaliteit van tegenwoor
dig is echter niet zoo maar uit de lucht ko
men vallen; ook in de tabakscultuur heeft
men met vallen en opstaan loopen geleerd en
als men soms mocht meenen, dat alle ta
baksplanters rijk zijn geworden, dan wil ik
hier toch even een paar simpele cijfers noe
men, die een heel andere taal spreken. Er
bestaan thans naar ik meen in Deli 14 ta
baksmaatschappijen. Maar sedert 1865 zijn
er pl.m. 120 maatschappijen uit de tabaks
cultuur verdwenen en vermoedelijk niet,
omdat de zaken zoo floreerden.
Hoe komt het nu, dat de Deli-tabak zulke
bijzondere kwaliteiten heeft, dat zij tot nog
toe niet is geëvenaard, hoeveel moeite men
er elders ook voor gedaan heeft?
Een paar dagen vóór ons bezoek aan de
tabaksonderneming, waarvan ik straks zal
vertellen, bezochten we het Deli-proefstation
te Medan. een kapitaal gebouw met een
grooten tuin, waar allerlei proeven worden
genomen voor grondverbetering, het kwee
ken van nieuwe variëteiten, bestrijding van
ziekten enz., enkel en alleen voor de tabak.
De liefhebber van een goede sigaar kan over
tuigd zijn, dat hier voortdurend een aantal
wetenschappelijk gevormde menschen bezig
is om de kwaliteit van zijn sigaar op peil
te houden en zoo mogelijk te verbeteren. En
terwijl we hier rondgeleid werden, vertelde
de directeur van het Proefstation ons iets
van de oorzaken van de goede kwaliteit der
Deli-tabak.
In de eerste plaats bezit Deli de allerbeste
tabaksgronden, die men zich kan denken, de
gronden waarnaar Nienhuys kwam zoeken.
Zij liggen rondom Medan en Bindjei, vormen
een oppervlakte, ongeveer gelijk aan onze
provincie Drente en zijn vermoedelijk een
geschenk van de vulkaan Sibajah, die even
ten Noorden van het Tobameer ligt. Wan
neer wij lezen van de vreeselijke verwoesting
die kort geleden door den vulkaan Merapi
op midden Java Is aangericht, dan denken
we meestal niet aan Se goede zijde van een
dergelijke catastrophe, n.l. aan de groote
vruchtbaarheid, die dat uitgeworpen mate
riaal zal hebben, als het eenmaal voldoende
verweerd zal zijn.
In lang vervlogen tijden heeft ook de Si-
bajak groote hoeveelheden vulkanisch mate
riaal uitgeworpen, dat door de riviertjes is
meegevoerd tot aan de kust. Men heeft in
Deli meermalen beproefd, ook buiten dit ge
bied tabak te kweeken en ofschoon men
daar wel goede kwaliteiten kan oogsten
haalt die tabak in het algemeen toch nooit
den hoogen prijs van het dekblad, dat op
den z.g. andesietgrond groeit. En daar de
bedrijfskosten in Deli zeer hoog zijn, in ver
band met de dure werkkrachten, heeft men
die andere gronden voor rubber, thee, olie-
palmen enz. in gebruik genomen.
Een andere factor van'grooten invloed is
wel het klimaat van Deli, dat geen lange
perioden van droogte heeft en pieestal in
Mel, in den groeitijd van de tabak, voor
eenige regenbuien zorgt. De tabaksplant
met haar groote bladeren, verdraagt geen
droge lucht. Blijven de regens uit, dan zijn
de vooruitzichten op een goeden oogst (en
flinke winst) verdwenen.
