Drie maanden in Indië. Pierre Napoléon Bonaparte en Victor Noir. Roem van Deli. Sorteeren van tabak door Chlneezen. .n nu moet je die kinderachtige si garetten eens opbergen", zei een der verstokte slgarenrookers van ons groepje tegen me, toen ik na glorieuze ontbijt in hotel De Boer een sigaret aanstak. ,.Het is een blaam voor dit land, als je hier geen sigaren rookt!'' En of ik al beweerde, dat leder hier In Medan met een groote blikken doos siga retten in de hand loopt, dat gaf allemaal niets. „Sigaren moet je hier rooken, als je Deli respecteert", besloot hij. Zoo waren de gemoederen al vroeg in den ochtend vervuld van het geurige kruid, waar van we dien morgen de bewerking zouden zien, n.l. van de wereldberoemde Deli-cabak. Want, niet waar, als je praat over Deli, denk je onwillekeurig aan tabak. Nu is de tabakscultuur tegenwoordig niet meer de grootste van Deli; wat den omvang betreft; zij heeft de eerste plaats moeten afstaan aan een jonger zusje, n.l. de rubber, terwijl ook de thee-, de koffie-, de olie- palm- en de sisal opkomen; maar omdat de tabak de oudste is op de Oostkust en met recht „Roem van Deli" mag heeten, wil ik van deze merkwaardige cultuur hier een en ander vertellen. Het is in het algemeen maar aan weinig pioniers gegeven, om het werk dat zij begon nen zijn voltooid te zien: maar Jacob Nien- huys, de pionier van Deli, heeft de groote ontwikkeling van dit gewest nog mogen be leven, vóór hij in 1927 op hoogen leeftijd in Bloemendaal overleed. Weinig zal hij ge dacht hebben, toen hij in 1862 de Deli-rivier opvoer, om te zoeken naar de goede tabaks- gronden, waarvan een Arabier hem op Java had verteld dat zijn exploratietocht zulke ge volgen zou hebben gehad. De Sultan van Deli hielp hem aan grond en in 1865 arriveerden de eerste vijftig pakken Delitabak op de Amsterdamsche markt, waar al dadelijk een goede prijs gemaakt werd. En tegenwoordig is het in Holland, het land van de goede si garen, overbekend, dat het Deli-dekblad als het beste ter wereld wordt beschouwd, waar voor dikwijls fabelachtige prijzen betaald worden. Die uitstekende kwaliteit van tegenwoor dig is echter niet zoo maar uit de lucht ko men vallen; ook in de tabakscultuur heeft men met vallen en opstaan loopen geleerd en als men soms mocht meenen, dat alle ta baksplanters rijk zijn geworden, dan wil ik hier toch even een paar simpele cijfers noe men, die een heel andere taal spreken. Er bestaan thans naar ik meen in Deli 14 ta baksmaatschappijen. Maar sedert 1865 zijn er pl.m. 120 maatschappijen uit de tabaks cultuur verdwenen en vermoedelijk niet, omdat de zaken zoo floreerden. Hoe komt het nu, dat de Deli-tabak zulke bijzondere kwaliteiten heeft, dat zij tot nog toe niet is geëvenaard, hoeveel moeite men er elders ook voor gedaan heeft? Een paar dagen vóór ons bezoek aan de tabaksonderneming, waarvan ik straks zal vertellen, bezochten we het Deli-proefstation te Medan. een kapitaal gebouw met een grooten tuin, waar allerlei proeven worden genomen voor grondverbetering, het kwee ken van nieuwe variëteiten, bestrijding van ziekten enz., enkel en alleen voor de tabak. De liefhebber van een goede sigaar kan over tuigd zijn, dat hier voortdurend een aantal wetenschappelijk gevormde menschen bezig is om de kwaliteit van zijn sigaar op peil te houden en zoo mogelijk te verbeteren. En terwijl we hier rondgeleid werden, vertelde de directeur van het Proefstation ons iets van de oorzaken van de goede kwaliteit der Deli-tabak. In de eerste plaats bezit Deli de allerbeste tabaksgronden, die men zich kan denken, de gronden waarnaar Nienhuys kwam zoeken. Zij liggen rondom Medan en Bindjei, vormen een oppervlakte, ongeveer gelijk aan onze provincie Drente en zijn vermoedelijk een geschenk van de vulkaan Sibajah, die even ten Noorden van het Tobameer ligt. Wan neer wij