De derde factor eindelijk is de groote zorg,
die door de planters aan het gewas wordt
besteed, hierbij trouw terzijde gestaan door
het proefstation. De meeste rookers, die na
het middagmaal een sigaar opsteken en rus
tig genieten van de geurige tabak, zullen
niet beseffen, met hoeveel zorgen die tabaks
bladen zijn omringd, voor ze in de hand van
een sigarenmaker tot een goed sigaartje
worden gevormd. Want de tabak is een echt
troetelkindje. Er worden zaadbedden aange
legd. waarop het uiterst fijne tabakszaad
wordt gezaaid. Als de blaadjes verschijnen
worden ze tegen felle zon en insecten be
schut door klamboes, groote schermen van
heel fijn gaas, die het zaadbed geheel af
sluiten en naarmate de plantjes groeien, tel
kens wat verder geopend worden, om ze aan
de felle zon te gewennen. En als de jonge
planten op de velden worden uitgezet, moe
ten ze eerst nog twee maal per dag worden
begoten, terwijl ze vaak door een palmblad
of een plankje tegen de middagzon worden
beschut.
Groeien dan de planten flink, dan staat de
planter verlangend uit te kijken naar de
noodige regenbuien, want „onberegende" ta
bak wordt door de kenners op de veiling in
Frascati heel wat lager geta'xeerd, dan de
andere. En tijdens den groei blijft steeds een
uiterst scherpe controle noodig tegen aller
lei ziekten, rupsen, bladluizen enz., want de
groote sappige bladeren hebben heel wat
vijanden. Is eindelijk de tabak rijp (de plant
is dan ruim twee M. hoog), dan kan de pluk
beginnen. Vroeger werd de heele „boom:"'
(zooals de vakterm luidt) in zijn geheel te
drogen gehangen, maar daarbij kreeg men
natuurlijk het bezwaar, dat slechts een zeker
gedeelte der bladeren plukrïjp was. Daarom
plukt men thans de bladeren twee aan twee
van onder af. De topbladeren worden in Deli
dikwijls niet eens geoogst, omdat ze voor
dekblad ongeschikt zijn en te weinig op
brengen om het arbeidsloon goed te maken.
Van bovengenoemde werkzaamheden za
gen we evenwel niets meer; men begint hier
ongeveer in Februari uit te zaaien en de
oogst valt in Juni. zoodat wij in Augustus
alle velden af geoogst vonden.
Maar de bewerking in de schuren is ook
zeer interessant en die zouden we zien op
den bewusten ochtend, waarvan ik in het
begin van dit artikel sprak. Spoedig na het
ontbijt kwamen de auto's voor: we reden
Medan uit. den weg op naar de onderneming
Sampali, die aan de Deli Maatschappij be
hoort.
Het land rondom Medan is nagenoeg vlak.
Overal zagen we de afgeoogste tabaksvel
den, waarop de bevolking alweer rijst had
geplant. Als de tabak van het veld is, dan
heeft de bevolking het recht om hiervan nog
één rijstoogst te halen, waarna het gebied
weer braak blijft liggen en met eenige hulp
van den planter spoedig weer met bosch is
bedekt. Pas over acht jaar wordt dit bosch
gerooid, om 'er weer ëén tabaksveld van te"
maken en zoo gaat dit steeds door.
„Welk een grondverspilling!" zal men zeg
gen.
Inderdaad, maar wil men de goede kwali
teit van de tabak behouden, dan is men ge
dwongen tot deze cultuurwijze. Het is nog
steeds niet gelukt een betere en minder
grondverspillende wijze van verbouw te vin
den.
Overal zien we dan ook weer groote stuk
ken bosch van verschillende hoogte en in de
vlakke velden, die daartusschen verspreid
liggen, staan eenzaam de groote droogschu
ren met groote luiken in de wanden en in
het dak. waar de tabak gedroogd wordt. Men
zou ze voor groote boerenhofsteden kunnen
houden, als het woonhuis niet ontbrak.
Landschapsschoon vindt men hier niet: al
te zeer heeft de mensch het landschap ver
vormd om hier zijn bestaan te vinden. Wel
dra houden we stil bij een mooie woning
tusschen hoog geboomte: daar woont de ad
ministrateur, die ons reeds tegemoet komt
en ons dadelijk meeneemt naar een groot
complex van gebouwen. Men houdt hier
blijkbaar van opschieten.
Eerst even een kijkje in een droogschuur,
waar de tabaksbladeren aan lange stokken
te drogen hangen, grijsgroen van kleur en
reeds geheel slap. Dan gaan we een groot
gebouw binnen, geheel in modernen trant,
met ijzeren binten en betonvloer, de fer-
menteerloods.
De tabak, die de droogschuur heeft veria
ten Is in bossen gebonden en wordt hier door
vrouwen op groote rechthoekige stapels ge
legd. Dat gebeurt allemaal heel precies, zoo
dat het. van den buitenkant gezien, lijkt of
er een aantal cocosmatten op elkaar ligt.
zoo zuiver liggen al die bossen van tabaks
stelen naast elkander.
Is de stapel hoog genoeg, dan wordt hij
afgedekt en begint de fermentatie, een
broehngsproces, dat te vergelijken is met
het broeien van hooi hier te lande. Eenige
bamboekokers reiken tot het midden van
den stapel en met thermometers controleert
men nu. of het proces goed verloopt. Grafi
sche voorstellingen van den gang der tempe
ratuur hangen erbij. Men ziet. de zorg van
den planter is hier even groot als die van
een dokter voor een koortspatient. Later
wordt de stapel omgezet, door de bossen van
den buitenkant in het midden te leggen, is
dan alles naar wensch gegaan, dan komt
het sorteeren, ook een zeer belangrijke be
werking.
We werden binnengeleid in een andere
zaal met glazen dak, zoodat het er bijzon
der licht was. Daar zaten een groot aantal
Chineezen op lange rijen de tabak te sortee
ren. Elke sorteerder heeft in een halven
cirkel een aantal stokken voor zich staan
zoodat er een aantal vakken worden ge
vormd.
De arbeiders laten de tabaksbladeren, die
hun gebracht worden, door de hand glijden
en bepalen nu in welk hokje ze gelegd moe
ten worden. De administrateur nam enkele
pakjes op en liet ons het verschil zien, maar
ik moet eerlijk bekennen, dat ik dikwijls
geen verschil kon opmerken, wat kleur be
trof. Er is voor dit werk een scherp oog en
groote routine noodig.
Een helper voegt de bladeren weer samen
tot bosjes van 35 stuks.
Maar ze tellen de bladeren niet", zei de
administrateur. „Het gaat heelemaal op het
gevoel en toch zal u maar zelden een bosje
vinden dat niet precies 35 bladeren telt"
Heeft de sorteerder een aantal bundels
klaar, dan moet hij ze laten controleeren
door eenige vrouwen, die een buitengewoon
goed oog voor het kleuren hebben. We bleven
er even bij staan. Met onbewogen gezicht
grijpt zoo'n vrouw een bosje tabak, laat de
bladeren even door de vingers glijden en legt
het neer. Soms trekt ze er een blad uit en
als er meer fouten in zitten, roept ze enkele
woorden tegen den Chinees, die ook al weer
met een „stalen" gezicht de sorteering volgt.
Nauwelijks hadden we ons verwijderd of
een vreeselijk geschreeuw weerklonk. Er was
meeningsverschil tusschen een paar Chinee
zen en het leek wel of er twintig menschen
schreeuwden. We verstonden er jammer ge
noeg mets van, maar de rauwe klanken zou
den een vischvrouw jaloersch hebben ge
maakt. Een der assistenten schoot toe. een
paar woorden en het was weer even stil als
te voren.
Tot slot zagen we, hoe de bossen geperst
werden in de bekende tabaksmatten- de
merken werden er op geschilderd en ze wa
ren klaar voor verzending naar Belawan
waar groote oceaanstoomers de pakken op
nemen om ze in Amsterdam weer af te le
veren.
Weldra namen we afscheid van onzen ge
leider en in den auto praatten we nog wat
na over de groote zorg. die aan elk onder
deeltje van deze cultuur wordt besteed.
,En dat allemaal voor een sigaar", zei ik
St.eeds wei=ert te rooken
gromde mijn oude vriend met een minach
tenden blik naar mijn „strootje".
E. W. VENEMA
Fermenteeren van tabak.
VERDWIJNENDE BRONNEN.
Nieuw-Zeeland, met zijn heete bronnen en
andere vulkanische wonderen, is dikwijls het
tooneel van aardbevingen geweest.