lezen van de vreeselijke verwoesting die kort geleden door den vulkaan Merapi op midden Java Is aangericht, dan denken we meestal niet aan Se goede zijde van een dergelijke catastrophe, n.l. aan de groote vruchtbaarheid, die dat uitgeworpen mate riaal zal hebben, als het eenmaal voldoende verweerd zal zijn. In lang vervlogen tijden heeft ook de Si- bajak groote hoeveelheden vulkanisch mate riaal uitgeworpen, dat door de riviertjes is meegevoerd tot aan de kust. Men heeft in Deli meermalen beproefd, ook buiten dit ge bied tabak te kweeken en ofschoon men daar wel goede kwaliteiten kan oogsten haalt die tabak in het algemeen toch nooit den hoogen prijs van het dekblad, dat op den z.g. andesietgrond groeit. En daar de bedrijfskosten in Deli zeer hoog zijn, in ver band met de dure werkkrachten, heeft men die andere gronden voor rubber, thee, olie- palmen enz. in gebruik genomen. Een andere factor van'grooten invloed is wel het klimaat van Deli, dat geen lange perioden van droogte heeft en pieestal in Mel, in den groeitijd van de tabak, voor eenige regenbuien zorgt. De tabaksplant met haar groote bladeren, verdraagt geen droge lucht. Blijven de regens uit, dan zijn de vooruitzichten op een goeden oogst (en flinke winst) verdwenen. De derde factor eindelijk is de groote zorg, die door de planters aan het gewas wordt besteed, hierbij trouw terzijde gestaan door het proefstation. De meeste rookers, die na het middagmaal een sigaar opsteken en rus tig genieten van de geurige tabak, zullen niet beseffen, met hoeveel zorgen die tabaks bladen zijn omringd, voor ze in de hand van een sigarenmaker tot een goed sigaartje worden gevormd. Want de tabak is een echt troetelkindje. Er worden zaadbedden aange legd. waarop het uiterst fijne tabakszaad wordt gezaaid. Als de blaadjes verschijnen worden ze tegen felle zon en insecten be schut door klamboes, groote schermen van heel fijn gaas, die het zaadbed geheel af sluiten en naarmate de plantjes groeien, tel kens wat verder geopend worden, om ze aan de felle zon te gewennen. En als de jonge planten op de velden worden uitgezet, moe ten ze eerst nog twee maal per dag worden begoten, terwijl ze vaak door een palmblad of een plankje tegen de middagzon worden beschut. Groeien dan de planten flink, dan staat de planter verlangend uit te kijken naar de noodige regenbuien, want „onberegende" ta bak wordt door de kenners op de veiling in Frascati heel wat lager geta'xeerd, dan de andere. En tijdens den groei blijft steeds een uiterst scherpe controle noodig tegen aller lei ziekten, rupsen, bladluizen enz., want de groote sappige bladeren hebben heel wat vijanden. Is eindelijk de tabak rijp (de plant is dan ruim twee M. hoog), dan kan de pluk beginnen. Vroeger werd de heele „boom:"' (zooals de vakterm luidt) in zijn geheel te drogen gehangen, maar daarbij kreeg men natuurlijk het bezwaar, dat slechts een zeker gedeelte der bladeren plukrïjp was. Daarom plukt men thans de bladeren twee aan twee van onder af. De topbladeren worden in Deli dikwijls niet eens geoogst, omdat ze voor dekblad ongeschikt zijn en te weinig op brengen om het arbeidsloon goed te maken. Van bovengenoemde werkzaamheden za gen we evenwel niets meer; men begint hier ongeveer in Februari uit te zaaien en de oogst valt in Juni. zoodat wij in Augustus alle velden af geoogst vonden. Maar de bewerking in de schuren is ook zeer interessant en die zouden we zien op den bewusten ochtend, waarvan ik in het begin van dit artikel sprak. Spoedig na het ontbijt kwamen de auto's voor: we reden Medan uit. den weg op naar de onderneming Sampali, die aan de Deli Maatschappij be hoort. Het land rondom Medan is nagenoeg vlak. Overal zagen we de afgeoogste tabaksvel den, waarop de bevolking alweer rijst had geplant. Als de tabak van het veld is, dan heeft de bevolking het