En de streken die door de aardbeving in
Servië zijn aangetast vertoonen dezelfde
eigenschappen als in Nieuw-Zeeland zijn ge
constateerd, zooals uit de berichten over de
ramp valt af te leiden. Tegelijk met de aard
beving droogden een aantal minerale bron
nen op en kwamen eenige meters verder weer
te voorschijn als geysers, die verscheidene
voeten hoog opsprongen en belangrijk war
mer waren dan te voren.
Een dag later waren de bronnen weer op
haar gewone plaats, maar zij gaven nu een
veel grooter volume water van een belangrijk
hoogere temperatuur dan vroeger. Bij bijna
iedere aardbeving doen zich dergelijke ver
schijnselen voor, in 't bijzonder ook in Zuld-
Amerika.
Soms worden ook in Engeland wel lichte
aardschokken geconstateerd, maar deze zijn
van een geheel anderen aard dan de gewel
dige aardöevmgen in landen met een vulka-
nischen bodem. Zij worden veroorzaakt door
verschuivingen van de lagen in den bodem
en hebben met vulkanisme natuurlijk niets
te maken.
EEN AVONTUURLIJKE TOCHT
Spoedig vertrekt een ondernemend
Engelschman, kapitein Geoffrey Malins. die
graag onderzoekingsreizen per auto maakt,
met eenige anderen, voor een tocht van 12000
mijl naar de wildernis. De auto, waarmede
hij dezen tocht onderneemt, is er niet een
an de gewone soort. Zij kan n.l. even goed
te land als te water dienst doen.
Deze wagen is in Coventry gebouwd en er
zijn reeds verschillende proeven mee geno
men. Er zijn aan de auto op verschillende
plaatsen luchtzakken aangebracht, die kun
nen worden opgepompt door een pomp, die
door de motor in werking kan worden ge
bracht. Deze luchtzakken maken, wanneer zij
met lucht zijn volgepompt, dat de auto heel
hoog op het water kan drijven en er dus geen I
water in den carburator kan komen. De
achterwielen zijn voorzien van schepraderen
en de auto kan ook in het water ccn flinke I
snelheid bereiken.
Historische Brieven.
Napoleon I en Napoleon Hl. beide keizer
van Frankrijk, zijn de twee leden van de fa
milie Bonaparte, welke zich de meeste be
kendheid hebben verworven. Echter hebben
ook verscheidene afstammelingen van de
broers van den grooten Keizer een min of
meer gewichtige rol in de geschiedenis ge
speeld, al hebben zij geen van allen een ko-
nings- of keizerskroon gedragen.
Lucien. de derde zoon van Carlo Maria
naparte en Maria Laetltla Ramolino, was
een der heftigste revolutionnaire partijgan
gers in den opstand van Paoli. die met be
hulp der Engelschen het eiland Corsica op
de Franschen veroverde. Later brak hij cen
ter met Paoll, moest vluchten en vestigde
zich te Marseille, waar zijn moeder met de
jonge kinderen zich reeds bevond. Hier huw
de hij in 1749 Christine Eléonore Boyer, die
daardoor prinses van Canino werd.
In 1798 werd hij lid van den Raad van
Vijfhonderd te Parijs en bestreed krachtig
het Directoire; zonder den terugkeer van zijn
broer Napoleon, die zich in Egypte bevond
afte wachten, verbond hij zich met
Talleyrand en Slèyes en bereidde den beken
den staatsgreep voor.
Hfj is de groote man geweest van don
18den Brumaire, die, nadat het Directoire
omver geworpen was, Napoleon Eerste Consul
maakte, de inleiding tot het keizerschap.
Door zijn vastberadenheid en doortastend
heid wist hij zoow'el den tegenstand van den
Raad van Vijfhonderd (waarvan hij voorzit
ter geworden was) als de besluiteloosheid
van Napoleon te overwinnen en maakte zich
tot den held van den dag.
Napoleon maakte hem minister van bln-
nenlandsche zaken en. in 1800. gezant te
Madrid. Naderhand werd hij gekozen tot lid
van het Tribunaat.