recht om hiervan nog één rijstoogst te halen, waarna het gebied weer braak blijft liggen en met eenige hulp van den planter spoedig weer met bosch is bedekt. Pas over acht jaar wordt dit bosch gerooid, om 'er weer ëén tabaksveld van te" maken en zoo gaat dit steeds door. „Welk een grondverspilling!" zal men zeg gen. Inderdaad, maar wil men de goede kwali teit van de tabak behouden, dan is men ge dwongen tot deze cultuurwijze. Het is nog steeds niet gelukt een betere en minder grondverspillende wijze van verbouw te vin den. Overal zien we dan ook weer groote stuk ken bosch van verschillende hoogte en in de vlakke velden, die daartusschen verspreid liggen, staan eenzaam de groote droogschu ren met groote luiken in de wanden en in het dak. waar de tabak gedroogd wordt. Men zou ze voor groote boerenhofsteden kunnen houden, als het woonhuis niet ontbrak. Landschapsschoon vindt men hier niet: al te zeer heeft de mensch het landschap ver vormd om hier zijn bestaan te vinden. Wel dra houden we stil bij een mooie woning tusschen hoog geboomte: daar woont de ad ministrateur, die ons reeds tegemoet komt en ons dadelijk meeneemt naar een groot complex van gebouwen. Men houdt hier blijkbaar van opschieten. Eerst even een kijkje in een droogschuur, waar de tabaksbladeren aan lange stokken te drogen hangen, grijsgroen van kleur en reeds geheel slap. Dan gaan we een groot gebouw binnen, geheel in modernen trant, met ijzeren binten en betonvloer, de fer- menteerloods. De tabak, die de droogschuur heeft veria ten Is in bossen gebonden en wordt hier door vrouwen op groote rechthoekige stapels ge legd. Dat gebeurt allemaal heel precies, zoo dat het. van den buitenkant gezien, lijkt of er een aantal cocosmatten op elkaar ligt. zoo zuiver liggen al die bossen van tabaks stelen naast elkander. Is de stapel hoog genoeg, dan wordt hij afgedekt en begint de fermentatie, een broehngsproces, dat te vergelijken is met het broeien van hooi hier te lande. Eenige bamboekokers reiken tot het midden van den stapel en met thermometers controleert men nu. of het proces goed verloopt. Grafi sche voorstellingen van den gang der tempe ratuur hangen erbij. Men ziet. de zorg van den planter is hier even groot als die van een dokter voor een koortspatient. Later wordt de stapel omgezet, door de bossen van den buitenkant in het midden te leggen, is dan alles naar wensch gegaan, dan komt het sorteeren, ook een zeer belangrijke be werking. We werden binnengeleid in een andere zaal met glazen dak, zoodat het er bijzon der licht was. Daar zaten een groot aantal Chineezen op lange rijen de tabak te sortee ren. Elke sorteerder heeft in een halven cirkel een aantal stokken voor zich staan zoodat er een aantal vakken worden ge vormd. De arbeiders laten de tabaksbladeren, die hun gebracht worden, door de hand glijden en bepalen nu in welk hokje ze gelegd moe ten worden. De administrateur nam enkele pakjes op en liet ons het verschil zien, maar ik moet eerlijk bekennen, dat ik dikwijls geen verschil kon opmerken, wat kleur be trof. Er is voor dit werk een scherp oog en groote routine noodig. Een helper voegt de bladeren weer samen tot bosjes van 35 stuks. Maar ze tellen de bladeren niet", zei de administrateur. „Het gaat heelemaal op het gevoel en toch zal u maar zelden een bosje vinden dat niet precies 35 bladeren telt" Heeft de sorteerder een aantal bundels klaar, dan moet hij ze laten controleeren door eenige vrouwen, die een buitengewoon goed oog voor het kleuren hebben. We bleven er even bij staan. Met onbewogen gezicht grijpt zoo'n vrouw een bosje tabak, laat de bladeren even door de vingers glijden en legt het neer. Soms trekt ze er een blad uit en als er meer fouten in zitten, roept ze enkele woorden tegen den Chinees, die ook al weer met een „stalen" gezicht de sorteering volgt. Nauwelijks hadden we ons verwijderd of een vreeselijk geschreeuw weerklonk. Er was meeningsverschil tusschen een paar Chinee zen en het leek wel of er twintig menschen schreeuwden. We verstonden er jammer ge noeg mets van, maar de rauwe klanken zou den een vischvrouw jaloersch hebben ge maakt. Een der assistenten schoot toe. een paar woorden en het was weer even stil als te voren. Tot slot zagen we, hoe de bossen geperst werden in de bekende tabaksmatten- de merken werden er op geschilderd en ze wa ren klaar voor verzending naar Belawan waar groote oceaanstoomers de pakken op nemen om ze in Amsterdam weer af te le veren. Weldra namen we afscheid van onzen ge leider en in den auto praatten we nog wat na over de groote zorg. die aan elk onder deeltje van deze cultuur wordt besteed. ,En dat allemaal voor een sigaar", zei ik St.eeds wei=ert te rooken gromde mijn oude vriend met een minach tenden blik naar mijn „strootje". E. W. VENEMA Fermenteeren van tabak. VERDWIJNENDE BRONNEN. Nieuw-Zeeland, met zijn heete bronnen en andere vulkanische wonderen, is dikwijls het tooneel van aardbevingen geweest. En de streken die door de aardbeving in Servië zijn aangetast vertoonen dezelfde eigenschappen als in Nieuw-Zeeland zijn ge constateerd, zooals uit de berichten over de ramp valt af te leiden. Tegelijk met de aard beving droogden een aantal minerale bron nen op en kwamen eenige meters verder weer te voorschijn als geysers, die verscheidene voeten hoog opsprongen en belangrijk war mer waren dan te voren. Een dag later waren de bronnen weer op haar gewone plaats, maar zij gaven nu een veel grooter volume water van een belangrijk hoogere temperatuur dan vroeger. Bij bijna iedere aardbeving doen zich dergelijke ver schijnselen voor, in 't bijzonder ook in Zuld- Amerika. Soms worden ook in Engeland wel lichte aardschokken geconstateerd, maar deze zijn van een geheel anderen aard dan de gewel dige aardöevmgen in landen met een vulka- nischen bodem. Zij worden veroorzaakt door verschuivingen van de lagen in den bodem en hebben met vulkanisme natuurlijk niets te maken. EEN AVONTUURLIJKE TOCHT Spoedig vertrekt een ondernemend Engelschman, kapitein Geoffrey Malins. die graag onderzoekingsreizen per auto maakt, met eenige anderen, voor een tocht van 12000 mijl naar de wildernis. De auto, waarmede hij dezen tocht onderneemt, is er niet een an de gewone soort. Zij kan n.l. even goed te land als te water dienst doen. Deze wagen is in Coventry gebouwd en er zijn reeds verschillende proeven mee geno men. Er zijn aan de auto op verschillende plaatsen luchtzakken aangebracht, die kun nen worden opgepompt door een pomp, die door de motor in werking kan worden ge bracht. Deze luchtzakken maken, wanneer zij met lucht zijn volgepompt, dat de auto heel hoog op het water kan drijven en er dus geen I water in den carburator kan komen. De achterwielen zijn voorzien van schepraderen en de auto kan ook in het water ccn flinke I snelheid bereiken. Historische Brieven. Napoleon I en Napoleon Hl. beide keizer van Frankrijk, zijn de twee leden van de fa milie Bonaparte, welke zich de meeste be kendheid hebben verworven. Echter hebben ook verscheidene afstammelingen van de broers van den grooten Keizer een min of meer gewichtige rol in de geschiedenis ge speeld, al hebben zij geen van allen een ko- nings- of keizerskroon gedragen. Lucien. de derde zoon van Carlo Maria naparte en Maria Laetltla Ramolino, was een der heftigste revolutionnaire partijgan gers in den opstand van Paoli. die met be hulp der Engelschen het eiland Corsica op de Franschen veroverde. Later brak hij cen ter met Paoll, moest vluchten en vestigde zich te Marseille, waar zijn moeder met de jonge kinderen zich reeds bevond. Hier huw de hij in 1749 Christine Eléonore Boyer, die daardoor prinses van Canino werd. In 1798 werd