Zijn eerste vrouw was in 1801 gestorven;
hij weigerde aan het verlangen van zijn
broer dat hij met de weduwe van den koning
van Etrurië zou hertrouwen te voldoen (vroe
ger had Napoleon reeds op dit huwelijk aan
gedrongen en gewild dat Lucien zich van zijn
eerste vrouw, waarmee hij heel gelukkig ge
trouwd was, zou laten scheider.) en
huwde opnieuw een vrouw van burger-af-
komst. Hierdoor ontstond een breuk tusschen
hem en Napoleon; Lucien vestigde zich in
1804 als ambteloos burger te Rome.
In 1801 deed hij een reis naar Amerika
doch werd op zee door de Engelschen gevan
gen genomen, geïnterneerd en eerst in 1814
in vrijheid gesteld.
Na Napoleon's vlucht van Elba snelde hij
dezen te hulp doch werd, na Waterloo, op
nieuw geïnterneerd, ditmaal tot 1830. HIJ
reisde daarna door Europa en stierf in 1840
te Viterbo.
Lucien was, Napoleon, de begaafdste der
Bonapartes. even eerzuchtige als de Keizer
en bezat een zeer vrijmoedig en onafhanke
lijk karakter; voorts was hij een tamelijk
begaafd schrijver, dichter en oudheidkenner
(in zijn jeugd had hij. o.a. te Brienne, ge
studeerd). Zijn heldendichten waren meestal
tegen zijn grooten broer gericht.
Zijn tweede vrouw, de heel mooie Alexan
drine Laurence de Bleschamp, weduwe van
den wisselagent Joubcrthon. mocht zich niet
in een smettelooze reputatie verheugen. Zij
schonk hem niet minder dan negen kinde
ren, vijf zoons en vier dochters. Een dezer
zoons geboren in 1815 te Rome heeft een
zeer avontuurlijken levensloop gehad en is
bijna oorzaak geweest, dat in Frankrijk in
1870 een revolutie uitbrak. Nog geen zeven
tien jaar oud nam deze Pierre Napoléon Bo
naparte deel aan den opstand in de Ro-
magna en werd te dier zake zes-maanden
gevangen gezet. Na op vrije voeten te zijn
gesteld trok hij naar Amerika, streed daar
onder den bekenden Bolivar, keerde naar
Europa terug en woonde een tijdlang met
zijn jongeren broer Antoine op het landgoed
van hun moeder, de prinses van Canino, in
Italië.
Maar het onrustige bloed der Bonapartes
deed zich bij hen gelden; niet ten onrechte
verdacht van het voorbereiden van een re
volutionaire samenzwering gelasttePaus Gre-
gorius XVI hun gevangenneming. Antoine
wist te ontkomen maar Pierre werd gevat en
den 29sten September tot dood veroordeeld;
doch dit vonnis werd later tot verbanning
verzacht.
Wederom trok Pierre naar Amerika, later
naar de Ionische eilanden en tenslotte naar
Luxemburg, in 1848 kreeg hij vergunning
naar Frankrijk terug te keeren.
Spoedig werd hij afgevaardigde voor Cor
sica in de Assemble Legislative en in de Con
stituante hij toonde zich in dien tijd een vu
rig democraat. Daar keizer Napoleon Hl hem
met opzet uit zijn paleis verwijderd hield
trok hij zich echter geleidelijk uit de politiek
terug.
Als commandant van een regiment van het
Vreemdelingenlegioen nam hij deel aan den
Italiaanschen oorlog (1859) doch vond geen
gelegenheid eenlg belangrijk wapenfeit te
verrichten.
Vier en vijftig Jaar oud huwde hij te
Brussel de dochter van een eenvoudigen
arbeider, Eléonore Ruffin. om twee kinderen,
die hij reeds bij haar had, te wettigen (iets
wat bij de Bonapartiden meer voorkwam!)
Hij vestigde zich daarna in een villa te
Auteuil.
Op het eind van 1869 begon de troon van
keizer Napoleon III reeds te wankelen. De
toestand van hem en van Frankrijk was hoe
langer hoe neteliger geworden; de Republi
keinen bestreden hem uit alle macht, maar
vooral het kamerlid Henri Rochefort, de
man van ,Ra Lanterne", de onverzoenlijke
vijand van het Keizerrijk. Alle concessies,
door Napoleon gedaan om de kroon voor zijn
huls te behouden, konden niet baten, de
vijandschap van de groote menigte tegen
hem en zijn huis nam een sterk persoonlijk
karakter aan; men kon hem den staatsgreep
van den 3den December 1851 niet vergeven!