hij lid van den Raad van Vijfhonderd te Parijs en bestreed krachtig het Directoire; zonder den terugkeer van zijn broer Napoleon, die zich in Egypte bevond afte wachten, verbond hij zich met Talleyrand en Slèyes en bereidde den beken den staatsgreep voor. Hfj is de groote man geweest van don 18den Brumaire, die, nadat het Directoire omver geworpen was, Napoleon Eerste Consul maakte, de inleiding tot het keizerschap. Door zijn vastberadenheid en doortastend heid wist hij zoow'el den tegenstand van den Raad van Vijfhonderd (waarvan hij voorzit ter geworden was) als de besluiteloosheid van Napoleon te overwinnen en maakte zich tot den held van den dag. Napoleon maakte hem minister van bln- nenlandsche zaken en. in 1800. gezant te Madrid. Naderhand werd hij gekozen tot lid van het Tribunaat. Zijn eerste vrouw was in 1801 gestorven; hij weigerde aan het verlangen van zijn broer dat hij met de weduwe van den koning van Etrurië zou hertrouwen te voldoen (vroe ger had Napoleon reeds op dit huwelijk aan gedrongen en gewild dat Lucien zich van zijn eerste vrouw, waarmee hij heel gelukkig ge trouwd was, zou laten scheider.) en huwde opnieuw een vrouw van burger-af- komst. Hierdoor ontstond een breuk tusschen hem en Napoleon; Lucien vestigde zich in 1804 als ambteloos burger te Rome. In 1801 deed hij een reis naar Amerika doch werd op zee door de Engelschen gevan gen genomen, geïnterneerd en eerst in 1814 in vrijheid gesteld. Na Napoleon's vlucht van Elba snelde hij dezen te hulp doch werd, na Waterloo, op nieuw geïnterneerd, ditmaal tot 1830. HIJ reisde daarna door Europa en stierf in 1840 te Viterbo. Lucien was, Napoleon, de begaafdste der Bonapartes. even eerzuchtige als de Keizer en bezat een zeer vrijmoedig en onafhanke lijk karakter; voorts was hij een tamelijk begaafd schrijver, dichter en oudheidkenner (in zijn jeugd had hij. o.a. te Brienne, ge studeerd). Zijn heldendichten waren meestal tegen zijn grooten broer gericht. Zijn tweede vrouw, de heel mooie Alexan drine Laurence de Bleschamp, weduwe van den wisselagent Joubcrthon. mocht zich niet in een smettelooze reputatie verheugen. Zij schonk hem niet minder dan negen kinde ren, vijf zoons en vier dochters. Een dezer zoons geboren in 1815 te Rome heeft een zeer avontuurlijken levensloop gehad en is bijna oorzaak geweest, dat in Frankrijk in 1870 een revolutie uitbrak. Nog geen zeven tien jaar oud nam deze Pierre Napoléon Bo naparte deel aan den opstand in de Ro- magna en werd te dier zake zes-maanden gevangen gezet. Na op vrije voeten te zijn gesteld trok hij naar Amerika, streed daar onder den bekenden Bolivar, keerde naar Europa terug en woonde een tijdlang met zijn jongeren broer Antoine op het landgoed van hun moeder, de prinses van Canino, in Italië. Maar het onrustige bloed der Bonapartes deed zich bij hen gelden; niet ten onrechte verdacht van het voorbereiden van een re volutionaire samenzwering gelasttePaus Gre- gorius XVI hun gevangenneming. Antoine wist te ontkomen maar Pierre werd gevat en den 29sten September tot dood veroordeeld; doch dit vonnis werd later tot verbanning verzacht. Wederom trok Pierre naar Amerika, later naar de Ionische eilanden en tenslotte naar Luxemburg, in 1848 kreeg hij vergunning naar Frankrijk terug te keeren. Spoedig werd hij afgevaardigde voor Cor sica in de Assemble Legislative en in de Con stituante hij toonde zich in dien tijd een vu rig democraat. Daar keizer Napoleon Hl hem met opzet uit zijn paleis verwijderd hield trok hij zich echter geleidelijk uit de politiek terug. Als commandant van een regiment van het Vreemdelingenlegioen nam hij deel aan den Italiaanschen oorlog (1859) doch vond geen gelegenheid eenlg belangrijk wapenfeit te verrichten. Vier en vijftig Jaar oud huwde hij te Brussel de dochter van een eenvoudigen arbeider, Eléonore Ruffin. om twee kinderen, die hij reeds bij haar had, te wettigen (iets wat bij de Bonapartiden meer voorkwam!) Hij vestigde zich daarna in een villa te Auteuil. Op het eind van 1869 begon de troon van keizer Napoleon III reeds te wankelen. De toestand van hem en van Frankrijk was hoe langer hoe neteliger geworden; de Republi keinen bestreden hem uit alle macht, maar vooral het kamerlid Henri Rochefort, de man van ,Ra Lanterne", de onverzoenlijke vijand van het Keizerrijk. Alle concessies, door Napoleon gedaan om de kroon voor zijn huls te behouden, konden niet baten, de vijandschap van de groote menigte tegen hem en zijn huis nam een sterk persoonlijk karakter aan; men kon hem den staatsgreep van den 3den December 1851 niet vergeven! Pierre Bonaparte was medewerker aan een courant ..L'avenir de la Corse", waarin hij zich heftig uitliet tegen den schrijver van een smadelijk opstel gericht tegen den eer sten Napoleon in een andere courant ..La Revanche". De hartstochtelijke Rochefort had sedert kort de leiding op zich genomen van het oproerige dagblad „La Marseillaise" en daarin verschillende artikelen geschre ven waarin Pierre Bonaparte heftig werd aangevallen: hetzelfde deed een der redac teuren. Paul Grousset, een Corsicaan. die naar Parijs gekomen was om in de medicij nen te studeeren maar al spoedig journalist was geworden en zich in de politiek had be geven. Pierre B. had den 9dcn Januari 1870 zijn getuigen naar Rochefort gezonden om dezen uit te dagen. Maar op den lOden vervoegden zich ten huize van Pierre B. te Auteuil. twee jonge schrijvers, Victor Noir en Ulric dc Fonycillc. De eerste heette eigenlijk Yvan Salmon Noir, was de zoon van een horlogemaker cn 22 jaar oud. Hij had op school een weinig geleerd, was eerst leerling-horlogemaker ge weest. daarna bloemist en tenslotte werk zaam gesteld aan verscheidene dagbladen. Le Journal de Paris. Le Corsaire. Le Figaro, e.a. Nu schreef hij de „Echos" in de „Mar seillaise". De jongelui werden door Pierre B. ontvan gen maar omtrent hetgeen er later precle» gebeurd is, bestaat geen zekerheid. Volgens Bonaparte zouden de Jongeman nen onbeschoft zijn opgetreden. Pierre B. die aanvankelijk meende met de getuigen van Rochefort te doen te hebben (deze waren in derdaad onderweg!) zei. toen hij vernam dat zij namens Grousset kwamen, dat hij wel met het hoofd maar niet met de handlangers wilde vechten. Victor Noir. een lange, bijzon der krachtig gebouwde man. zou hem toen bedreigd en zelfs een oorveeg gegeven heb ben waarop Pierre B. hem uit noodweer dood geschoten had en ook een paar schoten loste op Fonvieille. die een pistool op hem zon hebben aangelegd. Volgens dc Fonvieille zouden hU en Noir den ander de schrftelijke uitdaging van Grousset aangeboden hebben. Maar Pierre B. had den brief hooghartig ge weigerd en gezegd: „Zijn jullie solidair met die schoften? Is dat een uitdaging van Roche fort? Ik vecht in geen geval met onderge schikten." „Leest u den brief maar!" zei Noir. Maar Pierre B. wierp den brief verachtelijk weg en maakte een dreigende beweging met den arm waarop Noir, om den slag af le we ren. hem een klap gaf. De driftige, opvliegen de Bonaparte haalde toen een revolver te voorschijn cn schoot Noir neer. Fonvieille haalde nu, om zich te verdedigen, ook ccn pistool voor den dag maar Pierre B. schoot tweemaal op hem 2onder hem echter te tref fen. Noir wankelde naar bulten en viel op straat dood neer; zijn lichaam werd eerst naar een apotheek en daarna naar het ouderlijk huis te Ncullly overgebracht. Het gebeurde, spoedig bekend, bracht ccn ontzaglijke opgewondenheid in het toch reeds in gisting verkeerende Parijs teweeg. Pierre B. had den commissaris van politic van het gebeurde kennisgegeven, die hem in zijn eigen huis gevangen hield, ook om hem tegen de woede van de vijandige menigte tc