Pierre Bonaparte was medewerker aan een
courant ..L'avenir de la Corse", waarin hij
zich heftig uitliet tegen den schrijver van
een smadelijk opstel gericht tegen den eer
sten Napoleon in een andere courant ..La
Revanche". De hartstochtelijke Rochefort
had sedert kort de leiding op zich genomen
van het oproerige dagblad „La Marseillaise"
en daarin verschillende artikelen geschre
ven waarin Pierre Bonaparte heftig werd
aangevallen: hetzelfde deed een der redac
teuren. Paul Grousset, een Corsicaan. die
naar Parijs gekomen was om in de medicij
nen te studeeren maar al spoedig journalist
was geworden en zich in de politiek had be
geven.
Pierre B. had den 9dcn Januari 1870 zijn
getuigen naar Rochefort gezonden om dezen
uit te dagen. Maar op den lOden vervoegden
zich ten huize van Pierre B. te Auteuil.
twee jonge schrijvers, Victor Noir en Ulric
dc Fonycillc.
De eerste heette eigenlijk Yvan Salmon
Noir, was de zoon van een horlogemaker cn
22 jaar oud. Hij had op school een weinig
geleerd, was eerst leerling-horlogemaker ge
weest. daarna bloemist en tenslotte werk
zaam gesteld aan verscheidene dagbladen.
Le Journal de Paris. Le Corsaire. Le Figaro,
e.a. Nu schreef hij de „Echos" in de „Mar
seillaise".
De jongelui werden door Pierre B. ontvan
gen maar omtrent hetgeen er later precle»
gebeurd is, bestaat geen zekerheid.
Volgens Bonaparte zouden de Jongeman
nen onbeschoft zijn opgetreden. Pierre B. die
aanvankelijk meende met de getuigen van
Rochefort te doen te hebben (deze waren in
derdaad onderweg!) zei. toen hij vernam dat
zij namens Grousset kwamen, dat hij wel
met het hoofd maar niet met de handlangers
wilde vechten. Victor Noir. een lange, bijzon
der krachtig gebouwde man. zou hem toen
bedreigd en zelfs een oorveeg gegeven heb
ben waarop Pierre B. hem uit noodweer dood
geschoten had en ook een paar schoten loste
op Fonvieille. die een pistool op hem zon
hebben aangelegd. Volgens dc Fonvieille
zouden hU en Noir den ander de schrftelijke
uitdaging van Grousset aangeboden hebben.
Maar Pierre B. had den brief hooghartig ge
weigerd en gezegd: „Zijn jullie solidair met
die schoften? Is dat een uitdaging van Roche
fort? Ik vecht in geen geval met onderge
schikten." „Leest u den brief maar!" zei Noir.
Maar Pierre B. wierp den brief verachtelijk
weg en maakte een dreigende beweging met
den arm waarop Noir, om den slag af le we
ren. hem een klap gaf. De driftige, opvliegen
de Bonaparte haalde toen een revolver te
voorschijn cn schoot Noir neer. Fonvieille
haalde nu, om zich te verdedigen, ook ccn
pistool voor den dag maar Pierre B. schoot
tweemaal op hem 2onder hem echter te tref
fen.
Noir wankelde naar bulten en viel op straat
dood neer; zijn lichaam werd eerst naar een
apotheek en daarna naar het ouderlijk huis
te Ncullly overgebracht.
Het gebeurde, spoedig bekend, bracht ccn
ontzaglijke opgewondenheid in het toch
reeds in gisting verkeerende Parijs teweeg.
Pierre B. had den commissaris van politic
van het gebeurde kennisgegeven, die hem in
zijn eigen huis gevangen hield, ook om hem
tegen de woede van de vijandige menigte tc
beschermen.
Op den dag van de begrafenis begaven zich
duizenden, vervuld van haat tegen alles wat
Bonaparte heette, zich naar het huis van de
Noirs. Het duurde lang voor de lijkstoet ver
trekken kon en intusschen hield Rochefort
een opgewonden toespraak tot de toch al op
gezweepte menigte; vooral het zien van de
schreiende verloofde, met wie Noir juist dien
dag in het huwelijk zou zijn getreden, maakte
veel indruk.
Eindelijk vertrok de stoet, door duizenden
gevolgd naar Pére Lachaise en onderweg
hadden verschillende botsingen van ernstigen
aard met de politie plaats.
Bij den terugkeer van de begraafplaats nam
de vijandige stemming van de steeds aan
groeiende menigte nog toe cn op de Champs
Elysées moest de Inmiddels ontboden cavale
rie een charge maken.
Weinig had het toen gescheeld of het was
tot een revolutie gekomen!
De „Marseillaise" verscheen den volgenden
morgen met een breeden rouwrand en in een
uitermate heftig artikel slingerde Rochefort
een razende vervloeking naar het hoofd der
familie Bonaparte. Het nummer werd door de
politie op hooger last in beslag genomen.
Voor de regeering, maar vooral voor den
Keizer was het een uiterst pijnlijk geval. Dc
beschuldiging tegen Pierre Napoléon Bona
parte werd aan de Chambre des mises-cn-
accusation van het Haute Cour dc Justice
voorgelegd en deze verwees den prins den
19den Februari naar het Hof onder verdenking
van moord en poging tot moord, met vergun
ning van het wetgevend lichaam.
De zitting werd den 21sten Maart te Tours
gehouden en den 27sten werd de verdachte
vrijgesproken op grond dat hij had gehandeld
in noodweer; kort daarna verliet hij het land,
op keizerlijk bevel. In 1881 stierf hij te Ver
sailles in armoedige omstandigheden.
Rochefort en zijn collega's van de „Mar
seillaise" werden gearresteerd; Rochefort
werd veroordeeld tot een hooge boete en een
half Jaar gevangenisstraf. Bij den aanvang
zfjner gevangenschap hadden weer heftige
tooneelen in de straten van Parijs plaats.
Enkele maanden later barstte de Fransch-
Duitsche oorlog uit.
DR. J. WACKIE EYSTEN.
DE MACHINE DOET HET
WERK!
De uitvinders zijn er voortdurend op ge
spitst, machines te maken, die de mensche-
lijkc arbeidskrachten kunnen vervangen.
Vooral met betrekking tot kantoorwerk is op
dit gebied al heel wat bereikt.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
Jongens op groote kantoren niet veel anders
deden dan postzegels op brieven plakken.
Maar nu bestaat er een machine, die niet
minder dan zeven soorten postzegels bevat,
ze in een paar minuten plakt op duizend en
meer brieven en pakketten - zonder ooit
een fout te maken wat betreft dc voor een
bepaalden brief verclschte waarde van het
zegel en dan ook nog het aantal gebruik
te postzegels telt.
Ook behoeven groote kantoren niet langer
veel tijd te besteden aan het uitschrijven
van cheques, want een machine kan dat doen
en ze kruisen in een vierde van den tijd
waarin een kantoorbediende dat kan doen.
Deze machine maakt de cheques meteen on-
vcrvalschbaar. want de cijfers worden ge
drukt in dc vezels van het papier met on-
uitwischbaren Inkt. Er kan dus niets aan
worden veranderd zonder dat het wordt ont
dekt.
Een andere nieuwe machine vouwt brieven
of circulaires met een snelheid van 5 o i per
uur. Weer een andere opent 500 brieven per
minuut, zonder den inhoud te beschadigen.
In den laatsten tijd zijn ook electrischc
schrijfmachines aan de markt gebracht,
waaraan verschillende handelingen, die an
ders door de typiste worden gedaan, door
middel van electriciteit worden vcrrichl
Dan is er de telefoon, waaraan een luid
spreker verbonden is. Deze maakt dat men
de sprekende persoon op een afstand van 50
voet kan hooren cn dus de telefoon niet
behoeft vast te houden of er dicht bij be
hoeft tc blijven.