beschermen. Op den dag van de begrafenis begaven zich duizenden, vervuld van haat tegen alles wat Bonaparte heette, zich naar het huis van de Noirs. Het duurde lang voor de lijkstoet ver trekken kon en intusschen hield Rochefort een opgewonden toespraak tot de toch al op gezweepte menigte; vooral het zien van de schreiende verloofde, met wie Noir juist dien dag in het huwelijk zou zijn getreden, maakte veel indruk. Eindelijk vertrok de stoet, door duizenden gevolgd naar Pére Lachaise en onderweg hadden verschillende botsingen van ernstigen aard met de politie plaats. Bij den terugkeer van de begraafplaats nam de vijandige stemming van de steeds aan groeiende menigte nog toe cn op de Champs Elysées moest de Inmiddels ontboden cavale rie een charge maken. Weinig had het toen gescheeld of het was tot een revolutie gekomen! De „Marseillaise" verscheen den volgenden morgen met een breeden rouwrand en in een uitermate heftig artikel slingerde Rochefort een razende vervloeking naar het hoofd der familie Bonaparte. Het nummer werd door de politie op hooger last in beslag genomen. Voor de regeering, maar vooral voor den Keizer was het een uiterst pijnlijk geval. Dc beschuldiging tegen Pierre Napoléon Bona parte werd aan de Chambre des mises-cn- accusation van het Haute Cour dc Justice voorgelegd en deze verwees den prins den 19den Februari naar het Hof onder verdenking van moord en poging tot moord, met vergun ning van het wetgevend lichaam. De zitting werd den 21sten Maart te Tours gehouden en den 27sten werd de verdachte vrijgesproken op grond dat hij had gehandeld in noodweer; kort daarna verliet hij het land, op keizerlijk bevel. In 1881 stierf hij te Ver sailles in armoedige omstandigheden. Rochefort en zijn collega's van de „Mar seillaise" werden gearresteerd; Rochefort werd veroordeeld tot een hooge boete en een half Jaar gevangenisstraf. Bij den aanvang zfjner gevangenschap hadden weer heftige tooneelen in de straten van Parijs plaats. Enkele maanden later barstte de Fransch- Duitsche oorlog uit. DR. J. WACKIE EYSTEN. DE MACHINE DOET HET WERK! De uitvinders zijn er voortdurend op ge spitst, machines te maken, die de mensche- lijkc arbeidskrachten kunnen vervangen. Vooral met betrekking tot kantoorwerk is op dit gebied al heel wat bereikt. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat Jongens op groote kantoren niet veel anders deden dan postzegels op brieven plakken. Maar nu bestaat er een machine, die niet minder dan zeven soorten postzegels bevat, ze in een paar minuten plakt op duizend en meer brieven en pakketten - zonder ooit een fout te maken wat betreft dc voor een bepaalden brief verclschte waarde van het zegel en dan ook nog het aantal gebruik te postzegels telt. Ook behoeven groote kantoren niet langer veel tijd te besteden aan het uitschrijven van cheques, want een machine kan dat doen en ze kruisen in een vierde van den tijd waarin een kantoorbediende dat kan doen. Deze machine maakt de cheques meteen on- vcrvalschbaar. want de cijfers worden ge drukt in dc vezels van het papier met on- uitwischbaren Inkt. Er kan dus niets aan worden veranderd zonder dat het wordt ont dekt. Een andere nieuwe machine vouwt brieven of circulaires met een snelheid van 5 o i per uur. Weer een andere opent 500 brieven per minuut, zonder den inhoud te beschadigen. In den laatsten tijd zijn ook electrischc schrijfmachines aan de markt gebracht, waaraan verschillende handelingen, die an ders door de typiste worden gedaan, door middel van electriciteit worden vcrrichl Dan is er de telefoon, waaraan een luid spreker verbonden is. Deze maakt dat men de sprekende persoon op een afstand van 50 voet kan hooren cn dus de telefoon niet behoeft vast te houden of er dicht bij be hoeft tc blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1931 | | pagina 23